a /prep/ : (LOCO) : in
a, io es ~ Bilthoven : ik ben in Bilthoven
a /prep/ : (DIRECTION) : naar
a, io va ~ Bilthoven : ik ga naar Bilthoven
a /prep/ : (MANIERA) : te
a, io va ~ pede : ik ga te voet
a /prep/ : (TEMPORE) : om
a, io arrivara (arrivara) ~ quatro horas : ik zal om vier uur aankomen
a /prep/ : (OBJECTO INDIRECTE) : aan
a, io da le libro ~ mi amico (amico) : ik geef het boek aan mijn vriend
a /prep/ : (inter certe SUBSTANTIVOS e INFINITIVOS) : om
a, io ha nulle tempore ~ leger : ik heb geen tijd om te lezen
a /prep/ : (inter (inter) certe ADJECTIVOS e INFINITIVOS) : te
a, Interlingua es facile ~ apprender : Interlingua is gemakkelijk te leren
a /prep/ : (inter (inter) certe VERBOS e INFINITIVOS) : te
a, ille me incoragia ~ apprender Interlingua : hij moedigt me aan Interlingua te leren
a /prep/ : (in multe compositiones e expressiones) : (onvertaald)
a, vaso ~ flores : bloemenvaas
a, machina (machina) ~ scriber : schrijfmachine, etc., etc.
a /prep/ : van, vanaf, uit
a, traduction ~ francese : vertaling uit het Frans
a, ~ initio : van voren af aan
abandonar /v/ : verlaten, in de steek laten, aan zijn lot overlaten, opgeven, afstand doen van, prijsgeven
abandonar, ~ su infantes : zijn kinderen in de steek laten
abandonar, ~ un baby A)/bebe : een baby te vondeling leggen
abandonar, ~ su spo(n)sa : zijn vrouw in de steek laten
abandonar, ~ tote/omne sperantia : alle hoop laten varen
abandonar, ~ su deberes : zijn plichten verzaken
abandonar, ~ un function : een functie/ambt neerleggen
abandonar, ~ le lucta : de strijd opgeven, het bijltje er bij neerleggen
abandonar, ~ le studios : ophouden met studeren
abandonar, ~ un hypothese (hypothese) (-esis) : een hypothese opgeven
abandonar, ~ le poter : afstand doen van de macht
abandonar, ~ un region : een streek (voorgoed) verlaten
abandonar, ~ un urbe al inimico (inimico) : een stad aan de vijand prijsgeven
abandonar, ~ su benes : afstand doen van zijn bezittingen
abandonar, ~ le via recte : van de rechte weg afdwalen
abandonar, ~ se a un vitio : zich overgeven aan een ondeugd
abandonar, ~ un subjecto : van een onderwerp afstappen
abandonar, ~ le domicilio conjugal : de echtelijke woning verlaten
abandonar, ~ le partito : als lid van de partij bedanken
abandonar, ~ un projecto : een plan laten varen
abandonar, ~ un projecto de lege : een wetsontwerp intrekken/terugnemen
abandonar, ~ le neutralitate : de neutraliteit opgeven
abandonar, ~ al oblido/oblivion : aan de vergetelheid prijsgeven
abandonar, ~ su isolamento : zich losmaken uit zijn isolament
abandonar, ~ un idea (idea) : een denkbeeld laten varen, zich losmaken van een denkbeeld
abandonar, ~ su auto(mobile) in le nive : zijn auto in de sneeuw laten staan
abandonar, differer non significa ~ : uitstel is geen afstel
abandonar, le ordine de ~ le nave : het bevel het schip te verlaten
abandonar, mi fortias me abandona : mijn krachten begeven het
abandonar, le valor me abandona : de moed ontzinkt me
abandonar, ille abandona su parte de heritage a su fratre : hij staat zijn erfdeel af aan zijn broer
abandonar, numerose curritores ha abandonate in le curso de iste etape : hij staat zijn erfdeel af aan zijn broer
abassar /v/ : laten zakken, neerhalen, neerlaten, doen dalen, verlagen
abassar, ~ un muro : een muur verlagen
abassar, ~ le oculos : de ogen neerslaan
abassar, ~ le palpebras (palpebras) : de oogleden neerslaan
abassar, ~ le capite (capite)/testa : het hoofd laten hangen
abassar, ~ un perpendiculo : een loodlijn neerlaten
abassar, ~ le velas : de zeilen strijken
abassar, ~ un cifra : een cijfer bijhalen (bij een staartdeling)
abassar, ~ le voce : zachter (gaan) spreken
abassar, ~ le volumine : het geluid wat zachter zetten
abassar, ~ le nivello del vita : het levenspeil verlagen
abassar, ~ le temperatura : de temperatuur verlagen
abassar, ~ le calefaction : de verwarming lager zetten
abassar, ~ le tarifas : de tarieven verlagen
abassar, ~ le precios : de prijzen verlagen
abassar, le terreno se abassa verso le riviera : het terrein loopt af naar de rivier
abassar, ~ le grado de un equation : de graad van een vergelijking verlagen
abassar, ~ un equation : een vergelijking herleiden
abassar, le taxa de mortalitate se ha abassate : het sterftecijfer is gedaald
abassar /v/ : vernederen, verlagen
abassar, le miseria abassa le homine : de ellende verlaagt de mens
abassar, ~ se a compromissos : zich verlagen tot compromissen
abassar, quicunque se abassara, essera elevate : wie zich vernedert, zal verheven worden
abbreviar /v/ : verkorten, afkorten, inkorten, bekorten, korter maken, samenvatten, uittrekken
abbreviar, ~ un articulo troppo longe : een te lang artikel bekorten
abbreviar, ~ un parola : een woord afkorten
abbreviar, ~ un texto : een tekst samenvatten
abbreviar, ~ su vita : zijn leven verkorten
abbreviar, ~ le viage : de reis verkorten
abbreviar, ~ le suffrentias de un animal : een dier uit zijn lijden verlossen
abbreviar, pro ~ (lo) : om kort te gaan
abonar(I) /v/ : abonneren
abonar(I), ~ se a un revista : zich op een tijdschrift abonneren
abonar(I), ~ se a un gruppo in le Internet : lid worden van een (nieuws)groep in het Internet
abonar(II) /v/ : verbeteren, beter maken
abonar(II), ~ un terreno : een stuk grond verbeteren
absente /adj/ : afwezig
absente, le personas ~ habeva torto : de afwezigen hadden ongelijk
absente, reguardo ~ : afwezige blik
absente, esser ~ al lectiones : afwezig zijn bij de lessen
absente, esser ~ de casa : niet thuis zijn
absente /sub/ : afwezige, absent
absentia /sub/ : afwezigheid
absentia, ~ scholar/in classe/in schola : schoolverzuim
absentia, ~ justificate : geoorloofd (school)verzuim
absentia, ~ autorisate : afwezigheid met verlof
absentia, ~ non justificate : ongeoorloofd (school)verzuim
absentia, ~ de systema : stelselloosheid
absentia, in ~ de : bij afwezigheid van, bij gebrek aan
absentia, le ~s de iste alumno es troppo numerose : die leerling verzuimt te vaak
absentia, brillar per su ~ : schitteren door afwezigheid
absolute /adj/ : absoluut, onbeperkt, onvoorwaardelijk, definitief, volslagen, totaal, volstrekt
absolute, temperatura ~ : absolute temperatuur
absolute, zero ~ : absoluut nulpunt
absolute, poter ~ : absolute macht
absolute, soverano ~ : absoluut vorst
absolute, majoritate ~ : volstrekte meerderheid
absolute, obedientia ~ : stricte gehoorzaamheid
absolute, veritate ~ : absolute waarheid
absolute, superlativo ~ : absolute superlatief
absolute, ablativo ~ : absolute ablatief
absolute, genitivo ~ : absolute genitief
absolute, valor ~ : absolute waarde
absolute, alcohol ~ : absolute alcohol
absolute, silentio ~ : volmaakte stilte
absolute, magnitude ~ : absolute helderheid
absolute, musica ~ : absolute muziek
absolute, promissa ~ : absolute muziek
absolute, competentia ~ : absolute competentie
absolute, valor ~ de un numero (numero) real : absolute waarde van een reëel getal
absolute, impossibilitate ~ : absolute onmogelijkheid
absolute, empleo (empleo) ~ de un verbo transitive : absoluut gebruik van een overgankelijk werkwoord
absolute, confidentia ~ in le bon senso : onbeperkt vertrouwen in het gezonde verstand
absorber /v/ : absorberen, opslorpen, inzuigen, opzuigen, in zich opnemen, geheel in beslag nemen
absorber, le plantas verde absorbe le gas carbonic del atmosphera : absorberen, opslorpen, inzuigen, opzuigen, in zich opnemen, geheel in beslag nemen
absorber, le spongia absorbe le aqua : de spons zuigt het water op
absorber, esser absorbite in un subjecto : in een onderwerp verdiept zijn
absorber, su multiple (multiple) activitates le absorbe integremente : zijn vele bezigheden nemen hem geheel in beslag
absorber, absorbite in pensatas/pensamentos : in gedachten verzonken
absorber, le tinta es absorbite per le papiro : de inkt trekt in het papier
absorber, ~ le attention : de aandacht in beslag nemen
absorber, ~ multe tempore : veel tijd in beslag nemen
absurde /adj/ : absurd, ongerijmd, dwaas, zot, belachelijk
absurde, theatro ~ : absurdistisch toneel
absurde, rationamento ~ : absurde/dwaze redenering
absurde, conducta/comportamento ~ : absurd gedrag
absurde, hasardo ~ : absurd toeval
abundante /adj/ : overvloedig, ruimschoots voldoende, rijk
abundante, pluvia ~ : overvloedige regenval
abundante, recolta ~ : rijke oogst
abundante, portion ~ : ruime portie
abundante, nutrimento/alimentos ~ : overvloedig voedsel
abundante, capillatura ~ : overvloedige haardos
abundante, ~ in aqua : waterrijk
abundante, il pluve/le pluvia cade abundantemente : het regent overvloedig
abundante, le factos lo ha abundantemente demonstrate : de feiten hebben het zeer duidelijk aangetoond
abundante, salar abundantemente : overvloedig met zout bestrooien
a cappella /adv/ : MUSICA a cappella
a cappella, cantar ~ : a cappella zingen
accelerar /v/ : versnellen, bespoedigen, verhaasten
accelerar, ~ le movimento : de beweging versnellen
accelerar, ~ le motor : gas geven
accelerar, ~ le passo : vlugger gaan lopen
accelerar, ~ un reaction chimic : een chemische reactie versnellen
accelerar, ~ le rhythmo cardiac (cardiac) : de hartslag versnellen
accelerar, ~ le travalios/le labores : de werkzaamheden bespoedigen
accelerar, ~ su morte : zijn dood verhaasten
accender /v/ : aansteken (vuur, licht), aanmaken (vuur)
accender, ~ un flammifero (flammifero) : een lucifer aansteken
accender, ~ le estufa : de kachel aansteken/aanleggen
accender, ~ un cigarretta : een sigaret aansteken
accender, ~ un candela : een kaars aansteken
accender, ~ le luce/lumine : het licht aandoen
accender, ~ le micca : de lont aansteken, de lont in het kruitvat steken
accento /sub/ : accent, nadruk, klemtoon
accento, ~ principal : hoofdaccent
accento, ~ final : eindaccent
accento, ~ initial : beginaccent
accento, ~ secundari : bijaccent
accento, ~ tonic/tonal : tonisch accent
accento, ~ de phrase : zinsaccent
accento, ~ musical : muzikaal accent
accento, ~ dynamic : dynamisch accent
accento, ubi cade le ~? : waar valt het accent?
accento, mitter/poner le ~ super : de nadruk leggen op
accento, displaciamento del ~ : accentverschuiving
accento /sub/ : accentteken, klemtoonteken
accento, ~ circumflexe : "accent circonflex", kapje, dakje
accento, ~ acute : "accent aigu"
accento, ~ grave : "accent grave"
accento /sub/ : tongval, uitspraak
accento, ~ legier : licht accent
accento, haber un ~ : een bepaalde tongval hebben
accento, parlar Interlingua con un ~ nederlandese : Interlingua spreken met een Nederlands accent
accento /sub/ : toon
accento, ~ de reproche : toon van verwijt
accento, ~ planctive : klagelijke (onder)toon
acceptar /v/ : accepteren, aannemen, aanvaarden
acceptar, ~ un invitation : op een uitnodiging ingaan
acceptar, ~ un donation : een schenking aanvaarden
acceptar, ~ un succession : een nalatenschap aanvaarden
acceptar, ~ telegramma : een telegram aannemen
acceptar, ~ un theoria (theoria) : een theorie aanvaarden
acceptar, ~ le risco : het risico aanvaarden
acceptar, ~ le periculo : het gevaar aanvaarden
acceptar, ~ per acclamation : bij acclamatie aannemen
acceptar, io non pote ~ vostre proposition : ik kan uw voorstel niet aannemen
acceptar, illes accepta con resignation le morte de lor infante : ze berusten in het verlies van hun kind
accessibile /adj/ : toegankelijk, bereikbaar FIGURATE ontvankelijk, begrijpelijk
accessibile, iste region es difficilemente ~ : die streek is moeilijk toegankelijk
accessibile, parco ~ al visitatores : park dat toegankelijk is voor bezoekers
accessibile, esser ~ al ration : vatbaar zijn voor rede
accessibile, ~ voor het publiek : accessibile al publico
accessibile, solo ~ pro membros/socios : alleen toegankelijk voor leden
accessibile, ~ a totes : toegankelijk voor ieder, laagdrempelig
accessibile, le litteratura super iste subjecto non es facilemente ~ : de literatuur over dit onderwerp is moeilijk toegankelijk
accesso /sub/ : toegang, toegangsrecht, toelating
accesso, haber ~ : toegang hebben
accesso, le ~ del terreno es interdicite/prohibite : de toegang tot het terrein is verboden
accesso, allée (F) de ~ : oprijlaan
accesso, ~ al jardin : toegang tot de tuin
accesso, via/cammino de ~ : toegangsweg, invalsweg
accesso, scala de ~ : toegangstrap
accesso, ponte de ~ : toegangsbrug
accesso, puteo de ~ : toegangsput, toegangskoker
accesso, tunnel (A) de ~ : toegangstunnel
accesso, porto de ~ facile : gemakkelijk te bereiken haven
accesso, persona de ~ difficile : moeilijk te benaderen persoon
accesso, corridor de ~ del/pro le jocatores : spelerstunnel
accesso, difficile de ~ : moeilijk toegankelijk
accesso, facile de ~ : gemakkelijk toegankelijk
accesso, de ~ facile : gemakkelijk bereikbaar
accesso, dar ~ a : toegang geven tot
accesso, foramine de ~ : mangat
accesso, tempore de ~ : toegangstijd
accesso /sub/ : aanval, vlaag, opwelling, bui
accesso, ~ de dolor : pijnaanval
accesso, ~ de asthma : astma-aanval
accesso, ~ de febre : koortsaanval
accesso, ~ epileptic : toeval
accesso, ~ de furia/furor/ira/rabie/rage/cholera (cholera) : uitbarsting van woede
accesso, ~ de tusse : hoestbui
accesso, ~ de riso : lachbui
accesso, ~ de hysteria (hysteria) : aanval van hysterie
accesso, ~ de follia (follia) : aanval van waanzin
accidente /sub/ : toeval, toevalligheid
accidente, per ~ : bij toeval, toevallig, per ongeluk
accidente /sub/ : bijzaak, iets bijkomstigs
accidente /sub/ : ongeval, ongeluk
accidente, ~ de auto(mobile) : auto-ongeluk
accidente, ~ de avion/de aviation : vliegtuigongeluk
accidente, ~ de circulation/de traffico : verkeersongeluk
accidente, ~ ferroviari : treinongeluk
accidente, ~ minerari : mijnongeluk
accidente, ~ de travalio/labor : arbeidsongeval
accidente, ~ mortal : dodelijk ongeluk
accidente, ~s personal/de persona : persoonlijke ongelukken
accidente, serie de ~s : reeks ongevallen
accidente, percentage de ~s : ongevallenpercentage
accidente, statistica de ~s : ongevallenstatistiek
accidente, haber un ~ : een ongeluk krijgen/hebben
accidente, perir in un ~ : bij een ongeluk omkomen
accidente, assister a un ~ : getuige zijn van een ongeluk
accidente, assecurantia contra ~s : ongevallenverzekering
accidente, polissa de assecurantia contra ~s : ongevallenpolis
accidente /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA uitgang
accidente, ~ grammatical : grammaticale uitgang
accompaniar /v/ : vergezellen, begeleiden, meegaan met, (weg)brengen
accompaniar, ~ a(l) casa : thuisbrengen
accompaniar, ~ al traino : naar de trein brengen
accompaniar, ~ un persona al cinema (cinema) : met iemand naar de bioscoop gaan
accompaniar, ~ un persona a su ultime (ultime) reposo : iemand naar zijn laatste rustplaats brengen
accompaniar, ~ un violinista al piano : een violist op de piano begeleiden
accompaniar, esser accompaniate de : gepaard gaan met
accompaniar, iste numero (numero) es accompaniate de un supplemento : bij dit nummer hoort een bijvoegsel
accompaniar, accompaniate de su modo de empleo (empleo) : met gebruiksaanwijzing
accompaniar, littera (littera) accompaniante : begeleidend schrijven
accordo /sub/ : overeenstemming, eendracht, eensgezindheid, akkoord
accordo, viver in ~ : in goede harmonie leven
accordo, in ~ con : in overeenstemming met
accordo, de commun ~ : met onderling goedvinden
accordo, in commun ~ con : in gemeen overleg met
accordo, de ~! : afgesproken! in orde! akkoord!, aangenomen!
accordo, esser de ~ : het eens zijn
accordo, arrivar/venir a un ~ : tot een vergelijk komen
accordo, ~ tacite : stilzwijgende overeenstemming
accordo, concluder un ~ : een akkoord sluiten
accordo, signar un ~ commercial : een handelsakkoord ondertekenen
accordo, mitter se/poner se de ~ : het eens worden, tot overeenstemming komen
accordo, ager in ~ con su principios : in overeenstemming met zijn principes handelen
accordo, secundo le ~ : volgens afspraak
accordo, ~ de principio : principeovereenkomst/akkord
accordo, ~ bilateral : bilateraal verdrag
accordo, ~ governamental : regeerakkoord
accordo, ~ commercial : handelsakkoord/overeenkomst
accordo, ~ de tregua : bestandsovereenkomst
accordo, ~ salarial : loonakkoord
accordo, ~ doanal : douaneovereenkomst
accordo, ~ monetari : monetair akkoord
accordo, ~ de precio : prijsafspraak
accordo, ~ de clearing : clearingovereenkomst
accordo, ~ de pagamentos : betalingsverdrag
accordo, ~ judicial : gerechtelijk akkoord
accordo, ~ quadro : raamakkoord
accordo, ~ sector(i)al : deelakkoord
accordo, ~ verbal : mondelinge overeenkomst
accordo, puncto de ~ : punt van overeenstemming
accordo /sub/ : MUSICA akkoord, samenklank
accordo, ~ final : slotakkoord
accordo, ~ dissonante : dissonant akkoord
accordo, ~s derivate : afgeleide akkoorden
accordo, ~ de quinta : kwintakkoord
accordo, ~s polytonal : polytonale akkoorden
accordo, toccar un ~ : een akkoord aanslaan
accordo /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA overeenkomst, regering (in getal en geslacht)
accostumar /v/ : (ge)wennen
accostumar, ~ a un regula : aan een regel wennen
accostumar, ~ se a scriber su litteras (litteras) in interlingua : zich er aan gewennen zijn brieven in interlingua te schrijven
accrescer, ~ su ricchessa : zijn rijkdom vergroten
accrescer, ~ su cognoscentias/cognoscimentos : zijn kennis uitbreiden
accrescer, ~ le valor : de waarde verhogen
accrescer, le luce/lumine dulce accresceva le effecto : het gedempte licht verhoogde het effect
accrescimento /sub/ : het aangroeien, het wassen, aanwas, vermeerdering, vergroting, toeneming, versterking, uitbreiding, verhoging
accrescimento, ~ del valor : verhoging van de waarde
accrescimento, ~ demographic : bevolkingsaanwas
accrescimento, ~ de un fortuna : groei van een fortuin
accrescimento, ~ del activo : vermogensaanwas
accrescimento, ~ del dolor : toeneming van de pijn
accusar /v/ : ten laste leggen, beschuldigen, aanklagen, de schuld geven aan
accusar, ~ un persona de furto/robamento : iemand van diefstal beschuldigen
accusar, 2 ~ reception de un littera (littera) : de ontvangst berichten van een brief
acide /adj/ : zuur
acide, pluvia ~ : zure regen
acide, pomo/malo ~ : zure appel
acide, solution ~ : zure oplossing
acide, fermentation ~ : zure gisting
acide, haber un odor ~ : zuur ruiken
acide, haber un sapor/gusto ~ : zuur smaken
acido /sub/ : zuur
acido, ~ carbonic : koolzuur
acido, ~ chlorhydric/hydrochloric : zoutzuur
acido, ~ nitric : salpeterzuur
acido, ~ oleic : oliezuur
acido, ~ cyanhydric/hydrocyanic/prussic : blauwzuur
acido, ~ chloric : chloorzuur
acido, ~ hypochlorose : onderchlorigzuur
acido, ~ picric : picrinezuur
acido, ~ arseniose : arsenigzuur
acido, ~ arsenic : arseenzuur
acido, ~ carbolic/phenic : carbolzuur
acido, ~ purpuric : purperzuur
acido, ~ oxalic : oxaalzuur
acido, ~ ascorbic : ascorbinezuur, vitamine C
acido, ~ sulfuric : zwavelzuur
acido, ~ sulfuric concentrate : geconcentreerd zwavelzuur
acido, ~ hyposulfurose : thiozwavelzuur
acido, ~ phosphoric : fosforzuur
acido, ~ hypophosphoric : hypofosforzuur
acido, ~ hypophosphorose : hypofosforigzuur
acido, ~ boric : boorzuur
acido, ~ lactic : melkzuur
acido, ~ citric : citroenzuur
acido, ~ barbituric : barbituurzuur
acido, ~ succinic : barnsteenzuur
acido, ~ camphoric : kamferzuur
acido, ~ quininic : kinazuur
acido, ~ xanthic : geelzuur
acido, ~ gallic : gallus/galnotenzuur
acido, ~ saccharic : suikerzuur
acido, ~ malic : appelzuur
acido, ~ gluconic : gluconzuur
acido, ~ stearic : stearinezuur
acido, ~ silicic : kiezelzuur
acido, ~ formic : mierenzuur
acido, ~ butyric : boterzuur
acido, ~ sebacic : talkzuur
acido, ~ linoleic : linolzuur
acido, ~ humic : humuszuur
acido, ~ suberic : kurkzuur
acido, ~ fulminante : knalzuur
acido, ~ acrylic : acrylzuur
acido, ~ racemic : druivenzuur
acido, ~ cobaltic : kobaltzuur
acido, ~ desoxyribonucleic : D.N.A.
acido, ~ grasse : vetzuur
acido, ~s grasse saturate : verzadigde vetzuren
acido, ~s grasse non-saturate : onverzadigde vetzuren
acido, ~ gastric/stomachal/de stomacho : maagzuur
acido, ~ polybasic : meerbasisch zuur
acido, ~ acerbe : scherp zuur
acido, a proba/prova de ~s, resistente a ~s : zuurbestendig
acido, libere de ~s : zuurvrij
acido /sub/ : koolzuur, kooldioxide
aciero /sub/ : staal
aciero, ~ inoxydabile : roestvrij staal
aciero, ~ cementate : cementstaal
aciero, ~ Bessemer : bessemerstaal
aciero, ~ compound (E) : compoundstaal
aciero, ~ forgiate/forgiabile : smeedstaal
aciero, ~ chromate : chroomstaal
aciero, ~ al manganese : mangaanstaal
aciero, ~ profilate : profielstaal
aciero, ~ in barras : staafstaal
aciero, ~ fin : fijnstaal
aciero, ~ de qualitate superior : hoogwaardig staal
aciero, ~ de blindage : pantserstaal
aciero, ~ a banda : bandstaal
aciero, utensiles de ~ : stalen gereedschap
aciero, catena de ~ : stalen ketting
aciero, cultello de ~ : stalen mes
aciero, industria de ~ : staalindustrie
aciero, fabrica de ~ : staalfabriek
aciero, fabricante de ~ : staalfabrikant
aciero, fabrication de ~ : staalfabricage
aciero, funderia (funderia) de ~ : staalgieterij
aciero, funditor de ~ : staalgieter
aciero, production de ~ : staalproductie
aciero, producto de ~ : staalprodukt
aciero, construction in ~ : staalconstructie
aciero, constructor in ~ : staalconstructeur
aciero, filo de ~ : staaldraad
aciero, cablo de ~ : staal(draad)kabel
aciero, sling (A) de ~ : staaldraadstrop
aciero, placa de ~ : stalen plaat, staalplaat
aciero, lamina (lamina) de ~ : staalblik, dun staalplaat
aciero, magnete de ~ : staalmagneet
aciero, lana de ~ : staalwol
aciero, skeleto (skeleto) de ~ : staalskelet
aciero, pulmon de ~ : ijzeren long
aciero, blau de ~ : staalblauw
aciero, musculos de ~ : stalen spieren
aciero, duressa de ~ : hardheid van staal
aciero, trust (A) del ~ : staaltrust
aciero, temperar ~ : staal harden
aciero, distemperar ~ : staal ontharden
aciero, cravata gris ~ : staalgrauwe das
action /sub/ : handeling, bedrijvigheid, werking, actie, daad
action, linea de ~ : richtlijn waarnaar gehandeld wordt
action, homine de ~ : man van de daad
action, ~ fulmine : bliksemactie
action, ~ retardatori : vertragende actie
action, ~ meritori : verdienstelijke daad
action, ~ miraculose : wonderdaad
action, ~ magnetic : magnetische werking
action, ~ desperate : wanhoopsdaad
action, ~ de solidaritate : solidariteitsactie
action, ~ de un roman : handeling van een roman
action, ~ de un medicamento : werking van een geneesmiddel
action, ~ curative : geneeskrachtige werking
action, ~es fraudulente : bedrieglijke handelingen
action, ~ demoliente del tempore : tand des tijds
action, ~ politic : politieke actie
action, ~ de massa : massa-actie
action, ~ de succurso : hulpactie
action, ~ salarial : loon/salarisactie
action, ~ militar : gevechtshandeling
action, ~ kamikaze : kamikaze-actie
action, ~es dur : harde acties
action, ~ reciproc : wisselwerking
action, ~ chimic : chemische werking
action, ~ antisportive : onsportief iets, onsportiviteit, onsportief optreden
action, ~es indecente : oneerbare handelingen
action, ~es ceremonial : ceremoniële handelingen
action, radio de ~ : actieradius
action, committee (A) de ~ : actiecomité
action, gruppo de ~ : actiegroep
action, film (A) de ~ : actiefilm
action, medio de ~ : actiemiddel
action, programma de ~ : actieprogramma
action, libertate de ~ : vrijheid van handelen
action, ~ e reaction : actie en reactie
action, campo de ~ : arbeidsveld
action, sphera de ~ : werkingssfeer/gebied
action, unitate de ~ : eenheid van handeling
action, margine de ~ : beleidsruimte
action, in ~ : in actie/werking/bedrijf
action, mitter/poner in ~ : in werking stellen
action, mitter/poner foris (foris) de/foras (foras) de ~ : buiten werking stellen
action, entrar in ~ : in actie komen
action, unir le ~ al parola : de daad bij het woord voegen
action, passar al ~ : tot actie overgaan, in actie komen
action, isto esseva un ~ isolate : deze handeling stond op zichzelf
action /sub/ : JURIDIC rechtshandeling
action, ~ civil : civiel proces, burgerrechtelijke rechtshandeling
action /sub/ : FINANCIAS aandeel
action, societate per ~es : aandelenmaatschappij
action, pacchetto de ~es : pakket aandelen, aandelenpakket
action, option de ~es : aandelenoptie
action, ~ petroler : olieaandeel
action, ~ privilegiate/preferential/de prioritate : preferent aandeel
action, ~ al portator : aandeel aan toonder
action, ~ nominative/nominal/registrate : aandeel op naam
action, ~ ordinari : gewoon aandeel
action, ~ convertibile : converteerbaar aandeel
action, ~ bancari : bankaandeel
action, ~ de minas : mijnaandeel
action, titulo de ~ : aandeelbewijs
action, tenitor de ~es : aandeelhouder
action, mercato de ~es : aandelenmarkt
action, capital in ~es : aandelenkapitaal
action, emitter ~es : aandelen uitgeven
action, emission de ~es : uitgifte van aandelen
action, cancellar ~es : aandelen intrekken
action /sub/ : MILITAR gevecht, treffen
active /adj/ : actief, werkzaam, werkend
active, population ~ : beroepsbevolking
active, commercio ~ : drukke handel
active, vita ~ : actief/arbeidzaam leven
active, in servicio ~ : in actieve/werkelijke dienst
active, vulcano ~ : werkende vulkaan
active, immunitate ~ : actieve immuniteit
active, voce/forma ~ : bedrijvende vorm
active, ille se occupa de illo activemente : hij houdt zich er actief mee bezig
activitate /sub/ : activiteit, werkzaamheid, bedrijvigheid, werking, bezigheid
activitate, ~ professional : beroepsbezigheid
activitate, ~s portuari : havenactiviteiten
activitate, ~s jornalistic : journalistieke werkzaamheden
activitate, ~ aeree : bedrijvigheid in de lucht
activitate, ~s quotidian : dagelijkse werkzaamheden
activitate, ~ cerebral : hersenwerking
activitate, ~ solar : zonne-activiteit
activitate, le ~ industrial de un region : de industriële bedrijvigheid van een streek
activitate, coefficiente de ~ : activiteitscoëfficiënt
activitate, sete de ~ : dadendrang
activitate, sphera de ~ : arbeidsveld/terrein
activitate, in ~ : in actie/werking/bedrijf
activitate, le fabrica es in plen ~ : de fabriek werkt op volle kracht
activitate, morir in plen ~ : in het harnas sterven
activitate, vulcano in ~ : werkende vulkaan
activitate, displicar un grande ~ : een grote activiteit ontplooien
activitate, ~s parascholar : buitenschoolse activiteiten
acto /sub/ : handeling, daad
acto, ~ medical : medische verrichting
acto, ~ juridic : rechtshandeling
acto, ~ de corage : daad van moed
acto, ~ de guerra : oorlogsdaad
acto, ~ hostil/de hostilitate : vijandige daad
acto, ~ de pirateria (pirateria) ferroviari : treinkaping
acto, ~ de violentia : gewelddaad
acto, ~s de vandalismo : baldadigheid
acto, ~ de crueltate : gruweldaad
acto, ~ desperate : wanhoopsdaad
acto, ~ heroic/de heroismo : heldendaad
acto, ~ delictuose/illegitime (illegitime) : onrechtmatige daad
acto, ~ religiose : godsdienstige handeling
acto, ~ inconveniente : onbetamelijke daad
acto, ~ sexual : geslachtsdaad
acto, ~s infantil : geslachtsdaad
acto, ~s del Apostolos (Apostolos) : Handelingen der Apostelen
acto, transformar/converter in ~s : in daden omzetten
acto /sub/ : akte, bedrijf (toneel)
acto, tragedia in cinque ~s : treurspel in vijf bedrijven
acto, pièce (F) in un ~ : eenakter
acto /sub/ : nummer (circus, etc.)
acto /sub/ : akte, verslag, (pl) handelingen, notulen (anque JURIDIC)
acto, ~s del parlamento : handelingen van het parlement
acto, ~s del reunion : notulen van de vergadering
acto, scriber/facer/rediger le ~s : de notulen maken, notuleren
acto, notar/inscriber/mentionar in le ~s : in de notulen opnemen
acto, redactor del ~s : notulant, notulist
acto, registro/libro del ~s : notulenboek
acto, ~ de accusation : akte van beschuldiging
acto, ~ del stato civil : akte van de burgelijke stand
acto, ~ baptismal : doopakte
acto, ~ de nascentia : geboorteakte/oorkonde
acto, ~ de decesso/de morte : akte van overlijden
acto, ~ de fundation : stichtingsakte
acto, ~ de donation : schenkingsakte
acto, ~ de vendita (vendita) : verkoopakte
acto, ~s authentic : echte bescheiden
acto, ~ de nomination/appunctamento : akte van aanstelling/benoeming
acto, ~ juridic : rechtshandeling
acto, ~ collusive/collusori : samenspanning, collusie
acto, ~ de cession : akte van cessie
acto, ~s de un congresso : handelingen van een congres
acto, ~ notarial : notariële akte
acto, le ultime (ultime) ~ de un conflicto : de slotscène van een conflict
acto, facer ~ de presentia : acte van presence geven
actual /adj/ : werkelijk, feitelijk
actual, domicilio ~ : domicilio actual
actual /adj/ : actueel, tegenwoordig, huidig
actual, principe (principe)/prince ~ : regerend vorst
actual, governamento ~ : tegenwoordige/huidige regering
actual, le juventute ~ : de jeugd van tegenwoordig
actual, le presidente ~ : de tegenwoordige president
actual, le situation ~ : de huidige toestand
actual, le ~ tendentias politic : de huidige stromingen in de politiek
acute /adj/ : scherp, puntig, spits
acute, angulo ~ : scherpe hoek
acute, con angulos ~ : scherphoekig
acute, accento ~ : "accent aigu"
acute, spina ~ : scherpe doorn
acute, bordo ~ : scherpe rand
acute, cultello ~ : scherp mes
acute, conflicto ~ : toegespitst conflict
acute, critica ~ : scherpe kritiek
acute, observation ~ : puntige opmerking
acute, haber le vista ~ : een scherpe blik hebben
acute, dar un responsa ~ : een scherp antwoord geven, snedig antwoorden
acute, de vista ~ : scherpziend
acute /adj/ : hoog, schel
acute, nota ~ : hoge, schelle noot
acute, voce ~ : schelle stem
acute, crito ~ : krijs
acute /adj/ : hevig, intens, doordringend
acute, dolor ~ : felle/hevige pijn
acute, frigido ~ : nijpende koude
acute /adj/ : MEDICINA (plotseling opkomend) acuut
acute, maladia (maladia)/morbo ~ : acute ziekte
acute, affection ~ : acute aandoening
acute, leucemia (leucemia) ~ : acute leukemie
acute, rheumatismo ~ : acute reuma
acute, colitis (colitis) ~ : acute colitis
acute /adj/ : scherp, scherpzinnig
acute, intelligentia ~ : scherp, helder verstand
acute, 6 anate ~ : pijlstaarteend
adaptar, ~ un roman pro le television : een roman bewerken voor de televisie
adaptar, ~ al uso : aan het gebruik aanpassen
adaptar, ~ se al circumstantias : zich aan de omstandigheden aanpassen
adder /v/ : toevoegen, bijvoegen, er bij doen
adder, ~ un cosa al discussion : iets aan de discussie toevoegen
addormir /v/ : in slaap maken, doen (in)slapen
addormir, ~ se : in slaap vallen, inslapen, indutten, insluimeren
addormir, ~ su conscientia : zijn geweten in slaap sussen
addormir, cantar pro ~ un persona : iemand in slaap zingen
addormir, ~ le vigilantia de un persona : iemand in slaap zingen
adeo (adeo) /interj/ : vaarwel, tot ziens, goeiedag
adeo (adeo), dicer ~ : afscheid nemen, dag zeggen
adeo (adeo) /sub/ : vaarwel, afscheid
adeo (adeo), visita (visita) de ~ : afscheidsbezoek
adeo (adeo), littera (littera) de ~ : afscheidsbrief
adeo (adeo), discurso de ~ : afscheidsrede
adeo (adeo), dinar de ~ : afscheidsdiner
adeo (adeo), spectaculo de ~ : afscheidsvoorstelling
adeo (adeo), dar un basio de ~ a un persona : iemand vaarwel kussen
adjunger /v/ : toevoegen, er bij doen, er bij nemen
adjunger, ~ un annexo/ala a : aanbouwen
adjunger, ~ sal : zout toevoegen
adjunger, ~ un formulario : een formulier insluiten
adjunger, ~ ancora un florino : nog een gulden erbij doen
adjunger, ille vole ~ su jardin al mie : hij wil zijn tuin bij de mijne voegen
adjunger, ille ha debite ~ se duo collaboratores : hij heeft er twee medewerkers bij moeten nemen
adjunger, ~ le augmento del impostos in le precios : de belastingverhoging in de prijzen doorberekenen
adjustar /v/ : in orde brengen, monteren, afstellen, instellen, justeren
adjustar, ~ le valvulas : de kleppen bijstellen
adjustar, ~ un motor : een motor afstellen
adjustar, ~ un machina (machina) : een machine afstellen
adjustar, ~ le frenos : de remmen afstellen
adjustar, ~ le pharos : de koplampen stellen
adjustar, ~ un balancia : een weegschaal justeren
adjustar, machina (machina) a ~ : justeermachine
adjustar, ~ le planos : de plannen bijsturen
adjuta /sub/ : hulp, bijstand, iemand die hulp verleent
adjuta, ~ geriatric : bejaardenhelper/ster, bejaardenhulp
adjuta, ~ familial : gezinshulp, gezinsverzorgster
adjuta, ~ obstetrice : kraamhulp
adjuta, ~ statal/governamental/del stato/del governamento : regeringssteun, staatshulp
adjuta, ~ economic : economische bijstand/hulp
adjuta, ~ social : sociale bijstand/hulp
adjuta, ~ social al juventute : jeugdzorg
adjuta, ~ inter (inter) vicinos : burenhulp
adjuta, ~ juridic/judiciari : rechtsbijstand/hulp
adjuta, ~ de cocina : keukenhulp
adjuta, ~ temporari : tijdelijke hulp, noodhulp
adjuta, ~ alimentari : voedselhulp
adjuta, ~ al refugiatos : vluchtelingenhulp
adjuta, ~ domestic : huishoudhulp
adjuta, ~ mutue : wederzijdse/onderlinge hulp
adjuta, ~s audiovisual : audiovisuele hulpmiddelen
adjuta, critos de ~ : hulpgeroep
adjuta, programma de ~ : hulpprogramma
adjuta, petition de ~ : bede/verzoek om hulp
adjuta, plano de ~ : hulpplan
adjuta, fundo de ~ : hulpfonds
adjuta, con le ~ de Deo : met Gods hulp
adjuta, peter ~ : om hulp vragen/verzoeken
adjuta, dar/prestar ~ a un persona : iemand hulp verlenen
adjuta, offerer su ~ : zijn hulp aanbieden
adjuta, appellar le ~ de : de hulp inroepen van
adjuta, clamar ~ : om hulp roepen
adjuta, io ha mi ~s pro isto : daar heb ik mijn mannetjes voor
adjuta, ~ Marshall : Marshallhulp
adjuta, sin ~ : hulpeloos
adjutar /v/ : helpen, bijstaan, assisteren
adjutar, ~ un persona per su consilios : iemand met raad ter zijde staan
adjutar, ~ un persona a portar un cosa : iemand helpen iets te dragen
adjutar, ~ durante un parto : bij een bevalling assisteren
adjutar, ~ se de : gebruik maken van
adjutar, ~ se mutuemente : elkaar bijstaan
adjutar, ~ al formation de un certe imagine : bijdragen tot een bepaalde beeldvorming
adjutar, accurrer pro ~ un persona : iemand te hulp schieten
admirar /v/ : bewonderen
admitter /v/ : toelaten, binnenlaten
admitter, ~ nove membros : nieuwe leden toelaten
admitter, ~ le possibilitate : de mogelijkheid openlaten
admitter, iste factos admitte un sol interpretation : deze feiten zijn maar voor één interpretatie vatbaar
admitter, on ha admittite sex candidatos : zes kandidaten werden toegelaten
admitter /v/ : toegeven, erkennen
admitter, ~ su minoritate : zijn minderheid erkennen
admitter, ~ su disfacta : zijn nederlaag erkennen
admitter, con vacillationes ille lo ha admittite : hij gaf het schoorvoetend toe
admoner /v/ : vermanen, aanmanen, berispen, terechtwijzen
adoptar /v/ : adopteren, aanemen, opnemen
adoptar, ~ un infante : een kind adopteren/aannemen
adoptar /v/ : aannemen, overnemen, volgen, invoeren
adoptar, ~ un nomine : een naam aannemen
adoptar, ~ un doctrina : een leer aanvaarden
adoptar, ~ un projecto de lege : een wetsontwerp aannemen
adoptar, ~ per acclamation : bij acclamatie aannemen
adoptar, ~ un criterio : een maatstaf aannemen
adoptar, ~ un opinion : een mening overnemen/tot de zijne maken
adoptar, ~ un idea (idea) : een idee overnemen
adoptar, ~ le theorias (theorias) de un philosopho (philosopho) : de theorieën van een filosoof overnemen
adoptar, ~ un tono sarcastic : een sarcastische toon aanslaan
adoptar, ~ un linea de conducta : een gedragslijn volgen
adoptar, ~ como norma : als regel aannemen
adorar /v/ : aanbidden, vereren, verafgoden, dol zijn op
adorar, ~ le chocolate : dol op chocolade zijn
adorar, io adora ir al cinema (cinema) : ik ga ontzettend graag naar de film
adorar, ~ Deo : God aanbidden
adorar, ~ Bach : dwepen met Bach
adorar, ~ le musica : dol op muziek zijn
adorar, ~ le vitello de auro : het gouden kalf aanbidden
adorar, mi adorate filia : mijn innig geliefde dochter
adresse /sub/ : adres (formele mededeling)
adresse, ~ destinate al rege : tot de koning gericht adres
adresse /sub/ : adres (op brief, etc.)
adresse, scriber le ~ super (super) le inveloppe : het adres op de enveloppe schrijven
adresse, ~ postal : postadres
adresse, ~ telegraphic : telegramadres
adresse, ~ de vacantias/durante le vacantias : vakantieadres
adresse, etiquetta de ~ : adresstrookje
adresse, cambiamento de ~ : adreswijziging
adresse, al ~ de : aan het adres van, gericht tot, ter attentie van
adresse, mathematica de ~ : adreswiskunde
adresse, constante de ~ : adresconstante
adulto /sub/ : volwassene, meerderjarige
adulto, le ~s : de grote mensen
adulto, ni infante ni ~ : te klein voor servet en te groot voor tafellaken
advertir /v/ : verwittigen, informeren, aankondigen, waarschuwen
advertir, ~ le policia (policia) : de politie waarschuwen
advocar /v/ : oproepen, bijeenroepen, ontbieden, inroepen (hulp)
aere (aere) /sub/ : lucht, buitenlucht
aere (aere), ~ libere/exterior : buitenlucht
aere (aere), ~ fresc : frisse lucht, buitenlucht
aere (aere), ~ del vespera (vespera)/vespere : avondlucht
aere (aere), ~ nocturne/de nocte : nachtlucht
aere (aere), ~ salubre/salutar : gezonde lucht
aere (aere), ~ marin/de mar : zeelucht
aere (aere), ~ polar : polaire lucht, poollucht
aere (aere), ~ pestilential : pestlucht, peststank
aere (aere), ~ oceanic : oceaanlucht
aere (aere), ~ de montania : berglucht
aere (aere), ~ del boscos : boslucht
aere (aere), ~ primaveral : lentelucht
aere (aere), ~ del citate : stadslucht
aere (aere), ~ vitiate : bedorven lucht
aere (aere), pumpa a/de ~ : luchtpomp
aere (aere), ~ comprimite : perslucht
aere (aere), pumpa a/de ~ comprimite, compressor a/de ~ : luchtperspomp
aere (aere), fusil/carabina a/de ~ comprimite : luchtbuks
aere (aere), ~ conditionate : airconditioning
aere (aere), conditionamento del ~ : airconditioning
aere (aere), conditionator del ~ : airconditioningsapparaat
aere (aere), motor a ~ cal(i)de : heteluchtmotor
aere (aere), filtro a/de ~ : luchtfilter
aere (aere), vesicula a ~ : luchtblaas (van vis)
aere (aere), bulla de ~ : luchtbel
aere (aere), prisa de ~ : luchtinlaat
aere (aere), camera (camera) a ~ : luchtkamer, luchtband
aere (aere), refrigeration per ~ : luchtkoeling
aere (aere), a refrigeration per ~ : luchtgekoeld
aere (aere), refrigerante/refrigerator de ~ : luchtkoeler
aere (aere), cossino de ~ : luchtkussen
aere (aere), fuga de ~ : luchtlek
aere (aere), pirata del ~ : vliegtuigkaper
aere (aere), pollution/contamination del ~ : luchtverontreiniging
aere (aere), mal del ~ : luchtziekte
aere (aere), vibration del ~ : luchttrilling
aere (aere), resistentia del ~ : luchtweerstand
aere (aere), columna/colonna de ~ : luchtkolom
aere (aere), prender le ~, prender un buccata de ~ : een luchtje scheppen
aere (aere), jectar in le ~ : in de lucht gooien, omhoog gooien
aere (aere), refrescar le ~ : de lucht verversen
aere (aere), facer castellos in le ~ : luchtkastelen bouwen
aere (aere), currente de ~ : tocht
aere (aere), a proba/prova de ~, impermeabile al ~ : luchtdicht
aere (aere), appurator de ~ : luchtreiniger
aere (aere), tubo de ~ : luchtbuis
aere (aere), entrata de ~ : luchttoevoer
aere (aere), museo (museo) al ~ libere : openluchtmuseum
aere (aere), schola al ~ libere : openluchtschool
aere (aere), joco al ~ libere : openluchtspel
aere (aere), sport (A) al ~ libere/in plen aere : openluchtsport, buitensport
aere (aere), theatro al ~ libere : openluchttheater
aere (aere), representation al ~ libere : openluchtvoorstelling
aere (aere), piscina in plen ~ : buitenbad
aere (aere), parlar in le ~ : onzin praten, zwammen
aere (aere), un sufflo de ~ : een zuchtje wind
aere (aere), viver del ~ : van de wind leven, arm zijn
aere (aere), iste idea (idea) es in le ~ : dit denkbeeld zit in de lucht
aere (aere) /sub/ : air, uiterlijk, voorkomen, houding, manieren
aere (aere), dar se ~s : zich een air geven
aere (aere), dar se ~ de importantia : gewichtig doen
aere (aere), ille ha le ~ de facer un cosa : hij schijnt iets te willen doen
aere (aere), haber le ~ triste/felice, etc. : er bedroefd/gelukkig, etc. uitzien
aere (aere), ~ digne : waardige houding
aere (aere), ~ de interramento : begrafenisgezicht, doodbiddersgezicht
aere (aere), ~ de martyre : martelaarsgezicht
aere (aere), ~ de fatuitate : verwaand air
aere (aere), haber un ~ distincte : iets aparts hebben
aere (aere), haber le ~ de un imbecille : voor joker/gek staan
aere (aere) /sub/ : melodie, wijs, deun(tje), lied(je)
aere (aere), io me memora le parolas de iste canto, ma io ha oblidate le ~ : melodie, wijs, deun(tje), lied(je)
aeroporto /sub/ : luchthaven, vliegveld
aeroporto, ~ alternative : uitwijkhaven
aeroporto, direction del ~ : luchthavendirectie
affaire /sub/ : zaak, aangelegenheid, geval
affaire, ~ de honor : erezaak
affaire /sub/ : COMMERCIO (pl) affaires, zaken
affaire, homine de ~s : zakenman
affaire, discussion de ~s : zakenbespreking
affaire, littera (littera) de ~s : zakenbrief
affaire, dinar de ~s : zakendiner
affaire, lunch (A) de ~s : zakenlunch
affaire, viage de ~s : zakenreis
affaire, instincto/senso del ~s : zakeninstinct
affaire, in ~s commercial : op handelsgebied
affamar /v/ : uithongeren
affamar, ~ un citate assediate : een belegerde stad uithongeren
affamar, esser affamate : hongeren, honger lijden
affamar, affamate de gloria : hongerig naar roem
affectionar /v/ : dol zijn op, veel houden van, verzot zijn op
affectionar, ~ su infantes : veel van zijn kinderen houden
affectionar, ~ le cartas : graag kaarten
affectionate /adj/ : liefhebbend, hartelijk, toegenegen
affectionate, vostre filia ~ : Uw toegenegen dochter
affin /adj/ : gelijkend, gelijkenis vertonend, verwant
affin, linguas ~ : verwante talen
affin, transformationes ~ : affiene transformaties
affin, proprietates ~ : affiene eigenschappen
affin /adj/ : verwant door huwelijk, behuwd, aangetrouwd, schoon...
affin, patre ~ : schoonvader
affin, matre ~ : schoonmoeder
affin, soror ~ : schoonzuster
affin, fratre ~ : zwager
affin, parentes/genitores ~ : schoonouders
affin, familia ~ : schoonfamilie
affirmar /v/ : beweren, verzekeren, verklaren
affirmar /v/ : bevestigen
affirmar /v/ : stevig maken, stevigheid geven aan, verstevigen
agente /sub/ : werkzaam bestanddeel, werkzame kracht
agente, ~ de blanchimento : bleekmiddel
agente, ~ chimic : chemische stof, chemisch middel
agente, ~ oxydante : oxydatiemiddel
agente, ~ reducente : reductiemiddel
agente, ~ refrigerante : koelmiddel
agente, ~ impregnante : impregneermiddel
agente, ~ pathogene : ziekteverwekker
agente, ~ spumante/scumante : schuimvormer
agente, ~ de inspissation : verdikkingsmiddel
agente, ~ purificante : zuiveringsmiddel
agente, ~ antistatic : antistatisch middel
agente /sub/ : iemand die voor iemand anders optreedt, agent
agente, ~ principal : hoofdagent
agente, ~ exclusive/unic : alleenvertegenwoordiger
agente, ~ de bursa/de cambio : effectenmakelaar
agente, ~ de pressa : persagent
agente, ~ commercial : handelsvertegenwoordiger
agente, ~ maritime (maritime) : scheepsagent
agente, ~ duple : dubbelagent, dubbelspion
agente, ~ de sponsiones : bookmaker
agente, ~ de matrimonios/de maritages : huwelijksmakelaar
agente, ~ de viage : reisagent
agente, ~ de cambio de domicilio : verhuizer
agente, ~ provocator : agent-provocateur
agente, ~ secrete : geheim agent
agente /sub/ : politie-agent, agent
agente, ~ de policia (policia) : politie-agent
agente, ~ de quartiero : wijkagent
agente, ~ motocyclista : motoragent
agente, ~ de circulation : verkeersagent
agente, ~ in civil : agent in burger
agente, ~ secrete : stille (agent)
agente, ~ a cavallo : bereden agent
ager /v/ : handelen, te werk gaan, inwerken op
ager, ~ in function de su interesses : in zijn eigen belang handelen
ager, ~ secundo le circumstantias : naar bevind van zaken handelen
ager, ~ conformemente a/in accordo con su principios : in overeenstemming met zijn principes handelen
ager, ~ con ponderation : bezonnen te werk gaan
ager, ~ per conviction : uit overtuiging handelen
ager, ~ in le spirito (spirito) de un persona : in iemands geest handelen
ager, ~ habilemente : iets handig doen
ager, ~ legalmente/conformemente al lege : wettelijk handelen
ager, ~ in complicitate con un persona : met iemand samenspannen
ager, maniera de ~ : manier van doen
agitar /v/ : bewegen, schudden, (be)roeren
agitar, ~ le cauda : kwispelen
agitar, ~ un bottilia : een fles schudden
agitar, ~ le mano : zwaaien, wuiven
agitar, le mar se agitava fortemente : de zee deinde sterk
agitar, ~ ante de usar : schudden voor gebruik
agitar /v/ : opwinden, onrustig maken, opruien, ophitsen
agitar /v/ : bespreken, behandelen
agradabile /adj/ : aangenaam, prettig, plezierig, leuk, aardig
agradabile, ~ de gusto/de sapor : aangenaam van smaak
agradabile, ~ a Deo : godgevallig
agradabile, ~ al audition : aangenaam voor het gehoor
agradabile, illo me ha surprendite agradabilemente : ik ben er aangenaam door verrast
agradabile, combinar/junger le utile al/ con le ~ : het nuttige met het aangename verenigen
agricultura /sub/ : landbouw, akkerbouw
agricultura, societate de ~ : landbouwvereniging
agricultura, schola de ~ : landbouwschool, agrarische school
agricultura, schola superior de ~ : landbouwhogeschool
agricultura, universitate de ~ : landbouwuniversiteit
agricultura, ministerio del ~ : ministerie van landbouw
agricultura, ~ biologic : biologische landbouw
agricultura, ~ ecologic : ecologische landbouw
agulia /sub/ : naald, wijzer (van klok, meetinstrument, etc.)
agulia, ~ de phonographo (phonographo) : grammofoonnaald
agulia, ~ del secundas : sekondewijzer, kleine wijzer
agulia, ~ del horas : urenwijzer, grote wijzer
agulia, ~ magnetic : magneetnaald
agulia, ~s de horologio : wijzers van klok/horloge/uurwerk
agulia, ~ de pino : dennenaald
agulia, ~ de glacie : ijsnaald
agulia, ~ hypodermic/a/de injection : injectienaald
agulia, ~ de balancia : wijzer van een balans
agulia, ~ de crochet : haaknaald/pen
agulia, ~ de imballage : paknaald
agulia, ~ a/de tricotar : breinaald
agulia, ~ a/de brodar : borduurnaald/pen
agulia, ~ a/de sarcir : stopnaald
agulia, ~ a/de suer : naainaald
agulia, ~ a/de punction : punctienaald
agulia, ~ a/de sutura : hechtnaald
agulia, ~ a/de cravata : dasspeld
agulia, le oculo del ~ : het oog van de naald
agulia, puncta del ~ : punt van de naald
agulia, testa/capite (capite) del ~ : naaldenkop
agulia, talon ~ : naaldhak
agulia, cossinetto pro ~s : naaldenkussen
agulia, fabrica de ~s : naaldenfabriek
agulia, fabrication de ~s : naaldenfabricage
agulia, in forma de ~ : naaldvormig
agulia, infilar un ~ : een draad in de naald steken
agulia, cercar un ~ in un pila de feno : een naald in een hooiberg zoeken
agulia /sub/ : FERROVIA wissel
agulia, ~ manual : handwissel
agulia, manovrar/cambiar/mover un ~ : een wissel omzetten
agulia /sub/ : (toren)spits, piek, punt
al : = a + le
ala /sub/ : vleugel (van een vogel/insekt/vliegtuig, etc.)
ala, ~ de un ave : vleugel van een vogel
ala, ~ de un avion : vleugel van een vliegtuig
ala, volar per su proprie ~s : op eigen wieken vliegen, op eigen benen staan, zelfstandig zijn
ala, batter le ~s : met de vleugels klapperen, klapwieken
ala, dar ~s a : vleugels geven aan, bevleugelen
ala, displicar/extender/aperir le ~s : de vleugels uitslaan
ala, con ~s paralysate : vleugellam
ala, colpo de ~ : vleugelslag
ala, ~ de molino : molenwiek
ala, ~ del naso : neusvleugel
ala, ~ delta : deltavleugel
ala, ~ sustentori : draagvleugel
ala, longor de ~ : vleugellengte
ala, profilo de ~ : vleugelprofiel
ala /sub/ : vleugel (deel van een gebouw, etc.)
ala, ~ de un edificio : vleugel van een gebouw
ala, adjunger un ~ a : aanbouwen
ala, ~ lateral : zijvleugel, zijgebouw
ala, ~ de un armea (armea) : vleugel van een leger
ala, ~ leve/sinistre : linkervleugel
ala, ~ leve/sinistre exterior : linksbuiten
ala, ~ leve/sinistre interior : linksbinnen
ala, ~ dext(e)re : rechtervleugel
ala, ~ dext(e)re exterior : rechtsbuiten
ala, ~ dext(e)re interior : rechtsbinnen
ala, ~ del rege : koningsvleugel
alacre (alacre) /adj/ : levendig, opgewekt
albergo /sub/ : herberg, onderdak
albergo, ~ de/pro le juventute : jeugdherberg
alcohol /sub/ : alcohol, wijngeest, sterke drank
alcohol, ~ absolute : absolute alcohol
alcohol, ~ de arder : brandspiritus
alcohol, ~ camphorate : kamferspiritus
alcohol, ~ methylic : methylalcohol, methanol
alcohol, ~ ethylic : ethylalcohol, ethanol
alcohol, ~ disnaturate : gedenatureerde alcohol
alcohol, calefactor a/de ~ : spiritusbrander
alcohol, thermometro (thermometro) a/de ~ : alcoholthermometer
alcohol, abstinentia de ~ : geheelonthouding
alcohol, prohibition del ~ : alcoholverbod
alcohol, consumo/consumption de ~ : alcoholgebruik
alcohol, abuso de ~ : alcoholmisbruik
alcohol, odor de ~ : dranklucht
alcohol, gusto de ~ : alcoholsmaak
alcohol, grado de ~ : gehalte aan alcohol
alcohol, bibitas (bibitas) exempte de ~/sin ~ : alcoholvrije dranken
alcohol, le ~ le monta al testa : de drank stijgt hem naar het hoofd
alcohol, suffrer/sentir le effectos del ~ : de nawerking van alcohol ondervinden
alcun /pron adjec/ : enige, enkele, een paar
alcuno /pron indef/ : iemand
alicun (alicun) /pron adjec/ : enige, enkele, een paar
alicun, ~ cosa : iets
alicun, sin ~ reserva : zonder enig voorbehoud
alicuno /pron indef/ : iemand
alicuno, ~ de nos : iemand uit ons midden
alimento /sub/ : voedsel, voedingsmiddel, spijs, kost
alimento, ~ principal : hoofdvoedsel
alimento, ~ dynamogene/de fortia : krachtvoedsel
alimento, ~ farinose : meelspijs
alimento, ~ natural : natuurvoeding
alimento, ~ macrobiotic : macrobiotisch voedsel
alimento, ~ vegetal : plantaardige voeding/voedsel
alimento, ~s nutritive : voedzame spijzen/kost
alimento, ~s solide : vast voedsel
alimento, ~ de gallinas : kippevoer
alimento, le lacte es un ~ complete : melk is een volwaardig voedingsmiddel
alimento, manco/scarsitate de ~s : voedselschaarste
alimento, approvisionamento de ~s : voedselvoorziening
alimento, preparar ~s : spijzen bereiden
alimento, dar ~ : voedsel verstrekken
alimento, prender/ingerer ~(s) : voedsel tot zich nemen
alimento, 2 : toelage, kosten van levensonderhoud
alimento, 3 : levensmiddelen, voeding
alique (alique) /pron/ : iets
alique (alique) /adv/ : enigszins, wat
allegre /adj/ : vrolijk, blij, opgewekt, verheugd, levendig, kwiek, monter
allegre, vidua ~ : vrolijke weduwe
allegre, facie ~ : blij gezicht
allegre, surriso ~ : blije glimlach
alora /adv/ : op die tijd, dan
alora /adv/ : in dat geval, dan
alte /adj/ : hoog
alte, ~ de duo metros : twee meter hoog
alte, de ~ fidelitate : hi-fi
alte, talones ~ : hoge hakken
alte, fronte ~ : hoog voorhoofd
alte, febre ~ : hoge koorts
alte, marea (marea) ~ : hoog water, vloed
alte, torbiera ~ : hoogveen(grond)
alte, ~ mathematica : hogere wiskunde
alte, ~ commando : opperbevel
alte, ~ commissario : hoge commissaris
alte, ~ commissariato : hoge commissariaat
alte, ~ functionario : topfunctionaris
alte, ~ montania : hooggebergte
alte, ~ furno : hoogoven
alte, ~ corte de justitia : hooggerechtshof
alte, ~ frequentia : hoogfrequentie
alte, le ~ citate, le citate ~, le parte ~ del citate : de bovenstad
alte, le ~ Egypto : Opper-Egypte
alte, amplificator a ~ frequentia : hoogfrequente versterker
alte, ~ mar : open/volle zee
alte, le ~ societate : de hoogste kringen
alte, le ~ clero : de hoge geestelijkheid
alte, cablo de ~ tension : hoogspanningskabel
alte, botta ~ con volta : kaplaars
alte, de trunco ~ : hoogstammig
alte, ~ pression de sanguine : hoge bloeddruk
alte, le ~ Rheno : de Boven-Rijn
alte, ~ grado de civilisation : hoge trap van beschaving
alte, de ~ moralitate : hoogstaand
alte, tonos ~ : hoge tonen
alte /adj/ : luid
alte, voce ~ : harde/luide stem
alte, in ~ voce : luidop, hardop, met luider stemme
altere /adj/ : ander, nog een
altere, da me un ~ vitro : geef me nog een glas
altere /adj/ : ander, verschillend
altere, un ~ (persona), qualcuno ~ : iemand anders
altere, le un le ~, le unes le ~s : elkaar
altere, un post/detra le ~, unes post/detra le ~s : achter elkaar
altere, un(es) al latere del ~(s) : naast elkaar
altere, ~ vice : nog eens, nogmaals
altere, tote le ~s : alle anderen
altere, nemo/necuno ~ : niemand anders
altere, nihil (nihil) ~ : niets anders
altere, un ~ cosa, qualcosa ~ : iets anders
altere, del ~ parte : anderzijds
altere, in ~ loco : elders
altere, in ~ parte : ergens anders, elders
altere, ~ mundo : hiernamaals
altere, nusquam ~, in nulle ~ loco : nergens anders
altere, de un ~ sorta : andersoortig
altere, per un maniera/modo o per le ~ : op de een of andere manier
altere, ni le un ni le ~ : noch de/het een noch de/het andere
altere, al ~ latere del dica : buitendijks
altere, al ~ latere del oceano : aan gene zijde van de oceaan
altere, passar al ~ vita : het tijdelijke met het eeuwige verwisselen
altere, ir/passar de un extremo al ~ : van het ene uiterste in het andere vervallen
altere, ir al ~ mundo : om zeep gaan
altere, un mano lava le ~ : de ene hand wast de andere
altere, con/in ~ parolas/terminos (terminos) : met andere woorden
altitude /sub/ : hoogte, verhevenheid, hoge plaats
altitude, al ~ del situation : opgewassen tegen de situatie
altitude, al ~ de un capo/insula, etc. : ter hoogte van een kaap/eiland, etc.
altitude, iste montania ha mille metros de ~ : die berg is duizend meter hoog
altitude, record (A) de ~ : hoogterekord
altitude, governaculo/timon de ~ : hoogteroer
altitude, indicator de ~ : hoogtemeter
altitude, parallelo de ~ : hoogteparallel
altitude, ~ meridian : meridiaanshoogte
alto /sub/ : top, hoogste deel
alto, in (le) alto : boven, bovenaan, bovenin
alto, in le ~ del armario : boven in de kast
alto, in le ~ del scala : boven aan de trap
alto, desde le ~ : van boven af
alto, salto in ~ : het hoogspringen
alto, saltar in ~ : hoogspringen
alto, tener in ~ : omhooghouden
alto, le ~s e le bassos : de ups en downs
alto, in ~ : boven, op de bovenverdieping, etc.
alto, de ~ a basso : van boven naar beneden, van top tot teen
alto, verso le/in ~ : opwaarts
alto, vista del ~ : bovenaanzicht
alto, le ballon se elevava in ~ : de ballon steeg op
alto, manos in ~! : handen omhoog!
alto /sub/ : MUSICA altviool
alto /sub/ : MUSICA altstem
alumno /sub/ : leerling
alumno, alumno-pilota : leerling vlieger
alumno, ~ externe : externe/uitwonende leerling
amabile /adj/ : vriendelijk, beminnelijk, lief, voorkomend
amabile, surriso ~ : vriendelijke glimlach
amar /adj/ : bitter
amar, fructo ~ : wrange vrucht
amar, amandola ~ : bittere amandel
amar, caramello ~ : zuurtje
amar, bibita (bibita) ~ : bittere drank
amar, ironia (ironia) ~ : bijtende spot
amar, pilula ~ : bittere pil
amar, cardamine ~ : bittere veldkers
amar /v/ : liefhebben, houden van, beminnen
amar, ~ su proximo (proximo) : zijn naaste liefhebben
amar, arte de ~ : minnekunst
amar, facer se ~ de : zich bemind maken bij
amar, ille ama le bottilia : hij is aan de drank
amar /v/ : prettig vinden, lekker vinden, graag hebben, graag lusten
ambe /adj/ : beide
ambe, io cognosce ~ personas : ik ken beide personen
ambe, a ~ lateres : aan beide zijden
ambe, in ~ casos : in beide gevallen
ambe, de ~ sexos : van beiderlei kunne
ambiente /sub/ : omgeving, milieu, sfeer, klimaat
ambiente, ~ hostil : vijandig klimaat
ambiente, ~ familiar : vertrouwde omgeving
ambiente, ~ de labor/de travalio : werkklimaat/milieu
ambiente, ~ de vita : leefklimaat
ambiente, ~ festive : feeststemming
ambiente, conditiones de ~ : omgevingscondities
ambiente, musica de ~ : achtergrondmuziek
ambiente, politica del ~ (ecologic) : milieubeleid
ambiente, contamination/pollution del ~ (ecologic) : milieuverontreiniging
ambiente, conservation/protection del ~ (ecologic) : milieubehoud/bescherming
ambiente, degradation del ~ (ecologic) : milieubederf
ambiente, deterioration del ~ (ecologic) : milieu-erosie
ambiente, crimine contra le ~ (ecologic) : milieudelict
ambiente, crimines contra le ~ (ecologic) : milieucriminaliteit
ambiente, planification del ~ (ecologic) : milieuplanning
ambiente, defensa del ~ (ecologic) : milieudefensie
ambiente, movimento del ~ (ecologic) : milieubeweging
ambiente, ministro pro le ~ (ecologic) : milieuminister
ambiente, consciente del problemas del ~ (ecologic) : milieubewust
ambiente, il regnava un ~ de allegressa : het was er een vrolijke boel
ambiente, animar le ~ : de stemming erin brengen
ambiente /adj/ : omgevend, omringend
ambiente, medio ~ : leefomgeving, milieu
ambiente, temperatura ~ : omgevingstemperatuur, kamertemperatuur
ambiente, humiditate ~ : omgevende vochtigheid
ambiente, aere ~ : omringende lucht
ambiente, conditiones ~ : omgevingsvoorwaarden
ambiente, ruito ~ : omgevingslawaai
ambiente, qualitate de aqua ~ : omgevende waterkwaliteit
ambir /v/ : om iets heengaan, omringen
ambir /v/ : dringend vragen, dringend verzoeken
ambular /v/ : wandelen, lopen, te voet gaan
amica (amica) /sub/ : vriendin
amica (amica), ~ de schola : schoolvriendin
amica (amica), ~ intime (intime) : boezemvriendin
amica (amica), ~ de infantia/de juventute : jeugdvriendin
amica (amica), circulo de ~s : vriendinnenkring, dameskransje
amical /adj/ : vriendschappelijk, vriendelijk
amical, incontro/match (A) ~ : vriendschappelijke wedstrijd
amical, reguardo ~ : vriendelijke blik
amical, mantener relationes ~ : vriendschappelijk met elkaar omgaan
amico (amico) /sub/ : vriend
amico (amico), ~ de casa : huisvriend
amico (amico), ~ de infantia/de juventute : jeugdvriend
amico (amico), ~ de schola : schoolvriend
amico (amico), ~ intime (intime)/del corde : boezemvriend
amico (amico), ~ loyal/fidel : trouwe vriend
amico (amico), ~ del natura : natuurvriend
amico (amico), ~ de tote le mundo : allemansvriend
amico (amico), ~ del populo : volksvriend
amico (amico), ~s inseparabile : onafscheidelijke vrienden
amico (amico), a precio de ~ : tegen een vriendenprijs
amico (amico), servicio de ~ : vriendendienst
amico (amico), circulo de ~s : vriendenkring
amico (amico), precio de ~ : vriendenprijs
amico (amico), consilio de ~ : vriendenraad
amico (amico), fidelitate/loyalitate de un ~ : vriendentrouw
amita (amita) /sub/ : tante
amonta /sub/ : bedrag, hoeveelheid
amonta, ~ colossal : geweldig bedrag
amonta, ~ astronomic : astronomisch/duizelingwekkend bedrag
amonta, ~ maxime (maxime) : hoogste bedrag
amonta, ~ nette : nettobedrag
amontar /v/ : bedragen a
amontar, le costos amonta a cento euros : de kosten bedragen honderd euros
amor /sub/ : liefde, genegenheid
amor, ~ de juventute/juvenil : jeugdliefde
amor, ~ materne/maternal : moederliefde
amor, ~ fraterne/fraternal : broederliefde
amor, ~ al proximo (proximo) : naastenliefde
amor, ~ cortese : hoofse liefde
amor, ~ proprie : eigenliefde
amor, ~ infantin : kinderlijke liefde
amor, ~ de adolescente : kalverliefde
amor, ~ libere : vrije liefde
amor, ~ lesbian : lesbische liefde
amor, ~ physic/carnal : lichamelijke liefde
amor, ~ platonic : platonische liefde
amor, ~ ardente : brandende liefde
amor, ~ passionate : onstuimige liefde
amor, ~ incipiente : ontluikende/prille liefde
amor, ~ pagate : betaalde liefde
amor, ~ de libertate : vrijheidsliefde
amor, ~ del natura : liefde voor de natuur
amor, ~ del patria : vaderlandsliefde
amor, ~ del veritate : waarheidsliefde
amor, ~ cec : apeliefde
amor, ~ a prime vista : liefde op het eerste gezicht
amor, le ~ es cec : liefde is blind
amor, tristessa de ~ : liefdesverdriet
amor, monstra/prova/proba de ~ : liefdeblijk
amor, canto de ~ : liefdeslied
amor, ode/hymno al ~ : loflied op de liefde
amor, aventura de ~ : liefdesavontuur
amor, flamma de ~ : liefdevlam
amor, mal de ~ : minnepijn
amor, littera (littera) de ~ : liefdesbrief
amor, historia de ~ : liefdesgeschiedenis
amor, declaration de ~ : liefdesverklaring
amor, declarar su ~ : zijn liefde verklaren
amor, facer le ~ : de liefde bedrijven
amor, pro le ~ de Deo : in Godsnaam
amor, per ~ o per fortia : goedschiks of kwaadschiks
amusante /adj/ : amusant, leuk
amusante, libro ~ : leuk boek
amusante, historia ~ : vermakelijke geschiedenis
amusar /v/ : amuseren, aangenaam bezig houden, afleiden
amusar, ~ se : zich vermaken, plezier hebben
ancian /adj/ : oud, voormalig, ex...
ancian, ~ combattente : oud-strijder
ancian, Ancian Testamento : Oude Testament
ancian, le Ancianos : de Ouden
ancora /adv/ : nog, nog steeds, nog altijd
ancora, sanguinar ~ : nabloeden
ancora, vibrar ~ : natrillen
ancora /interj/ : bis, nog eens
ancora (ancora) /sub/ : anker
ancora (ancora), ~ flottante : drijfanker
ancora (ancora), ~ de fluxo : vloedanker
ancora (ancora), ~ de reserva : noodanker
ancora (ancora), ~ de terra : landanker
ancora (ancora), esser al ~ : voor anker liggen
ancora (ancora), levar le ~ : het anker lichten/hieuwen/ophalen
ancora (ancora), jectar le ~ : het anker werpen
ancora (ancora), catena de ~ : ankerketting
ancora (ancora), cablo de ~ : ankertros
ancora (ancora), anello de un ~ : ankerring
ancora (ancora), horologio de/ad ~ : ankerhorloge
anello /sub/ : ring, schakel (van ketting)
anello, ~ nuptial/de maritage/matrimonial/de matrimonio : trouwring
anello, ~ con un petra preciose : ring met een steen
anello, ~ del piscator : vissersring
anello, ~ sigillari/de sigillo/con sigillo/pro sigillar/a sigillar : zegelring
anello, ~ episcopal : bisschopsring
anello, ~ cardinalicie : kardinaalsring
anello, ~s de Saturno : ringen van Saturnus
anello, ~s (de gymnastica) : ringen
anello, ~ spheric : bolschil
anello, ~ nasal : neusring
anello, ~ annual : jaarring
anello, ~ mancante : ontbrekende schakel
anello, ~ de junctura : pakkingring
anello, ~ de piston : zuigerveer/ring
anello, ~ de cortina : gordijnring
anello, ~ de claves : sleutelring
anello, ~ de un ancora (ancora) : ankerring
anello, ~ magic : toverring
anello, ~ de suspension : ophangring/oog
anello, ~ lisie : gladde ring
anello, le ~s del larynge : de ringen van het strottenhoofd
anello, vite de ~ : schroefring
anello, quaderno al/con ~s : ringband
anello, ~s (colorate) de Newton : Newtonringen
anello, cursa al ~ : ringsteken
anello, in forma de ~ : ringvormig
angulo (angulo) /sub/ : hoek
angulo (angulo), ~ acute : scherpe hoek
angulo (angulo), con ~s acute : scherphoekig
angulo (angulo), ~ obtuse : stompe hoek
angulo (angulo), ~ recte : rechte hoek
angulo (angulo), ~ oblique : scheve hoek
angulo (angulo), ~ platte/plan : gestrekte hoek
angulo (angulo), ~ interne/interior : binnenhoek
angulo (angulo), ~ superior : bovenhoek
angulo (angulo), ~ inferior : benedenhoek
angulo (angulo), ~ externe/exterior : buitenhoek
angulo (angulo), ~s alterne interne : verwisselende binnenhoeken
angulo (angulo), ~s alterne externe : verwisselende buitenhoeken
angulo (angulo), ~s correspondente : overeenkomstige hoeken
angulo (angulo), ~ contigue/adjacente : aanliggende hoek, nevenhoek
angulo (angulo), ~ complementari : complementshoek
angulo (angulo), ~ supplementari : supplementaire hoek
angulo (angulo), ~ del vertice (vertice) : tophoek
angulo (angulo), ~ de base : basishoek
angulo (angulo), ~ polyhedre : veelvlakshoek
angulo (angulo), ~ visual : gezichtshoek
angulo (angulo), ~ de polarisation : polarisatiehoek
angulo (angulo), ~ de tiro : schootshoek
angulo (angulo), ~ del bucca : mondhoek
angulo (angulo), ~ remote : uithoek
angulo (angulo), ~ de 30 grados : hoek van 30 graden
angulo (angulo), divider un ~ in duo, bisecar un ~ : een hoek in tweeën delen
angulo (angulo), ~ optic : beeldhoek
angulo (angulo), ~ facial : gelaatshoek
angulo (angulo), ~ de incidentia : hoek van inval
angulo (angulo), ~ de reflexion : hoek van terugkaatsing
angulo (angulo), ~ de refraction : brekingshoek
angulo (angulo), ~ de inclination : hellingshoek
angulo (angulo), ~ rotatori/giratori : draaiingshoek
angulo (angulo), ~ intime (intime) : zithoek, zitje
angulo (angulo), ~ horari de un astro : uurhoek van een ster
angulo (angulo), mesurator de ~s : hoekmeter, gradenboog
angulo (angulo), tornar (circum) le ~ : de hoek omgaan
angulo (angulo), domo/casa de ~ : hoekhuis
angulo (angulo), muro de ~ : hoekmuur
angulo (angulo), poste de ~ : hoekpaal
angulo (angulo), sofa de ~ : hoeksofa
angulo (angulo), turre de ~ : hoektoren
angulo (angulo), petra de ~ : hoeksteen
angulo (angulo), colpo de ~ : hoekslag/schop, corner
angulo (angulo), sutura de ~ : hoeknaad
angulo (angulo), supporto de ~ : hoeksteun
anima (anima) /sub/ : ziel, geest
anima (anima), ~ de poeta : dichterziel
anima (anima), ~ infantil : kinderziel
anima (anima), ~ human : mensenziel
anima (anima), ~ popular : volksziel
anima (anima), ~ heroic : heldenziel
anima (anima), ~ del populo : volksziel
anima (anima), salvation del ~ : heil van de ziel
anima (anima), tranquillitate de ~ : zielerust, gemoedsrust
anima (anima), pastor de ~ : zieleherder
anima (anima), cura de ~ : zielzorg
anima (anima), immortalitate del ~ : onsterfelijkheid van de ziel
anima (anima), immaterialitate del ~ : onstoffelijkheid van de ziel
anima (anima), movimento de ~ : gemoedsbeweging
anima (anima), render le ~ : de geest geven
anima (anima), stato de ~ : gemoedstoestand
anima (anima), migration/transmigration del ~ : zielsverhuizing
anima (anima), nulle ~ vive : geen levende ziel
anima (anima), excitar le ~s : de gemoederen in beroering brengen
anima (anima), dar ~ a : bezielen
anima (anima), dar se ~ e corpore a un cosa : zich met hart en ziel aan iets wijden
anima (anima), ille esseva le ~ del conspiration : hij was de ziel van de samenzwering
anima (anima) /sub/ : MILITAR stootbodem (van een kanon)
anima (anima) /sub/ : stapel (van muziekinstrument)
animal /sub/ : dier, beest
animal, ~ terrestre : landdier
animal, ~ aquatic : waterdier
animal, ~ amphibie : amfibie
animal, ~ arboree : boomdier
animal, ~ domestic : huisdier
animal, ~ salvage : wild dier
animal, ~ de preda : roofdier
animal, ~ marin : zeedier
animal, ~ gregari : kuddedier
animal, ~ crepuscular/nocturne/de nocte : nachtdier
animal, ~ a/de sanguine fixe/cal(i)de : warmbloedig dier
animal, ~ a/de sanguine variabile/frigide : koudbloedig dier
animal, ~ de pellicias : pelsdier
animal, ~ de carga : lastdier
animal, ~ rapace : roofdier
animal, ~ sacrificial : offerdier
animal, ~es damnose : schadelijke dieren
animal, ~es solitari : solitaire dieren
animal, ~es reproductor : fokvee
animal, ~ phosphorescente : lichtgevend dier
animal, ~ immunde : onrein dier
animal, ~es captive : dieren in gevangenschap
animal, ~es superior : hogere dieren
animal, ~es inferior : lagere dieren
animal, ~ bisulce : tweehoevig dier
animal, ~ ungulate : hoefdier
animal, ~es articulate : gelede dieren
animal, ~es fossilisate : fossiele/versteende dieren
animal, ~ de tracto : trekdier
animal, ~ experimental/de experimentos/de laboratorio : proefdier
animal, ~ fabulose : fabeldier
animal, protection de ~es : dierenbescherming
animal, protector de ~es : dierenbeschermer
animal, societate pro le protection de ~es : vereniging voor dierenbescherming
animal, crueltate contra ~, maltractamento de ~es : dierenmishandeling
animal, persecutor de ~es : dierenbeul
animal, sacrificio de ~es : dierenoffer
animal, hospital pro ~es : dierenkliniek
animal, pension pro ~es domestic : dierenpension
animal, nomine de ~ : dierennaam
animal, vita de ~es : dierenleven
animal, pictor de ~es : dierenschilder
animal, die del ~ : dierendag
animal /adj/ : dierlijk, dieren..., der dieren, animaal
animal, vita ~ : dierlijk leven
animal, calor ~ : dierlijke warmte
animal, carbon ~ : beenderkool
animal, organismo ~ : dierlijk organisme
animal, functiones ~ : animale functies
animal, instinctos ~ : animale driften
animal, specie ~ : diersoort
animal, psychologia (psychologia) ~ : dierenpsychologie
animal, physiologia (physiologia) ~ : dierfysiologie
animal, systema nervose ~ : animale zenuwstelsel
animal, regno ~ : dierenrijk
animal, mundo ~ : dierenwereld
animal, epopea (epopea) ~ : dierenepos
animal, grassias ~ : dierlijke vetten
animal, veneno/toxico ~ : dierlijk gif
animal, traction ~ : dierlijke trekkracht
anno /sub/ : jaar
anno, ~ de nascentia : geboortejaar
anno, ~ de vita : levensjaar
anno, ~ de construction : bouwjaar
anno, ~ de transition : brugjaar
anno, ~ bissextil/intercalari : schrikkeljaar
anno, ~ record (E) : topjaar, rekordjaar
anno, ~ sabbatic : sabbatjaar
anno, ~ pluviose : regenjaar
anno, le ~s sexanta : de jaren zestig
anno, (Die del) Anno Nove : Nieuwjaarsdag
anno, Vigilia de Anno Nove : Oudejaarsavond
anno, ultime (ultime) die del ~ : oudejaar(sdag)
anno, message de Anno Nove : nieuwjaarsboodschap
anno, Guerra de Trenta Annos : Dertigjarige Oorlog
anno, serie/sequentia de ~s : reeks jaren
anno, ~ budgetari : begrotingsjaar
anno, ~ commemorative : gedenkjaar
anno, ~ jubilar : 1. RELIGION jubeljaar 2. jubileumjaar
anno, ~ luce/lumine : lichtjaar
anno, ~ lunar/synodic : maanjaar
anno, ~ solar : zonnejaar
anno, ~ planetari : planeetjaar
anno, ~ sideral : siderisch jaar, sterrejaar
anno, ~ olympic : olympisch jaar
anno, ~ scholar : schooljaar
anno, ~ fiscal : belastingjaar
anno, ~ de guerra : oorlogsjaar
anno, ~ universitari : academiejaar
anno, ~ ecclesiastic : kerkelijk jaar
anno, ~ sancte : heilig jaar
anno, ~ nefaste : ongeluksjaar
anno, ~ catastrophic/disastrose/de disastro : rampjaar
anno, ~ de lucto : rouwjaar
anno, ~s de servicio : dienstjaren/tijd
anno, ~s juvenil/de(l) juventute : jeugdjaren
anno, studente/studiante de tertie ~ : derdejaarsstudent
anno, ~ de prova : proefjaar
anno, ~ de apprentissage : leerjaar (van leerjongen)
anno, per ~ : per jaar
anno, plen de ~s : der dagen zat
anno, le ~ passate : verleden jaar
anno, le ~ proxime (proxime) : volgend jaar
anno, le ~ currente/presente : het lopende jaar
anno, cata tres ~s : om de drie jaar
anno, desde ~s : sedert jaren
anno, intra un ~ : binnen een jaar
anno, le ~ in curso : het lopende jaar
anno, plus de un anno : een dik jaar
anno, quasi un ~ : een klein jaar
anno, de ~ in ~ : jaar in jaar uit, jaar op jaar, van jaar tot jaar
anno, con le avantiar/crescer del ~s : met het klimmen der jaren
anno, ante un ~ : een jaar geleden
anno, haber duo ~s de minus : twee jaar jonger zijn
anno Domini /LATINO/ : anno Domini, in het jaar onzes Heren
annual /adj/ : jaarlijks, jaarlijks terugkerend, jaar...
annual, circulo ~ : jaarring (van boom)
annual, planta ~ : éénjarige plant
annual, salario ~ : jaarsalaris/loon
annual, balancio ~ : jaarbalans
annual, statistica ~ : jaarcijfers
annual, reporto ~ : jaarverslag
annual, mercato ~ : jaarmarkt
annual, premio ~ : jaarpremie
annual, abonamento ~ : jaarabonnement
annual, festa ~ : jaarfeest, jaarlijks feest
annual, renta ~ : jaargeld
annual, stipendio ~ : jaargeld
annual, carta ~ : jaarkaart
annual, anello ~ : jaarring
annual, revenito(s) ~ : jaarinkomen
annual, discurso ~ : jaarrede
annual, conto ~ : jaarrekening
annual, location ~ : jaarhuur
annual, reunion/assemblea (assemblea) ~ : jaarvergadering
annual, pluviositate ~ : jaarlijkse hoeveelheid regen
annual, sur un base ~ : op jaarbasis
annunciar /v/ : aankondigen, doen weten, mededelen, bekend maken
annunciar, ~ un dividendo : een dividend aankondigen
annunciar, ~ le arrivata del traino : de aankomst van de trein aankondigen
annunciar, ~ su visita (visita) : zijn bezoek aankondigen
annunciar, iste flor annuncia le primavera : deze bloem is een voorbode van de lente
annunciar, iste nubes nigre annuncia le pluvia : deze donkere wolken zijn een voorteken van de regen
annunciar, facer se ~ : zich laten aandienen
annunciar, entrar sin facer se ~ : onaangediend binnenkomen
annuncio /sub/ : aankondiging, bekendmaking, mededeling, bericht
annuncio, facer un ~ : een mededeling doen, iets bekend maken
annuncio /sub/ : advertentie, annonce
annuncio, ~ obituari/mortuari/de decesso : overlijdensadvertentie
annuncio, ~ de maritage/de matrimonio : huwelijksadvertentie
annuncio, colonna/columna del ~s : advertentiekolom
annuncio, tarifa del ~s : advertentietarief
annuncio, folio de ~s : advertentieblad
annuncio, agentia de ~s : advertentiebureau
annuncio, facer inserer/insertar un ~ : een advertentie plaatsen
anque /adv/ : ook, eveneens
ansa /sub/ : handvat, hengsel, oor, greep
ansa, ~ del tassa : oor van het kopje
ansa, ~ de un situla : hengsel van een emmer
ansa, ~ de un corbe : hengsel van een mand
ansa /sub/ : ANATOMIA lus
ante /prep/ : voor (plaats, tijd, rangorde)
ante, ~ multe tempore : lang geleden
ante, ~ un anno : een jaar geleden
ante, ~ meridie : voormiddags
ante, ~ toto : voor alles
ante, ~ un notario : ten overstaan van een notaris
ante /adv/ : voor, vroeger
antea /adv/ : vroeger, te voren
ante litteram /LATINO/ : "avant la lettre"
antemeridie /sub/ : voormiddag
anterior /adj/ : (mbt plaats en tijd) voorafgaand, vroeger, vorig, voor...
