13 en
Er is weer een filmpje viral gegaan (zoals dat tegenwoordig heet: het duikt ineens op allerlei plekken op social media en andere sites op), waarin Bureau Jeugdzorg met politieondersteuning op last van de rechter een kind van zes jaar bij de moeder weghaalt voor opname in een pleeggezin.
Ook serieuze media berichtten erover:
Ik heb me verbaasd over de reacties, o.a. in een besloten discussie op Facebook. Ik citeer daaruit dus niets maar vat alleen de teneur samen, als voorbeeld van wat elders op internet ook wel te zien is.
Er werd primair primair en emotioneel gereageerd: zo’n jong kind bij de moeder weghalen is heel pijnlijk. Dus doen Jeugdzorg en doet de politieman het helemaal fout, het is een grof schandaal.
Natuurlijk begrijp ik die emotie. Ik kan me inleven in de situatie en kan invoelen hoe hard dit is, voor de ouder én voor het kind.
Daarnaast denk ik ook rationeel na over wat ik zie. Tot mijn verbazing kunnen of willen anderen die rationele stap helemaal niet zetten en blijven ze hangen bij hun eerste emotionele afwijzing.
Ook zag ik denkfouten bij de anderen: men heeft gehoord van of weet zelf van instanties (bijv. Bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, kinderrechter) die fouten maakten, die niet luisterden, die langs elkaar heen werkten. Allemaal dingen overigens waarvan ik zeker niet uitsluit dat ze voorkomen. Misschien wel vaak, dus te vaak.
De redenering is dan vervolgens (vaak impliciet, zo vanzelfsprekend vinden ze het): als iemand anders ook een conflict met zo’n instantie heeft, dan zitten ook in die situatie de instanties automatisch fout.
Moet ik echt gaan opzoeken welk type drogreden dit precies is, of neemt u zo van me aan dat dat geen geldige conclusie is?
Ook kwam de vraag voorbij of ik zelf kinderen heb. Zo ja, hoe kon ik dan begrip hebben of kanttekeningen plaatsen bij deze gebeurtenissen?
Ook daarbij weer: wat is de logica?
Mijn opmerkingen werden me kwalijk genomen. Enkele maanden eerder in een andere discussie met gedeeltelijk dezelfde deelnemers ook al. Ik moest maar liever naar elders. Inderdaad, dat doe ik ook. Ik schrijf. Hier op eigen site, zonder moderatie. Aan reacties doe ik hier niet, wel op mijn nauwelijks gebruikte Wordpress-blog.
In het eerste filmpje dat ik zag (nou ja, zag; nauwelijks beeld, wel geluid) probeert een uiterst rustige en geduldige politieman de moeder te overtuigen het kind aan te kleden en mee te laten gaan. Bron: Crimesite Camilleri en hier, hier en hier op Youtube.
De moeder probeert uitvluchten te verzinnen. Ze vraagt “op basis waarvan?” en de politieman laat een uitspraak van de rechtbank zien. Ik denk dan: die uitspraak heeft ze toch zeker zelf ook gekregen? Daar staat toch ook een motivatie en afweging in? Dus ze weet al, of kon weten, op basis waarvan.
Dan wil ze haar advocaat bellen maar ze heeft geen beltegoed. De politieman laat haar niet zijn telefoon gebruiken. Vind ik ook niet de taak van de politie. Bellen lijkt me op dit moment niet zinvol. Die advocaat heeft haar als het goed is bijgestaan voor en tijdens de rechtszittingen, eruit gehaald wat mogelijk was, maar het is niet gelukt. De advocaat kan uitvoering van de rechterlijke uitspraak nu niet tegenhouden. Misschien is nog hoger beroep mogelijk. Later.
Dan begint het kind te schreeuwen. Mijn eerste indruk, op basis van dit filmpje, is dat de moeder door haar verzet voor het kind een onveilig gevoel creëert, en dat daardoor het kind overstuur raakt. Ze zadelt in mijn visie daarmee het kind op met volwassenenproblemen (moeder versus vader, moeder versus Jeugdzorg, moeder versus rechtbank), problemen die het kind niet aankan en niet aan hoeft te kunnen.
