Citaat uit Nieuwe bizarre fase in dagboek-gate van 31 januari 2014, waarin Hans Mauritz schreef:
“[...] tettert Yehudi Moszkowicz naar de media die zoals gewoonlijk onder aanvoering van oppertwitteraar, rechtbankverslaggevertje en aartsleugenaar Chris Klomp de meest flagrante desinformatie over de onwetend gehouden Nederlander uitstorten.”
Het taalgebruik. De beleefdheid. Ja, zo ga je zeker mensen overtuigen. Ik laat dit snel achter mij en citeer verder:
« “Advocaat gaat nu bekijken of nog meer complot-sites ook aangepakt kunnen worden”, Klomp plet zijn duimen blauw. Wat een feest weer vandaag in Assen. Dat vandaag de vrijheid van meningsuiting ten grave is gedragen is verder niet van belang. »
Wacht even. Het kort geding was gericht tegen een theoloog uit Zuidlaren, niet te verwarren met de gelijknamige kunsthandel in Amsterdam. In de visie van de heer Mauritz kan deze theoloog dus alleen zijn mening uiten door het dagboek van iemand anders zonder toestemming van de schrijfster daarvan te publiceren?
Wat is dat nou voor logica? Zou het boek over de Vaatstra-zaak, dat Wim Dankbaar en Hans Mauritz binnenkort willen uitbrengen, net zo doordacht in elkaar zitten? Dat is dan geen aanbeveling.
Maar wellicht begrijp ik de artikelschrijver verkeerd. Want hij schreef ook nog:
“De rechter heeft vandaag complementair besloten dat buiten integrale publicatie van het dagboek van Maaike alle complotters per vandaag überhaupt alle teksten over de Vaatstra-zaak van het net te dienen halen. Hij zei het echt.”
Ik kan me niet voorstellen dat die rechter dat gezegd heeft, want een kort geding is altijd tussen een (of meer) eiser(s) en een (of meer) gedaagde(n). Over het conflict dat die hebben, doet de rechter uitspraak, en niet meteen maar over allerlei andere zaken en personen. Zo gaan rechters niet te werk. En terecht niet.
Maar ik ben er niet bij geweest in de rechtszaal. Hoe dan ook, in het vonnis staat niets over het verwijderen van “alle teksten over de Vaatstra-zaak”, zelfs niet door gedaagde.
(Ik kon de uitspraak vandaag pas nalezen. Ik wilde eigenlijk dit stukje vrijdag al schrijven, maar voor de zorgvuldigheid, en ook omdat ik met iets anders bezig was, doe ik het nu pas. Vrijdag en het hele weekend waren de uitspraken op rechtspraak.nl niet bereikbaar wegens “gepland onderhoud”. Hoe lang het volgens die planning ging duren, dat stond er bij de foutmelding op de link niet bij. Wel elders, zag ik pas later. Los daarvan: ik vind onderhoud wel een goede reden om info onbeschrijfbaar te maken (bevroren database), maar niet om ook leestoegang te verhinderen.)
Wat staat er nu wel precies in de uitspraak van de rechter over het verwijderen van teksten (andere dan de auteursrechtelijk beschermde van eiser)? Dit:
“De voorzieningenrechter
[...]
4. beveelt [gedaagde] om binnen twee dagen
na betekening van dit vonnis ieder artikel, bericht of melding waaruit
het voornemen blijkt om de inhoud van het dagboek, of delen daarvan,
te openbaren op zijn websites te verwijderen en verwijderd te
houden, [...]”
Dit sluit geheel aan bij wat eerder tegen Hans Mauritz zelf (en medegedaagde Wim Dankbaar) door een andere rechtbank werd gevonnist:
“De voorzieningenrechter
[...]
5.3. beveelt [gedaagden] om binnen twee dagen na betekening van dit
vonnis ieder artikel, bericht of melding waaruit het voornemen blijkt
om de inhoud van het dagboek, danwel delen daarvan, te openbaren van
de website www.rechtiskrom.wordpress.com te (doen) verwijderen en
verwijderd te houden, [...]”
Dit heeft met vrijheid van meningsuiting niets te maken. Waar het om gaat is dat de rechter de gedaagden expliciet verbiedt inbreuk te maken op het auteursrecht van een ander (dat staat in algemene termen overigens ook al in de wet, het mag dus ook al niet als de rechter het nog niet verboden heeft), en bovendien mogen gedaagden van de rechter niet aankondigen dat ze weer opnieuw inbreuk gaan maken.
Er is dus helemaal niets “ten grave gedragen”. Er is daarentegen recht gedaan, keurig volgens de wet. Hans Mauritz zit de boel alleen maar onzinnig op te hitsen met flauwekulpraatjes.
Dat is mijn mening en die mag ik uiten.
© 2014 R. Harmsen, alle rechten voorbehouden, all rights reserved