anterior, esser ~ a : voorafgaan aan
anterior, un scriptor ~ a Dante : een schrijver voor Dante
anterior, vita ~ : vorig leven
anterior, le die ~ : de vorige dag, de dag ervoor, daags tevoren
anterior, parte ~ del casa : voorste gedeelte van het huis
anterior, gamba ~ : voorpoot
anterior, platteforma ~ : voorbalkon (van tram)
anterior, traction/transmission ~ : voorwielaandrijving
anterior, facie ~ del omoplate : voorkant van het schouderblad
anterior, pariete ~ : voorwand
anterior, axe ~ : vooras
anterior, rota ~ : voorwiel
anterior, furca ~ : voorvork
anterior, pneu(matico) ~ : voorband
anterior, vocal ~ : voorklinker
anterior, vela ~ : voorzeil
antiquate /adj/ : verouderd, ouderwets, in onbruik geraakt, in onbruik
antiquate, parola ~ : verouderd woord
antiquate, conceptiones ~ : verouderde opvattingen
anxie /adj/ : angstig, bezorgd, ongerust
anxie /adj/ : vurig verlangend
ape /sub/ : bij
ape, ~ mellifere/mellific : honingbij
ape, ~ operari/obrer/neutre : werkbij, werkster
ape, ~ matre/regina/femina (femina) : koningin
ape, ~ mascule : dar
ape, essame de ~s : bijenzwerm
ape, nido de ~s : bijennest
ape, piccatura/punctura de ~ : bijensteek
ape, cera de ~ : bijenwas
ape, mercato de ~s : bijenmarkt
ape, aculeo de ~ : bijenangel
ape, dansa del ~ : bijendans
ape, veneno de ~ : bijengif
ape, regina del ~s : bijenkoningin
ape, linguage del ~s : bijentaal
aperir /v/ : openen
aperir, ~ un porta : een deur openen
aperir, ~ un littera (littera) : een brief openen
aperir, ~ un bottilia : een fles openen/aanbreken
aperir, ~ un schola : een school openen
aperir, ~ le oculos : de ogen openen
aperir, ~ le oculos a un persona : iemand de ogen openen
aperir, ~ le bursa : in de beurs tasten
aperir, ~ le palpebras (palpebras) : de oogleden opslaan
aperir, ~ un cammino/un via pro/a : een weg banen voor
aperir, ~ se un cammino/un via : zich een weg banen
aperir, ~ le radio : de radio aanzetten
aperir, ~ le pessula : ontgrendelen
aperir, ~ un vena : een ader openen
aperir, ~ le parenthese (parenthese)(s) : de haakjes openen
aperir, ~ le parapluvia : de paraplu opsteken
aperir, ~ le umbrella : de paraplu/parasol opsteken
aperir, ~ le starter : choken
aperir, su nomine aperi le lista : zijn naam staat bovenaan de lijst
aperir, ~ un brecha {sj} in : een bres schieten in
aperir /v/ : beginnen
aperir, ~ un inquesta : een onderzoek instellen
aperir, ~ un reunion : een vergadering openen MILITAR
aperir, ~ le foco contra : het vuur openen op
aperir, ~ un nove era : een nieuw tijdperk openen
aperir, ~ un conto : een rekening openen
aperir, ~ le discussion : de discussie openen
aperir, ~ nove mercatos : nieuwe markten openen
aperir, ~ un succursal : een filiaal openen
aperte /adj/ : open, opengesteld
aperte, ~ al publico : open/toegankelijk voor het publiek
aperte, littera (littera) ~ : open brief
aperte, fractura ~ : open breuk
aperte, plaga ~ : open wond
aperte, syllaba (syllaba) ~ : open lettergreep
aperte, question ~ : open vraag
aperte, character (character) ~ : open karakter
aperte, mente ~ : open geest
aperte, fossa ~ : geopende groeve
aperte, prision ~ : open gevangenis
aperte, universitate ~ : open universiteit
aperte, hospital psychiatric ~ : open psychiatrische inrichting
aperte, porto ~ : open haven
aperte, bottilia ~ : aangebroken fles
aperte, operation a corde ~ : open hartoperatie
aperte, negociationes ~ : open overleg
aperte, applauso a scena ~ : open doekje
aperte, precipitio ~ : gapende afgrond
aperte, conversation ~ : openhartig/open gesprek
aperte, le chassa {sj} es ~ : de jacht is open
aperte, a bucca ~ : met open mond
aperte, remaner le bucca ~ : sprakeloos zijn
aperte, con le gambas ~ : wijdbeens
aperte, citate ~ : open stad
aperte, secreto ~ : publiek geheim
aperte, cheque (A) ~ : blanco cheque
aperte, a celo ~ : in de open lucht
aperte, toto ~ : wijd open
aperte, tener ~ : open houden
aperte, reciper un persona a bracios ~ : iemand met open armen ontvangen
aperte, parlar a corde ~ : openhartig spreken
aperte, a oculos ~ : met open ogen
aperte, guardar le oculos ben ~ : zijn ogen goed open houden
aperte, lassar ~ un porta : een deur open laten
aperte, le porta remane ~ a : de deur blijft open voor
aperte, nos dormi con le fenestras ~ : wij slapen met open ramen
apertura /sub/ : het openen, opening
apertura, ~ buccal : mondopening
apertura, ~ del porta : deuropening
apertura, ~ lateral : zijopening
apertura, ~ de objectivo : lensopening
apertura, ~ alar : spanwijdte (van vleugels)
apertura, PHOTOGRAPHIA ~ maximal : lichtsterkte
apertura, ~ de vena : aderlating
apertura, ~ de un testamento : opening van een testament
apertura, ~ del frontieras : openstelling van de grenzen
apertura, curso de ~ : beginkoers, openingskoers
apertura, horas de ~ : openingstijden
apertura, die del ~ : openingsdag
apertura, precio de ~ : openingsprijs
apertura, ceremonia (ceremonia) de ~ : openingsplechtigheid
apertura, reunion de ~ : openingsvergadering
apertura, session de ~ : openingszitting
apertura, discurso de ~ : openingsrede
apertura, concerto de ~ : openingsconcert
apertura, representation de ~ : openingsvoorstelling
apertura /sub/ : het beginnen, begin
apertura, ~ del anno parlamentari : opening van het parlementaire jaar
apparato /sub/ : apparaat, toestel, werktuig, instrument, installatie
apparato, ~ de radio : radiotoestel
apparato, ~ de television : televisietoestel
apparato, ~ cinematographic/pro filmar : filmapparaat, filmcamera
apparato, ~ pro uso domestic : huishoudelijk apparaat
apparato, ~ respiratori : ademhalingsapparaat
apparato, ~ frigorific : koelapparaat
apparato, ~ de oxygeno (oxygeno) : zuurstofapparaat
apparato, ~ distillatori : distilleerapparaat
apparato, ~ photographic/de photographia (photographia) : fotocamera, fototoestel
apparato, ~ (photographic) plicante : klapcamera
apparato, ~ reflexe : (spiegel)reflexcamera
apparato, ~ acustic/de correction auditive : gehoorapparaat
apparato, ~ orthodontic : beugel (mbt gebit)
apparato, ~ telephonic/de telephono (telephono) : telefoontoestel
apparato, ~ telegraphic/de telegrapho (telegrapho) : telegraaftoestel
apparato, ~ de presentia : prikklok
apparato, ~ Morse : Morsetoestel
apparato, ~s de ascolta : afluisterapparatuur
apparato, ~s de mesura : meetapparatuur
apparato, ~s periphere : randapparatuur
apparato, ~ de coction : kooktoestel
apparato, ~ de freno : remtoestel
apparato, ~ de Kipp : Kipptoestel
apparato, ~ auxiliar : hulpapparaat
apparato, ~ semi-automatic : halfautomaat
apparato, ~ governamental : regeringsapparaat
apparato, ~ de(l) stato : staatsapparaat
apparato, ~ del partito : partijapparaat
apparato, ~ de projectiones : projectietoestel
apparato, ~ de gymnastica : gymnastiektoestel
apparato, ~ de elevation : hijswerktuig/toestel
apparato, ~ de controlo : controleapparaat
apparato, ~ de calefaction electric : elektrisch verwarmingstoestel
apparato, ~ de signales : seintoestel
apparato, ~ de production : produktieapparaat
apparato, ~ a/de calcular : rekenmachine
apparato, ~ genital : geslachtsapparaat
apparato, ~s de pisca : vistuig
apparato /sub/ : pracht, praal, pronk
apparato, vestimento de ~ : prachtkleed
apparato, costume de ~ : pronkgewaad
apparato, sala de ~ : pronkkamer
apparato, con multe ~ : pronkkamer
apparato, con grande ~ e pompa : met allerlei toeters en bellen
apparer /v/ : verschijnen, zichtbaar worden, te voorschijn komen
apparer, in iste obra appare le maestria (maestria) del artista : in dit werk wordt het meesterschap van de kunstenaar zichtbaar
apparer, vostre nomine non appare in le lista : uw naam komt niet op de lijst voor
appellar /v/ : roepen, noemen
appellar, ~ un taxi : een taxi aanroepen
appellar, ~ le adjuta de : de hulp inroepen van
appellar, ~ sub le armas : onder de wapenen roepen
appellar, si appellate : zogenaamd
appellar, iste situation appella un action immediate : in deze situatie is onmiddellijk handelen geboden
appellar /v/ : JURIDIC in beroep gaan, appelleren
appellar, ~ de un sententia : tegen een uitspraak in beroep gaan
appellar /v/ : een beroep doen, appelleren
appellar, ~ a un persona : een beroep doen op iemand
appellar, ~ al senso/sentimento de responsabilitate de un persona : een beroep doen op iemand
appello /sub/ : roep, oproep, beroep
appello, ave de ~ : lokvogel
appello, ~ nominal : afroepen van namen
appello, ~ de succurso : hulpgeroep
appello, ~ telephonic : telefoontje
appello, ~ urban : stads(telefoon)gesprek
appello, ~ interurban : interlokaal telefoongesprek
appello, ~ del conscientia : stem van het geweten
appello, signal de ~ : oproepsignaal
appello, corno de ~ : roephoorn, signaalhoorn
appello, votation/voto per ~ nominal : hoofdelijke stemming
appello, votar per ~ nominal : hoofdelijk stemmen
appello, lancear un ~ : een oproep doen
appello, facer ~ a : een beroep doen op
appello, facer ~ a tote su intelligentia : al zijn verstand bijeenrapen
appello, commission de ~ : hoorcommissie
appello, Appello Democratic Christian, ADC : Christen-Democratisch Appèl, CDA
appello /sub/ : JURIDIC appèl, beroep
appello, motivo de ~ : beroepsgrond
appello, Corte de Appello : Hof van Beroep/Appèl
appender /v/ : ophangen (schilderij, etc.)
appender, ~ un pictura al muro/pariete : een schilderij aan de muur hangen
appender /v/ : (aan)hechten, (bij)voegen, bevestigen
appender, ~ un sigillo a un documento : een zegel aan een dokument bevestigen
appertiner /v/ : toebehoren
appetito /sub/ : eetlust, trek
appetito, ~ enorme : geweldige eetlust
appetito, ~ invidiabile : gezegende eetlust
appetito, stimular/avivar/excitar le ~ : de eetlust opwekken
appetito, dar ~ a : de eetlust opwekken, hongerig maken
appetito /sub/ : begeerte, zin
appetito, ~ de viver : levenshonger
appetito, ~s sexual : geslachtsdriften, seksuele lusten
appetito, ~ de poter : machtswellust
appetito, ~ de rapina : rooflust, roofgierigheid
appoiar /v/ : steunen, leunen, rusten
appoiar, ~ se contra : aanleunen tegen
appoiar, ~ super (super) le button : op de knop drukken, de knop indrukken
appoiar, ~ super (super) le accelerator : het gaspedaal indrukken
appoiar /v/ : steunen, steun verlenen, helpen, bijstaan
appoiar, ~ se mutuemente : elkaar steunen
appoiar, io appoia tu opinion : ik steun je in die opvatting
appoio (appoio) /sub/ : het steunen, het leunen, steun, stut
appoio (appoio), prestar un ~ financiari : een geldelijke steun verlenen
appoio (appoio), offerer su ~ : zijn steun aanbieden
appoio (appoio), adjutar un persona con ~ e consilios : iemand met raad en daad ter zijde staan
appoio (appoio), demandar le ~ de un persona : iemands steun vragen
appoio (appoio), obtener le ~ de un persona : iemands steun verwerven, iemand op zijn hand krijgen
appoio (appoio), ~ moral : morele steun
appoio (appoio), muro de ~ : schoormuur
appoio (appoio), puncto de ~ : steunpunt, MILITAR basis
appoio (appoio), puncto de ~ pro le pede : voetensteun
appoio (appoio), vocal de ~ : hulpklinker
appoio (appoio), ~ de fenestra : vensterbank
appoio (appoio), ~ in le dorso : ruggesteun
appoio (appoio), pilastro de ~ : steunbeer
appoio (appoio), al ~ de : ter ondersteuning van
appoio (appoio) /sub/ : steun(verlening), hulp, bijstand
apportar /v/ : (mee)brengen, aanbrengen, inbrengen
apportar, esser apportate per le vento : aanwaaien
apportar, ~ capital : kapitaal inbrengen/verschaffen
apportar, ~ un valisa plus tarde : een koffer nabrengen
apportar, ille apporta su violino : hij brengt zijn viool mee
apportar, ille apporta su contribution : hij levert zijn bijdrage
apportar, ~ un modification al programma : een wijziging in het programma aanbrengen
apportar, con le reserva de ~ modificationes : wijzigingen voorbehouden
appreciar /v/ : schatten, taxeren
appreciar, ~ un distantia : een afstand schatten
appreciar /v/ : waarderen, op prijs stellen, appreciëren
appreciar, saper ~ un cosa : iets naar waarde weten te schatten
appreciar, ~ multo un persona : iemand heel erg waarderen
appreciar, ~ le bon vino : goede wijn weten te waarderen
apprender /v/ : leren
apprender, ~ Interlingua : Interlingua leren
apprender, ~ un technica : een techniek aanleren
apprender, ~ de memoria : van buiten/uit het hoofd leren
apprender, ~ a leger : leren lezen
apprender, iste poema se apprende facilemente : dat gedicht is gemakkelijk te leren
apprender, desi(de)rio de ~ : leergierigheid
apprender, desi(de)rose de ~ : leergierig
apprender /v/ : vernemen, ter ore komen
apprender, ~ un nova : een bericht vernemen
apprender, ~ un cosa de fonte ben informate : iets uit welingelichte bron vernemen
apprestar /v/ : gereedmaken, klaarmaken, bereiden, toebereiden, voorbereiden
apprestar, ~ un repasto : een maaltijd bereiden
apprestar, ~ un platto : een gerecht klaarmaken
apprestar, ~ su armas : zijn wapens gereed maken
apprestar, ~ un expedition : voorbereidingen treffen voor een expeditie
apprestar, ~ se pro le viage : aanstalten maken voor de reis
apprestar, ~ se pro le lucta : zich aangorden voor de strijd
apprestar /v/ : (TEXT) appreteren
approbar /conj/ : goedkeuren, goedvinden, waarderen, instemmen
approbar, ~ le ideas (ideas) de un persona : iemands ideeën onderschrijven
approbar, ~ un contracto : een contract goedkeuren
approbar, ~ al unanimitate : eenstemmig goedkeuren
approbar, ~ inconditionalmente un cosa : iets onvoorwaardelijk goedkeuren
approchar {sj} /v/ : naderen, dichterbij komen, nabij komen, gaan (naar)
approchar, le hora approcha : het uur nadert
approchar, le tempesta de tonitro (tonitro) approcha : het onweer komt opzetten
approvisionar /v/ : bevoorraden, voorzien van, leveren, aanvoeren
approvisionar, ~ un magazin/boteca de tote le mercantias necessari : een winkel bevoorraden met alle noodzakelijke goederen
approvisionar, ~ le armea (armea) : het leger bevoorraden
approvisionar, ~ se de bibitas (bibitas) : drank inslaan
approvisionar, ~ se de ligno pro le hiberno : hout inslaan voor de winter
april /sub/ : april
april, al fin de ~ : eind april
april, pisce de ~ : aprilgrap
a priori /sub/ : a priori, van te voren, vooraf
a priori, judicar ~ : aprioristisch oordelen
apte /adj/ : bekwaam, in staat, gepast, geschikt, doelmatig
apte, facer un cosa ~ pro : iets bruikbaar maken voor
apud (apud) /prep/ : bij
aqua /sub/ : water
aqua, ~ pur/clar : helder water
aqua, ~ dur : hard water
aqua, ~ potabile : drinkwater
aqua, ~ del tappo : kraanwater, leidingwater
aqua, ~ gasose : spuitwater
aqua, ~ pluvial/de pluvia : regenwater
aqua, ~ pro le the : theewater
aqua, ~ pro le caffe : koffiewater
aqua, ~ de tabula : tafelwater
aqua, ~ de ris : rijstwater
aqua, ~ de Colonia : eau de cologne
aqua, ~ de rosas : rozewater
aqua, ~ de fusion : smeltwater
aqua, ~ odorose : reukwater
aqua, ~ mineral : mineraalwater
aqua, ~ de calce : kalkwater
aqua, ~ catranate : teerwater
aqua, ~ turbide : troebel water
aqua, piscar in ~ turbide : in troebel water vissen
aqua, ~ currente : stromend water
aqua, ~ salate : zout water
aqua, ~ sucrate : suikerwater
aqua, ~ glaciate : ijswater
aqua, ~ bulliente : kokend water, heet water
aqua, ~ boric : boorwater
aqua, ~ subterranee : grondwater
aqua, ~ de infiltration : kwelwater
aqua, ~ lacustre : meerwater
aqua, ~s torrential : woest stromend water
aqua, ~(s) usate/residuari : afvalwater
aqua, ~s de superficie : oppervlaktewater
aqua, ~ terrose : gronderig water
aqua, ~ a barba : scheerwater
aqua, ~ de condensation : condenswater
aqua, ~ de disgelo : dooiwater
aqua, ~ saponose/de sapon : zeepwater
aqua, ~ de chloro : chloorwater
aqua, ~ dismaculatori : vlekkenwater
aqua, ~ de Javelle : bleekwater
aqua, ~ salmastre : brak water
aqua, ~ ferruginose : staalwater
aqua, ~ de pumpa : pompwater
aqua, ~ de fonte : bronwater
aqua, ~ de celo : hemelwater
aqua, ~ de banio : badwater
aqua, ~ del dunas : duinwater
aqua, ~ thermal : warm bronwater
aqua, ~ fluvial : rivierwater
aqua, ~ de(l) mar : zeewater
aqua, ~ baptismal/de baptismo : doopwater
aqua, ~ sancte/benedicte : heilig water
aqua, ~ crystallin : kristalwater
aqua, ~ morte : doodtij
aqua, ~s interne/interior : binnenwateren
aqua, ~s territorial : territoriale wateren
aqua, color de ~ : waterverf
aqua, bucca/prisa de ~ : brandkraan
aqua, matras de ~ : waterbed
aqua, vena de ~ : bronader, waterader
aqua, displaciamento de ~ : waterverplaatsing
aqua, lilio de ~ : waterlelie
aqua, melon de ~ : watermeloen
aqua, pan al ~ : waterbrood
aqua, chocolate {sj} al ~ : waterchocolade
aqua, filtro a ~ : waterfilter
aqua, penuria/manco/scarsitate/carentia de ~ : watergebrek, waternood
aqua, conducto de ~ : waterbuis
aqua, tonnello de ~ : waterton
aqua, pulice (pulice) de ~ : watervlo
aqua, macula de ~ : watervlek
aqua, nivello del ~ : waterpeil
aqua, refrigeration per ~ : waterkoeling
aqua, circulation del ~ : watercirculatie
aqua, colla al ~ : waterlijm
aqua, massa de ~ : watermassa
aqua, superficie del ~ : wateroppervlak(te)
aqua, pistola a ~ : waterpistool
aqua, vapor de ~ : waterdamp
aqua, portator de ~ : waterdrager
aqua, a proba/prova de ~, resistente al ~ : waterdicht
aqua, gutta de ~ : waterdruppel
aqua, consumo/consumption de ~ : waterverbruik
aqua, undulation de ~ : watergolf
aqua, undular al ~ : watergolven
aqua, evacuar le ~ : afwateren
aqua, saltar al ~ : in het water springen
aqua, cader al ~ : in het water vallen
aqua, jectar al ~ : in het water gooien
aqua, facer bullir ~ : water koken
aqua, mitter a pan e ~ : op water en brood zetten
aqua, portar ~ al mar : water naar de zee dragen
aqua, transporto per ~ : vervoer te water
aqua, columna/colonna de ~ : waterkolom
aqua, ordalia del ~ cal(i)de : heetwaterproef
aqua, calefaction al ~ cal(i)de : heetwaterverwarming
aqua, botta de ~ : waterlaars
aqua, linea de ~ : waterlijn
aqua, linea de ~s : waterlinie
aqua, contator de ~ : watermeter
aqua, molino de ~ : watermolen
aqua, horror del ~ : watervrees
aqua, ~ pesante : zwaar water, deuteriumoxide
aqua, facer ~ : water maken, lekken
aqua, via de ~ : 1. waterweg, 2. (water)lek
aqua, facer ~ : water maken, lekken
aqua, calfatar un via de ~ : een lek dichten
aqua, curso de ~ : waterloop, stroom
aqua, jecto de ~ : waterstraal
aqua, ~ ammoniac : ammonia
aqua, ~ ammoniacal : ammoniakwater
aqua, vacuar le ~ : (leeg)hozen (van een boot)
aqua, ~ dulce : zoet water
aqua, pisce de ~ dulce : zoetwatervis
aqua, fauna de ~ dulce : zoetwaterfauna
aqua, flora de ~ dulce : zoetwaterflora
aqua, planta de ~ dulce : zoetwaterplant
aqua, tortuca de ~ dulce : zoetwaterschildpad
aqua, laco de ~ dulce : zoetwatermeer
aqua, exprimitor de ~ : mangel, wringer
aqua, cavo de ~ : plas, (modder)poel
aqua, epuration/depuration/purification del ~ : drinkwaterzuivering
aqua, ~s cloacal : rioolwater
aqua, pollution del ~(s) : watervervuiling/verontreiniging
aqua, nivello de ~ de Amsterdam : A.P. (Amsterdams Peil)
aqua, turre/castello de ~ : watertoren
aqua, ratto de ~ : waterrat
aqua, rallo de ~ : waterral
aqua, abundante in ~ : waterrijk
aqua, portator de ~ : waterdrager
aqua, linea divisori de ~s : waterscheiding
aqua, central de ~ : waterleidingbedrijf
aqua, tubo de ~ : water(leiding)pijp
aqua, serreria (serreria) ad ~ : zaagmolen
aqua, cresson de ~ : witte waterkers
aqua, le ~s del utero (utero) : vruchtwater
aqua, trenchar {sj} le ~ : de waterleiding afsnijden
aquiero /sub/ : afvoerbuis, afwatering, draineringsbuis
aquiero, ~ stratal/de strata : goot
aratro /sub/ : ploeg
aratro, ~ a nive : sneeuwploeg
aratro, axe de ~ : ploegas
arbore /sub/ : boom
arbore, ~ genealogic : stamboom
arbore, ~ de Natal : kerstboom
arbore, ~ fructifere/fructal : vruchtboom
arbore, ~ gigantesc : reuzenboom
arbore, ~ nano : dwergboom
arbore, ~ cave : holle boom
arbore, ~ del vita : levensboom
arbore, ~ resinose : harsboom
arbore, ~ a cauchu (cauchu) : rubberboom
arbore, ~ gummifere/gummose : gomboom
arbore, ~ del libertate : vrijheidsboom
arbore, ~ de maio : meiboom
arbore, ~ frondifere/de fronda : loofboom
arbore, ~ (del scientia) del ben e del mal : boom (der kennis) van goed en kwaad
arbore, folio de ~ : boomblad
arbore, branca de ~ : boomtak
arbore, fructo de ~ : boomvrucht
arbore, cortice (cortice) de ~ : boomschors
arbore, specie ~ : boomsoort
arbore, sin ~s : boomloos
arbore, coperte de ~s : boomrijk
arbore, abatter ~s : bomen rooien
arbore, taliar/putar un ~ : een boom snoeien
arbore, abattitor de ~s : houthakker
arbore, chirurgia (chirurgia) de ~ : boomchirurgie
arbore, specialista de ~s malade : boomchirurg
arbore, limite (limite) del zona del ~s : boomgrens
arbore /sub/ : TECHNICA as, boom, spil, stang, balk
arbore, ~ del helice (helice) : schroefas
arbore, ~ intermedie : tussenas
arbore, ~ de transmission : transmissieas, drijfwerkas
arbore, ~ de disembracage : ontkoppelingsas
arbore, ~ del generator : generatoras
arbore, ~ motor/propulsori : aandrijfas
arbore, ~ a cammas : nokkenas
arbore, ~ a manivella : krukas
arbore, cavilia de ~ : asbout
arco /sub/ : boog, cirkelboog
arco, ~ de circulo : cirkelboog
arco, ~ diurne : dagboog
arco, ~ graduate : gradenboog
arco, serra a ~ : beugelzaag
arco, in forma de ~ : boogvormig
arco /sub/ : boog, gewelf
arco, ~ de honor : ereboog
arco, volta ad ~ : booggewelf
arco, ~ triumphal/de triumpho : triomfboog
arco, ~ ronde/rotunde : rondboog
arco, ~ ogival : spitsboog
arco, ponte ad/de ~(s) : boogbrug
arco, fenestra ad ~ : boogvenster
arco, ~ luminose : lichtboog
arco, ~ del celo : regenboog
arco, lampa de/ad ~s, ~ voltaic : booglamp
arco, ~ de tension : spanningsboog
arco, ~ de contacto : beugel (van de tram)
arco, clave de ~ : sluitsteen
arco, ~ branchial : kieuwboog
arco, ~ neural : zenuwboog
arco, ~ vertebral : wervelboog
arco, ~ zygomatic : jukbeenboog
arco, ~ aortic : aortaboog
arco /sub/ : boog (wapen)
arco, corda de ~ : boogpees
arco, tender le ~ : de boog spannen
arco, distender le ~ : de boog ontspannen
arco, tirar con le/al ~ : boogschieten
arco, tiro con le/al ~ : het boogschieten
arco, tirator al ~ : boogschutter
arco, colpo/tiro de ~ : boogschot
arco, armate de un ~ e de sagittas : gewapend met pijl en boog
arco /sub/ : strijkstok (van viool, etc.)
arco, quartetto de instrumentos de ~, quartetto de ~s : strijkkwartet
arco, orchestra de instrumentos de ~ : strijkorkest
arder /v/ : (ver)branden, in brand staan
arder, ~ sin flamma : smeulen
arder, ardite per le sol : zonverbrand
arder, alcohol de ~ : brandspiritus
arder, ~ como un torcha : branden als een fakkel
ardor /sub/ : hitte, gloed
ardor, ~ del sol : gloed van de zon, zonnebrand
ardor, le ~ del canicula : de hitte van de hondsdagen
ardor, sentir ~ de stomacho : een branderig gevoel in de maag hebben
ardor /sub/ : hartstocht, vurigheid, geestdrift, ijver, onstuimigheid
ardor, ~ poetic : dichtvuur
ardor, ~ juvenil : jeugdig vuur
ardor, ~ del passion : gloed van de hartstocht
ardor, desirar/desiderar con ~ un cosa : iets hartstochtelijk wensen
ardor, excitar le ~ de un persona : iemands ijver aanvuren
area /sub/ : open ruimte, oppervlak(te), gebied, terrein
area, ~ de construction : bouwplaats
area, ~ urban : stadsgebied
area, ~ de vision : gezichtsveld
area, ~ de penalitate/de penalty : strafschopgebied
area, ~ de patinage : ijsbaan
area, ~ cyclonic : gebied met lage luchtdruk
area, ~ de commercio : handelsgebied
argento /sub/ : zilver
argento, ~ pur : louter zilver
argento, ~ vive : kwikzilver
argento, ~ in barras : staafzilver
argento, ~ colloidal : colloïdaal zilver
argento, ~ fin : fijn zilver
argento, ~ fulminante : knalzilver
argento, ~ in laminas : zilverblik
argento, vena de ~ : zilverader
argento, mineral de ~ : zilvererts
argento, mina de ~ : zilvermijn
argento, jacimento de ~ : zilverbedding
argento, papiro de ~ : zilverpapier
argento, catena de ~ : zilveren ketting
argento, pecia de ~ : zilverstuk
argento, flotta de ~ : zilvervloot
argento, filo de ~ : zilverdraad
argento, tresor de ~ : zilverschat
argento, barra/lingoto de ~ : zilverstaaf
argento, composito (composito) de ~ : zilververbinding
argento, bromido/bromuro de ~ : zilverbromide, broomzilver
argento, iodido/ioduro de ~ : zilverjodide
argento, sulfido/sulfuro de ~ : zilversulfide
argento, amalgama (amalgama) de ~ : zilveramalgaam
argento, pulvere de ~ : zilverpoeder
argento, soldatura de ~ : zilversoldeer
argento, sal de ~ : zilverzout
argento, banio de ~ : zilverbad
argento, moneta de ~ : zilvergeld
argento, titulo/percentage de ~ : zilvergehalte
argento, nuptias de ~ : zilveren bruiloft
argento, standard (A) de ~ : zilveren standaard
argento, extracto de ~ : zilverwinning
argento, cuppa in ~ : zilveren bokaal
argento, forgiar ~ : zilver smeden
argilla /sub/ : klei, leem
argilla, ~ fluvial : rivierklei
argilla, ~ marin : zeeklei
argilla, ~ legier : lichte klei
argilla, ~ grasse : vette/zware klei
argilla, ~ magre : magere klei
argilla, ~ calcari : kalkklei
argilla, strato de ~ : kleilaag
argilla, tabletta de ~ : kleitablet
argilla, tabuletta de ~ : kleitafeltje
argilla, solo/terra de ~ : kleigrond
argilla, dica de ~ : kleidijk
argilla, crusta de ~ : kleikorst
argilla, odor de ~ : kleilucht
argilla, revestimento de ~ : kleibekleding
argilla, ~ plastic : boetseerklei
argilla, ~ smectic : vollersaarde
argilla, ~ blanc : porseleinaarde, kaolien
argilla, masca/mascara (mascara) de ~ : kleimasker
argilla, ~ refractari : chamotte (vuurvaste klei of steen)
argilla, pipa in ~ : stenen (Goudse) pijp
argilla, colosso/gigante con pedes de ~ : reus op lemen voeten
argumentar /v/ : argumentar, bewijsgronden/argumenten aanvoeren
argumentar, ~ contra un adversario : tegen een tegenstander argumenteren
argumentar, maniera de ~ : betoogtrant
argumentar, ~ in favor de un these (-esis (-esis)) : een pleidooi houden voor een stelling
argumentar, il es inutile de ~ contra isto : daartegen valt/is niet te redeneren
arma /sub/ : wapen
arma, ~s de guerra : oorlogstuig, wapentuig
arma, ~s chimic : chemische wapens
arma, ~s bacteriologic : bacteriologische wapens
arma, ~s biologic : biologische wapens
arma, ~s thermonuclear : thermonucleaire wapens
arma, ~s conventional : conventionele wapens
arma, ~ defensive/de defensa : verdedigingswapen
arma, ~ offensive/de offensiva/de attacco : aanvalswapen
arma, ~s strategic : strategische wapens
arma, ~ homicida : moordwapen
arma, ~ spatial : ruimtewapen
arma, ~ a curte portata : kortedrachtwapen
arma, ~ a puncta : steekwapen
arma, ~ blanc : blank wapen
arma, ~ a/de percussion : percussiewapen
arma, ~ a/de foco : vuurwapen
arma, ~ a/de foco portative : handvuurwapen
arma, ~ de bordo : boordwapen
arma, ~ rocchetta : raketwapen
arma, ~ antisatellita : antisatellietwapen
arma, ~ de mano : handwapen
arma, ~s legier : lichte wapens
arma, ~s pesante : zware wapens
arma, ~ de jecto : slingerwapen
arma, al ~s! : te wapen!
arma, facto de ~s : wapenfeit
arma, sala de ~s : wapenzaal
arma, fluxo de ~s : wapenstroom/toevoer
arma, deposito (deposito) de ~s : wapendepot
arma, production de ~s : wapenproduktie
arma, industria de ~s : wapenindustrie
arma, fabrica de ~s : wapenfabriek
arma, fabricante de ~s : wapenfabrikant
arma, commercio de ~s : wapenhandel
arma, exportation de ~s : wapenuitvoer
arma, fornitura/livration de ~s : wapenlevering
arma, ordine de ~s : wapenorder/bestelling
arma, embargo super le exportation de ~s : wapenembargo
arma, le porto de ~s : het dragen van wapens
arma, permisso de porto de ~s : wapenvergunning
arma, homine de ~s : krijgsman
arma, fratre/companion de ~s : wapenbroeder, strijdmakker
arma, fraternitate de ~s : wapenbroederschap
arma, appellar/clamar sub le ~s : onder de wapenen roepen
arma, prender le ~s : naar de wapenen grijpen, de wapens opvatten
arma, render le ~s : de wapenen neerleggen
arma, obtener per le ~s : bevechten, vechtend verkrijgen
arma, manear un ~ : met een wapen omgaan
arma, fortuna del ~s : krijgskans
arma, placia de ~s : exercitieterrein
arma, detention illicite (illicite) de ~s : onrechtmatig wapenbezit
arma, sin ~s : ongewapend
arma /sub/ : wapen (legeronderdeel)
armar /v/ : bewapenen, van wapens voorzien
armar, ~ se de/con un pistola : zich met een pistool wapenen
armar /v/ : verstevigen
armar, ~ beton : beton wapenen
armar /v/ : uitrusten (met), voorzien (van)
armar, ~ se patientia : geduld oefenen
armar /v/ : ~ un persona cavallero
armea (armea) /sub/ : leger, legercorps, krijgsmacht
armea (armea), ~ permanente/active : staand leger
armea (armea), ~ terrestre/de terra : landleger
armea (armea), ~ federal : bondsleger
armea (armea), ~ de mestiero : beroepsleger
armea (armea), ~ aeree : luchtmacht
armea (armea), ~ inimic : vijandelijk leger
armea (armea), ~ auxiliar : hulpleger
armea (armea), ~ de occupation : bezettingsleger
armea (armea), ~ expeditionari : expeditieleger
armea (armea), ~ de invasion : invasieleger
armea (armea), ~ de succurso : hulpleger
armea (armea), ~ de liberation : bevrijdingsleger
armea (armea), ~ mercenari : huurleger
armea (armea), ~ de voluntarios : vrijwilligersleger
armea (armea), ~ regular : geregeld/regulier leger
armea (armea), ~ de disimbarcation : landingsleger
armea (armea), ~ celeste : hemelse legerscharen
armea (armea), Armea Rubie : Rode Leger
armea (armea), ala de un ~ : vleugel van een leger
armea (armea), tenta de ~ : legertent
armea (armea), bulletin de ~ : legerbericht
armea (armea), commandante de ~ : legercommandant
armea (armea), unitate del ~ : legeronderdeel
armea (armea), servicio de informationes del ~ : legervoorlichtingsdienst
armea (armea), fortia numeric/potentia de un ~ : sterkte van een leger
armea (armea), museo (museo) del ~ : legermuseum
armea (armea), base del ~ : legerbasis
armea (armea), truck (A) del ~ : legertruck
armea (armea), commandar un ~ : een leger aanvoeren
armea (armea), equipar un ~ : een leger uitrusten
armea (armea), recrutar/formar/levar un ~ : een leger op de been brengen
arrangiamento /sub/ : rangschikking, regeling, ordening
arrangiamento, ~ alphabetic : alfabetische indeling
arrangiamento, ~ clar : overzichtelijke indeling
arrangiamento, ~ floral/de flores : bloemstuk
arrangiamento, ~ musical : muzikaal arrangement
arrangiamento, ~ theatral : toneelbewerking
arrangiamento, ~ collusori : onderhandse regeling
arrangiamento, ~ amicabile : minnelijke schikking
arrangiamento, cercar un ~ : een regeling zoeken
arrangiamento, trovar un ~ : een schikking vinden
arrangiamento, venir a un ~ : tot een schikking komen
arrangiamento /sub/ : plan
arrangiar /v/ : rangschikken, in orde brengen, organiseren
arrangiar, ~ papiros : papieren rangschikken/ordenen
arrangiar, ~ flores in un vaso : bloemen rangschikken in een vaas
arrangiar, ~ un camera (camera) : een kamer in gereedheid brengen
arrangiar, ~ un viage : een reis organiseren
arrangiar, ~ un pecia de theatro : een toneelstuk bewerken
arrangiar /v/ : bedenken, beramen
arrangiar /v/ : bijleggen, in der minne schikken
arrangiar, 4 ~ se : het klaarspelen, zich redden
arrestar /v/ : blijven staan, stilhouden, stoppen
arrestar, ~ de leger : ophouden met lezen
arrestar /v/ : tot stilstand brengen, stilhouden, stoppen
arrestar, ~ su auto(mobile) : zijn auto tot stilstand brengen
arrestar, ~ su horologio : zijn horloge stilzetten
arrestar, ~ le circulation/le traffico : het verkeer stopzetten
arrestar, ~ le avantiamento : de opmars stuiten
arrestar, ~ le hemorrhagia (hemorrhagia) : de bloeding tot staan brengen
arrestar, ~ se : blijven staan
arrestar /v/ : arresteren, aanhouden
arrestar, ~ un criminal : een misdadiger arresteren
arrivar /v/ : aankomen, arriveren
arrivar, ~ a casa : thuiskomen
arrivar, ~ in retardo : te laat komen
arrivar, ille arriva currente : hij komt aanhollen
arrivar, ~ al apice (apice) : ten top stijgen
arrivar, ~ a un certe etate : een zekere leeftijd bereiken
arrivata /sub/ : aankomst
arrivata, ~ del traino : aankomst van de trein
arrivata, station de ~ : station van aankomst
arrivata, al ~ de : bij aankomst van
arrivata, hall (A) de ~ : aankomsthal
arrivata, hora de ~ : aankomsttijd
arrivata, tabula de partitas e ~s : bord met vertrek- en aankomsttijden
arrivata, linea de ~ : aankomstlijn, eindstreep, finish
arte /sub/ : kunst (schone, etc.)
arte, ~s liberal : vrije kunsten
arte, le belle ~s : de schone kunsten
arte, schola/academia de belle ~s : school/academie voor schone kunsten, kunstacademie
arte, le scientias e le ~s : kunsten en wetenschappen
arte, le ~ pro le ~ : de kunst om de kunst, "l'art pour l'art"
arte, ~ dramatic/scenic : toneelkunst
arte, schola de ~ dramatic : toneelschool
arte, ~ popular : volkskunst
arte, ~ rupestre : holenkunst
arte, ~ antique : oude kunst
arte, ~ decorative/ornamental : sierkunst, decoratieve kunst
arte, ~ conceptual : "conceptual art", conceptuele kunst
arte, ~ plastic/figurative : beeldende kunst
arte, ~ sculptural : beeldhouwkunst
arte, ~ monumental : monumentale kunst
arte, ~ static : statische kunst
arte, ~ archaic (archaic) : archaïsche kunst
arte, ~ primitive : primitieve kunst
arte, Syndicato de Professionales del Artes Plastic : Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars, BBK
arte, ~ poetic : dichtkunst
arte, ~ degenerate : gedegenereerde/ontaarde kunst
arte, ~ cinematographic : filmkunst
arte, ~ del pictura : schilderkunst
arte, ~ del broderia (broderia) : borduurkunst
arte, ~s graphic : grafische kunsten
arte, ~ del aurifice (aurifice) : goudsmeedkunst
arte, ~ del designo : tekenkunst
arte, ~ del canto : zangkunst
arte, ~ del dansa : danskunst
arte, ~s applicate : toegepaste kunsten
arte, campo/terreno del ~ : terrein van de kunst
arte, libro de ~ : kunstboek
arte, amator de ~ : kunstliefhebber
arte, revista de ~ : kunsttijdschrift
arte, rubrica de ~ : kunstrubriek
arte, catalogo (catalogo) de ~ : kunstcatalogus
arte, furto/robamento de ~ : kunstdiefstal
arte, dedicar se a/practicar un ~ : een kunst beoefenen
arte, practica de un ~ : kunstbeoefening
arte, photographia (photographia) de ~ : kunstfotografie
arte, galeria (galeria) de ~ : kunstgalerij
arte, sensibile al ~ : kunstgevoelig
arte, historia del ~ : kunstgeschiedenis
arte, historico del ~ : kunsthistoricus
arte, consilio del ~s : kunstraad
arte, mundo del ~s : kunstwereld
arte, forma de ~ : kunstvorm
arte, objecto de ~ : kunstvoorwerp
arte, terreno del ~ : gebied van de kunst
arte, mercato de objectos de ~ : kunstmarkt
arte, commercio de objectos de ~ : kunsthandel
arte, mercante/negotiante de objectos de ~ : kunsthandelaar
arte, collection (de objectos) de ~ : kunstcollectie/verzameling
arte, collector de objectos de ~ : kunstverzamelaar
arte, vendita (vendita) public de objectos de ~ : kunstveiling
arte, cognoscitor/experto de ~ : kunstkenner
arte, amator/amante de ~ : kunstminnaar
arte, regula de ~ : kunstregel
arte, exposition de ~ : kunsttentoonstelling
arte, critico de ~ : kunstkritikus
arte, critica de arte : kunstkritiek
arte, obra/opera (opera) de ~ : kunstwerk
arte, protector del ~s : kunstbeschermer
arte /sub/ : bekwaamheid, bedrevenheid, vaardigheid, kunst, kunde
arte, ~ militar/del guerra : krijgskunde
arte, ~ culinari/de cocinar/del cocina : kookkunst
arte, ~ de scriber : schrijfkunst
arte, ~ de viver : levenskunst
arte, ~ de amar : minnekunst
arte, ~ narrative : vertelkunst
arte, ~ magic/de magia : toverkunst
arte, ~ oratori : redenaarskunst
arte, ~ de governar : regeerkunst
arte, ~ natatori : zwemkunst
arte, ~s diabolic : duivelse kunsten
arte, secundo tote le regulas del ~ : volgens alle regels van de kunst
articulo /sub/ : ANATOMIA geleding, gewricht, scharnier
articulo /sub/ : artikel, bepaling, paragraaf, punt
articulo, ~ del constitution : grondwetsartikel
articulo, le dece-duo ~s del fide : de twaalf artikelen des geloofs
articulo, infraction del ~ 80 : overtreding van artikel 80
articulo, ~ per ~ : artikelsgewijs
articulo /sub/ : artikel (in krant, etc.)
articulo, ~ de jornal : krantenartikel
articulo, ~ de revista : tijdschriftartikel
articulo, ~ principal/de fundo/de testa : hoofdartikel
articulo /sub/ : artikel (koopwaar)
articulo, ~s de luxo : luxe artikelen
articulo, ~s sanitari : sanitaire artikelen
articulo, ~s de marca : merkartikelen
articulo, ~ de moda : modeartikel
articulo, ~s de designo : tekenbehoeften
articulo, ~s de brosseria (brosseria) : borstelwaren
articulo, ~s de/in metallo : metaalwaren
articulo, ~s de ferro : ijzerwaren
articulo, ~ de saison : seizoenartikel
articulo, ~ de sport/sportive : sportartikel
articulo, ~s de alimentation : levensmiddelen
articulo, ~s de corio : lederwaren
articulo, ~s de banio : badartikelen
articulo, ~ de consumo : gebruiksartikel
articulo, ~ de serie/de grande consumo : massa-artikel
articulo, ~ jectabile/a jectar : wegwerpartikel
articulo, ~ utilisabile : bruikbaar artikel
articulo, ~s de prime necessitate : eerste levensbehoeften
articulo, ~ de uso domestic : huishoudelijk artikel
articulo, ~s de phantasia (phantasia) : galanterieën
articulo, ~ de commercio : handelsartikel
articulo, ~ de importation : invoerartikel
articulo, ~ de exportation : exportartikel
articulo, ~ currente : gangbaar/gewild artikel
articulo, ~s de gumma : gummiwaren
articulo, ~s de secunde mano : tweedehandsgoederen
articulo /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA lidwoord
articulo, ~ definite/determinate : bepaald lidwoord
articulo, ~ indefinite/indeterminate : onbepaald lidwoord
articulo, ~ partitive : delend lidwoord
artificial /adj/ : kunstmatig, kunst..., namaak...
artificial, seta ~ : kunstzijde
artificial, lana ~ : kunstwol
artificial, fibra ~ : kunstvezel
artificial, pellicia ~ : kunstbont
artificial, cauchu (cauchu) ~ : kunstrubber
artificial, corio ~ : kunstleer
artificial, melle ~ : kunsthoning
artificial, resina ~ : kunsthars
artificial, gazon ~ : kunstgras
artificial, perla ~ : kunstparel
artificial, calce ~ : kunstkalk
artificial, marmore ~ : marmerimitatie
artificial, glacie ~ : kunstijs
artificial, patinatorio ~ : kunstijsbaan
artificial, porto ~ : kunstmatige haven
artificial, pista super (super) glacie ~ : kunstijsbaan
artificial, nive ~ : kunstsneeuw
artificial, musca ~ : kunstvlieg
artificial, alimentation ~ : kunstvoeding
artificial, luce/lumine ~ : kunstlicht
artificial, producto ~ : kunstprodukt
artificial, satellite (satellite) ~ : aardsatelliet (kunstmaan)
artificial, luna ~ : kunstmaan
artificial, lingua ~ : kunsttaal
artificial, sol ~ : hoogtezon
artificial, insemination ~ : kunstmatige bevruchting
artificial, centro de insemination ~ : K.I.-station
artificial, gamba ~ : kunstbeen
artificial, bracio ~ : kunstarm
artificial, oculo ~ : kunstoog
artificial, dente ~ : kunsttand
artificial, corde ~ : kunsthart
artificial, pulmon ~ : kunstlong, ijzeren long
artificial, intelligentia ~ : kunstmatige intelligentie
artificial, dentatura ~ : kunstgebit
artificial, respiration ~ : kunstmatige ademhaling
artificial, practicar le respiration ~ : kunstmatige ademhaling toepassen
artificial, centro de respiration ~ : beademingscentrum
artificial, flor ~ : kunstbloem
artificial, laco ~ : stuwmeer
artificial, insula ~ : kunstmatig eiland
artificial, magnete ~ : kunstmatige magneet
artificial, covatrice (~) : broedmachine
artificial, matre ~ : kunstmoeder (voor kuikens)
artificial, focos ~ : vuurwerk
artificial, pista de ski (No) ~ : kunststofskibaan
artificio /sub/ : truc, kunstgreep, handigheidje, kneep
artificio, ~ de calculo : rekentruc
artificio, ~ de stilo : stilistische kunstgreep
artificio /sub/ : apparaat, mechaniek
artificio, facer un foco de ~ : een vuurwerk afsteken
ascender /v/ : (op)klimmen, omhoog gaan, (op)stijgen
ascender, ~ al celo : ten hemel varen
ascender, ~ al throno : de troon bestijgen
ascender, ~ in rango : opklimmen in rang
ascender, ~ al prime division : promoveren naar de eerste divisie
ascoltar /v/ : luisteren (naar), beluisteren
ascoltar, ~ un orator : naar een redenaar luisteren
ascoltar, ~ un concerto : naar een concert luisteren
ascoltar, ~ (con) le bucca aperte : met open mond luisteren
ascoltar, saper ~ ben : goed kunnen luisteren
ascoltar, ~ le duo partes : het (recht van) hoor en wederhoor laten gelden/toepassen
aspecto /sub/ : aspect, aanblik, uiterlijk
aspecto, haber un ~ impressionante : er indrukwekkend uitzien
aspecto, le cosas ha prendite un ~ toto diverse : de zaken hebben een geheel ander aanzien gekregen
aspecto, ora le cosa presenta un ~ totalmente distincte : nu krijgt de zaak een geheel ander voorkomen
aspecto, ~ vitrose : glazigheid
aspecto, al prime ~ : bij de eerste aanblik
aspecto, fructos de belle ~ : fruit dat er aantrekkelijk uitzoek
aspecto /sub/ : kant, gezichtspunt, aspect
aspecto, ~ ethic de un problema : ethische zijde van een probleem
aspecto, un multitude de ~s : een veelheid aan invalshoeken
aspecto, sub omne ~ : alzijdig
aspecto /sub/ : ASTROLOGIA aspect
aspecto /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA aspect
aspecto, ~ durative : duratief aspect
aspecto, ~ progressive : progressief aspect
aspere /adj/ : ruw, rauw, guur, streng
aspere, hiberno ~ : strenge winter
aspere, vento ~ : gure wind
aspere, voce ~ : ruwe/rauwe stem
aspere, un ~ contacto con le realitate : een ruwe aanraking met de werkelijkheid
aspere, reprehender asperemente un persona : iemand de mantel uitvegen
assatis (assatis) /adv/ : genoeg
assatis (assatis) /adv/ : nogal, tamelijk, vrij
assecurantia /sub/ : verzekering, toezegging, belofte
assecurantia /sub/ : COMMERCIO verzekering, assurantie
assecurantia, societate/compania (compania) de ~s : verzekeringsmaatschappij
assecurantia, inspector (de un compania (compania)/societate) de ~s : verzekeringsmaatschappij
assecurantia, premio de ~ : verzekeringspremie
assecurantia, polissa (polissa) de ~ : verzekeringspolis
assecurantia, certificato de ~ : assurantiecertificaat
assecurantia, costos de ~ : assurantiekosten
assecurantia, tarifa de ~ : verzekeringstarief
assecurantia, mediation de ~ : assurantiebemiddeling
assecurantia, ~ mixte : gemengde verzekering
assecurantia, ~ complementari : aanvullende verzekering
assecurantia, ~ voluntari : vrijwillige verzekering
assecurantia, ~ obligatori/compulsori : verplichte verzekering
assecurantia, ~ contra le pluvia : regenverzekering
assecurantia, ~ contra le damnos : schadeverzekering
assecurantia, ~ contra le invaliditate : invaliditeitsverzekering
assecurantia, ~ contra le grandine : hagelverzekering
assecurantia, ~ contra le disoccupation : werkloosheidsverzekering
assecurantia, ~ contra le accidentes : ongevallenverzekering
assecurantia, ~ contra furtos/robamento : inbraakverzekering
assecurantia, ~ contra incendios : brandverzekering
assecurantia, ~ mutue contra incendios : onderlinge brandverzekering
assecurantia, ~ (contra) tote le riscos : all-riskverzekering
assecurantia, ~ de mercantias (mercantias) : goederenverzekering
assecurantia, ~ agricole : landbouwverzekering
assecurantia, ~ maritime (maritime) : zeeverzekering
assecurantia, ~ super (super) le vita : levensverzekering
assecurantia, ~ de responsabilitate (civil) : aansprakelijkheidsverzekering, W.A.-verzekering
assecurantia, ~ complementari : aanvullende verzekering
assecurantia, le ~ coperi le damno(s) : de verzekering dekt de schade
assecurantia, Lege General super (super) le Assecurantia del Viduas e del Orphanos : de verzekering dekt de schade
assecurantia, agentia de ~s : assurantiekantoor
assecurantia, mediator/commissionero/agente de ~s : verzekeringsagent/makelaar
assecurantia, compania (compania)/societate de ~s super (super) le vita : levensverzekeringsmaatschappij
assecurantia, compania/societate de ~ contra incendios : brandverzekeringsmaatschappij
assecurantia, officio de ~s : verzekeringskantoor
assecurantia, concluder/contraher/contractar un ~ : een verzekering sluiten
assecurantia, prender un ~ private : zich particulier verzekeren
assecurar /v/ : waarborgen, veilig stellen, zeker stellen
assecurar, ~ le tranquillitate de un pais : de rust van een land verzekeren
assecurar, su futuro es assecurate : zijn kostje is gekocht
assecurar /v/ : verzekeren, de verzekering geven, betuigen, bezweren
assecurar, ~ se del solventia de un comprator : zich verzekeren van de solvabiliteit van een koper
assecurar /v/ : COMMERCIO verzekeren, assureren
assecurar, non assecurate : onverzekerd
assecurar, insufficientemente assecurate : onderverzekerd
assecurar, ~ se privatemente : zich particulier verzekeren
assemblea (assemblea) /sub/ : vergadering, bijeenkomst, zitting
assemblea (assemblea), ~ plenari : plenaire vergadering
assemblea (assemblea), ~ de actionistas : aandeelhoudersvergadering
assemblea (assemblea), ~ federal : bondsvergadering
assemblea (assemblea), ~ consultative : raadgevende vergadering
assemblea (assemblea), ~ constitutive/constituente : oprichtingsvergadering
assemblea (assemblea), ~ popular : volksvergadering
assemblea (assemblea), ~ general : algemene vergadering
assemblea (assemblea), ~ extraordinari : buitengewone vergadering
assemblea (assemblea), ~ annual : jaarvergadering
assemblea (assemblea), ~ conventual : convent (vergadering van kloosterlingen)
assemblea (assemblea), deliberationes de un ~ : beraadslagingen van een vergadering
assemblea (assemblea), decisiones de un ~ : besluiten van een vergadering
assemblea (assemblea), presidente de un ~ : voorzitter van een vergadering
assemblea (assemblea), convocar un ~ : een vergadering uitschrijven
assemblea (assemblea), prorogar un ~ : een vergadering verdagen
assemblea (assemblea), esser reunite in un ~ : in vergadering bijeen zijn
assemblea (assemblea), ante le session plenari del ~ : voor beide kamers in vergadering bijeen
assertion /sub/ : bewering, verklaring, uitspraak
assertion, ~ gratuite (gratuite) : onbewezen bewering
assertion, ~es indefendibile : onhoudbare beweringen
assertion, ~es mendace : leugenachtige beweringen
assertion, le factos ha corroborate su ~es : de feiten hebben zijn beweringen gestaafd
assi (assi) /adv/ : zó, aldus, op die manier, even(eens)
assi (assi), un libro ~ belle : zo'n mooi boek
assi (assi), ~ es le vita : zo is het leven nu eenmaal
assi (assi), ~ bon como belle : even goed als mooi
assister(I) /v/ : helpen, bijstaan, assisteren, ondersteunen, ter zijde staan
assister(I), ~ durante un parto : bij een bevalling assisteren
assister(I), ~ un persona durante le hiberno : iemand de winter doorhelpen
assister(I), si le fortuna me assiste : als ik geluk heb
association /sub/ : het verbinden, het verenigen, verbinding, vereniging, associatie
association, ~ de ideas (ideas) : gedachtenassociatie
association, ~ sonor/de sonos : klankassociatie
association /sub/ : vereniging, club, organisatie, (ver)bond, maatschappij
association, derecto de ~ : verenigingsrecht
association, libertate de ~ : vrijheid van vereniging
association, sede del ~ : verenigingsgebouw
association, ~ commercial : handelsvereniging, vennootschap
association, ~ de tourismo (oe) : toeristenbond
association, ~ de agricultores : boerenbond
association, ~ juvenil/de juventute : jeugdvereniging/bond
association, ~ sportive : sportvereniging, sportclub
association, ~ gymnastic/ de gymnastica : gymnastiekvereniging
association, ~ de football (E) : voetbalvereniging/club
association, ~ columbophile : duivenvereniging
association, ~ de scherma : schermvereniging
association, ~ de consumitores : consumentenbond
association, ~ de quartiero : buurtvereniging
association, ~ religiose : godsdienstige vereniging
association, ~ litterari : letterkundig/letterlievend genootschap
association, constituer un ~ : een vereniging oprichten
association, diriger un ~ : een vereniging besturen
atomo (atomo) /sub/ : atoom
atomo (atomo), ~ de carbon : koolstofatoom
atomo (atomo), ~ stabile : stabiel atoom
atomo (atomo), fission/disintegration del ~ : atoomsplitsing
atroce /adj/ : afgrijselijk, gruwelijk, weerzinwekkend, vreselijk, ontzettend, heel erg
atroce, crimine ~ : gruwelijke/wrede misdaad
atroce, dolor ~ : vreselijke pijn
atroce, suffrentia - : vreselijke, ondragelijke pijn
atroce, un ~ mal de dentes : een verschrikkelijke kiespijn
atroce, il faceva un frigido ~ : het was barbaars koud
atroce, ille ha vengiate atrocemente : hij heeft zich gruwelijk gewroken
attaccar /v/ : aanvallen (anque SPORT)
attaccar, ~ le reputation de un persona : iemand in zijn goede naam aantasten
attaccar, ~ un difficultate : een moeilijkheid aanpakken
attacco /sub/ : aanval
attacco, ~ aeree/de aviones : luchtaanval
attacco, arma de ~ : aanvalswapen
attacco, ~ con bombas : bomaanval
attacco, ~ atomic : atoomaanval
attacco, ~ de flanco : flankaanval
attacco, ~ de represalias : vergeldingsaanval
attacco, ~ de terror : terreuraanval
attacco, ~ de/per surprisa : verrassingsaanval
attacco, ~ nocturne : nachtelijke aanval, nachtaanval
attacco, ~ simulate/fingite, simulacro de ~ : schijnaanval
attacco, ~ a mano armate : roofoverval
attacco, ~ de carros de combatto/de tanks : tankaanval
attacco, signal de ~ : teken tot de aanval
attacco, plano de ~ : aanvalsplan
attacco, linea de ~ : aanvalslinie
attacco, passar al ~ : tot de aanval overgaan
attacco, lancear un ~ : een aanval inzetten
attacco, repulsar/repeller/parar un ~ : een aanval terugslaan/afweren
attacco, ~ immotivate : ongemotiveerde aanval
attacco, ~ de hysteria (hysteria) : hysterische aanval
attacco /sub/ : SPORT voorhoede, aanval
attacco, jocar in le ~ : in de voorhoede spelen
attacco /sub/ : MEDICINA attaque, beroerte, aanval
attacco, ~ cardiac (cardiac) : hartaanval
attacco, ~ de gutta : jichtaanval
attacco, ~ de apoplexia (apoplexia) : beroerte
attacco, ~ spasmodic : krampaanval
attacco, ~ nervose/de nervos : zenuwaanval
attacco, ~ febril/de febre : koortsaanval
attachar {sj} /v/ : vastmaken, (vast)hechten
attachar, ~ un button : een knoop aanzetten/aannaaien
attachar, ~ con buttones : vastknopen, dichtknopen
attachar, ~ con lacios : vaststrikken, vastrijgen (met veters)
attachar, ~ un nave : een schip vastleggen
attachar, ~ un pictura al muro/pariete : een schilderij aan de muur hangen
attachar, ~ un can : een hond vastleggen
attachar, ~ su cinctura : zijn gordel omdoen
attachar, attacha vostre cincturas! : maak Uw gordels vast! (in vliegtuig)
attachar, ~ importantia a un cosa : gewicht aan iets hechten
attachar, ~ valor a un cosa : waarde aan iets hechten
attachar, ~ su nomine a un cosa : zijn naam aan iets verbinden
attachar, ~ le manos de un persona : iemands handen boeien
attachar, ~ se per suction : zich vastzuigen
attender /v/ : letten op, aandacht schenken aan
attender /v/ : wachten (op)
attender, ~ le bon momento/le momento opportun : het gunstige ogenblik afwachten
attender, ~ un cosa con impatientia : iets reikhalzend tegemoet zien
attender, ~ un persona al station : iemand van de trein halen
attender, sala de ~ : wachtkamer
attender, tempore de ~ : wachttijd
attender, lista de ~ : wachtlijst
attender, tanto attendite : langverwacht
attender, facer se ~ : op zich laten wachten
attention /sub/ : oplettendheid, opmerkzaamheid, aandacht
attention, ~! : let op!, kijk uit!
attention, ~ tendite : gespannen aandacht
attention, facer/prestar ~ a : aandacht schenken aan
attention, fixar su ~ a : zijn aandacht vestigen op
attention, attraher le ~ : de aandacht trekken
attention, centrar/concentrar le ~ a un cosa : de aandacht bij iets bepalen
attention, dedicar multe ~ a un cosa : veel aandacht aan iets besteden
attention, absorber/caper le ~ : de aandacht vasthouden/boeien
attention, captivar le ~ : de aandacht gevangen houden
attention, requirer multe ~ : veel aandacht vragen/vergen
attention, dispersar su ~ : zijn aandacht versnipperen
attention, distraher/diverter su ~ : zijn aandacht afleiden
attention, esser le centro del ~ : in het middelpunt van de belangstelling staan
attention, le ~ se impone : oplettendheid is geboden
attention, ~ al can! : wacht U voor de hond!
attention, digne de ~ : vermeldenswaardig
attention, al ~ de : ter attentie van
attention /sub/ : attentie, voorkomendheid, hoffelijkheid, zorg
attentive /adj/ : oplettend, opmerkzaam, attent, aandachtig
attentive, spectator ~ : oplettende toeschouwer
attentive, lector ~ : opmerkzame lezer
attentive, audientia/publico ~ : aandachtig gehoor
attentive, auditor/ascoltator ~ : aandachtige luisteraar
attentive, esser ~ a : acht slaan op
attentive, surveliar attentivemente : nauwlettend toezien
attentive, leger attentivemente : aandachtig lezen
attentive, ascoltar attentivemente : aandachtig luisteren
attentive /adj/ : hoffelijk, voorkomend, attent
atterrar /v/ : AVIATION landen
attinger /v/ : bereiken, geraken (tot), reiken (tot)
attinger, ~ un scopo : een doel bereiken
attinger, ~ un loco : en plaats bereiken
attinger, ~ un nivello : een niveau bereiken
attraction /sub/ : (anque PHYSICA) aantrekking, aantrekkingskracht
attraction, fortia de ~ : aantrekkingskracht
attraction, centro de ~ : aantrekkingspunt
attraction, potential de ~ : aantrekkingspotentiaal
attraction, ~ magnetic : magnetische aantrekking(skracht)
attraction, ~ adhesive : adhesieve aantrekking
attraction, lege del ~ universal : universele/algemene aantrekkingswet
attraction, ~es : varietéprogramma, attracties
attraction, parco de ~es : pretpark, amusementspark
attraction, ~ touristic : toeristische trekpleister
attraction, exercer un grande ~ super (super) : een grote aanttrekkingskracht uitoefenen op
attractive /adj/ : PHYSICA aantrekkings...
attractive, fortia ~ : aantrekkingskracht
attractive, potential ~ : aantrekkingspotentiaal
attractive /adj/ : aantrekkelijk, bekoorlijk, aanlokkelijk
attraher /v/ : aantrekking uitoefenen, aantrekken, tot zich trekken, naar zich toehalen
attraher, le magnete attrahe le ferro : de magneet trekt (het) ijzer aan
attraher, ~ le attention : de aandacht trekken
attraher, ~ capital : kapitaal aantrekken
attraher, ~ le inimico (inimico) in un imboscada : de vijand in een hinderlaag lokken
attraher, ~ tote le reguardos : veel bekijks hebben
attraher, illa es multo attrahite per le luxo : zij heeft een sterke hang naar luxe
attraher /v/ : lokken, aanlokken, verlokken, bekoren
attrappar /v/ : pakken, grijpen, (op)vangen
attrappar, le catto attrappa le mures/muses : de kat vangt de muizen
attrappar, ~ pisces : vis vangen
attrappar, ~ aves : vogels vangen
attrappar, ~ un catarrho : een verkoudheid oplopen
attrappar, ~ un maladia (maladia) : een ziekte oplopen
attrappar, ~ facilemente le grippe : aanleg hebben voor griep
attrappar, ~ le fur/robator : de dief grijpen
attrappar, ~ un contravention : een bekeuring/bon oplopen/krijgen
attrappar, le goal-keeper (A) ha attrappate le ballon al volo : de doelman plukte de bal uit de lucht
attrappar, facer se ~ per le policia (policia) : door de politie gepakt worden
audir /v/ : horen (waarnemen met de oren)
audir, ~ per casualitate : toevallig horen/opvangen
audir, de/per ~ dicer : van horen zeggen
augmentar /v/ : groter maken/worden, vermeerderen, toenemen, toenemen, verhogen, doen stijgen
augmentar, ~ le precio : de prijs verhogen
augmentar, ~ de precio : in prijs verhogen
augmentar, ~ le velocitate : de snelheid opvoeren
augmentar, ~ le production : de produktie vergroten/opvoeren
augmentar, ~ le impostos : de belastingen verhogen
augmentar, ~ le durata/duration : de duur verlengen
augmentar, ~ le altor : verhogen
augmentar, ~ le gas : meer gas geven
augmentar, ~ su vocabulario : zijn woordkennis vergroten/verrijken
augmentar, ~ su cognoscentias/cognoscimentos/saper : zijn kennis vermeerderen/verrijken
augmentar, le interesse pro le litteratura augmenta : de belangstelling voor literatuur neemt toe
augmentar, le population augmenta cata anno : de bevolking neemt ieder jaar toe
augmentar, su mal de dentes ha augmentate : zijn kiespijn is erger geworden
augusto(I) /sub/ : augustus
augusto(II) /sub/ : (de) verhevene
aure /sub/ : oor
aure, ~ interne : binnenoor
aure, ~ medie/median : middenoor
aure, ~ dext(e)re : rechteroor
aure, ~ leve/sinistre : linkeroor
aure, lobulo del ~ : oorlel
aure, ~s pendente : hangoren
aure, dolor de ~ : oorpijn
aure, inflammation del ~(s) : oorontsteking
aure, ossiculo del ~ : gehoorbeentje
aure, cera del ~s : oorsmeer
aure, marca al ~ : oormerk
aure, eriger/tender le ~s : de oren spitsen
aure, esser tote ~s : één en al oor zijn
aure, toccar le ~ : het oor treffen
aure, flattar le/placer al ~ : het oor strelen
aure, iste musica flatta le ~ : deze muziek streelt het oor
aure, vulnerar le ~ : het oor kwetsen
aure, prestar le ~ a : gehoor geven aan
aure, entrar in un ~ e exir del altere : het ene oor in-, het andere uitgaan
aure, injicer/injectar le ~ : het oor inspuiten
aure, pendente de ~ : oorhanger
aure, esser indebitate usque al ~s : tot over de oren in de schuld zitten
aure, haber le ~ musical : muzikaal zijn
aure, ~ absolute : absoluut gehoor
aure, surde de un ~ : aan één oor doof
aure, dur de ~ : hardhorend
aure, con le ~s tense : met gespitste oren
aure, un ~ exercite : een geoefend oor
aure, BOTANICA ~ de mure/mus : muizeoor
aure, BOTANICA ~ de urso : bereoor
auro /sub/ : goud
auro, folio de ~ : bladgoud, goudblad
auro, ~ pellicular/in folios : bladgoud
auro, ~ battite : geslagen goud
auro, ~ fulminante : knalgoud
auro, ~ fin : fijn goud
auro, ~ pur : zuiver goud
auro, ~ in barras : staafgoud
auro, barra de ~ : goudbaar, goudstaaf
auro, ~ false : klatergoud
auro, filo de ~ : gouddraad
auro, drappo de ~ : goudlaken
auro, brocato de ~ : goudbrokaat
auro, galon de ~ : goudgalon
auro, catena de ~ : gouden ketting
auro, mina de ~ : goudmijn
auro, ~ in pulvere, pulvere de ~ : goudpoeder
auro, stock (A) de ~ : goudvoorraad
auro, mineral de ~ : gouderts
auro, curso de ~ : goudkoers
auro, precio del ~ : goudprijs
auro, strato de ~ : goudlaag
auro, mercato de ~ : goudmarkt
auro, ~ virgine : gedegen goud
auro, laminator de ~ : goudpletter
auro, vernisse de ~ : goudvernis
auro, amalgama (amalgama) de ~ : goudamalgaam
auro, impression de ~ : gouddruk
auro, reserva de/in ~ : goudreserve, gouddekking
auro, rosa de ~ : gouden roos
auro, disco de ~ : gouden plaat
auro, regula de ~ : gulden regel
auro, seculo/etate de ~ : gouden eeuw/tijdperk, bloeitijd
auro, moneta de ~ : goudgeld, goudmunt
auro, grano de ~ : goudkorrel
auro, production de ~ : goudproduktie
auro, ~ pulverulente : stofgoud
auro, jacimento de ~ : goudafzetting, goudhoudende laag
auro, febre de ~ : goudkoorts
auro, cercator de ~ : goudzoeker
auro, lavator de ~ : goudwasser
auro, lavage de ~ : het goudwassen
auro, horologio de ~ : gouden horloge
auro, pignoration super (super) ~ : goudbelening
auro, sete de ~ : gouddorst
auro, nuptias de ~ : gouden bruiloft
auro, natar in le ~ : zich in weelde baden
auro, promitter montes de ~ : gouden bergen beloven
auro, mitter un corona de ~ super un dente : een gouden kroon op een kies zetten
auro, haber un corde de ~ : een gouden hart hebben
auro, occider le gallina al ovos de ~ : de kip met de gouden eieren slachten
auro, sincer como le ~ : eerlijk als goud
auro, le matino ha le ~ in bucca : de morgenstond heeft goud in de mond
auro, Battalia del Sporones de Auro : Gulden Sporenslag
auro, adorar le vitello de ~ : het gouden kalf aanbidden
auro, pagar in ~ : in goud betalen
auro, tonsion de ~ : gulden vlies
auro, Costa del Auro : Goudkust
auro, extraher ~ : goud delven
autobus /sub/ : (auto)bus
autobus, ~ urban : stadsbus
autobus, ~ regional : streekbus
autobus, ~ a etage/a duo etages (F)/a imperial : dubbeldekker
autobus, ~ articulate : harmonicabus
autobus, ~ supplementari : volgbus
autobus, linea de ~es : buslijn, busroute
autobus, halto de ~es : bushalte
autobus, corridor de ~es : busbaan
autobus, servicio de ~es : busdienst
autobus, garage (F) de ~es : busgarage
autobus, ticket (A) de ~ : buskaartje
autobus, interprisa/compania (compania) de ~es : busonderneming, autobusbedrijf
autobus, station de ~es : busstation
autobus, chauffeur (F)/conductor de ~ : buschauffeur/bestuurder
autobus, passagero de ~ : buspassagier
autobus, prender le ~ : de bus nemen
autobus, ir in ~ : met de bus gaan
autobus, cambiar de ~ : overstappen
automatic /adj/ : automatisch
automatic, arma ~ : automatisch wapen
automatic, starter (A) ~ : zelfstarter
automatic, bascula ~ : snelweger
automatic, pilota ~ : automatische piloot
automatic, pilotage ~ : automatische besturing
automatic, cassa ~ : betaalautomaat
automatic, machina (machina) a/de lavar ~ : automatische wasmachine
automatic, distributor ~ : automaat (toestel werkend op een munt)
automatic, dispositivo ~ : automatische inrichting/toestel
automatic, consigna ~ : bagagekluis
automatic, fabrica ~ : automatische fabriek
automatic, le temperatura se regula automaticamente : de temperatuur wordt automatisch geregeld
automobile, 1 vehiculo ~ : motorvoertuig
automobile, club (A) ~ : automobielclub
automobile, ponte reservate al vehiculos ~ : rijdek
automobile /sub/ : auto(mobiel)
automobile, ~ a tres rotas : driewieler
automobile, industria de ~s : auto-industrie
automobile, fabrica de ~s : autofabriek
automobile, fabricante de ~s : autofabrikant
automobile, marca de ~ : automerk
automobile, pecias de recambio de ~s : auto-onderdelen
automobile, excursion in/de ~ : autotocht
automobile, via/cammino pro ~s : autoweg
automobile, exhibition/exposition de ~s : autotentoonstelling
automobile, cemeterio de ~s : autokerkhof
automobile, conducer un ~ : een auto besturen
autor /sub/ : maker, schepper, bewerker, bedrijver, dader
autor, ~ principal : hoofdaanlegger, hoofddader
autor, ~ de un crimine : bedrijver van een misdaad, dader
autor, ~ de un goal (A) : maker van een doelpunt
autor /sub/ : schrijver, auteur
autor, ~ theatral/dramatic : toneelschrijver
autor, ~ favorite : lievelingsschrijver
autor, ~ de epigrammas : sneldichter
autor, geestig ~ : autor spiritual
autor, derecto de ~ : auteursrecht
autor, nomine del ~ : auteursnaam
autor, correction del ~ : auteurscorrectie
autor, registro de ~s : auteursregister
autoritate /sub/ : gezag, autoriteit, macht
autoritate, ~ central : centraal gezag
autoritate, ~ supreme : oppergezag
autoritate, ~ legitime (legitime) : wettig gezag
autoritate, ~ judiciari : rechterlijke macht
autoritate, ~ doctrinal : leergezag
autoritate, ~ regal/royal : koninklijk gezag
autoritate, ~ imperial : keizerlijk gezag
autoritate, ~ statal : staatsgezag
autoritate, ~ paternal/paterne : vaderlijk gezag
autoritate, le ~s competente : de bevoegde autoriteiten
autoritate, ~s civil : burgerlijke autoriteiten/gezagsdragers
autoritate, ~s militar : militaire autoriteiten
autoritate, ~ religiose : kerkelijke autoriteiten/gezagsdragers
autoritate, ~s municipal : stadsbestuur
autoritate, ~s local : plaatselijke autoriteiten
autoritate, mantenentia/mantenimento del ~ : gezagshandhaving
autoritate, abuso de ~ : misbruik van gezag
autoritate, ~s de occupation : bezettingsautoriteiten
autoritate, appoiar se super (super) ~ : op een gezaghebbende bron steunen
autoritate, esser sub le ~ de un persona : onder iemands gezag staan
autoritate, submitter un persona a su ~ : iemand aan zijn gezag onderwerpen
autoritate, facer valer su ~, imponer su ~ : zijn gezag doen gelden
autoritate, attribuer multe ~ a : veel gezag hechten aan
autoritate, exercer (le) ~ : gezag uitoefenen
autoritate, revestir de ~ : met gezag bekleden
autoritate, parlar/ager con ~ : met autoriteit spreken/handelen
autoritate, refractari al ~ : niet gezagsgetrouw
autumno /sub/ : herfst, najaar
autumno, flor de ~ : herfstbloem
autumno, folio de ~ : herfstblad
autumno, planta de ~ : herfstplant
autumno, jorno/die de ~ : herfstdag
autumno, mense de ~ : herfstmaand
autumno, sol de ~ : najaarszon
autumno, vento de ~ : herfstwind
autumno, pluvia de ~ : herfstregen
autumno, nocte de ~ : herfstnacht
autumno, matino de ~ : herfstmorgen
autumno, paisage de ~ : herfstlandschap
autumno, campion de ~ : herfstkampioen
autumno, equinoctio de ~ : herfstnachtevening
autumno, puncto equinoctial de ~ : herfstpunt
autumno, vacantias de ~ : herfstvakantie
autumno, vespere/vespera (vespera) de ~ : herfstavond
autumno, color de ~ : herfstkleur
autumno, moda de ~ : najaarsmode
autumno, tempesta de ~ : najaarsstorm
autumno, migration de ~ : najaarstrek
autumno, collection de ~ : najaarscollectie
autumno, offerta de ~ : najaarsaanbieding
autumno, conferentia de ~ : najaarsconferentie
autumno, excursion de ~ : najaarsexcursie
autumno, le ~ del vita : de herfst van het leven
auxiliar /adj/ : hulp...
auxiliar, verbo ~ : hulpwerkwoord
auxiliar, libro ~ : hulpboek
auxiliar, servicio ~ : hulpdienst
auxiliar, banca ~ : hulpbank GEOMETRIA
auxiliar, linea ~ : hulplijn
auxiliar, medio ~ : hulpmiddel
auxiliar, lingua ~ : hulptaal
auxiliar, scientia ~ : hulpwetenschap
auxiliar, motor ~ : hulpmotor, aanhangmotor
auxiliar, bicycletta a/con motor ~ : rijwiel met hulpmotor
auxiliar, apparato ~ : hulpapparaat
auxiliar, turbina ~ : hulpturbine
auxiliar, memoria ~ : achtergrondgeheugen
auxiliar, cruciator ~ : hulpkruiser
auxiliar, flotta ~ : hulpvloot
auxiliar, nave ~ : hulpschip
auxiliar, armea (armea) ~ : hulpleger
auxiliar, episcopo (episcopo) ~ : hulpbisschop
auxiliar, truppas ~ : hulptroepen
auxiliar, personal ~ : hulppersoneel
auxiliar, policia (policia) ~ : hulppolitie
auxiliar, predicator ~ : hulpprediker
auxiliar, collaborator ~ : hulpkracht
auxiliar /v/ : helpen, bijstaan, bijstand verlenen, hulp verlenen
avantage /sub/ : voordeel
avantage, ~ fiscal : belastingvoordeel
avantage, ~ pecuniari : financieel voordeel
avantage, ~s non-salarial : secundaire arbeidsvoorwaarden
avantage, regula del ~ : voordeelregel
avantage, contar a su ~ : naar zich toe rekenen
avantage, haber le ~ super un persona : iets voor hebben op iemand
avantage, prender ~ de un cosa : voordeel van iets hebben, van iets profiteren
avantage, dar ~ a un persona : iemand het voordeel van de twijfel geven
avantage, obtener un ~ : een voordeel behalen
avante /adv/ : voor, vooruit, voorwaarts
avante, ir ~ : voorwaarts gaan
avante, reguardar in ~ : vooruit kijken
avante, saltar in ~ : vooruit springen
avante, inviar in ~ : vooruit zenden
avante, passo in ~ : stap voorwaarts
avante, movimento in ~ : voorwaartse beweging
avante, camera (camera) de ~ : voorkamer
avante, gamba de ~ : voorpoot
avante, porta de ~ : voordeur
avante, dentes de ~ : voortanden
avante, centro ~ : midvoor, centrumspits
avante, esser ~ : voor zijn
avante, mi horologio va ~ : mijn horloge loopt voor
avante, de ~ a detra : van voor naar achter
avante, poner un cosa ~ : iets vooraan zetten
avante /adv/ : te voren, eerder, eerst
avante, un septimana ~ : een week te voren
avante, poc/pauc tempore ~ : kort tevoren
avantia /sub/ : voorschot, handgeld
avantia, peter un ~ : een voorschot vragen
avantia, dar/conceder un ~ a un persona : iemand een voorschot verlenen
avantia, reimbursar un ~ : een voorschot terugbetalen
avantia, recuperar su ~s : zijn voorschotten terugkrijgen
avantia, reclamer le reimbursamento de un ~ : een voorschot opvragen
avantia, on me ha reimbursate mi ~ : ik heb mijn voorschot terugontvangen
avantia, in ~ : vooraf, van te voren
avantia, ordinar in ~ : vooruitbestellen
avantia, reciper un ~ : een voorschot krijgen
avantia, haber recipite un ~ : in voorschot staan
avantia, ~ bancari : bankvoorschot
avantia, ~ gratuite (gratuite)/sin interesse : renteloos voorschot
avantia /sub/ : voorsprong
avantia, ~ confortabile : comfortabele voorsprong
avantia, prender un ~ : een voorsprong nemen
avantia, haber un hora de ~ : een uur voorsprong hebben
avantias /sub/ : avances
avantias, facer ~s : avances doen/maken
avantiar /v/ : vooruitgaan, voortgaan, opschieten, vorderen, naar voren gaan
avantiar, ~ in su travalio/labor : met zijn werk vorderen
avantiar, ~ a passos de gigante : met reuzenschreden vooruitgaan
avantiar, ~ a passos prudente : behoedzaam voortschrijden
avantiar, ~ con difficultate : moeizaam vooruitkomen
avantiar, mi horologio avantia : mijn horloge loopt voor
avantiar, le labio inferior avantiava legiermente : de onderlip stak iets naar voren
avantiar, ~ un sedia : een stoel naar voren schuiven
avantiar, ~ se con fortia : naar voren dringen
avantiar, con le ~ del annos : met het klimmen der jaren
avantiar, non ~ es recular : stilstand is achteruitgang
avantiar /v/ : promotie maken, bevorderd worden
avantiar /v/ : opperen, naar voren brengen, voor de dag komen met
avantiar, ~ un problema : een probleem naar voren brengen
avantiar, ~ argumentos : argumenten aandragen
avantiar, ~ un these (-esis (-esis)) : een stelling poneren
avantiar, ~ un cosa como excusa : iets ter verontschuldiging aanvoeren
avar /adj/ : gierig, vrekkig
ave /sub/ : vogel
ave, ~ de appello/de esca : lokvogel
ave, ~ rar : FIGURATE witte raaf
ave, ~s domestic : pluimvee
ave, ~ aquatic : watervogel
ave, ~ nocturne/de nocte : nachtvogel
ave, ~ marin/de mar : zeevogel
ave, ~ rapace/predatori/de preda : roofvogel
ave, ~ migratori : trekvogel
ave, ~ non migratori : standvogel
ave, ~ cantator/de canto : zangvogel
ave, ~ palustre : moerasvogel
ave, ~ nidicole : nestblijver
ave, ~ nidifuge (nidifuge) : nestvlieder
ave, ~ granivore : zaadetende vogel
ave, ~ erratic : zwerfvogel
ave, ~ captive : kooivogel
ave, ~ del paradiso : paradijsvogel
ave, ~ de hiberno : wintergast
ave, nido de ~s : vogelnest
ave, ovo de ~ : vogelei
ave, testa/capite (capite) de ~ : vogelkop
ave, pata de ~ : vogelpoot
ave, becco de ~ : vogelsnavel
ave, stercore de ~ : vogelpoep
ave, specie de ~ : vogelsoort
ave, cavia de/pro ~s : vogelkooi
ave, colonia de ~ : vogelkolonie
ave, crito de ~ : vogelkreet
ave, fauna de ~ : vogelfauna
ave, chassator {sj} de ~s : vogelvanger
ave, rete pro le ~s : vogelnet
ave, a volo/vista de ~ : in vogelvlucht
ave, perspectiva a volo/vista de ~ : vogelperspectief
ave, migration del ~s : vogeltrek
ave, canto del ~s : vogelzang
ave, mercato de ~s : vogelmarkt
ave, protector del ~s : vogelbeschermer
ave, protection del ~s : vogelbescherming
ave, nutrimento pro ~s : vogelvoer
ave, attrappar/chassar {sj} ~s : vogels vangen
aventura /sub/ : avontuur
aventura, ~ cynegetic/de chassa : jachtavontuur
aventura, ~ de viage : reisavontuur
aventura, ~ del vita : levensavontuur
aventura, film (A) de ~s : avonturenfilm
aventura, roman de ~s : avonturenroman
aventura, historia de ~s : avonturenverhaal
aventura, ~ amorose : liefdesavontuur
aventura, ~ sentimental : avontuurtje
aventura, ~ juvenil : jeugdavontuur
aventura, ~ spatial : ruimteavontuur
aventura, ~s bellic/guerrier : krijgsavonturen
aventura, narrar un ~ : een avontuur vertellen
aventura, lancear se in un ~ : zich in een avontuur storten
aventura, viver un ~ : een avontuur meemaken
aventura, dicer le bon ~ : waarzeggen
aventura, per ~ : bij toeval
aventura, al ~ : op goed geluk, op de bonnefooi
averter /v/ : afwenden, afkeren
averter, ~ un calamitate : een onheil afwenden
avion /sub/ : vliegtuig, vliegmachine, toestel
avion, ~ a/de reaction/a jecto : straalvliegtuig
avion, ~ de combatto : gevechtsvliegtuig
avion, ~ de bombardamento : bommenwerper
avion, ~ de chassa : jachtvliegtuig
avion, ~ de/a rocchetta : raketvliegtuig
avion, ~ cisterna : tankvliegtuig
avion, ~ de recognoscentia : verkenningsvliegtuig
avion, ~ de spionage : spionagevliegtuig
avion, ~ de marina : marinevliegtuig
avion, ~ de transporto/de carga : vrachtvliegtuig
avion, ~ affretate : chartervliegtuig
avion, ~ postal : postvliegtuig
avion, ~ publicitari : reclamevliegtuig
avion, ~ de sport/sportive : sportvliegtuig
avion, ~ sin pilota : onbemand vliegtuig
avion, ~ amphibie : amfibievliegtuig
avion, ~ del marina : marinevliegtuig
avion, ~ regular/de linea : lijnvliegtuig/toestel
avion, ~ de passageros : passagiersvliegtuig, verkeersvliegtuig
avion, ~ multimotor : meermotorig vliegtuig
avion, ~ sin motor : zweefvliegtuig
avion, ~ telecommandate : vliegtuig met afstandbediening
avion, ~ supersonic : supersonisch vliegtuig
avion, esquadra de ~es : luchteskader
avion, billet de ~ : vliegticket
avion, typo de ~ : vliegtuigtype
avion, construction de ~es : vliegtuigbouw
avion, constructor de ~es : vliegtuigbouwer
avion, industria de ~es : vliegtuigindustrie
avion, fabrica de ~es : vliegtuigfabriek
avion, production de ~es : vliegtuigproduktie
avion, armamento del ~ : boordwapens
avion, ala de ~ : vliegtuigvleugel
avion, motor de ~ : vliegtuigmotor
avion, bomba de ~ : vliegtuigbom
avion, antenna de ~ : vliegtuigantenne
avion, parte de ~ : vliegtuigonderdeel
avion, accidente de ~ : vliegtuigongeluk
avion, attacco de ~es : luchtaanval
avion, littera (littera) per ~ : luchtpostbrief
avion, tarifa per ~ : luchtposttarief
avion, montar a bordo de un ~ : in een vliegtuig stappen
avion, pilotar un ~ : een vliegtuig besturen
avisar /v/ : informeren, inlichten
avisar, ~ un persona de un cosa : iemand over iets inlichten
avisar /v/ : adviseren, raad geven, (aan)raden
avisar, ~ un persona : iemand raad geven
avisar, ~ un cosa : iets aanraden
baby /sub/ : baby, zuigeling
baby, (parve) pantalones de ~ : babybroekje
baby /adj/ : van een baby, baby...