In genoemde niet-openbare discussie op Facebook nam ik dat de moeder kwalijk. Andere aanwezigen namen vervolgens mij dat kwalijk.
Ook namen ze het de politieman kwalijk dat hij deed wat hij deed, namelijk proberen de door de rechter bevolen uithuisplaatsing helpen uitvoeren. (Op een heel rustige en de-escalerende manier, overigens, vind ik.)
Ik zeg dan: wat had die politieagent dan moeten doen? Eenzijdig beslissen – zonder het hele dossier te kennen dat de rechter wel bestudeerd heeft – dat deze actie onrechtvaardig en te hardvochtig is? Moet of mag de agent zomaar op eigen houtje die rechter gaan overrulen? Ik zeg: nee, in een rechtsstaat moet het zo niet. De agent moet datgene uitvoeren (of uitvoering ervan ondersteunen) wat op zorgvuldige wijze is besloten door degene die erover gaat: de onafhankelijke rechter.
Later bekeek ik nog een ander filmpje. Dat ging over een omgangsregeling met de vader, waarbij de ontmoeting kennelijk moest plaatsvinden in een ruimte van Jeugdzorg, waarbij de moeder niet ver daarvan in een andere ruimte zou blijven.
Daaruit kreeg ik een andere indruk. Niet de moeder belette de ontmoeting, maar het kind. Diverse keren vroeg de moeder de medewerkers het kind dan maar mee te nemen, zij ging akkoord met de ontmoeting, maar de medewerkers deden niets.
Het kind was namelijk onhandelbaar. Het schreeuwde alles bij elkaar en bleef zich aan de moeder vastklampen. Alleen met fysieke aandrang (vastpakken en meenemen) was het mogelijk geweest het kind naar die andere ruimte te krijgen waar, als ik het goed begrijp, de ontmoeting met de vader moest plaatsvinden. Maar daar wilde niemand zich aan branden. Begrijpelijk, want voor je het weet valt de beschuldiging van fysiek geweld.
Hoe komt een kind zo overstuur? Is dat, zoals gesuggereerd wordt, omdat hij doodsbang is voor de vader die hem in het verleden mishandeld heeft? Het zou kunnen. Ik ben geen gedragsdeskundige of kinderpsychiater. Hopelijk zijn die er wel bij betrokken geweest en hebben die vertrouwelijk gerapporteerd aan de rechter.
Met mijn orthopedagogische lekenoog zie ik iets anders. Mij doet de situatie sterk denken aan wat ik vaak zag in de tv-serie Supernanny van Jo Frost. Het zou, als ik dat eventueel goed zie, wel eens kunnen dat niet zozeer (of niet alleen) de vader het kind mishandelt, maar dat het kind met wangedrag de moeder manipuleert om in alles zijn zin te krijgen, en dat de moeder daar niet tegenop kan.
Zou dat misschien ook een rol hebben gespeeld bij de beslissing van de rechter?
Dat weten we niet. En dat kunnen, mogen en zullen we ook nooit weten. Want rechtszittingen waar minderjarigen bij betrokken zijn, zijn terecht niet openbaar. Ter bescherming van de privacy van het kind. En de rapporten van deskundigen komen terecht ook niet op straat te liggen, want die mensen hebben beroepsgeheim.
Wie die rapporten wel compleet onder ogen krijgt, is de rechter. Die ziet het volledige dossier en moet dan, alles afwegende, een beslissing nemen. Een rationele beslissing, waarbij emoties van betrokkenen hopelijk ook worden meegewogen. Maar niet, zoals ik wel in openbare en besloten discussies op internet zie gebeuren, zodanig dat het instinctief en ogenblikkelijk tot een eenzijdige stellingname leidt.
Ik ben erg blij dat we onafhankelijke rechtspraak hebben in Nederland, met professionele rechters en zonder uit het volk gekozen jury’s. Want alleen die rechters zijn in staat tot wat steeds weer hard nodig is: alle kanten van een zaak rationeel afwegen en dan beslissen.
Te veel gewone omstanders kunnen of willen dat niet, is mijn stellige indruk.
