Multimedia

27 en

Voorgeschiedenis

Dit gaat over een uitzending op 25 januari jl. van het televisie­programma ‘Dit is M’ van Margriet van der Linden. Ik twitterde daarover, in een draad die hier voorlopig eindigde.

Die tweetdraad tikte ik spontaan, in een kort tijdbestek, en ondertussen voerde ik diverse zoekacties uit in Google. Daardoor werd het wat chaotisch, en er zaten ook nogal wat storende tikfouten in. Twitter heeft, anders dan Facebook, geen correctie­mogelijkheid achteraf.

Ik neem nu mijn tweets als uitgangspunt, maar bewerk ze, in een poging er hier een beter leesbaar geheel van te maken. Het bewerken gaat ver, ik voeg soms hele alinea’s, soms meer dan één toe, die op Twitter niet voorkwamen.

Tip

Een tip voor Margriet van der Linden van ‘Dit is M’ en haar redactie: Zet even de namen van die kunstenaars in beeld! Artemisia Gentileschi kon ik na de vele gehoorde her­ha­lingen eindelijk onthouden en terugvinden, ook doordat ik een beetje weet hoe de Ita­liaanse spelling werkt (weliswaar zonder de taal te kennen), en daarom die <-sch-> voor de klanken /sk/ verwachtte.

Maar van die Portugese schilder weet ik nog steeds niet hoe ze heet. Paula Relo, Paula Redo? Dat klinkt niet Portugees. Portugese namen worden bijna altijd verkeerd uitgesproken (ik weet toevallig wel hoe het moet), waardoor het vaak lastig is te weten welke schrijfwijze er achter de gehoorde naam schuilt. Dat maakt tekstzoeken lastig.

De gast, met de voornaam Wieteke, maar haar achternaam had ik wel gehoord, maar niet onthouden, was erg enthousiast – dat is natuurlijk prima – maar ze praatte ook erg snel, wat het onthouden van namen moeilijk maakt.

Overtolligheid

In taal zit heel veel redundantie. Als je een taal kent, weet je welke woorden bestaan en welke niet, en – vaak onbewust – welke klankreeksen mogelijk zijn. (Technische term: fonotaxis, ook wel distributieregels. Engels: phonotactics.) En je kent de grammatica, waardoor je weet in welke volgorden woorden en zinsdelen kunnen staan, en welke ordeningen onmogelijk of minder waarschijnlijk zijn. Op een nog hoger niveau weet je vaak al wat over het onderwerp, je hebt er eerder iets over gehoord of gelezen.

Al deze factoren samen maken dat taal verstaanbaar blijft, ook bij zeer snel spreken, ook als de geluidskwaliteit te wensen overlaat (denk aan traditionele en moderne telefonie, AM-radio, korte­golf­radio met fading), ook als er ruis is, of bijgeluiden, mensen die er doorheen praten, muziek. Het houdt een keer op, maar de diverse niveaus van over­tolligheid zorgen dat het nog erg lang goed blijft gaan.

Bij namen, zeker buitenlandse namen, is dat anders: er is veel minder redundantie, veel minder is al bekend, je weet nauwelijks wat te verwachten. Daarom zouden sprekers op radio en televisie er een vaste gewoonte van moeten maken, om bij namen het spreek­tempo met een factor 5 te verlagen, en liefst ook ze twee of drie keer nadrukkelijk te zeggen, met een pauze ertussen. Dan is er een kans dat mensen ze meekrijgen.

De naam enkele seconden in beeld brengen, dat helpt ook. In een balkje, of misschien ook, waarom niet, op het hele scherm, zoals vroeger bij de teksten van een stomme film. We hebben alle tijd, het hoeft niet snel. Wel enthousiast en duidelijk.

Bij zakelijke telefoongesprekken raffel ik aan het begin altijd expres mijn naam af, want het is maar beleefdheid om die te noemen, en ze verstaan die aan de overkant toch niet. Als er eenmaal iets opgezocht of genoteerd moet worden, dan is het vroeg genoeg om mijn naam langzaam en duidelijk te zeggen, en zo nodig te spellen.

Inlevingsvermogen

Het ging in de uitzending over vrouwelijke schilders, die in het verleden veel te weinig aandacht kregen, en nu gelukkig eens wel. Ik tweette verder: En in welk museum is dit alles te zien? Ook gemist, ging veel te snel. Echt jammer dit. Ik ben vast niet de enige. Kwestie van je verplaatsen in de positie van je kijker of luisteraar. Dat gebeurt te weinig. Ik schrijf daar al jaren over, ik blijk zelfs een gespecialiseerd menuutje daarover te hebben. Wist ik zelf niet meer: Doelgroepdenken.