baby, modello ~ : kindermodel
baby, moda ~ : babymode
baca /sub/ : bes
baca, ~ de caffe : koffiebes
baca, ~ de junipero (junipero) : jeneverbes
baca, ~ de ribes (ribes) : aalbes
bagage /sub/ : bagage
bagage, ~ a/de mano : handbagage
bagage, ~ gratuite (gratuite) : vrachtvrije bagage
bagage, assecurantia de ~s : bagageverzekering
bagage, rete a/pro ~s : bagagenet
bagage, deposito (deposito) de ~s : bagagedepot
bagage, su ~ scientific es quasi nulle : zijn wetenschappelijke bagage (kennis) is practisch nihil
balancia /sub/ : balans, weegschaal
balancia, ~ roman : Romeinse balans, unster
balancia, ~ de cocina : keukenweegschaal
balancia, ~ de torsion : torsiebalans
balancia, ~ de adjustamento : (ad)justeerbalans
balancia, ~ automatic/instantanee : snelweger
balancia, ~ fidel : nauwkeurige weegschaal
balancia, ~ infidel : onnauwkeurige weegschaal
balancia, ~ sensibile : gevoelige balans
balancia, ~ a bracios equal : gelijkarmige balans
balancia, ~ a duo bracios : tweearmige balans
balancia, jugo de ~ : balansjuk
balancia, sensibilitate de un ~ : gevoeligheid van een balans
balancia, le controlo del ~ : het ijken van de balans
balancia, mitter in le ~ : in de schaal werpen
balancia, pesar in le ~ : gewicht in de schaal werpen
balancia /sub/ : evenwicht, balans
balancia, ~ de poter : machtsevenwicht
balancia, ~ de terror : afschrikkingsevenwicht
balancia, ~ strategic : strategisch evenwicht
balancia, ~ hydric : waterevenwicht
balancia, ponte de ~ : klapbrug, wipbrug
balancia, barra de ~ : evenwichtsbalk
balancia, senso de ~ : evenwichtsgevoel
balancia, ~ ionic/de iones : ionenevenwicht
balancia, ~ hydrostatic : hydrostatische balans
balancia, ~ hydric : waterbalans
balancia, esser in ~ : in evenwicht zijn
balancia /sub/ : COMMERCIO balans
balancia, ~ commercial/ de commercio : handelsbalans
balancia, ~ commercial excedente : actieve handelsbalans
balancia, ~ commercial deficitari : passieve handelsbalans
balancia, ~ del pagamentos : betalingsbalans
balanciar /v/ : balanceren, heen en weer bewegen, zwaaien
balanciar, ~ le bracios : met de armen zwaaien
balanciar, ~ le hancas : heupwiegen
balanciar, le undas balancia le naves al ancora (ancora) : de golven bewegen de schepen die voor anker liggen heen en weer
balanciar, ~ se in un hamaca : schommelen in een hangmat
balanciar /v/ : in evenwicht brengen, regelmatig verdelen
balanciar, ~ un composition : een compositie evenwichtig opbouwen
balanciar, ~ un budget : een begroting sluitend maken
balanciar, ~ su phrases : evenwichtige zinnen maken
balanciar /v/ : tegen elkaar afwegen
balanciar, ~ le pro e le contra : de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen
balanciar /v/ : aarzelen, besluiteloos zijn
balanciar, ~ inter (inter) duo cosas : tussen twee dingen aarzelen
balla /sub/ : bal
balla, ~ de tennis : tennisbal
balla, ~ de hockey : hockeybal
balla, ~ de golf : golfbal
balla, ~ de ping pong : pingpongballetje
balla, ~ de biliardo : biljartbal
balla, joco de ~ : balspel
balla, lancear le ~ : met de bal gooien
balla, ~ in/de rete : netbal
balla, ~ elastic : gummibal
balla, mancar le ~ : de bal missen/misslaan/mistrappen
balla /sub/ : kogel
balla, ~ de fusil : geweerkogel
balla, ~ luminose : lichtkogel
balla, ~ perdite : verdwaalde kogel
balla, ~ dum dum : dum-dumkogel
balla, ~ de cauchu (cauchu) : rubberkogel
balla, grandine de ~s : hagel van kogels
balla, a proba/prova de ~(s) : kogelvrij
balla, ferita/vulnere de ~ : kogelwond, schotwond
balla, pluvia de ~s : regen van kogels
balla, funditor de ~s : kogelgieter
balla, funderia (funderia) de ~s : kogelgieterij
balla /sub/ : baal
balla, ~ de coton : baal katoen
balla, ~ de caffe : baal koffie
balla, ~ de ris : baal rijst
balla, ~ de tabaco : baal tabak
balla, ~s de mercantias (mercantias) : balen koopwaar
balla /sub/ : TYPOGRAPHIA tien riem papier
ballon /sub/ : (lucht)ballon
ballon, ~ captive : kabelballon
ballon, ~ de essayo (essayo) : proefballon
ballon, ~ de protection : sperballon
ballon, ~ sonda : weerballon
ballon, ~ de barrage : versperringsballon
ballon, ~ de observation : observatieballon
ballon, ascension de ~ : ballonopstijging
ballon, viage de ~ : ballonreis
ballon, viagiator in ~ : ballonvaarder
ballon, concurso de ~ : ballonwedstrijd
ballon, barrage de ~(es) : ballonversperring
ballon, seta de ~ : ballonzijde
ballon, manica ~ : ballonmouw
ballon, mercante de ~es : ballonnenverkoper
ballon, le ~ se elevava in le celo/in le alto : de ballon steeg op
ballon, montar in ~ : ballonvaren
ballon, sufflar un ~ : een ballon opblazen
ballon /sub/ : CHIMIA kolf
ballon /sub/ : (grote) bal (voor sport)
ballon, ~ de football : voetbal
ballon, ~ de rugby : rugbybal
ballon, joco de ~ : balspel
ballon, jocar al ~ : met de bal spelen
ballon, esser in possession del ~ : in balbezit zijn
ballon, passar le ~ a : aanspelen
ballon, controlo del ~ : balcontrole
ballon, ~ con effecto interior : inswinger
ballon, le ~ ha mancate le goal : de bal miste het doel
ballon, inviar le ~ in le rete : de bal in het net trappen
ballon, centrar le ~ ante le goal : de bal voorzetten, een voorzet geven
ballon, passar le ~ : de bal aangeven/overspelen
banca /sub/ : FINANCIAS bank
banca, ~ del stato : staatsbank
banca, ~ mundial : wereldbank
banca, Banca Nederlandese : Nederlandse Bank
banca, billet/nota de ~ : bankbiljet
banca, director de ~ : bankdirecteur
banca, empleato de ~ : bankbediende/employé
banca, ~ commercial/mercantil : handelsbank
banca, ~ de incassamento : incassobank
banca, ~ hypothecari : hypotheekbank
banca, ~ de emission : emissiebank
banca, ~ industrial : industriebank
banca, ~ de deposito (deposito) : depositobank
banca, ~ de sparnio(s) : spaarbank
banca, ~ agricole : landbouwbank
banca, ~ de credito (credito) agricole : boerenleenbank
banca, ~ central de giro : centraal girokantoor
banca, ~ de datos : bestand (verzameling gegevens)
banca, ~ de sanguine : bloedbank
banca, casa de ~ : bankiershuis
banca, establimento de ~ : bankinstelling
banca, ~ auxiliar : hulpbank
banca, succursal de un ~ : bijbank
banca, filial de ~ : bankfiliaal
banca, ~ del empleos (empleos) : vacaturebank
banca, ~ a domicilio : thuisbank
banca, ~ de sperma : spermabank
banca, ~ de genes : genenbank
banca, robar un ~ : een bank beroven
banca, robator de ~ : bankrover
banca, facer saltar un ~ : een bank laten springen
banco /sub/ : bank (om op te zitten)
banco, ~ de jardin : tuinbank
banco, ~ de schola : schoolbank
banco, ~ de ferro : ijzeren bank
banco, ~ de petra : stenen bank
banco, ~ del ecclesia : kerkbank
banco, ~ del accusatos : beklaagdenbank
banco, ~ del advocatos : advocatenbank
banco, ~ de tortura : pijnbank, folterbank
banco, ~ del testes : getuigenbank
banco, ~ de penalitate : strafbank
banco, ~ del jocatores de reserva : reservebank
banco /sub/ : toonbank (in winkel)
banco, ~ de vendita (vendita) : toonbank
banco /sub/ : werkbank
banco, ~ de labor/de travalio : werkbank
banco, ~ de probas/provas/essayo (essayo) : testbank, proefbank
banco, ~ de macello : slachtbank
banco /sub/ : ondiepte, plaat
banco, ~ de sablo/de arena : zandbank
banco, ~ de glacie : ijsbank/veld
banco, ~ siliciose : kiezelbank
banco, ~ de nebula : mistbank
banco, ~ corallin/corallifere/de corallo : koraalbank
banco, ~ de ostreas : oesterbank/bed
banco, ~ de haringos : haringbank, school haringen
banco, ~ de musculos : mosselbank
banco, ~ de perlas : parelbank
banco, pisca super (super) le ~s : bankvisserij
banco, Banco de Dogger (Dogger) : Doggersbank
banda(I) /sub/ : bende, schare, groep, troep
banda(I), ~ de robatores/fures : dievenbende
banda(I), ~ indisciplinate : tuchteloze bende
banda(I), membro del ~ : bendelid
banda(I), formation de ~ : bendevorming
banda(I) /sub/ : MUSICA band
banda(I), ~ regimental : muziekkorps van het regiment
banda (II) /sub/ : reep (stof, leer, papier, etc.), strook, band, strip, windsel
banda (II), ~ magnetic : magneetband
banda (II), ~ de cassetta : cassetteband
banda (II), ~ (magnetic) video : videoband
banda (II), ~ sural : puttees
banda (II), ~ jugular : kinband
banda (II), ~ perforate : ponsband
banda (II), ~ sonor : geluidsband
banda (II), ~ adhesive : plakband
banda (II), ~ isolante : isolatieband
banda (II), ~ gummate : gomstrook
banda (II), ~ de papiro : papierstrook
banda (II), ~ de sustenimento : leiband
banda (II), ~ de frequentias : frequentieband
banda (II), ~ de absorption : absorptieband
banda (II), ~ metric : meetlint, maatband, "centimeter"
banda (II), ~ de jornal : wikkel (ter verzending van krant)
banda (II), ~ elastic : elastiekje
banda (II), ~ de film (A) : filmstrook
banda (II), ~ designate/de designos : strip(verhaal)
banda (II), album de ~s designate : stripalbum
banda (II), jornal de ~s designate : stripblad
banda (II), personage de ~s designate : stripfiguur
banda (II), ~ de lino : reep linnen
banda (II), ~ de terra : strook grond
banda (II), ~ pro le oculos : blinddoek
banda (II), ~ transportator/mobile : transportband
banda (II), ~ rolante/continue : lopende band
banda (II), ~ cyclabile : fietsstrook
banda (II), ~ de stationamento : parkeerstrook
banda (II), serra a ~ : lintzaag
banda (II), aciero a ~ : bandstaal
banda (II), filtro de ~ : bandfilter
banda (II), lector de ~s : bandlezer
banda (II), graphico a ~s : banddiagram
banda (II), spectro del ~s : bandspectrum
bandiera /sub/ : banier, vlag, vaandel, spandoek
bandiera, ~ national : nationale vlag
bandiera, ~ nederlandese : Nederlandse vlag
bandiera, ~ tricolor : driekleur
bandiera, ~ de pilota : loodsvlag
bandiera, palo de ~ : vlaggestok
bandiera, mast de ~ : vlaggemast
bandiera, ~ pro signalar : seinvlag
bandiera, ~ stellate : Amerikaanse vlag, "stars and stripes"
bandiera, a ~s displicate e tambur battente : met vliegende vaandels en slaande trom
bandiera, displicar le ~ : de vlag ontplooien/uitsteken
bandiera, salutar le ~ : de vlag groeten
bandiera, hissar/altiar le ~ : de vlag hijsen
bandiera, rangiar se/aggruppar se sub le ~ de un persona : zich onder iemands vaandel scharen
bandiera, levar le ~ pro offside (A) : vlaggen voor buitenspel
baniar /v/ : een bad geven, baden
baniar, ~ un infante : een kind in bad doen
baniar, ~ se : een bad nemen, in bad gaan
baniar, le rore/ros baniava le campos : over de velden lag dauw
baniar, le aqua baniava le roccas : het water omspoelde de rotsen
banio /sub/ : het baden
banio, camera/sala de ~ : badkamer
banio, roba de ~ : badmantel
banio, costume de ~ : badpak
banio, scarpa de ~ : badschoen
banio, sapon de/pro le ~ : badzeep
banio, calceones de ~ : zwembroek
banio, casa de ~(s) : badhuis
banio, cabina de ~ : badhokje
banio, articulos de ~ : badartikelen
banio, establimento de ~s : badinrichting
banio, ~s public : openbare badinrichting
banio, ~s thermal : thermale baden
banio, vestimentos de ~ : badkleding
banio, drappo de ~ : badlaken
banio, toalia de ~ : badhanddoek
banio, tapete/tapis (F) de ~ : badmat
banio, bonetto de ~ : badmuts
banio, scuma/spuma de ~ : badschuim
banio, saison (F) de ~s : badseizoen
banio, sacco de ~ : badtas
banio, slip de ~ : badslip
banio, sal de ~ : badzout
banio, preparar un ~ : een bad klaarmaken
banio, prender un ~ : een bad nemen
banio, plenar le ~ : het bad laten vollopen
banio, prender un ~ fortiate : een nat pak halen
banio, esser in le mesme ~ : in hetzelfde schuitje zitten
banio /sub/ : bad(water)
banio, aqua de ~ : badwater
banio, ~s : (hete of minerale) baden
banio, ~ turc/a/de vapor : zweetbad, stoombad
banio, ~ de fango : modderbad
banio, ~ sulfurose : zwavelbad
banio, ~ de sablo : zandbad
banio, ~ de mercurio : kwikbad
banio, ~ de scuma/spuma : schuimbad
banio, ~ natural : natuurbad
banio, ~ de sol : zonnebad
banio, ~ de sanguine : bloedbad
banio, ~s medical : geneeskrachtige baden
banio, ~ de tinctura : kleurbad
banio, ~ de immersion : dompelbad
banio, ~ de virage : kleurbad
banio, ~ de fixage : fixeerbad
banio, ~ de arresto : stopbad
banio, ~ de disveloppamento : ontwikkelbad
barba /sub/ : baard
barba, facer le ~ a un persona : iemand scheren
barba, pilos de ~ : baardhaar
barba, platto a ~ : scheerbekken
barba, pincel/penicillo a/de ~ : scheerkwast
barba, speculo a/de ~ : scheerspiegel
barba, aqua a/de ~ : scheerwater
barba, sapon a/de/pro ~ : scheerzeep
barba, crema a/de/pro ~ : scheercrème
barba, ~ a/in puncta : puntbaard
barba, ~ de capra : sik
barba, ~ integre (integre) : volle baard
barba, ~ lateral : bakkebaard
barba, ~ hirsute : ruige baard
barba, Barba Blau : Blauwbaard
barba, lassar crescer le ~ : de baard laten staan
barba /sub/ : (van een veer, aar) barba
barca /sub/ : boot(je), schuit
barca, ~ remate : roeiboot
barca, ~ a/de remos : roeiboot
barca, ~ a/de vela(s) : zeilboot
barca, ~ a/de motor : motorboot
barca, ~ de pisca/de piscator : vissersboot
barca, ~ de cabotage : kustvaartuig
barca, ~ de salvamento : reddingboot
barca, ~ a fundo platte : praam
barca, ~ del deserto : schip van de woestijn
barca, ~ in periculo : schip in nood
barca, location de ~s : botenverhuur
barca, locator de ~s : botenverhuurder
barca, ir in ~ : varen
barca, ~ de Charon : Charons boot
barca, ponte de ~s : schipbrug
barra /sub/ : baar, staaf, stang, lat, boom, balk
barra, ~ de ferro : ijzeren staaf
barra, ~ de ligno : houten lat
barra, ~s de un grillia : spijlen van een hek
barra, ~s parallel : brug (gymnastiektoestel)
barra, ~s asymmetric : brug met ongelijke leggers (gymnastiektoestel)
barra, ~ de auro : baar goud
barra, ~ protective : leuning
barra, ~ fixe : rekstok
barra, ~s mural/de pariete : wandrek
barra, ~ de ancorage : ankerstaaf
barra, ~ de pesos : halter
barra, ~ de commando : stuurknuppel (in vliegtuig)
barra, ~ transversal : 1. dwarslat (sport), 2. dwarsstang, 3. FERROVIA dwarsligger
barra, ~ de balancia : evenwichtsbalk
barra, ~ de interferentia : ruisbalk
barra, ~ de chococate : reep chocola
barra, ~ de sapon : stuk zeep
barra, cannella in ~s : pijpkaneel
barra, sulfure in ~s : pijpzwavel
barra, aciero in ~s : staafstaal
barra, ferro in ~s : staafijzer
barra, auro in ~s : staafgoud
barra, fenestra con ~s : tralievenster
barra, codice (codice) a/de ~s : streepjescode
barra, ~ de substraction : aftrekstreep
barra, ~ del t : streepje van de t
barra /sub/ : HERAL baar, linkerschuinbalk
barra /sub/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES roerpen, helmstok
barra /sub/ : zandbank, zandplaat (in riviermonding)
barra /sub/ : laag (van paard)
barra /sub/ : MUSICA maatstreep
barra, ~ de mesura : maatstreep
barra /sub/ : JURIDIC balie
barriera /sub/ : versperring, hindernis, barrière
barriera, ~ natural : natuurlijke hindernis
barriera, ~ de corallo : koraalrif
barriera, rumper le ~ sonic/sonor/del sono : de geluidsbarrière doorbreken
barriera, ~ thermal : hittebarrière
barriera, ~ linguistic : taalbarrière
barriera, ~ antitank : taalbarrière
barriera, cursa a/super ~s : hordenloop
barriera, ~ de pisces : viskering
barriera, ~ antitempesta : stormvloedkering
barriera /sub/ : hek, schutting, slagboom, spoorboom
barriera, ~ (de plancas) de un jardin : schutting van een tuin
barriera, ~ de clausura : sluithek
barriera, ~s del passage a nivello : spoorbomen
barriera, poner un ~ a : een dam opwerpen tegen
barriera /sub/ : tolhek
barriera, ~s doanal : tolmuren
basar /v/ : baseren, gronden, grondvesten, steunen (op)
basar, ~ se super (super) : zich baseren op, uitgaan van
basar, ~ se unicamente super (super) le factos : alleen de feiten laten spreken
base /sub/ : basis (anque MATHEMATICA), grondtal, fundament, grondvlak, onderstel, steun, voet, sokkel
base, super (super) le/a ~ de : op basis van
base, super (super) un ~ solide : op degelijke gronden
base, concepto/notion de ~ : basisbegrip
base, elemento de ~ : basiselement, grondbestanddeel
base, unitate de ~ : basiseenheid
base, dato de ~ : basisgegeven
base, angulo de ~ : basishoek
base, industria de ~ : basisindustrie
base, salario de ~ : basissalaris/loon
base, pension de ~ : bodempensioen
base, cognoscentia/cognoscimento de ~ : basiskennis
base, formation de ~ : basisopleiding
base, selection de ~ : basisopstelling
base, premio de ~ : basispremie
base, producto de ~ : basisprodukt
base, structura de ~ : basisstructuur
base, tarifa de ~ : basistarief
base, texto de ~ : basistekst
base, le gente del ~ : de mensen aan de basis
base, ~ legal : wettelijke basis
base, ~ de un triangulo : basis van een driehoek
base, ~ cranian/cranial/del cranio : schedelbasis
base, fractura del ~ cranian/cranial/del cranio : schedelbasisfractuur
base, ~ del naso : neuswortel
base, ~ de un vitro : voet van een glas
base, ~ de un colonna/columna : voet van een zuil
base, ~ del montania : voet van de berg
base, ~ de articulation : articulatiebasis
base, lista de ~ : plint
base, ~ de un rationamento : uitgangspunt van een redenering
base, ~ de un pyramide : basis van een piramide
base, poner le ~s de un scientia : de grondslag van een wetenschap leggen
base, servir de ~ a un cosa : als basis voor iets dienen
base, esser al ~ de un cosa : aan iets ten grondslag liggen
base, super (super) un ~ annual : op jaarbasis, per jaar
base /sub/ : MILITAR basis
base, ~ militar/del armea (armea) : militaire basis, legerbasis
base, ~ naval/de marina : vlootbasis
base, ~ aeree/de aviation : luchtmachtbasis, vliegbasis
base, ~ de attacco : aanvalsbasis
base, ~ de lanceamento : lanceerbasis
base, ~ de rocchettas/de missiles : raketbasis
base, ~ de submarinos : duikbootbasis
base, ~ de operationes : operatiebasis
base, porto de ~ : thuishaven
base /sub/ : CHIMIA base
base, ~ salificabile : zoutvormende base
basiar /v/ : kussen, zoenen
basiar, ~ le mano de un dama : een dame de hand kussen
basiar, ~ le pulvere : in het stof/zand bijten
basic /adj/ : fundamenteel, tot de basis behorend, basis...
basic, industria ~ : basisindustrie
basic, salario ~ : basissalaris/loon
basic, vocabulario ~ : basisvocabularium
basic, notion/concepto ~ : basisbegrip
basic, principio ~ : basisprincipe
basic, elementos ~ de un problema : basiselementen van een probleem
basic, esser basicamente de accordo : het principieel eens zijn
basic /adj/ : CHIMIA basisch
basic, sal ~ : basisch zout
basic, reaction ~ : basische reactie
basic, roccas ~ : basische gesteenten
basio /sub/ : kus, zoen
basio, ~ de mano : handkus
basio, ~ tenere : tedere kus
basio, ~ sonor : klapzoen
basio, ~ de pace : vredekus
basio, ~ de Judas (Judas) : Judaskus
basio, dar un ~ forte a un persona : iemand een pakkerd geven
basio, dar un ~ de adeo (adeo) a un persona : iemand vaarwel kussen
basio, coperir de ~s le facie de un persona : iemands gezicht afkussen
basio, inviar ~s : kushandjes geven
bassar /v/ : lager maken, laten zakken, naar beneden laten, verlagen
bassar, ~ un muro : een muur verlagen
bassar, ~ le cortina : het gordijn laten zakken
bassar, ~ le tarifa : het tarief verlagen
bassar, ~ le capite (capite)/testa : het hoofd buigen
bassar, ~ le oculos : de ogen neerslaan
bassar, ~ se : bukken
bassar, ~ le precio : de prijs laten zakken
bassar, ~ le pharos : dimmen
bassar, ~ le voce : zachter gaan spreken
bassar, ~ le sono (del radio) : de radio zachter zetten
bassar, ~ le gas : het gas lager zetten
bassar, ~ le luces : dimmen
bassar, ~ le volumine : het geluid zachter zetten
bassar /v/ : lager worden, zakken, dalen
bassar, le temperatura bassa : de temperatuur daalt
bassar, le vendita (vendita) bassa : de verkoop loopt terug
bassar, le cursos bassa : de koersen dalen
bassar, le aqua ha bassate : het water is gezakt
bassar, le barometro (barometro) ha bassate : de barometer is gezakt
bassar, le nivello comencia a ~ : het niveau begint af te zakken
basse /adj/ : laag, laaggelegen, beneden...
basse, in voce ~ : zacht, niet luid
basse, plana ~ : laagvlakte
basse, scarpa ~ : lage schoen
basse, pais ~ : laagland
basse, citate ~ : benedenstad
basse, parte ~ del citate : benedenstad
basse, marea ~ : eb, laagtij, laagwater
basse, de ~ tension : laagspannings...
basse, currente de ~ tension : zwakstroom
basse, le puncto le plus ~ : het dieptepunt
basse, ~ pression : lage druk
basse, zona de ~ pression : lagedrukgebied
basse, colpo ~ : slag onder de gordel
basse, esser de ~ origine/de ~ nascentia : van lage afkomst zijn
basse, le dollar (A) es ~ : de dollar staat laag
basse, cantar in tono ~ : laag zingen
basse /adj/ : MUSICA bas...
basse, registro ~ del organo (organo) : basregister van het orgel
basse, guitarra/gitarra ~ : basgitaar
basse, corno ~ : bashoorn
basse, trompetta ~ : bastrompet
basse, flauta ~ : basfluit
basse, flauta dulce ~ : basblokfluit
basse, clarinetto ~ : basklarinet
basse, violino ~ : basviool
basse /adj/ : laag, gemeen
basse, instinctos ~ : lage instincten
basse, ager bassemente : laag/gemeen handelen
bassino /sub/ : bassin, bekken, kom, schaal, bak
bassino, ~ de metallo : metalen bak
bassino, ~ de porcellana : porseleinen kom
bassino, ~ a lavar : waskom
bassino, ~ hygienic : po, ondersteek
bassino /sub/ : bassin, reservoir, bekken, vijver
bassino, ~ de natation : zwembassin
bassino, ~ de decantation : bezinkbekken
bassino, ~ de piscicultura : viskweekvijver
bassino /sub/ : ANATOMIA bekken
bassino, ~ renal : nierbekken
bassino /sub/ : GEOLOGIA bekken
bassino, ~ carbonifere : kolenbekken/gebied
bassino, ~ aquitan : Aquitaans bekken
bassino /sub/ : dok
bassino, ~ flottante : drijvend dok
bassino, ~ de reparation sic/de carinage : droogdok
bassino /sub/ : havenkom
bassino, ~ portuari/de un porto : havenbekken/kom
bassino, ~ a marea (marea) : getijbekken
bassino, ~ lacustre : meerbekken
bassino /sub/ : stroomgebied (van rivier)
bassino, ~ fluvial : stroomgebied
basso /sub/ : laagst gelegen gedeelte, onderste deel, onderkant
basso, le ~ del visage : de onderkant van het gezicht
basso, le ~ del pagina (pagina) : de onderkant van de bladzijde
basso, le ~ de un scala : het ondereinde van een trap
basso, in ~ : beneden, onderaan
basso, ille habita in ~ : hij woont beneden
basso, in ~ del pagina (pagina) : onder aan de bladzijde
basso, a ~ cappello! : hoed af!
basso, a ~ le bomba! : ban de bom!
basso, a ~ : naar beneden
basso, verso le ~ : benedenwaarts
basso, pulsar verso le ~ : neerdrukken
basso, jectar a/in ~ : naar beneden gooien
basso, reguardar a/in ~/verso le ~ : naar beneden kijken
basso, a ~ le traitores! : weg met de verraders!
basso, a ~ le dictator! : weg met de dictator!
basso /sub/ : MUSICA baspartij
basso, clave de ~ : bassleutel
basso /sub/ : contrabas
basso /sub/ : bas (mannenstem)
basso, voce de ~ : basstem
basso /adv/ : laag
basso /adv/ : zachtjes
bastante /adv/ : tamelijk wat, nogal, vrij
bastante, ~ cocte/cocite : gaar
bastante, con ~ frequentia : tamelijk vaak
bastante, iste parola ha connotationes ~ forte : dit woord heeft nogal een zware lading
bastante, ille ha un aspecto ~ curiose : hij ziet er wat apart uit
bastante, le tempore esseva ~ disfavorabile : het weer zat lelijk tegen
bastante /adj/ : voldoende, genoeg
baston /sub/ : stok, staf
baston, ~ de marechal : maarschalksstaf
baston, ~ de ski/de skiator : skistok
baston, ~ de peregrino/pelegrino : pelgrimstaf/stok
baston, ~ indicatori : aanwijsstok
baston, ~ de biliardo : queue
baston, ~ de gumma : gummistok
baston, ~ de mendico (mendico)/de mendicante : bedelstaf
baston, ~ de cannella : kaneelstang
baston, ~ de creta : krijtje
baston, ~ punctate/punctute : puntstok
baston, ~ nodose : knoestige stok
baston, mitter ~es in le rotas : een spaak in het wiel steken
baston, colpo de ~ : stokslag
baston /sub/ : wandelstok
baston, granmamma va con un ~ : oma loopt met een stok
baston, ~ de bambu (bambu) : bamboestok
baston, ~ de montania : bergstok
battalia /sub/ : (veld)slag, gevecht, strijd
battalia, campo de ~ : slagveld
battalia, zona de ~ : gevechtszone
battalia, ordine de ~ : slagorde
battalia, linea de ~ : slaglinie
battalia, cavallo de ~ : strijdros
battalia, Battalia de Waterloo : Slag bij Waterloo
battalia, Battalia de Leningrad : Slag om Leningrad
battalia, Battalia del Marne : Slag aan de Marne
battalia, Battalia del Sporones de Auro : Gulden Sporenslag
battalia, ~ de carros de combatto/de tanks : tankslag
battalia, ~ stratal/de strata : straatgevecht
battalia, ~ de ideas (ideas) : ideeënstrijd
battalia, ~ terrestre/campal : veldslag
battalia, ~ naval : zeeslag
battalia, ~ aeree : luchtslag
battalia, ~ defensive : afweerslag
battalia, ~ del precios : prijzenslag
battalia, ~ electoral : verkiezingsstrijd
battalia, ~ sanguilente : bloedige slag
battalia, ~ simulate/fingite : schijngevecht
battalia, ~ contra le rumores : strijd tegen de geruchten
battalia, ~ contra le inflation : strijd tegen de inflatie
battalia, dar/livrar ~ : slag leveren
battalia, ganiar un ~ : een slag winnen
batter /v/ : slaan
batter, ~ moneta : munten slaan
batter, ~ le cupro : koper slaan
batter, ~ ovos : eieren kloppen
batter, ~ le ferro : het ijzer smeden
batter, ~ le manos : in de handen klappen
batter, ~ le dentes : met de tanden klapperen
batter, ~ con le lingua : met de tong smakken
batter, ~ le tambur : de trommel slaan
batter, ~ le alas : klapwieken
batter, ~ le testa contra : zijn hoofd stoten tegen
batter, le corde batte ancora : het hart klopt nog
batter, le pluvia batte le vitros : de regen slaat tegen de ruiten
batter, le porta batte : de deur kleppert
batter, le undas batteva le plagia : de golven beukten het strand
batter, ~ un tapete/tapis (F)/carpetta : een kleed (uit)kloppen
batter, ~ le mesura : de maat slaan
batter, ~ se le pectore : zich op de borst slaan
batter, ~ le tritico/frumento : tarwe dorsen
batter, ~ un infante pro le punir : een kind een pak slaag geven voor straf
batter, ~ a morte : doodslaan
batter, ~ al porta de : aankloppen bij
batter, crema battite : slagroom
batter, auro battite : geslagen goud
batter /v/ : verslaan, overwinnen, bedwingen
batter, ~ un record (A) : een record slaan/breken
batter, ~ un adversario : een tegenstander verslaan
batter, ~ un persona con su proprie armas : iemand met zijn eigen wapenen bestrijden
batter, ~ se : vechten
becco /sub/ : snavel, snuit, (van voorwerp) tuit
becco, ~ de ave : vogelsnavel
becco, ~ (de gas) : (gas)brander/pit
becco, ~ economic : spaarbrander
becco, ~ de un clarinetto : mondstuk van een klarinet
becco, ~ cruciate : kruisbek
becco, ~ de Bunsen : Bunsenbrander
becco, morsura de ~ : snavelbeet
belle /adj/ : mooi, schoon, knap, fraai
belle, ~ como un statua : beeldschoon
belle, in ~ ordine : keurig, netjes
belle, un edition bellemente illustrate : een fraai verluchte uitgave
beltate /sub/ : schoonheid, het mooie, het fraaie
beltate, ~ de un region : schoonheid van een streek
beltate, ~ del natura : natuurschoon
beltate, ~ del femina (femina) : vrouwelijk schoon
beltate, ~ fugitive : vergankelijke schoonheid
beltate, ~ incomparabile/sin equal : weergaloze schoonheid
beltate, ~ sever : ingetogen schoonheid
beltate, ~ corporal/corporee/physic : lichamelijke schoonheid
beltate, ~ externe : uiterlijke schoonheid
beltate, culto del/al ~ : verheerlijking van de schoonheid
beltate, masca/mascara (mascara) de ~ : schoonheidsmasker
beltate, productos de ~ : schoonheidsmiddelen, cosmetica
beltate, regina de ~ : schoonheidskoningin
beltate, salon de ~ : schoonheidssalon
beltate, instituto de ~ : schoonheidsinstituut
beltate, concurso de ~ : schoonheidswedstrijd
beltate, emotion de ~ : schoonheidsontroering
beltate, sensation de ~ : schoonheidsgewaarwording
beltate, impression de ~ : schoonheidsindruk
beltate, in le plenitude de su ~ : in al haar schoonheid
beltate /sub/ : mooie vrouw, schoonheid
ben /adv/ : goed, wel, juist
ben, ~ informate : welingelicht
ben, apprender un cosa de fonte ~ informate : iets uit welingelichte bron vernemen
ben, ~ ponderate : weloverwogen, weldoordacht
ben, ~ meritate : welverdiend
ben, profitar de un reposo ~ meritate : van een welverdiende rust genieten
ben, ~ pensante : weldenkend
ben, ~ educate : welopgevoed
ben, ~ intentionate : welgemeend
ben, ~ situate : welgelegen
ben, ~ definite/determinate : vastomlijnd
ben, ~ que : hoewel, ofschoon
ben, ir ~ : 1. goed gaan, 2 in goede gezondheid verkeren, goed gezond zijn
ben, sentir se ~ : zich goed gevoelen
ben, le aere (aere) fresc le facera ~ : de frisse lucht zal hem goed doen
ben /adv/ : goed (all right)
ben /sub/ : het goede
ben, ~ public : openbaar welzijn
ben, le ~ e le mal : goed en kwaad
ben, le ~ supreme : het hoogste goed
ben, le ~ del stato : het heil van de staat
ben, pro le ~ del humanitate : voor het heil van de mensheid
ben /sub/ : bezit, bezitting, vermogen, goed
ben, ~es public : openbaar bezit
ben, ~es allodial : allodiale bezittingen
ben, ~ hereditari : erfgoed
ben, ~es ecclesiastic/del ecclesia : kerkelijke goederen
ben, ~es monasterial/conventual : kloostergoed
ben, ~es mobile/mobiliari : roerende goederen
ben, ~es immobile/immobiliari : onroerende goederen
ben, ~es dotal : dotale goederen
ben, ~es de consumo/consumption : verbruiksgoederen
ben, ~es economic : economische goederen
ben, ~es material : stoffelijke goederen
ben, ~es cultural : cultuurgoederen
ben, ~es de investimento : investeringsgoederen
ben, ~es terrestre : aardse goederen
ben, ~es paraphernal : bruidsgoed
ben, ~es in/de mano(s) morte : goederen in de dode hand
ben, abandonar/abdicar su ~es : afstand doen van zijn bezittingen
beneficio /sub/ : voordeel, nut, baat, winst, profijt
beneficio, al ~ de : ten bate van
beneficio, match (A) al ~ de ... : benefietwedstrijd
beneficio, representation al ~ de ... : benefietvoorstelling
beneficio, ~ commercial/mercantil : handelswinst
beneficio, ~ brute : brutowinst
beneficio, ~ nette : nettowinst
beneficio, ~s de guerra : oorlogswinst
beneficio, ~s eventual : eventuele winsten
beneficio, ~s excessive : buitensporige winsten
beneficio, ~ usurari : woekerwinst
beneficio, ~ fictive : gefingeerde winst
beneficio, privation de ~ : winstderving
beneficio, margine de ~ : winstmarge
beneficio, saldo de ~ : winstsaldo
beneficio, parte de ~ : winstaandeel
beneficio, repartition del ~s : winstdeling
beneficio, realisar/obtener ~s : winsten maken/behalen
beneficio, participar al/in le ~s : in de winsten delen
beneficio, participation al/in le ~s : aandeel in de winst
beneficio, lassar le ~ del dubita (dubita) a un persona, conceder a un persona le ~ del dubita (dubita) : aandeel in de winst
beneficio, analyse (analyse) (-ysis) del costos e ~s : kosten-batenanalyse
beneficio /sub/ : beneficie, prebende
benevole /adj/ : vrijwillig
benevole, labor ~ : vrijwilligerswerk
benevole /adj/ : welwillend, vriendelijk, aardig, mild
benevole, ascoltator ~ : welwillende luisteraar
benevole, judice (judice) ~ : welwillende rechter
benevole, collaboration ~ : welwillende medewerking
benigne /adj/ : goedaardig, goedig, zachtmoedig, mild
benigne, hiberno ~ : kwakkelwinter
benigne, climate ~ : mild klimaat
benigne, homine ~ : goedzak, lobbes
benigne, grande can ~ : lobbes
benigne /adj/ : MEDICINA goedaardig
benigne, tumor ~ : goedaardig gezwel
benigne, melanoma ~ : goedaardig melanoom
benigne, remedio ~ : zacht(werkend) geneesmiddel
benvenite /adj/ : welkom, van pas, gunstig, juist
benvenite, dono/presente ~ : welkom geschenk
berillos /sub/ : bril
berillos, un par de ~ : een bril
berillos, montatura de ~ : brilmontuur
berillos, etui (F) a/de ~ : briletui
berillos, vitro/lente de ~ : brilleglas
berillos, portator de ~ : brildrager
berillos, ~ de lectura/pro leger : leesbril
berillos, ~ protective/protectori/de protection/de securitate : veiligheidsbril, motorbril, stofbril, lasbril, sportbril
berillos, ~ antisol/solar/ de sol : zonnebril
berillos, ~ a/contra le nive : sneeuwbril
berillos, ~ (a vitros) bifocal : bifocale bril
berillos, ~ (a vitros) multifocal : multifocale bril
berillos, ~ polarisante : polarisatiebril
berillos, ~ con manico : face-à-main
berillos, cambiar de ~ : een andere bril opzetten
besonio /sub/ : behoefte, nood, gebrek
besonio, ~ de affection : behoefte aan liefde
besonio, ~ vital : levensbehoefte
besonio, ~s elemental : basisbehoeften
besonio, ~ corporal/corporee : lichaamsbehoefte
besonio, ~ de moneta : behoefte aan geld, geldgebrek
besonio, ~ de cambiamento : behoefte aan verandering
besonio, ~ de reposo : behoefte aan rust
besonio, ~ de energia (energia) : energiebehoefte
besonio, ~ de viveres/de alimentos : voedselbehoefte
besonio, ~ urgente : dringende behoefte
besonio, ~ stringente : nijpende behoefte
besonio, le ~s de nostre tempore : de noden van onze tijd
besonio, in caso de ~ : in geval van nood
besonio, satisfacer le ~s : de behoeften bevredigen
besonio, satisfaction del ~s : bevrediging der behoeften
besonio, ~ satisfacte : bevredigde behoefte
besonio, ~s elementari del homine : elementaire behoeften van de mens
besonio, ~s natural : natuurlijke behoeften (om te plassen, etc.)
besonio, ~ de facer valer se : geldingsdrang
besonio, secundo le ~ : al naar behoefte
besonio, facer su ~s : zijn behoeften doen
besonio, haber ~ de : behoefte hebben aan, nodig hebben
besonio, haber grande ~ de : hoog nodig hebben
besonio, io ha absolutemente ~ de mi berillos : ik kan mijn bril niet missen
besonio, crear ~s : behoeften scheppen
besonio, subvenir a su ~s : in zijn eigen behoeften voorzien
biber /sub/ : het drinken, drank
biber, canto a ~ : drinklied
biber, palea (a ~ ) : rietje
biber, ~ in un tasca : uit een kopje drinken
biber /v/ : drinken
biber, ~ al sanitate de un persona : op iemands gezondheid drinken
biber, ~ rumorosemente : slurpen
biber, ~ pro dar se corage : zich moed indrinken
biber, vitio de ~ : drankzucht
biberage /sub/ : drank
biberage, ~ alcoholisate : alcoholische dranken, alcoholica
biberage, ~s non alcoholisate : alcoholvrije dranken
biberage, ~ magic : toverdrank
biberage /sub/ : MEDICINA drankje
bibliotheca /sub/ : bibliotheek (plaats waar boeken worden bewaard), leeszaal
bibliotheca, ~ municipal : gemeentelijke bibliotheek, stadsbibliotheek
bibliotheca, ~ national : nationale bibliotheek
bibliotheca, ~ universitari/del universitate : universiteitsbibliotheek
bibliotheca, ~ popular : volksbibliotheek
bibliotheca, ~ scholar : schoolbibliotheek
bibliotheca, ~ juvenil : jeugdbibliotheek
bibliotheca, ~ monasterial/conventual/monachal/monastic : kloosterbibliotheek
bibliotheca, ~ Braille : blindenbibliotheek
bibliotheca, ~ de presto : uitleenbibliotheek
bibliotheca, ~ musical : muziekbibliotheek
bibliotheca, ~ de juventute : jeugdbibliotheek
bibliotheca, ~ tornante : boekenmolen
bibliotheca, ~ mobile/ambulante/circulante : bibliobus
bibliotheca, ~ royal/regal : koninklijke bibliotheek
bibliotheca, filial/succursal del ~ : filiaal van de bibliotheek
bibliotheca, catalogo (catalogo) de ~ : bibliotheecatalogus
bibliotheca, personal de ~ : bibliotheekpersoneel
bibliotheca, functionario de ~ : bibliotheekbeambte/bediende
bibliotheca, gerente/administrator de ~ : bibliotheekbeheerder
bibliotheca, ratto de ~ : boekenwurm
bibliotheca /sub/ : bibliotheek, verzameling boeken
bibliotheca /sub/ : boekenkast
bicyclo /sub/ : rijwiel, fiets
billet /sub/ : briefje, kennisgeving
billet, ~ de nascentia : geboortekaartje
billet, ~ de maritage : huwelijksaankondiging
billet, ~ de ordine : orderbriefje
billet /sub/ : plaatsbewijs (schouwburg, trein, etc.), kaartje, ticket, lot
billet, ~ de entrata/de ingresso : entreekaartje
billet, ~ de cinema (cinema) : kaartje voor de bioscoop
billet, ~ de theatro : kaartje voor de schouwburg
billet, ~ gratuite (gratuite)/de favor : vrijkaartje
billet, ~ de prime classe : kaartje eerste klas
billet, ~ collective/de gruppo : gezelschapsbiljet
billet, ~ bancari/de banca : bankbiljet
billet, retirar ~es bancari/de banca : bankbiljetten intrekken
billet, vendita (vendita) de ~es : kaartverkoop
billet, controlo del ~es : kaartjescontrole
billet, circulation de ~es de banca : bankbiljettencirculatie
billet, ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia)/de traino : spoorkaartje
billet, ~ de viage : reisbiljet
billet, ~ de avion : vliegticket
billet, ~ tramviari/de tramvia (tramvia) : tramkaartje
billet, ~ de retorno/de ir e retorno : retourbiljet/kaartje
billet, ~ circular : rondreisbiljet
billet, viagiar sin ~ : zwartrijden
billet, viagiator sin ~ : zwartrijder
billet, ~ de abonamento : seizoenkaart
billet, ~ de lotteria (lotteria) : loterijbriefje
billet /sub/ : inkwartieringsbiljet
bira /sub/ : bier
bira, bottilia de ~ : flesje bier
bira, latta de ~ : blikje bier
bira, barril de ~ : vat bier, biervat
bira, vitro de ~ : glas bier
bira, potto a ~ : bierpul
bira, tonna a ~ : bierton
bira, pumpa a/de/pro ~ : bierpomp
bira, odor de ~ : bierlucht
bira, bibitor de ~ : bierdrinker
bira, suppa de ~ : biersoep
bira, consumo/consumption de ~ : biergebruik
bira, levatura de ~ : biergist
bira, carta del ~s : bierkaart
bira, valvula de ~ : bierkraan
bira, cupa de ~ : bierkuip
bira, pappa de ~ : bierpap
bira, gusto de ~ : biersmaak
bira, feltro de ~ : bierviltje
bira, macula de ~ : biervlek
bira, ~ de conserva : lagerbier
bira, ~ de hordeo : gerstebier
bira, ~ de gingibre : gemberbier
bira, ~ de malt : moutbier
bira, ~ clar : licht bier
bira, ~ obscur : donker bier
bira, ~ de barril : bier uit het vat
bira, servir ~ de barril : bier tappen
bira, ~ in bottilias/imbottiliate : flessenbier
bira, ~ de tabula : tafelbier
bira, fabricar/facer ~ : bierbrouwen
bira, fabricante de ~ : bierbrouwer
bira, le ~ scuma/spuma multo : het bier schuimt sterk
bizarre /adj/ : vreemd, eigenaardig, merkwaardig, wonderlijk, excentriek, bizar
bizarre, idea (idea) ~ : zonderling idee
bizarre, homine ~ : vreemde man
blanc /adj/ : wit, blank
blanc, papiro ~ : wit/blanko papier
blanc, ~ como le creta : krijtwit
blanc, ~ como le nive : sneeuwwit
blanc, dar carta ~ a un persona : iemand vrij spel geven
blanc, versos ~ : rijmloze verzen
blanc, perdice ~ : sneeuwhoen
blanc, urso ~ : ijsbeer
blanc, racia ~ : blanke ras
blanc, metallo ~ : witmetaal
blanc, carbon ~ : witte steenkool (waterkracht)
blanc, libro ~ : witboek
blanc, uva ~ : witte druif
blanc, vino ~ : witte wijn
blanc, pan ~ : wittebrood
blanc, globulo ~ : wittebrood
blanc, spino ~ : hagedoorn, meidoorn
blanc, poplo ~ : hagedoorn, meidoorn
blanc, abiete ~ : zilverspar
blanc, bulletin de voto ~ : blanco stembiljet
blasmar /v/ : afkeuren, laken, berispen
blasmo /sub/ : afkeuring, blaam, berisping
blasmo, jectar un ~ super (super) : een blaam werpen op
blasphemar /v/ : godslasteringen uiten, vloeken
blau /adj/ : blauw
blau, ~ obscur : donkerblauw
blau, ~ celeste : hemelsblauw
blau, ~ clar/pallide : lichtblauw
blau, ~ marin : marineblauw
blau, ~ de aciero : staalblauw
blau, un mar intensemente ~ : een diepblauwe zee
blau, sanguine ~ : blauw bloed
blau, paro ~ : kuifmees
blau, zona ~ : parkeerzone
blau, Barba ~ : Blauwbaard
blau, Casco ~ : Blauwhelm
blau, filtro ~ : blauwfilter
blau, zona ~ : blauwe zone
blau /sub/ : blauw
blau, ~ de Prussia : Pruisisch/Berlijns blauw
blau, ~ de Delft : Delfts blauw
blocar /v/ : blokkeren, insluiten, afsluiten, afzetten, vastzetten
blocar, ~ le salarios : de lonen bevriezen, een loonstop afkondigen
blocar, ~ le precios : een prijzenstop afkondigen
blocar, ~ le traffico : het verkeer blokkeren/lamleggen
blocar, ~ le passage : de doorgang afsluiten
blocar, le frenos ha essite blocate : de remmen werden geblokkeerd
blocar, ~ le porta con un pede : de voet tussen de deur zetten
blocar, ~ le vista de un persona : iemand het zicht belemmeren
blocar, ~ le promotion de un persona : iemand de weg tot promotie afsluiten
blocar, ~ saldos : saldo's bevriezen
bloco /sub/ : blok (hout, steen, etc.), klomp
bloco, ~ erratic : zwerfblok, zwerfkei
bloco, ~ de petra : steenblok
bloco, ~ de ligno : houtblok
bloco, ~ de rocca : rotsblok
bloco, ~ de beton : betonblok
bloco, ~ de granito : granietblok
bloco, ~ de basalto : basaltblok
bloco, ~ de sal : liksteen (voor het vee)
bloco, ~ de freno : remblok
bloco /sub/ : blok, geheel, eenheid
bloco, in ~ : en bloc
bloco, ~ de casas : huizenblok
bloco, ~ sovietic : sovjetblok
bloco, ~ oriental : oostblok
bloco, ~ governamental : regeringsbok
bloco, ~ de poter : machtblok
bloco, ~ de timbros (postal) : blok postzegels
bloco, ~ de motor : motorblok
bloco, ~ de cylindros : cilinderblok
bloco, formation de un ~ : blokvorming
bloco, in ~ : in zijn geheel, allen, allen tegelijk
bloco /sub/ : schrijfblok, bloknoot
bloco, ~ de papiro/de disfoliar : bloknoot
bloco, ~ de scriber : schrijfblok
bloco, ~ de notas : notitieblok
bloco, ~ de papiro a designo : tekenblok
blonde /adj/ : blond, goudgeel
blonde, ~ cinerate : asblond
blonde, capillos ~ : blond haar
bobinar /v/ : (op)wikkelen, opwinden, (op)spoelen, oprollen
bobinar, ~ filo : draad op een spoel winden
bomba /sub/ : bom, granaat
bomba, ~ retardate/a retardamento/a horologiera/a tempore : tijdbom
bomba, ~ explosive : brisantbom
bomba, ~ incendiari : brandbom
bomba, ~ a/de phosphoro (phosphoro) : fosforbom
bomba, ~ a/de neutrones : neutronenbom
bomba, ~ a/de benzina : benzinebom
bomba, ~ fumigene : rookbom
bomba, ~ putente/fetide : stinkbom
bomba, ~ lacrimogene : traangasbom, traangasgranaat
bomba, ~ atomic : atoombom
bomba, ~ de avion : vliegtuigbom
bomba, ~ a/de plastico : kneedbom
bomba, ~ a/de hydrogeno (hydrogeno)/thermonuclear : waterstofbom
bomba, ~ a/de fragmentation : fragmentatiebom
bomba, ~ submarin/de profunditate : dieptebom
bomba, ~ non explodite : blindganger
bomba, cargamento de ~s : bommenlast
bomba, pluvia de ~s : bommenregen
bomba, tapis (F)/tapete de ~s : bomtapijt
bomba, attacco con ~s : bomaanval
bomba, a prova/proba de ~ : bomvrij
bomba, attentato de ~ : bomaanslag
bomba, cader como un ~ : inslaan als een bom
bomba, a basso le ~! : ban de bom!
bombar /v/ : bommen gooien, bommen werpen, met bommen bestoken, bombarderen
bon /adj/ : goed
bon, ~ nocte : goede nacht, welterusten
bon, un ~ numero (numero) de : een flink aantal
bon, de ~ hora : vroeg
bon, de ~ grado : graag
bon, alique (alique)/alco ~ : iets goeds
bon, nihil (nihil) ~ : niets goeds
bon, bon! : goed!, prima!, best!
bon mot /sub/ : bon mot
bon vivant /sub/ : bon vivant
bordo /sub/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES boord
bordo, a ~ de : aan boord van
bordo, foras de ~ : buiten boord
bordo, ~ a ~ : langzij
bordo, cocinero/coco de ~ : scheepskok
bordo, medico de ~ : scheepsarts
bordo, papiros/documentos de ~ : scheepspapieren
bordo, registro de ~ : scheepsregister
bordo, libro/diario/jornal de ~ : scheepsjournaal, logboek
bordo, radio de ~ : boordradio
bordo, tirator de ~ : boordschutter
bordo, arma de ~ : boordwapen
bordo, mechanico de ~ : boordwerktuigkundige
bordo, telephono (telephono) de ~ : scheepstelefoon
bordo, provisiones de ~ : scheepsbehoeften
bordo, ir a ~ : aan boord gaan
bordo, prender a ~ : aan boord nemen
bordo, cader de ~ : overboord vallen
bordo, virar de ~ : overstag gaan
bordo /sub/ : oever, kant, rand, zoom
bordo, ~ del trottoir : stoeprand, trottoirband
bordo, ~ del fenestra : vensterbank
bordo, ~ del cammino/via : kant van de weg, berm
bordo, ~ del mar : kust
bordo, ~ de un bosco : bosrand
bordo, ~ de un vestimento : zoom van een kledingstuk
bordo, ~ de lucto : rouwrand
bordo, ~ del lecto : bedrand
bordo, ~ exterior : buitenrand
bordo, ~ inferior : onderrand
bordo, ~ superior : bovenrand
bordo, ~ interior : binnenrand
bordo, ~ stricte : smalle rand
bordo, ~ affilate : scherpe rand
bordo, ~ saliente : uitstekende rand
bordo, ~ del tabula : tafelrand
bordo, ~ ornamental : sierrand
bordo, ~ del abysmo : rand van de afgrond
bordo, ~ del deserto : rand van de woestijn
bordo, ~ dentate de un timbro (postal) : gekartelde rand van een postzegel
bordo, con ~ aurate : goud op snee
bosco /sub/ : bos, woud
bosco, ~ de coniferes : naaldbos
bosco, ~ de abietes : sparrenbos
bosco, ~ de palmas : palmenbos
bosco, ~ spisse : dicht bos
bosco, ~ pluviose/de pluvia : regenwoud
bosco, lista de ~ : bosrand
bosco, anemone del ~s : bosanemoon
bosco, violetta del ~s : bosviooltje
bosco, fraga del ~ : bosaardbei
bosco, fructo del ~ : bosvrucht
bosco, promenada in le ~(s) : boswandeling
bosco, aere (aere) del ~s : boslucht
bosco, incendio de ~ : bosbrand
bosco, terra a ~ : bosgrond
bosco, gigante del ~ : woudreus
bosco, cursa a pede a transverso le ~s : bosloop
bosco, zona de ~s : bosgebied/terrein, bosrijk gebied
bosco, bordo de un ~ : bosrand
bosco, limite (limite) del ~s : boomgrens
bosco, homine del ~s : bosmens
bosco, negro del ~s : bosneger
bosco, le arbores cela le ~ : door de bomen het bos niet meer zien
boteca /sub/ : winkel
boteca, ~ de florista : bloemenwinkel
boteca, ~ de scarpas/calceos/calceaturas : schoenenwinkel
boteca, ~ de antiquitates : antiekwinkel
boteca, ~ de antiqualias : uitdragerij
boteca, ~ de joculos : speelgoedwinkel
boteca, ~ de fructos : fruitwinkel
boteca, ~ de modas : modewinkel/zaak
boteca, ~ de derecto : wets/ rechtswinkel
boteca, ~ rolante : rijdende winkel
boteca, tener un ~ : een winkel houden
botta /sub/ : laars
botta, ~ impermeabile/de aqua : waterlaars
botta, ~s de gumma : gummi/rubberlaarzen
botta, ~s de chassa : jachtlaarzen
botta, ~ de equitation : rijlaars
botta, ~ de laciar : rijglaars
botta, ~ alte : lieslaars
botta, ~ a reverso/alte con volta : kaplaars
botta, ~s a sporones : laarzen met sporen
botta, ~s de septe millias : zevenmijlslaarzen
botta, le "~" italian : de Italiaanse laars
botta, le catto con ~s : de gelaarsde Kat
bottilia /sub/ : fles
bottilia, collo de ~ : flessenhals (anque knelpunt in het verkeer)
bottilia, ventre de un ~ : buik van een fles
bottilia, vitro a ~s : flessenglas
bottilia, ~ a/de/pro lacte : melkfles
bottilia, ~ de gas : gasfles
bottilia, ~ de oxygeno (oxygeno) : zuurstoffles/cilinder
bottilia, ~ de lecto : beddekruik
bottilia, ~ de butano : butagasfles, butaangasfles
bottilia, ~ de tinta : inktfles
bottilia, ~ isolante/thermos : thermosfles
bottilia, ~ corbe : mandfles
bottilia, ~ de Leiden : Leidse fles
bottilia, ~ familial : gezinsfles
bottilia, ~ quadrate : kelderfles
bottilia, ~ graduate : maatfles
bottilia, ~ aperte : aangebroken fles
bottilia, gas in ~s : flessengas
bottilia, lacte in ~s : flessenmelk
bottilia, bira in ~s : flessenbier
bottilia, sufflator de ~s : flessenblazer
bottilia, forma de ~ : flesvorm
bottilia, in/de forma de ~ : flesvormig
bottilia, vitreria (vitreria) de ~s : flessenfabriek
bottilia, mitter in ~s : bottelen
bottilia, le mitter in ~s : het bottelen
bottilia, biber del ~ : uit de fles drinken
bottilia, aperir un ~ : een fles aanbreken
bottilia, agitar un ~ : een fles schudden
bottilia, amar le ~ : te veel drinken
bottilia, nos va finir/terminar le ~ : we zullen de fles maar leegmaken
bove /sub/ : rund, os
bove, ~ de tracto : trekos
bove, corno de ~ : runderhoorn
bove, commerciante de ~s : ossenhandelaar
bove, mercato de ~s : ossenmarkt
bove, corio de ~ : runderleer
bove, stabulo de/pro ~s : ossenstal
bove, pilo de ~ : runderhaar
bove, disjunger ~s : ossen uitspannen
bove, oculo de ~ : 1. rond raampje, 2. BOTANICA margriet
bove /sub/ : rundvlees
bove, rostito de ~ : ossegebraad, gebraden rundvlees
bove, filet (F) de ~ : ossehaas, runderhaas
bove, bouillon (F) de ~ : runderbouillon
bove, grassia de ~ : rundvet
bove, lumbo de ~ : lendenstuk (van rund)
bove, costas de ~ magre : magere riblappen
bove, lingua de ~ : ossetong
bove, suppa a cauda de ~ : ossestaartsoep
bracio /sub/ : ANATOMIA etc., arm
bracio, ~ artificial/orthopedic : kunstarm
bracio, ~ leve/sinistre : linkerarm
bracio, ~ dext(e)re/derecte : rechterarm
bracio, ~ prehensile : grijparm
bracio, ~s musculate : gespierde armen
bracio, ~ de mar : zeearm
bracio, ~ de un balancia : schaal van een balans
bracio, ~ de pumpa : pompzwengel
bracio, ~ del justitia : sterke arm
bracio, ~ contuse/contusionate : gekneusde arm
bracio, ~ de mar : zeearm
bracio, parte superior del ~ : bovenarm
bracio, parte inferior del ~ : onderarm
bracio, ~ de un sede/sedia : armleuning van een stoel
bracio, sede/sedia/chaise (F) de ~s : armstoel, leunstoel
bracio, esser le ~ dext(e)re de : de rechterhand zijn van
bracio, cruciar le ~s : de armen over elkaar slaan
bracio, luxar se le ~ : zijn arm verrekken
bracio, dislocar se le ~ : zijn arm uit de kom draaien
bracio, balanciar le ~s : met de armen zwaaien
bracio, retirar le ~ : de arm terugtrekken
bracio, ~s cruciate : gekruiste armen
bracio, ~s tendite : gestrekte armen
bracio, musculos del ~ : armspieren
bracio, fractura de ~ : armbreuk, gebroken arm
bracio, carretta a ~ : handkar
bracio, lampa a ~ extensibile : schaarlamp
bracio, reciper un persona con le/a ~s aperte : iemand met open armen ontvangen
bracio, esser le duo ~s del mesme corpore : twee handen op een buik zijn
bracio, esser in le ~s de Morpheo (Morpheo) : In Morpheus' armen liggen
branca /sub/ : tak (van boom, etc.)
branca, ~ de arbore : boomtak
branca, ~ de olivo : olijftak
branca, ~ morte : dode tak
branca, fasce de ~s : takkenbos
branca, ~ florite : bloesemtak
branca, ~ de compasso : passerbeen
branca, candelabro a septe ~s : zevenarmige kandelaar
branca, ~ del scientia : tak van wetenschap
branca, ~ industrial : tak van nijverheid, bedrijfstak, industrie
branca, ~ de commercio : handelsgebied
branca, ~ del sport : tak van sport
brave /adj/ : dapper, moedig, flink, manhaftig, kranig
brave /adj/ : voortreffelijk, rechtschapen
breve /adj/ : kort, kortdurend
breve, vocal ~ : korte klinker
breve, de ~ durata/duration : van korte duur, kortstondig
breve, a ~ distantia : op korte/geringe afstand
breve, pro esser ~ : om kort te gaan, kortheidshalve
breve, esser ~ e curte : het kort maken
breve /sub/ : pauselijke brief, breve
breve /sub/ : MUSICA halve noot
bricca /sub/ : baksteen, klinker
bricca, cammino de ~s : klinkerweg
bricca, fabrica de ~s : steenfabriek
bricca, fabricante de ~s : baksteenfabrikant
bricca, fabrication de ~s : baksteenfabricage
bricca, industria de ~s : baksteenindustrie
bricca, architectura con ~s : baksteenarchitectuur
bricca, construction in/con ~s : baksteenbouw/constructie
bricca, relievo de ~s : baksteenrelief
bricca, furno a ~s : steenoven
bricca, ~ de scoria : slakkensteen
brillante /sub/ : briljant
brillante, anello de ~s : briljanten ring
brillante, taliar un ~ : een briljant slijpen
brillante /adj/ : schitterend
brillante, carriera ~ : schitterende carriëre
brillante, vernisse ~ : glansvernis
brillante, color ~ : glansverf
brillante, con oculos ~ : met glinsterende ogen
brillar /v/ : schitteren, blinken, glanzen, glimmen, fonkelen, stralen, schijnen
brillar, ~ per su absentia : door afwezigheid schitteren
brillar, un lacrima (lacrima) brillava in su oculo : een traan glinsterde in haar oog
brillar, le luna brilla : le maan schijnt
brillar /v/ : uitblinken, uitzonderlijk zijn, schitteren
brillar, ~ per su intelligentia : door verstand schitteren
brossa /sub/ : kreupelhout, struikgewas
brossa /sub/ : borstel, schuier
brossa, ~ metallic : staalborstel
brossa, ~ dur : harde borstel
brossa, ~ dulce : zachte borstel
brossa, ~ de cavallo : roskam
brossa, ~ a pilo longe : langharige borstel
brossa, ~ a pilo curte : kortharige borstel
brossa, ~ a/de/pro dentes : tandenborstel
brossa, ~ a/de/pro capillos : haarborstel
brossa, ~ a/de/pro ungues/ungulas : nagelborsteltje
brossa, ~ a/de/pro scarpas/calceos : schoenborstel
brossa, ~ mechanic : borstelmachine
brossa, (capillos in) ~ : bros (kapsel)
brossa, fabrication de ~s : borstelfabricage
brossa, fabrica de ~s : borstelfabriek
brossa, dar un colpo de ~ : (af)borstelen
brossar /v/ : (af)borstelen, (af)schuieren
brossar, ~ se le dentes : zijn tanden borstelen/poetsen
brossar, ~ se le capillos : zijn haar borstelen
brossar, ~ un cavallo : een paard afborstelen
brossar, ~ un mantello : een mantel/jas (uit/af)borstelen
brun /adj/ : bruin
brun, ~ obscur : donkerbruin
brun, pan ~ : bruin brood
brun, sauce (F) ~ : bruine saus
brun, oculos ~ : bruine ogen
brun, capillos ~ : bruin haar
bucca /sub/ : mond, bek, muil, opening, monding, ingang
bucca, a ~ aperte : met open mond
bucca, reguardar/mirar a ~ aperte : aanstaren
bucca, restar/remaner le ~ aperte : sprakeloos zijn, met de mond vol tanden staan
bucca, tu me trahe le parolas del ~ : je haalt me de woorden uit de mond
bucca, ~ de cavallo : paardebek
bucca, ~ de aqua : brandkraan
bucca, ~ de carga : vulopening
bucca, ~ de porto : havenmond
bucca, hygiene (hygiene) del ~ : mondverzorging
bucca, provisiones de ~ : mondvoorraad, proviand
bucca, harmonica a/de ~ : mondharmonica
bucca, cavitate del ~ : mondholte
bucca, angulo de ~ : mondhoek
bucca, ~ de un fluvio : monding van een rivier
bucca, ~ de un vulcano : mond van een vulkaan
bucca, ~ de un cannon : mond van een kanon
bucca, ~ a/de foco : vuurmond
bucca, ~ de metro : metro-ingang
bucca, ~ de cloaca : rioolput, rioolkolk
bucca, rinciar se le ~ : zijn mond spoelen
bucca, aperir le ~ : de mond opendoen, spreken
bucca, clauder/tappar le ~ a un persona : iemand de mond snoeren
bucca, ir/passar de ~ a ~ : van mond tot mond gaan
bucca, haber le corde super (super) le ~ : het hart op de lippen hebben
bucca, mitter al ~ : aan de mond zetten (instrument)
bucca, portar al ~ : naar de mond brengen
bucca, coperir le ~ : zijn hand voor zijn mond houden
bucca, respirar per le ~ : door de mond ademen
bucca, (respiration) ~ a ~ : mond-op-mondbeademing
bucca, con le scuma/spuma al ~ : schuimbekkend
bucca, parlar con le ~ plen : met volle mond praten
bucca, torquer le ~ in un rictus (rictus) : de mond tot een grijns vertrekken
bucca, ille debe alimentar septe ~s : hij moet zeven monden voeden
buclar /v/ : krullen
buclar, ferro de ~ : krultang (voor het haar)
buclar /v/ : gespen
buclar, ~ un cinctura : een riem omgespen
bulbo /sub/ : BOTANICA bol
bulbo, ~ a/de flor : bloembol
bulbo, ~ de tulipa(n) : tulpenbol
bulbo, ~ de croco : crocusbol
bulbo, ~ de hyacintho : hyacintbol
bulbo, ~ de narcisso : narcisbol
bulbo, ~ squamose : geschubde bol
bulbo, planta de ~ : bolgewas
bulbo, campo de ~s/de flores a ~ : bloembollenveld
bulbo, cultura de ~s : bloembollencultuur/teelt
bulbo, cultor/cultivator de ~s : bollenkweker
bulbo, commercio de ~s : bollenhandel
bulbo, commerciante de ~s : bollenhandelaar
bulbo, recoltator de ~s : bollenrooier
bulbo, zona del ~s : bollenstreek
bulbo, solo pro ~s : bollengrond
bulbo, cribro pro ~s : bollenzeef
bulbo /sub/ : verdikte onderzijde van haarwortel/tand/etc.
bulbo, ~ ocular/de oculo : oogbol
bulbo, ~ pilose : verdikte onderzijde van de haarwortel
bullir /v/ : aan de kook zijn, op het kookpunt zijn, koken
bullir, le aqua bulli a un temperatura de cento grados Celsius : aan de kook zijn, op het kookpunt zijn, koken
bullir, facer ~ le aqua : het water aan de kook brengen
bureau /sub/ : schrijftafel, bureau
bureau, tiratorio de ~ : bureaulade
bureau, lampa de ~ : bureaulamp
bureau /sub/ : werkvertrek, kantoor, bureau
bureau, empleo (empleo) de ~ : kantoorbaan
bureau, empleato de ~ : kantoorbediende/klerk
bureau, chef (F) de ~ : bureauchef
bureau, articulos de ~ : kantoorartikelen/behoeften
bureau, machina (machina) de ~ : kantoormachine
bureau, computator/computer (E) de ~ : kantoorcomputer
bureau, mobiles/mobiliario de ~ : kantoormeubelen
bureau, sedia de ~ : kantoorstoel
bureau, experientia de ~ : kantoorervaring
bureau, personal de ~ : kantoorpersoneel
bureau, travalio/labor de ~ : kantoorwerk/arbeid
bureau, costos de ~ : bureaukosten
bureau, administration de ~ : kantooradministratie
bureau, armario de ~ : kantoorkast
bureau, inventario de ~ : kantoorinventaris
bureau, adresse de ~ : kantooradres
bureau, almanac (almanac) de ~ : kantooralmanak
bureau, occupationes de ~ : kantoorbezigheden
bureau, ir al ~ : naar kantoor gaan
bureau /sub/ : dienst, instantie
bureau, ~ de stato civil : bureau van de burgelijke stand
bureau, ~ del plano : planbureau
bureau, Bureau Central del Plano : Centraal Planbureau
burla /sub/ : scherts, grap, gekheid, lolletje, gebbetje, kortswijl
burla, ~ scabrose : schuine mop
burla, ~ de mal gusto : smakeloze grap
burla, lancear/contar un ~ : een mop/bak vertellen
burla, ~s a parte : scherts terzijde
burlar /v/ : grappen maken, schertsen, gekheid maken, gekscheren
button /sub/ : BOTANICA knop
button, ~ floral : bloemknop
button, ~ de rosa : rozeknop
button, ~ de auro : boterbloem
button, ~ seminal : zaadknop
button, ~ caulinar : stengelknop
button, ~ a folios : bladknop
button /sub/ : puistje
button, ~ de febre : koortspuistje
button, eruption de ~es : uitslag van puistjes
button, premer ~es : puistjes uitdrukken
button /sub/ : knoop (aan kledingstuk)
button, ~ de pression : drukknoop
button, ~ de collo : boordeknoop
button, ~ de camisa : hemdsknoop
button, ~ de manchette : manchetknoop
button, ~ (coperte) de texito/de tela : stofknoop
button, cassa a ~es : knopendoos
button, attachar {sj} un ~ : een knoop aanzetten
button /sub/ : knop (aan deur, deksel, apparaten, etc.)
button, ~ de commando : bedieningsknop
button, ~ de remontar : horlogeknopje
button, ~ de adjustage/adjustamento : afstelknop
button, ~ de arresto temporari : pauzetoets
button, premer/pressar un ~ : op een knop drukken, een knop indrukken
button, ubi es le ~ del lumine/luce? : waar zit het knopje van het licht?
butyro (butyro) /sub/ : boter
butyro (butyro), ~ natural : natuurboter
butyro (butyro), ~ de crema : roomboter
butyro (butyro), ~ de vacca/de ferma : echte boter, boerenboter
butyro (butyro), ~ vegetal : plantenboter
butyro (butyro), ~ refrigerate : gekoelde boter
butyro (butyro), ~ non salate : ongezouten boter
butyro (butyro), ~ fresc : verse boter
butyro (butyro), ~ de maio : meiboter, grasboter
butyro (butyro), ~ de fabrica : fabrieksboter
butyro (butyro), ~ de cacao : cacaoboter
butyro (butyro), ~ de palma : palmboter
butyro (butyro), ~ de coco : cocosboter
butyro (butyro), ~ rancide : ranzige boter
butyro (butyro), cassa a ~ : boterdoos
butyro (butyro), commercio de ~ : boterhandel
butyro (butyro), mercante de ~ : boterhandelaar
butyro (butyro), mercato de ~ : botermarkt
butyro (butyro), exportation de ~ : boterexport/uitvoer
butyro (butyro), barril a ~ : boterton
butyro (butyro), fabrica de ~ : boterfabriek
butyro (butyro), fabricante de ~ : boterfabrikant
butyro (butyro), grassia de ~ : botervet
butyro (butyro), lacte de ~ : karnemelk
butyro (butyro), aroma de ~ : boteraroma
butyro (butyro), controlo del ~ : botercontrole
butyro (butyro), controlator del ~ : botercontroleur
butyro (butyro), batter le ~ : karnen
butyro (butyro), montania de ~ : boterberg
butyro (butyro), pastisseria (pastisseria) al ~ : botergebak
butyro (butyro), morsello de ~ : klontje boter
butyro (butyro), tenere como le ~ : boterzacht
butyro (butyro), del color de ~ : botergeel
cabana /sub/ : hut, hokje, stulp, huisje
cabana, ~ de piscator : vissershut
cabana, ~ de pastores : herdershut
cabana, ~ de folios : priëel
cabana, ~ de palea : strohut
cacao (cacao) /sub/ : cacaoboom
cacao (cacao), plantation de ~ : cacaoplantage
cacao (cacao) /sub/ : cacaoboon
cacao (cacao) /sub/ : cacao(poeder)
cacao (cacao), ~ in pulvere : cacaopoeder
cacao (cacao), pulvere de ~ : cacaopoeder
cacao (cacao), butyro (butyro) de ~ : cacaoboter
cacao (cacao), grano de ~ : cacaoboon
cacao (cacao), residuos de ~ : cacaoafval
cacao (cacao), pressa de ~ : cacaopers
cacao (cacao), fabrication de ~ : cacaofabricage
cader /v/ : vallen, tuimelen
cader, ~ a/per terra : op de grond vallen
cader, ~ in (le) guerra/in combatto : sneuvelen
cader, ~ in pecias/in morsellos : in stukken vallen, kapot vallen
cader, ~ in disgratia/in disfavor : in ongenade vallen
cader, ~ in le miseria : tot armoede vervallen
cader, ~ in decadentia : in verval raken, vervallen
cader, ~ in ruina(s) : vervallen
cader, ~ in un error : in een dwaling vervallen
cader, ~ in repetitiones : in herhalingen vervallen
cader, ~ in (le) coma : in coma geraken
cader, ~ in spira : in een vrille neerstorten (vliegtuig)
cader, ~ in le insidia : er inlopen
cader, ~ in disuso/in desuetude : in onbruik geraken
cader, ~ in/inter (inter) le manos de : in handen vallen van
cader, ~ in manos inimic (inimic) : in vijandelijke handen vallen
cader, ~ de bordo : overboord vallen
cader, ~ de fatiga : omvallen van vermoeidheid
cader, ~ de un excesso in le altere : van het ene uiterste in het andere vervallen
cader, ~ evanescente : bewusteloos vallen
cader, ~ morte : dood vallen
cader, ~ malade : ziek worden
cader, ~ como un bomba : als een bom inslaan
cader, le ~ del folios : het vallen van de bladeren
cader, lassar ~ un malia : een steek laten vallen
cader, ubi cade le accento? : waar valt het accent?
cader, facer ~ un persona : iemand onderuit halen
cadita /sub/ : val
cadita, le ~ de corpores in le vacuo : de val van lichamen in het luchtledige
cadita, ~ pluvial/de pluvia : regenval
cadita, ~ de nive : sneeuwval
cadita, ~ de folios : bladval
cadita, ~ radioactive : radioactieve neerslag, fall-out
cadita, le ~ del folios : het vallen van de bladeren
cadita, ~ de capillos : haaruitval
cadita, ~ de Adam (Adam) : Adams val
cadita, ~ in le peccato : zondeval
cadita, ~ del dollar : val van de dollar
cadita, ~ libere : vrije val
cadita, ~ de fulmine : blikseminslag
cadita, ~ del governamento : val van de regering
cadita, ~ del Imperio Roman : val van het Romeinse Rijk
cadita, ~ de scala : val van de trap
cadita, ~ de cavallo : val van het paard
cadita, ~ de bicycletta : val van de fiets
cadita, ~ del temperatura : sterke daling van de temperatuur
cadita, ~ del tension : spanningsverlies
cadita, facer un ~ mortal : een doodsmak maken, doodvallen
cadita, ~ del bursa : ineenstorting van de beurs, beurskrach
cadita, altor/altura de ~ : valhoogte
cadita, velocitate de ~ : valsnelheid
caffe /sub/ : koffie
caffe, ~ con lacte : koffie met melk
caffe, ~ con crema : koffie met room
caffe, ~ nigre : koffie zonder melk, zwarte koffie
caffe, ~ (ben) sucrate : koffie met (veel) suiker
caffe, ~ instantanee/in pulvere : poederkoffie
caffe, ~ solubile : oploskoffie, instantkoffie
caffe, ~ filtrate/filtro : filterkoffie
caffe, ~ torrefacite : gebrande koffie
caffe, ~ non torrefacite/verde : ongebrande koffie
caffe, ~ in granos : bonenkoffie, ongemalen koffie
caffe, ~ forte : sterke koffie
caffe, ~ legier : slappe koffie
caffe, ~ del tertie mundo : derde-wereldkoffie
caffe, extracto/essentia de ~ : koffie-extract
caffe, aroma/fragrantia del ~ : koffiearoma
caffe, gelato al ~ : koffie-ijs
caffe, crema dulce al ~ : koffievla/pudding
caffe, mixtura de ~ : melange van koffie
caffe, coclear a/pro ~ : koffielepel(tje)
caffe, cassa a/pro ~ : koffiebus
caffe, tassa a/de/pro ~ : koffiekopje
caffe, tassa de ~ : kopje koffie
caffe, pacchetto de ~ : pak koffie
caffe, deposito (deposito)/residuo/fundo de ~ : koffiedik
caffe, filtro de ~ : koffiefilter
caffe, colatorio de ~ : koffiezeefje
caffe, servicio a/de ~ : koffieservies
caffe, balla de ~ : baal koffie
caffe, baca de ~ : koffiebes
caffe, grano de ~ : koffieboon
caffe, arbusto de ~ : koffiestruik
caffe, mercato del ~ : koffiemarkt
caffe, molino a ~ : koffiemolen
caffe, recolta del ~ : koffieoogst
caffe, plantation de ~ : koffieplantage
caffe, plantator de ~ : koffieplanter
caffe, precio del ~ : koffieprijs
caffe, distributor de ~ : koffieautomaat
caffe, hora del ~ : koffieuur, koffietijd
caffe, macula de ~ : koffievlek
caffe, aqua pro le ~ : koffiewater
caffe, crema pro le ~ : koffieroom
caffe, consumo/consumption de ~ : koffieverbruik
caffe, succedaneo/surrogato de ~ : koffiesurrogaat
caffe, prender un ~ : een kopje koffie drinken
caffe, torrefacer ~ : koffie branden
caffe, torrefactor de ~ : koffiebrander
caffe, le torrefaction de ~ : het koffiebranden
caffe, fabrica de torrefaction (de ~) : koffiebranderij
caffe, moler ~ : koffie malen
caffe, facer/preparar ~ : koffie maken/zetten
caffe, filtrar/colar/percolar ~ : koffie filtreren/filteren
caffe, commerciar in ~ : in koffie doen
caffe, sucrar su ~ : suiker in zijn koffie doen
caffe /sub/ : café
calcar /v/ : stampen, met de voet drukken
calcar, ~ al pedes : met voeten treden
calcar /v/ : schoppen, trappen
calcar, ~ in le rete : in het net schieten
calcar /v/ : overtrekken, overnemen, calqueren
calcar, tela a/de ~ : calqueerlinnen
calcar, papiro a/de ~ : overtrekpapier
calcar, ~ un designo : een tekening overtrekken
calcea /sub/ : beenbekleding, kous(en)
calcea, ~ blau : blauwkous
calcea, ~(s) de supra : overkousen
calcea, ~ elastic : enkelkous
calcea, pede de un ~ : voet van een kous
calcea, commercio de ~s : kousenhandel
calcea, fabrica de ~s : kousenfabriek
calcea, fabricante de ~s : kousenfabrikant
calcea, fabrication de ~s : kousenfabricage
calcea, texitor de ~s : kousenwever
calcea, sarcir ~s : kousen stoppen
calceones /sub/ : onderbroek
calceones /sub/ : korte broek
calceones, ~ de banio : zwembroek
calcetta /sub/ : kousje, sok
calcetta, ~ de sport : sportkous
calcetta, tu ~ es al inverso : je sok zit binnenste buiten
calcetta, sarcir ~s : sokken stoppen
calcular /v/ : (be)rekenen
calcular, ~ in florinos : in guldens rekenen
calcular, mal ~ : misrekenen
calcular, machina (machina) a/de ~ : rekenmachine
calcular, quanto calcula vos pro illo? : hoeveel rekent u daarvoor?
calcular, ~ mentalmente : uit het hoofd rekenen
calcular, MATHEMATICA ~ per approximation : benaderen
calcular, calcula con tres horas de retardo/retardamento : reken op drie uur vertraging
caldiera /sub/ : waterketel, kookketel, boiler
caldiera, ~ a/de vapor : stoomketel
caldiera, ~ de/pro calefaction : verwarmingsketel
caldiera, ~ de un locomotiva : ketel van een locomotief
caldiera, ~ (multi)tubular : pijpketel, buizenketel
caldiera, ~ sub pression : drukketel
caldiera, incrustation/scalia del ~ : ketelsteen
caldiera, ~ de calefaction central : c.v.-ketel
caldiera, ~ de lavanda : wasketel
caldiera, revestimento de ~ : ketelbekleding
caldiera, pariete de ~ : ketelwand
caldiera, uncino/croc de ~ : ketelhaak
caldiera, pumpa de ~ : ketelpomp
caldiera, aqua de ~ : ketelwater
calefacer /v/ : verwarmen, verhitten
calefacer, ~ le lacte : de melk verwarmen
calefacer, ille se calefaceva juxta un parve estufa : ze verwarmde zich aan een kacheltje
calefacer, ~ se le manos : zijn handen warmen
calefaction /sub/ : het verwarmen, het verhitten, verwarming, verhitting
calefaction, ~ central : centrale verwarming
calefaction, installation de ~ central : verwarmingsinstallatie
calefaction, installator de ~ central : verwarmingsinstallateur
calefaction, caldiera de ~ central : c.v.-ketel
calefaction, ~ a/de/per gas : gasverwarming
calefaction, ~ a/de/per vapor : stoomverwarming
calefaction, ~ urban : stadsverwarming
calefaction, ~ per le solo : vloerverwarming
calefaction, tubo de ~ : verwarmingsbuis
calefaction, costos de ~ : verwarmingskosten
calefaction, caldiera pro ~ : verwarmingsketel
calefaction, elemento de ~ : verwarmingselement
calefaction, camera (camera) sin ~ : onverwarmde kamer
calide /adj/ : warm, heet
calide, paises ~ : hete landen
calide, repasto ~ : warme maaltijd
calide, fonte ~ : hete bron
calide, puncto ~ : heet hangijzer
calide, colores ~ : warme kleuren
calide, fronte ~ : warmtefront
calide, motor a aere (aere) ~ : heteluchtmotor
calide, mangiar ~ : warm eten
calide, a/de sanguine ~ : warmbloedig
calma /sub/ : kalmte, rust, beheerstheid
calma, ~ interior : innerlijke rust
calma, ~ olympie : olympische rust
calma, guardar/conservar/mantener/preservar su ~ : zijn kalmte bewaren, kalm blijven
calma, perder su ~ : zijn kalmte verliezen
calma, retrovar/recuperar su ~ : weer kalm worden
calma, exhortar al ~ : tot kalmte aanmanen
calma /sub/ : windstilte
calma, le ~ que seque le tempesta : de stilte na de storm
calmar /v/ : kalmeren, tot bedaren/kalmte brengen, geruststellen
calmar, ~ le spiritos (spiritos) excitate : de opgewonden gemoederen kalmeren
calmar, ~ un querela/disputa : een twist/ruzie sussen
calmar, le vento se ha calmate : de wind is gaan liggen
calme /adj/ : kalm, rustig, stil
calme, mar ~ : kalme zee
calor /sub/ : warmte, hitte, hoge temperatuur
calor, facer ~ : warm zijn
calor, dar ~ : warmte geven
calor, emaner/emitter/(ir)radiar ~ : warmte afgeven/uitstralen
calor, generar ~ : warmte ontwikkelen
calor, il face ~ : het is warm
calor, il face (un) grande ~ : het is heel warm
calor, ~ sic : droge warmte
calor, ~ humide : vochtige warmte
calor, ~ suffocante/asphyxiante : smoorhitte
calor, ~ oppressive : drukkende hitte
calor, ~ specific : soortelijke warmte
calor, ~ radiante/de radiation : (uit)stralingswarmte
calor, ~ tropical : tropische hitte
calor, ~ de (dis)solution : oploswarmte
calor, ~ de condensation : condensatiewarmte
calor, ~ de solidification : stollingswarmte
calor, ~ latente : latente warmte
calor, ~ solar/del sol : zonnewarmte
calor, ~ febril : koortshitte
calor, ~ de fusion : smeltwarmte
calor, ~ del nido : nestwarmte
calor, ~ corporee/del corpore : lichaamswarmte
calor, grado de ~ : warmtegraad
calor, theoria (theoria) del ~ : warmteleer
calor, fonte de ~ : warmtebron
calor, perdita (perdita) de ~ : warmteverlies
calor, cambiator de ~ : warmtewisselaar
calor, conductor de ~ : warmtegeleider
calor, resistente al ~ : hittebestendig
calor, platto resistente al ~ : ovenschaal
calor, resistentia al ~ : hittebestendigheid
calor, unda de ~ : hittegolf
calor, muro del ~ : hittebarrière
calor, transmission de ~ : warmteoverdracht
calor, in le ~ del discussion : in de hitte van de discussie
calor, a prova/proba de ~, resistente al ~ : hittebestendig
calor /sub/ : loopsheid, krolsheid
calor, in ~ : krols, loops
calor, cana in ~ : loopse teef
calor, vacca in ~ : tochtige koe
cambiar /v/ : veranderen, anders maken, anders worden, wijzigen
cambiar, ~ de comportamento/conducta : van gedrag veranderen
cambiar, ~ de vestimento(s) : andere kleren aantrekken
cambiar, ~ de scarpas/de calceos : andere schoenen aantrekken
cambiar, ~ de cappello : een andere hoed opzetten
cambiar, ~ de disco : een andere plaat opzetten
cambiar, ~ de berillos : een andere bril opzetten
cambiar, ~ de pelle : vervellen (dieren)
cambiar, ~ de lecto : verbedden
cambiar, ~ se : andere kleren aantrekken
cambiar, ~ de opinion : van mening veranderen
cambiar, ~ de velocitate : schakelen (auto)
cambiar, ~ de vehiculo/de traino/de autobus, etc. : overstappen
cambiar, ~ de proprietario : een andere eigenaar krijgen
cambiar, ~ de medico : een andere dokter nemen
cambiar, ~ de casa/de domicilio : verhuizen
cambiar, ~ de idea (idea) : van gedachte veranderen
cambiar, ~ un cosa per incantamento : iets betoveren
cambiar, ~ le oleo : olie verversen
cambiar, ~ le direction del timon : het roer omgooien
cambiar, ~ su voce : zijn stem veranderen
cambiar, ~ le rota de un auto(mobile) : een ander wiel/andere band omleggen
cambiar, ~ su vita : zijn leven veranderen
cambiar, isto non cambia le cosa : dat maakt geen verschil, dat maakt niets uit
cambiar, le tempore cambiara (cambiara) : er is ander weer op komst
cambiar, le vento ha cambiate : de wind is gedraaid
cambiar, que nos cambia de thema/de subjecto : laten we over iets anders praten
cambiar /v/ : inwisselen, (om)ruilen, vervangen
cambiar, io non volerea (volerea) ~ con ille : ik zou niet met hem willen ruilen
cambiar, ~ de placia con un persona : met iemand van plaats ruilen
cambiar /v/ : wisselen (van geld)
cambiar, ~ moneta : geld wisselen
cambiar, ~ in florinos : in guldens omwisselen
cambio (I) /sub/ : het wisselen, omwisseling, het ruilen, ruil, verandering, wijziging
cambio (I), ~ de climate : klimaatsverandering
cambio (I), levator de ~ : versnellingspook
cambio (I), ~ de personas : persoonswisseling, persoonsverwisseling
cambio (I), ~ de nomine : naamsverandering
cambio (I), ~ de forma : vormverandering
cambio (I), ~ de gusto : verandering van smaak
cambio (I), ~ de governamento : regeringswisseling
cambio (I), ~ de guarda : aflossing van de wacht
cambio (I), ~ del marea (marea) : kentering van het getij, doodtij
cambio (I), ~ de casa/de domicilio : verhuizing
cambio (I), agente de ~ de casa/de domicilio : verhuizer
cambio (I), le ~ del fortuna : het keren van de kans
cambio (I), ~ (de velocitate) : versnelling (van auto/fiets)
cambio (I), ~ pro le melior : keer/wending ten goede
cambio (I), ~ pro le pejor : keer/wending ten kwade
cambio (I), medio de ~ : ruilmiddel
cambio (I), cassa de ~ de velocitate : versnellingsbak
cambio (I), ganiar in le ~ : een goede ruil doen
cambio (I), perder in le ~ : een slechte ruil doen
cambio (I), in ~ de : in ruil voor
cambio (I) /sub/ : wisselgeld
cambio (I) /sub/ : FINANCIAS wisselkoers, tegenwaarde
cambio (I), officio de ~ : wisselkantoor
cambio (I), littera (littera) de ~ : wissel
cambio (I), agente de ~ : makelaar in effecten
cambio (I), perdita (perdita) de ~ : koersverlies
cambio (I), taxa de ~ : ruilvoet
cambio (I), al ~ de : tegen de koers van
cambio (I) /sub/ : FERROVIA wissel
cambio(II) /sub/ : BOTANICA teeltweefsel, cambium
cambio(II), ~ fascicular : fasciculair cambium
cambio(II), ~ interfascicular : interfasciculair cambium
camera (camera) /sub/ : kamer
camera (camera), ~ a mangiar : eetkamer
camera (camera), ~ a dormir/de lecto : slaapkamer
camera (camera), ~ pro duo personas/a duo lectos : tweepersoonskamer
camera (camera), ~ individual/pro un persona/a un lecto : eenpersoonskamer
camera (camera), ~ de banio : badkamer
camera (camera), ~ anterior/de avante : voorkamer
camera (camera), ~ posterior/de detra : achterkamer
camera (camera), ~ lateral/annexe : zijkamer
camera (camera), ~ mobilate : gemeubileerde kamer
camera (camera), ~ de labor/de travalio : werkkamer
camera (camera), ~ de hotel : hotelkamer
camera (camera), ~ de consilio : raadkamer
camera (camera), ~ de rhetorica : rederijkerskamer
camera (camera), ~ funerari/mortuari : sterfkamer
camera (camera), ~ de restos/residuos/antiqualias : rommelkamer
camera (camera), ~ obscur : 1 OPTICA camera obscura, 2 PHOTOGRAPHIA donkere kamer, doka
camera (camera), ~ de horrores : griezelkamer
camera (camera), ~ de oxygeno (oxygeno) : zuurstoftent
camera (camera), ~ contigue : aangrenzende kamer
camera (camera), ~ de malado : ziekenkamer
camera (camera), ~ de puerpera : kraamkamer
camera (camera), ~ operatori : operatiekamer
camera (camera), ~ de machinas (machinas) : machinekamer
camera (camera), ~ de cartas : kaartenkamer
camera (camera), ~ de compression : compressiekamer/ruimte
camera (camera), ~ de isolamento : isoleervertrek
camera (camera), ~ de controlo : controlekamer
camera (camera), ~ a/de tortura : folterkamer
camera (camera), ~ a/de gas : gaskamer
camera (camera), ~ refrigerate/frigorific : vrieskamer, koelruimte
camera (camera), ~ forte/blindate : brandkluis
camera (camera), duo ~s communicante : twee kamers en suite
camera (camera), camera-cocina (camera-cocina) : woonkeuken
camera (camera), musica de ~ : kamermuziek
camera (camera), choro de ~ : kamerkoor
camera (camera), concerto de ~ : kamerconcert
camera (camera), orchestra de ~ : kamerorkest
camera (camera), locator de ~s : kamerverhuurder
camera (camera), roba de ~ : ochtendjas, peignoir
camera (camera), veste de ~ : kamerjapon
camera (camera), planta de ~ : kamerplant
camera (camera), ~ de esclusa : sluiskolk
camera (camera), ille vive in un ~ locate/de location : hij woont op kamers
camera (camera), facer le ~ : de kamer doen
camera (camera) /sub/ : JURIDIC kamer
camera (camera), Camera (Camera) de Agricultura : Landbouwschap
camera (camera), Camera (Camera) de Commercio e Industria : Kamer van Koophandel en Fabrieken
camera (camera) /sub/ : kamer (volksvertegenwoordiging)
camera (camera), Camera (Camera) de(l) Deputatos/Representantes : Kamer van Afgevaardigden
camera (camera) /sub/ : PHOTOGRAPHIA camera (camera), fototoestel
camera (camera), ~ reflexe : reflexcamera
camera (camera), ~ plicante/plicabile : klapcamera
camera (camera), ~ stereoscopic : stereocamera
camera (camera), ~ de/pro parve formato : kleinbeeldcamera
camera (camera), ~ de/pro grande formato : grootbeeldcamera
camera (camera), ~ invisibile : candid-camera
camera (camera), ~ cinematographic : filmcamera
camera (camera), ~ video : videocamera
camera (camera), ~ de television : televisiecamera
camera (camera), ~ pro le photographia (photographia) submarin : onderwatercamera
camera (camera), cargar un ~ : een film in de camera doen
camera (camera) /sub/ : holte, ruimte, kamer (in vuurwapens, etc.)