Over een soortgelijk geval, of misschien wel hetzelfde, schreef naar verluidt in zijn nieuwste boek Arnold Heertje – in de vorige eeuw bekend geworden door zijn heldere uitleg van economische onderwerpen.
Ik heb het boek niet gelezen, maar wel de inperkingen aan de uitingsvrijheid die de voorzieningenrechter in kort geding aan de heer Heertje oplegde. Die uitspraak is goed verwoord en ik sta daar helemaal achter.
Hier iemand die, ik denk wel eens uit pure vrouwenhaat, de neiging heeft ongezien in alle zaken altijd de kant van de vader te kiezen, en zonder het dossier te kennen ervan uit te gaan dat alles maar de schuld van de moeder is. Dat deed Martin Vrijland (een pseudoniem) indertijd ook al bij het drama van de vermoorde broertjes Ruben en Julian.
Erg fout vind ik dat.
Naschrift 23 juni 2014:
In latere stukken over de
uithuisplaatsing in juni 2014 was Martin Vrijland
veel genuanceerder, probeerde hij de zaak van meer
kanten te belichten. Hij publiceerde zelfs een lang
document, dat wel interessant is, maar vanwege het
privacybelang van het kind (iets waar Martin Vrijland
volledig aan voorbij gaat) natuurlijk nooit online
had mogen komen. Daarom bij mij geen link, ik werk
daar niet aan mee.
Grappig toeval: bij het opruimen (óf weggooien óf in nette mappen doen) van oude knipsels en andere papieren kom ik net (ca. 17:00) een artikel tegen getiteld “Met verstand alleen is het moeilijk kiezen”. Marcel Roele in Intermediair, 32e jaargang nr. 4, 26 januari 1996, over het boek “Descartes’ Error, Emotion, Reason and the Human Brain”, geschreven door António Damásio, uitgave New York, Putman, 1995.
Met verstand alleen is het moeilijk kiezen, dat onderschrijf ik. Met emotie en intuïtie alleen is het minder moeilijk, dat gaat veel sneller. Maar de zo gemaakte keuze is ook niet altijd juist.
Dat er twee keer “primair” staat was opzet. De eerste keer betekent het ‘in eerste instantie, aanvankelijk’. De tweede keer gebruikte ik het woord, achteraf gezien, vermoedelijk verkeerd – leerde ik uit bovengenoemd artikel van wijlen Marcel Roele. Want wat ik bedoelde waren juist secundaire emoties (emoties door zich iets voor te stellen, door de situatie van een ander in te voelen), geen primaire. Een beter woord was waarschijnlijk ‘instinctief’ geweest.
Maar ik laat “primair” toch staan, om te laten zien wat een zelfvoldane kluns ik eigenlijk ben, ook op taalgebied.
Dit is een interessant artikel in de NRC, 22 april 2014, Titel: “Opinie: Jeugdzorg straft onterecht voor doktertje spelen.”
Dit is toch wel een heel schrijnend verhaal. Kan de Kinderombudsman hier iets tegen doen? In elk geval onderzoeken, hoop ik.
Wel heb ik voor de zekerheid even wat meer artikelen van de site meedogenloos.nl aangeklikt. Maakt geen objectieve of genuanceerde indruk, vind ik.
Naschrift 24 juni 2014:
Dit is zo te zien hetzelfde
verhaal als hierboven.
Hier vernam ik dat (in de kwestie waar mijn artikel oorspronkelijk over ging) besloten is een nieuwe beoordeling door de rechtbank, uiteraard in een besloten zitting (gezien de betrokkenheid van een minderjarige), toch te publiceren.
Kennelijk heeft de rechtbank ervoor gekozen, nu er maatschappelijke onrust is ontstaan en de privacy (ten onrechte) toch al was geschonden, het belang van duidelijke informatieverschaffing te laten voorgaan op het privacybelang. Dat lees ik nergens, maar dat denk ik. Er is iets voor te zeggen.
Hopelijk geeft de uitspraak en geven de overwegingen van de rechtbank aan degenen die eerst alleen emotioneel dachten wat stof tot nadenken.
Copyright © 2014 van R. Harmsen, alle rechten voorbehouden.