Het te snel uitspreken van namen is heel begrijpelijk. De presentator, de gast en de redac­tie hebben het onderwerp uiteraard uitgebreid voorbereid. Dus voor hen zijn de namen inmiddels bekend. Maar voor het gros van het publiek niet. Het is en blijft moeilijk, ook voor goede, professionele sprekers (en dat vind ik Margriet van der Linden wel) om je steeds te blijven inleven in de positie van de mensen voor wie je het programma maakt. Maar dat moet natuurlijk wel.

Zoeken

Ik ben zo ongeveer wereldkampioen in Nederland in het creatief googelen. Ik was ooit vertaler van soms heldere, maar ook wel eens vage teksten, dus dan moet je wel. Dus ik moet en zal de naam van die Portugese schilderes vinden. Maar waar ga ik op zoeken? Ik heb bijna geen aanknopingspunten.

Wieteke, dat was de voornaam van de gast. Wieteke van Zeil, tweede suggestie na Wieteke van Dort, van Google in de zoekbalk. Kijk, daar hebben we wat aan, daar kan ik mee verder.

Van welk museum is zij? De Lakenhal? Frans Hals in Haarlem? Ze heeft een site. Daarop staat: journalist • kunsthistoricus • cultuurcriticus. Maar niet de naam van een museum. Is zij wel van een bepaald museum? Haar twitterbio geeft ook geen duidelijk­heid op dit punt.

De hele site van het Frans Halsmuseum doorgescrold – ik zag die naam die avond van de 25e bij het googelen voorbij komen, maar nu bij het uitwerken als artikel kan ik niet meer reconstrueren hoe dat gebeurde – maar niets gevonden over de Italiaanse en de Portu­gese schilder.

Nieuwe googelpoging: wieteke van zeil artemisia gentileschi. Daarmee kom ik uit bij het Rijksmuseum Twente (nu op een iets andere pagina dan die avond). Er staat:

Tentoonstelling Artemisia verlengd t/m 27 maart
De spectaculaire tentoonstelling rond het leven en werk van barokschilder Artemisia Gentileschi (1593-na 1654) is verlengd t/m 27 maart 2022! Artemisia was één van de belangrijkste vertegenwoordigers…

Online, of nu ook in het echt? Eerder die avond, dinsdag 25 januari 2022, was de persconferentie van Rutte en Kuipers, waartijdens werd aangekondigd dat onder andere de musea weer open mochten. En mogen.

De Portugese

Volgende Google-zoekactie:
Paula Portugese site:rijksmuseumtwenthe.nl. Daarop verscheen aan de rechterkant van mijn scherm een advertentie: Paula Rego. (Toen wel, de avond van 25 januari. Nu, de ochtend van de 28e, niet meer, er staat helemaal niets, “Je zoekbewerking [...] heeft geen overeenkomstige documenten opgeleverd.”.) Zou zij het zijn? Ik denk het wel, bingo!: Kunstmuseum Den Haag. Stijl herkenbaar van wat ik zag op tv.

De uitspraak die ik hoorde maar niet verstaan had, was achteraf bijna goed: ree-goe, met de g van go, zou ik denken. Of het ree-goe of eerder règ-goe is, blijkt niet uit de spelling, de rest wel. Bevestiging is vaak te vinden op de site forvo.com, zo ook nu. Het eerste pijltje levert op het zinnetje “Paula Rego é uma pintora portuguesa”, in een authentiek Portugese uitspraak, uit Portugal. Paula Rego is een Portugese schilderes, betekent dat. Het is dus ree-goe, niet règ-goe.

Programmasites

Zo, kan ik googelen of niet? Maar dat had toch niet nodig moeten zijn? Zou Dit is M een site hebben? Helaas is de gewoonte bij de publieke omroepen: niet, of er staat hoe­ge­naamd niks op.

Dat is bewust beleid, weet ik van de makers van Nieuwsweekend, Mieke van der Weij, Peter de Bie en hun redactie. Heel lang geleden had de voorloper van dat programma nog wel eens een handzaam lijstje op het web, met van kwartier tot kwartier en van uur tot uur de naam van de gast, en een samenvatting van het onderwerp. Drie, vier regels, dat volstaat. Niet alles verklappen, wel nieuwsgierig maken. Ik zie graag dat dat lijstje er staat voor de uitzending, ertijdens, en erna, zodat ik vooraf kan selecteren wat ik interessant vind om live te beluisteren, tijdens de uitzending kan naslaan wie ook weer de gast is en waar het over gaat, en achteraf nog gericht ingeblikt kan gaan luisteren.