camera (camera), ~ frigorific/frigorifere/frigide : koelruimte, koelcel
camera (camera), ~ de combustion : verbrandingskamer
camera (camera), ~ de aere (aere) : binnenband
camino /sub/ : open haard
camino, foco crepitante del ~ : knappend haardvuur
camino /sub/ : schoorsteen, schoorsteenpijp
camino, ~ de fabrica : fabrieksschoorsteen
camino, fuligine de ~ : schoorsteenroet
camino, tubo de ~ : schoorsteenpijp
camino, mantello del ~ : schoorsteenmantel
camino, sedia del ~ : hoekje bij de haard
camino, foco de/in le ~ : schoorsteenbrand
camino, fumar como un ~ : roken als een schoorsteen
camino, le vento sufflava in le ~ : de wind blies de schoorsteen in
camino, le ~ non tira : de schoorsteen trekt niet
camino, nettar/brossar le ~ : de schoorsteenvegen
camion /sub/ : vrachtauto
camion, ~ cisterna : tankauto/wagen
camion, ~ malaxator : betonvrachtauto
camion, ~ a remolco : truck
camion, ~ grue : kraanauto/wagen, takelwagen
camion, ~ basculante : kiepauto
camion, ~ refrigerate/refrigeratori/frigorific : koelauto
camion, ~ del lactero : melkauto/wagen
camion, conductor de ~ : vrachtwagenbestuurder
camisa /sub/ : hemd, overhemd, shirt
camisa, ~ de nocte : nachthemd
camisa, ~ sportive/de sport : sportshirt
camisa, ~ jalne : gele trui
camisa, ~ de fortia : dwangbuis
camisa, ~ de malias : maliënkolder
camisa, ~ de infante : kinderhemd
camisa, ~s brun : bruinhemden (leden van de S.A.)
camisa, ~s nigre : zwarthemden (leden van de S.S.)
camisa, ~s rubie : roodhemden (aanhangers van Garibaldi)
camisa, ~ de flanella : flanellen hemd
camisa, button de ~ : hemdsknoop
camisa, panno de ~ : hemdslip
camisa, collo de ~ : hemdskraag
camisa, manica de ~ : hemdsmouw
camisa, in manicas de ~ : in hemdsmouwen
camisa, confectionar ~s : hemden naaien
camisa /sub/ : ARTE DE CONSTRUER pleisterlaag, mortellaag
camisa /sub/ : bekleedsel, bekleding, mantel, omslag, hoes, opbergmap, jacket, stofkaft, vlies, huid
camisa, ~ refrigerante : koelmantel
camisa, ~ de un fusil : mantel van een geweer
camisa, ~ de aqua : watermantel
camisa, ~ de cylindro : cilindermantel
cammino /sub/ : weg
cammino, ~ principal : hoofdweg
cammino, ~ del vita : levensweg
cammino, ~ de accesso/de entrata : toegangsweg
cammino, ~ national : rijksweg
cammino, ~ costari : kustweg
cammino, ~ de pedage : tolweg
cammino, ~ prioritari : voorrangsweg
cammino, ~ a/de sensos separate : weg met gescheiden rijbanen
cammino, ~ secundari : secundaire weg
cammino, ~ de retorno : terugweg
cammino, prender le ~ de retorno : de terugtocht aanvaarden
cammino, ~ sinuose/tortuose/serpentin/in zigzag : kronkelweg
cammino, ~ rural/de campania : landweg
cammino, ~ forestal : bosweg
cammino, ~ de briccas : klinkerweg
cammino, ~ de terra : onverharde weg
cammino, ~ transversal/transverse/de transversa : dwarsweg
cammino, ~ parallel : parallelweg
cammino, ~ lateral : zijweg
cammino, ~ interior : binnenweg
cammino, ~ montante : klimmende weg
cammino, ~ vicinal : landweg
cammino, ~ cave : holle weg
cammino, ~ arenacee/de arena/de sablo : zandweg
cammino, ~ argillose/argillacee/de argilla : kleiweg
cammino, ~ de ferro : spoorweg
cammino, ~ de remolcage : jaagpad
cammino, ~ super (super) le/un dica : dijkweg
cammino, ~ circumferential : ringweg, ceintuurbaan
cammino, ~ pedestre : wandelweg
cammino, carta de ~s pedestre : wandelkaart
cammino, ~ pro cavalleros : ruiterpad
cammino, ~ del cruce : kruisweg
cammino, ~ del vitio : pad der zonde
cammino, ~ del virtute : pad der deugd
cammino, ~ glissante! : slipgevaar!
cammino, ille prende le ~ del delinquentia : hij gaat het slechte pad op
cammino, bordo del ~ : kant van de weg
cammino, curva del ~ : bocht in de weg
cammino, axe del ~ : as/hartlijn van de weg
cammino, cruciata/cruciamento/nodo de ~s : kruispunt van wegen
cammino, indicator de ~(s) : wegwijzer
cammino, revestimento del ~ : wegdek
cammino, profilo del ~ : wegprofiel
cammino, transporto per ~ : wegtransport
cammino, construction de ~s : wegenbouw
cammino, constructor de ~s : wegenbouwer
cammino, rete de ~s : wegennet
cammino, parte vehicular del ~ : rijbaan
cammino, a medie ~, a medietate de ~ : halverwege, halfweg
cammino, indicar le ~ : de weg wijzen
cammino, esser in ~ : op weg zijn
cammino, poner se/mitter se in ~ : zich op weg begeven, op weg gaan
cammino, aventurar se super (super) un ~ glissante : zich op glad ijs begeven
cammino, aperir se un ~ : zich een weg banen
cammino, taliar le ~ a un persona : iemand de weg afsnijden
cammino, le ~ torna a dext(e)ra : de weg buigt naar rechts
cammino, le ~ face un curva : de weg maakt een bocht
cammino, prender le ~ le plus curte : de kortste weg nemen
cammino, sequer le ~ del virtute : het pad der deugd bewandelen
cammino, cruciar le ~ de vita de un persona : iemands levenspad kruisen
cammino, FIGURATE facer ~ : vooruitkomen
campana /sub/ : bel, klok
campana, ~ de vitro : glazen klok
campana, colpo de ~ : klokslag
campana, resonantia/reverberationes de un ~ : naklank van een klok
campana, gonna a ~ : klokrok
campana, ~ de ecclesia : kerkklok
campana, ~ de schola : schoolbel
campana, ~ de magazin : winkelbel
campana, ~ a/de caseo : kaasstolp
campana, ~ a/de torta : taartstolp
campana, ~ de immersion : duikerklok
campana, ~ de alarma/de incendio : brandalarm
campana, ~ funebre (funebre)/a morto : doodsklok
campana, ~ antifurto : inbraakalarm
campana, ~s de Natal : kerstklokken
campana, al sono del ~s : onder klokgelui
campana, in forma de ~ : klokvormig
campana, corda de ~ : klokketouw
campana, faciada de ~ : klokgevel
campana, signal de ~ : kloksignaal
campana, bronzo de ~ : klokkebrons/spijs
campana, funder ~s : klokkengieten
campana, funditor de ~s : klokkengieter
campana, funderia (funderia) de ~s : klokkengieterij
campania /sub/ : open veld
campania, cocina de ~ : veldkeuken
campania, artilleria (artilleria) de ~ : veldartillerie
campania, batteria (batteria) de ~ : veldbatterij
campania, pharmacia (pharmacia) de ~ : veldapotheek
campania, altar de ~ : veldaltaar
campania /sub/ : platteland (tgov stad)
campania, medico de ~ : plattelandsdokter, dorpsdokter
campania, casa de ~ : landhuis, buitenhuis
campania, casetta de ~ : buitenhuisje
campania, gente de ~ : buitenlui
campania, homine de ~ : buitenman
campania, gentilhomine de ~ : landedelman, landjonker
campania, cammino de ~ : landweg
campania, aere (aere) de ~ : buitenlucht
campania /sub/ : campagne
campania, ~ politic : politieke campagne
campania, ~ antitabaco : antirookcampagne
campania, ~ de propaganda : propagandacampagne
campania, ~ de signaturas : handtekeningenactie
campania, ~ publicitari/de publicitate : advertentiecampagne, reclamecampagne
campania, ~ de mendacios/de mentitas : leugencampagne
campania, ~ electoral : verkiezingscampagne
campania, ~ antituberculose : tuberculosebestrijding
campania, ~ pro le extermination de insectos : insektenbestrijding
campania, ~ de pressa : perscampagne
campania, ~ de recrutamento : wervingscampagne
campania, ~ calumniatori/diffamatori/de diffamation/de calumnias : lastercampagne, hetze
campania, ~ de murmuration : fluistercampagne
campania, plano de ~ : plan de campagne
campania, initiar un ~ : een campagne beginnen
campania, organisar un ~ de discredito (discredito) contra un persona : een campagne tegen iemand op touw zetten
campania /sub/ : veldtocht
campania, ~ de conquesta : veroveringstocht
campania, uniforme de ~ : marstenue
campar /v/ : kamperen
campar /v/ : in een kamp onderbrengen
campo /sub/ : veld, akker
campo, flor del ~ : veldbloem
campo, fructos del ~ : veldvruchten
campo, ~ de feno : hooiland
campo, ~ de mais : maisveld
campo, ~ de tritico/de frumento : tarweveld
campo, ~ de lupulo : hopveld
campo, ~ de trifolio : klaverveld
campo, ~ de avena : haverveld
campo, ~ de secale : roggeveld
campo, ~ de tabaco : tabaksveld
campo, ~ de flores : bloemenveld
campo, ~ de bulbos/de flores a bulbo : bloembollenveld
campo, ~ de tulipa(ne)s : tulpenveld
campo, ~ de patatas : aardappelveld
campo, ~ de stupulas : stoppelveld
campo, ~ de essayos (essayos)/de experimentation/de prova/de proba : proefveld
campo, ~ de commercio : handelsgebied
campo, ~ seminate : ingezaaide akker
campo /sub/ : terrein, gebied, veld
campo, ~ de feria : kermisterrein
campo, ~ de battalia : slagveld
campo, ~ de aviation : vliegveld
campo, ~ sportive/de sport(s) : sportterrein/veld
campo, ~ de football (A) : voetbalveld
campo, ~ de tennis : tennisveld
campo, ~ de jocos : speelterrein
campo, ~ minate/de minas : mijnenveld
campo, ~ de tiro : schietterrein
campo, ~ de golf : golfterrein/links
campo, ~ de cursa : raceterrein, renbaan
campo, ~ de nive : sneeuwveld
campo, ~ de honor : veld van eer
campo, ~ de labor : arbeidsveld
campo, ~ de recercas/investigation : onderzoeksveld
campo, ~ del scientia : terrein van de wetenschap
campo, ~ del arte : terrein van de kunst
campo, ~ de mesura : meetbereik
campo, ~ de tension : spanningsveld
campo, ~ de action : arbeidsveld, werkingssfeer
campo, ~ del operationes : arbeidsveld, werkingssfeer
campo, ~ notional : begrippenveld
campo, ~ del imagine : beeldveld
campo, profunditate de ~ : scherptediepte
campo, ~ de un antenna : bereik van een antenne
campo, ~ de gravitation : zwaartekrachtsveld
campo, ~ de fortias : krachtenveld
campo, ~ magnetic : magnetisch veld
campo, ~ electric : elektrisch veld
campo, ~ electromagnetic : elektromagnetisch veld
campo, ~ electrostatic : elektrostatisch veld
campo, intensitate del ~ : veldsterkte
campo, ~ petrolifere : olieveld
campo, ~ aurifere : goudveld
campo, ~ de gas natural : gasveld
campo, ~ visive/visual/de vision/de visibilitate : gezichtsveld, blikveld
campo, sport de ~ : veldsport
campo, lecto de ~ : veldbed, kampeerbed
campo /sub/ : HERAL veld, fond, ondergrond
campo, ~ de un medalia : veld van een penning
campo /sub/ : kamp, kampement
campo, commandante de ~ : kampcommandant
campo, ~ de vacantias : vakantiekamp
campo, ~ de travalio/labor : werkkamp
campo, ~ de refugiatos : vluchtelingenkamp
campo, ~ de transito : doorgangskamp
campo, ~ de prisioneros : gevangenkamp
campo, ~ de concentration : concentratiekamp
campo, ~ de extermination/del morte : vernietigingskamp
campo, ~ disciplinari/penitentiari : strafkamp
campo, ~ de tentas : tentenkamp
campo, ~ de juvenes : jongerenkamp
campo, ~ de nudistas : nudistenkamp
campo, ~ de barracas : barakkenkamp
campo, ~ de instruction : oefenkamp
campo, foco de ~ : kampvuur
campo, direction del ~ : kampleiding
campo, director/chef (F)/gerente del ~ : kampleider
campo, canto de ~ : kamplied
campo, magazin del ~ : kampwinkel
campo, een ~ opslaan : stabilir/establir un campo
campo, le pais esseva dividite in duo ~s : het land was in twee kampen gesplitst
campo /sub/ : campus (van universiteit)
can /sub/ : hond
can, ~ mascule : reu
can, ~ de guarda : waakhond
can, ~ de racia : rashond
can, ~ eschimese/eschimo : eskimohond
can, ~ de chassa : jachthond
can, ~ de taxon : dashond
can, ~ de tracto : trekhond
can, ~ de catena : kettinghond
can, ~ de ceco : blindengeleidehond
can, ~ guida (pro cecos) : blindengeleidehond
can, ~ de pastor : herdershond
can, ~ rabiose : dolle hond
can, ~es venatori : meute
can, ~ policiari : politiehond
can, cursa de ~es : hondenrennen
can, ~ lupo, ~ lupin : wolfshond
can, vita de ~ : hondenleven
can, morsura de ~ : hondenbeet
can, pilo de ~ : hondenhaar
can, testa/capite (capite) de ~ : hondenkop
can, collar de ~ : halsband
can, catena de ~ : hondenketting
can, carretta a ~ : hondenkar
can, medalia/placa de ~ : hondenpenning
can, exposition de ~es : hondententoonstelling
can, fidelitate de ~ : hondentrouw
can, nutrimento pro ~es : hondenvoer
can, excremento de ~ : hondenpoep
can, tenia de ~ : hondenlintworm
can, pulice (pulice) de ~ : hondenvlo
can, lingua de ~ : hondstong
can, imposto super (super) le ~es : hondenbelasting
can, temperie/tempore de ~es : hondenweer
can, mestiero de ~ : hondenbaan
can, elevator de ~es : hondenfokker
can, viver como ~ e catto : leven als hond en kat
can, tractar un persona como un ~ : iemand honds behandelen
can, tener le ~ al catena : de hond aan de ketting houden
can, attachar {sj} un ~ : een hond vastleggen
can /sub/ : trekker, haan (van vuurwapens)
candela /sub/ : kaars
candela, ~ accenditori : (dunne) kaars
candela, ~ stearic/de stearina : stearinekaars
candela, ~ de paraffin : paraffinekaars
candela, ~ de cera : waskaars
candela, cera de ~ : kaarsvet
candela, ~ paschal : paaskaars
candela, fabrica de ~s : kaarsenfabriek
candela, fabricante de ~s : kaarsenfabrikant
candela, fabrication de ~s : kaarsenfabricage
candela, lumine/luce de ~ : kaarslicht
candela, lanterna con ~ : kaarslantaarn
candela, residuo truncate de ~ : kaarsstompje
candela, flamma de ~ : kaarsvlam
candela, forma de ~ : kaarsvorm
candela, supporto pro ~ : kaarshouder
candela, accender un ~ : een kaars aansteken
candela, sufflar un ~ : een kaars uitblazen
candela, modular ~s : kaarsen gieten
candela, le joco non vale le ~ : het sop is de kool niet waard
candela /sub/ : TECHNICA ontstekingsplug, bougie
candela, brossa a/de ~ : bougieborstel
candela, clave a/de ~ : bougiesleutel
candela, cablo a/de ~ : bougiekabel
candela /sub/ : candela (eenheid van lichtsterkte: cd)
cantar /v/ : zingen, kraaien, sjirpen, etc.
cantar, ~ false : vals zingen
cantar, ~ in tono basse : laag zingen
cantar, le gallo canta : de haan kraait
cantar, le grillo canta : de krekel sjirpt
cantar, ~ le laudes del Senior : Gods lof zingen
cantar, ~ victoria : victorie kraaien
cantar, ~ in falsetto : falset zingen
canto /sub/ : het zingen, gezang, zangkunst
canto, le ~ del aves : het gezang van de vogels
canto /sub/ : lied, zang
canto, ~ del gallo : hanengekraai
canto, ~ nuptial : bruiloftslied
canto, ~ final : slotzang
canto, ~ intermediari/intercalate : tussen(ge)zang
canto, ~ de amor : minnelied
canto, ~ de laude : loflied
canto, ~ de victoria : overwinningslied
canto, ~ de guerra : krijgszang
canto, ~ de campo : kamplied
canto, ~ scholar : schoollied
canto, ~ de cuna : wiegelied
canto, ~ de Natal : kerstlied
canto, ~ ecclesiastic : kerkzang/lied
canto, ~ triumphal/de triumpho/de victoria : zegezang
canto /sub/ : treurzang, lijkzang
canto, ~ alternative/alternate : beurtzang
canto, ~ satiric : spotlied
canto, ~ infantil : kinderzang
canto, ~ melodramatic : smartlap
canto, ~ matinal : morgenzang/lied
canto, ~ profan/secular : wereldlijk lied
canto, ~ religiose/sacrate : geestelijk lied
canto, ~ gregorian/plan : het Gregoriaans
canto, ~ bucolic : bucolische zang
canto, ~ bardic : bardenlied
canto, ~ bacchic/a biber : drinklied
canto, ~ de joia/de gaudio : vreugdezang
canto, ~ choral/del choro : koorzang, koorlied
canto, ~ popular : volkslied
canto, ~ guerrier/de guerra : krijgslied
canto, ~ pop : popsong
canto, ~ del cygno : zwanezang
canto, ~ del vento : lied van de wind
canto, ~ a tres voces : driestemmig lied
canto, ave de ~ : zangvogel
canto, arte del ~ : zangkunst
canto, professor de ~ : zangleraar
canto, lection de ~ : zangles
canto, classe de ~ : zangklas
canto, methodo (methodo) de ~ : zangmethode
canto, curso de ~ : zangcursus
canto, libro/collection de ~s : liedboek
canto, cyclo de ~s : liedercyclus/krans
canto, exercitio de ~ : zangoefening
canto, inseniamento del ~ : zangonderwijs
canto, concurso de ~ : zangwedstrijd
canto, collection/libro de ~s : liedboek, zangboek
canto, recital de ~ : liederavond
canto, compositor de ~s : liederencomponist
canto, forma de ~ : liedvorm
canto, semper (semper)/sempre le mesme ~, le ~ de semper (semper)/sempre : altijd hetzelfde liedje
canto, revolver sempre al mesme ~ : steeds op hetzelfde aanbeeld hameren
canto /sub/ : LITTERATURA zang, boek (deel van episch gedicht), canto
canto /sub/ : TECHNICA smalle/vlakke zijde
canto, le ~ de un cultello : de vlakke kant van een mes
capace /adj/ : ruim, veelomvattend
capace /adj/ : bekwaam, geschikt, in staat (tot)
capace, creder ~ de : in staat achten tot
capace, ~ de sacrificio : opofferingsgezind
capace, ~ de application : toepasbaar
capace /adj/ : PHYSICA capacitieve weerstand
capacitate /sub/ : capaciteit, (bevattings)vermogen, inhoud, maat, omvang
capacitate, ~ de un hospital : capaciteit van een ziekenhuis
capacitate, ~ de production : produktiecapaciteit
capacitate, ~ de carga : laadvermogen
capacitate, ~ de stockage : opslagcapaciteit
capacitate, ~ de compra : koopkracht
capacitate, ~ limite (limite) : piekvermogen
capacitate, ~ calorific : warmtecapaciteit
capacitate, mesura de ~ : ruimtemaat, inhoudsmaat, maat(beker)
capacitate /sub/ : vermogen (om iets te doen), het in staat zijn, het kunnen, kunde, capaciteit
capacitate, ~s intellectual : verstandelijke vermogens
capacitate, ~ creator : scheppingsvermogen
capacitate, ~ de labor : arbeidsvermogen
capacitate, ~ de resistentia : weerstandsvermogen
capacitate, ~ elevatori : hefvermogen
capacitate, ~ de mathematica : aanleg voor wiskunde
capacitate, ~ de reager : reactievermogen
capacitate, ~ ascensional : stijgvermogen
capacitate, ~ organisative : organisatiecapaciteit
capacitate, ~ refrigerante : koelend vermogen
capacitate, in plen possession de su ~s : in het volle genot van zijn vermogens
capacitate /sub/ : capacitief
capacitate, componente ~ : capacitieve component
capacitate, resiatentia ~ : capacitieve weerstand
caper /v/ : pakken, grijpen
caper, ~ le attention : de aandacht vasthouden/boeien
caper /v/ : inhouden, bevatten
capillo /sub/ : haar (één haar)
capillo, ~s : het haar, haardos
capillo, ~s undulate : golvend haar
capillo, ~s hirsute : borstelig haar
capillo, (~s in) brossa : bros (kapsel)
capillo, ~s de angelo (angelo) : engelenhaar
capillo, in ~s : blootshoofds
capillo, hygrometro (hygrometro) a ~ : haarhygrometer
capillo, tinctura pro ~s : haarkleurmiddel, haarverf
capillo, bucla de ~s : haarkrul/lok
capillo, spinula a/de/pro ~s : haarspeld
capillo, curva in spinula a ~s : haarspeldbocht
capillo, rete a/de/pro ~s : haarnet(je)
capillo, taliatura de ~s : kapsel
capillo, brossa a/de/pro ~s : haarborstel
capillo, cadita de ~s : haaruitval
capillo, siccator de ~s : haardroger
capillo, siccar se le ~s : zijn haar drogen, föhnen
capillo, modellar le ~s : het haar in model brengen
capillo, crescita/crescimento de ~s : haargroei
capillo, taliar se/secar se le ~s : zijn haar knippen
capillo, facer taliar se/secar se le ~s : zijn haar laten knippen
capillo, pectinar se le ~s : zijn haar kammen
capillo, lavar se le ~s : zijn haar wassen
capillo, lavage del ~s : haarwassing
capillo, tinger se le ~s : zijn haar verven
capillo, discolorar se le ~s : zijn haar bleken
capillo, perder su ~s : kaal worden
capillo, secar/finder ~s in quatro : haarkloven, muggeziften
capillo, secator de ~s in quatro : haarklover
capital /adj/ : van het hoofd, hoofd...
capital /adj/ : aan het hoofd staand
capital, citate ~ : hoofdstad
capital /adj/ : belangrijkst, voornaamst, hoofd...
capital, littera (littera) ~ : hoofdletter
capital, error ~ : kapitale fout
capital, obra ~ : hoofdwerk
capital, sententia ~ : doodvonnis
capital, crimine ~ : halsmisdaad
capital, pena ~ : doodstraf
capital, ferma ~ : kapitale boerderij
capital, execution ~ : voltrekking van een doodvonnis
capital, le septe peccatos/vitios ~ : de zeven hoofdzonden
capital /sub/ : hoofdstad
capital, ~ federal : bondshoofdstad
capital /sub/ : FORTIFICATION bissectrice van een bastion
capital /sub/ : hoofdsom, kapitaal, vermogen, (geld)middelen
capital, evasion/fuga/fugita de ~es : kapitaalvlucht
capital, mercato de ~es : kapitaalmarkt
capital, exportation de ~es : kapitaalexport/uitvoer
capital, investir un ~ : een kapitaal beleggen/investeren
capital, investimento de ~es : kapitaalinvestering
capital, creation/formation de ~es : kapitaalvorming
capital, constitution de un ~ : kapitaalvorming
capital, circuito (circuito) de ~es : kapitaalskringloop
capital, interesse de ~ : kapitaalrente
capital, scarsitate/insufficientia de ~es : kapitaalschaarste/gebrek
capital, emission de ~ : kapitaaluitgifte
capital, affluentia/affluxo de ~es : kapitaalstroom
capital, concentration de ~ : kapitaalconcentratie
capital, destruction de ~ : kapitaalvernietiging
capital, accrescimento/incremento del ~ : vermogensaanwas
capital, surplus de ~ : kapitaalsurplus
capital, augmento/augmentation de ~ : kapitaalvermeerdering
capital, reduction de ~ : kapitaalvermindering
capital, possession de ~ : kapitaalbezit
capital, possessor de ~ : kapitaalbezitter
capital, demanda de ~ : kapitaalvraag
capital, ~ national : nationaal vermogen
capital, ~ initial : beginkapitaal
capital, ~ de reserva : reservekapitaal
capital, ~ in obligationes : obligatiekapitaal
capital, ~ de exploitation : bedrijfskapitaal
capital, ~ in actiones : aandelenkapitaal
capital, ~ fixe/fixate : vast kapitaal
capital, ~ de garantia : garantiekapitaal
capital, ~ social : maatschappelijk kapitaal
capital, ~ flottante/circulante : vlottend/omlopend kapitaal
capital, ~ productive/con interesses : rentedragend kapitaal
capital, ~ improductive/inactive : renteloos/dood kapitaal
capital, ~ de risco : risocodragend kapitaal
capital, ~ in libros : kapitaal aan boeken
capital, apportar ~ : kapitaal inbrengen/verschaffen
capital, valer un ~ : een kapitaal waard zijn
capital, costar un ~ : een kapitaal kosten
capital, viver de su ~ : van zijn kapitaal leven
capital /sub/ : hoofdletter
capitano, ~ (del equipa) : aanvoerder (van het elftal)
capitano, ~ de nave : scheepskapitein
capitano, ~ (del marina) mercante : koopvaardijkapitein
capitano, ~ del porto : havenmeester
capitano, ~ de cavalleria (cavalleria) : ritmeester
capitano, ~ de corvetta : korvetkapitein, luitenant ter zee eerste klasse
capitano, ~ de fregata : fregatkapitein, kapitein-luitenant ter zee
capitano, ~ de vascello : kapitein-ter-zee
capitano, ~ de industria : grootindustriëel
capitano, uniforme de ~ : kapiteinsuniform
capite (capite) /sub/ : hoofd, kop
capite (capite), dolor/mal de ~ : hoofdpijn
capite (capite), mi ~ me dole : ik heb hoofdpijn
capite (capite), rumper le ~ a un persona : iemand de hersens inslaan
capite (capite), rumper se le ~ : zich het hoofd breken
capite (capite), abassar le ~ : het hoofd laten hangen
capite (capite), succuter le ~ : het hoofd schudden
capite (capite), le ~ me torna : het duizelt me, ik ben duizelig
capite (capite), facer tornar le ~ a un persona : iemand duizelig maken
capite (capite), batter le ~ contra : het hoofd stoten tegen
capite (capite), pender super (super) le ~ : boven het hoofd hangen
capite (capite), montar al ~ : boven het hoofd hangen
capite (capite), perder le ~ : het hoofd verliezen
capite (capite), haber le ~ dur : een harde kop hebben
capite (capite), signo/inclination del ~ : knik(je)
capite (capite), voce de ~ : kopstem
capite (capite), ornamento del ~ : hoofdtooi
capite (capite), station de ~ : kopstation
capite (capite), del ~ al pedes : van tot tot teen
capite (capite), ~ nuclear/atomic : atoomkop
capite (capite), ~ calve : kale kop, kaalkop
capite (capite), ~ cave : holhoofd
capite (capite), ~ punctate/punctute : punthoofd
capite (capite), ~ de ponte : bruggenhoofd
capite (capite), ~ de morto : doodshoofd
capite (capite), ~ de lecto : hoofdeinde van bed
capite (capite), ~ de littera (littera) : briefhoofd
capite (capite), cossino de ~ : hoofdkussen
capite (capite), ~ de clavo : spijkerkop
capite (capite), clavo a ~ : spijker met kop
capite (capite), clavo sin ~ : spijker zonder kop
capite (capite), ~ de porco : varkenskop
capite (capite), ~ de dracon : drakenkop
capite (capite), ~ a duple facie/de Jano : Januskop
capite (capite), del ~ al pedes : van top tot teen
capite (capite), sin ~ ni cauda : zonder kop of staart
capite (capite), a ~ nude/discoperte : blootshoofds
capite (capite), tante ~s, tante ideas (ideas) : zoveel hoofden, zoveel zinnen
capite (capite), ~ del peloton : kop van het peloton
capite (capite), peloton/gruppo de ~ : kopgroep
capite (capite), ir/currer al ~ : op kop liggen, aan de kop gaan
capite (capite) /sub/ : chef, hoofd, leider, aanvoerder, baas, directeur
capite (capite), ~ de familia : gezinshoofd
capite (capite), ~ coronate : gekroond hoofd
capite (capite), ~ de stato : staatshoofd
cappello /sub/ : hoed
cappello, ~ de sol : zonnehoed
cappello, ~ de palea : strohoed
cappello, ~ de feltro : vilten hoed, vilthoed
cappello, ~ de pellicia : bonthoed
cappello, ~ de femina : dameshoed
cappello, ~ de plagia : strandhoed
cappello, ~ punctate/punctute : punthoed
cappello, ~ flexibile/molle : slappe hoed, flaphoed
cappello, ~ cylindro : hoge hoed
cappello, ~ cardinalicie/de cardinal : kardinaalshoed
cappello, ~ coquette : koket hoedje
cappello, ~ abominabile : foeilelijke hoed
cappello, ~ de un fungo : hoed van een paddestoel
cappello, bordo de ~ : hoedrand
cappello, spinula a ~ : hoedenspeld, hoedenpen
cappello, cassa de ~ : hoedendoos
cappello, banda de ~ : hoedenband
cappello, moda de ~ : hoedenmode
cappello, fabricante de ~s : hoedenfabrikant
cappello, mitter su ~ : zijn hoed opzetten
cappello, cambiar de ~ : een andere hoed opzetten
cappello, a basso ~! : hoed af!
cappello /sub/ : TECHNICA dop
cappello, ~ de modiolo : naafdop
capra /sub/ : geit
capra, ~ alpin : alpengeit
capra, pastor de ~s : geitenhoeder
capra, caseo de ~ : geitekaas
capra, lacte de ~ : geitemelk
capra, carne de ~ : geitevlees
capra, lana de ~ : geitewol
capra, oculo de ~ : geiteoog
capra, exhibition/exposition de ~s : geitententoonstelling
capturar /v/ : vangen, gevangennemen, gevangenhouden
capturar, ~ robatores : dieven vangen
capturar, ~ un animal : een dier vangen
capturar, ~ le attention del lectores : de aandacht van de lezers vangen
capturar /v/ : buit maken, veroveren, innemen
car /adj/ : dierbaar, geliefd, lief
car, si te es ~ le vita : als het leven je lief is
car /adj/ : beste (in aanhef van brief)
car /adj/ : duur, kostbaar, prijzig
car, pagar ~ le lection : leergeld moeten betalen
car, vender carmente su vita : zijn leven duur verkopen
carbon /sub/ : kool, steenkool
carbon, ~ vegetal/de ligno : houtskool
carbon, ~ animal : beenderkool, dierlijke kool
carbon, ~ bituminose : vetkool
carbon, ~ magre : magere steenkool
carbon, ~ grasse : vette steenkool
carbon, ~ fossile : steenkool
carbon, ~ a gas : gaskool
carbon, ~ blanc : witte steenkool
carbon, ~ extincte : dove kool
carbon, ~ de sucro : suikerkool
carbon, consumo de ~ : kolenverbruik
carbon, gas de ~ : kolengas
carbon, cassa a ~ : kolenbak
carbon, estufa a/de ~ : kolenkachel
carbon, locomotiva a ~ : kolenlocomotief
carbon, cellario a ~ : kolenkelder
carbon, traino de ~ : kolentrein
carbon, foco de ~ : kolenvuur
carbon, wagon a ~ : kolenwagon
carbon, situla a ~ : kolenemmer/kit
carbon, sacco a ~ : kolenzak
carbon, deposito (deposito) de ~ : kolenbergplaats, kolenhok
carbon, bassino/jacimento de ~ (fossile) : steenkoolbedding
carbon, mina de ~ : kolenmijn
carbon, portator de ~ : kolensjouwer
carbon, minator de ~ : mijnwerker
carbon, extraction de ~ : kolenwinning
carbon, mercante/commerciante de ~ : steenkolenhandelaar
carbon, production de ~ : steenkolenproduktie
carbon, exportation de ~ : kolenuitvoer, kolenexport
carbon, exportator de ~ : kolenexporteur
carbon, pala a ~ : kolenschop
carbon, ~ minute, pulvere de ~ : steenkoolgruis
carbon, papiro (de) ~ : carbonpapier
carbon, designo al/de ~ : (houts)kooltekening
carbon, schizzo al/de ~ : (houts)koolschets
carbon, cribro pro ~ : kolenzeef
carbon, filamento de ~ : kooldraad (bijv. van lamp)
carbon, electrodo (electrodo) de ~ (de lampa ad arco) : koolspits
carbon, impression al ~ : kooldruk
carbon, portrait {e} al ~ : kooldrukportret
carbon, prender ~ : bunkeren
carbon, reducer in ~ : verkolen
carbon, esser super (super) ~es ardente : op hete kolen zitten
carbon /sub/ : CHIMIA koolstof
carbon, cyclo de ~ : koolstofcyclus/kringloop
carbon, ~ radioactive : radioactive koolstof
carbon, ~ secundari : secundair koolstofatoom
carbon, carbon-14 : koolstof-14
carbon, methodo (methodo) del carbon-14 : koolstof-14-methode
carbon, atomo (atomo) de ~ : koolstofatoom
carbon, isotopo (isotopo) del ~ : koolstofisotoop
carbon, composito (composito) de ~ : koolstofverbinding
carbon, hydrato de ~ : koolhydraat
carbon, percentage de ~ : koolstofgehalte
carbon, catena de ~ : koolstofketen
carbon, vapor de ~ : kolendamp
carbon /sub/ : carbon
carbon, papiro de ~ : carbonpapier
carga /sub/ : last, vracht, lading (anque ELECTRICITATE)
carga, bestia/animal de ~ : lastdier
carga, cavallo de ~ : lastpaard, pakpaard
carga, asino (asino) de ~ : pakezel
carga, nave de ~ : transportschip, vrachtschip
carga, ~ de ligno : lading hout
carga, ~ explosive : springlading
carga, ~ nuclear : kernlading
carga, ~ elementari : elementaire lading
carga, tension de ~ : laadspanning
carga, currente de ~ : laadstroom
carga, portator de ~ electric : ladingdrager
carga, capacitate de ~ : laadvermogen
carga, teste a/de ~ : getuige à charge
carga, principal teste (a/de ~) : kroongetuige
carga, le ~ del annos : de last der jaren
carga, ~ e discarga : laden en lossen
carga, ~ con possibile contrabando : besmette lading
carga /sub/ : verplichting, verantwoordelijkheid, last, belasting, opdracht, taak, kosten
carga, ~ honorific : ereambt
carga, ~ parcellari : deeltaak
carga, ~ de prime ministro : premierschap
carga, ~s fiscal : belastingdruk
carga, ~s social : sociale lasten
carga, ~ salarial : loonlasten
carga, ~s notarial : notariskosten
carga, ~s del stato : staatslasten
carga, ~s mensual : maandlasten
carga, assumer un ~ : een taak op zich nemen
carga /sub/ : krachtige aanval, bestorming, charge
carga, ~ de carros de combatto/de tanks (A) : tankaanval
carga, ~ de cavalleria (cavalleria) : ruiteraanval
carga, ~ de flanco : flankaanval
cargar /v/ : laden, beladen, opladen, inladen, bevrachten, bepakken, een last leggen op
cargar, ~ se de : op zich nemen, zich belasten met
cargar, ~ le accumulator : de accu laden
cargar, ~ un nave : een schip laden
cargar, ~ e discargar : laden en lossen
cargar, atmosphera cargate : geladen atmosfeer
cargar, esser cargate (del direction) de un curso : een leeropdracht hebben
cargar, ~ un persona de occupar se del plantas : iemand voor de planten laten zorgen
cargar, ~ un persona con le costos : de kosten op iemand afwentelen
cargar /v/ : laden (een wapen/accu/fototoestel, etc.)
cargar, ~ un fusil : een geweer laden
cargar, ~ un camera (camera) : een film in een camera doen
cargar /v/ : heftig aanvallen, zich werpen (op), een charge uitvoeren
carne /sub/ : vlees
carne, ~ fumate : rookvlees
carne, ~ de cavallo fumate : paardenrookvlees
carne, ~ salate : gezouten vlees, pekelvlees
carne, ~ grasse : vet vlees
carne, ~ costal : ribvlees, riblappen
carne, ~ cartilaginese : knorvlees
carne, ~ magre : mager vlees
carne, ~ grilliate : geroosterd vlees
carne, ~ hachate : gehakt
carne, bolletta de ~ hachate : gehaktbal
carne, ~ de vitello : kalfsvlees
carne, ~ de vitello hachate : kalfsgehakt
carne, ~ frigide : koudvlees
carne, ~ de suppa : soepvlees
carne, ~ bovin/de bove/de vacca : rundvlees
carne, ~ de porco : varkensvlees
carne, ~ de ove : schapenvlees
carne, ~ de capra : geitenvlees
carne, ~ equin/cavallin/de cavallo : paardenvlees
carne, ~ in latta : vlees in blik, blikjesvlees
carne, ~ gelate/congelate : bevroren vlees
carne, ~ rostite : gebraden vlees
carne, ~ succulente : sappig vlees
carne, ~ coriacee/dur : taai vlees
carne, ~ human : mensenvlees
carne, ~ vive : levend vlees
carne, ~ synthetic : kunstvlees
carne, cultello a/de ~ : vleesmes
carne, trencho {sj} de ~ : plak vlees
carne, odor de ~ rostite : braadlucht
carne, succo de ~ : vleesnat, jus
carne, pastata de ~ : vleespastei
carne, extracto de ~ : vleesextract
carne, producto de ~ : vleesprodukt
carne, fabrica de productos de ~ : vleesfabriek
carne, industria del ~ : vleesindustrie
carne, suppa de ~ : vleessoep
carne, platto de ~ : vleesgerecht/schotel
carne, ragout (F) de ~ : vleesragoût
carne, consumo/consumption de ~ : vleesverbruik
carne, precio del ~ : vleesprijs
carne, restos de ~ : vleesresten
carne, intoxication per ~ : vleesvergiftiging
carne, ~de un fructo : vruchtvlees
carne, un esser de ~ e de sanguine : een mens van vlees en bloed
carne, ~ a/de cannon : kanonnenvlees
carne, in ~ e osso(s) : in levende lijve
carne, rostir ~ : vlees braden
carne, esser in ~ : gezet/corpulent zijn
carne, ni ~ ni pisce : vlees noch vis
carretta /sub/ : wagen(tje), kar(retje)
carretta, ~ de mano/a bracios : handkar
carretta, ~ de ferma : boerenkar
carretta, ~ de panetero : bakkerskar
carretta, ~ del mercante/venditor de gelatos : ijs(co)kar(retje)
carretta, ~ al/de verduras : groentenkar
carretta, ~ a can : hondenkar
carretta, ~ a bove : ossenkar
carretta, ~ coperte : huifkar
carretta, ~ a tres rotas : driewielige kar
carretta, ~ de plagia : bolderkar
carretta, ~ basculante : kipkarretje
carretta, tirar le ~ : de kar trekken
carretta, pulsar le ~ : de kar duwen
carro /sub/ : wagen, kar, rijtuig
carro, ~ funebre : lijkkoets
carro, ~ de immunditias : vuilniswagen
carro, ~ triumphal : zegenkar
carro, ~ basculante : kiepkar
carro, ~ de combatto : tank
carro, ~ blindate : pantserwagen
carro, ~ cellular : dievenwagen
carro, ~ frigorific/refrigeratori : koelwagen
carro, ~ de ferma : boerenwagen/kar
carro, ~ a boves : ossenwagen
carro, ~ de panetero : broodkar
carro, ~ de feno : hooiwagen
carro, ~ al/de verduras : groentenkar
carro, ~ carnavalesc : carnavalswagen
carro, ~ a cappucio : huifkar
carro, grassia de ~ : wagensmeer
carro, le quinte rota del ~ : het vijfde wiel aan de wagen
carro /sub/ : wagen (van schrijfmachine, etc.)
carta /sub/ : kaart, speelkaart, spijskaart, etc.
carta, ~ de visita (visita) : visitekaartje
carta, ~ (postal) : briefkaart
carta, ~ (postal) illustrate : ansicht
carta, ~ (postal) con responsa pagate : briefkaart met betaald antwoord
carta, ~ perforate : ponskaart
carta, ~ de Natal : kerstkaart
carta, ~ de pisca : visvergunning
carta, ~ de stato major : stafkaart
carta, ~ geographic : landkaart
carta, ~ topographic : topografische kaart
carta, ~ pluviometric : regenkaart
carta, ~ de Europa : kaart van Europa
carta, ~ hydrographic : waterkaart
carta, ~ astronomic : sterrenkaart
carta, ~ celeste : hemelkaart
carta, ~ selenographic/del luna : maankaart
carta, ~ touristic : toeristenkaart
carta, ~ geologic : geologische kaart
carta, ~ de camminos pedestre : wandelkaart
carta, ~ thermic : temperatuurskaart
carta, ~ meteorologic : meteorologische kaart
carta, ~ del relievos/in relievo : reliëfkaart
carta, ~ dialectologic : dialectkaart
carta, ~ nautic/maritime/marin : zeekaart
carta, ~ bathymetric : dieptekaart
carta, ~ hypsometric : hoogtekaart
carta, ~ linguistic : taalkaart
carta, ~ stratal : plattegrond
carta, ~ de identitate : identiteitskaart, persoonsbewijs
carta, ~ de abonamento : abonnementskaart
carta, ~ de rationamento : bonkaart, distributiekaart
carta, ~ de alimentation : levensmiddelenkaart
carta, ~ de prioritate : voorrangskaart
carta, ~ de reduction : kortingskaart
carta, ~ de adherente/de membro : bewijs van lidmaatschap
carta, ~ de studente/studiante : collegekaart
carta, ~ electoral : kiezerskaart
carta, ~ de campator : kampkaart
carta, ~ de entrata/de ingresso : toegangskaart
carta, ~ de pressa : perskaart
carta, ~ de correspondentia : correspondentiekaart
carta, ~ de vinos : wijnkaart
carta, ~ de credito (credito) : credit-card (soort betaalkaart)
carta, ~ de cheques (A) : bankkaart
carta, ~ familial : gezinskaart
carta, ~ annual : jaarkaart
carta, ~ septimanal/hebdomadari : weekkaart
carta, ~ mural : wandkaart
carta, ~ verde : groene kaart
carta, ~ marcate : gemerkte kaart
carta, ~ jalne : gele kaart
carta, ~ rubie : rode kaart
carta, camera (camera) de ~s : kaartenkamer
carta, casa/castello de ~s : kaartenhuis
carta, carta-responsa : antwoordcoupon
carta, jocar al ~s : kaartspelen
carta, joco de ~s : kaartspel, spel kaarten
carta, jocator de ~s : kaartspeler
carta, club (A) de jocatores de ~s : kaartclub
carta, ~ de joco : speelkaart
carta, ~ mute : blinde kaart
carta, partita de ~s : partijtje kaart(en)
carta, vespere/vespera (vespera) de ~s : kaartavond(je)
carta, dar/distribuer le ~s : kaart geven
carta, distribution de ~s : het kaartgeven (bij het kaartspel)
carta, dar ~ blanc a un persona : iemand carte blanche geven
carta, riscar toto super (super) un ~ : alles op een kaart zetten
carta, mangiar al ~ : à la carte eten
carta, leger/interpretar le ~s : kaart lezen
carta, lectura de ~s : het kaartlezen
carta, disrolar/extender un ~ : een kaart uitrollen
carton /sub/ : karton, bordpapier
carton, ~ undulate/corrugate : golfkarton
carton, ~ de palea : strokarton
carton, ~ corio : leerkarton
carton, fabrica de ~ de palea : strokartonfabriek
carton, ~ catranate/bituminate : asfaltpapier
carton, cisorios pro ~ : kartonschaar
carton /sub/ : tekening, karton, gekleurd patroon als model voor schilders/tapijtwevers, etc.
carton, ~es de Raphael : kartons van Raphaël
carton /sub/ : kartonnen doos
carton, ~ de cigarrettas : slof sigaretten
casa /sub/ : huis, woning, gebouw
casa, in ~ de : ten huize van
casa, ir a ~ : naar huis gaan
casa, verso ~ : thuiswaarts
casa, esser a ~ : thuis zijn
casa, esser foris (foris) de/foras (foras) de ~ : van huis zijn, niet thuis zijn
casa, locar un ~ : een huis huren
casa, installar se in un ~ : in een huis trekken
casa, hypothecar un ~ : een huis met een hypotheek bezwaren
casa, evacuar un ~ : een huis ontruimen
casa, parte posterior del ~ : achterhuis
casa, facite a ~ : zelfgemaakt
casa, amico (amico) de ~ : huisvriend
casa, custode de ~ : huisbewaarder
casa, proprietario del ~ : huiseigenaar, huisbaas
casa, numero (numero) de ~ : huisnummer
casa, gruppo de ~s : huizenblok
casa, latere del ~s : huizenkant
casa, medico de ~ : huisarts
casa, retorno a ~ : thuiskomst
casa, ~ de habitation : woonhuis
casa, ~ locative/de location : huurhuis
casa, ~ proprie : eigen huis
casa, ~ particular : particuliere woning
casa, ~ unifamilial/unifamiliar : eengezinswoning
casa, ~ a duple appartamento : duplexwoning
casa, ~ de angulo : hoekhuis
casa, ~ senioral : herenhuis
casa, ~ independente/individual : vrijstaand huis
casa, ~ de campania : landhuis
casa, ~ prefabricate : montagewoning
casa, ~ de appartamentos : flatgebouw
casa, ~ de detention : huis van bewaring
casa, ~ de correction : tuchthuis, opvoedingsgesticht
casa, ~ de convalescentia : verpleeghuis, herstellingsoord
casa, ~ de banio(s) : badhuis
casa, ~ municipal : stadhuis
casa, ~ de vacantias : vakantiehuis
casa, ~ de infantes : kindertehuis
casa, ~ de povres : armenhuis
casa, ~ de orphanos (orphanos) : weeshuis
casa, ~ native/natal : geboortehuis
casa, ~ paterne/paternal : ouderhuis
casa, ~ de pupas : poppenhuis
casa, ~ mortuari/del defuncto : sterfhuis
casa, ~ de the : theehuis
casa, ~ editorial : uitgever(sfirma)
casa, ~ bancari/de banca : bankiershuis
casa, ~ commercial/de commercio : handelshuis
casa, ~ parochial : parochiehuis
casa, ~ de reposo : rusthuis
casa, ~ de chassa : jachthuis
casa, ~ de spectros : spookhuis
casa, ~ de joco : speelhuis
casa, ~ de joco clandestin : speelhol
casa, ~ regal/royal : koningshuis, koninklijk huis
casa, le Casa de Habsburgo : het Habsburgse Huis
casa, fornitor del ~ royal/regal : hofleverancier
casa, ~ flottante : woonboot/schip
casa, ~ rolante : caravan
casa, ~ distachate : losstaand huis
casa, ~ pro le feminas (feminas) battite : blijf-van-mijn-lijf-huis
casa, ~ rustic : boerenhuis
casa, ~ a demolir : sloophuis
casa, le ~ e le mangiar : kost en inwoning
casa, omne ~ ha su cruce : ieder huisje heeft zijn kruisje
casa, facer le honores del ~ : de honneurs waarnemen
casa, ~s nove/de recente construction : nieuwbouwhuizen, nieuwbouw
casa, cambiar/mutar de ~ : verhuizen
casa, vender de ~ a ~ : huis aan huis verkopen
casa, le ~ non es habitate : het huis staat leeg
casa, production de ~s : woningproduktie
casa /sub/ : veld (van speelbord)
caseo /sub/ : kaas
caseo, ~ vetule : oude kaas
caseo, ~ juvene : jonge kaas
caseo, ~ de ferma : boerenkaas
caseo, ~ molle : zachte kaas
caseo, ~ fundite : smeerkaas
caseo, ~ raspate : geraspte kaas
caseo, ~ grasse : volvette kaas
caseo, ~ semigrasse/de medie crema : halfvette kaas
caseo, ~ magre : magere kaas
caseo, ~ cremose/a crema : roomkaas
caseo, ~ piccante : pikante kaas
caseo, ~ sin crusta : korstloze kaas
caseo, ~ de testa : hoofdkaas
caseo, ~ caprin/de capra : geitekaas
caseo, ~ de Edam : edammer
caseo, ~ de Gouda : Goudse kaas
caseo, ~ de Leerdam : leerdammer
caseo, ~ de sero : weikaas
caseo, ~ speciate : kruidkaas
caseo, ~ blanc : kwark
caseo, ~ al/con cumino : komijnekaas, kantenkaas
caseo, ~ al/con clavos : nagelkaas
caseo, ~ fresc del primavera, ~ de herba : graskaas
caseo, ~ kasher : koosjere kaas
caseo, fabrica de ~s : kaasfabriek
caseo, fabricante de ~s : kaasfabrikant
caseo, fabrication de ~s : kaasbereiding/fabricage
caseo, exportation de ~ : kaasexport
caseo, exportator de ~ : kaasexporteur
caseo, commercio de ~s : kaashandel
caseo, commerciante de ~s : kaashandelaar
caseo, cultello a/de/pro ~ : kaasmes
caseo, portator de ~s : kaasdrager/loper
caseo, mercato a/de ~s : kaasmarkt
caseo, odor de ~ : kaaslucht
caseo, typo de ~ : kaassoort
caseo, crusta de ~ : kaaskorst
caseo, platto al ~ : kaasgerecht
caseo, biscuit al ~ : kaaskoekje
caseo, wafla al ~ : kaaswafel
caseo, pastisseria (pastisseria) al ~ : kaasgebakje
caseo, cracker (A) al ~ : kaascracker
caseo, sandwich (A) al ~ : broodje (met) kaas
caseo, pulvere de ~ : kaaspoeder
caseo, raspa pro ~ : kaasrasp
caseo, precio de ~ : kaasprijs
caseo, gusto de ~ : kaassmaak
caseo, verme/acaro del ~ : kaasmade, kaasmijt
caseo, magazin a/de ~ : kaaspakhuis
caseo, planca a ~ : kaasplank
caseo, sauce [F] al ~ : kaassaus
caseo, campana a ~ : kaasstolp/klok
caseo, torta al ~ : kaastaart
caseo, croquette [F] al ~ : kaaskroket
caseo, odor de ~ : kaaslucht
caseo, pressa a/de/pro ~ : kaaspers
caseo, controlo de ~ : kaascontrole
caso /sub/ : geval, zaak, kwestie
caso, ~ de conscientia : gewetensvraag
caso, ~ dubitose/de dubita (dubita) : dubieus geval, twijfelgeval
caso, ~ de maladia (maladia) : ziektegeval
caso, ~ exceptional/de exception : uitzonderingsgeval
caso, ~ de honor : erezaak
caso, ~ de decesso/morte : sterfgeval
caso, ~ de invenenamento : vergiftigingsgeval
caso, ~ limite (limite) : grensgeval
caso, ~ isolate : alleenstaand geval
caso, ~ real/concrete : bestaand geval
caso, ~ urgente : spoedgeval
caso, ~ problematic : probleemgeval
caso, ~ extreme : extreem geval
caso, ~ rar : zeldzaam geval
caso, ~ unic/sin exemplo : uniek geval
caso, ~ mortal : geval met dodelijke afloop
caso, ~ special/particular/individual : speciaal/bijzonder geval
caso, in omne/tote ~ : in elk/ieder geval
caso, ~ fortuite (fortuite) : toeval
caso, in ~ de gelo : bij vorst
caso, in ~ de besonio/de necessitate/de emergentia : in geval van nood
caso, in ~s de urgentia : in dringende gevallen
caso, in necun/nulle ~ : in geen geval
caso, in alicun ~s : in sommige gevallen
caso, in ~ negative : zo niet
caso, in ~ affirmative : zo ja
caso, in ~ de negativa : bij weigering
caso, in ~ que : voor het geval dat
caso, in ~ de impedimento : bij verhindering
caso, in ~ de non-pagamento : bij wanbetaling
caso, in ~ de contravention : bij overtreding
caso, in ~ de confirmitate : bij akkoordbevinding
caso, in le pejor ~ : in het ergste geval
caso, in le melior ~ : in het gunstigste geval
caso, in novem del dece ~s : in negen van de tien gevallen
caso, facer multe ~ de : veel ophef/drukte maken van
caso, in vostre ~ io non lo facerea : in uw geval zou ik het niet doen
caso, examinar un cosa ~ per ~ : iets van geval tot geval bekijken
caso /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA naamval
caso, le germano ha quatro ~s : het Duits heeft vier naamvallen
caso, ~ genitive : genitief
caso, ~ vocative : vocatief
caso, systema de ~s : casussysteem
cassa /sub/ : kist, doos, trommel, bus, bak, kast, huis, omhulsel
cassa, ~ postal : brievenbus
cassa, ~ nigre : zwarte doos, registratiecomputer
cassa, ~ de latta : blik(je)
cassa, ~ de imballage : pakkist, pakdoos, etc.
cassa, ~ de utensiles : gereedschapskist
cassa, ~ de fusibiles : stoppenkast
cassa, ~ de velocitates : versnellingsbak
cassa, ~ de protection del motor : motorkast
cassa, ~ de horologio : horlogekast
cassa, ~ de musica : muziekdoos
cassa, ~ de violino : vioolkast
cassa, ~ de clavos : spijkerbak
cassa, ~ optic : kijkkast
cassa, ~ forte : brandkast, safe
cassa, ~ metallic : trommel, blik
cassa, ~ isotherme : koelbox
cassa, ~ pro le pan : broodtrommel
cassa, ~ a/pro sapon : zeepdoos
cassa, ~ a/de/pro butyro (butyro) : boterdoos
cassa, ~ a/de/pro caffe : koffiebus
cassa, ~ a/de/pro munition : munitiekist
cassa, ~ de collecta : collectebus
cassa, ~ a/de buttones : knopendoos
cassa, ~ a ideas (ideas) : ideeënbus
cassa, ~ a biscuites : biskwieblik
cassa, ~ a/de suer : naaidoos
cassa, ~ a herborisar : botaniseertrommel
cassa, ~ de botanisar/de herbarista : botaniseertrommel
cassa, ~ del sufflator : souffleurshokje
cassa, ~ de morto : doodkist
cassa, ~ de avena : haverkist
cassa, ~ de colores : verfdoos
cassa, ~ de resonantia : klankkast, klankbodem
cassa, ~ de un horologio : kast van een horloge
cassa, ~ de luxo : luxedoos
cassa /sub/ : kassa, geldlade
cassa, bono de ~ : kassabon
cassa, libro de ~ : kasboek
cassa, saldo de ~ : kassaldo
cassa, deficit (deficit) de ~ : kastekort
cassa, controlo del ~ : kascontrole
cassa, registrator de ~ : kasregister
cassa, ~ del stato : staatskas
cassa, ~ municipal : gemeentekas
cassa, ~ militar : krijgskas
cassa, ~ de resistentia : weerstandskas
cassa, ~ automatic : betaalautomaat
cassa, facer le ~ : de kas opmaken
cassa, tener le ~ : de kas beheren, over de kas gaan
cassa, partir con le ~ : er met de kas vandoor gaan
cassa /sub/ : loket (voor betaling), betaalkantoor
cassa /sub/ : instelling, bank, etc. waar geld wordt bewaard/ontvangen of betaald
cassa, Cassa de Credito (Credito) : Kredietbank
cassa, Cassa de Securitate Social : Sociale Verzekeringsbank
cassa, Cassa de Sparnio : Spaarbank
cassa /sub/ : MUSICA klankkast, pianokast, orgelkast, etc.
cassa /sub/ : lijkkist
cassa /sub/ : ANATOMIA holte
cassa, ~ de tympano (tympano) : trommelholte
casserola /sub/ : braadpan
casserola, ~ smaltate : geëmailleerde pan
casserola, coperir le ~ : het deksel op de pan doen
casserola, discoperir le ~ : het deksel van de pan nemen
castello /sub/ : kasteel, burcht
castello, facer ~s in le aere : luchtkastelen bouwen
castello, fossato de un ~ : kasteelgracht
castello, porta de ~ : slotpoort
castello, sala de ~ : burchtzaal
castello, cappella de ~ : burchtkapel
castello, turre de ~ : kasteeltoren
castello, muro de ~ : kasteelmuur
castello, constructor de ~s : kasteelbouwer
castello, construction de ~s : kasteelbouw
castello, ruina de ~ : kasteelruïne
castello, parco de ~ : kasteelpark
castello, camping de ~ : kasteelcamping
castello, jardin de ~ : kasteeltuin
castello, habitante de ~ : kasteelbewoner
castello, ~ medieval : middeleeuws kasteel
castello, ~ forte : burcht
castello, ~ de chassa : jachtslot
castello, ~ de placentia : lustslot
castello, ~ de aqua : watertoren, groot waterreservoir
castello, ~ de cartas : kaartenhuis
castello, ~ de sablo/de arena : zandkasteel
cata /adj/ : elk, ieder
cata, ~ persona/uno : elk, ieder
cata, ~ uno a su torno : ieder op zijn beurt
cata, ~ uno le sue : ieder het zijne
cata, ~ uno pro se : ieder voor zich
cata, ~ die : elke dag, dagelijks
cata, ~ duo dies : om de andere dag
cata, ~ vice : iedere keer, telkens
cata, nostre pan de ~ die : ons dagelijks brood
cata, a ~ uno de nos on ha date cento florinos : we kregen ieder honderd gulden
categoria (categoria) /sub/ : categorie, orde, soort, klasse, afdeling
categoria (categoria), patinator de tote ~s : allrounder
categoria (categoria), ~ professional : beroepsgroep
categoria (categoria), ~ salarial : salarisklasse
categoria (categoria), ~ de peso : gewichtsklasse
categoria (categoria), classificar per ~s : in categorieën indelen
categoria (categoria), classification in ~s : indeling in categorieën
categoria (categoria), hotel (F) del prime ~ : eerste klas hotel
categoria (categoria), artista del secunde ~ : kunstenaar van de tweede rang
categoria (categoria), de basse ~ : derderangs
categoria (categoria) /sub/ : PHILOSOPHIA grondbegrip, basisbegrip, elementaire eigenschap, categorie
categoria (categoria), le ~s de Aristoteles (Aristoteles) : de grondbegrippen van Aristoteles
catena /sub/ : ketting, keten
catena, ~ de bicycletta : fietsketting
catena, ~ de horologio : horlogeketting
catena, ~ de securitate : deurketting
catena, ~ de agrimensor : landmetersketting
catena, ~ de freno : remketting
catena, ~ de ancora (ancora) : ankerketting
catena, ~ a/de nive : sneeuwketting
catena, ~ de remolcage : sleepketting
catena, ~ de montanias : bergketen
catena, ~ de collinas : heuvelrug
catena, ~ de hotels : hotelketen
catena, ~ de magazines : winkelketen
catena, ~ de snackbars (A) : keten van snackbars
catena, ~ de honor : ereketen
catena, ~ alpin : Alpengordel
catena, ~ de eventos : keten van gebeurtenissen
catena, ~ de production : produktieketen/lijn
catena, ~ de montage/de fabrication : montageband, lopende band
catena, production al ~ : produktie aan de lopende band
catena, labor/travalio al/in ~ : werk aan de lopende band
catena, can de ~ : kettinghond
catena, rota a ~ : kettingrad/wiel
catena, cassa de ~s : kettingbak
catena, ingranage a ~ : kettingoverbrenging
catena, ~ alimentari/de alimentation : voedselketen
catena, ~ a/de barrar : sperketting
catena, ~ antifurto : kettingslot
catena, ~ de auro : gouden ketting
catena, ~ de argento : zilveren ketting
catena, friction de ~ : kettingwrijving
catena, reaction a/in ~ : kettingreactie
catena, collision in ~ : kettingbotsing
catena, tenditor de ~ : kettingspanner
catena, mitter al ~ : aan de ketting leggen
catena, mitter le ~ al porta : de deur op de ketting doen
catena, succuter/rumper le ~s : de ketens afschudden
catena, fumar al ~ : kettingroken
catena /sub/ : televisienet/kanaal
catena, prime ~ : eerste net
catena, secunde ~ : tweede net
catto /sub/ : kat, kater
catto, ~ domestic : huiskat
catto, ~ silvatic : wilde kat
catto, ~ errante/vagabunde : zwerfkat
catto, ~ angora : angorakat
catto, ~ tigre : tijgerkat
catto, pelle de ~ : kattenvel
catto, dorso de ~ : kattenrug
catto, cauda de ~ : kattenstaart
catto, aure de ~ : kattenoor
catto, pata de ~ : kattenpoot
catto, excrementos de ~ : kattendrek/stront
catto, urina/pissa de ~ : kattenpis
catto, exhibition/exposition de ~s : kattententoonstelling
catto, le ~ con bottas : de gelaarsde kat
catto, viver como can e ~ : leven als hond en kat
catto, jocar como un ~ con un mus/mure : een spel van kat en muis spelen
catto, le ~ le ha date un colpo de pata : de kat haalde naar hem uit
cauchu (cauchu) {tsj} /sub/ : rubber, gummi
cauchu (cauchu), ~ natural : natuurrubber
cauchu (cauchu), ~ de plantation : plantagerubber
cauchu (cauchu), ~ synthetic/artificial : kunstrubber
cauchu (cauchu), ~ vulcanisate : gevulcaniseerde rubber
cauchu (cauchu), ~ alveolate/spuma/spongia : schuimrubber
cauchu (cauchu), arbore a ~ : rubberboom
cauchu (cauchu), strato de ~ : rubberlaag
cauchu (cauchu), pneu(matico) de ~ : rubberband
cauchu (cauchu), guanto de ~ : ubber/gummihandschoen
cauchu (cauchu), articulo de ~ : rubberartikel
cauchu (cauchu), tubo de ~ : rubber/gummislang
cauchu (cauchu), revestimento de ~ : rubber/gummibekleding
cauchu (cauchu), matta de ~ : rubber/gummimat
cauchu (cauchu), galocha {sj} superscarpa de ~ : rubber/gummioverschoen
cauchu (cauchu), tela de ~ : rubber/gummidoek
cauchu (cauchu), pupa de ~ : gummipop
cauchu (cauchu), impermeabile de ~ : gummiregenjas
cauchu (cauchu), cablo de ~ : rubber/gummikabel
cauchu (cauchu), anello de ~ : rubber/gummiring
cauchu (cauchu), solea de ~ : rubber/gummizool
cauchu (cauchu), talon de ~ : rubber/gummihak
cauchu (cauchu), fuste de ~ : gummiknuppel
cauchu (cauchu), junctura/junction de ~ : rubberpakking
cauchu (cauchu), balla de ~ : rubberkogel
cauchu (cauchu), industria de ~ : rubberindustrie
cauchu (cauchu), fabrica de ~ : rubberfabriek
cauchu (cauchu), fabricante de ~ : rubberfabrikant
cauchu (cauchu), fabrication de ~ : rubberfabricage
cauchu (cauchu), plantation de ~ : rubberplantage
cauchu (cauchu), plantator de ~ : rubberplanter
cauchu (cauchu), cultura de ~ : rubbercultuur
cauchu (cauchu), extraher ~ : rubber tappen
cauda /sub/ : staart, uiteinde, achterstuk, achtereind
cauda, ~ de vulpe : vossenstaart
cauda, ~ de cavallo : paardenstaart (anque BOTANICA)
cauda, ~ de vacca : koeienstaart
cauda, ~ de porco : varkensstaart
cauda, ~ de pavon : pauwenstaart
cauda, ~ prehensile : grijpstaart
cauda, ~ de ratto : rattenstaart (soort vijl)
cauda, ~ spinose : stekelstaart
cauda, ~ serpentin : kronkelstaart
cauda, ~ de un cometa : staart van een komeet
cauda, in ~ : achteraan
cauda, mover le ~ : kwispelstaarten
cauda, piano de ~ : vleugel
cauda, perrucca a ~ : staartpruik
cauda, plumas del ~ : staartveren
cauda, puncta/extremitate del ~ : punt(je) van de staart
cauda, suppa a ~ de bove : ossenstaartsoep
cauda, ~ de hirundine : zwaluwstaart (houtverbinding)
cauda, plano de ~ : staartvlak (van vliegtuig)
cauda, incastrar a ~ de hirundine : met een zwaluwstaart verbinden
cauda, isto non ha ni ~ ni testa/capite (capite) : dit raakt kant noch wal
cauda, sin testa/capite (capite) ni ~ : zonder kop of staart
cauda, con le ~ inter (inter) le gambas : met de staart tussen de benen
cauda, iste cosa habera (habera) un ~ : dit muisje zal nog wel een staartje hebben
cauda /sub/ : rij, file
cauda, ~ de gente : rij wachtenden
cauda, mitter se/poner se al ~ : achter een rij wachtenden aansluiten
cauda, facer ~ : in de rij staan
cauda, facer un hora de ~ : een uur in de rij staan
cauda, ir a ~ : achteraan lopen
cauda /sub/ : sleep (van jurk, etc.)
causa /sub/ : oorzaak
causa, ~ e effecto : oorzaak en gevolg
causa, ~ prime/initial/fundamental : grondoorzaak
causa, ~ principal : hoofdoorzaak
causa, ~ extrinsec : uitwendige oorzaak
causa, ~s externe : externe oorzaken
causa, ~ final : doeloorzaak
causa, ~ secundari/supplementari/annexe : bijoorzaak
causa, ~ de morte/de decesso : doodsoorzaak
causa, a ~ de : door, wegens, vanwege
causa, per ~s impreviste : wegens/door onvoorziene omstandigheden
causa /sub/ : zaak, rechtszaak
causa, ~ penal/criminal : strafzaak
causa, ~ de homicidio : moordzaak
causa, intentar un ~ contra un persona : een rechtszaak tegen iemand aanspannen
causa, judicar un ~ : rechtspreken in een zaak
causa, esser judice in su proprie ~ : rechter in eigen zaak zijn
causa, facer ~ commun con : gemene zaak maken met
causar /v/ : veroorzaken, teweegbrengen, verwekken, aanleiding geven tot, berokkenen, aandoen (verdriet)
causar, ~ damnos enorme : grote schade aanrichten
causar, ~ repugnantia/repulsion : afkeer inboezemen
causar, ~ un massacro : een bloedbad aanrichten
causar, ~ problemas : problemen geven
causar, ~ consternation : ontsteltenis teweegbrengen
causar, ~ confusion : verwarring stichten
causar, ~ le ruina de un persona : iemand in het ongeluk storten
causar, ~ multe/grande molestia a un persona : iemand veel last bezorgen
causar, ~ angustia : angst verwekken
causar, ~ un maladia (maladia) : een ziekte verwekken
causar, ~ un sensation disagradabile : onaangenaam aandoen
causar, ~ perditas (perditas) sever/importante al inimico (inimico) : de vijand zware verliezen toebrengen
causar, damno causate per le foco/per le incendio : brandschade
cavallo /sub/ : paard
cavallo, ~ neonate : veulen
cavallo, ~ de sella : rijpaard
cavallo, ~ marin : zeepaardje
cavallo, stalla/stabulo pro/de ~s : paardenstal
cavallo, stalla/stabulo pro/de ~s de sella : stal voor rijpaarden
cavallo, harnesamento (pro ~s de sella) : paardetuig
cavallo, ~ de racia : raspaard
cavallo, ~ de ferma : boerenpaard
cavallo, ~ de cursa : renpaard
cavallo, ~ de tracto : trekpaard
cavallo, ~ de molino : molenpaard
cavallo, ~ de carrossa : koetspaard
cavallo, ~ de circo : circuspaard
cavallo, ~ de carga : last/pakpaard
cavallo, ~ de battalia/de guerra : strijdros
cavallo, ~ de parada : paradepaard
cavallo, ~ de ligno : houten paard
cavallo, ~ castrate : ruin
cavallo, ~ reproductor : fokhengst
cavallo, ~ balanciatori/balanciante/a/de bascula : hobbelpaard
cavallo, ~ arabe : Arabier, paard van Arabisch ras
cavallo, ~ de Frisia : Spaanse ruiter
cavallo, ~ de Troia : paard van Troje
cavallo, ~ alate : gevleugeld paard
cavallo, ~ docile : mak paard
cavallo, ~ focose/ardente : vurig/onstuimig paard
cavallo, ferro a/de ~ : hoefijzer
cavallo, clavo de ferro a/de ~ : hoefnagel
cavallo, commercio de ~s : paardenhandel
cavallo, commerciante/mercator/mercante de ~s : paardehandelaar
cavallo, abattitorio de ~s : paardenslachterij
cavallo, slitta a ~(s) : arreslee
cavallo, tram/tramvia (tramvia)/tramway (E) a ~(s) : paardentram
cavallo, copertura de ~ : paardendeken
cavallo, corio de ~ : paardenleer
cavallo, amator de ~s : paardenliefhebber
cavallo, mercato de ~s : paardenmarkt
cavallo, cauda de ~ : paardenstaart (anque BOTANICA)
cavallo, beefsteak (A) de ~ : paardenbiefstuk
cavallo, labio de ~ : paardenlip
cavallo, bucca de ~ : paardenbek
cavallo, stomacho (stomacho) de ~ : paardenmaag
cavallo, carne de ~ : paardevlees
cavallo, carne de ~ fumate : paardenrookvlees
cavallo, stercore de ~ : paardenmest, paardenvijgen
cavallo, odor de ~ : paardenlucht
cavallo, pictor de ~s : paardenschilder
cavallo, robator de ~s : paardendief
cavallo, macellero/abattitor de ~s : paardenslachter
cavallo, elevar ~s : paarden fokken
cavallo, elevator de ~s : paardenfokker
cavallo, elevamento de ~s : paardenfokkerij, het paardenfokken
cavallo, pectine/brossa de ~ : roskam
cavallo, tiro a/de quatro ~s : vierspan
cavallo, cadita (cadita) de ~ : val van het paard
cavallo, cursa de ~s : harddraverij
cavallo, a ~ : te paard
cavallo, ir a ~ : paardrijden
cave /adj/ : hol
cave, arbore ~ : holle boom
cave, vena ~ : holle ader
cave, stomacho (stomacho) ~ : holle maag
cave, capite (capite)/testa ~ : holhoofd
cave, oculos ~ : diepliggende/holle ogen
cave, cammino ~ : holle weg
cave, muro ~ : spouwmuur
cave, parolas ~ : holle woorden
cavo /sub/ : holte, gat
cavo, ~ de axilla : okselholte
cavo, ~ de aqua : plas, (modder)poel
cavo, ~ de unda : golfdal
cavo, ~ del mano : holte van de hand
cavo, ~ del genu (genu)/geniculo : knieholte
cec /adj/ : blind
cec, ~ per le nive : sneeuwblind
cec, ~ de nascentia : blind geboren
cec, ~ de un oculo : blind aan een oog
cec, ~ de dolor : blind van pijn
cec, ~ de rabie : blind van woede
cec, intestino ~ : blinde darm
cec, fide ~ : blind geloof
cec, le amor es ~ : de liefde is blind
cec, amor ~ : apenliefde
cec, fiducia/confidentia ~ : blind vertrouwen
cec, odio ~ : blinde haat
cec, furor ~ : blinde woede
cec, superstition ~ : blind bijgeloof
cec, obedientia ~ : blinde gehoorzaamheid, kadaverdiscipline
cec, hasardo ~ : blind toeval
cec, muro ~ : blinde muur
cec, fossato ~ : doodlopende sloot
cec, tubo ~ : doodlopende buis
cec, flangia ~ : blinde flens
cec, esser ~ super (super) : blind zijn voor
cec, esser in adoration ~ ante : in blinde aanbidding liggen voor
cec, cecamente inamorate : smoorverliefd
cecar /v/ : blind maken, verblinden
cecar, se ~ super (super) : zich blind staren op
cecar, lassar se ~ per illusiones : zich laten verblinden door illusies
cecar, le pharos del auto(mobile) que approcha {sj} me ha cecate : zich laten verblinden door illusies
ceder /v/ : zwichten, wijken, toegeven, afstaan, overgeven, overdragen, cederen
ceder, ~ a un impulsion : toegeven aan een opwelling
ceder, ~ al violentia : voor geweld wijken
ceder, ~ al tentation : voor de verleiding bezwijken
ceder, ~ a su impulsationes : zijn neigingen volgen
ceder, ~ al superioritate numeric : voor de overmacht zwichten
ceder, ~ al pression de : bezwijken voor de druk van
ceder, ~ su placia a un persona : zijn plaats aan iemand afstaan
ceder, ~ terreno : terrein prijsgeven
ceder, ~ le passage : doorgang verlenen
ceder, ~ al desiros/desiderios de un persona : aan iemands verlangens gevolg geven
ceder, on non debe troppo ~ al infantes : kinderen moet je niet te veel toegeven
ceder, ~ tote su derectos a : al zijn rechten overdragen aan
celar /v/ : verbergen, verhullen, verheimelijken, geheim houden, verhelen, verzwijgen
celar, ~ se detra le porta : zich achter de deur verstoppen
celar, le sol se cela detra un nube : de zon schuilt achter een wolk
celar, le arbores cela le foreste/le bosco : door de bomen het bos niet meer zien
celar, le casa esseva celate detra le arbores : het huis lag verscholen achter de bomen
celar, ~ su disappunctamento : zijn teleurstelling verbergen
celar, ~ su intentiones : zijn bedoelingen verbergen
celar, ~ su sentimentos : zijn gevoelens verheimelijken
celebrar /v/ : vieren (feest, overwinning, etc.)
celebrar, ~ un festa : een feest vieren
celebrar, ~ un anniversario : een verjaardag vieren
celebrar, ~ un maritage/un matrimonio/nuptias : bruiloft houden, een bruiloft vieren
celebrar /v/ : ECCLESIA opdragen (mis), celebreren
celebrar, ~ le missa : de mis opdragen
celebrar /v/ : houden, voltrekken (huwelijk)
celebrar /v/ : roemen, prijzen, bezingen, met lof vermelden
celebration /sub/ : het vieren (feest, etc.), viering
celebration, ~ de un festa : feestviering
celebration, ~ de un anniversario : viering van een verjaardag
celebration, ~ del sabbato (sabbato) : sabbat(s)viering
celebration /sub/ : ECCLESIA het opdragen (mis), celebratie
celebration, ~ del eucharistia (eucharistia) : eucharistieviering
celebration /sub/ : het houden, het voltrekken (huwelijk), voltrekking
celebration, ~ del maritage/matrimonio : huwelijksvoltrekking/inzegening
celebre (celebre) /adj/ : heel bekend, beroemd, vermaard, gevierd
celebre (celebre), nomine ~ : beroemde naam
celebre (celebre), poeta ~ : gevierd dichter
celebre (celebre), un phrase ~ : een bekende uitspraak
cella /sub/ : cel, klein vertrek, kamertje, gevangeniscel, kloostercel
cella, ~ refrigerate/frigorific/frigorifere : koelcel/ruimte
cella, ~ monachal : kloostercel
cella, ~ pro tres personas : driepersoonscel
cella, ~ de isolamento : isoleercel
cella, ~ solar : zonnecel
cella, porta de ~ : celdeur
cella, detention in ~ : celstraf
cella, ~ del morte : dodencel
cella /sub/ : ANTIQUITATE cella (tempeldeel voor godenbeeld)
cellula /sub/ : BIOLOGIA cel
cellula, division de ~ : celdeling
cellula, membrana de ~ : celvlies
cellula, contento del ~ : celinhoud
cellula, ~ glandular : kliercel
cellula, ~ germinal/germinative : kiemcel
cellula, ~ muscular : spiercel
cellula, ~ seminal : zaadcel
cellula, ~ hepatic : levercel
cellula, ~ vascular : vaatcel
cellula, ~ adipose : vetcel
cellula, ~ nervose : zenuwcel
cellula, ~ ossose : beencel
cellula, ~ hemoglobinose : bloedcel
cellula, ~ gustative : smaakcel
cellula, ~ epidermic : cel van de opperhuid
cellula, ~ pigmentari : pigmentcel
cellula, ~ pyramidal : piramidale cel
cellula, ~s sorores : zustercellen
cellula, ~ suberifere : kurkcel
cellula, ~ cartilaginose : kraakbeencel
cellula, ~ lignose : houtcel
cellula, ~ epithelial : epitheelcel
cellula, ~ cortical : bast/schorscel
cellula, ~ visual/del retina : gezichtscel
cellula, ~ cancerose : kankercel
cellula, ~ stellate : stervormige cel
cellula, ~ matre : moedercel
cellula /sub/ : PHYSICA cel
cellula, ~ photoelectric : fotoelektrische cel
cellula, ~ electrolytic : elektrolytische cel
cellula, ~ solar : zonnecel
cellula /sub/ : (deel in een geheel) cellula
cellula, ~ communista : communistische cel
celo /sub/ : hemel, lucht
celo, ~ stellate : sterrenhemel
celo, ~ pur/seren/clar : heldere hemel
celo, ~ primaveral : lentelucht
celo, ~ coperte : bedekte/betrokken lucht
celo, ~ pluviose : regenlucht
celo, ~ nubilose : wolkenlucht
celo, al ~ discoperte : onder de blote hemel
celo, le ~ se coperi : het wordt bewolkt
celo, aqua del ~ : hemelwater
celo, le ~ se coperi/se obscura : de lucht betrekt
celo, a ~ aperte : onder de blote hemel
celo, que tocca le ~ : hemelhoog
celo, le cataractas del ~ : de sluizen des hemels
celo, altiar le manos al ~ : de handen ten hemel heffen
celo /sub/ : hemel(gewelf), uitspansel, firmament
celo, region del ~ : hemelstreek
celo, axe del ~ : hemelas
celo, porta del ~ : hemelpoort
celo, ~ de lecto : hemel van bed
celo, volta del ~ : hemelgewelf
celo /sub/ : RELIGION hemel
celo, regno del ~s : koninkrijk der hemelen
celo, habitante del ~ : hemelbewoner
celo, messagero/inviato del ~ : hemelbode
celo, parolas del ~ : hemelse woorden
celo, dono del ~ : gave Gods
celo, in nomine del ~ : in 's hemelsnaam
celo, porta del ~ : hemelpoort
celo, ir al ~ : naar de hemel gaan
celo, montar/ascender al ~ : ten hemel varen
celo, ille esseva in le septime ~ : hij was in de zevende hemel
celo, ille ha meritate le ~ : hij heeft de hemel verdiend
celo, levar le oculos al ~ : de ogen ten hemel slaan
celo, mover ~ e terra : hemel en aarde bewegen
celo, le ~ es mi teste : de hemel is mijn getuige
celo, verso le ~ : hemelwaarts
celo, inter (inter) ~ e terra : tussen hemel en aarde
celo, le ~ sia laudate! : de hemel zij geprezen
cemento /sub/ : mortel, cement (bouwmateriaal)
cemento, fabrica de ~ : cementfabriek
cemento, fabrication de ~ : cementfabricage
cemento, hydratation de ~ : cementhydratatie
cemento, furno a ~ : cementoven
cemento, mortero de ~ : cementmortel
cemento, mortero de ~ liquide : cementspecie
cemento, placa de ~ : cementplaat
cemento, quadrello de ~ : cementtegel
cemento, solo de ~ : cementvloer
cemento, beton de ~ : cementbeton
cemento, bloco de ~ : cementblok
cemento, clinker (A) de ~ : cementklinker
cemento, ~ armate : gewapend cement/beton
cemento, ~ bituminose : bitumencement
cemento, ~ mixte : gemengd cement
cemento, ~ al latex (latex) : latexcement
cemento, ~ roman : Romeins cement
cemento /sub/ : (tand)cement
cemento /sub/ : cement (voor metaalbewerking), cementpoeder, carboneerpoeder, hardingsmiddel
cena /sub/ : avondeten, avondmaal
cena, le ultime (ultime) Cena : het Laatste Avondmaal
cena, le Sancte Cena, le Cena del Senior : het Heilige Avondmaal
cena, liturgia (liturgia) del Cena : Avondmaalsliturgie
cena, pan del Cena : Avondmaalsbrood
cena, ~ de Natal : kerstmaaltijd
cena, preparar/apprestar/facer le ~ : het avondeten klaarmaken
cento /sub/ : honderd, hondertal
cento, tres per ~ : drie procent
cento /num/ : honderd
cento, ~ personas : honderd personen
central /adj/ : centraal, in het midden liggend, midden..., hoofd...
central, problema ~ : kernprobleem
central, director ~ : hoofddirecteur
central, direction ~ : hoofddirectie
central, officio/sede ~ : hoofdzetel, hoofdkantoor
central, officio ~ del posta : hoofdpostkantoor
central, officio/banca ~ de giro : centraal girokantoor
central, autoritate/poter ~ : centraal gezag
central, Bureau Central del Plano : Centraal Planbureau
central, plano economic ~ : centraal economisch plan
central, calefaction ~ : centrale verwarming
central, station ~ : centraal station
central, Asia Central : Midden-Azië, Centraal-Azië
central, nave ~ : middenschip (van kerk)
central, systema nervose ~ : centraal zenuwstelsel
central, parte ~ : middenstuk
central, circulo ~ : middencirkel
central, cammino ~ : middenweg
central, principio ~ : grondbeginsel
central /sub/ : centrale organisatie van bedrijf/industrie, centrale
central, ~ telephonic/de telephono : telefooncentrale
central, ~ electric : elektrische centrale, krachtcentrale
central, ~ electric conventional : conventionele elektrische centrale
central, ~ hydroelectric : waterkrachtcentrale
central, ~ thermic : thermische centrale, kolencentrale
central, ~ nuclear/atomic : kerncentrale
central, ~ de puncta : pieklastcentrale
central, ~ syndical/syndicalista : vakcentrale, vakverbond
central, ~ de vendita (vendita) : verkoopcentrale
central, ~ de aqua : waterleidingbedrijf
central, ~ de compra : inkoopcentrale
centro /sub/ : centrum, midden, middelpunt, hart
centro, ~ de terra : middelpunt van de aarde
centro, ~ urban/del urbe/del citate : stadscentrum
centro, ~ de gravitate : zwaartepunt
centro, ~ de poter : machtscentrum
centro, ~ de interesse : belangstellingscentrum, thema
centro, ~ de depression : lagedrukgebied
centro, ~ de studios : studiecentrum
centro, ~ de insemination artificial : K.I.-station
centro, ~ de documentation : documentatiecentrum
centro, ~ de informatica : rekencentrum
centro, ~ de camping : kampeercentrum
centro, ~ de recreation : recreatiecentrum
centro, ~ de rotation : draaipunt
centro, ~ de distribution : verdeelcentrum
centro, ~ de formation : vormingscentrum
centro, ~ universitari : universiteitsgebouwen
centro, ~ de sanitate/medico-social : gezondheidscentrum
centro, ~ cardiologic/de cardiologia : hartcentrum
centro, ~ industrial : industrieël centrum
centro, ~ cultural : cultureel centrum
centro, ~ touristic : toeristencentrum
centro, ~ de recercas nuclear : atoomcentrum, centrum voor atoomonderzoek
centro, ~ de disintoxication : afkickcentrum
centro, ~ de respiration artificial : beademingscentrum
centro, ~ de experimentation agricole : landbouwproefstation
centro, ~ creative : creatief centrum
centro, ~ commercial : handelscentrum
centro, ~ informatic : computercentrum
centro, ~ nervose : zenuwcentrum
centro, ~ visual/optic : gezichtscentrum, optisch centrum
centro, ~ focal : brandpunt
centro, ~ de attraction : brandpunt
centro, ~ avante : centrumspits, midvoor
centro, partito del ~ : centrumpartij
centro, mitter al ~ : centreren
centro, in le ~ : in het midden
centro, esser al ~ de attention general : in het midden
centro, ~ derecte : centrum rechts
cera /sub/ : was
cera, ~ vegetal : plantenwas
cera, ~ a/de/pro scarpas : schoensmeer
cera, ~ a/de/pro skis : skiwas
cera, ~ a/de/pro sigillos : zegelwas
cera, ~ a/de/pro mobiles : meubelwas
cera, ~ a/de modellar : boetseerwas
cera, ~ a/de lustrar : boenwas
cera, impression super (super) ~ : wasindruk
cera, figurina de ~ : wasfiguur
cera, figura de ~ : wassenbeeld
cera, museo (museo) de figuras de ~ : wassenbeeldenmuseum, panopticum
cera, flammifero (flammifero) de ~ : waslucifer
cera, candela de ~ : waskaars
cera, tabuletta de ~ : wastafeltje
cera, pallide como le ~ : wasbleek
cera, ~ de candela : kaarsvet
cera, ~ de aures : oorsmeer
cera, ~ virgine : maagdenwas
cera, ~ de ape : bijenwas
cera, ~ fossile : bergtalk
cerca /sub/ : het zoeken, zoekactie
cerca, esser in ~ de : op zoek zijn naar
cerca, mitter se in ~ de : op zoek gaan naar
cercar /v/ : zoeken
cercar, ~ un objecto : een voorwerp zoeken
cercar, ~ un persona : iemand zoeken
cercar, ~ un solution : een oplossing zoeken
cercar, ir a ~ un medico : een dokter gaan halen
cercar, ~ asylo : asiel zoeken
cercar, ~ travalio/labor : werk zoeken
cercar, ~ in le dictionario : het woordenboek raadplegen
cercar, qui cerca trova : wie zoekt zal vinden
cerebro /sub/ : (grote) hersenen
cerebro, cavitate/ventriculo del ~ : hersenholte
cerebro, lobo del ~ : hersenkwab
cerebro, circumvolution ~ : hersenwinding
cerebro, functionamento del ~ : hersenwerking
cerebro, affection del ~ : hersenaandoening, hersenziekte
cerebro, tumor del ~ : hersentumor, hersengezwel
cerebro, sclerose (-osis (-osis)) del ~ : hersensclerose
cerebro, facer le lavage del ~ : hersenspoelen
cerebro /sub/ : brein, verstand
ceremonia /sub/ : ceremonie, plechtigheid, ritueel, plichtplegingen
ceremonia, maestro de ~ : ceremoniemeester
ceremonia, habito (habito)/vestimento de ~ : gelegenheidskleding
ceremonia, ~ de coronation : kroningsplechtigheid
ceremonia, ~ religiose : godsdienstplechtigheid
ceremonia, ~ nuptial/de maritage/de matrimonio : huwelijksplechtigheid
ceremonia, ~ baptismal/de baptismo : doopplechtigheid
ceremonia, ~ funebre : begrafenisplechtigheid
ceremonia, ~ commemorative : herdenkingsplechtigheid
ceremonia, ~ de apertura : openingsplechtigheid
ceremonia, ~ de juramento : beëdigingsplechtigheid
ceremonia, ~ de clausura : sluitingsplechtigheid
ceremonia, ~ de inauguration/de installation : inhuldigingsplechtigheid
ceremonia, le ~s conventional : de gebruikelijke plichtplegingen
ceremonia, sin ~ : zonder plichtplegingen, informeel, zonder omhaal
ceremonia, on le interrava sin le minor ~ : hij werd in alle eenvoud begraven
certe /adj/ : zeker, vaststaand, ontwijfelbaar
certe, proba/prova ~ : doorslaand bewijs
certe, data ~ : vaststaande datum
certe, esser ~ de un cosa : iets zeker weten
certe /pron adj/ : zeker(e), bepaald(e), sommig(e)
certe, un ~ tempore : een bepaalde tijd
certe, un ~ senior X : een zekere meneer X
certe, ~ die : op zekere dag
certe, de un ~ etate : op leeftijd
certe, in ~ grado : in zekere mate
certe, in ~ senso : in zekere zin
certitude /sub/ : zekerheid, (vaste) overtuiging
certitude, ~ absolute : absolute zekerheid
certitude, le ~ de un facto : het vaststaan van een feit
certitude, dicer un cosa con ~ : iets met zekerheid zeggen
certitude, cambiar le dubitas (dubitas) in ~ : de twijfels in zekerheid doen verkeren
certitude, io ha le ~ que ille venira (venira) : ik weet zeker dat hij komt
certitude, secundo un probabilitate confinante/proxime (proxime) al ~ : met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
certo /adv/ : zeker, vast en zeker, ongetwijfeld, stellig
certo /sub/ : zekere
cessar /v/ : ophouden, stoppen, uitscheiden, gestaakt worden
cessar, le febre ha cessate : de koorts is verdwenen
cessar, le pluvia ha cessate : het is weer droog
cessar, ~ de florar : uitbloeien
cessar /v/ : ophouden met, staken, afbreken
cessar, ~ le hostilitates : de vijandelijkheden staken
cessar, ~ le foco : het vuren staken
chance {sj} /sub/ : kans, mogelijkheid
chance, riscar su ~ : zijn kans wagen
chance, un bon ~ que : een dikke kans dat
chance, non haber le ~ de : de kans niet krijgen om
chance, haber un secunde ~ : een tweede kans krijgen
chance, su ~s se multiplica : zijn kansen stijgen
chance, ~s equal pro totes : gelijke kansen voor iedereen
character (character) /sub/ : lettertype, letter, drukletter, teken
character (character), ~ de imprimeria (imprimeria) : drukletter
character (character), ~ manuscripte/de scriptura : schrijfletter
character (character), ~ cursive/italic : cursieve letter
character (character), ~ grasse : vette letter
character (character), ~ magre : magere letter
character (character), ~es separate/mobile : losse letters
character (character), ~ runic : runeteken, rune
character (character), typo de ~ : lettertype, lettersoort
character (character), funder ~es : lettergieten
character (character), funderia (funderia) de ~es : lettergieterij
character (character), funditor de ~es : lettergieter
character (character) /sub/ : status, rang
character (character), haber un ~ strictemente personal : een strikt persoonlijk karakter dragen
character (character) /sub/ : aard, eigenschap, karakter
character (character), tracto de ~ : karaktertrek
character (character), formation de ~ : karaktervorming
character (character), falta de(l) ~ : karakterfout
character (character), fortia/firmitate de ~ : karaktervastheid
character (character), forte de ~ : karaktervast
character (character), debilitate de ~ : karakterzwakheid
character (character), vitio de ~ : karakterfout
character (character), ~ ambivalente : tweeslachtig karakter
character (character), ~ disloyal : trouweloos karakter
character (character), ~ recalcitrante : weerbarstig karakter
character (character), ~es sexual secundari : secundaire geslachtskenmerken
character (character), monstrar su ~ malitiose : de aap uit de mouw laten komen
character (character) /sub/ : karakter, persoonlijkheid
character (character), formation del ~ : vorming van het karakter
character (character), rolo de ~ : karakterrol
character (character), analyse (analyse) (-ysis) del ~ : karakterontleding
character (character), ~es compatibile : overeenstemmende karakters
character (character), compatibilitate de ~ : overeenstemming in karakter
character (character) /sub/ : kenteken, kenmerkende bijzondere eigenschap
charme /sub/ : charme, bekoring, aantrekkelijkheid, liefelijkheid
charme, le ~ del paisage limburgese : de liefelijkheid van het Limburgse landschap
chassar {sj} /v/ : jagen, jacht maken op
chassar, ~ illicitemente : stropen
chassar {sj} /v/ : achtervolgen
chassar {sj} /v/ : verjagen, wegjagen, verdrijven
chassar, ~ le fumo : de rook verdrijven
chassar, ~ pensatas/pensamentos triste : sombere gedachten verdrijven
chef /sub/ : hoofd, leider, aanvoerder, hoofd van een organisatie/firma, etc.: directeur, baas
chef, ~ de schola : schoolhoofd
chef, ~ de interprisa : bedrijfsleider
chef, ~ del campo : kampleider
chef, ~ de cocina : chef-kok
chef, chef-cocinero : chef-kok
chef, ~ de familia : gezinshoofd
chef, ~ de stato : staatshoofd
chef, ~ del governamento : regeringsleider
chef, ~ de choro : koorleider, koordirigent
chef, ~ de tribo : stamhoofd
chef, ~ de quartiero : wijkhoofd
chef, ~ del protocollo : chef van het protocol
chef, ~ de magazin : winkelchef
chef, ~ de traino : hoofdconducteur
chef, ~ de station : stationschef
chef, ~ de(l) partito : partijleider
chef, ~ de orchestra : dirigent
chef, ~ de orchestra invitate : gastdirigent
chef, ~ de gruppo : groepsleider
chef, ~ de bureau : bureauchef
chef, ~ de servicio : chef van de afdeling, afdelingschef
chef, ~ mechanico : chefmonteur
chef, ~ del stato major : stafchef, chef-staf
chef, ~ de equipa : ploegbaas, voorman
chef, ~ de contabilitate : hoofdboekhouder
chef, ~ de(l) personal : personeelschef
chef, ~ de brigantes/de robatores : roverhoofdman
chef, ~ directe/immediate : directe chef
chef, commandante in ~ : opperbevelhebber
cheque /sub/ : cheque
cheque, carta de ~s : bankkaart
cheque, conto de ~s : chequerekening
cheque, formulario de ~ : chequeformulier
cheque, libro de ~s : chequeboek(je)
cheque, costos de ~ : chequekosten
cheque, numero (numero) de ~ : chequenummer
cheque, ~ al portator : cheque aan toonder
cheque, ~ de viage/de viagiator : reischeque, "traveller's cheque"
cheque, ~ bancari : bankcheque
cheque, ~ postal : postcheque, girocheque
cheque, ~ cruciate : gekruiste cheque
cheque, ~ coperte : gedekte cheque
cheque, ~ certificate : gecertifieerde cheque
cheque, per ~ : per cheque
cheque, ~ aperte/in blanco : blanco cheque
cheque, pagar con ~ : per/met een cheque betalen
cheque, annullar/cancellar un ~ : een cheque ongeldig maken
chimia (chimia) /sub/ : scheikunde, chemie
chimia (chimia), ~ organic : organische scheikunde
chimia (chimia), ~ inorganic/anorganic : anorganische scheikunde
chimia (chimia), ~ physic : fysische scheikunde
chimia (chimia), ~ analytic : analytische scheikunde
chimia (chimia), ~ synthetic : synthetische scheikunde
chimia (chimia), ~ quantitative : kwantitatieve scheikunde
chimia (chimia), ~ qualitative : kwalitatieve scheikunde
chimia (chimia), ~ experimental : experimentele scheikunde
chimia (chimia), ~ applicate : toegepaste scheikunde
chimia (chimia), ~ theoric : theoretische scheikunde
chimia (chimia), ~ agricole/agricultural : landbouwscheikunde
chimia (chimia), ~ biologic : biologische scheikunde
chimia (chimia), experimento de ~ : scheikundeproef
chimia (chimia), professor de ~ : scheikundeleraar
chimia (chimia), lection de ~ : scheikundeles
chimia (chimia), formula de ~ : scheikundige formule
chimia (chimia), libro/manual de ~ : scheikundeboek
chimia (chimia), laboratorio de ~ : scheikundig laboratorium
chimic /adj/ : scheikundig, chemisch
chimic, elemento ~ : chemisch element
chimic, arma ~ : chemisch wapen
chimic, industria ~ : chemische industrie
chimic, productos ~ : chemische produkten, chemicaliën
chimic, reaction ~ : scheikundige reactie
chimic, equation ~ : reactievergelijking
chimic, formula ~ : chemische formule
chimic, composito (composito) ~ : chemische verbinding
chimic, experimento ~ : scheikundig experiment
chimic, levatura ~ : bakpoeder
chimic, lavage ~ : chemische reiniging
chimic, notation ~ : chemisch tekenschrift
chimic, potential ~ : chemische potentiaal
chimic, cinetica ~ : chemische kinetica
chimic, technologia (technologia) ~ : chemische technologie
chimic, laboratorio ~ : scheikundig laboratorium
chimic, proprietates ~ de un substantia : scheikundige eigenschappen van een stof
choc {sj} /sub/ : schok, botsing, klap, stoot, shock
choc, ~ nervose : zenuwschok
choc, ~ anaphylactic : anafylactische shock
choc, ~ cultural : cultuurschok
choc, stato de ~ : shocktoestand
choc, effecto de ~ : schokeffect
choc, unda de ~ : schokgolf
choc, truppas de ~ : stoottroepen
choc, therapia (therapia) de ~ : shocktherapie, shockbehandeling
choc, resistentia a ~s : schokweerstand, schokvastheid
choccar {sj} /v/ : stoten, botsen, in botsing komen
choccar, ~ contra un muro : tegen een muur botsen/aanrijden
choccar, ~ contra un muro de incomprension/incomprehension : op een muur van onbegrip stuiten
choccar {sj} /v/ : schokken, kwetsen, aanstoot geven, choqueren
choccar, linguage choccante : stuitende taal
chocolate {sj} /sub/ : chocolade
chocolate, ~ al lacte : melkchocolade
chocolate, barra/tabletta/placa de ~ : plak chocolade, reep chocolade
chocolate, pastilla/rondella de ~ : chocolaatje, flik(je)
chocolate, biscuit de ~ : chocoladekoekje
chocolate, ~ a liquor : likeurbonbon
chocolate, ~ in pulvere : poederchocolade
chocolate, ~ granulate/vermicelli, granos de ~ : chocoladekorrels, hagelslag
chocolate, crema dulce al ~ : chocoladevla
chocolate, gelato al ~ : chocoladeijs
chocolate, pasta al ~ : chocoladepasta
chocolate, cigarro de ~ : chocoladesigaar
chocolate, littera (littera) de ~ : chocoladeletter
chocolate, color de ~ : chocoladekleur
chocolate {sj} /sub/ : chocola(demelk)
chocolate, tassa de ~ : kop chocola
chocolate, ~ al aqua : waterchocola
chocolate, ~ al lacte : melkchocola
ci /adv/ : hier
ci, de ~ (un hora, etc.) : (een uur, etc.) vanaf nu
ci, usque a ~ : 1. tot hier, 2 tot nu toe
ci, ~ juncto, ~ incluse : hier bij
cinctura /sub/ : riem, gordel, ceintuur, FIGURATE zone, gebied
cinctura, ~ de salvamento : reddingsgordel
cinctura, ~ de auto(mobile) : autogordel
cinctura, ~ de natation : zwemgordel
cinctura, ~ de spada : degengordel
cinctura, ~ de ventilator : ventilatorriem
cinctura, ~ de castitate : kuisheidsgordel
cinctura, ~ de securitate : veiligheidsgordel
cinctura, ~ de nive : sneeuwgordel
cinctura, ~ de radiationes/de Van Allen : stralingsgordel
cinctura, serrar le ~ : de broekriem aanhalen
cinctura, attachar {sj} su ~ : zijn gordel omdoen
cinctura, attacha {sj} vostre ~s! : maak uw gordels vast! (in vliegtuig)
cinctura, ~ de securitate a tres punctas : driepuntsgordel
cinctura, ~ herniari : breukband
cinctura, ~ orthopedic : orthopedische gordel, orthopedisch corset
cinctura, ~ de judo : judoband
cinctura, ~ verde : groengordel, groengebied
cinctura, bucla de un ~ : gesp van een riem
cinctura, canal de ~ : ringvaart
cinctura, dica de ~ : ringdijk
cinctura, cammino de ~ : randweg
cinctura, ~ del asteroides : asteroïdengordel
cinctura, ~ scapular : schoudergordel
cinctura, ~ pelvic : schoudergordel
cinctura, ~ abdominal : buikgordel
cinctura /sub/ : middel (van lichaam), taille
cinctura, ~ de vespa : wespetaille
cinctura, nude usque al ~ : halfnaakt
cinema (cinema) /sub/ : bioscoop
cinema (cinema), ~ de quartiero : buurtbioscoop
cinema (cinema), ~ scholar : schoolbioscoop
cinema (cinema), sala de ~ : bioscoopzaal
cinema (cinema), billet de ~ : bioscoopkaartje
cinema (cinema), ~ porno(graphic) : seksbioscoop
cinema (cinema), operator de ~ : bioscoopoperateur
cinema (cinema), publicitate de ~ : bioscoopreclame
cinema (cinema), publico de ~ : bioscooppubliek
cinema (cinema), session cinematographic de ~ : filmvoorstelling
cinema (cinema), io adora ir al ~ : ik ga ontzettend graag naar de film
cinema (cinema) /sub/ : film, filmkunst
cinema (cinema), actor de ~ : filmspeler
cinema (cinema), ~ mute : stomme film
cinema (cinema), ~ parlante : sprekende film
cinema (cinema), stella de ~ : filmster
cinema (cinema), servitrice de ~ : ouvreuse
cinema (cinema), industria del ~ : filmindustrie
cinere /sub/ : as
cinere, ~ de ligno : houtas
cinere, ~ vulcanic : vulkanische as
cinere, ~ de osso : beenderas
cinere, ~ de plumbo : loodas
cinere, ~ de cigarro : sigareas
cinere, color de ~ : askleur
cinere, de color de ~ : askleurig
cinere, pista de ~ : sintelbaan
cinere, sentiero de ~ : sintelpad
cinere, cammino de ~ : sintelweg
cinere, celo de ~ : asgrauwe lucht
cinere, Mercuridi (Mercuridi) del ~s : Aswoensdag
cinere, renascer de su ~s : uit zijn as herrijzen
cinere, reducer un citate in ~(s) : een stad in de as leggen
cinquanta /sub num card/ : vijftig
cinque /sub num card/ : vijf
circa /adv/ : rond, rondom
circa, volar ~ : rondvliegen
circa, papilionar ~ : rondfladderen
circa /adv/ : ongeveer, omstreeks, circa
circa, ~ cento arbores : circa honderd bomen
circa, a ~ duo kilometros (kilometros) : op ongeveer twee kilometer
circa /prep/ : rondom, om
circa, le un ~ le altere : om elkaar
circular /adj/ : cirkelvormig, kringvormig, cirkel..., rond..., kring..., rondgaand
circular, strata ~ : ringweg
circular, canal ~ : ringvaart
circular, movimento ~ : rondgaande beweging, cirkelbeweging, rotatie
circular, diagramma ~ : cirkeldiagram
circular, function ~ : circulaire functie
circular, sector ~ : cirkelsector
circular, segmento ~ : cirkelsegment
circular, serra ~ : cirkelzaag
circular, rationamento ~ : cirkelredenering
circular, viage ~ : rondreis
circular, percurso ~ : cirkelvormig parcours
circular, excursion ~ : rondrit
circular, littera (littera) ~ : circulaire, rondzendbrief
circular, vallo ~ : ringwal, ringmuur
circular, cisorios ~ : cirkelschaar
circular, orbita (orbita) ~ : cirkelbaan
circular, polarisation ~ : circulaire polarisatie
circular, currente ~ : cirkelstroom
circular, machina (machina) a/de serrar ~ : cirkelzaagmachine
circular /sub/ : rondschrijven, rondzendbrief, circulaire
circular /v/ : rondlopen, rondgaan, circuleren
circular, bibliotheca circulante : bibliotheekbus
circular /v/ : in omloop zijn, circuleren
circular, facer ~ : in circulatie brengen, laten circuleren
circulation /sub/ : het rondgaan, het rondlopen, het circuleren
circulation, ~ del aqua : watercirculatie
circulation, ~ del aere (aere) : luchtcirculatie
circulation, pumpa de ~ : circulatiepomp
circulation, ~ sanguinee/del sanguine : bloedsomloop
circulation /sub/ : omloop, circulatie
circulation, ~ de billetes/notas de banca : bankbiljettencirculatie
circulation, ~ monetari/de moneta : geldcirculatie
circulation, moneta in ~ : gangbaar geld
circulation, poner/mitter in ~ : in omloop brengen
circulation, retirar/retraher del ~ : uit de circulatie nemen
circulation /sub/ : verkeer
circulation, ~ automobile : autoverkeer
circulation, ~ motorisate : gemotoriseerd verkeer
circulation, ~ stratal : verkeer op straat/in de straten, straatverkeer
circulation, ~ rapide : snelverkeer
circulation, ~ animate/intense : druk verkeer
circulation, ~ contrari/in senso contrari/inverse/opposite : tegemoetkomendnaderend verkeer
circulation, ~ urban : stadsverkeer
circulation, ~ local : lokaalverkeer, plaatselijk verkeer
circulation, arteria del ~ : hartader van het verkeer
circulation, delicto del ~ : verkeersovertreding
circulation, accidente de ~ : verkeersongeluk
circulation, interdicite al ~ automobile : autovrij
circulation, policiero/agente de ~ : verkeersagent
circulation, policia (policia) de ~ : verkeerspolitie
circulation, lumine/luce de ~ : verkeerslicht
circulation, congestion/paralyse (paralyse) (-ysis) del ~ : verkeersopstopping
circulation, signal/signo de ~ : verkeersteken
circulation, augmentation de ~ : verkeerstoename
circulation, ~ de direction unic/de senso unic : éénrichtingsverkeer
circulation, ~ in le duo sensos : tweerichtingverkeer
circulation, diriger/regular le ~ : het verkeer regelen
circulation, arrestar le ~ : het verkeer stopzetten
circulation, blocar/paralysar le ~ : het verkeer lamleggen
circulation, deviar le ~ : het verkeer omleiden
circulo /sub/ : MATHEMATICA cirkel
circulo, quadratura del ~ : kwadratuur van de cirkel
circulo, arco de ~ : cirkelboog
circulo, segmento de ~ : cirkelsegment
circulo, superficie de ~ : cirkeloppervlak
circulo, radio de un ~ : straal van een cirkel
circulo, centro de un ~ : middelpunt van een cirkel
circulo, circumferentia de un ~ : cirkelomtrek
circulo, ~s horari : uurcirkels
circulo, ~ de novem punctos : negenpuntscirkel, cirkel van Feuerbach
circulo, ~ circumscribite : omgeschreven cirkel
circulo, ~ tangente : raakcirkel, aangeschreven cirkel
circulo, ~ secante : snijcirkel
circulo, ~s concentric : concentrische cirkels
circulo, ~ puncto/nulle : puntcirkel
circulo, ~ de declination : declinatiecirkel
circulo, ~ parallel : parallelcirkel, breedtecirkel
circulo, ~ vitiose : vicieuse cirkel
circulo, ~ polar : poolcirkel
circulo, ~ polar arctic/boreal : noordpoolcirkel
circulo, ~ polar antarctic/austral : zuidpoolcirkel
circulo, ~ magic : tovercirkel
circulo, ~ de giration : draaicirkel
circulo, ~ central : middencirkel
circulo, describer un ~ : een cirkel beschrijven
circulo, traciar un ~ : een cirkel trekken
circulo /sub/ : ring, kring
circulo, ~ de ferro : ijzeren hoepel/ring
circulo, ~ de rota : velg
circulo, ~ de luce/lumine : lichtkring
circulo, ~ parhelic : parhelische ring
circulo, sortir del ~ : uit de kring treden
circulo /sub/ : club, kring, sociëteit, gezelschap, vereniging
circulo, ~ litterari : literaire kring
circulo, ~ de lectura : leeskring
circulo, ~ francese : Franse club
circulo, ~ de amicos (amicos) : vriendenkring
circulo, ~ de amicas (amicas) : dameskransje
circulo, ~ biblic : bijbelkring
circulo, ~ artistic : kunstkring
circulo, ~ cultural : culturele kring/club
circulo, ~ philosophic : kring van filosofen
circulo, ~s del opposition : oppositiekringen
circulo, ~s governamental : regeringskringen
circulo, in le ~s politic de Den Haag : in Haagse politieke kringen
circulo, ~s professional : vakkringen
circulo, ~ de consumitores : consumentenkring
circulo, ~ de relationes/cognoscitos : kennissenkring
circulo, ~ domestic : huiselijke kring
circulo, ~ familial/de familia : familiekring
circulo, ~ de lectores : lezerskring
circum (circum) /prep/ : rond, rondom, om
circum (circum), le canales ~ le urbe : de grachten om de stad
circum (circum), le region ~ Rotterdam es multo industrialisate : rondom Rotterdam is veel industrie
circum (circum), il ha boscos magnific ~ Bilthoven : er zijn prachtige bossen rondom Bilthoven
circum (circum), describer un orbita (orbita) ~ le terra : een baan om de aarde beschrijven
circum (circum), io ha traciate un quadro ~ le texto : ik heb de tekst omlijnd
circum (circum), tornar (~) le angulo : de hoek omgaan/omslaan
circumferer /v/ : omgrenzen, bepalen, omgeven, omringen, omsluiten
circumferer, ~ de radios : omstralen
circumferer, ~ de muralias : omwallen
circumferer, le corte interior es completemente circumferite de edificios : omwallen
circumferer, ille se ha vidite circumferite per un grande gruppo de admiratores : omwallen
cisorios /sub/ : schaar
cisorios, ~ horticultural : snoeischaar
cisorios, ~ de jardin : tuinschaar
cisorios, ~ pro/de metallo : blikschaar, metaalschaar, plaatschaar
cisorios, ~ pro buttonieras : knoopsgatenschaartje
cisorios, ~ dentate : kartelmes
cisorios, ~ circular : cirkelschaar
cisorios, un par de ~ : schaar
cisorios, acutiator de ~ : scharenslijper
cisorios, mitter le ~ in un cosa : de schaar in iets zetten
citate /sub/ : stad
citate, centro del ~ : stadscentrum
citate, habitante del ~ : stadsbewoner
citate, homine de ~ : stadsbewoner
citate, aere (aere) del ~ : stadslucht
citate, porta del ~ : stadspoort
citate, derecto de ~ : stadsrecht
citate, parco de ~ : stadspark
citate, circuito (circuito) de undece ~s : elfstedentocht
citate, ~ native/natal : geboortestad
citate, ~ interior : binnenstad
citate, ~ alte/superior, parte alte del ~ : bovenstad
citate, ~ basse/inferior, parte basse del ~ : benedenstad
citate, ~ natal : geboortestad
citate, ~ aperte : open stad
citate, ~ commercial/mercantil : handelsstad
citate, ~ industrial : industriestad
citate, ~ imperial : keizersstad
citate, ~ de provincia : provinciestad
citate, ~ universitari : 1. universiteitsstad, 2 universiteitscomplex, campus
citate, ~ episcopal : bisschopsstad
citate, ~ hanseatic : Hanzestad
citate, Citate Eterne : Eeuwige Stad, Rome
citate, le Citate Sancte : de Heilige Stad (Jerusalem, Mecca, etc.)
citate, Citate del Vaticano : Vaticaanstad
citate, ~ satellite (satellite) : satellietstad
citate, citate jardin : tuinstad
citate, citate dormitorio : slaapstad
citate, al peripheria (peripheria) del ~ : onder de rook van de stad
civilisar /v/ : beschaven, doen vooruitgaan, civiliseren
civilisar, ~ un populo : een volk beschaven
clar /adj/ : zuiver, transparant, helder
clar, aqua ~ : helder (zuiver) water
clar, celo ~ : heldere hemel
clar, flamma ~ : heldere vlam
clar, suppa ~ : heldere soep
clar /adj/ : klaar, duidelijk, helder, licht
clar, voce ~ : heldere stem
clar, oculos ~ : lichte ogen
clar, color ~ : lichte kleur
clar, verde ~ : licht groen
clar, gris ~ : licht grijs
clar, brun ~ : lichtbruin
clar, rubie ~ : lichtrood
clar, jalne ~ : lichtgeel
clar, violette ~ : lichtpaars
clar, bira ~ : licht bier
clar, clar- e concisemente : kort en bondig
clarar /v/ : zuiveren, helder maken, klaren
clarar /v/ : uitleggen, ophelderen, verhelderen
classe /sub/ : categorie, groep, klasse, afdeling, soort, type, rang
classe, lucta del ~s : klassenstrijd
classe, odio de ~ : klassenhaat
classe, justitia de ~ : klassejustitie
classe, conscientia de ~ : klassebewustzijn
classe, odio inter le ~s : klassenhaat
classe, societate de ~s : klassenmaatschappij
classe, systema de ~s : klassenstelsel
classe, opposition de ~s : klassentegenstelling
classe, solidaritate de ~s : klassensolidariteit
classe, spirito (spirito) de ~ : klassegeest
classe, prejudicio de ~ : klassevooroordeel
classe, ~s inferior : lagere klassen/standen
classe, ~ median/medie : middenklasse
classe, ~ obrer : arbeidersklasse
classe, ~ rural : boerenstand
classe, ~ del reptiles : klasse der reptielen
classe, ~ de etate : leeftijdsklasse
classe, ~ dominante : heersende klasse
classe, ~ dirigente : leidende klasse
classe, ~ possessori : bezittende klasse
classe, ~ popular : volksklasse
classe, ~ tourista/touristic : toeristenklasse
classe /sub/ : (school)klas, leerjaar
classe, die de ~ : schooldag
classe, absentia in ~ : schoolverzuim
classe, ~ terminal : eindexamenklas
classe, ~ parallel : parallelklas
classe, ~s superior : bovenbouw
classe, camerada de ~ : klasgenoot
classe, vespera (vespera)/vespere/festa de ~ : klasseavond
classe, (local/sala de) ~ : klas(lokaal)
classe, repeter le ~ : blijven zitten
classe /sub/ : schoollokaal, klas
classe, sala de ~ : leslokaal
clauder /v/ : dichtstoppen, sluiten, dichtmaken, verstoppen
clauder, ~ le palpebras : de oogleden sluiten
clauder, ~ le oculos a : de ogen sluiten voor
clauder, ~ un oculo : een oogje dichtdoen, iets oogluikend toestaan
clauder, ~ a/con clave : op slot doen/draaien
clauder, ~ un strata : een straat afzetten
clauder, ~ le porta a un persona : iemand buitensluiten
clauder, ~ le oculos al defectos de un persona : blind zijn voor iemands gebreken
clauder, ~ le radio/le television : de radio/de televisie afzetten
clauder, ~ le cortinas : de gordijnen sluiten
clauder, ~ le umbrella : de paraplu/parasol afzetten
clauder, ~ le parapluvia : de paraplu afzetten
clauder, ~ le parenthese (parenthese) (-esis) : de haakjes sluiten
clauder, ~ le session : de zitting opheffen
clauder, ~ a/con vite : dichtschroeven
clauder, ~ con pessulo : grendelen
clauder, claudite al traffico : voor het verkeer afgesloten
clauder, television in circuito (circuito) claudite : gesloten televisiecircuit
clauder, trovar le porta claudite : voor een gesloten deur komen
clauder, a portas claudite : met gesloten deuren
clauder, syllaba (syllaba) claudite : gesloten lettergreep
clauder, pagar a bursa claudite : met gesloten beurzen betalen
clauder, a medietate claudite : half gesloten
clauder, claudite hermeticamente : hermetisch gesloten
clauder, ~ le bucca a un persona : iemand de mond snoeren
clauder /v/ : tot een eind brengen, beëindigen, besluiten, sluiten
clavar, ille esseva clavate in/super (super) su sedia : hij zat op zijn stoel genageld
clavar, ~ un persona al pilori (pilori) : iemand aan de kaak stellen
clave /sub/ : sleutel (voor slot, ook FIGURATE))
clave, ~ del casa/del domo/del porta : huissleutel
clave, ~ de contacto : contactsleutel
clave, ~ de auto : autosleutel(tje)
clave, ~ de repartition : verdeelsleutel
clave, ~ del enigma : sleutel van het raadsel
clave, ~ del secreto : sleutel van het geheim
clave, ~ del felicitate : sleutel tot het geluk
clave, anello de ~s : sleutelring
clave, clauder a/con ~ : op slot doen
clave, question ~ : hamvraag
clave, barba del ~ : sleutelbaard
clave, ~ de volta/de arco : sluitsteen
clave, petra de ~ : sluitsteen
clave, fasce de ~ : sleutelbos, bos sleutels
clave, tabula a ~s : sleutelbord
clave, personage ~ : sleutelfiguur
clave, parola ~ : sleutelwoord, trefwoord
clave, industria ~ : sleutelindustrie
clave, interprisa ~ : sleutelbedrijf
clave, occupar un position/posto ~ : een sleutelpositie innemen
clave, rolo/parte ~ : sleutelrol
clave, pensamento/pensata ~ : kerngedachte
clave, cifra ~ : kerngetal
clave, problema ~ : kernprobleem
clave, roman a ~s : sleutelroman
clave, ~ del accordator : stemsleutel
clave, introducer/facer entrar le ~ in le serratura : de sleutel in het slot steken
clave, girar/tornar le ~ : de sleutel omdraaien
clave, le ~ (non) entra in le serratura : de sleutel past (niet) op het slot
clave, dar duo tornos de ~ : de sleutel twee keer omdraaien
clave /sub/ : TECHNICA sleutel
clave, ~ anglese/a maxillas mobile/universe/universal : Engelse sleutel
clave, ~ pro matre vite : moersleutel
clave, ~ forate/tubular/a tubo/de tubo : pijpsleutel, dopsleutel
clave, ~ a/de candela : bougiesleutel
clave, ~ a cruce : kruissleutel
clave, ~ con dente de arresto : ratelsleutel
clave, tender un resorto con un ~ : een veer met een sleutel opdraaien
clave /sub/ : MUSICA sleutel
clave, ~ de basso : bassleutel
clave, ~ de violino : vioolsleutel
clave, ~ de sol : g-sleutel
clave, ~ de ut/de soprano : sopraansleutel
clave /sub/ : MUSICA klep (van blaasinstrument)
clave, le ~s de un clarinetto : de kleppen van een klarinet
clave /sub/ : toets (van piano, orgel, schrijfmachine, etc.)
clave, ~ del majusculas : hoofdlettertoets
clave, ~ de correction : correctietoets
clave, ~ Morse : morsesleutel
clave, ~ de tabulator : tabulatortoets
clavo /sub/ : spijker, nagel
clavo, ~ a testa/capite (capite) : spijker met kop
clavo, ~ sin testa/capite (capite) : spijker zonder kop
clavo, ~ a testa/capite (capite) platte : draadnagel
clavo, ~ a/de scarpa : schoenspijker
clavo, ~ de ferro a/de cavallo/de ferratura : hoefnagel
clavo, ~ curve : kromme spijker
clavo, ~ ardente : gloeiende spijker
clavo, testa/capite (capite) de ~ : spijkerkop
clavo, pneu(matico) a ~s : spijkerband
clavo, cassa de ~ : spijkerbak
clavo, extractor de ~s : spijkertang
clavo, fabrica de ~s : spijkerfabriek
clavo, fabricante de ~s : spijkerfabrikant
clavo, fabrication de ~s : spijkerfabricage
clavo, fixar con ~s : vastnagelen/spijkeren
clavo, introducer un ~ : een spijker inslaan
clavo, clauder con ~s : dichtspijkeren
clavo /sub/ : kruidnagel
clavo, ~ de specie : kruidnagel
clavo, caseo al/con ~s : nagelkaas
clavo /sub/ : MEDICINA steenpuist
cliente /sub/ : HISTORIA ROMAN beschermeling van een Patriciër
cliente /sub/ : cliënt (van notaris/advocaat)
cliente /sub/ : klant
cliente, ~ fidel/habitual : vaste klant
cliente, ~ regular/habitual : stamgast
climate /sub/ : klimaat
climate, ~ dulce : zacht klimaat
climate, ~ san/salubre : gezond klimaat
climate, ~ rigorose : guur klimaat
climate, ~ benigne : mild klimaat
climate, ~ de montania : bergklimaat
climate, ~ marin/maritime : zeeklimaat
climate, ~ torride : heet klimaat
climate, ~ humide : vochtig klimaat
climate, ~ tropical : tropisch klimaat
climate, ~ desertic : woestijnklimaat
climate, ~ subtropical : subtropisch klimaat
climate, ~ continental : landklimaat
climate, ~ monsonic : moessonklimaat
climate, ~ temperate : gematigd klimaat
climate, ~ polar : poolklimaat
climate, ~ intermedie/intermediari : overgangsklimaat
climate, ~ fiscal : fiscaal klimaat
climate, ~ social : sociaal klimaat, leefklimaat
climate, ~ de labor/de travalio : arbeidsklimaat
climate, ~ politic : politiek klimaat
climate, ~ hostil/de hostilitate : vijandig klimaat
climate, ~ pro le investimento : investeringsklimaat
climate, ~ preelectoral : verkiezingsklimaat
climate, cambiamento/cambio/mutation de ~ : klimaatsverandering
climate, salubritate de un ~ : gezondheid van een klimaat
climate, simulator de ~ : klimaatnabootser
club /sub/ : club, vereniging, etc.
club, ~ sportive : sportclub/vereniging
club, ~ de canoeros : roeiclub
club, ~ de photographos (photographos) : fotoclub
club, ~ de natation : zwemclub
club, ~ de patinage/patinatores : schaatsclub, ijsclub
club, ~ de joco de damas : damclub
club, ~ de chacos : schaakclub
club, ~ de ski : skiclub
club, ~ de golf : golfclub
club, ~ de hockey (A) : hockeyclub
club, ~ de football : voetbalclub
club, ~ de cyclistas : fietsclub
club, ~ hippic : rijvereniging
club, ~ alpin : alpenclub
club, ~ de jocatores de cartas : kaartclub
club, ~ scholar : schoolclub
club, ~ de admiratores : fanclub
club, ~ nocturne : nachtclub
club, spirito (spirito) de ~ : clubgeest
club, membro de un ~ : clublid
cocer /v/ : koken (van voedsel), bakken, braden, stoven, bereiden (van voedsel)
cocer, ~ patatas : aardappelen koken
cocer, ~ carne : vlees braden
cocer, ~ in le furno : bakken
cocer, ~ a foco lente/a foco dulce/a parve foco : stoven, sudderen
cocer, ~ a foco moderate : op een matig vuur koken
cocer, ~ a foco vive : een een flink vuur koken
cocer, ~ le verdura in un pauco/un poco de butyro (butyro) : groente in wat boter stoven
cocer, pira a ~ : stoofpeer
cocer, malo/pomo a ~ : stoofappel
cocer, preste a ~ : panklaar
cocer, gambon cocite : gekookte ham
cocer, platto cocite al furno : ovenschotel
cocer, bastante cocite : gaar
cocer, ben cocite : goed gaar/doorbakken
cocer, a medietate cocite : halfgaar
cocer, medio cocite : halfgaar
cocer, troppo cocite : overgaar
cocer, cocite a domo/a casa : eigen gebakken/gemaakt
cocer, salsicia cocite : gekookte worst
cocer /v/ : bakken (van aardewerk)
cocina /sub/ : keuken
cocina, sal de ~ : keukenzout
cocina, grassia de ~ : bakvet
cocina, buffet de ~ : keukenkast
cocina, porta de ~ : keukendeur
cocina, solo de ~ : keukenvloer
cocina, sedia de ~ : keukenstoel
cocina, tabula de ~ : keukentafel
cocina, tabouret (F) de ~ : keukenkruk
cocina, cultello de ~ : keukenmes
cocina, panno de ~ : vaatdoek
cocina, utensiles de ~ : keukengereedschap/gerei
cocina, bascula/balancia de ~ : keuken/huishoudweegschaal
cocina, campanetta de ~ : keukenbel
cocina, scopa de ~ : keukenbezem
cocina, residuos/immunditias de ~ : keukenafval
cocina, personal de ~ : keukenpersoneel
cocina, chef (F) de ~ : keukenmeester
cocina, geyser de ~ : keukengeiser
cocina, apparato de ~ : keukenmachine
cocina, inventario de ~ : keukeninventaris/uitzet
cocina, estufa de ~ : keukenkachel
cocina, ~ habitabile : woonkeuken
cocina, ~ ambulante/de campania : veldkeuken
cocina, ~ rolante/mobile : 1. keukenwagen, 2. veldkeuken
cocina, ~ aperte : open keuken
cocina, ~ complete : volledig ingerichte keuken
cocina, odor de ~ : etenslucht
cocina, adjuta de ~ : keukenhulp
cocina, latino de ~ : potjeslatijn
cocina, con uso del ~ : met gebruik van keuken
cocina /sub/ : kookkunst, het koken
cocina, arte del ~ : kookkunst
cocina, le ~ fin : de fijne keuken
cocina, le ~ francese : de Franse keuken
cocina, ~ dietetic : dieetkeuken
cocina, manual/libro de ~ : kookboek
cocina, recepta de ~ : (keuken)recept
cocina, schola de ~ : kookschool
cocina, curso de ~ : kookcursus
cocina, facer le ~ : het eten koken
cocinar /v/ : koken (van voedsel), bakken, braden, stoven, bereiden (van voedsel)
cocinar, arte de ~ : kookkunst
cocinar, ~ con/al gas : op gas koken
cocinar, io non sape ~ : ik kan niet koken
coclear /sub/ : lepel
coclear, ~ a/de dessert : dessertlepel
coclear, ~ a/de the : theelepel(tje)
coclear, ~ a/de caffe : koffielepel(tje)
coclear, ~ a/de suppa : soeplepel
coclear, ~ a/de ovo : eierlepeltje
coclear, ~ a/de mustarda : mosterdlepel(tje)
coclear, ~ a/de sauce : sauslepel
coclear, ~ a/de punch : punchlepel
coclear, ~ de compota : compotelepel
coclear, ~ de plumbero : loodlepel
coclear, forma de ~ : lepelvorm
coclear, vacuar con un ~ : uitlepelen
coclear /adj/ : ANATOMIA cochleair
coffro /sub/ : koffer, kist, doos
coffro, ~ armario : hutkoffer
cognoscentia /sub/ : kennis, bekendheid
cognoscentia, ~ sensorial : zintuiglijke kennis
cognoscentia, ~ preliminar : voorkennis
cognoscentia, ~s superficial : oppervlakkige kennis
cognoscentia, ~ elementari : elementaire kennis
cognoscentia, ~ intuitive : intuïtieve kennis
cognoscentia, ~s professional : beroeps/vakkennis
cognoscentia, ~s multiple : veelzijdige kennis
cognoscentia, ~ experimental : experimentele kennis
cognoscentia, ~s encyclopedic : encyclopedische kennis
cognoscentia, ~s linguistic : talenkennis
cognoscentia, ~ fundamental/de base : basiskennis
cognoscentia, ~ biblic/del biblia : bijbelkennis
cognoscentia, ~ del natura : natuurkennis
cognoscentia, ~s bibliographic : boekenkennis
cognoscentia, ~ perfecte de Interlingua : perfecte kennis van Interlingua
cognoscentia, ~ libresc : boekenkennis
cognoscentia, ~s commercial : handelskennis
cognoscentia, ~s pauco/poco practic : boekenkennis
cognoscentia, ~s del factos : feitenkennis
cognoscentia, ~ del homines : mensenkennis
cognoscentia, ~ special : specialistische kennis
cognoscentia, theoria (theoria) de ~ : kennisleer, kennistheorie
cognoscentia, le origines de nostre ~s : de bronnen van onze kennis
cognoscentia, facer le ~ de : kennis maken met
cognoscentia, prender ~ de : kennis nemen van
cognoscentia, prender ~ del documentos : de stukken inzien
cognoscentia, perder le ~ : buiten kennis raken
cognoscentia, reprender ~ : weer bijkomen
cognoscentia, haber ~s insufficiente : een tekort aan kennis hebben
cognoscentia, haber lacunas in su ~ : een tekort aan kennis hebben
cognoscentia, haber ~ de : kennis dragen van
cognoscentia, transferentia de ~ : kennisoverdracht
cognoscentia, inricchir su ~s : zijn kennis verrijken
cognoscentia, inricchimento de su ~s : verrijking van zijn kennis
cognoscentia, approfundar su ~s : zijn kennis verdiepen
cognoscentia, perfectionar su ~s de Interlingua : zich in Interlingua bekwamen
cognoscentia, disseminar ~ : kennis verspreiden
cognoscentia, renovar le ~ : de kennismaking hernieuwen
cognoscentia /sub/ : bekende, kennis
cognoscer /v/ : kennen, weten, op de hoogte zijn, verstand hebben van
cognoscer, ~ un persona de vista/de nomine : iemand van gezicht/van naam kennen
cognoscer, ~ le veritate : de waarheid kennen/weten
cognoscer, ~ un scriptor : een schrijver kennen
cognoscer, ~ de memoria : van buiten kennen
cognoscer, ~ su limites (limites) : zijn beperkingen kennen
cognoscer, ~ per experientia : bij/door ervaring weten
cognoscer, facer ~ : bekend maken
cognoscer, facer ~ su intentiones : zijn bedoelingen kenbaar maken
colla /sub/ : lijm, plaksel, kleefstof
colla, potto de ~ : pot lijm, lijmpot
colla, ~ de pisce : vislijm
colla, ~ de osso(s) : beenderlijm
colla, ~ a duo componentes : tweecomponentenlijm
colla, ~ a muscas : vliegenlijm
colla, ~ a ligno : houtlijm
colla, ~ cellulosic : celluloselijm
colla, ~ forte : sterke lijm
colla, fabrica de ~ : lijmfabriek/kokerij/ziederij
colla, fabricante de ~ : lijmfabrikant/koker/zieder
colla, fabrication de ~ : lijmfabricage/koking/zieding
colla, flacon de ~ : flesje gom (plakmiddel)
colla, iste ~ non colla/attacha {sj} ben : deze lijm plakt niet goed
colla, iste ~ non tene : deze lijm houdt niet
collaber /v/ : ineenstorten, instorten, ineenzakken, inzakken, bezwijken, in elkaar klappen
collapso /sub/ : ineenstorting, collaps
collapso, ~ nervose : zenuwinstorting
collapso, ~ cardiac (cardiac) : hartverlamming
collapso, ~ economic : economische ineenstorting
collapso, ~ de un dica : dijkval
collapso, ~ de rail {e} (A) : railverzakking
collapso, risco de ~ : instortingsgevaar
collar /v/ : lijmen, plakken
collar, ~ un timbro (postal) super (super) un littera (littera) : een postzegel op een brief plakken
collar, ~ papiro mural : behang plakken
collar, iste papiro colla ben : dit papier plakt goed
collar, pressa pro ~ : lijmpers
collar, mi vestimentos me colla al pelle : mijn kleren plakken aan mijn lijf
collar, iste colla non colla : deze lijm plakt niet
collar /sub/ : halsketting, halssnoer, collier, kraag, halsband (dieren)
collar, ~ de perlas : parelsnoer
collar, ~ de corallos : koraalketting
collar, ~ de pellicia : bontkraag
collar, ~ de can : hondehalsband
collar, ~ antipulices : vlooien(hals)band
collar, ~ distachabile {sj}/amovibile : losse boord
collar, ~ plicate : plooikraag
collar, ~ de dentella : kanten kraag
collar, ~ spinate : prikkelband
collar, ~ rigide : stijve boord
collar, camisa a ~ aperte : schillerhemd
collar, colubra a ~ : ringslang
collar, mitter le ~ al can : de hond de halsband omdoen
collection /sub/ : verzameling, collectie
collection, ~ de timbros (postal) : postzegelverzameling
collection, ~ de picturas : schilderijencollectie
collection, ~ de medalias : penningkabinet
collection, ~ de fabulas : fabelboek
collection, ~ de legendas : legendenverzameling
collection, ~ de enigmas : raadselboek
collection, ~ de monstras : stalenboek
collection, ~ (de objectos) de arte : kunstverzameling
collection, ~ de modellos de litteras : brievenboek
collection, ~ de hiberno : wintercollectie
collection, ~ de autumno : najaarscollectie
collection, ~ de primavera : voorjaarscollecte
collection, objecto de ~ : verzamelobject
collection, facer un ~ : een verzameling aanleggen
collection, inricchimento de su ~ : uitbreiding van zijn collectie
collection, completar un ~ : een verzameling completeren
collection, haber le ~ complete de un revista : alle jaargangen van een tijdschrift compleet hebben
collider /v/ : botsen, in botsing komen
colliger /v/ : plukken (bloemen, etc.), verzamelen
colliger, ~ spicas : aren lezen
colliger, ~ ovos de vanello : kievitseieren rapen
colliger /v/ : een conclusie trekken
colliger /v/ : bijeenbrengen (in een verzameling/bundel), verzamelen
colliger, ~ immunditias : vuilnis ophalen
colliger, on collige le litteras (litteras) tres vices per jorno : er zijn drie (brief)lichtingen per dag
collina /sub/ : heuvel
collina, ~ cretacee : krijtheuvel
collina, ~ de sablo/arena : zandheuvel
collina, terreno de ~s : heuvelachtig terrein
collina, region de ~s : heuvelland
collina, sequentia/catena de ~s : heuvelrug
collina, summitate de un ~ : heuveltop
collina, le septe ~s de Roma : de zeven heuvelen van Rome
collina, montar un ~ a bicycletta : tegen een heuvel opfietsen
collision /sub/ : botsing, aanrijding, aanvaring
collision, ~ legier : lichte aanrijding
collision, ~ in catena : kettingbotsing
collision, ~ de duo auto(mobile)s : botsing tussen twee auto's
collision, entrar in ~ con : in botsing/aanvaring komen met
collision /sub/ : conflict, strijd, botsing, collisie
collision, ~ de ideas (ideas) : botsing van ideeën
collision, ~ de interesses : botsing van belangen
collision, ~ de deberes : collisie van plichten
collo /sub/ : hals, nek
collo, ~ grasse : speknek
collo, ~ de tauro : stierenek
collo, ~ musculate/musculose : gespierde nek
collo, ~ de bottilia : flessehals
collo, ~ del pede : wreef
collo, ~ del femore : hals van het dijbeen
collo, ~ del utero (utero) : baarmoederhals
collo, ~ dental/dentari/del dente : tandhals
collo, ~ de girafa : giraffehals
collo, ~ de un bottilia : hals van een fles
collo, usque al ~ : tot aan de hals
collo, linea del ~ : halslijn
collo, cancere del ~ del utero (utero) : baarmoederhalskanker
collo, musculo del ~ : halsspier
collo, glandula del ~ : halsklier
collo, vena del ~ : halsader, keelader
collo, vertebra (vertebra) del ~ : halswervel
collo, articulation del ~ : halsgewricht
collo, trenchar {sj} le ~ : de hals afsnijden
collo, rumper se le ~ : zijn hals breken
collo, torquer le ~ a un persona : iemand de nek omdraaien
collo, tender le ~ : de hals uitstrekken, reikhalzen
collo, extirar le ~ : de hals rekken
collo, jectar se al ~ de un persona : iemand om de hals vallen
collo /sub/ : (KLEDING) kraag, boord
collo, pannello de ~ : sjaal, das
collo, button de ~ : boordeknoop
collo, pannello de ~ : halsdoek, sjaal
collo, ~ de pellicia : bontkraag
collo, ~ marin : matrozenkraag
collo, ~ rolate : rolkraag, col
collo, ~ de camisa : hemdskraag
collo, ~ plicate : plooikraag
collose /adj/ : plakkerig, kleverig
color /sub/ : kleur
color, ~ de moda : modekleur
color, ~es primitive/elemental/primari : primaire kleuren, kleuren van de regenboog
color, ~es spectral : spectrale kleuren
color, ~es complementari : complementaire kleuren
color, ~es heraldic : heraldische kleuren
color, ~es pontifical : pauselijke kleuren
color, ~ intermediari : tussenkleur
color, ~ protective/de protection/de camouflage : schutkleur
color, ~ del pelle : huidkleur
color, ~es cambiante/alternante : wisselende kleuren
color, ~ principal : hoofdkleur (meest voorkomende kleur)
color, ~ dominante : hoofdkleur (meest in 't oog springende kleur)
color, ~ neutre/neutral : neutrale kleur
color, ~ vive/brillante : heldere kleur
color, ~ composite (composite) : mengkleur
color, ~ additive : additieve kleur
color, ~ cal(i)de : warme kleur
color, ~ frigide : koele kleur
color, ~es prismatic/del prisma : prismatische kleuren
color, ~es contrastante : contrasterende kleuren
color, ~ metallic : metaalkleur
color, ~ sobrie : gedekte kleur
color, gente de ~ : kleurlingen
color, dispersion del ~es : kleurschifting
color, refraction del ~es : kleurbreking
color, indice (indice)/index (index) de ~ : kleurindex
color, impression a/in quatro ~es : vierkleurendruk
color, edition in ~es : uitgave in kleurendruk
color, film (A) a/in ~es : kleurenfilm
color, negativo a/in ~es : kleurennegatief
color, reproduction a/in ~es : kleurenreproduktie
color, designo a/in ~es : kleurentekening
color, creta de ~ : kleurkrijt
color, stilo de ~ : kleurpotlood, kleurstift
color, magnetoscopio a/in ~es : kleurenvideorecorder
color, television a/in ~es : kleurentelevisie
color, televisor a/in ~es : kleurentelevisietoestel
color, gamma/scala de ~es : kleurengamma
color, ricchessa/splendor de ~es : kleurenpracht
color, senso del ~es : kleurgevoel
color, sensibile al ~es : kleurgevoelig
color, orgia de ~es : orgie van kleuren
color, contrasto de ~es : kleurencontrast
color, varietate de ~es : kleurschakering
color, inalterabilitate de ~es : kleurechtheid
color, harmonia (harmonia) de ~es : harmonie van kleuren
color, temperatura de ~ : kleurtemperatuur
color, photo(graphia (graphia)) a/in ~es : kleurenfoto
color, revelator pro photos in ~es : kleurontwikkelaar
color, dispersion del ~es : kleurschifting
color, differentia de ~ : kleurverschil
color, cambiamento de ~ : kleurwisseling, kleurverandering
color, effecto de ~es : kleurwerking
color, superficie de ~ : kleurvlak
color, homine de ~ : kleurling
color, cambiar de ~ : van kleur veranderen
color, prender/acquirer ~ : een kleur aannemen
color, avivar/refrescar un ~ : een kleur ophalen
color, een ~ krijgen : (blozen) rubescer, erubescer, ruber
color, ~ local : lokale kleur, "couleur locale"
color, ~ autumnal/de autumno : herfstkleur
color, ~ hepatic : leverkleur
color, vitro de ~ : gekleurd glas
color, de ~ de palea : strogeel
color, de ~ de sanguine : bloedkleurig
color, de ~ de bronzo : bronskleurig
color, de ~ de cupro : koperkleurig
color, de ~ de crema : roomkleurig
color, de ~ constante/resistente : kleurecht
color, zijn ~ houden : guardar su color
color, retoccar le ~ : bijkleuren
color /sub/ : kleurstof, verf
color, ~ a oleo : olieverf
color, ~ plumbic : loodverf
color, ~ mat : matverf
color, ~ brillante/lustrose : glansverf
color, ~ pro metallos : metaalverf
color, ~ a relievo : structuurverf
color, strato de ~ : verflaag
color, tubetto de ~ : tube verf
color, vaso/potto de ~ : verfpot
color, rolo a ~ : verfrol(ler)
color, fabrica de ~es : verffabriek
color, fabricante de ~es : verffabrikant
color, mercante/commerciante de ~es : verfhandelaar
color, magazin de ~es : verfwinkel
color, cassa de ~es : verfdoos
color, ~ de aqua : waterverf
color, ~ opac : dekverf
color, ~es de anilina : anilinekleurstoffen
colpar /v/ : slaan, toeslaan, kloppen, tikken
colpar, ~ con le palma : een klap geven
colpar, ~ con le pede : schoppen, trappen
colpar, ~ le buccacia a un persona : iemand op zijn smoel slaan
colpar, colpate de panico : in paniek
colpar, colpate de apoplexia (apoplexia) : door een beroerte getroffen
colpar, colpate de un fulmine : door de bliksem getroffen
colpar, le fulmine ha colpate le ecclesia : de bliksem is in de kerk ingeslagen
colpar, colpate de cecitate : met blindheid geslagen
colpo /sub/ : slag, klap, steek, tik, (plotselinge, korte, abrupte) beweging
colpo, ~(s) repetite : gebeuk
colpo, de un ~ : met één slag
colpo, bon ~ : treffer
colpo, ~ de essayo : proefschot
colpo, ~ de palma : klap
colpo, ~ mental : mentale klap
colpo, ~ de flagello : zweepslag, plotselinge spierscheuring
colpo, ~ de vento : windvlaag, windstoot, rukwind
colpo, ~ de sol : zonnesteek
colpo, ~ de gratia : genadeslag
colpo, ~ de pugno : stomp
colpo, ~ de spatula : schouderduw
colpo, ~ de lancea : lanssteek
colpo, ~ de remo : riemslag
colpo, ~ de testa/capite (capite) : kopbal
colpo, ~ libere/franc : vrije schop/worp/slag
colpo, ~ franc/libere indirecte : indirecte vrije schop
colpo, BOXA ~ basse : slag onder de gordel
colpo, BOXA ~ directe : directe stoot
colpo, ~ de stato : staatsgreep
colpo, facer un ~ de stato : een staatsgreep plegen
colpo, ~ de apoplexia (apoplexia) : beroerte
colpo, ~ de mar : stortzee
colpo, ~ de acceleration : het ineens gasgeven
colpo, ~ de gong : gongslag
colpo, ~ de baston : stokslag
colpo, ~ de martello : hamerslag
colpo, ~ de cultello : messteek
colpo, ~ de bayonetta : bajonetsteek
colpo, ~ de pugnal : dolksteek/stoot
colpo, ~ de sabla : sabelhouw/slag
colpo, ~ de ala : vleugelslag
colpo, ~ de vista : oogopslag
colpo, ~ de funda : slingerworp
colpo, ~ de arco : boogschot
colpo, ~ de serra : haal met de zaag
colpo, ~ de pincel : penseelstreek
colpo, ~ de fulmine : blikseminslag
colpo, ~ de currente : stroomstoot
colpo, ~ de chaco : (schaak)slag
colpo, ~ de cymbalo (cymbalo) : bekkenslag
colpo, ~ de archetto : vioolstreek
colpo, ~ de campana : klokslag
colpo, ~ de foco : schot (uit vuurwapen)
colpo, ~ de fusil : geweerschot
colpo, fusil a duo ~s : dubbelloopsgeweer
colpo, ~ de cannon : kanonschot
colpo, ~ de sagitta : pijlschot
colpo, ~ de piston : zuigerslag
colpo, ~ de glotta : glottisslag
colpo, ~ a detra : terugstoot
colpo, ~ reverse : backhand
colpo, ~ de penalitate : strafworp, strafschop, strafbal
colpo, ~ de klaxon (klaxon) : (hoorn)stoot, toet
colpo, ~ de sibilo (sibilo) : fluitsein, fluitsignaal
colpo, ~ de clarino : klaroenstoot
colpo, dar un ~ de klaxon (klaxon) : een toet met de klaxon geven
colpo, ~ de dentes : beet
colpo, ~ directe : beet
colpo, ~ de sirena : stoot van de sirene
colpo, ~ de telephono : telefoontje
colpo, ~ de fortia : gewelddaad
colpo, dar un ~ a un persona : iemand een klap geven
colpo, repartir ~s : klappen uitdelen
colpo, reciper un ~ : een klap krijgen
colpo, il ha habite ~s : er vielen klappen
colpo, dar un ~ de freno : op de rem trappen
colpo, dar le ~ mortal : de doodsteek toebrengen
colpo, dar se un ~ de pectine : zich even kammen
colpo, ~ de oculo : blik
colpo, ~ de pede : schop, trap
colpo, ~ de pede mortal : doodschop/trap
colpo, ~ de tonitro (tonitro) : donderslag
colpo, ~ de theatro : plotselinge ommekeer, onverwachte wending
colpo, ~ in le nuca : nekschot
colpo, ~s del destino : slagen van het noodlot
colpo, dar le ~ de initio : aftrappen (bij voetbal)
colpo, occider a ~s : doodslaan
columba /sub/ : duif
columba, ~ silvatic : woudduif
columba, ~ migratori : trekduif
columba, ~ domestic : tamme duif
columba, ~ mascule : doffer
columba, ~ viagiator/messagero : postduif
columba, posta per ~s : duivenpost
columba, pluma de ~ : duivenveer
columba, copula de ~s : duivenpaar
columba, ovo de ~ : duivenei
columba, nido de ~s : duivennest
columba, racia de ~s : duivenras
columba, mercato de ~s : duivenmarkt
columba, occider ~s : duiven schieten
columba, laxar un ~ : een duif loslaten
combatter /v/ : vechten, strijd leveren
combatter, ~ pro le libertate : voor de vrijheid strijden
combatter /v/ : vechten met, bevechten, strijden tegen, bestrijden
combatter, ~ un maladia (maladia) : een ziekte bestrijden
combatter, ~ le inimico (inimico) : tegen de vijand strijden/vechten
combatter, ~ le alcoholismo : het alcoholisme bestrijden
combatter, ~ le opposition : de oppositie bestrijden
combatter, ~ le mal : het kwaad bestrijden
combatter, ~ le injustitia : tegen het onrecht strijden
combatto /sub/ : gevecht, treffen, strijd
combatto, ~ singular : strijd van man tegen man
combatto, avion de ~ : gevechtsvliegtuig
combatto, vascello de ~ : slagschip
combatto, flotta de ~ : slagvloot
combatto, gas de ~ : strijdgas
combatto, fortia de ~ : gevechtskracht
combatto, pausa de ~ : gevechtspauze
combatto, linea de ~ : gevechtslinie
combatto, theatro del ~ : gevechtstoneel
combatto, fronte de ~ : gevechtsfront
combatto, position de ~ : gevechtspositie/stelling
combatto, gallo de ~ : vechthaan
combatto, ~ de tiro : vuurgevecht
combatto, ~ de barricada : barricadegevecht
combatto, ~ de postos avantiate : voorpostengevecht
combatto, ~ aeree : luchtgevecht
combatto, ~ naval/de mar : zeeslag
combatto, ~ stratal/de strata : straatgevecht
combatto, ~ de boxa : bokswedstrijd
combatto, ~ de gallos : hanengevecht
combatto, ~ simulate/fingite, simulacro de ~ : schijngevecht
combatto, experientia del ~ : gevechtservaring
combatto, unitate de ~ : gevechtseenheid
combatto, gruppo de ~ : gevechtsgroep
combatto, effectivo de ~ : gevechtssterkte
combatto, zona de ~ : gevechtszone
combatto, equipamento de ~ : gevechtsuitrusting
combatto, position de ~ : vechthouding
combatto, methodo (methodo) de ~ : vechtmethode
combatto, sport (A) de ~ : vechtsport
combatto, fatigate per le ~ : moegestreden
combatto, poner foras (foras) de ~ : buiten gevecht stellen
combatto, preparar se al/pro le ~ : zich ten strijde rusten
combatto, obtener per ~ : bevechten
combatto, evitar le ~ : de strijd ontwijken
combatto, preste al/pro le ~ : strijdvaardig
combatto, morir in ~ : sneuvelen
combinar /v/ : verenigen, verbinden, samenvoegen, combineren
combinar, ~ le utile con le agradabile : het nuttige met het aangename verenigen
combinar, ~ colores : kleuren combineren/mengen
combinar, iste sapores combina ben : deze smaken zijn goed te combineren/gaan goed samen
combinar, joco combinate : samenspel
comenciamento /sub/ : begin, aanvang
comenciamento, ~ del fin : begin van het einde
comenciar /v/ : beginnen, aanvangen, een begin maken met
comenciar, ~ un discussion : een discussie openen
comenciar, ~ un conversation : een gesprek beginnen
comenciar, ~ un debatto : een debat openen
comenciar, ~ le hostilitates : de vijandelijkheden openen
comenciar, ~ le combatto : het gevecht aangaan
comenciar, ~ un interprisa : een onderneming opzetten
comenciar, ~ un libro : met een boek beginnen
comenciar, ~ a sentir fame : honger krijgen
comenciar, il comencia a disgelar : de dooi valt in
comic /adj/ : blijspel..., komedie...
comic, autor ~ : blijspelschrijver
comic, actor ~ : blijspelspeler
comic /adj/ : komisch, grappig, koddig
comic, genere ~ : komische genre
comic, situation ~ : komische situatie
comic, film (A) ~ : komische film
comité /sub/ : comité, commissie
comité, ~ consultative : adviescommissie
comité, ~ de exopero : stakingscomité
commandar /v/ : het bevel voeren, gezag uitoefenen, zeggenschap hebben
commandar, ~ un armea (armea) : het bevel over een leger voeren
commandar, ~ un expedition : een expeditie aanvoeren
commandar /v/ : bevelen geven, bevelen, commanderen
commandar /v/ : aandrijven, in werking stellen
commandar /v/ : bestellen
commandar, ~ un repasto : een maaltijd bestellen
commando /sub/ : het commanderen
commando, ponte de ~ : commandobrug
commando /sub/ : besturing, bediening
commando, levator de ~ : bedieningshefboom, stuurknuppel
commando, cablo de ~ : stuurkabel
commando, barra de ~ : regelstaaf
commando, ~ manual : handbesturing
commando, error de ~ : bedieningsfout
commando, button de ~ : bedieningsknop
commando, mechanismo de ~ : bedieningsmechanisme
commando, tabula/pannello de ~ : bedieningspaneel
commando, posto de ~ : bedieningspost
commando /sub/ : gezag, commando
commando, ~ supreme : opperbevel
commando, alte ~ : opperbevel
commando, haber le ~ : het bevel voeren
commando, assumer le ~ : het bevel op zich nemen
commando /sub/ : gevechtsgroep, commando
commando, operation/action de ~ : commandoactie
commando, ~ suicidio : zelfmoordcommando
commando, ~ de assassinos : moordcommando
commentar /v/ : uitleggen, verklaren, van toelichtingen voorzien, van commentaar voorzien
commentar, ~ un texto : een tekst verklaren
commentar, ~ le actualitate : commentaar op het nieuws geven
commentar, ~ le intention del legislator : de bedoeling van de wetgever toelichten
commentar /v/ : kritiseren, aanmerkingen maken op
commentario /sub/ : commentaar, verklaring, verklarende noten, kanttekeningen
commentario, ~ de pressa : perscommentaar
commentario, ~ radiophonic : radiocommentaar
commentario, le plano se oblidava sin ~s ulterior : het plan verdween geruisloos
commentario /sub/ : kritische opmerkingen, aanmerkingen
commentario, provocar ~s : commentaar uitlokken
commerciar /v/ : handel drijven, handelen
commerciar, ~ in caffe : in koffie doen
commerciar /v/ : omgaan, omgang hebben
commercio /sub/ : handel
commercio, bursa de ~ : handelsbeurs
commercio, codice (codice) de ~ : Wetboek van Koophandel
commercio, ~ interne/interior : binnenlandse handel
commercio, ~ exterior : buitenlandse handel
commercio, ~ con Africa : handel op Afrika
commercio, Camera (Camera) de Commercio : Kamer van Koophandel
commercio, ~ intermediari : tussenhandel
commercio, ~ intermediari clandestin : kettinghandel
commercio, ~ usurari : woekerhandel
commercio, ~ colonial : koloniale handel
commercio, ~ maritime (maritime) : zeehandel
commercio, ~ monetari : geldhandel
commercio, ~ mundial : wereldhandel
commercio, ~ philatelic : postzegelhandel
commercio, ~ illicite (illicite)/clandestin : zwarte handel
commercio, ~ frumentari : tarwehandel
commercio, ~ al detalio : detailhandel
commercio, ~ de the : theehandel
commercio, ~ de stanno : tinhandel
commercio, ~ de ferralia : schroothandel
commercio, ~ de mercantias (mercantias) : goederenhandel
commercio, ~ de libros ancian : antiquariaat
commercio, ~ de cereales : graanhandel
commercio, ~ de armas : wapenhandel
commercio, ~ de tulipa(ne)s : tulpenhandel
commercio, ~ de vinos : wijnhandel
commercio, ~ de flores : bloemenhandel
commercio, ~ de caseos : kaashandel
commercio, ~ de cavallos : paardenhandel
commercio, ~ de bestias : veehandel
commercio, ~ de sclavos : slavenhandel
commercio, ~ de lana : wolhandel
commercio, ~ de ligno : houthandel
commercio, ~ de corio : lederhandel
commercio, ~ de fructos : 1. fruithandel, 2. fruitwinkel
commercio, ~ de objectos de arte : kunsthandel
commercio, ~ de bursa : beurshandel
commercio, ~ de exportation : exporthandel
commercio, ~ de importation : importhandel
commercio, ~ transitori/de transito (transito) : transitohandel
commercio, ~ active/vive : drukke handel
commercio, marina de ~ : handelsmarine
commercio, balancia de ~ : handelsbalans
commercio, marca de ~ : handelsmerk
commercio, registro de ~ : handelsregister
commercio, producto de ~ : handelsprodukt
commercio, tribunal de ~ : handelsrechtbank
commercio, nave de ~ : handelsschip, koopvaardijschip
commercio, casa de ~ : handelshuis
commercio, compania (compania) de ~ : handelmaatschappij
commercio, schola de ~ : handelsschool
commercio, termino (termino) de ~ : handelsterm
commercio, tractato/contracto/accordo de ~ : handelstractaat/verdrag
commercio, libertate del ~ : handelsvrijheid
commercio, casa de ~ : handelshuis
commercio, viagiator de ~ : handelsreiziger
commercio, horas de ~ : kantooruren, kantoortijd, openingsuren
commercio, facer le ~ de : handel drijven in, handelen in
commercio, retirar del ~ : uit de handel nemen
commercio, liberalisar le ~ : de handel vrijgeven
commercio, ille se dedica al ~ : hij is in de handel
commercio, isto es le morte del ~ : dit is de dood voor de handel
commercio, le ~ prospera/floresce : de handel bloeit
commercio /sub/ : omgang
commercio, ~ sexual : sexuele omgang
commercio, ~ social : maatschappelijk verkeer
commun /adj/ : gemeenschappelijk, gezamelijk, collectief
commun, loco ~ : gemeenplaats
commun, lingua ~ : omgangstaal
commun, sala ~ : dagverblijf (in herberg, etc.)
commun, mercato ~ : gemeenschappelijke markt
commun, (bon) senso ~ : gezond verstand
commun, tractos ~ : gemeenschappelijke trekken, overeenkomsten
commun, fossa ~ : massagraf
commun, le opinion ~ : de heersende mening
commun, puncto ~ : punt van overeenkomst
commun, travalio/labor ~ : gemeenschappelijk werk
commun, in ~ : gemeenschappelijk
commun, de ~ accordo : eenstemmig, met algemene stemmen
commun, in ~ accordo con : in gemeen overleg met
commun, foris (foris)/foras (foras) del ~ : ongemeen
commun, haber/tener alco de ~ con : iets gemeen hebben met
commun, le Fratres del Vita Commun : de Broeders des Gemenen Levens
commun /adj/ : algemeen, publiek, openbaar
commun, ~s : gewone volk
commun, Camera del Communes : Lagerhuis
commun /adj/ : veel voorkomend, frequent, geijkt
commun, termino (termino) ~ : geijkte term
commun /adj/ : vulgair, ordinair, plat
communicar /v/ : mededelen, kennis geven, overbrengen
communicar, ~ un information : een informatie verstrekken
communicar, ~ un movimento : een beweging overbrengen
communicar, ~ un maladia (maladia) : een ziekte overbrengen/verspreiden
communicar /v/ : in verbinding/contact staan met, contact onderhouden met, met elkaar in verbinding staan, communiceren
communicar, ~ per telephono (telephono) : telefonisch contact hebben
communicar /v/ : RELIGION deelnemen aan het avondmaal
communication /sub/ : het mededelen, het kennis geven, het overbrengen
communication, ~ de ideas (ideas) : uitwisseling van ideeën
communication /sub/ : mededeling, kennisgeving, bericht
communication, ~ confidential : vertrouwelijke mededeling
communication, ~ ulterior : nader bericht
communication /sub/ : contact, verbinding, communicatie
communication, medio de ~ : communicatiemiddel
communication, (inter)rumper le ~ : de (telefoon)verbinding verbreken
communication, passar le ~ a : doorverbinden met
communication, ~ directe : directe verbinding
communication, ~ telephonic : telefoonverbinding
communication, ~ radiophonic/per radio : radioverbinding
communication, ~ aeree : luchtverbinding
communication, ~ maritime (maritime) : scheepvaartverbinding
communication, ~ ferroviari : treinverbinding
communication, ~ de tramvia (tramvia) : tramverbinding
communication, porta de ~ : verbindingsdeur, tussendeur
communication, canal de ~ : verbindingskanaal
communication, rete de ~es aeree : luchtnet
communication, (grande) via de ~ : verkeersweg
communication, instrumentos de ~ : communicatieapparatuur
communication, processo de ~ : communicatieproces
communication, medio de ~ : communicatiemiddel
communication, le ~es con le urbe son excellente : de verbindingen met de stad zijn uitstekend
communication /sub/ : mededeelzaam, openhartig
communication, character (character) ~ : openhartig karakter
communication, femina (femina) pauco/poco ~ : nogal gesloten vrouw
communication, riso ~ : aanstekelijke lach
como /sub/ : wat!
como, ~ illa es belle! : wat is ze mooi!
como /sub/ : als, zoals
como, legier ~ un pluma : zo licht als een veertje
como, povre ~ Job : doodarm
como, natar ~ un pisce : zwemmen als een vis
como, tanto/si grande ~ : zo groot als
como, face ~ vos vole : doe zoals U wilt
como /sub/ : hoe
como, ~ sta vos? : hoe gaat het met U/jou/jullie?
como, ~ se dice isto in Interlingua? : hoe heet dat in Interlingua?
compania (compania) /sub/ : omgang, gezelschap
compania (compania), dama de ~ : gezelschapsdame
compania (compania), tener ~ a un persona : iemand gezelschap houden
compania (compania), mi can me face ~ : ik heb gezelschap van mijn hond
compania (compania), con su filia pro unic ~ : met alleen haar dochter als gezelschap
compania (compania) /sub/ : gezelschap, groep personen
compania (compania), ~ de viage : reisgezelschap
compania (compania), ~ theatral : toneelgezelschap
compania (compania), ~ mixte : bont gezelschap
compania (compania), ~ selecte : select gezelschap
compania (compania), in intime (intime) ~ : in besloten kring
compania (compania), su ~ es multo recercate : in gezelschap is hij zeer gewild
compania (compania) /sub/ : maatschappij, vennootschap, compagnie, onderneming
compania (compania), ~ mercantil/commercial/de commercio : handelmaatschappij
compania (compania), ~ anonyme (anonyme) : naamloze vennootschap
compania (compania), ~ commanditari : commanditaire vennootschap
compania (compania), ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia) : spoorwegmaatschappij
compania (compania), ~ maritime (maritime)/de navigation : scheepvaartmaatschappij
compania (compania), ~ (de navigation) aeree : luchtvaartmaatschappij
compania (compania), ~ de financiamento : financieringsmaatschappij
compania (compania), ~ de assecurantia : verzekeringsmaatschappij
compania (compania), ~ de assecurantia super (super) le vita : levensverzekeringsmaatschappij
compania (compania), ~ cinematographic : filmmaatschappij
compania (compania), ~ de transportos : transportmaatschappij
compania (compania), ~ editorial : uitgeversmaatschappij
compania (compania), ~ de armatores : rederij
compania (compania), ~ dramatic/theatral/de theatro : toneelgezelschap
compania (compania), Compania del Indias Oriental : Oostindische Compagnie
compania (compania), Compania del Indias Occidental : Westindische Compagnie
compania (compania), ~ de Jesus (Christo) : sociéteit van Jesus
compania (compania) /sub/ : MILITAR compagnie
compania (compania), alinear un ~ : een compagnie richten
compania (compania), ~ disciplinari : strafcompagnie
compania (compania) /sub/ : compagnon(s), bedrijf
compania (compania), Smith e ~ : Smith en Co
companion /sub/ : metgezel, makker, kameraad, vriend
companion /sub/ : iemand die samengaat met iets/iemand anders
companion, ~ de studios : studiegenoot
companion, ~ de vita : levensgezel
companion, ~ de viage : reisgenoot, tochtgenoot
companion, ~ de armas : wapenbroeder, strijdmakker
companion, ~ de joco : speelkameraad/makker/genoot
companion, ~ de (in)fortuna : lotgenoot
comparar /v/ : vergelijken, een vergelijking maken tussen
comparar, ~ duo textos : twee teksten vergelijken
comparar, ~ plure artistas inter se : verscheidene kunstenaars onder elkaar vergelijken
competer /v/ : wedijveren, mededingen, concurreren
competer, ~ pro un premio : mededingen naar een prijs
competer, ~ pro le prime placia : om de eerste plaats strijden
competer, ~ pro le campionato mundial de football (A) : strijden om het wereldkampioenschap voetbal
competer, un tertio de iste hereditage me es competente : mij competeert een derde deel van die boedel
completar /v/ : volledig maken, voltallig maken, aanvullen, completeren
completar, ~ un summa : een bedrag aanvullen, bijpassen
completar, ~ un collection : een verzameling completeren
completar, ~ su formation : zijn opleiding afmaken
completar, ~ un formulario : een formulier invullen
completar, ~ le parolas de un persona : iemands woorden aanvullen
completar, ~ le circulo : de kring sluiten
completar, ~ le obra de su vita : zijn levenswerk voltooien
completar, adjunger un detalio pro ~ le insimul (insimul) : een detail toevoegen om het geheel volledig te maken
completar, lor characteres (characteres) se completa : hun karakters vullen elkaar aan
completar, exercitio a ~ : invuloefening
complete /adj/ : volledig, voltallig, compleet, totaal, geheel, vol
complete, alimento ~ : volwaardig voedsel
complete, pan ~ : volkorenbrood
complete, obras ~ : volledige werken
complete, edition ~ : volledige editie
complete, description ~ : volledige beschrijving
complete, successo ~ : volledig succes
complete, in un disordine ~ : schots en scheef door elkaar
complete, artista ~ : all-round kunstenaar
complete, idiota ~ : volslagen idioot
complete, traino ~ : volledig bezette trein
complete, theatro ~ : uitverkochte schouwburg
complete, hotel ~ : vol(geboekt) hotel
complete, camping ~ : volle camping
complete, equipa ~ : volledig elftal
complete, indorsamento ~ : volledig endossement
complete, oxydar se completemente : doorroesten
complete, completemente innocente : doodonschuldig
complete, esser completemente de accordo : het volledig/roerend eens zijn
complete, pro esser ~ : volledigheidshalve
complexe /adj/ : samengesteld, ingewikkeld, complex, gecompliceerd
complexe, character (character) ~ : gecompliceerd karakter
complexe, personalitate ~ : gecompliceerde persoonlijkheid
complexe, problema/question ~ : ingewikkeld vraagstuk
complexe, subjecto ~ : ingewikkeld onderwerp
complexe, mechanismo ~ : ingewikkeld mechanisme
complexe, numero (numero) ~ : complex getal
complexe, function ~ : samengestelde functie
complexe, composito (composito) ~ : complexe verbinding
complexe, phenomeno (phenomeno) ~ : complex verschijnsel
complexe, theoria (theoria) ~ : complexe theorie
complexe, notion/idea (idea) ~ : verzamelbegrip
comportar /v/ : dragen, toelaten, verdragen, dulden
comportar, ~ se : zich gedragen
comportar, ~ se como un adolescente : zich onvolwassen gedragen
comportar, ~ se de maniera ridicule : zich bespottelijk aanstellen
comportar /v/ : met zich meebrengen, ten gevolge hebben
comportar, iste interprisa comporta multe riscos : deze onderneming levert veel risico's op
composite (composite) /adj/ : niet gemeend, gespeeld
composite (composite), interesse ~ : niet gemeende belangstelling
composite (composite) /adj/ : samengesteld
composite (composite), parola ~ : samengesteld woord
composite (composite), fractura ~ : meervoudige breuk
composite (composite), fraction ~ : samengestelde breuk
composite (composite), interesse ~ : samengestelde interest
composite (composite), flor ~ : samengestelde bloem
composite (composite), numero (numero) ~ : samengesteld getal
composite (composite), function ~ : samengestelde functie
composite (composite), phrase ~ : samengestelde zin
composite (composite), polea (polea) ~ : samengestelde katrol
composite (composite), forrage ~ : mengvoeder
comprar /v/ : kopen, inkopen, aankopen, aanschaffen
comprar, ~ un auto(mobile) : een auto kopen
comprar, mania (mania) de ~ : koopzucht/ziekte
comprar, desirose/desiderose/avide de ~ : koopgraag, kooplustig
comprar, le ~ in botecas : het winkelen
comprar, ~ a credito (credito) : op krediet/op de pof kopen
comprender /v/ : begrijpen, verstaan, beseffen, duidelijk zien, begrip hebben voor
comprender /v/ : bevatten, omvatten, inhouden
comprender, iste notion comprende duo partes : dit begrip is tweeledig
comprender, le investigation comprende un periodo (periodo) de cinque annos : dit begrip is tweeledig
comprender, comprendite in le precio : in de prijs inbegrepen
computator /sub/ : iemand die (be)rekent
computator /sub/ : computer
computator, ~ digital/numeric : digitale computer
computator, ~ analogic : analoge computer
computator, ~ domestic/familial/personal : homecomputer
computator, ~ de officio/de bureau : bureaucomputer, kantoorcomputer
computator, ~ de jocos : spelcomputer
computator, ~ de volo : vluchtcomputer
computator, ~ de bordo : boordcomputer
computator, ~ de controlo : controle-computer
computator, fraude per ~ : computerfraude
computator, memoria de ~ : computergeheugen
computator, output (A) de un ~ : output van een computer
computator, programma de ~ : computerprogramma
computator, commandate per ~ : computergestuurd
computator, mantenentia/mantenimento de un ~ : onderhoud van een computer
con /prep/ : met, samen met
con /prep/ : met, door middel van
con /prep/ : hebbende, dragende, gekenmerkt door
concentrar /v/ : verzamelen, bundelen, samentrekken, verenigen, concentreren (in/op één punt/plaats)
concentrar, ~ tote le fortias : alle krachten bundelen
concentrar, ~ su attention a su travalio/labor : zijn aandacht bij zijn werk bepalen
concentrar /v/ : concentreren, de concentratie verhogen
concentrar, ~ succo de fructos : vruchtensap indikken
concentrar /v/ : MILITAR samentrekken (troepen, etc.), concentreren
concernente /prep/ : betreffend, aangaand, omtrent, betrekking hebbend op
concerner /v/ : betreffen, aangaan, betrekking hebben op, raken
concerner, mi observation concerne tu amico (amico) : mijn opmerking geldt jouw vriend
concurso /sub/ : toeloop, samenloop van mensen, menigte
concurso, ~ de gente : (volks)oploop
concurso /sub/ : samenloop
concurso, ~ de circumstantias : samenloop van omstandigheden
concurso /sub/ : medewerking, steun, hulp, bijstand
concurso, peter le ~ de un persona : iemands medewerking inroepen
concurso, prestar/dar su ~ : zijn medewerking verlenen/geven
concurso, promitter ~ : medewerking toezeggen
concurso, con le ~ de : met medewerking van
concurso /sub/ : vergelijkend examen
concurso /sub/ : wedstrijd, concours
concurso, ~ hippic : concours hippique
concurso, ~ de pipiones : duivenconcours
concurso, ~ de pisca : hengelwedstrijd
concurso, ~ de scherma : schermwedstrijd
concurso, ~ de tiro : schietwedstrijd
concurso, ~ de photo(graphia (graphia)) : fotowedstrijd
concurso, ~ de canto : zangwedstrijd
concurso, ~ de natation : zwemwedstrijd
concurso, ~ de beltate : schoonheidswedstrijd
concurso, ~ benefic/de beneficentia/de caritate : liefdadigheidswedstrijd
concurso, foris (foris) de ~ : buiten mededinging
condition /sub/ : voorwaarde, conditie
condition, ~ principal : hoofdvoorwaarde
condition, ~ primordial : grondvoorwaarde
condition, ~ vital/de vita : levensvoorwaarde
condition, ~es de livration : leveringsvoorwaarden
condition, ~es de location : huurvoorwaarden
condition, ~es de un contracto : voorwaarden van een contract
condition, ~es de capitulation : capitulatievoorwaarden
condition, ~es de vendita (vendita) : verkoopvoorwaarden
condition, ~es de pagamento : betalingsvoorwaarden
condition, ~es del pace : vredesvoorwaarden
condition, ~es de travalio/labor : arbeidsvoorwaarden
condition, ~es matrimonial/de matrimonio/de maritage : huwelijkse voorwaarden
condition, ~es multo onerose : zeer bezwarende voorwaarden
condition, ~es atmospheric : weersomstandigheden, weersgesteldheid
condition, ~es ambiente : omgevingsvoorwaarden
condition, ~ sine qua non : onvermijdelijke voorwaarde, conditio sine qua non
condition, ~ de admission : toelatingseis
condition, ~ resolutori : ontbindende voorwaarde
condition, ~ suspensive : opschortende voorwaarde
condition, ~ explicite/tacite : stilzwijgende/expliciete voorwaarde
condition, stipular ~es : voorwaarden bedingen
condition, poner su ~es : zijn voorwaarden stellen
condition, dictar/imponer su ~es : zijn voorwaarden opleggen
condition, satisfacer al ~es : aan de voorwaarden voldoen
condition, reimpler le ~es exigite : aan de gestelde voorwaarden voldoen
condition, reunir tote le ~es exigite : aan alle eisen beantwoorden
condition, a ~ que : op voorwaarde dat, mits
condition, a necun ~ : onder geen voorwaarde
condition /sub/ : toestand, conditie, vorm, gesteldheid
condition, le ~ feminin/del femina (femina) : de positie van de vrouw
condition, ~ physic/corporal/corporee : fysieke conditie/vorm
condition, ~ mental : geestestoestand
condition, ~ del terreno : grondgesteldheid
condition, ~es del vita : levensomstandigheden
condition, in bon ~ : in goede conditie
condition, esser in ~ de : in een positie verkeren om
condition /sub/ : stand, rang, klasse, (hoge) afkomst
condition, persona de ~ : iemand van stand/van hoge afkomst
condition, familia de ~ humile/modeste : familie van eenvoudige afkomst
conducer /v/ : (ge)leiden, begeleiden, brengen
conducer, ~ un persona per le mano : iemand bij de hand leiden
conducer, ~ un persona al station : iemand naar het station brengen
conducer, ~ per le naso : bij de neus nemen
conducer, ~ un politica : een beleid voeren
conducer, ~ le passos de un persona : iemand leiden
conducer, ~ a bon fin : tot een goed einde brengen
conducer, ~ le aqua al citate/urbe : het water naar de stad leiden
conducer, ~ un persona ante le judice (judice) : iemand voor de rechter leiden
conducer, ~ un persona per le naso : iemand bij de neus nemen, iemand om de tuin leiden
conducer, lassar se ~ : zich laten leiden
conducer, ~ a su ruina : te gronde richten
conducer, ~ se : zich gedragen
conducer /v/ : leiden, besturen, aanvoeren, het bevel voeren over
conducer, ~ un delegation : aan het hoofd van een delegatie staan
conducer, ~ un orchestra : een orkest leiden
conducer, ~ le debattos : de debatten leiden
conducer /v/ : rijden (auto), mennen (paard), hoeden (schapen)
conducer, derecto de ~ un vehiculo a motor : bevoegdheid om een motorrijtuig te besturen
conducer, ~ un auto(mobile) : een auto besturen
conducer, saper ~ : kunnen rijden
conducer, ~ in stato de ebrietate : onder invloed rijden
conducer, interdiction de ~ : rijverbod
conducer, ille conduce multo ben : hij rijdt uitstekend
conducer, permisso de ~ : rijbewijs
conducer, examine pro le permisso de ~ : rijexamen
conducer, mi permisso de ~ ha perimite : mijn rijbewijs is verlopen
conducer /v/ : PHYSICA geleiden (warmte/electriciteit)
conducta /sub/ : het (ge)leiden, het begeleiden, het brengen, begeleiding
conducta /sub/ : leiding, aanvoering, bevelvoering
conducta, sub le ~ de : onder aanvoering/leiding van
conducta /sub/ : het rijden (auto), het mennen (paard), het hoeden (schapen)
conducta, schola de ~ : (auto)rijschool
conducta, lection de ~ : rijles (in auto)
conducta, experientia del ~ : rijervaring
conducta, velocitate de ~ : rijsnelheid
conducta, decreto super le durata/duration de ~ : rijtijdenbesluit
conducta, iste auto(mobile) ha le ~ a sinistra : bij deze auto zit het stuur links
conducta /sub/ : gedrag, houding, handelwijze
conducta, ~ meritori : verdienstelijk gedrag
conducta, ~ indecente : aanstotelijk gedrag
conducta, ~ anomale/aberrante : afwijkend gedrag
conducta, ~ asocial : asociaal gedrag
conducta, ~ tortuose : achterbaks/slinks gedrag
conducta, ~ reprochabile : verwijtbaar gedrag
conducta, ~ de vita : levenswandel
conducta, ~ exemplar : voorbeeldig gedrag
conducta, ~ ponderal : bezadigd gedrag
conducta, ~ insolente : brutaal gedrag
conducta, ~ scandalose : schandalig gedrag
conducta, ~ correcte : correct/behoorlijk gedrag
conducta, ~ censurabile/condemnabile : laakbaar gedrag
conducta, ~ pueril : kinderachtige handelwijze
conducta, ~ brusc : bruusk optreden
conducta, ~ electoral : stemgedrag
conducta, ~ linguistic : taalgedrag
conducta, ~ de consumitor : consumentengedrag
conducta, ~ de comprator : koopgedrag
conducta, modo de ~ : handelwijze
conducta, codice (codice) de ~ : gedragscode
conducta, modello de ~ : gedragspatroon
conducta, therapia (therapia) de ~ : gedragstherapie
conducta, scientias del ~ : gedragswetenschappen
conducta, psychologia (psychologia) del ~ : gedragspsychologie
conducta, haber un ~ ridicule : zich belachelijk aanstellen
conducta, haber un ~ hysteric : zich hysterisch aanstellen
conducta, mal ~ : wangedrag
conducta, linea de ~ : gedragslijn
conducta, fixar (se) un linea de ~ : een gedragslijn bepalen
conducta, regula de ~ : gedragsregel
conducta, deviar de su linea de ~ : van zijn gedragslijn afwijken
conducta, indecise in su ~ : besluiteloos in zijn gedrag
conducta, attestation/certificato de bon ~ (moral) : bewijs van goed (zedelijk) gedrag
conducta, legitimar/justificar le ~ de un persona : iemands gedrag billijken
confessar /v/ : biechten, opbiechten, bekennen, erkennen, toegeven
confessar, ~ su peccatos : zijn zonden opbiechten
confessar, ~ le veritate : de waarheid bekennen/opbiechten
confessar, ~ su error : zijn fout toegeven
confessar /v/ : de biecht (laten) afnemen
confessar, ir a ~ se : te biecht gaan
confessar /v/ : belijden
confessar, ~ su fide : zijn geloof belijden
confidentia /sub/ : vertrouwen
confidentia, ~ in Deo : Godsvertrouwen
confidentia, ~ illimitate/absolute : onbeperkt vertrouwen
confidentia, ~ total : volledig vertrouwen
confidentia, ~ imperturbabile : rotsvast/onwankelbaar vertrouwen
confidentia, ~ cec : blind vertrouwen
confidentia, abuso de ~ : misbruik van vertrouwen
confidentia, medico de ~ : vertrouwensarts
confidentia, homine de ~ : man van vertrouwen
confidentia, crise/crisis (crisis) de ~ : vertrouwenscrisis
confidentia, voto/motion de ~ : vertrouwensvotum, motie van vertrouwen
confidentia, voto/motion de non ~ : motie van wantrouwen
confidentia, posto de ~ : vertrouwenspositie
confidentia, homine/persona de ~ : vertrouwensman
confidentia, marca/demonstration de ~ : blijk van vertrouwen
confidentia, digne de ~ : betrouwbaar
confidentia, inspirar/infunder ~ : vertrouwen inboezemen
confidentia, que inspira ~ : vertrouwenwekkend
confidentia, dar su ~ a un persona : iemand zijn vertrouwen schenken
confidentia, haber tote le ~ de un persona : iemands volledige vertrouwen hebben
confidentia, ganiar le ~ de un persona : iemands vertrouwen winnen
confidentia, trair le ~ de un persona : iemands vertrouwen beschamen
confidentia, retirar le ~ a un persona : zijn vertrouwen in iemand opzeggen
confidentia, poner le question de ~ : de vertrouwenskwestie stellen
confidentia, le governamento ha obtenite le ~ del parlamento : de regering kreeg het vertrouwen van het parlement
confidentia, parlar in ~ : vertrouwelijk praten
confidentia, dicer un cosa in ~ : iets vertrouwelijk zeggen
confidentia, haber multe ~ : goed van vertrouwen zijn
confidentia, in stricte ~ : strikt vertrouwelijk
confidentia /sub/ : vertrouwelijke mededeling
confidentia, facer un ~ a un persona : iemand iets in vertrouwen zeggen
confider /v/ : toevertrouwen, vertrouwelijk mededelen, in vertrouwen vertellen
confider, ~ un cosa a un persona : iemand iets toevertrouwen, iemand iets in vertrouwen mededelen
confider, ~ un message a un persona : iemand een boodschap meegeven
confider /v/ : vertrouwen
confider, ~ in un persona : in iemand vertrouwen hebben
confider, ~ in le proprie fortias : op eigen kracht vertrouwen
confortabile /sub/ : gemakkelijke stoel, zorg
confortabile /adj/ : comfortabel, gerieflijk, gemakkelijk, lekker, aangenaam, plezierig, behaaglijk
confortabile, scarpas/calceos ~ : gemakkelijke schoenen
confortabile, sedia ~ : gemakkelijke/lekkere stoel
confortabile, un avantia ~ : een confortabele voorsprong
confortabile, menar un vita ~ : een gemakkelijk leventje leiden
conforto /sub/ : comfort, gemak, gerieflijkheid, het zich behaaglijk voelen
conforto, ~ intellectual : geestelijk welzijn
conforto, appartamento con tote ~ : appartement met alle comfort
conforto, amar su ~ : op zijn gemak gesteld zijn
conforto, haber tote le ~ : van alle gemakken voorzien zijn
confrontar /v/ : confronteren
confrontar, vider se/esser confrontate con difficultates : met moeilijkheden te kampen hebben
confrontar, vider se/esser confrontate a su proprie limites : zichzelf tegenkomen
confrontar, ~ su ideales al realitate : zijn idealen aan de werkelijkheid toetsen
confrontar /v/ : vergelijken (van teksten, etc.)