Inmiddels is zo’n lijstje er niet meer. De site van het programma is versnipperd over meerdere locaties op internet, en Google kan er ook geen wijs meer uit en vindt meestal niks. In elk geval het lijstje vooraf wil de redactie niet publiceren, uit angst voor teleur­stelling bij het publiek. Het komt namelijk voor dat een gast toch niet wil of kan, of dat een actuele ontwikkeling noopt tot een verschuiving in de agenda, waardoor één van de gasten in een laat stadium helaas moet worden afgebeld.

Begrijpelijk. Alleen, ik als luisteraar en siteconsument vind het helemaal niet erg als een al aangekondigd onderwerp onverhoopt toch niet behandeld wordt. Want daar heb ik begrip voor. Het programma heet niet voor niks “Nieuwsweekend”, het is naar aanleiding van het nieuws, van de actualiteit. De kans op laatste wijzigingen vind ik geen geldige reden om dan maar de thema’s en gasten niet overzichtelijk op een lijstje te zetten.

Ik heb het onderwerp vaak bij ze aangekaart. Maar ze willen niet. Daarom luister ik niet meer naar ze. Het houdt ook een keer op.

Terug naar het tv-programma “Dit is M”: ja, er is een website. Er staan wel korte aan­duidingen van vorige onderwerpen op. Die avond (25 januari 2022) ‘noteerde’ ik (d.w.z. d.m.v. copy-paste):

Dit zijn de tentoonstellingen waar je naartoe móét nu de musea weer open gaan

Eindelijk mogen de musea weer open. Kunsthistoricus Wieteke van Zeil praat ons bij over de tentoonstellingen waar we naartoe moeten. Ze raadt ons aan om te gaan kijken naar de werken van twee…

Wel de achternaam van de gast, dat was een aanknopingspunt geweest, als ik niet tijdens mijn live kijk-twitter-en-zoek-actie eerst was gaan zoeken om daarna pas op de site te kijken. Niet handig van mij, maar je moet keuzes maken en snel schakelen. Niet vermeld staan namen van schilders en namen van musea. Alleen vraag ik me nu (28 januari) af of ik niet had kunnen doorklikken om die gegevens wél te zien. In mijn ongeduld en twitterenthousisame kennelijk die avond niet geprobeerd. Bij onderwerpen die ik nu op de site zie, is doorklikken wel mogelijk.

Kan ik dat achteraf nog nagaan? De oudste vermelding is van 15 oktober 2021, maar 25 januari 2022 komt niet voor. Dat lukt dus zo niet. Kennelijk staat op de site, althans de voorpagina, maar een selectie. Misschien weet Google meer? Ik probeer:
"wieteke van zeil" site:kro-ncrv.nl/programmas/talkshow-m.
Google kan daar wel iets mee, en toont dit voorafje:

Zijn de versoepelingen het begin van een nieuw beleid? 25 januari 2022. Wieteke van Zeil. Talkshow M. Musea weer open: waar moeten we naartoe?

Duidelijk toepasselijk. Of toetreffend, zutreffend, zoals de Duitsers dat noemen, het woord schoot me zomaar te binnen. Maar als ik klik, kom ik weer waar ik net ook al was, en daar komt de naam “Zeil” niet voor, en “25 jan” ook niet. Helaas niet meer te vinden dus, ingehaald door de tijd. Maar de tentoonstellingen lopen wel gewoon door. Maar waar ook weer en wat is er te zien van wie? Gelukkig staan de namen nu wel hierboven in mijn artikel. Artemisia Gentileschi en Paula Rego. Over een paar uren of dagen pikt Google die wel op.

Dank u wel alstublieft en graag gedaan.

En ik verander niet elke week mijn site, ik vul alleen aan (en verbeter foutjes). Dus nu het er eenmaal staat, blijft het staan. Maanden en jaren. Schijfruimte kost vrijwel niks en mijn simpele HTML is compact.