confrontar, ~ un copia con le original : een copie met het origineel vergelijken
confrontar, ~ le declarationes de un persona con su scriptos : een copie met het origineel vergelijken
confunder /v/ : (ver)mengen, verenigen, doen samenvallen, bijeenvoegen
confunder, le fluvios confunde lor aquas : de rivieren stromen samen
confunder /v/ : verwarren, verwisselen, door elkaar halen
confunder, ~ duo cosas : twee dingen met elkaar verwisselen
confunder, vos le confunde con su fratre : U verwart hem met zijn broer
confunder, ~ le cosas : de boel in het honderd sturen
confunder /v/ : weerleggen, in het nauw drijven, tot zwijgen brengen, ontmaskeren
confunder /v/ : in verwarring brengen, verbluffen, versteld doen staan, verbijsteren
conjectura /sub/ : gissing, vermoeden, veronderstelling, hypothese
conjectura, facer ~s : naar iets raden
conjectura, lassar se guidar per ~s : op vermoedens afgaan
conjectura, perder se in ~s : zich in gissingen verliezen, maar in het wilde weg raden
connecter /v/ : aansluiten, verbinden, verenigen, aaneenschakelen, inschakelen
connecter, iste factos es strictemente connectite : deze feiten zijn nauw met elkaar verbonden
connecter, ~ le salarios al index (index)/indice (indice) de precios : de lonen koppelen aan de prijsindex
connecter, ~ al terra : aarden
connecter, ~ le radio : de radio aanzetten
connecter, ~ le television : de televisie aanzetten
connecter, ~ le luce/lumine : het licht inschakelen/aandoen
connecter, ~ le alarma : het alarm inschakelen/aanzetten
connecter, ~ un casa al rete de gas : een huis op het gasnet aansluiten
connecter, ~ al rete de television per cablo : op het kabelnet aansluiten
connecter, esser connectite al monitor : aan de monitor liggen
connexion /sub/ : samenhang, verband, verbinding
connexion, ~ ferroviari : spoorverbinding
connexion, ~ aeree : vliegverbinding
connexion, ~ inter (inter) le ripas : oeververbinding
connexion, ~ causal : oorzakelijk verband
connexion, ~ inter (inter) le factos : verband tussen de feiten
connexion, ~ del salarios al index (index)/indice (indice) de precios : koppeling van de lonen aan de prijsindex
connexion /sub/ : ELECTRICITATE aansluiting, schakeling
connexion, puncto de ~ : contact/aansluitpunt
connexion, schema de ~ : schakelschema
connexion, cassa de ~es : schakelkast
connexion, rete de ~ : koppelnet
connexion, ~ de altoparlator : luidsprekeraansluiting
connexion, ~ provisori/provisional : noodaansluiting
connexion, ~ in serie : serieschakeling
connexion, ~ bifurcate : gaffelverbinding
conscie /adj/ : bewust
conscie, ~ de : bewust van
conscie, ~ del proprie valor : zelfbewust
conscie, ~ de haber peccate : schuldbewust
conscie, ~ de se mesme : zelfbewust
conscie, esser plenmente ~ de : zich ten volle bewust zijn van
consciente /adj/ : (zelf)bewust, besef hebbend
consciente, ~ de culpa : schuldbewust
consciente, ~ del problemas del ambiente (ecologic) : milieubewust
consciente, esser plenmente/perfectemente ~ de : ten volle bewust zijn van
consciente, esser ~ del necessitate de un cosa : de noodzaak van iets inzien
conscientia /sub/ : bewustzijn, bewustheid, besef
conscientia, ~ de su (del) proprie valor : zelfbewustzijn
conscientia, ~ de se mesme : zelfbewustzijn
conscientia, ~ de culpabilitate/de culpa : schuldbesef
conscientia, ~ de classe : klassebewustzijn
conscientia, ~ del realitate : werkelijkheidsbesef
conscientia, ~ linguistic : taalbewustzijn
conscientia, ~ del deber : plichtsbesef
conscientia, limine de ~ : bewustzijnsdrempel
conscientia, contento del ~ : bewustzijnsinhoud
conscientia, nivello de ~ : bewustzijnsniveau
conscientia, structura del ~ : bewustzijnsstructuur
conscientia, stato del ~ : bewustzijnstoestand
conscientia, limitation del ~ : bewustzijnsvernauwing/verenging
conscientia, con plen ~ : willens en wetens
conscientia, prender ~ de un cosa : zich iets bewust worden
conscientia, prisa de ~ : bewustwording
conscientia, perder ~ : het bewustzijn verliezen
conscientia /sub/ : geweten
conscientia, caso de ~ : gewetenszaak
conscientia, drama de ~ : gewetensdrama
conscientia, tortura del ~ : gewetenskwelling
conscientia, libertate de ~ : gewetensvrijheid, geloofsvrijheid
conscientia, voce del ~ : stem van het geweten
conscientia, sin ~ : gewetenloos
conscientia, objection/scrupulo de ~ : gewetensbezwaar
conscientia, examine de ~ : gewetensonderzoek
conscientia, ~ stricte : nauwgezet/streng geweten
conscientia, ~ cargate : bezoedeld/belast geweten
conscientia, ~ maculate : bevlekt geweten
conscientia, ~ artistic : artistiek geweten
conscientia, remorso de ~ : gewetenswroeging
conscientia, objector de ~ : dienstweigeraar
conscientia, facer tacer le (voce del) ~ : zijn geweten sussen
conscientia, cargar le ~ : het geweten belasten
conscientia, pesar super (super) le ~ : het geweten belasten
conscientia, discargar le ~ : alles opbiechten
conscientia, non haber ~ : gewetenloos zijn
conscientia, liberar su ~ : zijn geweten ontlasten
conscientia, quietar/tranquillisar/appaciar su ~ : zijn geweten geruststellen
conscientia, haber le ~ tranquille/in pace : een gerust geweten hebben
conscientia, non esser in pace con su ~ : met zijn geweten overhoop liggen
conscientia, transiger con su ~ : het met zijn geweten op een akkoordje gooien
conscientia, violentar su ~ : zijn geweten geweld aandoen
conscientia, contra le proprie ~ : tegen beter weten in
conscientia, haber le ~ elastic, esser large de ~ : een ruim geweten hebben
conscientia, io agera secundo mi ~ : ik zal naar eer en geweten handelen
conscientia, sequer (le dictamine de) su ~ : zijn eigen geweten volgen
consentir /v/ : toestaan, goedkeuren, instemmen (met)
consentir, ~ un presto a un persona : iemand een lening verstrekken
consequente /sub/ : MATHEMATICA tweede term van een evenredigheid
consequente /sub/ : PHILOSOPHIA tweede propositie (van een redenering)
consequente, per ~ : dientengevolge, derhalve, bijgevolg
consequente /adj/ : daaruitvolgend, voortvloeiend (uit)
consequente, le dispositiones ~ : de daaruit voortvloeiende bepalingen
consequente /adj/ : logisch, zich zelf blijvend, consequent
consequente, rationamento ~ : consequente redenering
consequente, esser ~ in su actiones : consequent handelen
consequentia /sub/ : gevolg, effect, uitwerking, resultaat, consequentie
consequentia, ~ juridic : rechtsgevolg
consequentia, isto pote haber ~s de grande portata : dit kan verstrekkende gevolgen hebben
consequentia, grave ~s : ernstige gevolgen
consequentia, ~s perniciose : kwalijke gevolgen
consequentia, esser de ~ : belangrijk zijn
consequentia, io agera (agera) in ~ : ik zal me daarnaar richten
consequentia, render un persona responsabile del ~s : iemand voor de gevolgen aansprakelijk stellen
consequentia, non poter previder le ~s : de gevolgen niet kunnen overzien
consequentia, ~ inevitabile : onvermijdelijk/noodwendig gevolg
consequentia, in ~ : dienovereenkomstig, in overeenstemming daarmee, dientengevolge
consequentia, in ~ de : ingevolge, tengevolge, overeenkomstig, als gevolg van
consequentia, haber como ~ : ten gevolge hebben
consequentia /sub/ : gevolgtrekking, conclusie
conservar /v/ : (be)houden, bewaren, in stand houden
conservar, ~ un monumento : een monument in stand houden
conservar, ~ su calma : zijn kalmte bewaren
conservar, ~ le patientia : het geduld bewaren
conservar, ~ le innocentia : de onschuld bewaren
conservar, ~ le sperantia : de hoop niet opgeven
conservar, ~ su posto : zijn betrekking behouden, aanblijven
conservar, ~ in honor : in ere houden
conservar, ~ le titulo : de titel houden
conservar, persona ben conservate : goed geconserveerd iemand
conservar /v/ : conserveren (levensmiddelen), houdbaar maken, verduurzamen
conservar, ~ in glacie : in ijs bewaren
conservar, ~ fructos : vruchten houdbaar maken
conservar, iste fructos non se conserva : deze vruchten kun je niet goedhouden
conservar, le frigido conserva le alimentos : door koude blijven levensmiddelen langer goed
considerabile /adj/ : groot, enorm, aanzienlijk
considerabile, summa ~ : enorm geldbedrag
considerabile, valor ~ : aanzienlijke waarde
considerabile, augmento ~ : flinke toeneming
considerabile, perditas (perditas) ~ : beduidende verliezen
considerabile, in mesura ~ : in aanzienlijke mate
considerabile /adj/ : invloedrijk, aanzienlijk, belangrijk, gewichtig
considerabile, homine ~ : belangrijk man
considerar /v/ : beschouwen, overwegen, achten, (af)wegen, nagaan
considerar, ~ le pro e le contra : het voor en tegen (tegen elkaar) afwegen
considerar, ~ le consequentias : de consequentias onder ogen zien
considerar, ~ como : beschouwen als
considerar, ~ necessari : het nodig achten
considerar, meritar esser considerate : overweging verdienen
considerar, io le considera culpabile : ik acht hem schuldig
considerar, on le considera como un experto : men houdt hem voor een deskundige
considerar, puncto a ~ : punt van overweging
considerar, non ~ un cosa : iets buiten beschouwing laten
considerar, considerate le circumstantias : de omstandigheden in aanmerking genomen
considerar, toto ben considerate : alles wel beschouwd
considerar, superficialmente considerate : oppervlakkig beschouwd
considerar, considerante que : overwegende dat
considerar /v/ : (hoog)achten, waarderen, hoogschatten, met eerbied behandelen
consiliar /v/ : aanraden, raadgeven, adviseren
consiliar, precio consiliate : adviesprijs
consiliar, velocitate consiliate ~ : adviessnelheid
consilio /sub/ : raad, raadgeving, advies
consilio, ~ judiciose : verstandige raad
consilio, per ~ de : op aanraden van
consilio, peter/demandar ~ : advies vragen
consilio, prender ~ de un persona : iemand om raad/advies vragen, iemand raadplegen
consilio, adjutar un persona per su ~s : iemand met raad ter zijde staan
consilio, acceptar un ~ : een raad aannemen
consilio, rejectar un bon ~ : een goede raad in de wind slaan
consilio, le tempore porta ~ : komt tijd, komt raad
consilio /sub/ : raad(sorgaan), raadsvergadering
consilio, ~ de regentia : regentschapsraad
consilio, ~ de tutela : voogdijraad
consilio, ~ electoral : kiesraad
consilio, ~ federal : bondsraad
consilio, ~ de labor/de travalio : arbeidsraad
consilio, ~ del fabrica : fabrieksraad
consilio, ~ del partito : partijraad
consilio, ~ de disciplina : tuchtraad
consilio, ~ del universitate : universiteitsraad
consilio, Consilio de Stato : Raad van State
consilio, Consilio de Securitate : Veiligheidsraad
consilio, Consilio de Europa : Raad van Europa
consilio, Consilio Europee (Europee) pro le Recerca Nuclear (CERN) : CERN
consilio, ~ mundial : wereldraad
consilio, Consilio Mundial del Ecclesias : Wereldraad van Kerken
consilio, Consilio del Tumultos : Raad van Beroerten
consilio, Consilio de Protection de Minores : Raad voor de Kinderbescherming
consilio, ~ consultative : adviesraad
consilio, ~ consultative de quartiero : wijkraad
consilio, ~ de inspection/vigilantia : raad van toezicht
consilio, ~ del radiodiffusion (e del television) : omroepraad
consilio, ~ municipal/communal : gemeenteraad
consilio, reunion del ~ municipal/communal : gemeenteraadsvergadering
consilio, election del ~ municipal/communal : gemeenteraadsverkiezing
consilio, ~ regional : streekraad
consilio, ~ de genitores : ouderraad
consilio, ~ de facultate : faculteitsraad
consilio, ~ del interprisa : ondernemingsraad
consilio, ~ federal : bondsraad
consilio, ~ del corona : kroonraad
consilio, ~ aulic/del corte : hofraad
consilio, ~ del ministros : ministerraad, kabinet
consilio, decision del ~ del ministros : kabinetsbeslissing
consilio, supreme ~ : hoogste raadscollege
consilio, ~ de administration : raad van bestuur/beheer
consilio, ~ de guerra : krijgsraad
consilio, sala de ~ : raadzaal
consilio, assemblea (assemblea) del ~ : raadsvergadering
consilio, camera (camera) de ~ : raadkamer
consister /v/ : bestaan
consister, ~ de : bestaan uit
consister, ~ in : bestaan in
construer /v/ : (op)bouwen, vervaardigen, aanleggen, samenstellen, in elkaar zetten, vormen, construeren
construer, ~ canales : kanalen aanleggen
construer, ~ un via ferree : een spoorweg aanleggen
construer, ~ un dica : een dijk leggen
construer, ~ un ponte : een brug bouwen/slaan
construer, ~ un triangulo : een driehoek construeren
construer, ~ un phrase : een zin vormen
construer, interdiction de ~ : bouwverbod
construer, cooperativa de ~ : bouwvereniging
construer, permisso de ~ : bouwvergunning
construer, arte de ~ : bouwkunde
construer, mania (mania) de ~ : bouwwoede
construer /v/ : afleiden (uit), construeren
contactar : contacteren, contact opnemen met, in contact treden met
contacto /sub/ : contact, (aan)raking, voeling, verbinding, relatie, betrekking
contacto, clave de ~ : contactsleuteltje (van auto)
contacto, puncto de ~ : contactsleuteltje (van auto)
contacto, ~ sexual : geslachtsgemeenschap
contacto, ~ telephonic : telefonisch contact
contacto, colla de ~ : contactlijm
contacto, arco de ~ : beugel (van de tram)
contacto, ~ fugitive : vluchtig contact
contacto, venir in/entrar in ~ con : in contact/aanraking komen met
contacto, prender ~ con un persona : contact met iemand opnemen
contacto, poner/mitter in/un ~ con : in contact/aanraking brengen met
contacto, poner se in ~ con : contact opnemen met
contacto, esser in ~ con : in contact zijn met
contacto, rumper le ~ : het contact verbreken, afzetten (motor)
contacto, establir ~s : connecties aanknopen
contacto, guardar le ~ con un persona, restar/remaner in ~ con un persona, mantener se in ~ con un persona : connecties aanknopen
contacto, lentes a/de ~ : contactlenzen
contacto, superficie de ~ : loopvlak
contacto, ~ glissante : glijcontact, schuifcontact
contacto, ille es inapte al ~ : hij is contactgestoord
contacto, facer ~ : contact maken
contacto, evita le ~ con le pelle : vermijd contact met de huid
contacto, persona con difficultate pro establir ~ : contactgestoord persoon
contacto /sub/ : TECHNICA, ELECTRICITATE schakelaar, contactsluiter
contar /v/ : tellen, rekenen, meerekenen
contar, ~ usque a vinti : tot twintig tellen
contar, ~ quaranta annos : veertig jaar zijn
contar, ~ a su avantage : naar zich toe rekenen
contar, ~ le votos : de stemmen tellen
contar, sin ~ : niet meegerekend
contar, ~ super (super) : rekenen op
contar, le tempore comencia a ~ ora : de tijd gaat nu in
contar, ~ con multe invitatos : op veel gasten rekenen
contar, iste goal (A) non conta : dat doelpunt telt niet
contar, illac un vita human non conta : een mensenleven telt daar niet
contar, nos comencia a ~ desde le prime de maio : wij beginnen te tellen vanaf 1 mei
contar, ~ un persona inter (inter) su amicos : iemand bij zijn vrienden tellen
contar, a ~ de : vanaf
contar /v/ : vertellen, verhalen
contar, ~ un historia : een verhaal vertellen
contar, ~ in detalios : van A tot Z vertellen
contente /adj/ : tevreden, voldaan, blij, vergenoegd
contente, ~ de se ipse/mesme : zelfvoldaan
contento (I) /sub/ : inhoud, grootte, capaciteit
contento (I), forma e ~ : vorm en inhoud
contento (I), ~ de un bottilia : inhoud van een fles
contento (I), ~ de un littera (littera) : inhoud van een brief
contento (I), ~ principal : hoofdinhoud
contento (I), ~ conceptual : begripsinhoud
contento (I), ~ gastric/stomachal/del stomacho (stomacho) : maaginhoud
contento (I), ~ intestinal : darminhoud
contento (I), ~ del conscientia : bewustzijnsinhoud
contento (II) /sub/ : tevredenheid, voldoening, blijdschap
continer /v/ : inhouden, bevatten, omvatten, behelzen, insluiten
continer, iste libro contine cento paginas (paginas) : dit boek telt honderd bladzijden
continer, bullas de gas continite in un liquido : in een vloeistof ingesloten gasbellen
continer /v/ : beheersen, bedwingen, in bedwang houden, tegenhouden
continer, ~ su cholera (cholera)/ira/furor : zijn woede onderdrukken/opkroppen
continer, ~ un surriso : een glimlach onderdrukken
continer, ~ su lacrimas (lacrimas) : zijn tranen verbijten
continer, non ~ su emotion : zijn ontroering niet meer meester zijn
continer, ~ le inimico (inimico) : de vijand tegenhouden
continer, on poteva ~ le incendio : men slaagde erin de brand te lokaliseren
continer, ~ se : zich beheersen, zich inhouden
continuar /v/ : voortzetten, vervolgen, voortduren, doorgaan, aanhouden
continuar, ~ a facer un cosa : iets blijven doen
continuar, ~ le lucta : de strijd volhouden
continuar, le pluvia continua : de regen houdt aan, het blijft regenen
continuar, le session continua : de zitting wordt voortgezet
continuar, ~ su studio(s) : zijn studie voortzetten
continuar, ~ un tradition : een traditie voortzetten
continuar, ~ un linea : een lijn verlengen
continuar, ~ le viage : de reis voortzetten, doorreizen
continuar, ~ le mestiero de su patre : het vak van zijn vader voortzetten
continuar, ~ le marcha : doormarcheren
continuar, ~ a tremular : natrillen
continuar, ~ a sanguinar : nabloeden
continuar, ~ a comburer : nabranden
continuation /sub/ : het voortzetten, het vervolgen, het voortduren, voortzetting, voortduring, vervolg
continuation, in/como ~ de nostre littera (littera) : in aansluiting op onze brief
continue /adj/ : onafgebroken, ononderbroken, voortdurend, aanhoudend, continu
continue, effortio ~ : gestage inspanning
continue, travalio/labor ~ : continu-arbeid
continue, interprisa de travalio/labor ~ : continubedrijf
continue, toalia ~ : handdoek op rol
continue, creation ~ : continue schepping
continue, interruptiones ~ : aanhoudende interrupties
continue, evolution ~ : geleidelijke evolutie
continue, industria ~ : continubedrijf
continue, spectro ~ : continu spectrum
continue, unda ~ : continue golf
continue, currente ~ : gelijkstroom
continue, fraction ~ : kettingbreuk, gedurige breuk
continue, proportion ~ : gedurige evenredigheid
conto /sub/ : het (be)rekenen, berekening, het tellen, telling
conto, corte de ~s : rekenkamer
conto, mitter in ~ : in rekening brengen
conto, io habeva perdite le ~ : ik was de tel kwijt
conto /sub/ : COMMERCIO rekening
conto, libretto de ~ : bankboekje
conto, ~ bancari : bankrekening
conto, ~ postal : postrekening
conto, ~ private : privérekening
conto, ~ impersonal : zakelijke rekening
conto, ~ debitori : debetrekening
conto, ~ de cheques (A) : chequerekening
conto, ~ de sparnios : spaarrekening
conto, ~ de medico : doktersrekening
conto, ~ currente : rekening courant
conto, ~ annual : jaarrekening
conto, ~ del gas : gasrekening
conto, ~ de profitos e perditas (perditas) : winst- en verliesrekening
conto, ~ de depositos (depositos) : depositorekening, depositoconto
conto, extracto de ~ : (bank)afschrift
conto, a ~ de : op rekening van
conto, pro ~ commun : voor gezamelijke rekening
conto, pro ~ proprie : voor eigen rekening
conto, pro vostre ~ e risco : voor uw rekening en verantwoording
conto, aperir un ~ : een rekening openen
conto, cancellar un ~ : een rekening opheffen
conto, controlar/verificar/revisar un ~ : een rekening controleren/nazien
conto, saldar un ~ : een rekening vereffenen
conto, tener ~ de : rekening houden met
conto /sub/ : rekening, verantwoording
conto, render/dar ~ de : rekenschap geven van
conto, non dar se ~ de lo que on ha perdite : niet beseffen wat men heeft verloren
conto, servitor, le ~ (per favor)! : ober, afrekenen!
conto /sub/ : verhaal, vertelling, vertelsel, relaas, verslag
conto, ~ popular : volksverhaal, volksvertelling
conto, ~ facetiose : grappig verhaal
conto, ~ de Natal : kerstverhaal
conto, ~ de phantasmas : spookverhaal
conto, ~ de fees : sprookje
conto, le ~s del mille e un noctes : de vertellingen uit duizend en één nacht
conto, libro de ~s : vertelselboek
conto, collection de ~s : verhalenbundel
conto, cyclo de ~s : verhalencyclus
contra /sub/ : (het) tegen
contra, le pro e le ~ : het voor en het tegen
contra /sub/ : SCHERMA tegenstoot
contra /prep/ : tegen (nabijheid, contact)
contra, lancear un petra ~ un muro : een steen tegen een muur gooien
contra, pulsar le lecto ~ le pariete : het bed tegen de wand duwen
contra /prep/ : tegen, tegenover, in tegengestelde richting, (in ruil) voor
contra, ager ~ su habitude/natura : tegen zijn gewoonte/natuur handelen
contra, le apparentias son ~ me : de schijn is tegen mij
contra, proteger se ~ un attacco : zich tegen een aanval beschermen
contra, ~ omne apparentias illa ha ration : tegen alle schijn in heeft ze gelijk
contra, ir ~ le vento : de wind tegen hebben
contra, combatter ~ : vechten tegen
contra, luctar ~ : strijden tegen
contra, peccar ~ : zich bezondigen aan
contra /adv/ : tegen
contra, esser ~ : tegen zijn
contra, votar ~ : tegen stemmen
contra /adv/ : tegenover, aan de tegenovergestelde zijde
contra /adv/ : daarentegen, integendeel
contrari /adj/ : tegengesteld, in strijd, tegenovergesteld, (tegen)strijdig, (indruisend) tegen
contrari, sentimentos ~ : tegengestelde gevoelens
contrari, con sentimentos ~ : met gemengde gevoelens
contrari, traffico ~ : tegemoetkomend verkeer
contrari, in direction ~ : in tegenovergestelde richting
contrari, interesses ~ : tegengestelde belangen
contrari, ordine/mandato ~ : tegenbevel
contrari, vento ~ : tegenwind
contrari, effecto ~ : tegeneffect
contrari, fortia ~ : tegenkracht
contrari, argumento ~ : tegenargument
contrari, declaration ~ : tegenverklaring
contrari, stipulation/clausula ~ : tegenbeding
contrari, aviso ~ : tegenadvies, tegenbericht
contrari, salvo aviso ~ : behoudens tegenbericht
contrari, isto es ~ a nostre interesses : dit druist tegen onze belangen in
contrari, isto es ~ al veritate : dit is bezijden de waarheid
contrari, ~ al lege : in strijd met de wet
contrari, ~ a mi principios : in strijd met mijn principes
contrari, ~ al regulamento : in strijd met het reglement
contrari, ~ al ration : onverstandig
contrari, dar le voto ~ : tegenstemmen
contrari, esser ~ al expectation : tegenvallen
contrari, esser de opinion ~ : het oneens zijn
contrario /sub/ : tegendeel, tegenovergestelde
contrario, harmonia (harmonia) del ~s : harmonie der tegendelen
contrario, exemplo del ~ : tegenvoorbeeld
contrario, provar/probar le ~ : het tegendeel bewijzen
contrario, tote le ~ de : geheel het tegendeel van
contrario, toto indica le ~ : alles wijst op het tegendeel
contrario, le contrarios se exclude : de tegendelen sluiten elkaar uit
contrario, le exacte ~ : precies het tegenovergestelde
contrario, al ~ : integendeel, daarentegen
contribuer, ~ al successo de un interprisa : bijdragen aan het welslagen van een onderneming
contribuer /(/ : zijn bijdrage/aandeel betalen
contribuer, ~ al costos : bijdragen in de kosten
contribuer /(/ : belasting betalen
contribution /sub/ : bijdrage, aandeel, deelname, medewerking
contribution, apportar su ~ : zijn bijdrage/aandeel leveren, zijn steentje bijdragen
contribution /sub/ : geldelijke bijdrage, contributie
contribution, pagamento de ~ : contributiebetaling
contribution, carta de ~ : contributiekaart
contribution, augmento/augmentation del ~ : contributieverhoging
contribution, reduction del ~ : contributieverlaging
contribution /sub/ : belasting
contribution, ~ ecclesiastic : kerkbelasting
controlar /v/ : controleren, nagaan, toetsen, verifiëren, toezicht houden op, in zijn macht hebben, onder zijn leiding hebben
controlar, ~ le contos : de rekeningen nagaan/nazien
controlar, ~ un facto : een feit verifiëren
controlar, ~ le passaportos : de paspoorten controleren
controlar, ~ le execution del budget : het budget bewaken
controlar, ~ su reactiones : zijn reacties onder controle hebben
controlar, ~ su parolas : zijn tong bewaken
controlar, ~ se : zich beheersen, zich in bedwang houden
controlar, su medico la controla rigorosemente : zij staat onder strenge controle van haar arts
controlo /sub/ : het controleren, het verifiëren, controle, toezicht, opzicht
controlo, ~ del precios : prijscontrole, prijsbeheersing
controlo, ~ medic : medische controle
controlo, ~ de un cassa : kascontrole
controlo, ~ del passaportos : paspoortencontrole
controlo, ~ del billetes : kaartjescontrole
controlo, ~ del stato : staatscontrole
controlo, sub ~ del stato : onder rijkstoezicht
controlo, ~ del nascentias : geboortenregeling/controle
controlo, ~ budgetari/del budget : budgetbewaking
controlo, ~ del creditos (creditos) : kredietbewaking
controlo, ~ technic de auto(mobile)s : autokeuring
controlo, ~ del ballon : balcontrole
controlo, ~ doaner/doanal : douanecontrole
controlo, ~ (de velocitate per) radar : radar(snelheids)controle
controlo, ~ del production : produktiebeheersing
controlo, ~ social : sociale controle
controlo, ~ de paritate : pariteitscontrole
controlo, posto de ~ : controlepost
controlo, loco de ~ : controleplaats
controlo, apparato/instrumento de ~ : controleapparaat/instrument
controlo, gruppo de ~ : controlegroep
controlo, servicio de ~ : controledienst
controlo, systema de ~ : controlesysteem
controlo, camera (camera)/sala de ~ : controlekamer
controlo, lista de ~ : controlelijst
controlo, pannello de ~ : controlepaneel
controlo, turre de ~ : controletoren
controlo, talon de ~ : controlestrook
controlo, medico de ~ : controlearts
controlo, barriera de ~ : controlehek
controlo, horologio de ~ : controleklok
controlo, luce/lumine de ~ : controlelamp/licht
controlo, monstra de ~ : controlemonster
controlo, haber sub ~ : onder controle hebben
controlo, exercer ~ super (super) : toezicht uitoefenen op
controlo, submitter a (un) ~ : aan controle onderwerpen
controlo, perder le ~ de se ipse : de beheersing over zichzelf verliezen
controlo, perder le ~ del volante : de macht over het stuur verliezen
controlo, presentar in caso de ~ : bij controle overhandigen
contunder /v/ : kneuzen, bezeren
conveniente /adj/ : gepast, passend, betamelijk, fatsoenlijk
conveniente, recompensa ~ : passende beloning
convenir /v/ : bijeenkomen, vergaderen
convenir /v/ : het eens zijn (over), het eens worden (over), overeenkomen, afspreken
convenir, precio a ~ : prijs nader overeen te komen
convenir, precio convenite : overeengekomen prijs, prijs volgens afspraak
convenir, al hora convenite : op het afgesproken uur
convenir, isto me conveni meraviliosemente : dat is een kolfje naar mijn hand
conversation /sub/ : gesprek, bespreking, onderhoud, conversatie
conversation, ~ telephonic : telefoongesprek
conversation, ~ animate : levendig gesprek
conversation, ~ aperte : openhartig gesprek
conversation, ~ de tabula : tafelgesprek
conversation, ~ con le vicinos : buurpraatje
conversation, ~es diplomatic : diplomatieke besprekingen
conversation, ~es preliminar : inleidende besprekingen
conversation, sala de ~ : conversatiezaal
conversation, thema de ~ : onderwerp van gesprek
conversation, tono de ~ : conversatietoon
conversation, curso de ~ : conversatiecursus
conversation, esser in ~ con : in gesprek zijn met
conversation, participar al ~ : aan het gesprek deelnemen
conversation, comenciar un ~ : een gesprek beginnen
conversation, alimentar le ~ : het gesprek gaande houden, gesprekstof leveren
conversation, terminar/concluder un ~ : een gesprek afronden
conversation, reprender le ~ : het gesprek weer opnemen
conversation, le ~es ha arrivate a un puncto morte : de besprekingen zijn in het slop geraakt
coperculo /sub/ : deksel, lid
coperculo, ~ del motor : motorkap
coperculo, platto a ~ : dekschaal
coperculo, ~ de pipa : pijpedop
coperculo, ~ de casserola : pandeksel
coperculo, ~ a vite : schroefdeksel
coperculo, ~ a cardine : klapdeksel
coperculo, ~ de coffro/de valise : kofferdeksel
coperculo, paniero a ~s : klepmand
coperculo, sublevar/altiar le ~ : het deksel optillen
coperir /v/ : (be)dekken, bekleden, overtrekken
coperir, ~ un libro : een boek kaften
coperir, ~ un foco : een brand inrekenen
coperir, ~ le expensas : de uitgaven dekken
coperir, ~ le risco : het risico dekken
coperir, ~ le ruito : het lawaai overstemmen
coperir, ~ un distantia : een afstand afleggen
coperir, ~ de papiro mural : behangen
coperir, ~ su nuditate : zijn naaktheid bedekken
coperir, ~ le casserola : het deksel op de pan doen
coperir, le celo se coperi : de lucht betrekt
coperir, ~ se de debitas (debitas) : zich diep in de schulden steken
coperir /v/ : dekken
coperir, ~ le costos : de kosten dekken
coperir, ~ le deficit (deficit) : het tekort dekken
coperir, le assecurantia coperi : le damno(s) de verzekering dekt de schade
coperir /v/ : beschermen, rugdekking geven, dekken
coperir /v/ : ZOOLOGIA dekken
copertura, ~ de lecto : deken (van bed)
copertura, ~ de lana : wollen deken
copertura, ~ wattate : gewatteerde deken
copertura, ~ individual/pro un persona : eenpersoonsdeken
copertura, ~ de viage : reisdeken, plaid
copertura, ~ de cavallo : paardedeken
copertura, ~ de auto(mobile) : autohoes
copertura, titulo de ~ : omslagtitel
copertura, planta de ~ : grondbedekker
copertura, ~ de un quaderno : kaft van een schrift
copertura, mitter in ~ : kaften
copia /sub/ : overvloed, grote hoeveelheid
copia /sub/ : kopie, afschrift, duplicaat, doorslag, afdruk
copia, ~ de un documento : afschrift van een document
copia, ~ authentic : authentiek afschrift
copia, ~ autorisate/legalisate : gewaarmerkt afschrift
copia, ~ verificate : geverifiëerd afschrift
copia, ~ nette/munde : netschrift, net
copia, in duo ~s : in duplo
copia, in duplice (duplice) ~ : in duplo
copia, in tres ~s : in triplo
copia, secundo ~ incluse : volgens ingesloten afschrift
copia, facer dece ~s de un cosa : iets tienvoudig kopiëren
copia /sub/ : kopie, reproductie, imitatie, nabootsing
copia /sub/ : PHOTOGRAPHIA, FILM kopie, afdruk, print
copiar /v/ : kopiëren, overschrijven, afschrijven, een afschrift maken van
copiar, ~ un documento : een document copiëren
copiar, ~ a mano : handmatig copiëren
copiar, ~ a machina (machina) : met de machine copiëren
copiar, ~ per xerox : xeroxen
copiar, tinta de ~ : copiëerinkt
copiar, papiro a/pro ~ : doorslagpapier
copiar, pressa a ~ : kopiëerpers
copiar, machina (machina) a ~ : kopiëermachine
copiar, ~ in quatro exemplares : in viervoud kopiëren
copiar, ~ celatemente : spieken (op school)
copiar /v/ : kopiëren, reproduceren, nabootsen, namaken, naäpen
copiar, ~ un obra de arte : een kunstwerk namaken
copiar, ~ un pictura : een schilderij copiëren
copiar /v/ : PHOTOGRAPHIA afdrukken
corage /sub/ : moed, dapperheid, onverschrokkenheid
corage, ~ heroic : heldenmoed
corage, ~ viril : mannenmoed
corage, acto de ~ : moedige daad
corage, corage! : houd moed!, moed houden!
corage, haber le ~ : het aandurven
corage, prender ~ : moed vatten
corage, dar ~ a : moed geven aan, bemoedigen
corage, mancar de ~ : geen moed hebben
corage, infunder ~ : moed inspreken
corage, insufflar ~ a un persona : iemand moed inblazen
corage, biber pro dar se ~ : zich moed indrinken
corage, reassemblar tote su ~ : al zijn moed verzamelen
coragiose /adj/ : moedig, dapper, onverschrokken
coragiose, resistentia ~ : dappere weerstand
coragiose, monstrar se ~ : zich moedig tonen
coragiose, prender un initiativa ~ : een moedig initiatief nemen
corbe /sub/ : korf, mand
corbe, ~ a papiro : prullemand
corbe, ~ a provisiones : boodschappenmand
corbe, ~ a pan : broodkorf
corbe, ~ de fructos : fruitmand
corbe, ~ de flores : bloemenmand
corbe, fabrication de ~s : mandenmakerij
corbe, tressar ~s : manden vlechten
corbe, tressator de ~s : mandenvlechter
corbe, mitter in un ~ : inkorven
corco /sub/ : kurk (bast van de kurkeik)
corco, placa de ~ : kurkplaat
corco, residuos de ~ : kurkafval
corco, production de ~ : kurkproduktie
corco /sub/ : kurk (stop)
corco, ~ ornamental/decorative : sierkurk
corco, fabrica de ~s : kurkenfabriek
corco, fabricante de ~s : kurkenfabrikant
corco, fabrication de ~s : kurkenfabricage
corda /sub/ : touw, koord, snoer, band, lijn
corda, scala de ~s : touwladder
corda, dansator de ~ : koorddanser
corda, traction/tiro al ~ : touwtrekken
corda, ~ a siccar : drooglijn
corda, ~ de cannabe (cannabe)/cannabis (cannabis) : henneptouw
corda, ~ de papiro : papiertouw
corda, ~ de/pro saltar : springtouw
corda, ~ de remolcage : sleeptouw/kabel
corda, ~ de salvamento : reddingslijn
corda, ~ de arco : boogpees
corda, ~ de campana : klokketouw
corda, ~ tense : strakke koord (voor koorddanser)
corda, ~ laxe : slappe koord
corda, transmission per ~s : snaaroverbrenging
corda, friction del ~ : snaarwrijving
corda, saltar al ~ : touwtje springen
corda, tender un ~ : een touw spannen
corda, distender un ~ : een touw laten vieren
corda, tension de un ~ : spanning van een touw
corda, torquer ~ : touw draaien, touw slaan
corde /sub/ : hart
corde, ~ human : mensenhart
corde, ~ materne/maternal : moederhart
corde, ~ infantil/de infante : kinderhart
corde, ~ de leon : leeuwehart
corde, ~ de auro : hart van goud
corde, ~ de petra : hart van steen
corde, ~ transplantate : ruilhart
corde, ~ artificial : kunsthart
corde, amico (amico) del ~ : boezemvriend
corde, secreto del ~ : hartsgeheim
corde, region del ~ : hartstreek
corde, hypertrophia (hypertrophia)/dilatation del ~ : hartvergroting
corde, musculo de ~ : hartspier
corde, ventriculo del ~ : hartkamer
corde, valvula del ~ : hartklep
corde, spasmo del ~ : hartkramp
corde, arresto del ~ : hartstilstand
corde, maladia (maladia) del ~ : hartkwaal
corde, operation de ~ : hartoperatie
corde, operation a ~ aperte : open hartoperatie
corde, transplantation/graffo del ~ : harttransplantatie
corde, functionamento del ~ : hartwerking
corde, paralyse (paralyse) del ~ : hartverlamming
corde, steatose (-osis (-osis))/adipositate del ~ : hartvervetting
corde, malformation del ~ : hartafwijking
corde, pulsation/battimento del ~ : harteklop
corde, palpitation de ~ : hartklopping
corde, crito de ~ : hartekreet
corde, desiro/desiderio del ~ : hartewens
corde, punction del ~ : hartpunctie
corde, ruptura del ~ : hartscheur
corde, prender a ~ : ter harte nemen
corde, patir del ~ : het aan het hart hebben
corde, de bon ~ : goedmoedig
corde, dur de ~ : hardvochtig
corde, ~ sensibile : gevoelig hart
corde, a ~ tenere : teerhartig
corde, in forma de ~ : hartvormig
corde, sin ~ : harteloos
corde, con le ~ sanguinante : met bloedend hart
corde, al fundo de su ~ : uit het diepst van zijn hart
corde, de tote (le) ~ : van ganser harte
corde, lontan del oculos, lontan del ~ : uit het oog, uit het hart
corde, haber le ~ super le bucca/le labios : het hart op de tong hebben
corde, sequer le voce de su ~ : de stem van zijn hart volgen
corde, parlar al ~ de un persona : tot iemands hart spreken
corde, su ~ batte de gaudio/joia : zijn hart klopt van blijdschap
corde, mi ~ palpitava de desiro : mijn hart popelde van verlangen
corde, mancar de ~ : geen hart hebben
corde, furar le ~ de un persona : iemands hart stelen
corde, iste infante me ha robate le ~ : dit kind heeft mijn hart gestolen
corde, isto non va al ~ del question : dit raakt het hart van de kwestie niet
corde, haber un cosa super (super) le ~ : iets op het hart hebben
corde, le ~ se contrahe : het hart trekt samen
corde, in le ~ del hiberno : in het hartje van de winter
corde, ~ de un malo/pomo : klokhuis van een appel
corio /sub/ : leer
corio, ~ crude/brute : onbewerkt/ruw leer
corio, ~ chromate : chroomleer
corio, ~ grasse : vetleer
corio, de ~ grasse : vetleren
corio, ~ a calceo : schoenleer
corio, ~ de vitello : kalfsleder
corio, ~ de cavallo : paardenleer
corio, ~ de ren : rendierleer
corio, ~ de Russia : juchtleder
corio, ~ artificial : kunstleer
corio, articulos de ~ : lederwaren
corio, fabrica de ~ : lederfabriek
corio, fabricante de ~ : leerfabrikant
corio, fabrication de ~ : leerfabricage
corio, commercio de ~ : lederhandel
corio, carton ~ : leerkarton
corio, residuos de ~ : leerafval
corio, sorta de ~ : leersoort
corio, ~ a affilar/a rasar/a rasorio : scheerriem, aanzetriem
corio, ~ capillute : hoofdhuid
corio, coperte de ~ : met leer bekleed
corio, ligate in ~ : in leer gebonden
corio, tannar ~ : leerlooien
corio, preparar ~ : leer bereiden
corno (I) /sub/ : hoorn (van rund/schaap/geit, etc.), gewei
corno (I), ~ de vacca : koehoorn
corno (I), bestas/bestial a ~s : hoornvee
corno (I), ~ de abundantia : hoorn des overvloeds
corno (I), portar ~s : hoorns dragen, bedrogen worden (als echtgenoot)
corno (I), colpo de ~(s) : stoot met de hoorn(s)
corno (I), ~ a calceos/a scarpas : schoenhoorn
corno (I) /sub/ : hoorn (stof)
corno (I), pectine de ~ : hoornen kam
corno (I), ~ de cervo : hertshoorn
corno (I), ~ artificial/synthetic : kunsthoorn
corno (I) /sub/ : spriet, voelhoorn (van slakken, etc.)
corno (I), ~ de un limace : voelhoorn van een slak
corno (I) /sub/ : BOTANICA spoor
corno (I) /sub/ : MUSICA hoorn
corno (I), ~ basse : bashoorn
corno (I), ~ anglese : Engelse hoorn
corno (I), ~ de chassa : jachthoorn
corno (I), ~ de bruma : misthoorn
corno (I), ~ de appello : roephoorn, signaalhoorn
corno (I), signal del ~ : hoornsignaal
corno (I), sonar le ~ : op de hoorn blazen
corno (I), sonator de ~ : hoornblazer
corno (II) /sub/ : BOTANICA kornoelje
corno (II), ~ albe : witte kornoelje
corno (II), ~ sanguinee : rode kornoelje
corno (II), baca de ~ : kornoeljebes
corno (II), ligno de ~ : kornoeljehout
corpore /sub/ : lichaam, lijf
corpore, parte posterior del ~ : achterlijf
corpore, ~ infantil : kinderlichaam
corpore, ~ san : gezond lichaam
corpore, mente san in ~ san : een gezonde geest in een gezond lichaam
corpore, ~ athletic : atletische lichaamsbouw
corpore, ~ morte : lijk
corpore, ~ astral : astraal lichaam
corpore, ~ vertebral/del vertebra (vertebra) : wervellichaam
corpore, parte del ~ : lichaamsdeel
corpore, parte superior del ~ : bovenlijf
corpore, structura del ~ : lichaamsbouw
corpore, defecto physic del ~ : lichaamsgebrek
corpore, peso del ~ : lichaamsgewicht
corpore, cavitate del ~ : lichaamsholte
corpore, temperatura del ~ : lichaamstemperatuur
corpore, calor del ~ : lichaamswarmte
corpore, culto del/al ~ : lichaamscultus
corpore, peso del ~ : lichaamsgewicht
corpore, guarda de(l) ~ : lijfwacht
corpore, usque a medie ~ : tot aan het middel
corpore, ~ del dica : dijklichaam
corpore, passar super (super) (le ~ de) un persona : iemand overrijden
corpore, un ~ a ~ : een handgemeen
corpore, luctar ~ a ~ : man tegen man vechten
corpore, dar ~ a : gestalte geven aan, verwezelijken
corpore, dar se anima (anima) e ~ a un cosa : zich met hart en ziel aan iets wijden
corpore, esser le duo bracios del mesme ~ : twee handen op een buik zijn
corpore /sub/ : lijf (van kledingstuk), hoofddeel
corpore, ~ de tricot : lijfje van de trui
corpore, ~ del nave : scheepsromp
corpore, ~ del pagina (pagina) : bladspiegel
corpore /sub/ : voorwerp, lichaam, substantie
corpore, ~ del delicto : corpus delicti
corpore, volumine de un ~ : inhoud van een lichaam
corpore, ~ de tres dimensiones : driedimensionaal lichaam
corpore, ~ liquide : vloeistof
corpore, ~ solide : vast lichaam
corpore, ~ inanimate : levenloos ding
corpore /sub/ : corps, groep, college
corpore, ~ diplomatic : corps diplomatique
corpore, ~ inseniante/docente/del professores/del institutores : lerarencorps
corpore, ~ de policia (policia) : politiecorps
corpore, ~ consular : corps consulair
corpore, ~ legislative : wetgevend lichaam
corpore, ~ electoral : gezamelijke kiezers, kiezerscorps
corpore, ~ medical : medisch college
corpore, ~ del pumperos : brandweercorps
corpore, spirito (spirito) de ~ : corpsgeest
corpore /sub/ : TYPOGRAPHIA corps
corpulente /adj/ : dik, gezet, zwaarlijvig, corpulent
correcte /adj/ : juist, correct, zonder fouten, nauwkeurig
correcte, phrase ~ : foutloze zin
correcte, attitude ~ : correcte houding
correcte, scriber correctemente : correct schrijven
correcte /adj/ : keurig, net, fatsoenlijk, behoorlijk, beschaafd, correct
correcte, comportamento/conducta ~ : correct gedrag
correcte, pronunciation ~ : beschaafde uitspraak
corriger /v/ : corrigeren, verbeteren, herstellen, rechtzetten
corriger, ~ un observation : een waarneming rechtzetten
corriger, ~ un omission : een verzuim goedmaken
corriger, ~ se : zich beteren, zijn leven beteren
corriger, edition corrigite : verbeterde druk
corriger, liquido a/de ~ : correctievloeistof
corriger /v/ : berispen, straffen
corte /sub/ : binnenplaats, binnenplein, hof
corte, ~ interne/interior : binnenhof, binnenplaats
corte, ~ de ferma : erf (van een boerderij)
corte, ~ de schola/de recreation : speelplaats, schoolplein
corte, ~ de tennis (A) : tennisbaan
corte /sub/ : hof (van vorst), hofhouding
corte, ~ imperial : keizerlijk hof
corte, ~ principesc : prinsenhof
corte, medico del ~ : hofarts
corte, ceremonia del ~ : hofceremonieel
corte, poeta del ~ : hofdichter
corte, dama de ~ : hofdame
corte, vita de ~ : hofleven
corte, festa de ~ : hoffeest
corte, servicio de ~ : hofdienst
corte, favor de ~ : hofgunst
corte, buffon de ~ : hofnar
corte, lucto de ~ : hofrouw
corte, usages del ~ : hofgebruiken
corte, marechal de {sj} ~ : hofmaarschalk
corte, dignitario de ~ : hofdignitaris
corte, cappellano del ~ : hofkapelaan
corte, carrossa del ~ : hofkoets
corte, chronica del ~ : hofkroniek
corte, predicator del ~ : hofprediker
corte, consilio del ~ : hofraad
corte, residentia del ~ : hofstad
corte, stilo del ~ : hofstijl
corte, linguage del ~ : hoftaal
corte, intrigas de ~ : hofintriges
corte, auto(mobile) del ~ : hofauto
corte, facer le ~ a un prince : zijn opwachting maken bij een vorst
corte, presentar se in le ~ : ten hove verschijnen
corte /sub/ : (gerechts)hof
corte, ~ de appello : hof van beroep
corte, ~ de cassation : hof van cassatie
corte, ~ martial : krijgsraad
corte, ~ de contos : rekenkamer
corte, alte ~ de justitia, ~ supreme : hooggerechtshof
corte /sub/ : hofmakerij
corte, facer le ~ a : het hof maken
cortese /adj/ : hoffelijk, beleefd
cortese, roman(ce) ~ : hoofse roman
cortese, poeta ~ : hoofse dichter
cortese, poesia (poesia) ~ : hoofse poëzie
cortese, inclination ~ : hoffelijke buiging
cortese, parolas ~ : hoffelijke woorden
cortese, comportar se cortesemente : zich wellevend gedragen
cortina /sub/ : gordijn, doek (in theater)
cortina, ~ de porta : deurgordijn
cortina, ~ de ducha : douchegordijn
cortina, ~ de fenestra : raamgordijn
cortina, ~ duple : overgordijn
cortina, ~ de bruma : mistgordijn
cortina, ~ de nubes : wolkengordijn
cortina, ~ de pluvia : regengordijn
cortina, ~ de ferro : ijzeren rolluik, POLITICA ijzeren gordijn
cortina, ~ inferior : ondergordijn
cortina, ~ fumigene/de fumo : rookgordijn
cortina, anello a ~ : gordijnring
cortina, rail {e} de ~ : gordijnrail
cortina, latte de ~ : gordijnlat
cortina, frangia de ~ : gordijnfranje
cortina, cordon de ~(s) : gordijnkoord
cortina, obturator a/de ~ : gordijnsluiter, spleetsluiter
cortina, levar le ~ : het gordijn ophalen
cortina, bassar le ~ : het gordijn laten zakken
cortina, clauder le ~s : de gordijnen sluiten
cortina, le ~ se leva : het gordijn gaat op
cortina, le ~ cade : het gordijn valt
cortina /sub/ : FORTIFICATION courtine, gordijn, middenwal tussen twee bastions
cortina /sub/ : ARTE DE CONSTRUER gevel met twee hoekpaviljoens
cosa /sub/ : ding, zaak
cosa, alicun ~ : iets
cosa, altere ~ : iets anders
cosa, le stato del ~s : de stand van zaken
cosa, ~ accessori/secundari/de minor importantia : bijzaak
cosa, ~s de familia : familieaangelegenheden
cosa, le curso/marcha {sj} normal del ~s : de gewone gang van zaken
cosmo /sub/ : kosmos, heelal, universum
cosmo /sub/ : ordelijk geheel, harmonieus geheel
cossino /sub/ : kussen
cossino, ~ de pede : voetkussen
cossino, ~ de sedia : stoelkussen
cossino, ~ pneumatic/de aere : luchtkussen
cossino, ~ magnetic : magneetkussen
cossino, ~ de plumas : verenkussen
cossino, ~ de aqua : waterkussen
cossino, ~ baptismal : doopkussen
cossino, ~ de testa/de capite (capite) : hoofdkussen
cossino, succuter le ~s : de kussens (op)schudden
cossino /sub/ : ZOOLOGIA wilgenhoutvlinder, cossus
costa /sub/ : ANATOMIA rib
costa, ~s false/asternal : valse ribben
costa, ~s ver/sternal : ware ribben
costa, ~s flottante : zwevende ribben
costa, ~ lumbar : lenderib
costa, ~ de porco : varkensrib
costa, ~ de ove : schaperib
costa, ~ de vitello : kalfsrib/cotelet
costa, ~s de bove magre : magere riblappen
costa, ~ de Adam : rib van Adam
costa /sub/ : helling (van een heuvel/weg, etc.)
costa, a medie ~ : halverwege de helling
costa /sub/ : kust, zeekust
costa, ~ marin/de mar : zeekust
costa, ~ septentrional : noordkust
costa, ~ oriental : oostkust
costa, ~ meridional : zuidkust
costa, ~ occidental : westkust
costa, ~ abordabile : toegankelijke kust
costa, typo de ~ : kusttype
costa, section de ~ : kustvak
costa, linea de ~ : kustlijn
costa, defensa del ~s : kustverdediging
costa, Costa del Auro : Goudkust
costar /v/ : kosten
costar, ~ multo : duur zijn
costar, ~ le vita a : het leven kosten aan
costar, ~ nihil (nihil) : niets kosten, gratis zijn
costar, quanto/que costa (isto)? : wat kost dat?
costar, costa lo que costa : het koste wat het koste/wil
costo /sub/ : kosten, prijs
costo, ~s de distribution : distributiekosten
costo, ~s initial : initiële kosten, aanloopkosten
costo, ~s de administration : administratiekosten
costo, ~s de sojorno/de residentia : verblijfkosten
costo, ~s de exploitation : bedrijfskosten
costo, ~s de publicitate : advertentiekosten
costo, ~s de impression : drukkosten
costo, ~s de vita : kosten van levensonderhoud
costo, ~s de processo : proceskosten
costo, ~s de porto : portokosten
costo, ~s de officio/de bureau : bureaukosten
costo, ~s de imballage : verpakkingskosten
costo, ~s de stockage/de magazinage : opslagkosten
costo, ~s de deposito (deposito) : bewaargeld
costo, ~s de reparation : reparatiekosten
costo, ~s de transporto : transportkosten
costo, ~s de calefaction : verwarmingskosten
costo, ~s de construction : bouwkosten
costo, ~s de installation : installatiekosten, plaatsingskosten
costo, ~s de expedition : verzendkosten
costo, ~s de remolcage : sleeploon
costo, ~s de hospitalisation : verpleegkosten (in ziekenhuis)
costo, ~s funerari : begrafeniskosten
costo, ~s de fabrication : fabricagekosten
costo, ~s de production : produktiekosten
costo, ~s de viage : reiskosten
costo, ~s de schola/de scholaritate : schoolgeld
costo, ~s de incassamento : incassokosten
costo, ~s salarial : loonkosten
costo, ~s medical : ziektekosten
costo, ~s judicial : gerechtskosten
costo, ~s extra/additional/supplementari : extrakosten, meerkosten, bijkomende kosten
costo, ~s eventual : eventuele kosten
costo, ~s fixe : vaste kosten
costo, ~s que se accumula : oplopende kosten
costo, excesso de ~s : meerdere kosten
costo, coperir le ~s : de kosten dekken
costo, calcular le ~s : de kosten berekenen
costo, calculo/calculation del ~s : kostenberekening
costo, causar ~s a un persona : iemand op kosten jagen
costo, surveliar le ~s : de kosten bewaken
costo, surveliantia del ~s : kostenbewaking
costo, evalutar le ~s : de kosten ramen/begroten
costo, evalutation del ~s : kostenraming, kostenbegroting
costo, division del ~s : kostenverdeling
costo, compensation del ~s : kostenvergoeding
costo, repartir le ~s : de kosten omslaan
costo, repartition del ~s : omslag van de kosten
costo, restituer le ~s : de kosten terugbetalen
costo, restitution del ~s : terugbetaling van de kosten
costo, a omne/tote ~ : ten koste van alles, tot iedere prijs
costo, a necun ~ : tot geen prijs
costo, a precio de ~ : tegen kostprijs
costo, a ~ de : ten koste van
costo, al ~s del stato : op staatskosten
costo, contribuer/participar al ~s : bijdragen in de kosten
costo, analyse (analyse) (-ysis) del ~s e beneficios/profitos : kosten-batenanalyse
costose /adj/ : duur, kostbaar
costose, viage ~ : dure reis
costose, libros ~ : kostbare boeken
costose, victoria ~ : overwinning die duur betaald is
costose, divertimento ~ : dure liefhebberij
costume /sub/ : gewoonte, gebruik, zede, traditie
costume, usos e ~s : zeden en gebruiken
costume, ~ alimentari : eetgewoonte
costume, ~s barbaric : barbaarse gewoonten
costume, ~s pagan : heidense gebruiken
costume, ~s de un pais : gebruiken van een land
costume, ~ fixe/establite : vaste gewoonte
costume, le fortia del ~ : de macht der gewoonte
costume, corruption/dissolution del ~s : zedenbederf
costume, haber le ~ de facer un cosa : gewoon zijn iets te doen
costume, prender/adoptar/acquirer un ~ : een gewoonte aannemen
costume, iste ~ ha cadite in disuso : die gewoonte is in onbruik geraakt
costume, io non ha le ~ facer ille cosas, isto normalmente non es mi ~ : dat is anders mijn gewoonte niet
costume, facer de un cosa un ~ : van iets een gewoonte maken
costume, le homine es un animal de ~ : de mens is een gewoontedier
costume, (como) de ~, secundo le ~ : zoals gewoonlijk/gebruikelijk, in de regel
costume, mantener/conservar un ~ : een gebruik in ere houden
costume /sub/ : kostuum, pak
costume, ~ feminin : dameskostuum
costume, ~ marin : matrozenpak
costume, ~ tropical : tropenpak
costume, ~ de maritage/de matrimonio : trouwpak
costume, ~ de confection : confectiepak
costume, ~ de carnaval : carnavalspak
costume, ~ de ceremonia : statiekleed
costume, ~ de sport : sportcostuum
costume, ~ de cavalcar : rijkostuum
costume, ~ de banio : zwempak, badpak
costume, ~ de gala : galacostuum
costume, ~ tennistic : tenniskostuum
costume, in ~ de Adam : in Adamskostuum, geheel naakt, in zijn blootje
costume, in ~ de Eva : in haar blootje
coton /sub/ : katoenheester, katoenplant
coton /sub/ : katoen
coton, filo de ~ : katoenen draad
coton, bolla/pelota de ~ : kluwen katoen
coton, stoffa/texito de ~ : katoenen weefsel/stof
coton, filandero/filator de ~ : katoenspinner
coton, filatura/filanderia de ~ : katoenspinnerij
coton, tincturero de ~ : katoenverver
coton, tinctureria de ~ : katoenververij
coton, commercio de ~ : katoenhandel
coton, recolta de ~ : katoenoogst
coton, campo de ~ : katoenveld
coton, oleo de ~ : katoenolie
coton, cultura de ~ : katoenteelt
coton, industria de ~ : katoenindustrie
coton, fabrica de ~ : katoenfabriek
coton, fabricante de ~ : katoenfabrikant
coton, arbusto de ~ : katoenstruik
coton, semine de ~ : katoenzaad
coton, plantation de ~ : katoenplantage
coton, texitor de ~ : katoenwever
coton, corda de ~ : katoentouw
coton, batista de ~ : katoenbatist
coton, villuto/velvet (A) de ~ : katoenfluweel
coton, flanella de ~ : katoenflanel
coton, morcello de ~ : dot watten
coton, precio de(l) ~ : katoenprijs
coton, residuos de ~ : katoenafval
coton, ~ brute/crude : ruwe katoen
coton, ~ purificate : gezuiverde katoen
coton, ~ a/de tricotar : breikatoen
coton, ~ a/de brodar : borduurkatoen
coton, ~ hydrophile/hydrophilic : verbandwatten
crac /sub/ : krak (geluid)
crac /sub/ : (beurs)krach, ineenstorting van de beurs
craccar /v/ : kraken, knappen
craccar, su calceos/scarpas cracca : zijn schoenen kraken
cravata /sub/ : (strop)das
cravata, ~ de lucto : rouwdas
cravata, ~ de smoking : smokingdas
cravata, spinula de ~ : dasspeld
cravata, button de ~ : dasknoop
cravata, pressa pro ~s : dassepers
cravata, nodo/lacio de ~ : strik in stropdas
cravata, nodar un ~ : een das knopen
cravata, poner se/mitter se un ~ : een das omdoen
cravata, facer se le nodo/lacio del cravata : zijn das strikken
crear /v/ : scheppen, creëren, uitvinden, bedenken, oprichten, instellen, in het leven roepen
crear, Deo creava le celo e le terra : God schiep hemel en aarde
crear, ~ empleos (empleos) : arbeidsplaatsen scheppen
crear, ~ besonios : behoeften scheppen
crear, ~ confusion : verwarring stichten
crear, ~ un obra artistic : een kunstwerk scheppen
crear, ~ un institution : een instelling oprichten
crear, ~ un precedente : een precedent scheppen
crear, ~ illusiones : illusies wekken
crear, ~ un familia : een gezin stichten
creatura /sub/ : schepsel
creatura, ~ human : menselijk wezen
creatura, ~ vivente : levend wezen
creder /v/ : geloven
creder, ~ a un cosa : aan iets geloven
creder, ~ in Deo : in God geloven
creder, ~ in un persona : in iemand geloven
creder, ~ in un possibilitate : in een mogelijkheid geloven
creder, facer ~ un cosa a un persona : iemand iets wijs maken
creder /v/ : menen, denken, geloven, houden voor
creder, io crede que Jan es absente : ik geloof dat Jan afwezig is
creder, ~ se : zich beschouwen
creder, ille se crede intelligente : hij denkt (van zichzelf) dat hij intelligent is
creder, ille se crede malade : hij beeldt zich in dat hij ziek is
credito (credito) /sub/ : aanzien, gezag, invloed, krediet
credito (credito), perder su ~ : zijn aanzien/gezag verliezen
credito (credito) /sub/ : COMMERCIO, FINANCIAS krediet
credito (credito), ~ agricole/agricultural : landbouwkrediet
credito (credito), ~ de stato : staatskrediet
credito (credito), ~ commercial : handelskrediet
credito (credito), ~ de disconto : discontokrediet
credito (credito), ~ de importation : importkrediet
credito (credito), ~ bancari/de banca : bankkrediet
credito (credito), ~ supplementari : aanvullend krediet
credito (credito), ~ limitate : beperkt krediet
credito (credito), ~ illimitate : onbepaald/onbeperkt krediet
credito (credito), ~ public : openbaar krediet
credito (credito), ~ permanente : doorlopend krediet
credito (credito), ~ consumptive : consumptief krediet
credito (credito), ~ aperte : open krediet
credito (credito), ~ productive : produktief krediet
credito (credito), ~ familial : gezinskrediet
credito (credito), ~ bancari irrevocabile : onherroepelijk bankkrediet
credito (credito), ~ de transition : overbruggingskrediet
credito (credito), ~ de garantia (garantia) : garantiekrediet
credito (credito), ~ in blanco : blanko krediet
credito (credito), ~ revocabile : herroepbaar krediet
credito (credito), ~ confirmate : geconfirmeerd krediet
credito (credito), merces/mercantias (mercantias) a ~ : goederen op krediet
credito (credito), carta de ~ : credit-card
credito (credito), littera (littera) de ~ : kredietbrief
credito (credito), nota de ~ : creditnota
credito (credito), necessitate de ~ : kredietbehoefte
credito (credito), restriction del ~ : kredietbeperking
credito (credito), surveliator/controlator de ~ : kredietbewaker
credito (credito), surveliantia/controlo de ~ : kredietbewaking
credito (credito), expansion del ~ : kredietexpansie
credito (credito), beneficiario de ~ : kredietnemer
credito (credito), garantia (garantia) de ~ : kredietgarantie
credito (credito), commission de ~ : kredietprovisie
credito (credito), demanda de ~ : kredietaanvraag
credito (credito), transaction de ~ : krediettransactie
credito (credito), volumine de ~ : kredietvolume
credito (credito), systema de ~ : kredietsysteem
credito (credito), banca de ~ agricole : boerenleenbank
credito (credito), institution/establimento de ~ : kredietbank, kredietinstelling
credito (credito), societate de ~s mutue, cooperativa/union de ~ : kredietvereniging
credito (credito), digne de ~ : kredietwaardig
credito (credito), aperir un ~ : een krediet openen
credito (credito), vender a ~ : op krediet kopen
credito (credito), comprar a ~ : op rekening kopen
credito (credito), congelar un ~ : een krediet bevriezen
credito (credito), conceder un ~ a un persona : iemand een krediet verlenen
credito (credito), concession de ~ : kredietverlening/verstrekking
crema /sub/ : room
crema, ~ battite : slagroom
crema, ~ acide : zure room
crema, ~ dulce : zoete room
crema, ~ spisse : dikke room
crema, ~ pro le caffe : koffieroom
crema, butyro (butyro) de ~ : roomboter
crema, gelato a ~ : roomijs
crema, torta a ~ : roomtaart
crema, parte de torta a ~ : (slag)roompunt
crema, cornetta de ~ : roomhoorn
crema, suppa a ~ : roomsoep
crema, sauce (F) a ~ : roomsaus
crema, caseo a/de ~ : roomkaas
crema, caseo de medie ~ : halfvette kaas
crema, color de ~ : roomkleur
crema, de color de ~ : roomkleurig
crema, separation del ~ : roomafscheiding
crema, battitor de ~ : roomklopper, roomklutser
crema /sub/ : roomspijs, vla, etc.
crema, ~ dulce : vla
crema, ~ dulce al citro : citroenvla
crema, ~ dulce al vanilla : vanillevla
crema, ~ dulce al caramello : caramelpudding/vla
crema, ~ dulce al chocolate : chocoladevla
crema /sub/ : crème, zalf, smeer
crema, ~ capillar : haarcrème
crema, ~ pro le pelle : huidcrème
crema, ~ pro le facie : gezichtscrème
crema, ~ antisolar/solar : zonnebrandcrème
crema, ~ depilatori : ontharingscrème
crema, ~ de die/de jorno : dagcrème
crema, ~ de nocte : nachtcrème
crema, ~ a/de/pro rasar/barba : scheercrème
crema, ~ a/de/pro calceos/scarpas : schoencrème/smeer
crema, poner se ~ : crème opdoen
crema, applicar ~ : crème aanbrengen
crema, potto de ~ : pot(je) crème
crema /sub/ : crème (soort likeur)
crema, ~ de cacao : crema de cacao
crema, ~ de vanilla : crema de vanilla
crema /sub/ : beste deel van iets, puikje, bloem
crema, le ~ del nation : de bloem der natie
crema /adj/ : crème (kleur)
crescer /v/ : groeien, wassen, groter worden, toenemen, vermeerderen
crescer, ~ de peso : in gewicht toenemen
crescer, ~ como fungos : als paddenstoelen uit de grond schieten
crescer, le luna cresce : de maan wast
crescer, ~ in estima : in achting stijgen
crescer, ~ in prestigio : in aanzien stijgen
crescer, con le ~ del annos : met het klimmen der jaren
creta /sub/ : krijt
creta, blanc como le ~ : krijtwit
creta, designo per ~ : krijttekening
creta, montania de ~ : krijtberg
creta, montanias de ~ : krijtgebergte
creta, plagia de ~ : krijtstrand
creta /sub/ : krijtje (om mee te schrijven)
creta, ~ de color/colorate : kleurkrijt(je)
creta, cassetta a/pro le ~s : krijtbakje
creta, baston de ~ : krijtje
creta, tracto de ~ : krijtstreep
creta, linea de ~ : krijtlijn
criminal /sub/ : misdadiger, crimineel
criminal, ~ commun : gewone misdadiger
criminal, ~ de guerra : oorlogsmisdadiger
criminal, visage/facie de ~ : misdadigersgezicht
criminal, typo de ~ : misdadigerstype
criminal, milieu (F)/medio de ~es : misdadigersmilieu
criminal, mundo del ~es : misdadigerswereld
criminal, arrestar un ~ : een misdadiger arresteren
criminal, extrader un ~ : een misdadiger uitleveren
criminal /adj/ : misdadig, crimineel
criminal, incendio ~ : brandstichting
criminal /adj/ : strafrechterlijk, crimineel, misdadig
criminal, derecto ~ : strafrecht
criminal, judice (judice) ~ : strafrechter
criminal, processo ~ : strafzaak
criminal, jurisdiction ~ : strafrechtspraak
criminal, legislation ~ : strafwetgeving
criminal, registro ~ : strafregister
criminal, comportamento/conducta ~ : misdadig gedrag
criminal, passato ~ : misdadig verleden
criminal, practicas ~ : misdadige praktijken
crimine /sub/ : misdaad, misdrijf
crimine, ~ perfecte : perfecte misdaad
crimine, ~ capital : halsmisdaad
crimine, ~ politic : politieke misdaad
crimine, ~ contra le mores : zedenmisdrijf
crimine, ~ contra le securitate del stato : misdrijf tegen de veiligheid van de staat
crimine, ~ contra le ambiente (ecologic) : milieudelict
crimine, ~ de guerra : oorlogsmisdaad
crimine, ~ abominabile/horrende : afschuwelijke/gruwelijke misdaad
crimine, ~ passional : "crime passionnel", moord uit jaloezie voortkomend
crimine, ~ organisate : georganiseerde misdaad
crimine, committer/perpetrar un ~ : een misdaad bedrijven/begaan
critar /v/ : schreeuwen, gillen, krijsen, roepen
critar, ~ un ordine : een bevel schreeuwen
critar, ~ forte : hard schreeuwen
critar, ~ de dolor : schreeuwen van pijn
critar, ~ vengiantia : om wraak roepen
critar, ~ como un follo : schreeuwen als een gek
critar, ~ del tectos/super (super) omne tectos : van de daken schreeuwen
critar, ~ al foco : brand roepen
critar, ~ adjuta/al succurso : om hulp roepen
critar, ~ victoria : victorie kraaien
critica /sub/ : LITTERATURA ARTE kritiek, kritische studie, recensie, bespreking
critica, ~ de arte : kunstkritiek
critica, ~ cinematographic : filmkritiek
critica, ~ de theatro : toneelkritiek
critica, ~ del biblia : bijbelkritiek
critica, ~ textual/del textos : tekstkritiek
critica, ~ del societate : maatschappijkritiek
critica, ~ del fontes : bronnenkritiek
critica, ~ de detalio : detailkritiek
critica, ~ constructive/positive : opbouwende kritiek
critica, ~ benevolente/indulgente : milde kritiek
critica, ~ disfavorabile : ongunstige kritiek
critica, ~ acute/acerbe : scherpe kritiek
critica, obtener/reciper bon/mal ~s : goede/slechte kritieken krijgen
critica, facer le ~ de un libro : een boek beoordelen
critica /sub/ : kritiek, afkeuring, ongunstige beoordeling
critica, ~ explicite (explicite) : ondubbelzinnige kritiek
critica, ~ vive : felle kritiek
critica, ~ mordace : bijtende kritiek
critica, exercer su ~ super (super) un cosa : kritiek uitoefenen op iets
critica, refutar un ~ : een kritiek verwerpen
critica, acceptar un cosa sin ~ : iets kritiekloos aanvaarden
critica, diriger su ~ verso un cosa : zijn kritiek op iets richten
criticar /v/ : beoordelen, bespreken, recenseren
criticar /v/ : kritiek leveren op, kritiseren
criticar, ~ le governamento : kritiek leveren op de regering
criticar, ~ omne cosa : op alles aanmerkingen maken
crito /sub/ : schreeuw, kreet, gil, uitroep
crito, dar un ~ : een kreet slaken
crito, reprimer un ~ : een kreet onderdrukken
crito, ~ de guerra : oorlogskreet
crito, ~ de angustia/de surprisa/de gaudio/de cholera/de dolor, etc. : oorlogskreet
crito, ~ de alarma : noodkreet
crito, ~ de succurso : hulpkreet
crito, ~ de despero : wanhoopskreet
crito, ~s de succurso/adjuta : hulpgeschreeuw/geroep
crito, ~s hysteric : hysterisch gekrijs
crito, ~ penetrante : doordringende kreet
crito, ~ triumphal/de victoria : zegekreet, overwinningskreet
crito, ~s chaotic : een verward geschreeuw
crito, ~ stridente : gil
croc /sub/ : haak
croc, ~ de remolco : trekhaak (van auto)
croc, ~ de abordage : enterhaak
croc, ~ mural : muurhaak
croc, in forma de ~ : haakvormig
cruce /sub/ : kruis, kruisbeeld, kruisteken, kruisje, erekruis
cruce, ~ funerari : grafkruis
cruce, Cammino de Cruce : Kruisweg, Via Dolorosa
cruce, Cruce Rubie International : Internationale Rode Kruis
cruce, posto de Cruce Rubie : rodekruispost
cruce, bracial de Cruce Rubie : rodekruisband
cruce, infirmera de Cruce Rubie : rodekruiszuster
cruce, ~ de ferro : ijzeren kruis
cruce, ~ de cavallero : ridderkruis
cruce, ~ del merito (merito) : kruis van verdienste
cruce, ~ unciate/gammate : hakenkruis, swastica
cruce, ~ processional : processiekruis, omgangskruis
cruce, ~ triumphal : triomfkruis
cruce, ~ pectoral : borstkruis
cruce, ~ episcopal : bisschopskruis
cruce, ~ grec : Grieks kruis
cruce, ~ celtic : Keltisch kruis
cruce, Cruce del Sud : Zuiderkruis
cruce, grande ~ : grootkruis
cruce, testa o ~ : kruis of munt
cruce, morte/supplicio del ~ : kruisdood
cruce, portamento del ~ : kruisdraging
cruce, descendita (descendita)/deposition del ~ : afneming van het kruis
cruce, procession del ~ : kruisgang
cruce, ligno del ~ : kruishout
cruce, in forma de ~ : kruisvormig
cruce, ecclesia a ~/in forma de ~ : kruiskerk
cruce, clave a ~ : kruissleutel
cruce, sacrificio del ~ : kruisoffer
cruce, puncto in ~ : kruissteek
cruce, portar su ~ : zijn kruis dragen
cruce, facer le signo del ~ : het kruisteken maken
cruce, marcar per un ~ : een kruis zetten bij, aankruisen
cruce, in ~ : kruiselings, gekruist, kruisgewijs
cruce, omne casa ha su ~ : ieder huisje heeft zijn kruisje
cruce, le septe parolas del ~ : de zeven woorden aan het kruis
cruciar /v/ : kruisgewijs plaatsen, kruisen
cruciar, ~ le manos : de handen vouwen
cruciar, ~ le gambas : de benen over elkaar slaan
cruciar, ~ le bracios : de armen over elkaar slaan
cruciar /v/ : tegenkomen, kruisen
cruciar, ~ un reguardo complice (complice) : elkaar veelbetekenend aankijken
cruciar /v/ : BIOLOGIA kruisen (van rassen)
cruciar /v/ : heen en weer varen, kruisen (van oorlogsschepen)
cruciar /v/ : kwellen, pijnigen
crude /adj/ : rauw, ongaar, ongekookt
crude, lacte ~ : rauwe melk, melk zo van de koe
crude, ovo ~ : rauw ei
crude, gambon ~ : rauwe ham
crude, platto ~ : rauwkost
crude /adj/ : onbewerkt, ruw
crude, corio ~ : onbewerkt leer
crude, coton ~ : ruwe katoen
crude, oleo ~ : ruwe olie
crude, sucro ~ : ruwe suiker
crude, le veritate nude e ~ : de naakte waarheid
crude /adj/ : onrijp
cruel /adj/ : wreed, onmenselijk, hard
cruel, actiones ~ : onmenselijke daden
cruel, morte ~ : wrede dood
cruel, lucta ~ : bittere strijd
cuje /pron pers/ : wiens, wier, waarvan
cuje, ~ enumeration esserea (esserea) troppo longe : te veel om op te noemen
cuje, ~ linguage es povre/paupere, de linguage povre/paupere : taalarm
cuje, le femina (femina) ~ filio io cognosce : de vrouw wier zoon ik ken
cuje, le homine a ~ latere Jan es sedite: de man waarnaast Jan zit
cuje, un communitate ~ membros se reuni regularmente : een woongroep waarin regelmatig huisvergaderingen worden gehouden
cuje, un libro ~ autor es incognite (incognite) : een boek waarvan de schrijver onbekend is
cubito (cubito) /sub/ : ANATOMIA ellepijp, ulna
cubito (cubito) /sub/ : elleboog
cubito (cubito), ~ de tennis : tennisarm
cubito (cubito) /sub/ : voorarmslengte, el
culmine /sub/ : hoogste punt, toppunt
culmine, ~ de tecto : nok
culmine, isto es le ~ : dat is het toppunt, dat spant de kroon
culpa /sub/ : schuld, fout, zonde
culpa, consciente de ~ : schuldbewust
culpa, conscientia de ~ : schuldbesef
culpa, complexo de ~ : schuldcomplex
culpa, senso de ~ : schuldgevoel
culpa, a qui es le ~? : wiens schuld is het?
culpa, dar/attribuer le ~ a un persona, jectar le ~ a un persona : iemand de schuld geven
culpa, sin ~, exempte de ~ : schuldeloos
culpabile /adj/ : schuldig, strafbaar, strafwaardig
culpabile, sentir se ~ : zich schuldig voelen
culpabile, render se ~ de un crimine : zich aan een misdaad schuldig maken
culpabile, ~ de homicidio : schuldig aan doodslag
culpabile, le judice (judice) le ha declarate ~ : de rechter heeft hem schuldig verklaard
culpabile /adj/ : zondig, schuldig
culpabile, amor ~ : zondige liefde
culpabile /sub/ : schuldige
culpabile, ~ principal : hoofdschuldige
culpar /v/ : beschuldigen
cultello /sub/ : mes
cultello, ~ a/de carne : vleesmes
cultello, ~ a/de pan : broodmes
cultello, ~ a/de dessert : dessertmes
cultello, ~ a/de fructos : fruitmes
cultello, ~ a/de caseo : kaasmes
cultello, ~ a/de paletta : paletmes
cultello, ~ a/de papiro : papiermes
cultello, ~ de tabula : tafelmes
cultello, ~ de cocina : keukenmes
cultello, ~ de tasca : zakmes
cultello, ~ de hachar : hakmes
cultello, ~ de trenchar : voorsnijmes
cultello, ~ plicante/a resorto : knipmes
cultello, ~ con lamina (lamina) undulate : mes met golfsnede
cultello, ~ Stanley : stanleymes
cultello, ~ dentate : kartelmes
cultello, ~ trenchante {sj}/affilate : scherp mes
cultello, ~ pro vitro : glasmes
cultello, lamina (lamina) de ~ : messenlemmet
cultello, puncta de ~ : mespunt
cultello, vaina de ~ : messchede
cultello, manico de ~ : messenheft
cultello, tiratorio a ~s : messenla
cultello, affilator de ~s : messenslijper (persoon en instrument)
cultello, affilar un ~ : een mes slijpen
cultello, colpo de ~ : messteek
cultello, lanceator de ~s : messenwerper
cultello, occider a colpos de ~ : neersteken, doodsteken
cultello, occider per un colpo de ~ : neersteken, doodsteken
cultello, lima a ~ : mesvijl
cultello, fabrica de ~s : messenfabriek
cultello, fabricate de ~s : messenfabrikant
cultello, fabrication de ~s : messenfabricage
cultello, mitter a un persona le ~ al gurgite (gurgite) : iemand het mes op de keel zetten
cultivar /v/ : bebouwen, verbouwen, kweken, telen
cultivar, ~ cereales : graan(gewassen) verbouwen
cultivar, ~ plantas : planten kweken
cultivar, ~ tomates : tomaten kweken
cultivar, terreno a ~ : bouwland
cultivar /v/ : ontwikkelen, beschaven, scholen, vormen
cultivar, ~ su memoria : zijn geheugen trainen
cultivar, ~ un gusto : een smaak ontwikkelen
cultivar, ~ su voce : zijn stem scholen
cultivar /v/ : onderhouden, in ere houden, cultiveren
cultivar, ~ le amicitate : de vriendschap onderhouden
cumular /v/ : opeenhopen, opeenstapelen, vergaren, cumuleren, overladen
cumular, ~ un persona de honores : iemand met eerbewijzen overladen
cumular, illa cumula tote le (bon) qualitates in se : zij verenigt alle goede eigenschappen in zich
cumulo /sub/ : hoop, stapel
cumulo, ~ de ferralia : oudijzerberg, schroothoop
cumulo, ~ de stercore : mesthoop
cumulo, ~ de ruinas : puinhoop, wrakstukken
cumulo, ~ de immunditias : vuilnis/afvalhoop
cumulo, ~ de cereales : korenmijt
cumulo, ~ de circumstantias adverse : ongelukkige samenloop van omstandigheden
cumulo, ~ de catastrophes (catastrophes) : opeenstapeling van rampen
cumulo /sub/ : METEO stapelwolk, cumulus
cupro /sub/ : koper (metaal)
cupro, ~ rubie/pur : rood koper
cupro, ~ jalne : geel koper, messing
cupro, ~ martellate : gehamerd koper
cupro, mineral de ~ : kopererts
cupro, alligato de ~ : koperlegering
cupro, amalgama (amalgama) de ~ : koperamalgaam
cupro, residuos de ~ : koperafval
cupro, monetas de ~ : kopergeld
cupro, funditor de ~ : kopergieter
cupro, industria del ~ : koperindustrie
cupro, productor de ~ : koperproducent
cupro, production de ~ : koperproduktie
cupro, composito (composito) de ~ : koperverbinding
cupro, sulfato de ~ : kopersulfaat/vitriool
cupro, sal de ~ : koperzout
cupro, filo de ~ : koperdraad
cupro, color de ~ : koperkleur
cupro, de color de ~ : koperkleurig
cupro, mina de ~ : kopermijn
cupro, gravure (F) in ~ : kopergravure
cupro, gravator in ~ : kopergraveur
cupro, precio del ~ : koperprijs
cupro, percentage de ~ : kopergehalte
cupro, ~ in folios : bladkoper
cupro, ~ in barras : staafkoper
cupro, brunir le ~ : koper poetsen
cupro /sub/ : koperblaasinstrument
cura /sub/ : MEDICINA geneeswijze, behandeling, kuur
cura, ~ medic : medische behandeling
cura, ~ thermal : badkuur
cura, ~ solar : zonnekuur
cura, ~ exsudative : zweetkuur
cura, ~ de magrimento : vermageringskuur
cura, ~ hydrotherapic/de aqua : waterkuur
cura, ~ de reposo : rustkuur, ligkuur
cura, ~ de rejuvenescimento : verjongingskuur
cura, ~ sanatorial : kuur in het sanatorium
cura, ~ disintoxicante/de disintoxication/de dishabituation : ontwenningskuur
cura, sequer un ~ de disintoxication : afkicken
cura, facer un ~ : een kuur doen
cura, esser in ~ : onder behandeling zijn
cura, prescriber un ~ : een behandeling voorschrijven
cura /sub/ : zorg
cura, ~ de animas (animas) : zielzorg
cura, ~ materne/maternal : moederlijke zorg
cura, prime/primari ~ : eerste hulp (bij ongelukken), E.H.B.O.
cura, ~s prenatal : prenatale zorg
cura, ~s obstetric : kraamverpleging
cura, ~s postnatal : kraamzorg
cura, ~ a domicilio : thuiszorg
cura, ~ del pelle : huidverzorging
cura, ~ del pedes : voetverzorging
cura, prender ~ del plantas : de planten verzorgen
cura, infante qui require multe ~ : zorgenkind
cura, labor facite con le maxime (maxime) ~ : met de grootste zorg gedaan werk
cura /sub/ : pastoorsambt, pastoorschap
cura /sub/ : pastorie
curar /v/ : MEDICINA behandelen (wond)
curar /v/ : MEDICINA genezen
curar, ~ maladias (maladias) : ziekten genezen
curar, ~ un persona : iemand beter maken
curar /v/ : zorg dragen voor, verzorgen (zieke)
curar, ~ le manos : manicuren
curiose /adj/ : nieuwsgierig, weetgierig
curiose, io es curiose de/pro saper su planos : ik ben benieuwd naar zijn plannen
curiose /adj/ : vreemd, merkwaardig
curiose, ille es un typo ~ : hij is een aparte figuur
curiose, lo que es ~ in iste caso es que : het merkwaardige van dit geval is dat
curiose /adj/ : bezienswaardig
currente /sub/ : stroming, (anque ELECTRICITATE) stroom
currente, ~ de aere (aere) : tocht
currente, un ~ de aere (aere) veni del fenestra : het raam tocht
currente, il ha un ~ de aere (aere) hic : het tocht hier
currente, trovar se/esser in un ~ de aere : op de tocht zitten/staan
currente, protegite contra le ~s de aere (aere) : tochtvrij
currente, ~ de lava : lavastroom
currente, ~ marin/del mar : zeestroming
currente, ~ de refluxo : ebstroom
currente, ~ de pensata/pensamento : denkrichting
currente, ~ contrari/adverse : tegenstroom
currente, fonte de ~ : stroombron
currente, conductor de ~ : stroomgeleider
currente, regulator de ~ : stroomregelaar
currente, colpo de ~ : stroomstoot
currente, transformator de ~ : stroomtransformator
currente, distributor de ~ : stroomverdeler
currente, intensitate de(l) ~ : stroomsterkte
currente, economia (economia) de ~ : stroombesparing
currente, interruption de ~ : stroomstoring
currente, fortia del ~ : sterkte van de stroom
currente, velocitate del ~ : snelheid van de stroom
currente, ~ electric : elektrische stroom
currente, ~ galvanic : galvanische stroom
currente, ~ anodic : anodestroom
currente, ~ continue : gelijkstroom
currente, ~ alternative/alternate : wisselstroom
currente, ~ reactive : reactieve stroom
currente, motor a ~ alternative : wisselstroommotor
currente, ~ biphasate : tweefasenstroom
currente, ~ triphasate/triphase/triphasic : draaistroom
currente, ~ polyphasate : meerfasenstroom
currente, ~ intense/de alte tension : sterkstroom
currente, ~ de basse tension : zwakstroom
currente, ~ de carga : laadstroom
currente, ~ de fuga : lekstroom
currente, perdita (perdita) de ~ : ladingsverlies
currente, ~s atmospheric : luchtstromingen
currente, ~ de marea (marea) : getijstroom
currente, ~ de refluxo : ebstroom
currente, ~ de transversa : dwarsstroom
currente, ~ ascendente : opstijgende luchtstroom
currente, ~ descendente : neergaande luchtstroom
currente, ~ inducite/de induction : inductiestroom
currente, ~ sanguinee : bloedstroom
currente, ~ principal : hoofdstroom (van rivier, ook FIGURATE)
currente, generar ~ : stroom leveren
currente, Currente del Golfo : Golfstroom
currente, con le ~ : stroomafwaarts
currente, contra le ~ : stroomopwaarts
currente, ir contra le ~ : tegen de stroom ingaan
currente, navigar contra le ~ : tegen de stroom opvaren, stroomopwaarts varen
currente, navigar con le ~ : stroomafwaarts varen
currente, remar contra le ~ : tegen de stroom oproeien
currente, sequer le ~ : de stroom volgen
currente, haber le ~ in poppa : de stroom mee hebben
currente, haber le ~ in proa : de stroom tegen hebben
currente, prisa de ~ : stopcontact
currente, interruptor de ~ : schakelaar
currente, collector de ~ : stroomafnemer
currente, esser al ~ : op de hoogte zijn
currente, mitter se al ~ : zich op de hoogte stellen
currente, il ha un panna de ~ : de stroom is uitgevallen
currente /adj/ : stromend
currente, aqua ~ : stromend water
currente, conto ~ : rekening-courant
currente, illa parla currentemente Interlingua : zij spreekt vloeiend Interlingua
currente /adj/ : gangbaar, gewoon
currente, moneta ~ : gangbaar geld
currente, precios ~ : geldende prijzen
currente, problema ~ : veel voorkomend probleem
currente, opinion ~ : heersende mening
currente, moda ~ : heersende mode
currente, parola ~ : gangbaar/gewoon woord
currente, expression ~ : gangbare uitdrukking
currente, articulo ~ : gangbaar/gewild artikel
currente, lingua/linguage ~ : omgangstaal
currente, signification/acception ~ de un parola : gewone betekenis van een woord
currente, como (il) es ~ : zoals gebruikelijk is
currente, pro uso ~ : voor dagelijks gebruik
currente /adj/ : huidig, lopend
currente, anno ~ : lopende jaar
currente, mense ~ : lopende maand
currente, le cinque del ~ : de vijfde dezer/van de maand
currer /v/ : hard lopen, rennen, hollen, lopen
currer, ~ via : wegrennen, weghollen
currer, ~ le mundo : de wereld afreizen
currer, ~ le risco : het risco/de kans lopen
currer, ~ periculo : gevaar lopen
currer, ~ al trotto : harddraven
currer, retornar currente : terugrennen
currer, arrivar currente : komen aanhollen
currer, lassar ~ su imagination : zijn fantasie de vrije loop laten
currer, ~ a su perdita (perdita) : zijn ongeluk tegemoet gaan
currer, le rumor curre que : het gerucht gaat dat
currer, il curre tote sorta/typo de rumores : er gaan allerlei geruchten
cursa /sub/ : het hard lopen, het rennen, het hollen, snelle loop
cursa, passo de ~ : looppas
cursa, al passo de ~ : in looppas
cursa /sub/ : wedloop, wedren, hardrijderij, race
cursa, cavallo de ~ : renpaard
cursa, bicycletta de ~ : racefiets
cursa, auto(mobile) de ~ : race-auto
cursa, moto(r)cyclo/motocycletta de ~ : racemotor
cursa, campo/pista de ~ : raceterrein, renbaan
cursa, ~ de proba/prova : proefrit
cursa, ~ de velocitate : snelheidsrace
cursa, ~ de longe distantia : afstandsrit/loop
cursa, ~ in sacco : het zaklopen
cursa, ~ per elimination : afvalrace
cursa, ~ de auto(mobile)s : autorace
cursa, ~ de side-car (A) : zijspanrace
cursa, ~ de trotto : draverij
cursa, ~ hippic/de cavallos : paardenrennen, harddraverij
cursa, ~s : paardenrennen, harddraverij
cursa, ~s de canes : hondenrennen
cursa, ~ campestre : veldloop
cursa, ~ cyclistic/de bicyclettas/a bicyclettas : wielerwedstrijd
cursa, ~ de montania : bergrit
cursa, ~ contra le horologio : race tegen de klok, tijdrit
cursa, ~ a torchas : fakkelloop
cursa, ~ a/de patines : het hardrijden (op de schaats)
cursa, ~ a/de staffettas : estafetteloop
cursa, ~ de obstaculos : hindernisloop
cursa, ~ a pede : wedloop, hardloopwedstrijd
cursa, ~ a pede a transverso le boscos : bosloop
cursa, ~ a/de/super (super) hagas/sepes/obstaculos/barrieras : hordenloop
cursa, ~ al anello : ringsteken
cursa, ganiar le ~ : de race winnen
cursa, perder le ~ : de race verliezen
cursa /sub/ : rit (met taxi/bus, etc.), tocht, reis
cursa, ~ in taxi : taxirit
cursa, precio del ~ : ritprijs
curso /sub/ : het hard lopen, het rennen, het hollen, snelle loop
curso /sub/ : loop, verloop, (voort)gang, richting
curso, ~ del guerra : verloop van de oorlog
curso, ~ del eventos : loop der gebeurtenissen
curso, ~ del historia : gang van de geschiedenis
curso, ~ del cosas : loop der dingen, gang van zaken
curso, ~ del labores/travalios : loop der werkzaamheden
curso, ~ de un maladia (maladia) : verloop van een ziekte
curso, ~ del stellas : beweging van de sterren
curso, ~ de su pensatas/pensamentos : loop van zijn gedachten
curso, ~ de aqua : waterloop
curso, ~ del Rheno : loop van de Rijn
curso, ~ inferior : benedenloop (van rivier)
curso, ~ superior : bovenloop (van rivier)
curso, viage de longe ~ : zeereis
curso, ~ vital/del vita : levensloop
curso, haber ~ : in omloop zijn, in gebruik zijn
curso, in le ~ del anno : in de loop van het jaar
curso, dar libere ~ a : de vrije loop laten aan, botvieren
curso, sequer su ~ normal : zijn normale verloop hebben
curso, lassar un cosa sequer su ~ : iets op zijn beloop laten
curso /sub/ : cursus, college, leergang, les(sen), leerjaar, studiejaar
curso, sequer un ~ : een cursus volgen
curso, ~ intensive/fulmine/accelerate : spoedcursus, stoomcursus
curso, ~ elementari : basiscursus
curso, ~ de lingua : taalcursus
curso, ~ de Interlingua : Interlingua-cursus
curso, ~ de designo : tekencursus
curso, ~ preparatori : opleidingscursus
curso, ~ complementari : vervolgcursus
curso, ~ per correspondentia : schriftelijke cursus
curso, ~ de cocina : kookcursus
curso, ~ de dansa : dansles
curso, ~ de canto : zangcursus
curso, ~ de natation : zwemcursus
curso, ~ de musica : muziekcursus
curso, ~ de vacantias : vakantiecursus
curso, ~ de hiberno : wintercursus
curso, ~ estive/de estate : zomercursus
curso, ~ del vespera (vespera)/vespere : avondcursus
curso, ~ de conversation : conversatiecursus
curso, ~ a/de suer : naaicursus
curso, ~ polycopiate : collegediktaat
curso, durata/duration del ~ : cursusduur
curso, notas de ~ : collegediktaat
curso, frequentar le ~s universitari : college lopen
curso, diploma de fin de ~ : einddiploma
curso /sub/ : FINANCIAS koers
curso, ~ del dollar : dollarkoers
curso, ~ del auro : goudkoers
curso, ~ monetari : geldkoers
curso, ~ de cambio : wisselkoers
curso, ~ del bursa : beurskoers
curso, nivello del ~s : koersniveau
curso, index (index)/indice (indice) de ~ : koersindex
curso, differentia de ~ : koersverschil
curso, invariabilitate del ~s : koersvastheid
curso, movimento del ~s : koersbeweging
curso, ~ del mercato : marktkoers
curso, ~ del die : dagkoers
curso, ~ de apertura : openingskoers, beginkoers
curso, le ~s monta : de koersen stijgen
curso, le ~s bassa/cade : de koersen dalen
curso, notar le ~s : de koersen noteren
curte /adj/ : kort
curte, ~ introduction : korte/beknopte inleiding
curte, haber le/esser de memoria ~ : kort van memorie zijn, vergeetachtig zijn
curte, haber le vista ~ : 1. kortzichtig zijn, 2. bijziend zijn
curte, haber le sufflo/le respiration ~, esser curte de halito (halito) : kortademig zijn
curte, esser ~ de gambas : korte benen hebben
curte, esser ~ de moneta : krap bij kas zijn
curte, ~ de intelligentia : beperkt (van verstand), vrij dom
curte, ~ de vista : bijziend
curte, ~ circuito (circuito) : kortsluiting RADIO
curte, unda ~ : korte golf
curte, secar ~ : kort/bruusk afbreken
curte, facer un somno ~ : een dutje doen
curte, esser breve e ~ : het kort maken
curte, a ~ termino (termino) : op korte termijn
curte, de ~ durata/duration : van korte duur
curva /sub/ : MATHEMATICA etc., kromme lijn, kromme, curve, kromming, bocht
curva, ~ de temperatura : temperatuurcurve
curva, ~ interior : binnenbocht
curva, ~ exterior : buitenbocht
curva, ~ duple : dubbelkromme
curva, ~ cubic : derdemachtskromme
curva, ~ parallel : parallelkromme
curva, ~ tangente : raakkromme
curva, ~ cycloidal : cycloïdale kromme
curva, ~ asymptotic : asymptotische kromme
curva, ~ hyperbolic : hyperbolische kromme
curva, ~ spatial : ruimtelijke kromme
curva, ~ plan : vlakke kromme
curva, ~ characteristic : karakteristieke kromme
curva, ~ nulle : nulkromme
curva, ~ catenari : kettinglijn
curva, ~ vital : levenscurve
curva, ~ de magnetisation : magnetiseringskromme
curva, ~s geotropic : geotropische krommingen
curva, ~ de crescentia : groeicurve
curva, ~ del cammino : bocht in de weg
curva, ~ sin visibilitate : onoverzichtelijke bocht
curva, ~ periculose : gevaarlijke bocht
curva, ~ in S : S-bocht
curva, curva ~ : ruimtekromme
curva, entrar in un ~ : een bocht ingaan
curva, prender le ~ troppo large : de bocht te ruim nemen
curvar /v/ : buigen, ombuigen, krommen, krom maken
curvar, ~ le dorso : de rug krommen
curvar, dorso curvate : kromme rug
curvar, pincia(s) a ~ : buigtang
curvar, ~ se : bukken
curvar, ir/marchar {sj} curvate : gebogen lopen
cute /sub/ : huid
cute, ~ anserin : ganzevel
dama /sub/ : dame, vrouw van standing
dama, ~ de honor : hofdame, eredame
dama, ~ de corte : hofdame
dama, ~ de compania : gezelschapsdame
dama /sub/ : (JOCO DE DAMAS) dam
dama, joco de ~s : damspel
dama, jocar al ~s : dammen
dama, tabuliero de ~s : dambord
dama, problema de ~s : damprobleem
dama, facer un ~ : een dam maken
dama, prisa per le ~ es obligatori : damslag gaat voor
dama /sub/ : CHACO dame, koningin
damno /sub/ : schade, beschadiging, nadeel, averij
damno, ~(s) insignificante : geringe schade
damno, ~(s) irreparabile : onherstelbare schade
damno, ~(s) eventual : eventuele schade
damno, ~(s) incalculabile : onberekenbare schade
damno, ~(s) material : materiële schade
damno, ~(s) immaterial : immateriële schade
damno, ~(s) de guerra : oorlogsschade
damno, ~(s) al motor : motorschade
damno, ~ moral : geestelijke schade
damno, facer/causar/originar/occasionar ~(s) : schade aanrichten
damno, suffrer ~(s) : schade lijden
damno, evalutar le ~(s) : de schade taxeren
damno, ~(s) de foco/causate per le foco : brandschade
damno, ~(s) de gelo/causate per le gelo : vorstschade
damno, ~(s) de grandine/causate per le grandine : hagelschade
damno, ~(s) causate per le tempesta : stormschade
damno, ~(s) de ruptura : breekschade
damno, extension del ~(s) : omvang van de schade
damno, servicio del ~s : schadeafdeling
damno, qual ~! : wat jammer!
dansa /sub/ : het dansen, dans
dansa, ~ macabre/del morte : danse macabre, dodendans
dansa, ~ guerrier : oorlogsdans, krijgsdans
dansa, ~ popular/folkloric : volksdans
dansa, ~ choral : koordans, reidans
dansa, ~ del ventre : buikdans
dansa, ~ classic : klassieke dans
dansa, ~ polonese : Poolse dans
dansa, ~ de Sancte Vito : Sint Vitusdans
dansa, ~ de character (character) : karakterdans
dansa, ~ a/in tres tempores : dans in driekwartsmaat
dansa, arte del ~ : danskunst
dansa, facer un ~ del ventre : buikdansen
dansa, curso de ~ : danscursus, dansles
dansa, local de ~ : dansgelegenheid
dansa, pista de ~ : dansvloer
dansa, maestro de ~ : dansleraar
dansa, musica de ~ : dansmuziek
dansa, schola de ~ : dansschool
dansa, sala de ~ : danszaal
dansa, passo de ~ : danspas
dansa, figura de ~ : dansfiguur
dansa, orchestra de ~ : dansorkest
dansa, scarpa de ~ : dansschoen
dansa, scarpetta de ~ : dansschoentje
dansa, festa de ~ : dansfeest, bal
dansa, partner (A) de ~ : danspartner
dansar /v/ : dansen
dansar, invitar a ~ : ten dans vragen
dansar, ille dansa magnificamente : hij danst voortreffelijk
dar /v/ : geven, schenken, verlenen
dar, ~ un banchetto : een banket geven
dar, ~ un curso : een cursus geven
dar, ~ lectiones de Interlingua : les in Interlingua geven
dar, ~ conto de : rekenschap geven van
dar, ~ le cartas : kaartgeven
dar, ~ le alarma : alarm slaan
dar, ~ le tono : de toon aangeven
dar, ~ un colpo de freno : op de rem trappen
dar, ~ un colpo de spongia : de spons halen over
dar, ~ le parola a : het woord geven aan
dar, ~ chaco : schaak zetten
dar, ~ lustro a : opluisteren
dar, ~ corage : moed geven
dar, ~ le bon exemplo : het goede voorbeeld geven
dar, ~ adjuta : hulp geven/bieden
dar, ~ un festa : een feest geven
dar, ~ prioritate a un cosa : iets voor laten gaan
dar, ~ acceptation : zijn goedkeuring geven, (met iets) instemmen
dar, ~ su dimission : zijn ontslag indienen
dar, ~ in location : verhuren
dar, ~ satisfaction : genoegdoening geven
dar, le fenestra da super le jardin : het raam ziet uit op de tuin
dar, le porta da super (super) le jardin : de deur geeft toegang tot de tuin
dar, date le hora multo avantiate : wegens het vergevorderde uur
dar, date que : gegeven dat, aangenomen dat
data /sub/ : datum
data, ~ de nascentia : geboortedatum
data, ~ previste/limite (limite)/limitar/ultime (ultime) : tijdslimiet, deadline, uiterste (lever)datum
data, ~ de vendita (vendita) : verkoopdatum
data, ~ limite (limite) de vendita (vendita) : uiterste verkoopdatum
data, ~ de clausura : sluitingsdatum
data, ~ de publication : verschijningsdatum
data, le ~ del timbro postal : datum postmerk
data, portar le ~ de : gedateerd zijn op
data, sin ~ : ongedateerd
data, fixar un ~ : een datum vaststellen/afspreken
data, le littera (littera) ha como ~ le 10 de julio : de brief is gedateerd op 10 juli
dato /sub/ : dobbelsteen
dato, jocar al ~s : dobbelen
dato, jocator de ~s : dobbelaar
dato, joco de ~s : dobbelspel
dato, cornetta a ~s : dobbelbeker
dato, jecto de ~s : teerlingsworp
dato /sub/ : gegeven, feit
dato, ~ fundamental/de base : basisgegeven
dato, ~s statistic : statistische gegevens
dato, ~s concrete : harde gegevens
dato, ~s personal : persoonlijke gegevens
dato, ~s plus concrete : nadere gegevens
dato, banca de ~s : bestand (verzameling gegevens)
de /prep/ : (POSSESSION)
de, le libro de Jan : het boek van Jan
de /prep/ : (ORIGINE)
de, pictura de Van Gogh : schilderij van Van Gogh
de, venir ~ Bilthoven : uit Bilthoven komen
de, originari ~ : afkomstig uit
de /prep/ : (CAUSA)
de, morir ~ fame : sterven van honger
de, rubie ~ cholera (cholera) : rood van woede
de /prep/ : (MEDICINA)
de, viver ~ su penna : van zijn pen leven
de, colpo ~ pugno : vuistslag, stomp
de, tiro ~ revolver : revolverschot
de /prep/ : (MESURA)
de, billet ~ cento florinos : briefje van honderd
de /prep/ : (PHYSICAURA)
de, le amor ~ Jan : de liefde van Jan
de, objecto ~ luxo : luxevoorwerp
de, cultello ~ cocina : keukenmes
de, abuso ~ confidentia : misbruik van vertrouwen
de /prep/ : (MATERIAL)
de, ponte ~ ferro : ijzeren brug
de /prep/ : (CONTENTO, QUANTITATE)
de, vitro ~ aqua : glas water
de, litro ~ lacte : liter water
de, pacchetto ~ cigarrettas : pakje sigaretten
de /prep/ : (CONCERNENTE)
de, parlar ~l guerra : over de oorlog spreken
de /prep/ : (SIN TRADUCTION)
de, le mense ~ decembre : de maand december
de /prep/ : (post certe VERBOS ante un INFINITIVO)
de, essayar ~ (trovar) : proberen te (vinden)
de, oblidar ~ (dicer) : vergeten te (zeggen)
de /prep/ : (post certe ADJECTIVOS ante un SUBSTANTIVO)
de, digne ~ (fide) : (geloof)waardig
dea /sub/ : godin
dea, ~ del luna : maangodin
dea, ~ marin/del mar : zeegodin
deber /v/ : moeten, behoren, verplicht zijn
deber /v/ : verschuldigd zijn, schuldig zijn, te danken hebben
deber, ille me debe ancora iste summa : dat geld heb ik nog van hem te goed, ik krijg nog geld van hem
deber /sub/ : plicht, verplichting
deber, ~ de honor : ereplicht
deber, ~ religiose : godsdienstplicht
deber, ~ de christiano : christenplicht
deber, ~ professional : beroepsplicht
deber, ~ militar : krijgsplicht
deber, ~ conjugal : huwelijksplicht
deber, ~ materne/maternal : moederplicht
deber, ~ paternal : vaderplicht
deber, ~ paternal : ouderplicht
deber, ~ fraternal : broederplicht
deber, ~ human : mensenplicht
deber, ~ electoral : stemplicht
deber, ~ statal : staatsplicht
deber, sentimento/senso del ~ : plichtsgevoel
deber, complimento de su ~ : plichtsvervulling
deber, oblido/oblivion de su ~ : plichtsverzaking
deber, fidel a su ~ : plichtsgetrouw
deber, mancar a su ~es : in gebreke blijven
deber, imponer ~es : verplichtingen opleggen
deber, observar su ~es con exactitude : zijn plichten nauwgezet waarnemen
deber, relevar un persona de su ~es : iemand van zijn verplichtingen ontheffen
deber, abandonar/negliger su ~es : zijn plichten verzaken
deber, inobservantia/inobservation del ~es : veronachtzaming van zijn plichten
deber /sub/ : INSENIAMENTO huiswerk
deber, ~ de schola : huiswerk
deber, dar le ~es : huiswerk opgeven
deber, facer le ~es : huiswerk maken
debile /adj/ : zwak, slap, krachteloos
debile, corpore ~ : zwak lichaam
debile, pulso ~ : zwakke pols(slag)
debile, memoria ~ : zwak geheugen
debile, character (character) ~ : zwak karakter
debile, sexo ~ : zwakke geslacht
debile, lumine/luce ~ : zwak licht
debile, puncto ~ : zwak punt
debile, voce ~ : zwakke stem
debile, mercato ~ : zwakke markt
debile, ~ de mente : zwakzinnig
debile, sentir se ~ : zich slap voelen
debita (debita) /sub/ : schuld
debita (debita), ~ de honor : ereschuld
debita (debita), ~ fluctuante/flottante : vlottende schuld
debita (debita), ~ consolidate : geconsolideerde schuld
debita (debita), ~ public : staatsschuld
debita (debita), ~ fiscal : belastingschuld
debita (debita), ~ bancari : bankschuld
debita (debita), ~ hypothecari : hypotheekschuld
debita (debita), ~ de guerra : oorlogsschuld
debita (debita), ~ hereditari : erfschuld
debita (debita), ~ compensabile : compensabele schuld
debita (debita), ~ recovrabile : inbare schuld
debita (debita), ~ sin interesse : renteloze schuld
debita (debita), ~ active : uitstaande schuld
debita (debita), ~ de joco : speelschuld
debita (debita), facer ~s : schulden maken
debita (debita), pagar un ~ : een schuld betalen
debita (debita), extinguer/liquidar/amortisar/compensar un ~ : een schuld vereffenen/afdoen
debita (debita), extinction/amortisation/liquidation de un ~ : (uit)delging van een schuld
debita (debita), cancellar un ~ : een schuld kwijtschelden
debita (debita), contraher/contractar un ~ : een schuld aangaan
debita (debita), lassar ~s : schulden achterlaten
debito (debito) /sub/ : debet, debetzijde, debetpost
debito (debito), ~ e credito (credito) : debet en credit
debito (debito), nota de ~ : debetnota
debito (debito), partita de ~ : debetboeking
debito (debito), columna/colonna de ~ : debetkolom
debito (debito) /sub/ : het verschuldigde
decader /v/ : vervallen, decadent worden, in verval raken, ondergaan, ontaarden, teloorgaan
decader, le Imperio Roman ha comenciate a ~ post le morte de Augusto : vervallen, decadent worden, in verval raken, ondergaan, ontaarden, teloorgaan
dece /sub num card/ : tien
dece, cervo de ~ cornos : tienender
decembre /sub/ : december
decembre, frigido de ~ : decemberkou
decembre, nocte de ~ : decembernacht
decider /v/ : beslissen, een beslissing nemen, beslissend zijn, besluiten, vaststellen, bepalen
decimal /adj/ : decimaal
decimal, systema ~ : decimaal/tientallig stelsel
decimal, fraction ~ : decimale breuk
decimal, numero (numero) ~ : decimaal getal
decimal, logarithmo ~ : decimale logaritme
decimal, classification ~ : decimale classificatie
decimal /sub/ : decimaal
decimal, facer un calculo usque al quinte ~ : tot in vijf decimalen berekenen
decime (decime) /num ord/ : tiende
decime (decime), le ~ parte : het tiende (deel)
decision /sub/ : het beslissen, het besluiten, het bepalen, het vaststellen, beslissing, besluit, vaststelling
decision, prender un ~ : een beslissing nemen
decision, reservar su ~ : in beraad houden
decision, ~ de principio : principebesluit
decision, ~ final/definitive : eindbeslissing
decision, ~ nefaste : rampzalig besluit
decision, ~ irrevocabile : onherroepelijke beslissing
decision, ~ hastive/precipitate/prematurate : overijld besluit
decision, ~ judicial : gerechtelijke beslissing
decision, ~ governamental : regeringsbesluit
decision, ~ de nomination/de appunctamento : benoemingsbesluit
decision, duple ~ del OTAN : NAVO-dubbelbesluit
decision, provocar un ~ : een beslissing uitlokken
decision, executar un ~ : aan een besluit gevolg geven
decision /sub/ : beslistheid, vastberadenheid, resoluutheid
decision, spirito (spirito) de ~ : besluitvaardigheid
declarar /v/ : verklaren, bekend maken, kenbaar maken
declarar, ~ le guerra : de oorlog verklaren
declarar, ~ sub juramento : onder ede verklaren
declarar, ~ su amor : zijn liefde verklaren
declarar, ~ applicabile : van toepassing verklaren
declarar, le tribunal se ha declarate competente : de rechtbank heeft zich bevoegd verklaard
declarar, ~ nulle : nietig verklaren
declarar /v/ : opgeven, aangeven, declareren
declarar, ~ un nascentia : een geboorte aangeven
declarar, ~ al doana : bij de douane aangeven
declarar, ~ se : uitbreken, zich openbaren
declarar, ~ le costos : de (on)kosten declareren
declarar, ~ le expensas de viage : de reiskosten declareren
declarar se /v/ : uitbreken
declarar, un epidemia (epidemia) se declarava : er brak een epidemie uit
declarar, un incendio se declarava : er brak brand uit
defender, ~ le patria : het vaderland verdedigen
defender, ~ un opinion : een mening verdedigen
defender, ~ le interesses de un persona : iemands belangen behartigen
defender, ~ se contra le somno : tegen de slaap vechten
defensa /sub/ : het verdedigen, verdediging, verweer, defensie
defensa, budget (A) de ~ : defensiebegroting
defensa, politica de ~ : defensiebeleid
defensa, le ~s de un citate : de verdedigingswerken van een stad
defensa, linea de ~ : verdedigingslinie
defensa, plano de ~ : verdedigingsplan
defensa, mesura de ~ : verdedigingsmaatregel
defensa, systema de ~ : verdedigingssysteem
defensa, turre de ~ : verdedigingstoren
defensa, guerra de ~ : verdedigingsoorlog
defensa, arma de ~ : verdedigingswapen
defensa, medio de ~ : verweermiddel, afweermiddel
defensa, muro de ~ : verdedigingsmuur
defensa, consilio de ~ : defensieraad
defensa, expensas de ~ : defensieuitgaven
defensa, ~ national : landsverdediging
defensa, ~ antiaeree/contra aviones : luchtverdediging
defensa, ~ antitank : pantserafweer
defensa, ~ costari/litoral/del costas : kustverdediging
defensa, ~ de zona : zonedekking, plaatsdekking
defensa, legitime (legitime) ~ : noodweer
defensa, prender le ~ de un persona : voor iemand in de bres springen
defensa, sin ~ : weerloos
defensa /sub/ : JURIDIC verdediging, advocaat, advocaten
defensa /sub/ : ZOOLOGIA slagtand
defensa, ~ de un elephante : slagtand van een olifant
del : = de + le
delicate /adj/ : verfijnd, fijn, delicaat, subtiel, geraffineerd
delicate, perfumo ~ : geraffineerd parfum
delicate, distinctiones ~ : subtiele verschillen
delicate /adj/ : zacht, teer, fijn, licht
delicate, dentella ~ : fijne kant
delicate, texito/stoffa ~ : fijne stof
delicate /adj/ : fijngevoelig, fijnbesnaard, kies, tactvol, elegant, scrupuleus
delicate, persona ~ : (fijn)gevoelig persoon
delicate, spirito (spirito) ~ : fijnbesnaarde geest
delicate /adj/ : teer, gevoelig, zwak, teer, week, tenger
delicate, sanitate ~ : zwakke gezondheid
delicate, stomacho (stomacho) ~ : zwakke maag
delicate, pelle ~ : gevoelige huid
delicate, infante ~ : teer, zwak kind
delicate /adj/ : netelig, hachelijk, moeilijk, pijnlijk
delicate, question ~ : netelige zaak
delicate, situation ~ : netelige situatie
delicate, operation chirurgic ~ : hachelijke chirurgische ingreep
delicate /adj/ : veeleisend, nauwgezet, kieskeurig, lichtgeraakt
delicate, conscientia ~ : nauwgezet geweten
delicate, pauco/poco ~ in affaires : weinig scrupuleus in zaken
deman /adv/ : morgen
deman, ~ (in le) matino : morgenochtend
deman, ~ (in le) vespere/vespera (vespera) : morgenavond
deman, le die de ~ : de dag van morgen
demanda /sub/ : vraag, verzoek, eis
demanda, formulario de ~ : aanvraagformulier
demanda, procedura/procedimento de ~ : aanvraagprocedure
demanda, facer un ~ : een vraag stellen
demanda, responder a un ~ : op een vraag antwoorden
demanda, ~ insidiose : strikvraag
demanda, ~ de extradition : uitleveringsverzoek
demanda /sub/ : JURIDIC eis, vordering
demanda /sub/ : ECONOMIA vraag
demanda, le offerta e le ~ : vraag en aanbod
demanda, le ~ e le offerta : vraag en aanbod
demanda, le ~ excede le offerta : de vraag overtreft het aanbod
demanda, articulo de multe ~ : gezocht artikel
demanda, le fabrica non pote satisfacer le ~ : de fabriek kan de vraag niet bijhouden
demanda, il ha habite un grande ~ de verduras in conserva : er ontstond een stormloop op blikgroente
demanda, non poter satisfacer le ~ : niet aan de vraag kunnen voldoen
demandar /v/ : vragen, verzoeken
demandar, ~ consilio : advies vragen
demandar, ~ gratia : gratie vragen
demandar, ~ le parola : het woord vragen
demandar, ~ le ration de un insulto : naar de reden van een belediging vragen
demandar, ~ le nomine : (naar) de naam vragen
demandar, ~ le impossibile : het onmogelijke vragen
demandar, precio demandate : vraagprijs
demandar, on vos demanda al telephono : er is telefoon voor U
demandar /v/ : eisen, vorderen
demonstrar /v/ : aantonen, bewijzen
demonstrar, ~ un theorema : een stelling bewijzen
demonstrar, ~ su affection : zijn genegenheid tonen
demonstrar, io demonstrara (demonstrara) que io ha ration : ik zal aantonen dat ik gelijk heb
demonstrar /v/ : demonstreren, een betoging/demonstratie houden
demonstration /sub/ : het aantonen, het demonstreren
demonstration, facer le ~ de un machina (machina) : een machine demonstreren
demonstration, modello de ~ : demonstratiemodel
demonstration, volo de ~ : demonstratievlucht
demonstration, apparato de ~ : demonstratietoestel
demonstration, machina (machina) de ~ : demonstratiemachine
demonstration, material de ~ : demonstratiemateriaal
demonstration, local/sala de ~ : demonstratielokaal
demonstration /sub/ : het bewijzen, bewijs(voering)
demonstration, ~ per le absurdo : bewijs uit het ongerijmde
demonstration /sub/ : uiting, vertoon, demonstratie, betoging
demonstration, ~ de sympathia (sympathia) : blijk van sympathie
demonstration, ~es de amicitate : betuigingen van vriendschap
demonstration, ~ de confidentia : blijk van vertrouwen
demonstration, ~ de gratitude : dankbetuiging
demonstration, ~ de fortia/de poter : machtsvertoon
demonstration, ~ de protesto : protestdemonstratie
demonstration, ~ guerrier : krijgshaftig vertoon
demonstration, ~ politic : politieke demonstratie
demonstration, libertate de ~ : demonstratievrijheid
demonstration, facer/organisar un ~ : een demonstratie organiseren
dense /adj/ : dicht, compact, dik
dense, population ~ : dichte bevolking
dense, bruma/nebula ~ : dichte mist
dense, stilo ~ : beknopte stijl
dense /adj/ : PHYSICA dicht, met hoog soortelijk gewicht
dense, le auro es un materia ~ : goud is een dichte stof
dente /sub/ : ANATOMIA tand, kies
dente, ~ de lacte : melktand
dente, ~ de lacte posterior : melkkies
dente, ~ permanente : blijvende tand
dente, ~ molar : kies, maaltand
dente, ~ incisive : snijtand
dente, ~ angular/canin : hoektand
dente, ~ artificial/posticie/false : valse tand/kies
dente, ~ de avante : voortand
dente, ~ superior : boventand
dente, ~ inferior : ondertand
dente, ~s posticie : valse tanden, kunstgebit
dente, ~ laxe : losse tand
dente, ~ venenose/a veneno : giftand
dente, ~ de squalo : haaientand
dente, ~ de dracon : drakentand
dente, ~ cariate/cariose : rotte kies/tand
dente, mal/dolor de ~s : kiespijn
dente, brossa de ~s : tandenborstel
dente, martello a ~s : klauwhamer
dente, claccamento de ~s : het tandenklapperen
dente, tartaro del ~s : tandsteen
dente, smalt del ~s : tandglazuur
dente, radice de ~ : tandwortel
dente, collo de ~ : tandhals
dente, cavitate in un ~ : gat in een kies
dente, extraction de ~s : het trekken van tanden
dente, sin ~s : tandloos
dente, armate (usque) al ~s : tot de tanden gewapend
dente, brossar se le ~s : zijn tanden poetsen/borstelen
dente, batter le ~s : klappertanden
dente, serrar le ~s : de tanden op elkaar klemmen
dente, monstrar le ~s : zijn tanden laten zien, dreigen
dente, occider per un colpo de ~s/per colpos de ~s : doodbijten
dente, ~ de leon : paardebloem
dente, colpo de ~s : beet
dente, inter (inter) le ~s : binnensmonds
dente, oculo per/pro oculo, ~ per/pro ~ : oog om oog, tand om tand
dente /sub/ : TECHNICA BOTANICA tand
dente, ~ de un pectine/serra/rota/folio/rastrello, etc. : tand van een kam/zaag/wiel/blad/hark, etc.
dente, rota a ~s : tandwiel/rad
deo, Deo /sub/ : god, God
deo, Deo, le Parola de ~ : Gods Woord
deo, Deo, le Agno de ~ : het Lam Gods
deo, Deo, existentia de ~ : godsbestaan
deo, Deo, concepto/conception de ~ : godsbegrip
deo, Deo, justitia de ~ : gerechtigheid Gods
deo, Deo, tregua/pace de ~ : godsvrede
deo, Deo, judicio de ~ : godsoordeel, godsgericht
deo, Deo, angelo (angelo) de ~ : engel Gods
deo, Deo, digito (digito) de ~ : vinger Gods
deo, Deo, inviato de ~ : godsgezant
deo, Deo, dono de ~ : godsgeschenk
deo, Deo, regno de ~ : godsrijk
deo, Deo, secundo le voluntate de ~ : van Godswege
deo, Deo, statua de ~ : godenbeeld
deo, Deo, alimento del ~s : godenspijs
deo, Deo, commandamentos de ~ : Gods geboden
deo, Deo, le amor de ~ : 1. de liefde tot God, 2. Gods liefde
deo, Deo, prova/proba ontologic del existentia de ~ : ontologisch godsbewijs
deo, Deo, observar le commandamentos de ~ : de geboden van God nakomen
deo, Deo, complir le voluntate de ~ : Gods wil doen
deo, Deo, le mano de ~ : Gods hand
deo, Deo, tribunal de ~ : Gods rechterstoel
deo, Deo, le sanctitate de ~ : de heiligheid Gods
deo, Deo, creder in ~ : in God geloven
deo, Deo, invocar ~ : God aanroepen
deo, Deo, fiducia in ~ : Godsvertrouwen
deo, Deo, comparer ante ~ : voor God verschijnen
deo, Deo, in le nomine de ~ : in godsnaam
deo, Deo, pro le amor de ~ : in godsnaam
deo, Deo, per (le) gratia de ~ : bij Gods gratie
deo, Deo, ~s olympie : olympische goden
deo, Deo, ~ del sol : zonnegod
deo, Deo, ~ del guerra : oorlogsgod
deo, Deo, ~ marin/del mar : zeegod
deo, Deo, ~ tribal : stamgod
deo, Deo, ~ principal/supreme : oppergod
deo, Deo, abandonate de ~ e del homines : van God en iedereen verlaten
deo, Deo, agradabile a ~ : godgevallig
deo, Deo, consecrate a ~ : godgewijd
deo volente /LATINO/ : deo volente, zo god het wil
dependente /adj/ : afhangend, afhankelijk
dependente /adj/ : verslaafd
depender /v/ : afhangen, afhankelijk zijn
depender, isto depende del circumstantias : dit hangt van de omstandigheden af
depost /prep/ : na, sinds, sedert, vanaf
depost /adv/ : daarna, later
depost, ~ que : sinds, vanaf de tijd dat
derecto /sub/ : recht (in vele betekenissen)
derecto, ~ de citatano : burgerrecht
derecto, ~ de traducer/de traduction : vertaalrecht
derecto, ~ de asylo : asielrecht
derecto, ~ de pedage : tolrecht, tolheffing
derecto, ~ de autodetermination : zelfbeschikkingsrecht
derecto, ~ de autor : auteursrecht, copyright
derecto, ~s de autor : royalties
derecto, ~ private : privaatrecht
derecto, de ~ private : privaatrechterlijk
derecto, ~ processual : procesrecht
derecto, ~ administrative : administratief recht
derecto, ~ consultative : adviesrecht
derecto, ~ de association : verenigingsrecht
derecto, ~ de exopero (exopero) : stakingsrecht
derecto, ~ de voto/de votar : kiesrecht, stemrecht
derecto, ~ de transito (transito) : doorvoerrecht
derecto, ~ de pisca : visrecht
derecto, ~ de proprietate/de possession : bezitrecht
derecto, ~ de labor/travalio : arbeidsrecht
derecto, ~ international/del gentes : volkenrecht
derecto, ~ corporative : gilderecht
derecto, ~ criminal/penal : strafrecht
derecto, ~ penal de guerra : oorlogsstrafrecht
derecto, ~ roman : Romeins recht
derecto, ~ civil : burgerlijk recht
derecto, ~ public : publiek recht
derecto, ~ militar : militair recht
derecto, ~ municipal : gemeenterecht
derecto, ~ commercial/mercantil : handelsrecht
derecto, ~ fiscal : belastingrecht
derecto, ~ de option : optierecht
derecto, ~ de preemption : recht van voorkoop
derecto, ~ de exemption : verschoningsrecht
derecto, ~ de reclamationes : klachtrecht
derecto, ~ preferential/de preferentia : voorkeursrecht
derecto, ~ de dissolution : ontbindingsrecht
derecto, ~ de initiativa : recht van initiatief
derecto, ~ de interpellation : recht van interpellatie
derecto, ~ costumari : gewoonterecht
derecto, ~ de visita (visita) : bezoekrecht, omgangsrecht
derecto, ~ de compensation : compensatierecht
derecto, regulamento del ~ de visita : omgangsregeling
derecto, ~s human/del homine : mensenrechten
derecto, ~ humanitari : humanitair recht
derecto, ~s del doana : douanerechten
derecto, ~s de succession : successierechten
derecto, ~ de succession : erfrecht, opvolgingsrecht
derecto, ~ de citate : stadsrecht
derecto, ~ de gratia : recht van gratie
derecto, ~ native : geboorterecht
derecto, ~ divin : goddelijk recht
derecto, ~ canonic/ecclesiastic : canoniek/kerkelijk recht
derecto, ~s inviolabile : onschendbare rechten
derecto, ~ de veto : vetorecht
derecto, ~ de timbro : zegelrecht
derecto, ~s de importation : invoerrechten
derecto, ~s de exportation : uitvoerrechten
derecto, ~ inalienabile : onvervreemdbaar recht
derecto, ~s acquirite : verworven rechten
derecto, ~ non scripte : ongeschreven recht
derecto, ~ de exister/al existentia : bestaansrecht
derecto, ~ del maxime (maxime)/plus forte : recht van de sterkste
derecto, ~ de parlar : recht van spreken
derecto, ~ de votar/de voto : stemrecht
derecto, ~s equal pro le femina (femina) : gelijke rechten voor de vrouw
derecto, stato de ~ : rechtsstaat
derecto, boteca de ~ : rechtswinkel
derecto, equalitate de ~s : gelijkberechtiging
derecto, principio de ~ : rechtsbeginsel
derecto, regula de ~ : rechtsregel
derecto, conception del ~ : rechtsopvatting
derecto, consideration de ~ : rechtsoverweging
derecto, protection de ~s : rechtsbescherming
derecto, evolution/disveloppamento del ~ : rechtsontwikkeling
derecto, scientia del ~ : rechtswetenschap
derecto, sociologia (sociologia) del ~ : rechtssociologie
derecto, abuso de ~ : rechtsmisbruik
derecto, studer/studiar le ~ : rechten studeren
derecto, studio del ~ : studie van het recht, rechtenstudie
derecto, historia del ~ : rechtsgeschiedenis
derecto, restab(i)limento del ~s : rechtsherstel
derecto, violar/infringer ~s : rechten schenden
derecto, esser in su ~ : in zijn recht staan
derecto, ~ de conducer un vehiculo a motor : bevoegdheid om een motorvoertuig te besturen
derecto, contestar un ~ a un persona : iemand een recht betwisten
derecto, facer valer su ~s : zijn rechten doen gelden
derecto, reservate tote le/omne ~s : alle rechten voorbehouden, nadruk verboden
derecto, libere/exempte de ~s : vrij van rechten
derecto, dar ~ a un cosa : recht op iets geven
derecto, que da vos le derecto de parlar assi (assi)? : wat geeft u het recht zo te spreken?
derecto, instruer/informar un persona de su ~s : iemand op zijn rechten wijzen
descender /v/ : naar beneden gaan/komen, dalen, afdalen, neerdalen. (af)zakken, aflopen
descender, ~ le scala : de trap afgaan
descender, ~ del bicycletta : van de fiets stappen
descender /v/ : afstammen (van), afkomstig zijn (van)
describer /v/ : beschrijven, een beschrijving geven van
describer, ~ un paisage : een landschap beschrijven
describer, ~ un cosa in detalio : een zaak uitvoerig beschrijven
describer /v/ : beschrijven (boog, etc.)
describer, ~ un orbita (orbita) circum (circum) le terra : een baan om de aarde beschrijven
describer, le ave describe circulos in le aere : de vogel cirkelt door de lucht
describer, le sinuositates que describe le riviera : de bochten die de rivier beschrijft
description /sub/ : het beschrijven, beschrijving
description, ~ del natura : natuurbeschrijving
description, ~ exhaustive : volledige beschrijving
description, ~ exacte/precise : nauwkeurige beschrijving
description, ~ de un persona : persoonsbeschrijving
description, arte del ~ : beschrijvingskunst
description, facer/dar le ~ de un persona/de un cosa : iemand/iets beschrijven
desde /prep/ : sinds, sedert, vanaf
desde, ~ annos : sedert jaren
desde, ~ su arrivata : sedert zijn aankomst
desde, ~ heri : sinds gisteren
desde, ~ su nascentia : van zijn geboorte af
desde, ~ le infantia : van kindsbeen af
desde, ~ ille momento : van toen af
desde, ~ A usque a Z : van A tot Z
deserto /sub/ : woestijn, woestenij, wildernis, verlaten gebied
deserto, ~ sablose/de sablo/de arena : zandwoestijn
deserto, ~ petrose/roccose : steenwoestijn, rotswoestijn
deserto, ~ salate : zoutwoestijn
deserto, ~ arabic : Arabische woestijn
deserto, flora del ~ : woestijnflora
deserto, planta del ~ : woestijnplant
deserto, vegetation del ~ : woestijnvegetatie
deserto, fauna del ~ : woestijnfauna
deserto, animal del ~ : woestijndier
deserto, habitante del ~ : woestijnbewoner
deserto, vento del ~ : woestijnwind
deserto, confinios del ~ : rand van de woestijn
deserto, viage in le ~ : woestijntocht/reis
deserto, barca/nave del ~ : schip van de woestijn
deserto, predicar in le ~ : voor dove oren preken
designar /v/ : aanduiden, aanwijzen, aangeven
designar, ~ un objecto : een voorwerp aanduiden
designar, ~ nominativemente : met name noemen
designar, ~ un persona per su nomine : iemand bij de naam noemen
designar /v/ : benoemen, aanwijzen, bestemmen
designar, ~ un successor : een opvolger aanwijzen
designar, esser designate como successor : als opvolger aangewezen worden
designar /v/ : tekenen, schetsen, ontwerpen
designar, penna de/pro ~ : tekenpen
designar, papiro de/pro ~ : tekenpapier
designar, tinta de/pro ~ : tekeninkt
designo /sub/ : opzet, algemeen plan, ontwerp
designo /sub/ : motief, patroon, dessin
designo /sub/ : het tekenen, tekenkunst
designo, arte del ~ : tekenkunst
designo, le ~ linear/geometric : het lijntekenen
designo, lection de ~ : tekenles
designo, curso de ~ : tekencursus
designo, sala de ~ : tekenkamer, tekenzaal, tekenlokaal
designo, inseniamento del ~ : tekenonderwijs
designo, schola de ~ : tekenschool
designo, material/articulos de ~ : tekenbehoeften/gereedschap
designo, tabula de ~ : tekentafel
designo, tabuliero de ~ : tekenbord/plank
designo, libro de ~ : tekenboek
designo, bloco (de papiro) a ~ : tekenblok
designo, quaderno de ~ : tekenschrift
designo, modello de ~ : tekenvoorbeeld
designo, professor de ~ : tekenleraar
designo, ~ marginal : randtekening
designo, ~ saturic/caricatural : spotprent
designo, papiro de ~ : tekenpapier
designo, penna de ~ : tekenpen
designo, stilo de ~ : tekenpotlood
designo /sub/ : tekening
designo, ~ a penna : pentekening
designo, ~ al pastello : pasteltekening
designo, ~ al/de carbon : houtskooltekening
designo, ~ linear/geometric : lijntekening
designo, ~ humoristic : cartoon
designo, film (A) de ~s (animate) : tekenfilm
designo, colorar un ~ : een tekening kleuren
desirar /v/ : wensen, willen hebben, begeren, verlangen naar
desirar, lassar (multo) a ~ : (veel) te wensen overlaten
desirar, ~ le retorno de : terugwensen
desiro /sub/ : verlangen, wens, begeerte
desiro, ~ libidinose : sterk verlangen (sexueel), wellust
desiro, ~ irrealisabile : onvervulbare wens
desiro, ~ del morte : doodsverlangen
desiro, ~ de apprender : leergierigheid
desiro, ~ de placer : behaagzucht
desiro, ~ de corde : hartewens
desiro, secundo le ~ de : op wens van
desiro, exprimer/formular un ~ : een wens uiten
despecto /sub/ : gekrenktheid, gekwetstheid, spijt, ergernis, nijdigheid
despecto, diriger a un persona un reguardo de ~ : iemand verachtelijk aankijken
despecto, crepar de ~ : zich bont en blauw ergeren
despecto, in ~ de : ondanks, in weerwil van
despecto, in ~ de tote le bon propositos (propositos) : trots alle goede voornemens
dessert /sub/ : dessert, nagerecht, toetje
dessert, ~ cremose : romig toetje
dessert, coclear a/de ~ : dessertlepel
dessert, cultello a/de dessert : dessertmes
dessert, plattetto a/de ~ : dessertbordje
destino /sub/ : lot, levenslot, (lots)bestemming
destino, ~ ineluctabile/ineludibile : onontkoombaar lot
destino, ~ de un civilisation : lot van een beschaving
destino, inconstantia del ~ : het ongestadige lot
destino, on non escappa a su ~ : men ontkomt niet aan zijn lot
destino, esser maestro de su ~ : zijn lot in zijn eigen hand hebben
destino, decider del ~ de un persona : over iemands lot beschikken
destruction /sub/ : het verwoesten, het vernielen, het vernietigen, verwoesting, vernieling, vernietiging
destruction, ~ methodic : stelselmatige uitroeiing
destruction, ~ in massa : massavernietiging
destruction, ~ de capital : kapitaalvernietiging
destruction, apparato de ~ : destructieapparaat
destruction, guerra de ~ : vernietigingsoorlog
destruction, arma de ~ : vernietigingswapen
destruction, rabie/pulsion/spirito (spirito) de ~ : vernielzucht
destruction, causar su proprie ~ : zich in het verderf storten
destruer /v/ : verwoesten, vernielen, vernietigen, afbreken, uitroeien, verdelgen
destruer, ~ un urbe : een stad verwoesten
destruer, ~ le reputation de un persona : iemands reputatie vernietigen
detalio /sub/ : bijzonderheid, kleinigheid, detail
detalio, critica de ~ : detailkritiek
detalio, question de ~ : detailkwestie
detalio, puncto de ~ : detailpunt
detalio, abundantia de ~s : overvloed aan details
detalio, entrar in ~s : in bijzonderheden treden
detalio, perder se in le ~s : te zeer in details treden
detalio, in ~ : uitvoerig, tot in bijzonderheden
detalio, explicar in ~ : omstandig uitleggen
detalio, passar del lineas general al ~s : van de hoofdlijnen tot de details afdalen
detalio /sub/ : COMMERCIO kleinhandel, detailhandel
detalio, precio de/al ~ : kleinhandelsprijs
detalio, vender al ~ : in het klein/en detail verkopen
detalio, vendita (vendita) al ~ : detailverkoop
detalio, commercio de/al ~ : detail/kleinhandel
detalio, commerciante de/al ~ : detaillist, kleinhandelaar
determinar /v/ : besluiten, het besluit nemen om te
determinar, ~ se a facer un cosa : er toe besluiten iets te doen
determinar /v/ : bepalen, vaststellen, precies aangeven, BIOLOGIA determineren
determinar, ~ un planta : een plant determineren
determinar, ~ le senso de un parola : de betekenis van een woord bepalen
determinar, ~ qui es le autor de un texto : bepalen wie de schrijver van een tekst is
determinar, iste distantia es difficile a ~ : die afstand is moeilijk te bepalen
determinar, ~ le radices de un equation : de wortels van een vergelijking bepalen
detra /adv/ : achter, achteraan, er achter
detra, vista de ~ : achteraanzicht
detra, porta de ~ : achterdeur
detra, pariete de ~ : achterwand
detra, camera (camera) de ~ : achterkamer
detra, balcon de ~ : achterbalkon (van huis)
detra, faciada de ~ : achtergevel
detra, tasca de ~ : achterzak
detra, vicino de ~ : achterbuurman
detra, latere de ~ : achterkant/zijde
detra, vento de ~ : rugwind
detra, sede de ~ : achterzitplaats, achterbank, duo
detra, de avante a ~ : van voor naar achter
detra, esser ~ : achter liggen
detra, star ~ : achter staan
detra, cento metros ~ : met een achterstand van 100 meter
detra /prep/ : achter
detra, le manos ~ le dorso : de handen op de rug
detra, le un ~ le altere : achter elkaar
detra, ir ~ un persona : iemand achternagaan
disveloppar /v/ : ontwikkelen, tot ontwikkeling brengen
developpar, ~ un nove medicamento : een nieuw geneesmiddel ontwikkelen
developpar, ~ un methodo (methodo) didactic : een leermethode ontwikkelen
developpar, ~ su personalitate : zijn persoonlijkheid ontwikkelen
developpar, ~ le amicitate : vriendschap aankweken
developpar, ~ un spirito (spirito) de resistentia : een geest van verzet aankweken
developpar, ~ le capacitate intellectual : de geestvermogens ontwikkelen
developpar, pais disveloppate : ontwikkeld land
developpar /v/ : PHOTOGRAPHIA ontwikkelen
devenir /v/ : worden, worden van, terechtkomen
devenir, ongevoelig ~ : devenir insensibile
devenir, ~ le preda de : ten prooi vallen aan
dextere, dextre /adj/ : rechts (tgov links)
dextere, dextre, bracio ~ : rechterarm
dextere, dextre, gamba ~ : rechterbeen
dextere, dextre, mano ~ : rechterhand
dextere, dextre, scriber con le mano ~ : rechtshandig schrijven
dextere, dextre, spatula ~ : rechterschouder
dextere, dextre, latere ~ : rechterkant/zijde
dextere, dextre, ripa ~ : rechteroever
dextere, dextre, ala ~ : rechtervleugel
dextere, dextre, medietate ~ : rechterhelft
dextere, dextre /adj/ : behendig, handig
dicer /v/ : zeggen, vertellen
dicer, ~ le veritate : de waarheid spreken
dicer, ~ le missa : de mis zeggen (lezen)
dicer, ~ le bon aventura : de toekomst voorspellen
dicer, ~ mal : kwaadspreken
dicer, dicer un cosa a/in alte voce : iets hardop zeggen
dicer, modo de ~ : manier van zeggen
dicer, a ~ ver : om de waarheid te zeggen
dicer, dicite inter (inter) nos : onder ons gezegd
dicer, pro si ~ : om zo te zeggen
dicer, de/per audir ~ : van horen zeggen
dicer, ~ inter (inter) quatro oculos : onder vier ogen zeggen
dicer, voler ~ : 1. willen zeggen, 2 betekenen
dicer, haber un belle ~ : mooi praten hebben
dicer, isto va sin ~ : dat spreekt vanzelf
dictionario /sub/ : woordenboek
dictionario, ~ manual/portative : handwoordenboek
dictionario, ~ unilingue/monolingue : ééntalig woordenboek
dictionario, ~ bilingue : vertaalwoordenboek
dictionario, ~ polyglotte/plurilingue : veeltalig woordenboek
dictionario, ~ explicative : verklarend woordenboek
dictionario, ~ encyclopedic : encyclopedisch woordenboek
dictionario, ~ specialisate/terminologic : vakwoordenboek
dictionario, ~ geographic : geografisch woordenboek, geografische index/gids
dictionario, ~ bibliographic : bibliografisch woordenboek
dictionario, ~ biographic : biografisch woordenboek
dictionario, ~ de rimas : rijmwoordenboek
dictionario, ~ de proverbios : spreekwoordenboek
dictionario, ~ de parolas cruciate : puzzelwoordenboek
dictionario, ~ (a/pro usage) scholar : schoolwoordenboek
dictionario, ~ de tasca : zakwoordenboek
dictionario, ~ miniatura : miniatuurwoordenboek
dictionario, ~ de/in tres partes/tomos : driedelig woordenboek
dictionario, ~ vivente : lopend woordenboek
dictionario, cercar in/consultar/compulsar le ~ : het woordenboek gebruiken/raadplegen
die /sub/ : dag (tgov nacht), daglicht
die, luce/lumine del ~ : daglicht
die, equipa del ~ : dagploeg
die, in plen ~ : op klaarlichte dag
die /sub/ : dag, etmaal
die, tote le sancte ~ : de godganse dag
die, ~ de paga/de pagamento : betaaldag
die, ordine del ~ : 1. agenda, 2. dagorder
die, curso del ~ : dagkoers
die, schola del ~ : dagschool
die, platto del ~ : dagschotel
die, tarifa del ~ : dagtarief
die, valor del ~ : dagwaarde
die, Marcha {sj} de Quatro Dies : de Vierdaagse
die, ~ del Nove Anno : Nieuwjaarsdag
die, ~ de pascha : paasdag
die, ~ de pentecoste : pinksterdag
die, ~ de labor : werkdag
die, ~ de reposo : rustdag
die, ~ de lavage : wasdag
die, ~ de mercato : martktdag
die, ~ disastrose/funeste/fatal/nefaste : ongeluksdag
die, ~ pluviose/de pluvia : regenachtige dag, regendag
die, ~ de autumno : herfstdag
die, ~ del apertura : openingsdag
die, ~ del matre : moederdag
die, ~ festive/de festa : feestdag
die, ~ del electiones : verkiezingsdag
die, ~ de matrimonio/de maritage/de nuptias : trouwdag
die, ~ natal/de nascentia : geboortedag
die, ~ de orationes : biddag
die, ~ del judicio : dag des oordeels
die, ~ intercalari : schrikkeldag
die, ~ solar : schrikkeldag
die, ~ astronomic/sideral : schrikkeldag
die, ~ utile : dienende dag
die, ~ feriate : algemeen erkende feestdag, vrije dag
die, un ~ : eens, op een dag
die, le ~ sequente : de volgende dag
die, de ~ in ~, ~ per ~ : dag in dag uit, dag aan dag
die, le ~ anterior : de dag te voren, de vorige dag
die, cata ~ : elke dag, dagelijks
die, cata duo ~s : om de andere dag
die, tres ~s de hodie : over drie dagen
die, intra (intra) tres ~s : binnen drie dagen
differente /adj/ : verschillend, afwijkend, ander, anders
differente, in modo toto ~ : geheel anders
differentia /sub/ : verschil, onderscheid
differentia, ~ de opinion(es) : verschil van mening, meningsver-schil
differentia, ~ de vista(s) : verschil van inzicht
differentia, ~ racial : rassenverschil
differentia, ~ linguistic : taalverschil
differentia, ~ de color : kleurverschil
differentia, ~ de nuance : nuanceverschil
differentia, ~ de pression : drukverschil
differentia, ~ sexual : geslachtsonderscheid
differentia, ~s structural : structurele verschillen
differentia, ~ theoric : theoretisch verschil
differentia, ~ subtil : subtiel verschil
differentia, ~ imperceptibele : onmerkbaar verschil
differentia, ~ significante/significative : significant verschil
differentia, ~ essential : wezenlijk verschil
differentia, ~ gradual : gradueel verschil
differentia, ~ de potential : potentiaalverschil
differentia, il non face ~ : het maakt geen verschil
differentia, isto face un ~ de dece cents : dat scheelt een dubbeltje
differentia, isto face un grande ~ : dat scheelt veel
differentia, il non ha un grande ~ de etate inter (inter) illes : zij schelen niet veel in leeftijd
differentia, pagar le ~ : bijbetalen
differentia, pagamento del ~ : bijbetaling
difficile /adj/ : moeilijk, zwaar, moeizaam, ingewikkeld, lastig
difficile, autor ~ : moeilijke schrijver
difficile, texto ~ : ingewikkelde/gecompliceerde tekst
difficile, character (character) ~ : moeilijk karakter
difficile, malado ~ : lastige patiënt
difficile, render ~ : bemoeilijken
difficile, ille apprende difficilemente : hij leert moeilijk
difficultate /sub/ : moeilijkheid, gecompliceerdheid, ingewikkeldheid
difficultate, ~ de un problema : moeilijkheid van een probleem
difficultate, ~s monetari/financiari : geldzorgen
difficultate, ~s (in)surmontabile/(in)superabile : (on)overkomelijke moeilijkheden
difficultate, ~s de adaptation : aanpassingsmoeilijkheden
difficultate, ~ respiratori/de respirar : benauwdheid, ademnood
difficultate, evitar ~s : moeilijkheden uit de weg gaan
difficultate, offerer/presentar ~s : moeilijkheden opleveren
difficultate, surmontar/vincer/superar le ~s : de moeilijkheden overwinnen/te boven komen
difficultate, levar/resolver ~s : moeilijkheden uit de weg ruimen
difficultate, opponer se al ~s, affrontar le ~s : de moeilijkheden het hoofd bieden
difficultate, luctar con grande ~s : met grote moeilijkheden worstelen
diffunder /v/ : verspreiden, verbreiden
diffunder, ~ ideas (ideas) : ideeën uitdragen
diffunder, ~ un revista : een tijdschrift verspreiden/in omloop brengen
diffunder, ~ un odor agradabile : een aangename geur afgeven/verspreiden
diffunder, ~ luce/lumine : licht verspreiden
diffunder /v/ : RADIO, TELEVISION uitzenden
diffunder, ~ novas per radio : nieuws over de radio uitzenden
diffunder /v/ : PHYSICA diffunderen
digestion /sub/ : PHYSIOLOGIA het verteren (van voedsel), (spijs)vertering
digestion, succo del ~ : verteringssap
digestion, facilitar le ~ : de spijsvertering bevorderen
digestion /sub/ : het (geestelijk) verwerken, het in zich opnemen
digestion /sub/ : CHIMIA het digereren, gisting
digestion, ~ aerobie : aërobe gisting
digito (digito) /sub/ : vinger
digito (digito), ~ del pede : teen
digito (digito), ~s nodose : knokige vingers
digito (digito), ~ accusatori : beschuldigende vinger
digito (digito), junctura/articulation del ~ : vingergewricht, knokkel
digito (digito), ungue/ungula del ~ : vingernagel
digito (digito), pulpa de ~ : tastbal van de vinger
digito (digito), puncta/extremitate del ~ : vingertop
digito (digito), ~ medie : middelvinger
digito (digito), (~) indice (indice) : wijsvinger
digito (digito), (~) anular : ringvinger
digito (digito), (~) auricular : pink
digito (digito), regula del tres ~s : kurkentrekkerregel
digito (digito), in forma de ~ : vingervormig
digito (digito), levar le ~ : de vinger opsteken
digito (digito), extirar le ~s : de vingers spreiden
digito (digito), claccar le ~s : met de vingers knippen
digito (digito), leccar se le ~s : zijn vingers aflikken
digito (digito), non mover un ~ : geen vinger uitsteken
digito (digito), agilitate del ~s : vingervlugheid
digito (digito) /sub/ : vingerdikte, vingerbreedte
digito (digito), un ~ de spissor : een vinger dik
digito (digito), duo ~s de scuma/spuma : twee vingers schuim
digito (digito) /sub/ : cijfer, geheel getal onder de 10
digito (digito), ~ binari : binair getal, bit
diligente /adj/ : ijverig, vlijtig, voortvarend
dimension /sub/ : MATHEMATICA PHYSICA dimensie
dimension, le quarte ~ : de vierde dimensie
dimension /sub/ : afmeting, omvang, grootte, dimensie
dimension, objectos de tote le ~es : voorwerpen van allerlei afmetingen
dimension, ~es de un terreno : afmetingen van een terrein
dimension, prender le ~es de un cosa : de maten van iets nemen
dimension, ~ standard : standaardafmeting
dimension, ~ exterior : buitenmaat, buitenwerkse maat
dimension, ~ interior : binnenmaat
dimension, de ~es reducite : van geringe afmetingen
diminuer /v/ : verminderen, verkleinen, verlagen, afnemen, slinken
diminuer, ~ le precio : de prijs verlagen
diminuer, le precio diminue : de prijs daalt
diminuer, ~ de valor : in waarde dalen
diminuer, ~ le merito (merito) de un persona : iemands verdienste verkleinen
diminuer, le numero (numero) de alumnos diminue : het aantal leerlingen loopt terug
diminuer, columna/colonna diminuite : naar boven toelopende zuil
dimitter /v/ : ontslaan, wegzenden, afzetten
dimitter, ~ un persona de su functiones : iemand uit zijn ambt zetten
dimitter, ~ immediatemente : op staande voet ontslaan
directe /adj/ : recht, rechtuit, in één lijn
directe, colpo ~ : directe stoot (boksen), forehand (tennis)
directe, pensata ~ : rechtlijnige gedachte
directe, emission ~ : live-uitzending
directe, musica ~ : live-muziek
directe, traino ~ : doorgaande trein
directe, communication ~ : snelverbinding
directe, responsa ~ : rechtstreeks antwoord
directe, election/suffragio ~ : rechtstreekse verkiezing
directe, imposto ~ : directe belasting
directe, chef (F) ~ : directe chef
directe, directemente proportional : recht evenredig
directe, biber directemente del bottilia : direct uit de fles drinken
directe, directemente del productor al consumitor : rechtstreeks van de producent naar de consument
direction /sub/ : het leiden, het besturen, leiding, bestuur, directie
direction, ~ multiple (multiple) : gemengde leiding
direction, ~ del schola : schoolleiding
direction, ~ del campo : kampleiding
direction, ~ del partito : partijleiding
direction, ~ central : hoofdbestuur
direction, esser membro del ~ : in het bestuur zitten
direction, function in le ~ : bestuursfunctie
direction, tubo de ~ : stuurkolom (in auto)
direction /sub/ : richting, koers
direction, indicator de ~ : richtingaanwijzer
direction, ~ del vento : windrichting
direction, ~ obligatori : eenrichtingsverkeer
direction, timon de ~ : richtingroer
direction, in le ~ contrari/opposite (opposite) : in richting
direction, indicar le ~ a sequer : de koers aangeven
direction, commutator a/de tres ~es : driewegschakelaar
diriger /v/ : leiden, besturen, dirigeren
diriger, ~ un schola : aan het hoofd staan van een school
diriger, ~ un interprisa : een onderneming leiden
diriger, ~ un association : een vereniging besturen
diriger, ~ un equipa : een team aanvoeren
diriger, ~ un debatto : een discussie leiden
diriger, ~ un orchestra : een orkest dirigeren
diriger, economia (economia) dirigite : geleide economie
diriger /v/ : sturen, richten
diriger, ~ un littera (littera) a un persona : een brief naar iemand sturen
diriger, ~ le parola a : het woord richten tot
diriger, ~ un question al presidente : een vraag richten tot de voorzitter
diriger, ~ se verso un loco : zich richten naar een plaats, gaan naar een plaats, gaan in de richting van een plaats
diriger, ~ su oculo a/verso : zijn ogen richten op
diriger, ~ su passos verso : zijn schreden richten naar
disagradabile /adj/ : onaangenaam, vervelend, naar, onprettig
disappunctar /v/ : teleurstellen
disappunctar, ille ha essite disappunctate in su sperantias : hij werd in zijn verwachtingen teleurgesteld
disco /sub/ : schijf
disco, ~ (inter)vertebral : tussenwervelschijf
disco, ~ magnetic : magneetschijf
disco, ~ flexibile : floppydisk
disco, ~ dur : harde schijf
disco, memoria a ~s (magnetic) : (magneet)schijfgeheugen
unitate de ~s, ~ selector/numerate : kiesschijf (van telefoon)
unitate de ~s, ~ solar/del sol : zonneschijf
unitate de ~s, ~ lunar/del luna : maanschijf
unitate de ~s, ~ de freno : remschijf
unitate de ~s, ~ de stationamento/de parcamento/de parking : parkeerschijf
unitate de ~s, freno a/de ~ : schijfrem
unitate de ~s, ~ a/de friction : frictieplaat
unitate de ~s, ~ volante : vliegende schotel
unitate de ~s, rota a ~ : schijfwiel
unitate de ~s, in forma de ~ : schijfvormig
unitate de ~s /)/ : discus
unitate de ~s, lancear ~s : discus werpen
unitate de ~s, le lanceamento de ~s : het discuswerpen
unitate de ~s, lanceator de ~s : discuswerper
unitate de ~s /)/ : grammofoonplaat
unitate de ~s, ~ stereo(phonic) : stereoplaat
unitate de ~s, ~ de microsulco/de/a longe duration/durata : langspeelplaat
unitate de ~s, ~ de trenta-tres revolutiones : drieëndertig toeren plaat
unitate de ~s, ~ compacte : compactplaat, cd
unitate de ~s, ~ video : videoplaat
unitate de ~s, ~ de auro : gouden plaat
unitate de ~s, ~ de platino : platinaplaat
unitate de ~s, musica ~ : discomuziek
unitate de ~s, presentator de ~s : disc jockey
unitate de ~s, mitter/poner ~ : een plaat opzetten
unitate de ~s, cambiar de ~ : een andere plaat opzetten
unitate de ~s, registrar super (super) ~(s) : op de plaat zetten
unitate de ~s, registration super (super) ~(s) : plaatopname
unitate de ~s, industria del ~ : platenindustrie
unitate de ~s, fabricante de ~s : discograaf
unitate de ~s, magazin de ~s : platenwinkel/zaak
unitate de ~s, mercato del ~s : platenmarkt
unitate de ~s, collection de ~s : platencollectie
unitate de ~s, armario de ~s : platenkast
unitate de ~s, tornar un ~ : een plaat (af)draaien
unitate de ~s, lancear un ~ : een plaat uitbrengen
disconcertar /v/ : van de wijs brengen, van streek brengen, doen ontstellen, onthutsen, verbijsteren
disconcertar, iste rationamento me habeva disconcertate : die redenering heeft me van de wijs gebracht
disconcertar /v/ : verijdelen, verhinderen, in de war sturen
disconcertar, isto disconcerta tote mi projectos : dat stuurt al mijn plannen in de war
discoperir /v/ : de bedekking nemen van, het deksel er af nemen
discoperir, ~ le casserola : het deksel van de pan nemen
discoperir, ~ se : zijn hoed afnemen
discoperir /v/ : ontdekken, zien, ontwaren, (iets) vinden
discoperir, ~ un secreto : achter een geheim komen
discoperir, ~ nove fontes de imposto : nieuwe belastingbronnen aanboren
discoragiar /v/ : ontmoedigen, afschrikken, ontraden, de lust ontnemen
discoragiar, ~ se : de moed verliezen
discurso /sub/ : rede(voering), speech, toespraak, betoog
discurso, ~ inaugural/de apertura : inaugurale rede
discurso, ~ commemorative : gedenkrede
discurso, ~ annual : jaarrede
discurso, ~ laudatori/laudative : lofrede
discurso, ~ diffamatori/injuriose/ultragiose : smaadrede
discurso, ~ demagogic : demagogische rede
discurso, ~ conciliatori : verzoenende rede
discurso, ~ apologetic : verdedigingsrede
discurso, ~ electoral : verkiezingsrede
discurso, ~ politic : politieke redevoering
discurso, ~ radiodiffundite : radiorede
discurso, ~ de tabula : tafelrede
discurso, ~ del throno : troonrede
discurso, ~ de adeo (adeo)/de adieu : afscheidsrede
discurso, ~ funebre (funebre)/funeral : lijkrede
discurso, ~ eloquente : welsprekend betoog
discurso, ~ linear : rechtlijnig betoog
discurso, ~ copiose/fluvio : eindeloos lange toespraak
discurso, improvisar un ~ : onvoorbereid spreken
discurso, facer/pronunciar un ~ : een rede(voering) houden
discurso, partes del ~ : rededelen
discurso /sub/ : uiteenzetting, verhandeling
discurso /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA
discurso, ~ directe : directe rede
discurso, ~ indirecte : indirecte rede
discuter /v/ : (be)discussiëren, praten over, bespreken
discuter, susceptibile de esser discutite : bespreekbaar
discuter, ~ un question : een kwestie bediscussiëren
discuter, ~ un projecto de lege : een wetsontwerp bespreken
discuter, ~ ulteriormente : nabespreken
disembarassar /v/ : ontruimen, vrijmaken, ontdoen (van), bevrijden (van)
disembarassar, ~ un cellario : een kelder opruimen
disembarassar, ~ se de : zich ontdoen van, lozen
disembarassar, ~ se de un persona per vage promissas : iemand met een kluitje in het riet sturen
disgusto /sub/ : walging, weerzin, tegenzin, afkeer, afschuw
disgusto, ~ del vita : levensmoeheid
disgusto, sensation de ~ : gewaarwording van afkeer
disgusto, inspirar ~ a un persona : bij iemand weerzin opwekken
disgusto, a ~ : met grote tegenzin, tegen wil en dank
disordine /sub/ : wanorde, warboel, bende, chaos, troep
disordine, un ~ indescriptibile : een onbeschrijfelijke warboel
disordine, in un ~ complete : schots en scheef door elkaar
disordine, toto es in ~ : het is een bende
disordine, mitter in ~ : in de war brengen
disordine, rumper se le collo a causa del ~ : zijn nek breken over de rommel
disordine, ille ha un ~ stomachal : zijn maag is van streek
disordine /sub/ : verwarring, onsamenhangendheid, ongeordendheid
disordine, ~ del pensata : onsamenhangende gedachten
disordine, stato de ~ mental : toestand van geestverwarring
disordine, ~ intestinal : ingewandsstoornis
disordine /sub/ : oproer, onlusten
disordine, ~s racial : rassenonlusten, rassenrellen
disparer /v/ : verdwijnen, weggaan
disparer, ~ sub le aqua : kopje-onder gaan
disparer, civilisation disparite : verdwenen beschaving
disperger /v/ : verspreiden, verstrooien, uiteenjagen
disperger, le vento disperge le bruma : de wind verspreidt de mist
disponer /v/ : (rang)schikken, ordenen, plaatsen, opstellen
disponer, ~ flores in un vaso : bloemen in een vaas schikken
disponer, ~ le sedias circum (circum) le tabula : de stoelen om de tafel schikken
disponer, ~ in tabulas : tabelleren
disponer, ~ in laminas (laminas) : als lamellen leggen, lamelleren
disponer, ~ estheticamente le flores : bloemschikken
disponer /v/ : voorbereiden, er toe brengen, overreden
disponer, ~ un persona in favor de un cosa : iemand gunstig stemmen voor iets
disponer /v/ : beslissen, beschikken, maatregelen nemen
disponer, homine propone, Deo dispone : de mens wikt, God beschikt
disponer, ~ de : 1. beschikken over, tot zijn beschikking hebben, 2. JURIDIC beschikken over (bezit)
disponer, ~ de un auto(mobile) : over een auto beschikken
disponer, ~ liberemente de : de vrije beschikking hebben over
disposition /sub/ : inrichting, schikking, indeling, verdeling
disposition, ~ typographic : lay-out
disposition, ~ provisori : noodvoorziening
disposition, ~ del folios : bladplaatsing
disposition /sub/ : beschikking (anque JURIDIC), bepaling
disposition, derecto de ~ : beschikkingsrecht
disposition, competentia de ~ : beschikkingsbevoegdheid
disposition, libertate de ~ : beschikkingsvrijheid
disposition, ~ imperative : imperatief voorschrift
disposition, ~ limitative : limitatief voorschrift
disposition, ~es (del lege) super le abortamento : abortusregeling
disposition, esser al ~ de : ter beschikking staan van
disposition, poner/mitter al ~ de : ter beschikking stellen van
disposition, haber le libere ~ de : de vrije beschikking hebben over
disposition, le billetes es a vostre ~ : de biljetten liggen voor u gereed
disposition, observar un ~ : een verordening nakomen
disposition, ~ legal/del lege : wetsbepaling
disposition, ~es tarifari : tariefbepalingen
disposition, ~es testamentari : testamentaire beschikkingen
disposition, ~ statutari : statutaire bepaling
disposition, ~ penal : strafbepaling
disposition, ~ prohibitive : verbodsbepaling
disposition, ~ transitori/transitional : overgangsbepaling
disposition, ~ salarial : salarisbepaling, loonbepaling
disposition /sub/ : geschiktheid, aanleg, begaafdheid
disposition, ~ artistic : kunstzinnige aanleg
disposition /sub/ : stemming, neiging, zin, instelling
disposition, ~ de spirito (spirito) : gemoedsgesteldheid/stemming
disposition, ~ materialistic : materialistische instelling
disputa /sub/ : dispuut, onenigheid, ruzie, twist, woordenstrijd, geschil
disputa, ~ religiose : godsdiensttwist
disputa, ~ theologic/doctrinal : leergeschil
disputa, tono de ~ : ruzietoon
disputa, isto es un puncto de ~ : daar bestaat/is strijd over
disputa, conciliar un ~ : een onenigheid beslechten
disputa, interponer se in un ~ : in een twist bemiddelen
disputa, illes ha un ~ violente : zij hebben hooglopende ruzie
disputar /v/ : discussiëren, redetwisten
disputar /v/ : betwisten, twisten over
disputar, ~ se un hereditage : elkaar een erfenis betwisten
disputar, ~ le legalitate de un acto : de wettigheid van een acte betwisten
distante /adj/ : verwijderd, ver, op afstand
distante, futuro ~ : verre toekomst
distante, iste duo urbes es ~ le un del altere de circa vinti kilometros : verre toekomst
distante /adj/ : afstandelijk, koel, op een afstand
distante, ille se ha monstrate ~ verso nos : hij toonde zich afstandelijk tegenover ons
distantia /sub/ : afstand, verwijdering, tussenruimte, distantie
distantia, commando a ~ : afstandsbediening
distantia, a ~ respectabile/respectuose : op eerbiedige afstand
distantia, a breve ~ : op geringe afstand
distantia, a un metro de ~ : op een meter afstand
distantia, tener un persona a ~ : iemand op afstand/van het lijf houden
distantia, prender ~ de un persona : afstand nemen van iemand
distantia, percurrer/coperir un ~ : een afstand afleggen
distantia, ~ de frenage/de arresto : remweg
distantia, ~ de visibilitate : zicht
distantia, ~ auditive : gehoorsafstand
distantia, ~ focal : brandpuntsafstand
distantia, ~ attingite : reikwijdte
distantia, ~ zenital : zenitafstand
distantia, ~ in linea recte : hemelsbreedte
distantia, a grande ~ : in de verte
distantia, tabella del ~s : afstandstabel
distantia, cursa de longe ~ : afstandsrit
distantia, estimar un ~ : een afstand schatten
distinguer /v/ : zien, onderscheiden, opmerken
distinguer, ~ se per un cosa : zich door iets onderscheiden
distinguer, ~ nettemente : scherp onderscheiden/zien
distinguer, ~ le periculo : het gevaar onderkennen
distinguer /v/ : onderscheiden, onderscheid maken, uit elkaar houden
distinguer, le ration distingue le homine del animales : de rede onderscheidt de mens van de dieren
distinguer, ~ inter (inter) le possibile e le probabile : onderscheid maken tussen het mogelijke en het waarschijnlijke
distribuer /v/ : verdelen, ronddelen, uitdelen, verstrekken
distribuer, ~ prospectos : folders uitdelen/verspreiden
distribuer, ~ le cartas : kaartgeven
distribuer, ~ repastos : eten ronddelen
distribuer, ~ surrisos : tegen iedereen glimlachen
distribuer, ~ le rolos/partes : de rollen verdelen
distribuer /v/ : bestellen, bezorgen, leveren
distribuer, ~ le currero : de post bezorgen/bestellen
distribuer /v/ : TYPOGRAPHIA letters in zetkast terugzetten
disturbar /v/ : verstoren, in beroering brengen, verontrusten
disturbar, ~ le ordine public : de openbare orde verstoren
disturbar, ~ le tranquillitate : de rust verstoren
disturbar, ~ le equilibrio : het evenwicht verstoren
disturbar, ~ le stomacho (stomacho) : de maag van streek brengen
disveloppar /v/ : ontwikkelen, tot ontwikkeling brengen
disveloppar, ~ un nove medicamento : een nieuw geneesmiddel ontwikkelen
disveloppar, ~ un methodo (methodo) didactic : een leermethode ontwikkelen
disveloppar, ~ su personalitate : zijn persoonlijkheid ontwikkelen
disveloppar, ~ le amicitate : vriendschap aankweken
disveloppar, ~ un spirito (spirito) de resistentia : een geest van verzet aankweken
disveloppar, ~ le capacitate intellectual : de geestvermogens ontwikkelen
disveloppar, pais disveloppate : ontwikkeld land
disveloppar /v/ : PHOTOGRAPHIA ontwikkelen
disvestir /v/ : uitkleden, ontkleden
diverse /adj/ : onderscheidend, verschillend, veelsoortig, divers
diverse, colores ~ : gevarieerde kleuren
diverse, le ~ sensos de un parola : de verschillende betekenissen van een woord
diverse, ~ personas me ha parlate de illo : verschillende personen hebben mij er over gesproken
diverse, facto diversemente interpretate per le commentatores : verschillende personen hebben mij er over gesproken
divertimento /sub/ : ontspanning, afleiding, vermaak, plezier, tijdverdrijf, verzetje
divertimento, ~ public : openbare vermakelijkheid
divertimento, ~ popular : volksvermaak
divertimento, ~ costose : dure liefhebberij
divertimento, ~ innocente : onschuldig vermaak
divertimento, centro de ~ : vermaakcentrum
divertimento, industria del ~ public : vermakelijkheidsindustrie
divertimento, le lectura es su sol ~ : lezen is zijn enige liefhebberij
divertimento /sub/ : MUSICA divertimento
divider /v/ : delen, verdelen, indelen, opdelen
divider, ~ un terreno : een stuk land verdelen
divider, ~ un parola : een woord afbreken
divider, ~ le spiritos (spiritos) : de geesten scheiden
divider, ~ le butino : de buit verdelen
divider, divide e regna/impera : verdeel en heers
divider, le Rheno se divide in plure brancas/ramos : de Rijn splitst zich in verschillende takken
divider, le organisation se divide in tres gruppos : de organisatie valt uiteen in drie groeperingen
divider /v/ : MATHEMATICA delen
divider, ~ in quatro : in vieren delen
divinar /v/ : raden, gissen, voorspellen
divinar, divina qui me ha scribite : raad eens wie me heeft geschreven
divinar, ~ le futuro : de toekomst voorspellen
divinar /v/ : vermoeden, een voorgevoel hebben
divinar, ~ le intentiones de un persona : een vermoeden hebben van iemands bedoelingen
divinar, ~ le pensamentos/pensatas de un persona : iemands gedachten lezen
division /sub/ : het delen, het verdelen, deling, verdeling
division, ~ del die : dagverdeling
division, ~ in duo : tweedeling
division, ~ in syllabas (syllabas) : verdeling in lettergrepen
division, ~ cellular/de cellula : celdeling
division, ~ del labor/del travalio : werkverdeling
division, ~ de un superficie : vlakverdeling
division, ~ administrative : administratieve indeling
division, plano de ~ : scheidingsvlak
division, linea de ~ : scheidingslijn
division, ~ del poteres : machtenscheiding
division /sub/ : MILITAR divisie
division, general de ~ : divisiegeneraal, generaal majoor
division, ~ motorisate : gemotoriseerde divisie
division, ~ blindate/cuirassate/de carros de combatto/de tanks (A) : pantser/tankdivisie
division /sub/ : MATHEMATICA het delen, deling
division, le ~ da un resto, le ~ non es exacte : de deling gaat niet op
division /sub/ : gedeelte, afdeling, deel, onderdeel, divisie
division, ~ de chirurgia (chirurgia) : afdeling chirurgie
division, (A) jocar in le prime ~ : spelen/uitkomen in de hoogste afdeling
documento /sub/ : document, stuk, bescheid, bewijsstuk, geschrift, akte, oorkonde, schriftuur
documento, ~ sigillate : gezegeld stuk
documento, ~ commercial : handelsdocument
documento, ~ scientific : wetenschappelijk dokument
documento, ~ historic : historisch document
documento, ~ de identitate : identiteitsbewijs
documento, ~ processual/de processo : processtuk
documento, ~s de bordo : scheepspapieren
documento, copia de un ~ : afschrift van een document
documento, prender cognoscentia/cognoscimento del ~s : de stukken inzien
doler /v/ : zeer doen, pijn doen
doler, le capite/le testa me dole : ik heb hoofdpijn
doler, le gorga me dole : ik heb keelpijn
doler, ~ se de : berouw hebben over
dolor /sub/ : (lichamelijke) pijn
dolor, ~ de dentes : kiespijn
dolor, ~ de capite (capite)/de testa : hoofdpijn
dolor, ~ de ventre : buikpijn
dolor, ~ de aure : oorpijn
dolor, ~ abdominal/ventral : buikpijn
dolor, ~ lumbar/de lumbos : pijn in de rug, rugpijn
dolor, ~ stomachal/de stomacho (stomacho) : maagpijn
dolor, ~ menstrual : menstruatiepijn
dolor, ~es de parto : barensweeën
dolor, ~es muscular : spierpijn
dolor, ~es articular : pijn in de gewrichten
dolor, ~es rheumatic : reumatische pijnen
dolor, ~ intestinal : ingewandspijn
dolor, ~ dorsal/in le/del dorso : rugpijn
dolor, ~ spasmodic : kramppijn
dolor, ~ pulsative : pulserende/kloppende pijn
dolor, ~ acute : felle, intense pijn
dolor, ~ atroce : vreselijke pijn
dolor, ~ insupportabile : ondraaglijke pijn
dolor, sensibilitate al ~ : pijngevoel(en), pijnzin
dolor, accesso de ~ : pijnaanval
dolor, parto/parturition sin ~ : pijnloze bevalling
dolor, attenuation de ~ : verzachting van pijn
dolor, suffrer ~ : pijn lijden
dolor /sub/ : smart, kommer, droefheid, droefenis
dolor, le joia/gaudio e le ~ : vreugde en verdriet
dolor, calice (calice) de ~ : lijdensbeker
dolorose /adj/ : pijnlijk (pijn veroorzakend), gevoelig
dolorose, vulnere ~ : pijnlijke wond/verwonding
dolorose, gamba ~ : zeer been
dolorose, maladia (maladia) ~ : pijnlijke ziekte
dolorose, operation ~ : pijnlijke operatie
dolorose, puncto ~ : pijnpunt
dolorose, sensibilitate ~ : pijngevoel(en), pijnzin
dolorose, monstrar un visage ~ : een pijnlijk gezicht zetten
dolorose /adj/ : pijnlijk, smartelijk, vervuld van smart/leed
dolorose, corde ~ : hart vol leed
dolorose, experientia ~ : smartelijke ervaring
dolorose, perdita (perdita) ~ : smartelijk verlies
dolorose, separation ~ : smartelijke scheiding
dolorose, memoria ~ : smartelijke herinnering
dolorose, reguardo ~ : blik vervuld van leed
dolorose, necessitate ~ : pijnlijke noodzakelijkheid
domestic /adj/ : huiselijk, huishoudelijk, huis...