Multimedia

Ik heb herinneringen die ik, aan de hand van mijn toenmalige werkkring, kan dateren op tussen 1990 en 1995. Waarschijnlijk meer aan het eind dan aan het begin van die periode. De hype ‘multimedia’ kwam toen op. Gewone pc’s, vooral bedoeld voor zakelijk gebruik, konden, dankzij geluidskaarten, ook muziek maken. En voorzichtig werd ook video mogelijk. Een heel goede schermresolutie was toen 640 bij 480 pixels. VGA. Nu lachen we daarom. Op zo’n scherm kon je dan een video afspelen, liet een collega van me zien, maar maar op een gedeelte ervan in het midden, minder dan de helft van lengte en breedte, dus minder dan een kwart van de oppervlakte. Want anders kon de hardware het niet aan. Te veel data om door te sturen en te verwerken. Waren er toen al aanvullende grafische processoren, naast de gewone cpu? Weet ik niet meer. Maar zo ja, dan waren ze niet krachtig genoeg.

Toch was het een revolutie, met grote beloften voor de toekomst. Want je had beeld en geluid, tegelijk, zodat je als gebruiker een ervaring had via twee zintuigen, je ogen en je oren. Echt fantastisch. Maar nu heel gewoon, en wat jongere mensen kunnen zich vast niet voorstellen dat dat ooit niet vanzelf sprak.

In onze tijd, met een andere betekenis van het woord ‘medium’ (meervoud ‘media’), die van ‘middel om tot massacommunicatie te komen’, hebben we ook multimediale moge­lijk­heden. Radio en televisie zijn er al heel lang, maar sinds ruim 25 jaar hebben we ook websites. Als je die combineert, dan krijg je een hele sterke, eh, combinatie, dus. Denk ik, en vind ik.

Het snelle, enthousiaste, wervende, dat heb je dan op radio en televisie, en de naslag, de feiten, wie wat waar wanneer, soepel vindbaar, dat staat op een site, één voor elk pro­gramma. Ideaal.

Men zegt dat jongeren nauwelijks meer tv kijken, wel series, maar alles op internet. Door betere integratie van radio/tv en web, waarbij ze elkaar aanvullen en ondersteunen, kunnen de omroepen, zeker de publieke omroep die hier naar mijn waarneming duidelijk kansen laat liggen, misschien ook de jeugd weer beter bereiken. Dat willen ze graag, lees ik wel eens. Mij maakt het niet uit, ik ben bijna 67.


Naschrift, want ik vond een notitie die ik vergeten was te verwerken: Susanna, dat verhaal kwam ter sprake in de tv-uitzending, en een van de illustraties bij dat Wikipedia-artikel is inderdaad precies dat schilderij van Artemisia Gentileschi, dat getoond werd.

Het verhaal komt uit het voor joden en protestanten, maar niet voor katholieken apo­criefe derde deel van Daniël, blijkt. Best een raar verhaal eigenlijk. Vrouwonvriendelijk ook: haar positie en lot wordt, als ik het goed begrijp, als nauwelijks belangrijk gezien, terwijl zij toch slachtoffer is van een smerig spel.


Naschrift 30 maart 2022

De afgelopen nacht, in een interviewprogramma op Radio 1, in mijn herinnering om drie uur. De gast heette Ernst met een onverstaanbare achternaam. Even later bleek dat hij Ernst-Jan heet. Weer even later Ernst-Jan met een onverstaanbare achternaam, mogelijk iets als Fout of Paut.

Doordat Ernst-Jan als voornaam niet miljoenen keren voorkomt, en omdat hij mogelijk in het nieuws was (een prijs gewonnen? werd genoemd in het programma) heeft Google er niet veel moeite mee: die suggereert meteen de juiste, complete naam: Ernst-Jan Pfauth.

Kijk, dat is een bijzondere achternaam. Wil je dat de luisteraars van je radioprogramma die meteen meekrijgen, dan zal je die h  e  e  l     l  a  n  g  z  a  a  m   moeten uitspreken, en eigenlijk toch ook wel spellen. Anders komt het gewoon niet over.

De reden is de eerder genoemde overtolligheid of redundantie. Die is echt heel belangrijk bij het mondeling presenteren (waar ik overigens zelf helemaal niet goed in ben), maar maar weinigen blijken daar sjoege van te hebben.

Mogelijk was het programma van de EO, “De Nacht van”, en de presentator Jan Willem Wesselink, maar ik kan daar geen eenduidige bevestiging van vinden. Misschien was het ook een podcast, al dan niet via de radio uitgezonden. Want het is helaas gebruikelijk dat radio- en tv-programma’s geen fatsoenlijke webondersteuning hebben, zoals ik eerder vast­stelde. Het zou zo mooi kunnen zijn. Multimedia.

Mijn aankondigingstweet.