domestic, animal ~ : huisdier
domestic, catto ~ : huiskat
domestic, grillo ~ : huiskrekel
domestic, glycophago (glycophago) ~ : huismijt
domestic, pace ~ : huisvrede
domestic, circulo ~ : huiselijke kring
domestic, vita ~ : huiselijk leven
domestic, altar ~ : huisaltaar
domestic, personal (de servicio) ~ : huispersoneel
domestic, servitor ~ : huisknecht
domestic, nettatrice ~ : schoonmaakster, werkster
domestic, adjuta ~ : huishoudelijke hulp
domestic, industria ~ : huisindustrie
domestic, tyranno ~ : huistiran
domestic, economia (economia) ~ : huishoudkunde
domestic, aranea ~ : huisspin
domestic, martara (martara) ~ : huismarter
domestic, cappellano ~ : huiskapelaan
domestic, immunditias/detrito ~ : huisvuil
domestic, felicitate ~ : huiselijk geluk
domestic, labores/travalios ~ : huishoudelijke werkzaamheden
domestic, inseniamento/instruction ~ : huisonderwijs
domestic, remedio/medicina ~ : huismiddel(tje)
domestic, pro (le) de/uso/usage ~ : voor huishoudelijk gebruik (van dingen)
domestic, pro (le) de/consumo/consumption ~ : voor huishoudelijk gebruik (van eetwaren)
domestic /adj/ : tam, mak
domestic, conilio ~ : tam konijn
domestic, columba ~ : tamme duif
domestic, anate ~ : tamme eend
domestic, aves ~ : pluimvee
domestic, numero (numero) de aves ~ : pluimveestapel
dominica /sub/ : zondag
dominica, ~ de pascha : paaszondag
dominica, ~ de pentecoste : pinksterzondag
dominica, servicio de ~ : zondagsdienst
dominica, schola del ~ : zondagschool
dominica, jornal del ~ : zondagblad/krant
dominica, competition del ~ : zondagcompetitie
dominica, le ~s e dies feriate : op zon- en feestdagen
dominica, Dominica del Palmas : palmzondag
dominica, sanctification del ~ : zondagsheiliging
domo(I) /sub/ : huis
domo(I), ~ de correction : tuchthuis
domo(I), ~ de detention : huis van bewaring
domo(I), ~ de angulo : hoekhuis
domo(I), ~ serial : rijtjeshuis
domo(I), ~ municipal/communal : gemeentehuis
domo(I), ~ de moda : modehuis
domo(I), ~ parochial : parochiehuis
domo(I), ~ de Deo : godshuis
domo(I), ~ de reposo : rusthuis
domo(I), ~ de povres/pauperes : armenhuis
domo(I), ~ natal : geboortehuis
domo(I), ~ del defuncto : sterfhuis
domo(I), ~ de campania : landhuis
domo(I), ~ locative/de location : huurhuis
domo(I), ~ proprie : eigen huis
domo(I), clave del ~ : huissleutel
domo(I), a ~ : 1. naar huis, huiswaarts, 2. thuis
domo(I), verso ~ : naar huis, huiswaarts
domo(I), in ~ de : in het huis van, bij
domo(II) /sub/ : koepel, koepeldak
domo(II), ~ de ecclesia : kerkkoepel
domo(II), ~ del Pantheon (Pantheon) : koepel van het Pantheon
domo(II), ~ de foliage : bladerdak
domo(II), ~ del sal : zoutkoepel
dono /sub/ : gift, schenking, cadeau
dono, pacco ~ : geschenkpakket
dono, ~ de moneta : gift in geld
dono, ~ de anniversario : verjaarscadeau
dono, ~ de Natal : kerstcadeau
dono, ~ de nuptias : huwelijksgeschenk/cadeau
dono, ~ de Deo/del celo : gave/geschenk van God
dono, contribuer al ~ : meedoen met het cadeau
dono /sub/ : gave, talent, aanleg, begaafdheid
dono, ~s del spirito (spirito) : geestesgaven
dono, ~s charismatic : charismatische gaven
dono, ~ de observation : opmerkingsgave
dono, ~ del eloquentia : gave der welsprekendheid
dono, ~ del/pro le linguas : aanleg voor talen
dono, ~ del parola : gave des woords
dormir /v/ : slapen
dormir, sacco de ~ : slaapzak
dormir, hora de ~ : bedtijd
dormir, ~ profundemente : diep slapen
dormir, ~ troppo longemente : zich verslapen
dormir, passar le nocte sin ~ : de nacht slapeloos doorbrengen
dormir, isto me impedi de ~ : dat bezorgt me slapeloze nachten
dormir, ~ al pertica : op stok zitten (van vogels), roesten
dorso /sub/ : rug (van mens/dier)
dorso, sacco a/de ~ : rugzak
dorso, ~ curvate : kromme rug
dorso, ~ voltate : hoge rug
dorso, ~ de catto : katterug
dorso, dolores in le ~ : rugklachten
dorso, mal de ~ : rugpijn
dorso, appoio (appoio) in le ~ : rugsteun
dorso, décolleté in le ~ : rugdécolleté
dorso, natar super (super) le ~ : rugzwemmen
dorso, natation super (super) le ~ : het rugzwemmen
dorso, curvar le ~ : de rug krommen
dorso, tornar le ~ a un persona : iemand de rug toekeren
dorso, cader super (super) le ~ : op de rug vallen
dorso, ~ a ~ : rug aan rug, ruggelings
dorso /sub/ : rugzijde, achterzijde, achterkant
dorso, protection in le ~ : rugdekking
dorso /sub/ : rug (van hand/boek/kledingstuk, etc.)
dorso, ~ del mano : rug van de hand
dorso, ~ de un sedia : rug van een stoel
dorso, ~ de montania : bergrug
dorso, serra a ~ : kapzaag
drappo /sub/ : laken (wollen) stof, laken
drappo, commercio del ~ : lakenhandel
drappo, commerciante/mercante de ~ : lakenhandelaar
drappo, fabrica de ~ : lakenfabriek
drappo, fabricante de ~ : lakenfabrikant
drappo, fabrication de ~ : lakenfabricage
drappo, tinctor/tincturero de ~ : lakenverver
drappo, tinctura de ~ : (het) verven van laken
drappo, tinctureria (tinctureria) de ~ : lakenververij
drappo, ~ de auro : goudlaken, goudbrokaat
drappo, ~ mortuari : lijkkleed, baarkleed
drappo /sub/ : (voor bed) laken
drappo, ~ de lecto : beddelaken
drappo, ~ superior : bovenlaken
drappo, ~ de flanella : flanellen laken
droga /sub/ : drogerij, kruid
droga /sub/ : bedwelmend middel, drug
droga, ~s dulce/legier : softdrugs
droga, ~s dur/forte : harddrugs
droga, ~s psychedelic : geestverruimende middelen
droga, traffico del ~s : drugshandel
droga, problema del ~(s) : drugsprobleem
droga, prender ~s : drugs gebruiken
droga, ille traffica in ~s : hij handelt in drugs
dubita (dubita) /sub/ : twijfel, aarzeling, onzekerheid
dubita (dubita), esser in ~ : in twijfel verkeren, zijn twijfels hebben, in dubio staan
dubita (dubita), sin ~ : zonder twijfel, ongetwijfeld
dubita (dubita), foris de ~ : aan geen twijfels onderhevig, buiten kijf
dubita (dubita), isto non admitte ~ : daarover is geen twijfel mogelijk
dubita (dubita), mitter/poner un cosa in ~ : iets in twijfel trekken
dubita (dubita), esser subjecte a/susceptibile de ~ : aan twijfel onderhevig zijn
dubita (dubita), facer nascer le ~ in le spirito de un persona : iemand aan het twijfelen brengen
dubita (dubita), lassar un persona in ~ : iemand in twijfel laten
dubita (dubita), ~ justificate : gerechtvaardigde twijfel
dubita (dubita), cambiar le ~s in certitude : de twijfels in zekerheid doen verkeren
dubita (dubita), in caso de ~ : bij twijfel
dubitar /v/ : twijfelen, betwijfelen, in twijfel trekken, niet vertrouwen
dubitar, ~ del veracitate del historia : twijfelen aan de juistheid van het verhaal
dubitar, io dubita de haber dicite isto : ik twijfel er aan dat te hebben gezegd
ducer /v/ : (ge)leiden, begeleiden, brengen
ducer, iste parve strata duce al mercato : dit straatje loopt op de markt uit
ducer, un parola duceva a un altere : het ene woord lokte het andere uit
ducer /v/ : besturen, de leiding hebben van, aanvoeren, het bevel voeren over
dulce /adj/ : zoet (als suiker)
dulce, pomos ~ : zoete appels
dulce, vino ~ : zoete wijn, most
dulce, panetto ~ : zoet bolletje, koffiebroodje
dulce, aqua ~ : zoet water
dulce, aroma/fragrantia ~ : zoete geur
dulce, ~ como le melle : honingzoet
dulce, ~ amar : bitterzoet
dulce /adj/ : zacht, mild, teer, fijn
dulce, musica ~ : zachte, lieflijke muziek
dulce, ruito ~ : zacht geluid
dulce, pelle ~ : zachte, tere huid
dulce, memoria ~ : zoete herinnering
dulce, consonante ~ : stemhebbende medeklinker
dulce, lima ~ : gladvijl
dulce, brossa ~ : zachte borstel
dulce, ferro ~ : weekijzer
dulce, temperatura ~ : milde temperatuur
dulce, poner dulcemente le testa/capite (capite) : het hoofd neervlijen
dulce, atterrage ~ : zachte landing
dulce /adj/ : zacht, vriendelijk, meegaand
dulce, femina (femina) ~ : zachtaardige/vriendelijke vrouw
dulce, reguardo ~ : vriendelijke blik
dunque /adv/ : daarom, om die reden, dus
duo (I) /sub num card/ : twee
duo (I), divider in duo : in tweeën delen, halveren
duo (I), tote (le) ~ : beide(n), alle twee
duo (I), ~ a ~ : twee aan twee, paarsgewijs
duo (I), cata ~ minutas : om de twee minuten
duo (I), Guilhelmo Duo : Willem de Tweede
duo (II) /sub/ : MUSICA duo, duet, tweestemmig gezang, tweestemmig stuk
duo (II) /sub/ : duo
duo (II), komisch ~ : duo comic
dupar /v/ : bedriegen, beetnemen, er in laten lopen, een kool stoven
dupar, ~ le confidentia de un persona : misbruik maken van iemands vertrouwen
dupar, lassar se ~ : zich laten beetnemen
dur /adj/ : hard (tgov zacht)
dur, lecto ~ : hard bed
dur, crusta ~ : harde korst
dur, brossa ~ : harde borstel
dur, stilo de graphite ~ : hard potlood
dur, ovo ~ : hard(gekookt) ei
dur, droga ~ : harddrug
dur, ~ de ventre : hardlijvig
dur, ~ de aure : hardhorend
dur, ~ de corde : hardvochtig
dur, ~ como le ferro : ijzerhard
dur, ille ha le testa/capite ~ : hij heeft een harde kop
dur /adj/ : hard, streng, bars, moeilijk, zwaar, ruw, ongevoelig, wreed, etc.
dur, hiberno ~ : strenge winter
dur, persona ~ : hard/streng persoon
dur, parolas ~ : harde woorden
dur, linea ~ : harde lijn
dur, lege ~ : harde wet
dur, voce ~ : harde/ruwe stem
dur, durmente provate : zwaar beproefd
dur, colpo ~ : zware slag
dur, verdicto ~ : hard vonnis
dur, mesura ~ : harde maatregel
durante /prep/ : gedurende
durante, ~ le die/jorno : overdag
durante, ~ le nocte : 's nachts
durante, ~ le horas de schola : onder schooltijd
durante, ~ le negotiationes : hangende de onderhandelingen
durante, ~ le deliberationes : hangende het beraad
durante, ~ mi absentia : tijdens mijn afwezigheid
durante, ~ que : terwijl
durar /v/ : duren, voortduren, in stand blijven
durar, le spectaculo ha durate duo horas : de voorstelling heeft twee uur geduurd
durar, le belle tempore dura : het mooie weer duurt voort
durar, isto ha assatis (assatis) durate : dat heeft lang genoeg geduurd
durar, que dura septe dies : zevendaags
e /conj/ : en
e, ~ ... ~ : zowel ... als
ebrie /adj/ : dronken
ebrie, a medietate ~ : halfdronken
ebrie, un pauco/poco ~ : lichtelijk aangeschoten
ebrie, ~ de sanguine : bloeddorstig
ebrie, ~ de joia/de gaudio/de allegressa : dronken van vreugde, vreugdedronken
ecce /adv/ : ziehier, hier is, hier zijn, kijk
ecce homo /LATINO/ : ecce homo (beeld van de lijdende Christus)
ecclesia /sub/ : kerk
ecclesia, ~ national/de stato : staatskerk
ecclesia, ~ Anglican : Anglikaanse Kerk
ecclesia, ~ Reformate : Gereformeerde Kerk
ecclesia, ~ Oriental : Oosterse Kerk
ecclesia, ~ Latin/Roman : Latijnse Kerk
ecclesia, ~ suffrente : lijdende kerk
ecclesia, ~ militante : strijdende kerk
ecclesia, ~ triumphante : zegevierende kerk
ecclesia, ~ gothic : gotische kerk
ecclesia, ~ conventual : kloosterkerk
ecclesia, ~ abbatial : abdijkerk
ecclesia, ~ a cupola (cupola) : koepelkerk
ecclesia, ~ a transepto/a cruce/in forma de cruce : kruiskerk
ecclesia, ~ parochial : parochiekerk
ecclesia, ~ succursal : hulpkerk
ecclesia, ~ votive : votiefkerk
ecclesia, ~ capitular : kapittelkerk
ecclesia, ~ monasterial/conventual : kloosterkerk
ecclesia, ~ clandestin : schuilkerk
ecclesia, Consilio Mundial del Ecclesias : Wereldraad van Kerken
ecclesia, banco de ~ : kerkbank
ecclesia, administration del ~ : kerkbestuur
ecclesia, construction de ~s : kerkbouw
ecclesia, cantor/cantator de ~ : kerkzanger
ecclesia, musica de ~ : kerkmuziek
ecclesia, concerto de ~ : kerkconcert
ecclesia, organo (organo) de ~ : kerkorgel
ecclesia, portal de ~ : kerkportaal
ecclesia, benes del ~ : kerkelijke goederen
ecclesia, campana de(l) ~ : kerkklok
ecclesia, approbation del ~ : kerkelijke goedkeuring
ecclesia, horologio del ~ : kerkklok (uurwerk)
ecclesia, latino de ~ : kerklatijn
ecclesia, membro de ~ : kerklid
ecclesia, tresor del ~ : kerkschat
ecclesia, placia del ~ : kerkplein
ecclesia, incendio de ~ : kerkbrand
ecclesia, tecto de ~ : kerkdak
ecclesia, porta de ~ : kerkdeur
ecclesia, interior de ~ : kerkinterieur
ecclesia, exclaramento del ~ : kerkverlichting
ecclesia, calefaction del ~ : kerkverwarming
ecclesia, cupola de ~ : kerkkoepel
ecclesia, mobiliario de ~ : kerkmeubilair
ecclesia, robator/fur de ~ : kerkdief
ecclesia, patre de ~ : kerkvader
ecclesia, principe (principe) de ~ : kerkvorst
ecclesia, separation del ~ e le stato : scheiding van kerk en staat
economic /adj/ : economisch, de economie betreffend
economic, infrastructura ~ : economische infrastructuur
economic, structura ~ : economische structuur
economic, systema ~ : economisch stelsel/systeem
economic, crise/crisis (crisis) ~ : economische crisis
economic, situation/position ~ : economische situatie
economic, reconstitution ~ : economisch herstel
economic, geographia (geographia) ~ : economische aardrijkskunde
economic, sanctiones ~ : economische sancties
economic, politica ~ : economische politiek
economic, historia ~ : economische geschiedenis
economic, vita ~ : economisch leven
economic, delicto ~ : economisch delict
economic, schola superior de scientias ~ : economische hogeschool
economic, studiar scientias ~ : economie studeren
economic /adj/ : economisch, zuinig, spaarzaam, voordelig, goedkoop
economic, motor ~ : zuinige motor
economic, gestion ~ : zuinig beheer
economic, becco ~ : spaarbrander
economic, lampa ~ : spaarlamp
economic, un version plus ~ : een goedkopere versie/uitvoering
economic, viver economicamente : het zuinig aanleggen
edificio /sub/ : gebouw, bouwwerk
edificio, ~ scholar : schoolgebouw
edificio, ~ bancari : bankgebouw
edificio, ~ de officios : kantoorgebouw/pand
edificio, ~ universitari : universiteitsgebouw
edificio, ~ del station : stationsgebouw
edificio, ~ del stato : rijksgebouw
edificio, ~s public : openbare gebouwen
edificio, ~ annexe : bijgebouw, dependance
edificio, ~s de construction recente : nieuwbouw
edificio, ala de un ~ : vleugel van een gebouw
editar /v/ : uitgeven, publiceren, drukken
editar /v/ : redigeren (krant, etc.), een uitgave bezorgen van
editar, ~ Molière : een uitgave van Molière bezorgen
editar /v/ : COMPUTATOR editen
educar /v/ : opvoeden, opleiden, ontwikkelen, scholen, vormen
educar, ~ infantes : kinderen opvoeden
educar, ben educate : welopgevoed, beleefd
educar, mal educate : slecht opgevoed, onbeleefd
educar, infantes difficile de ~ : moeilijk opvoedbare kinderen
educar, on le habeva educate in le religion catholic : hij was opgevoed in het katholieke geloof
education /sub/ : opvoeding, opleiding, ontwikkeling, educatie, onderwijs, vorming, scholing
education, ~ physic : lichamelijke opvoeding, gymnastiek
education, ~ sexual : seksuele opvoeding
education, systema de ~ : opvoedingssysteem
education, methodo (methodo) de ~ : opvoedingsmethode
education, persona con mal ~ : onopgevoed persoon
education, ~ civic : opvoeding tot burger
education, ~ religiose : godsdienstige opvoeding
education, ~ scholar : schoolopleiding
education, ~ sever/stricte/rigide : strenge opvoeding
education, ~ solide : gedegen opvoeding
education, ~ coercitive : dwangopvoeding
education, non haber recipite ~ : geen opvoeding genoten hebben
effective /adj/ : effectief, werkzaam, doeltreffend, probaat
effective, mesura ~ : effectieve maatregel
effective, tension/voltage ~ : effectieve spanning
effective, in servicio ~ : in effectieve dienst
effective, le innovationes ha essite multo ~ : de vernieuwingen waren zeer succesvol
effective /adj/ : werkelijk, wezenlijk, feitelijk, effectief
effective, valor ~ : effectieve waarde
effecto /sub/ : gevolg, resultaat, (uit)werking, effect
effecto, causa e ~ : oorzaak en gevolg
effecto, ~ Doppler : Dopplereffect
effecto, ~ placebo : placebo-effect
effecto, ~ domino : domino-effect
effecto, ~ tampon : bufferwerking
effecto, ~ de choc : schokeffect
effecto, ~ luminose/de lumine/de luce : lichteffect
effecto, ~ optic : optische werking/effect
effecto, ~ theatral : theatraal effect
effecto, ~ decorative : decoratief effect
effecto, ~ e curte termino : kortetermijneffect
effecto, ~ secundari/colateral : bijwerking, neveneffect/werking
effecto, ~ retroactive : terugwerkende kracht
effecto, con/a ~ retroactive : met terugwerkende kracht
effecto, ~ stimulante : stimulerende werking
effecto, ~ indirecte : indirect gevolg
effecto, ~ posterior : nawerking
effecto, ~s negative : nadelige gevolgen
effecto, haber (un) ~ posterior : nawerken
effecto, haber un ~ salutar : gunstig werken
effecto, ~ prolongate : doorwerking
effecto, ~ contrari : tegeneffect
effecto, ~ suspensive : opschortende werking
effecto, ~ thermic : warmte-effect
effecto, ballon con ~ interior : inswinger
effecto, ~ retrograde : trekeffect, trekstoot
effecto, a duple ~ : met dubbele werking
effecto, de ~ immediate, a ~ rapide : snelwerkend
effecto, ~ utile : nuttig effect, rendement
effecto, ~ scenic : toneeleffect
effecto, ~ sonor/acustic : geluidseffect
effecto, facer ~ : effect sorteren
effecto, veneno de ~ retardate : langzaamwerkend gif
effecto, veneno de ~ rapide : snelwerkend gif
effecto, su tentativa habeva le ~ desirate : zijn poging had het gewenste gevolg
effecto, in ~ : inderdaad
effecto /sub/ : effect, wissel, geldswaardig papier
effecto, ~ documentari/documental : documentaire wissel
effecto, incassar ~s : effecten verzilveren
effecto, ~ de incassamento : incassowissel
effecto, compra de ~s : effectenaankoop
effecto, banca de ~s : effectenbank
effecto, commerciante de ~s : effectenhandelaar
effecto, angulo del ~s : effectenhoek
effecto, transaction de ~s : effectentransactie
effecto, 3 : spullen, goederen, zaken, voorwerpen, hebben en houden
effecto, ~s date in deposito (deposito) : in depot gegeven stukken
effortiar se /v/: zijn best doen, moeite doen, proberen, zich inspannen
effortiar, tote le participantes se ha ~te al maximo (maximo) : alle deelnemers hebben zich volledig ingezet
effortio /sub/ : inspanning, kracht(sinspanning) moeite, poging
effortio, ~ intellectual/mental : geestelijke inspanning
effortio, ~ supreme : uiterste inspanning
effortio, ~s commendabile/laudabile : loffelijk streven
effortio, ~s van/inutile/infructuose : vergeefse pogingen
effortio, facer un ~ : moeite doen, z'n best doen, zich inspannen
effortio, facer un supreme ~/tote su ~s : alle krachten inspannen
effortio, facer un ~ special : extra moeite doen
effortio, exiger ~ : moeite kosten
effortio, accentuar su ~ : zich sterker inspannen
effortio, reduplar su ~s : zijn krachten verdubbelen, zich dubbel inspannen
effortio, ille debe facer un grande ~ pro aperir le porta : hij moet zich flink inspannen om de deur open te krijgen
effortio, orientar su ~s verso un cosa : zijn inspanningen/krachten op iets richten
effortio, unir su ~s : de handen ineenslaan, de krachten bundelen
effortio, tote ~ esseva in van : alle moeite was vergeefs
effortio, ~ superhuman/suprahuman : bovenmenselijke inspanning
effortio, lor ~s conjuncte : hun gezamelijke inspanningen
effortio, con ~ : moeizaam
effortio, sin ~ : moeiteloos, met gemak
effortio, que nos uni nostre ~s! : laten we onze krachten verenigen!
effortio /sub/ : MEDICINA verrekking, verstuiking
elastic /adj/ : rekbaar, elastisch, veerkrachtig, soepel, buigzaam
elastic, deformation ~ : elastische vervorming
elastic, texitos ~ : elastische weefsels
elastic, banda ~ : elastiekje
elastic, defensa ~ : elastische verdediging
elastic, mente ~ : soepele geest
elastic, notion ~ : rekbaar begrip
elastic, ille ha un conscientia ~ : hij heeft een ruim/rekbaar geweten
election /sub/ : het kiezen, keuze, keus
election, ~ facile : gemakkelijke keuze
election, ~ de domicilio : domiciliekeuze
election, le profession de su ~ : het vak van zijn keuze
election, le populo de ~ : het uitverkoren volk
election, vaso de ~ : uitverkoren vat
election, su patria de ~ : het land van zijn keus, zijn tweede vaderland
election, le ~ es vostre : aan u de keus
election, a ~ : naar keus
election /sub/ : het verkiezen, verkiezing, stemming
election, ~es directe : rechtstreekse verkiezingen
election, ~es indirecte : trapsgewijze verkiezingen
election, ~es anticipate : vervroegde verkiezingen
election, ~ secrete : geheime verkiezing
election, ~es presidential : presidentsverkiezingen
election, ~ papal : pauskeuze
election, ~ episcopal : bisschopskeuze
election, ~ municipal : gemeenteraadsverkiezing
election, resultato del ~es : verkiezingsuitslag
election, die del ~es : verkiezingsdag
election, le prime torno del ~es : de eerste ronde van de verkiezingen
election, invalidar/annullar un ~ : een verkiezing nietig verklaren
electric /adj/ : elektrisch
electric, energia (energia) ~ : elektrische energie
electric, luce/lumine ~ : elektrisch licht
electric, succussa ~ : elektrische schok
electric, central ~ : elektrische centrale
electric, carga ~ : elektrische lading
electric, discarga ~ : elektrische ontlading/schok
electric, currente ~ : elektrische stroom
electric, resistentia ~ : elektrische weerstand
electric, propulsion ~ : elektrische aandrijving
electric, conductor ~ : elektrische geleider
electric, fluido ~ : elektrisch fluïdum
electric, traino ~ : elektrische trein
electric, sede/sedia ~ : elektrische stoel
electric, oculo ~ : elektrisch oog
electric, campo ~ : elektrisch veld
electric, motor ~ : elektrische motor
electric, organo (organo) ~ : elektrisch orgel
electric, furno ~ : elektrisch fornuis
electric, guitarra/gitarra ~ : elektrische gitaar
electric, cablo ~ : elektrische kabel
electric, illuminate electricamente : elektrisch verlicht
electricitate /sub/ : elektriciteit
electricitate, ~ negative/positive : negatieve/positieve elektriciteit
electricitate, ~ static : statische elektriciteit
electricitate, ~ galvanic : galvanische elektriciteit
electricitate, ~ inducite : geïnduceerde elektriciteit
electricitate, contator de ~ : elektriciteitsmeter
electricitate, panna de ~ : elektriciteitsstoring
electricitate, compania (compania) de ~ : elektriciteitsbedrij/maatschappij
electricitate, production de ~ : elektriciteitsproduktie
electricitate, tarifas del ~ : elektriciteitstarieven
electricitate, consumo de ~ : elektriciteitsverbruik
electricitate, trenchar {sj} le ~ : de elektriciteit afsnijden
electricitate, generar ~ : stroom opwekken
electronic /adj/ : elektronisch, elektronen...
electronic, theoria (theoria) ~ : elektronentheorie/leer
electronic, emission ~ : elektronenemisssie
electronic, transition ~ : elektronensprong
electronic, musica ~ : elektronische muziek
electronic, tubo ~ : elektronenbuis
electronic, fasce ~ : elektronenbundel
electronic, currente ~ : elektronenstroom
electronic, flash (A) ~ : elektronenflitser
electronic, nube ~ : elektronenwolk
electronic, lente ~ : elektronenlens
electronic, memoria ~ : elektronisch geheugen
electronic, ionisation ~ : elektronenionisatie
electronic, conductibilitate/conductivitate ~ : elektronengeleiding
electronic, configuration ~ : elektronenconfiguratie
electronic, microscopio ~ : elektronenmicroscoop
electronic, cannon ~ : electronenkanon
electronic, ruitos ~ : elektronenlawaai
electronic, machina (machina) a/de scriber electronic : elektronische schrijfmachine
electronic, pagar per via ~ : elektronisch betalen
electronic, pagamento per via ~ : elektronische betaling
elegante /adj/ : sierlijk, bevallig, mooi, gracieus, elegant
elegante, formas ~ : sierlijke vormen
elegante, stilo ~ : elegante stijl
elegante, habito (habito) ~ : elegante kleding
elegante, vaso ~ : sierlijke vaas
elemento /sub/ : element, (onder)deel, ingrediënt
elemento, ~ de base : basiselement
elemento, ~s de un accumulator : accucellen
elemento, ~s prefabricate : geprefabriceerde elementen
elemento, ~s del mathematica : grondbegrippen/grondslagen van de wiskunde
elemento, le quatro ~s : de vier elementen (aarde, water, vuur en lucht)
elemento /sub/ : CHIMIA, PHYSICA, PHILOSOPHIA element
elemento, ~ chimic : chemisch element
elemento, ~ radioactive : radioactief element
elemento, classification del ~s : periodiek systeem
elemento /sub/ : (kracht der natuur) elemento
elemento, defiar le ~s : de elementen trotseren
elemento, 4 esser in su ~ : in zijn element zijn
elevar /v/ : opheffen, in de hoogte heffen, ophijsen, optillen
elevar, ~ le voce : zijn stem verheffen
elevar, ~ un perpendiculo : een loodlijn oprichten
elevar, ~ un muro : een muur optrekken
elevar, ~ un persona al nubes : iemand hemelhoog verheffen
elevar, ~ se : zich verheffen, oprijzen (berg, muur, etc.)
elevar, ~ se super (super) le mediocritate : zich boven de middelmaat verheffen
elevar, le ballon se elevava in le celo/in alto : de ballon steeg op
elevar /v/ : ophogen
elevar, ~ un dica : een dijk ophogen
elevar, ~ un (nivello del) terreno : een terrein ophogen
elevar /v/ : verhogen (in rang), verheffen, bevorderen
elevar, ~ un persona a un rango superior : iemand tot een hogere rang verheffen, iemand bevorderen
elevar /v/ : MATHEMATICA machtsverheffen
elevar, ~ un numero (numero) al quadrato : een getal in het kwadraat verheffen
elevar, ~ al cubo : tot de derde macht verheffen
elevar /v/ : grootbrengen, opvoeden
elevar, ~ cattones con biberon : katjes met de fles grootbrengen
elevar /v/ : fokken, houden
elevar, ~ oves/cavallos : schapen/paarden fokken
elevar, ~ gallinas : kippen houden
eliger, ~ domicilio : domicilie kiezen
eliger, ~ un profession : een beroep kiezen
eliger, un momento mal eligite : een ongelukkig gekozen ogenblik
eliger /v/ : POLITICA (ver)kiezen
eliger, ~ un persona como membro del parlamento : iemand tot lid van het parlement verkiezen
eliger, ~ per acclamation : bij acclamatie verkiezen
emplear /v/ : gebruiken, zich bedienen van, aanwenden, besteden
emplear, ~ un instrumento : een instrument gebruiken
emplear, ~ materiales : materialen gebruiken
emplear, ~ tote le medios : alle middelen aanwenden
emplear, ~ fortia : geweld gebruiken
emplear /v/ : in dienst hebben, werk geven aan, te werk stellen
emplear, iste interprisa emplea mille personas : die onderneming heeft duizend mensen in dienst
empleo (empleo) /sub/ : gebruik, besteding, aanwending
empleo (empleo), modo de ~ : gebruiksaanwijzing
empleo (empleo), notitia de ~ : bijsluiter
empleo (empleo), facer un bon/mal ~ de su tempore : zijn tijd goed/slecht gebruiken
empleo (empleo), ~ del tempore : tijdsbesteding
empleo (empleo), ~ de tractores : gebruik van tractoren
empleo (empleo), facer ~ del fortia : geweld gebruiken
empleo (empleo), preste al ~ : gebruiksklaar
empleo (empleo) /sub/ : baan, betrekking, functie, ambt, werk(gelegenheid)
empleo (empleo), ~ temporari : tijdelijke betrekking
empleo (empleo), ~ a tempore partial : deeltijdbaan
empleo (empleo), ~ a plen tempore/a tempore complete : full-timebaan
empleo (empleo), ~ de officio/bureau : kantoorbaan
empleo (empleo), ~ del stato : staatsbetrekking, overheidsbaan
empleo (empleo), ~ secundari/accessori : bijbaan
empleo (empleo), ~ sedentari : zittend beroep
empleo (empleo), bursa del ~ : banenmarkt
empleo (empleo), sin ~ fixe : zonder vaste betrekking
empleo (empleo), procurar un ~ a un persona : iemand een baan bezorgen
empleo (empleo), dar ~ a un persona : iemand in dienst nemen
energia (energia) /sub/ : PHYSICA energie, arbeidsvermogen
energia (energia), ~ cinetic : arbeidsvermogen van beweging, kinetische energie
energia (energia), ~ potential : arbeidsvermogen van plaats, potentiële energie
energia (energia), ~ mechanic : mechanische energie
energia (energia), ~ thermic : warmte-energie
energia (energia), ~ solar : zonneënergie
energia (energia), ~ electric : elektrische energie
energia (energia), ~ atomic/nuclear : atoomenergie, kernenergie
energia (energia), ~ hydric/hydraulic : waterkracht
energia (energia), ~ de radiation : stralingsenergie
energia (energia), ~ luminose : lichtenergie
energia (energia), ressource (F)/fonte de ~ : energiebron
energia (energia), economia (economia) de ~ : energiebesparing
energia (energia), besonio de ~ : energiebehoefte
energia (energia), politica de ~ : energiebeleid
energia (energia), scarsitate de ~ : energieschaarste
energia (energia), compania (compania) de ~ : energiebedrijf
energia (energia), crise/crisis (crisis) de ~ : energiecrisis
energia (energia), consumo de ~ : energieverbruik
energia (energia), perdita (perdita) de ~ : energieverlies
energia (energia), dilapidation/dissipation de ~ : energieverspilling
energia (energia), conservation de ~ : energiebehoud
energia (energia), approvisionamento in ~ : energievoorziening
energia (energia) /sub/ : kracht, geestkracht, veerkracht, werkvermogen, wilskracht, dadendrang, energie
energia (energia), ~ vital : levenskracht
energia (energia), con ~ : krachtig
enoiar /v/ : hinderen, lastig vallen, overlast bezorgen
enoiar /v/ : vervelen, vermoeien
enoiar, illa enoiava su collegas con historias sin fin : zij verveelde haar collega's met ellenlange verhalen
enoiar, ~ se mortalmente : zich dodelijk/stierlijk vervelen
enoiar, le orator enoia su auditores : de redenaar verveelt zijn gehoor
enoio (enoio) /sub/ : zorg, probleem
enoio (enoio), ~s : moeilijkheden, problemen, onaangenaamheden
enoio (enoio), ~s familial : gezinsmoeilijkheden
enoio (enoio), causar ~s a un persona : iemand in moeilijkheden brengen
enoio (enoio) /sub/ : verveling, sleur
enoio (enoio), ~ de viver : levensmoeheid
enoiose /adj/ : vervelend, saai
enoiose, un film ~ : een saaie film
enoiose, demandas ~ : vervelende vragen
enorme /adj/ : enorm, geweldig, onmetelijk, kolossaal, reusachtig
enorme, crimine ~ : monsterlijke misdaad
enorme, successo ~ : overweldigend succes
enorme, differentia ~ : hemelsbreed verschil
entrar /v/ : binnengaan, ingaan
entrar, ~ in un casa : een huis binnengaan
entrar, ~ in function : in functie treden
entrar, ~ in servicio : in dienst treden
entrar, ~ in le diplomatia (diplomatia) : in diplomatieke dienst treden
entrar, ~ in functionamento : in gebruik genomen worden
entrar, ~ in vigor : van kracht worden
entrar, ~ in action : in actie komen
entrar, ~ in contacto con : in aanraking komen met
entrar, ~ in relationes con : relaties aanknopen met
entrar, ~ in collision con : in botsing komen met
entrar, ~ in conflicto con : in conflict komen met
entrar, ~ in le station : het station binnenrijden
entrar, ~ in le detalios : in bijzonderheden treden
entrar, ~ in exopero (exopero) : in staking gaan
entrar, ~ in possession de un cosa : in het bezit van iets komen
entrar, facer ~ : binnenlaten
entrar, facer ~ in le porto : de haven binnenloodsen
entrar, facer ~ le clave in le serratura : de sleutel in het slot steken
entrar, ~ in un aure e exir del altere : het ene oor in, het andere uit
entrata /sub/ : het binnenkomen, intrede, intocht, entree
entrata, ~ triumphal : zegevierende intocht
entrata, ~ de un nave : binnenlopen van een schip
entrata, cammino de ~ : toegangsweg
entrata, visa de ~ : inreisvisum
entrata, al ~ del hiberno/del autumno, etc. : bij het begin van de winter/van de herfst, etc
entrata, facer su ~ : zijn intocht doen
entrata, billet/ticket (A)/carta de ~ : entreekaartje
entrata, pagar ~ : entree betalen
entrata, precio de ~ : entreeprijs
entrata, ~ libere : vrij entree, vrije toegang
entrata, magazin a ~ libere : inloopzaak
entrata, ~ in servicio : indiensttreding
entrata, ~ in functiones : ambtsaanvaarding
entrata /sub/ : deur, hal, poort, etc. waar men binnenkomt, ingang, toegang
entrata, ~ del artistas : artiesteningang
entrata, porta de ~ : huisdeur
entrata, ~ principal : hoofdingang
entrata, ~ lateral : zij-ingang
entrata, ~ posterior/de detra : achteringang
entrata, ~ de aere (aere) : luchttoevoer
entrata, ~ de porto : havenmond
entrata, ~ de aqua : waterinlaat
entrata /sub/ : titelwoord, trefwoord, lemma, artikel
entrata, ~s de un dictionario : titelwoorden van een woordenboek
entrata /sub/ : COMPUTATOR toevoer, invoer, inbreng, input
equal /adj/ : gelijk, eender, dezelfde, hetzelfde
equal, paga ~ : gelijke betaling
equal, respiration ~ : regelmatige ademhaling
equal, pulso ~ : regelmatige pols(slag)
equal, scriptura ~ : regelmatig handschrift
equal, polos ~ : gelijknamige polen
equal, repartir in partes ~ : gelijkelijk verdelen
equal /adj/ : gelijkmatig, gelijkvormig, in evenwicht, onveranderlijk
equal /adj/ : MUSICA gelijkzwevend
equal /sub/ : gelijke
equal, beltate sin ~ : weergaloze schoonheid
equal, non haber su ~ : zijns gelijke niet hebben
equal, tractar un persona de ~ a ~/como su ~ : op gelijke voet met elkaar omgaan
equalar /v/ : gelijk maken, effenen, egaliseren
equalar /v/ : gelijkstellen (met), evenaren, gelijk zijn aan, net zo goed, etc. zijn als
equalar, un e un equala duo : een en een is twee
equalar, ~ se a un persona : zich gelijk achten aan iemand anders
equipa /sub/ : team, ploeg (anque SPORT)
equipa, sport (A) de ~ : teamsport
equipa, spirito (spirito) de ~ : teamgeest
equipa, labor/travalio in ~ : ploegenarbeid
equipa, chef (F) de ~ : voorman, ploegbaas
equipa, ~ de salvamento : reddingsploeg
equipa, ~ de succurso/de emergentia : hulpploeg
equipa, ~ medic/medical : medisch team
equipa, ~ ministerial/de ministros : ministersploeg
equipa, travaliar/laborar in un ~ : in een team/in ploegverband werken
equipa, travalio/labor in/de ~ : groepswerk, werk in groepsverband
equipa, systema de tres ~s : drieploegenstelsel
equipa, jocator de un ~ : teamspeler
equipa, ~ diurne/de die/de jorno : dagploeg
equipa, ~ nocturne/de nocte : nachtploeg
equipa, ~ del matino : ochtendploeg
equipa, ~ selectionate : kernploeg
equipa, ~ national : nationale elftal, bondsploeg, bondselftal
equipa, ~ de football (A) : voetbalelftal
equipa, ~ feminin : damesploeg
equipa, le ~ de Nederland : het Nederlands elftal
equipa, ~ professional : beroepselftal/ploeg
equipa, secunde ~ : B-ploeg, B-elftal, B-team
equipa, ~ scholar : schoolelftal
equipa, ~ complete : volledig elftal
equipa, ~ homogene : homogene ploeg
equipa, classification/classamento per ~s : ploegenklassement
equipa, etape (F) contra le horologio per ~s : ploegentijdrit
equipa, formar/componer un ~ : een team samenstellen
erecte /adj/ : opgericht, rechtop(gaand), loodrecht, overeind
erecte, aures ~ : opstaande oren
erecte, star con le testa/capite (capite) ~ : met geheven hoofd staan
errar /v/ : dwalen, dolen, (rond)zwerven
errar, ~ in un foreste : door een bos dwalen
errar, lassar ~ su pensatas/pensamentos : zijn gedachten de vrije loop laten
errar, lassar ~ su reguardo : zijn blik/oog laten gaan
errar /v/ : dwalen, zich vergissen
errar, ~ es human : vergissen is menselijk
error /sub/ : vergissing, fout, misrekening, abuis, dwaling
error, ~ absolute : absolute fout
error, ~ de calculo : rekenfout
error, ~ judiciari/judicial : gerechtelijke dwaling
error, ~ de grammatica : grammaticale fout
error, ~ linguistic : taalfout
error, ~ orthographic/de orthographia : spelfout
error, ~ de impression : drukfout
error, ~ typographic/de composition : zetfout
error, ~ de typamento/de dactylographia : typefout, tikfout
error, ~ de lectura : afleesfout
error, ~ de commando : bedieningsfout
error, ~ de addition : optelfout
error, ~ de parallaxe : parallaxfout
error, ~ de penna : verschrijving
error, ~ de pensata/pensamento : denkfout
error, ~ nominal : naamsverwisseling
error, ~ de judicio/judicamento/de appreciation : beoordelingsfout
error, ~ de procedura/procedimento : procedurefout, vormfout
error, ~ del arbitro/de arbitrage : scheidsrechterlijke fout
error, ~ impardonabile : onvergeeflijke fout
error, ~ funeste : rampzalige fout
error, ~ evidente : duidelijke fout
error, ~ evitabile : fout die men kan vermijden
error, salvo ~es : vergissingen voorbehouden
error, facer un ~ : een fout maken
error, coefficiente de ~ : foutenmarge
error, su ~es de juventute : de dwalingen van zijn jeugd
error, isto es un ~ evidente/obvie : het is een blijkbare vergissing
error, per ~ : per abuis, abusievelijk, per vergissing
error, subjecte a ~ : onderhevig aan dwaling
error, committer un ~ : een vergissing maken, een fout begaan
error, corriger/rectificar un ~ : een vergissing herstellen, een fout goed maken
error, recognoscer su ~ : zijn fout/dwaling inzien
error, esser in ~ : het mis hebben, het bij het verkeerde eind hebben
error, recader in un ~ : in een oude fout vervallen
error, collectionar le ~es : de ene fout op de andere stapelen
error, inducer in ~ : op een dwaalspoor brengen
error, salvo ~ e omission : vergissingen en weglatingen voorbehouden
error, le ~es pullula in le traduction : de vertaling wemelt van de fouten
es /v/ : ben, bent, is, zijn, zijt
escappar /v/ : ontsnappen (aan), ontvluchten, ontkomen (aan), ontlopen
escappar, lassar ~ un prisionero : een gevangene laten ontsnappen
escappar, lassar ~ le opportunitate : de gelegenheid laten glippen
escappar, ~ al morte : aan de dood ontkomen
escappar, ~ a un periculo : een een gevaar ontsnappen
escappar, ~ al tentation : de verleiding ontvlieden
escappar, ~ al policia (policia) : de politie ontlopen
escappar, ~ del mano : uit de hand lopen
escappar, ~ del peloton : zich losmaken van het peloton
escappar, ~ con le cassa : er met de kas vandoor gaan
escappata /sub/ : het ontsnappen, het ontvluchten, het ontkomen, het ontlopen, ontsnapping, ontvluchting
espaventar /v/ : bang maken, verschrikken, angst aanjagen
espaventar, ~ se : bang worden, schrikken
esque {eske} (eske) : PARTICULA INTERROGATIVE
esque, ~ ille ha le libro? : heeft hij het boek?
essayar /v/ : proberen, pogen, een poging doen
essayar, ~ de provocar un ruptura : op een breuk aansturen
essayar /v/ : (uit)proberen, (be)proeven, keuren, testen
essayar /v/ : (aan)passen (van kleding, schoeisel)
essayar /v/ : keuren (van edele metalen)
essayar, ~ le auro : goud keuren
essayo (essayo) /sub/ : proef(neming), keuring, test, toets
essayo (essayo), ~ nuclear : kernproef
essayo (essayo), ~ de traction : trekproef
essayo (essayo), ~ de laboratorio : laboratoriumproef
essayo (essayo), perforation de ~ : proefboring
essayo (essayo), pilota de ~ : invlieger, testpiloot
essayo (essayo), volo de ~ : proefvlucht
essayo (essayo), facer un volo de ~ con un avion : een vliegtuig invliegen
essayo (essayo), pista/percurso de ~s : proefbaan, testbaan
essayo (essayo), auto(mobile) de ~ : testauto
essayo (essayo), abonamento de ~ : proefabonnement
essayo (essayo), colpo de ~ : proefschot
essayo (essayo), ballon de ~ : proefballon
essayo (essayo), banco de ~ : proefbank
essayo (essayo), periodo (periodo) de ~ : proefperiode
essayo (essayo), aco/agulia de ~ : proefnaald
essayo (essayo), conilio de ~ : proefkonijn
essayo (essayo), reactor de ~ : proefreactor
essayo (essayo), tubo de ~ : reageerbuisje
essayo (essayo), cabina/cubiculo de ~ : pashokje
essayo (essayo) /sub/ : poging
essayo (essayo), ~s timide : zwakke pogingen
essayo (essayo) /sub/ : essaai, essai, goudkeuring, zilverkeuring
essayo (essayo), peso de ~ : keurgewicht
essayo (essayo) /sub/ : LITTERATURA essay
esser /v/ : (er) zijn, bestaan (zelfstandig v )
esser /v/ : zijn (koppelv )
esser /v/ : worden
esser /sub/ : PHILOSOPHIA het zijn, het bestaan
esser, dar le ~ a : het aanzijn geven aan
esser /sub/ : wezen, persoon, individu, schepsel
esser, ~ human : menselijk wezen
esser, le Esser Supreme : het Opperwezen (God)
esser, le homine es un ~ rational : de mens is een redelijk wezen
essugar, ~ se le fronte : het voorhoofd afwissen
essugar, ~ se le manos : zijn handen (af)drogen
essugar, ~ se le pedes : zijn voeten vegen
essugar, panno de ~ : droogdoek, theedoek
est /sub/ : oost, oosten
est, ir al est : naar het oosten gaan, oostwaarts gaan
est, vento del ~ : oostenwind, oostelijke wind
establir /v/ : opstellen, vaststellen, opmaken, vastleggen
establir, ~ un processo verbal : een proces verbaal opmaken
establir, ~ un precio : een prijs vaststellen
establir, ~ un budget : een begroting maken
establir, ~ le balancio : de balans opmaken
establir, ~ le innocentia de un persona : iemands onschuld aantonen
establir /v/ : vestigen, instellen, installeren, stichten, invoeren
establir, ~ un colonia : een kolonie vestigen
establir, ~ un campamento : en kamp opslaan
establir, ~ un imposto : een belasting instellen/invoeren
establir, ~ un record (A) : een record vestigen
establir, ~ un regulamento : een reglement invoeren
establir, ~ le fundamentos de : de grondslag leggen voor
establir, interesses establite : gevestigde belangen
establir, practicas establite : gebruikelijke praktijken
establir, reputation ben establite : gevestigde reputatie
establir, prejudicio establite : ingeworteld vooroordeel
establir, conformar se al usos/usages/costumes establite : zich conformeren aan de bestaande gewoonten
establir, ordine establite : gevestigde orde
establir se /v/ : zich vestigen, zich installeren, een (handels)zaak beginnen
establir, ille se ha ~te a/in Bilthoven : hij heeft zich in Bilthoven gevestigd
establir, le officio es ~te in iste edificio : het kantoor is in dit gebouw gevestigd
establir /v/ : onderbrengen, een verzekerde positie bezorgen
establir, ~ su infantes : zijn kinderen een goede positie bezorgen
estate /sub/ : zomer
estate, ~ cal(i)dissime : gloeiend hete zomer
estate, sonio de un nocte de ~ : zomernachtsdroom
estate, semestre de ~ : zomerhalfjaar
estate, residentia de ~ : zomerresidentie, zomerverblijf-(plaats)
estate, solstitio de ~ : zomerzonnewende
estate, hora de ~ : zomertijd
estate, horario de ~ : zomerdienstregeling
estate, curso de ~ : zomercursus
estate, die/jorno de ~ : zomerdag
estate, medio de ~ : midzomer
estate, planta de ~ : zomerplant/gewas
estate, vestimentos de ~ : zomerkleren/kleding
estate, saison (F) de ~ : zomerseizoen
estate, sol de ~ : zomerzon
estate, servicio de ~ : zomerdienst
estate, festa de ~ : zomerfeest
estate, campamento de ~ : zomerkamp
estate, mense de ~ : zomermaand
estate, temperatura de ~ : zomertemperatuur
estate, sport (A) de ~ : zomersport
estate, vacantias de ~ : zomervakantie
estate, tritico de ~ : zomertarwe
estate, ~ pluviose : regenachtige zomer
estate, ~ calorose : hete zomer
estate, le hirundines annuncia le ~ : de zwaluwen kondigen de zomer aan
estranie /adj/ : vreemd, buitenlands
estranie, obrero/laborator/travaliator ~ : gastarbeider
estranie /adj/ : vreemd, ongewoon, zonderling, verwonderlijk, raar
estranie, un phenomeno (phenomeno) ~ : een vreemd/raar verschijnsel
estranie, isto ha un aspecto ~ : dat ziet er vreemd uit MEDICINA
estranie, corpore ~ : vreemd lichaam, "Fremdkörper"
estranie, un par ~ : Jut en Jul
estranie, isto me pare ~ : dat komt mij vreemd voor
estranier /adj/ : buitenlands, vreemd
estranier, legion ~ : vreemdelingenlegioen
estranier, lingua ~ : vreemde taal
estranier, moneta ~ : vreemd geld
estranier, sub le dominio ~ : onder vreemde heerschappij
estranier, le pais suffreva sub domination ~ : het land leed onder vreemde overheersing
etage /sub/ : etage, verdieping
etage, ~ superior : bovenverdieping
etage, ~ inferior : benedenverdieping
etage, missile a ~s : meertrapsraket
etate /sub/ : leeftijd, ouderdom
etate, de ~ median : van middelbare leeftijd
etate, de medie ~, de ~ medie : van middelbare leeftijd
etate, major ~, ~ major : meerderjarigheid
etate, minor ~, ~ minor : minderjarigheid
etate, ~ adulte : volwassen leeftijd
etate, ~ matur : rijpere leeftijd
etate, ~ avantiate : hoge leeftijd, bedaagdheid
etate, de ~ avantiate : van gevorderde leeftijd
etate, ~ minime (minime) : vereiste leeftijd
etate, in/de ~ avantiate : bedaagd
etate, de un certe ~ : op leeftijd
etate, a mi ~ : op mijn leeftijd
etate, differentia/disproportion/disparitate de ~ : leeftijdsverschil
etate, ~ competente pro votar : stemgerechtigde leeftijd
etate, ~ de discernimento : jaren des onderscheids
etate, gruppo/categoria (categoria) de (un determinate) ~ : leeftijdsgroep
etate, gente de mi ~ : mensen van mijn leeftijd
etate, ~ scholar : schoolplichtige leeftijd
etate, haber le mesme ~ : even oud zijn
etate, que ~ ha vos? : hoe oud bent U?
etate, attinger al ~ de vinti-un annos : de 21-jarige leeftijd bereiken
etate, morite/decedite al ~ de 98 annos : overleden in de leeftijd van 98 jaar
etate /sub/ : tijdperk
etate, ~ de auro : gouden tijdperk, gouden eeuw
etate, ~ del petra : stenen tijdperk, steentijd
etate, ~ del ferro : ijzertijd
etate, ~ augustee : augusteïsch tijdvak
etate, ~ antique : oudheid
etc. : etc, et cetera, en dergelijke
eterne /adj/ : eeuwig, eeuwigdurend
eterne, pace/reposo ~ : eeuwige rust
eterne, vita ~ : eeuwig leven
eterne, veritate ~ : eeuwige waarheid
eterne, question ~ : slepende kwestie
eterne, acquirer gloria ~ : eeuwige roem ver-werven
eterne, Roma es le Citate Eterne : Rome is de Eeuwige Stad
eterne, principios ~mente ver : eeuwig ware principes
etiam (etiam) /adv/ : ook, eveneens, evenzo
etiam (etiam), non solmente ... sed ~ ... : niet alleen ... maar ook ...
etiam (etiam) /adv/ : zelfs
etiquetta {kè} /sub/ : etiket, label, (prijs/naam)kaartje, merk
etiquetta, ~ autoadhesive : zelfklevend etiket
etiquetta, ~ de garantia : garantielabel
etiquetta, ~ de precio : prijskaartje
etiquetta, ~ de adresse : adresstrookje
etiquetta, ~ de qualitate : keurmerk
etiquetta, applicar un ~ : een etiket aanbrengen
etiquetta {kè} /sub/ : etiquette, omgangsvormen, ceremonieel, protocol
etiquetta, ~ del corte : hofetiquette, hofceremonieel
etiquetta, respectar/observar le ~ : de omgangsvormen in acht nemen
eveliar /v/ : wekken, wakker maken
eveliar, ~ curiositate/amor/interesse : nieuwsgierigheid/liefde/belangstelling opwekken
eveliar, ~ un cosa in un persona : iets in iemand wakker roepen
eveliar, ~ se : wakker worden, ontwaken
eveliar, ~ se de un sonio : uit een droom ontwaken
eveliar, ~ se de un somnolentia : uit een sluimer ontwaken
eveliar, soniator eveliate : dagdromer
eveliar, le ruito non me ha eveliate : ik ben door het lawaai heen geslapen
evenir /v/ : gebeuren, geschieden, plaats vinden
evento /sub/ : gebeurtenis, voorval
evento, ~s historic : historische gebeurtenissen
evento, ~ memorabile : gedenkwaardige gebeurtenis
evento, ~ mundial : wereldgebeurtenis
evento, curso del ~s : loop der gebeurtenissen
evento, incatenamento de ~s : aaneenschakeling van gebeurtenissen
evento, ~s precipitate : snel opeenvolgende gebeurtenissen
evento, ille ha passate per multe ~s : hij heeft veel meegemaakt
evento, su explanation del ~s : haar uitleg van wat er gebeurd is
eventual /adj/ : eventueel, mogelijk, gebeurlijk, bij vóórkomende gelegenheden
eventual, profitos ~ : mogelijke winsten
eventual, costos ~ : eventuele kosten
eventual, damno(s) ~ : eventuele schade
eventual, successor ~ : mogelijke opvolger
evidente /adj/ : klaarblijkelijk, duidelijk, vanzelfsprekend, zonneklaar, evident
evidente, con satisfaction ~ : met kennelijk genoegen
evidente, contrasto ~ : schrille tegenstelling
evidente, error ~ : duidelijke fout
evidente, mentita ~ : aperte leugen
evidente, veritate ~ : waarheid als een koe
evidente, un caso ~ de suicidio : een geheid geval van zelfmoord
evidente, isto es un cosa ~ : dit spreekt vanzelf, dit ligt voor de hand
evidente, il es ~ que ille ha mentite : het is zeer duidelijk dat hij heeft gelogen
evitar /v/ : vermijden, ontwijken, ontlopen, voorkomen
evitar, ~ le reguardo de un persona : iemands blik ontwijken
evitar, ~ un discussion : een discussie uit de weg gaan
evitar, ~ le combatto : de strijd ontwijken
evitar, ~ difficultates : moeilijkheden uit de weg gaan
evitar, ~ le apparentias : de schijn vermijden
evitar, ~ le casa de un persona : iemands huis mijden
evitar, ~ le mal compania (compania) : slecht gezelschap mijden
evitar, ~ le pena a un persona : iemand de moeite besparen
ex /prep/ : uit, van, van...uit
ex /sub/ : (Afk.: ex-marito/a) ex
exacte /adj/ : nauwkeurig, juist, exact, precies, punctueel, stipt
exacte, scientias ~ : exacte wetenschappen
exacte, copia ~ : juiste kopie
exacte, traduction ~ : nauwkeurige vertaling
exacte, description ~ : nauwkeurige beschrijving
exacte, responsa ~ : juist antwoord
exacte, venir al hora ~ : op de juiste tijd komen
exacte, esser ~ a un rendez-vous : stipt op tijd komen bij een afspraak
exacte, exactemente lo que io ha dicite : juist wat ik zei
exacte, observar exactemente le regulas : de regels nauwkeurig in acht nemen
ex aequo /LATINO/ : ex aequo
examinar /v/ : onderzoeken (anque MEDICINA), bekijken, nagaan
examinar, ~ un machina (machina) : een machine nazien
examinar, ~ un malado : een zieke onderzoeken
examinar, ~ un texito al microscopio : een weefsel met de microscoop onderzoeken
examinar, ~ un situation : een situatie onderzoeken
examinar /v/ : examineren, een examen afnemen aan
examine /sub/ : onderzoek (anque JURIDIC MEDICINA etc.), beschouwing, analyse
examine, spirito (spirito) de ~ : kritische instelling
examine, ~ medical : medisch onderzoek
examine, ~ de(l) oculos : oogonderzoek
examine, ~ intestinal : darmonderzoek
examine, ~ gastric : maagonderzoek
examine, ~ radioscopic : doorlichting
examine, ~ orthoptic/del function visual : oogmeting
examine, libere ~ : vrij onderzoek
examine, ~ psychotechnic : psychotechnische keuring
examine, ~ de conscientia : gewetensonderzoek
examine, ~ objective/impartial : onpartijdig onderzoek
examine /sub/ : examen
examine, preparar se a un ~ : zich op een examen voorbereiden
examine, facer inscriber se pro un ~ : zich voor een examen laten inschrijven
examine, facer/passar un ~ : examen doen/afleggen
examine, refacer un ~ : een examen overdoen
examine, passar un ~ con successo : met goed gevolg examen doen
examine, esser refusate a un ~ : voor een examen afgewezen worden, zakken
examine, ~ scholar : schoolexamen
examine, ~ del stato : staatsexamen
examine, ~ de admission/entrata/ingresso : toelatingsexamen
examine, ~ practic : praktijkexamen
examine, ~ final : afsluitend examen, eindexamen
examine, ~ scripte : schriftelijk examen
examine, ~ oral/verbal : mondeling examen
examine, ~ suppletive : aanvullingsexamen
examine, ~ comparative : vergelijkend examen
examine, ~ pro le permisso de conducer : rijexamen
examine, commission de ~ : examencommissie
examine, durata/duration del ~ : examenduur
examine, periodo (periodo) del ~(s) : examenperiode
examine, resultato del ~ : examenuitslag
examine, question de ~ : examenvraag
examine, sala de ~ : examenzaal/lokaal
examine, edificio de ~ : examengebouw
excambiar /v/ : (in)ruilen, verruilen, (uit) wisselen, inwisselen
excambiar, ~ litteras (litteras) : in briefwisseling staan
excambiar, ~ prisioneros de guerra : krijgsgevangenen uitwisselen
excambiar, ~ opiniones : meningen uitwisselen
excambiar, ~ impressiones : indrukken uitwisselen
excambiar, ~ experientias : ervaringen uitwisselen
excambio /sub/ : het (in)ruilen, het inwisselen, het uitwisselen, ruiling, inwisseling, uitwisseling
excambio, ~ de calor : warmteuitwisseling
excambio, ~ commercial : handelsverkeer
excambio, libere ~ : vrijhandel
excambio, ~ de vistas : gedachtenwisseling
excambio, ~ epistolari/de litteras (litteras) : briefwisseling
excambio, ~ cultural : culturele uitwisseling
excambio, ~ de prisioneros de guerra : uitwisseling van krijgsgevangenen
excambio, ~ de datos : uitwisseling van gegevens
excambio, tractato de ~ : uitwisselingsverdrag
excambio, programma de ~ : uitwisselingsprogramma
excambio, contracto de ~ : ruilcontract
excambio, offerta de ~ : ruilaanbieding
excambio, medio de ~ : ruilmiddel
excambio, objecto de ~ : ruilobject
excambio, motor de ~ : ruilmotor
excambio, ordine de ~ : ruilorder
excambio, valor de ~ : ruilwaarde
excambio, taxa de ~ : ruilvoet
excambio, in ~ de : in ruil voor
ex cathedra /sub/ : ex cathedra
ex cathedra, le papa es infallibile quando ille parla ~ : de paus is onfeilbaar wanneer hij ex cathedra spreekt
excavar /v/ : graven, uitgraven
excavar, ~ asparagos (asparagos) : asperges steken
excavar, ~ un canal : een kanaal graven
excavar, ~ auro : goud graven
excellente /adj/ : voortreffelijk, uitnemend, uitstekend, zeer goed, uitmuntend, excellent
excellente, idea (idea) ~ : zeer goed idee
excellente, traduction ~ : uitstekende vertaling
excepte /prep/ : behalve, uitgezonderd
excepte, ~ approbation ultime (ultime) : behoudens nadere goedkeuring
excepte, io non sape nihil (nihil) de ille, ~ que ille fuma : ik weet niets van hem, behalve dat hij rookt
excepte, totes habeva venite ~ ille : allen waren gekomen behalve hij
exception /sub/ : het uitzonderen, het uitsluiten, uitzondering, uitsluiting
exception, stato de ~ : uitzonderingstoestand
exception, formar/esser un ~ : een uitzondering vormen/zijn
exception, facer un ~ in favor de : een uitzondering maken voor
exception, le ~es confirma le regula : uitzonderingen bevestigen de regel
exception, con/a ~ de : met uitzondering van, afgezien van
exception, per ~ : bij uitzondering
exception, salvo pauc ~es : op een enkele uitzondering na
exception, caso de ~ : op een enkele uitzondering na
exception, ~ peremptori : op een enkele uitzondering na
exception, ~ dilatori : dilatoire exceptie
excitar, ~ le curiositate de un persona : iemands nieuwsgierigheid opwekken
excitar, ~ le imagination : de verbeelding prikkelen
excitar, ~ le sensualitate : de zinnen prikkelen
excitar, ~ le nervos : de zenuwen prikkelen
excitar, ~ su can contra un persona : zijn hond op iemand aanhitsen
excitar, ~ al rebellion : tot opstand aanzetten
excitar /(/ : ELECTRICITATE bekrachtigen (dynamo)
excusa /sub/ : excuus, verontschuldiging, uitvlucht
excusa, ~ valide/valabile/admissibile : geldige reden
excusa, presentar (su) ~s : zijn verontschuldigingen aanbieden
excusa, avantiar un cosa como ~ : iets ter verontschuldiging aanvoeren
excusa, acceptar ~s : verontschuldigingen aanvaarden
excusa, dar/presentar un ~ pro un invitation : een uitnodiging afwimpelen
excusa, que ~ ha ille date? : welk excuus gaf hij op
excusar /v/ : verontschuldigen, excuseren
excusar, ~ se : zich verontschuldigen
excusar, qui se excusa se accusa : wie zich verontschuldigt beschuldigt zich
execution /sub/ : uitvoering, tenuitvoerlegging/brenging, volbrenging, realisering
execution, ~ de un sententia : tenuitvoerlegging van een vonnis
execution, ~ de un sonata : uitvoering van een sonate
execution, dar ~ a : uitvoering geven aan
execution /sub/ : JURIDIC executie, beslaglegging
execution /sub/ : executie, terechtstelling
execution, ~ al furca : ophanging, opknoping
execution, poste de ~ : executiepaal
execution, peloton de ~ : executiepeloton
exemplo /sub/ : monster, staal, specimen
exemplo /sub/ : model, toonbeeld, voorbeeld
exemplo, facer un ~ de un persona : iemand ten voorbeeld stellen
exemplo, ~ de bontate : toonbeeld van goedheid
exemplo, ~ de generositate : toonbeeld van edelmoedigheid
exemplo, ~ contagiose : aanstekelijk voorbeeld
exemplo, ~ de scriptura : schrijfvoorbeeld
exemplo, sequer le ~ de un persona : iemands voorbeeld volgen
exemplo, prender un cosa como ~ : iets tot voorbeeld nemen
exemplo, dar un ~ : een voorbeeld geven
exemplo, per ~ : bijvoorbeeld
exemplo, sin ~ : ongehoord, niet eerder voorgekomen
exemplo /sub/ : voorbeeld (ter verduidelijking)
exemplo, ~ de grammatica : grammaticaal voorbeeld
exequer /v/ : uitvoeren, realiseren (opdracht, plan, wet, contract, verdrag, etc.)
exequer, ~ un concerto : een concert uitvoeren
exequer, ~ un lege : een wet uitvoeren
exequer, ~ un testamento : een testament afwikkelen
exercitar /v/ : africhten (dier), oefenen (in), SPORT trainen
exercitar, ~ le gambas : de benen strekken, even een ommetje maken
exercitar, ~ le mente : de geest oefenen
exercitar, ~ le memoria : het geheugen scherpen/trainen
exercitar /v/ : uitoefenen (van beroep, praktijk)
exercitar, ~ le advocatura : de advocatuur uitoefenen
exercitar, ~ le profession de pharmacista : apotheek houden
exercitio /sub/ : oefening
exercitio, ~ corporal/corporee/physic : lichamelijke oefening
exercitio, ~ respiratori/de respiration : ademhalingsoefening
exercitio, ~ muscular : spieroefening
exercitio, ~ mnemonic/de memoria : geheugenoefening
exercitio, ~ equestre : rijoefening
exercitio, ~s gymnastic : gymnastische oefeningen
exercitio, ~s militar : militaire oefeningen
exercitio, ~s pro le musculos abdominal : buikspieroefeningen
exercitio, ~s corrective de pronunciation : oefeningen ter verbetering van de uitspraak
exercitio, ~ natatori/de natation : zwemoefening
exercitio, ~s acrobatic : acrobatische oefeningen
exercitio, facer ~s de natation : zich in het zwemmen oefenen
exercitio, le ~ face le maestro : oefening baart kunst
exercitio /sub/ : oefening, opgave
exercitio, ~ preparatori : vooroefening
exercitio, ~ de traduction : vertaaloefening
exercitio, ~ de grammatica : grammatica-oefening
exercitio, ~ de calculo : rekenopgave
exercitio, ~ de lectura : leesoefening
exercitio, ~ de scriptura : schrijfoefening
exercitio, ~ de stilo : stijloefening
exercitio, ~ de canto : zangoefening
exercitio, ~s de piano : oefeningen in het pianospelen
exercitio, ~ a completar/de completamento : invuloefening
exercitio, libro de ~s : oefenboek
exercitio, granata de ~ : oefengranaat
exercitio /sub/ : uitoefening (van beroep, functie), bekleding, bediening (van ambt)
exercitio, ~ professional : beroepsuitoefening
exercitio, ~ de un function : ambtsbekleding
exercitio, ~ illegal del medicina : onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde
exercitio /sub/ : MILITAR exercitie
exercitio, ~ de nocte : nachtoefening
exercitio, ~ de tiro : schietoefening
exercitio /sub/ : begrotingsjaar
exhaurir /v/ : uitputten, verbruiken, uitpompen, leegpompen
exhaurir /v/ : FIGURATE uitputten
exhaurir, ~ un subjecto : een onderwerp uitmelken
exhaurir, nos ha exhaurite nostre stock : we zijn totaal uitverkocht
exhaurir, isto non exhauri le possibilitates : daarmee zijn de mogelijkheden nog niet uitgeput
exhaurir, ~ tote le medios legal : alle rechtsmiddelen beproeven
exiger /v/ : eisen, opeisen, vorderen, verlangen
exiger, ~ satisfaction : genoegdoening eisen
exiger, ~ le attention : de aandacht opeisen
exiger, ~ un explication/explanation : een verklaring eisen
exiger, ~ indemnisation : een eis tot schadevergoeding instellen
exiger, ~ un redemption : losgeld eisen
exiger, ~ multo : hoge eisen stellen
exiger /v/ : vereisen, vergen, vragen, noodzakelijk maken
exiger, isto exige un precision rigorose : dat luistert heel nauw
existentia /sub/ : bestaan, leven
existentia, menar un ~ miserabile : een ellendig leven leiden
existentia, lucta pro le ~ : strijd om het bestaan
existentia, ration de ~ : bestaansreden
existentia, derecto al ~ : bestaansrecht
existentia, ~ marginal : marginaal bestaan
existentia, absurditate del ~ : ongerijmdheid van het bestaan
existentia, ~ de Deo : godsbestaan
existentia, negar/denegar le ~ de Deo : God loochenen
existentia /sub/ : bestaan, aanwezigheid
existentia, io ignorava le ~ de iste testamento : ik wist niet dat dat testament bestond
exister /v/ : bestaan, er zijn, leven
exister, io pensa, dunque io existe (Cartesio) : ik denk, dus besta ik (Cartesius)
exister, forma de ~ : bestaansvorm
exister, derecto de ~ : bestaansrecht
exito (exito) /sub/ : aftreden (van toneel), vertrek
exito (exito) /sub/ : uitgang, deur (naar buiten)
exito (exito), ~ de urgentia/de succurso/de emergentia/de securitate : nooduitgang, nooddeur
exito (exito), ~ del artistas : artiestenuitgang
exito (exito), via de ~ : uitweg
exito (exito), non haber ~ : doodlopen
exito (exito), strata sin ~ : doodlopende straat
exito (exito), diriger se/ir al ~ : zich naar de uitgang begeven
exopero (exopero) /sub/ : (werk)staking
exopero (exopero), ~ general : algemene staking
exopero (exopero), ~ de solidaritate : solidariteitsstaking
exopero (exopero), ~ salvage/non official : wilde staking
exopero (exopero), ~ ferroviari/de ferroviarios : spoorwegstaking
exopero (exopero), ~ de fame : hongerstaking
exopero (exopero), ~ de protesto/protestation : proteststaking
exopero (exopero), ~ del zelo : langzaam-aan-staking/actie
exopero (exopero), ~ del minatores : kolenstaking, mijnwerkersstaking
exopero (exopero), ~ pro un salario plus alte, ~ pro le augmento del salarios : loonstaking
exopero (exopero), die/jorno de ~ : stakingsdag
exopero (exopero), unda de ~s : stakingsgolf
exopero (exopero), derecto de ~ : stakingsrecht
exopero (exopero), prohibition/interdiction de ~s : stakingsverbod
exopero (exopero), picchetto de ~ : stakingspiket
exopero (exopero), declarar se in ~ indefinite : voor onbepaalde tijd in staking gaan
exopero (exopero), annunciar un ~ : een staking afkondigen
exopero (exopero), entrar in ~ : in staking gaan
exopero (exopero), arrestar/cessar un ~ : een staking beëindigen
exopero (exopero), rumper un ~ : een staking breken
expander /v/ : uitspreiden, uitbreiden, verbreiden, toenemen, (doen) uitzetten, (doen) opzwellen
expander, ~ su activitates : zijn werkzaamheden uitbreiden
expander, le epidemia (epidemia) continua a ~ se : de epidemie blijft zich verspreiden
expansion /sub/ : uitzetting, uitbreiding, verbreiding, vergroting, toeneming, groei, expansie
expansion, politica de ~ : expansiepolitiek
expansion, mercato in ~ : groeimarkt
expansion, sector in ~ : groeisector
expansion, vaso de ~ : expansievat
expansion, poter de ~ : expansievermogen
expansion, grado de ~ : uitzettingsgraad
expansion, spatio de ~ : expansieruimte
expansion, vapor de ~ : expansiestoom
expansion, ~ del mercato de labor : verruiming van de arbeidsmarkt
expansion, ~ economic : economische expansie
expansion, ~ commercial : commerciële expansie
expansion, ~ industrial : industriële expansie
expansion, ~ linguistic : taalexpansie
expansion, ~ del credito (credito) : kredietexpansie
expansion, ~ urban : stadsuitbreiding
expansion, ~ territorial : territoriale expansie
expansion, ~ colonial : koloniale expansie
expansion, ~ del universo : uitdijing van het heelal
expansion, ~ de un gas : uitzetting van een gas
expansion /sub/ : openhartigheid, mededeelzaamheid, uitbundigheid
expectar /v/ : verwachten
expectar, ~ multo de un persona : veel van iemand verwachten
expectar, tanto expectate : lang verwacht
expedir /v/ : verzenden, versturen
expedir, ~ un littera (littera) : een brief (ver)zenden
expedir, ~ ulteriormente : nazenden (eerdere zending aanvullen)
expedir, ~ per posta : per post verzenden
expedir /v/ : (snel) afmaken, (snel) afhandelen, afraffelen, zich afmaken van, afdoen
expedition /sub/ : het verzenden, het versturen, verzending
expedition, servicio de ~ : besteldienst
expedition, agentia de ~ : expeditiekantoor
expedition, firma de ~ : expeditiefirma
expedition, interprisa de ~ : expeditiebedrijf
expedition, personal de ~ : expeditiepersoneel
expedition, ~ central : bestelhuis
expedition, ~ per ferrovia (ferrovia) : verzending per spoor
expedition, ~ ulterior : nazending
expedition, costos de ~ : expeditiekosten, verzendkosten
expedition, section/departimento del ~es : expeditie-afdeling
expedition, modo de ~ : verzendingswijze
expedition, aviso de ~ : bericht van verzending
expedition, preste pro le ~ : verzendklaar
expedition /sub/ : het (snel) afhandelen, (snelle) afhandeling, het afdoen (van zaken)
expedition /sub/ : vlugheid (in spreken of handelen), snelle reactie
expedition /sub/ : expeditie, onderzoekingstocht
expedition, ~ de succurso : hulpexpeditie
expedition, ~ punitive/penal : strafexpeditie
expedition, ~ polar : poolexpeditie
expedition, ~ exploratori/explorative : ontdekkingsreis
expedition, ~ scientific : wetenschappelijke expeditie
expedition, ~ militar : militaire expeditie
expender /v/ : uitgeven, besteden (geld)
experientia /sub/ : ervaring, ondervinding
experientia, facto de ~ : ervaringsfeit
experientia, notion/concepto de ~ : ervaringsbegrip
experientia, dato de ~ : ervaringsgegeven
experientia, homine de ~ : man van ervaring/ondervinding
experientia, ~ vital/del vita : levenservaring
experientia, ~ del combatto : gevechtservaring
experientia, ~ practic : praktijkervaring
experientia, ~ dolorose : smartelijke ervaring
experientia, ~ traumatic : traumatische ervaring
experientia, ~ subjective : subjectieve ervaring
experientia, parlar per ~ : uit ervaring spreken
experientia, per ~ proprie : uit eigen ervaring
experientia, facer/acquirer ~ : ervaring opdoen
experientia, excambiar ~s : ervaringen uitwisselen
experientia, vantar un grande/longe ~ : op een rijke ervaring bogen
experientia, mancar de ~ : onervaren zijn
experientia /sub/ : experiment, proef(neming)
experte /adj/ : kundig, bekwaam, handig, bedreven, ervaren
experto /sub/ : deskundige, expert, zaakkundige
experto, ~ de arte : kunstkenner
experto, ~ de investimento : beleggingsexpert/deskundige
experto, commission/committee A) de ~s : stuurgroep
experto, reporto de ~s : deskundigenrapport
experto, consultar un ~ : een deskundige raadplegen
experto, esser ~ in le materia : expert zijn in het vak
experto, esser ~ in un campo determinate : expert zijn op een bepaald gebied
explicar /v/ : uitleggen, verklaren, ophelderen, duidelijk maken, toelichten
explicar, su maladia (maladia) explica su absentia : zijn ziekte verklaart zijn afwezigheid
explicar, ~ un texto : een tekst verklaren
explicar, ~ un sonio : een droom uitleggen
explicar, ~ su puncto de vista : zich standpunt toelichten
explication, ~ de texto : tekstverklaring
exploder /v/ : exploderen, ontploffen
explosion /sub/ : ontploffing, uitbarsting, losbarsting, knal, explosie
explosion, facer ~ : ontploffen, exploderen, uitbarsten
explosion, ~ de gas : gasontploffing
explosion, ~ atomic/nuclear : atoomexplosie, kernexplosie
explosion, ~ demographic : bevolkingsexplosie
explosion, ~ supersonic : supersonische knal
explosion, risco/periculo de ~ : ontploffingsgevaar
explosion, motor a/de ~ : explosiemotor, verbrandingsmotor
explosion /sub/ : FIGURATE uitbarsting, felle uiting, losbarsting, uitbreking
explosion, ~ de ira/de cholera (cholera) : woede-uitbarsting
explosion, ~ de riso : lachsalvo
explosive /adj/ : ontplofbaar, ontploffings.,.., explosief
explosive, situation ~ : explosieve situatie, gespannen toestand
explosive, atmosphera ~ : geladen atmosfeer
explosive, unda ~ : ontploffingsgolf
explosive, progresso ~ : onstuimige vooruitgang
explosive, carga ~ : springlading
explosive, cigarro ~ : klapsigaar
explosive, littera (littera) ~ : bombrief
explosive, bomba ~ : brisantbom
explosive, granata ~ : brisantgranaat
explosive, haber un character (character) ~ : een explosief karakter hebben
explosive /adj/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA explosief
explosive, consonante ~ : explosieve medeklinker, ploffer
expression /sub/ : het uitpersen, uitpersing
expression /sub/ : uiting, uitdrukking
expression, ~ artistic : kunstuiting
expression, fortia de ~ : uitdrukkingskracht
expression, facilitate/claritate de ~ : uitdrukkingsvaardigheid
expression, medio de ~ : uitdrukkingsmiddel
expression, modo de ~ : uitdrukkingswijze
expression, ~ facial/del visage : gelaatsuitdrukking
expression, le fame es le ~ de un besonio : honger is de uiting van een behoefte
expression, dar ~ a : uiting/uitdrukking geven aan, onder woorden brengen
expression /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA uitdrukking, gezegde
expression, ~ figurate : figuurlijke uitdrukking
expression, ~ currente/usual : gangbare uitdrukking
expression, ~ vulgar : vulgaire/platte uitdrukking
expression, ~ dialectal : dialectische uitdrukking
expression, ~ proverbial : spreekwoordelijke uitdrukking
expression, ~ popular : uitdrukking uit de volkstaal
expression, ~ consecrate/fixe : geijkte/staande uitdrukking
expression, ~ concise : puntig gezegde
exprimer /v/ : uitpersen
exprimer, ~ le succo de un citro : het sap uit een citroen persen
exprimer /v/ : uiten, uitdrukken, uiting geven aan, vertolken, te kennen geven
exprimer, ~ se in un Interlingua impeccabile : zich in een onberispelijk Interlingua uitdrukken
exprimer, ~ clarmente su pensata/pensamento : zijn gedachten duidelijk onder woorden brengen
exprimer, ~ se correctemente : zich correct uitdrukken
exprimer, ~ se per gestos : zich in gebarentaal uitdrukken
exprimer, ~ su recognoscentia : zijn dankbaarheid uiten
exprimer, ~ su sympathia (sympathia) : zijn medeleven tonen
exprimer, ~ su sentimentos : zijn gevoelens uiten
exprimer, ~ su condolentias : condoleren
exprimer, ~ se per enigmas : in raadsels spreken
exprimer, si io pote ~ me assi (assi) : als ik het zo mag zeggen
ex professo /sub/ : beroepshalve, ambtshalve
ex professo, ille ha tractate iste materia ~ : hij heeft deze materie beroepshalve behandeld
ex professo /sub/ : met kennis van zaken, deskundig
extender /v/ : uitstrekken, uitspreiden, uitspannen, uitleggen
extender, ~ le mano : de hand uitsteken/toesteken/ophouden
extender, ~ le bracios : de armen uitslaan
extender, le ave extende le alas : de vogel slaat de vleugels uit
extender, ~ un tabula : een tafel uitschuiven
extender, ~ se super (super) un lecto : op een bed gaan liggen
extender, ~ se super (super) le musco : zich op het mos neervlijen
extender, le medievie se extende de 500 usque a 1500 : de middeleeuwen lopen van 500 tot 1500
extender /v/ : uitsmeren, uitstrijken, uitrekken
extender, iste margarina es facile de ~ a qualcunque temperatura : deze margarine is bij elke temperatuur smeerbaar
extender /v/ : uitbreiden, vergroten, vermeerderen
extender, ~ su cognoscentias/cognoscimentos : zijn kennis uitbreiden
extender, ~ un hospital : een ziekenhuis uitbreiden
extension /sub/ : het strekken, het (uit)rekken
extension /sub/ : uitzetting, uitbreiding, verspreiding, omvang
extension, ~ de un clausula de contracto : uitbreiding van een bepaling in een contract
extension, ~ de un concepto : verruiming van de inhoud van een begrip
extension, ~ de un epidemia (epidemia) : uitbreiding van een epidemie
extension, le ~ del damno : de omvang van de schade
extension, ~ urban : stadsuitbreiding
extension, plano de ~ : uitbreidingsplan
extension, ~ illimitate : onbeperkte omvang
extension, in tote su ~ : in zijn volle omvang
extension /sub/ : verlengstuk, verlenging
extension, ~ conic : tapse verlenging
extension /sub/ : LOGICA begripsomvang
exterior /adj/ : buiten..., uitwendig, buiten, buitenst, uiterlijk, zichtbaar
exterior, scala ~ : buitentrap
exterior, porta ~ : buitendeur
exterior, muro ~ : buitenmuur
exterior, canal ~ : buitengracht
exterior, porto ~ : buitenhaven
exterior, quartiero ~ : buitenwijk
exterior, mundo ~ : buitenwereld
exterior, vista ~ : buitenaanzicht
exterior, polder (Ne) ~ : buitenpolder
exterior, lampa ~ : buitenlamp
exterior, linea ~ : buitenlijn
exterior, temperatura ~ : buitentemperatuur
exterior, dica ~ : buitendijk
exterior, antenna ~ : buitenantenne
exterior, angulo ~ : buitenhoek
exterior, galeria (galeria) ~ : buitengalerij
exterior, tasca ~ : buitenzak
exterior, latere/parte ~ : buitenkant/zijde
exterior, al latere ~ : buitenop
exterior, commercio ~ : buitenlandse handel
exterior, politica ~ : buitenlandse politiek
exterior, dimension/mesura ~ : buitenmaat
exterior, planeta ~ : buitenplaneet
exterior, bordo ~ : buitenrand
exterior, motor ~ : aanhangmotor
exterior, aspecto ~ : uiterlijk aspect
exterior, servicio ~ : 1. buitendienst, 2. buitenlandse dienst
exterior, retrovisor ~ : buitenspiegel (van auto)
exterior /sub/ : buitenste deel, buitenkant, uiterlijk, voorkomen, het uitwendige
exterior, le ~ de un casa : de buitenkant van een huis
exterior, mitter al ~ : buiten zetten
exterior, judicar del ~ : als buitenstaander beoordelen
exterior, travalios/labores al ~ : buitenwerk
exterior /sub/ : buitenland
exterior, Ministerio del Exterior : Ministerie van Buitenlandse Zaken
exterior, commercio con le ~ : handel met het buitenland
extra /adv/ : aan de buitenkant, buiten
extra /adv/ : bovendien, extra
extra, ganiar ~ : bijverdienen
extra /prep/ : buiten, zonder
extra /prep/ : uitgezonderd, met uitzondering van
extra /prep/ : benevens
extra /adj/ : extra, bijkomend, bij..., over..., speciaal
extra, costos ~ : extra kosten, bijkomende kosten, meerkosten
extra, salario/paga ~ : loontoeslag
extra, paga ~ de vacantias : vakantiegeld
extra, edition ~ de un jornal : extra editie van een krant
extra, facer horas ~ : overuren maken
extra /adj/ : extra fijn, eerste klas, super, prima, buitengewoon goed
extra, vino (de qualitate) ~ : wijn van topkwaliteit
extra, confitura ~ : superjam
extra /sub/ : toegift, extra(atje)
extreme /adj/ : uiterst, verst, laagst, hoogst, eerst, laatst
extreme, limite (limite) ~ : uiterste grens
extreme, ~ unction : Heilig Oliesel
extreme, termino ~ : uiterste termijn
extreme /adj/ : buitengewoon, intens, enorm, ontzettend, hevig
extreme /adj/ : bovenmatig, buitensporig, extreem, radicaal
extreme, mesuras ~ : vergaande maatregelen
extreme, caso ~ : extreem geval
extreme, esser extrememente subestimate : hooglijk onderschat worden
fabrica /sub/ : fabriek
fabrica, ~ de bira : bierfabriek, (bier)brouwerij
fabrica, ~ de scarpas/de calceaturas : schoenfabriek
fabrica, ~ de gas : gasfabriek
fabrica, ~ de butyro (butyro) : boterfabriek
fabrica, ~ metallurgic : metaalfabriek
fabrica, ~ de pneumaticos : bandenfabriek
fabrica, ~ de auto(mobile)s : autofabriek
fabrica, fumo de ~s : fabrieksrook
fabrica, precio de ~ : fabrieksprijs
fabrica, obrero/laborator/travaliator de ~ : fabrieksarbeider
fabrica, director de ~ : fabrieksdirecteur
fabrica, chef (F) de ~ : fabriekschef
fabrica, personal de ~ : fabriekspersoneel
fabrica, garantia (garantia) de ~ : fabrieksgarantie
fabrica, cantina de ~ : fabriekskantine
fabrica, laboratorio del ~ : fabriekslaboratorium
fabrica, equipamento de ~ : fabrieksuitrusting/outillage
fabrica, producto de ~ : fabrieksprodukt
fabrica, butyro (butyro) de ~ : fabrieksboter
fabrica, sirena de ~ : fabriekssirene
fabrica, installation de ~ : fabrieksinstallatie
fabrica, marca de ~ : fabrieksmerk
fabrica, construction de ~s : fabrieksbouw
fabrica, defecto/vitio de ~ : fabrieksfout
fabrica, residuos de ~ : fabrieksafval
fabrica, contabilitate de ~ : fabrieksboekhouding
fabrica, articulo de ~ : fabrieksartikel
fabrica, comprar a precio de ~ : tegen fabrieksprijs kopen
fabrica /sub/ : smidse, smederij
fabrica /sub/ : beheerders van kerkvermogen, kerkfabriek
fabricar /v/ : vervaardigen, maken, fabriceren, produceren
fabricar, ~ in serie : in serie/massa produceren
fabricar, ~ automobiles : auto's produceren
fabricar /v/ : bouwen (brug, gebouw, etc.)
fabricar /v/ : verzinnen (leugens, verhaal), fingeren, uit zijn duim zuigen
fabricar, ~ se un alibi (alibi) : een smoes bedenken
fabricar, ~ se un nove identitate : een nieuwe identiteit aannemen
fabricar, ~ mentitas : leugens verzinnen
fabricar /v/ : namaken, vervalsen
fabricar /v/ : bewerken (ijzer, zilver, etc.)
facer /v/ : maken, vervaardigen
facer /v/ : doen, uitvoeren, verrichten
facer, ~ un effortio : zijn best doen
facer, ~ toto le possibile : al het mogelijke doen
facer /v/ : doen, laten, veroorzaken dat
facer, ~ venir : laten komen
facer, (+ sub) ~ le barba, ~ allusion, etc. : Vide: barba, allusion, etc
facer, ~ se tarde : laat worden
facer, le situation se face explosive : de vlam slaat in de pan
facie /sub/ : ANATOMIA gezicht, aangezicht, gelaat
facie, ~ pallide : bleek gezicht
facie, ~ magre : mager gezicht
facie, ~ oval : ovaal gezicht
facie, ~ de funeral : begrafenisgezicht
facie, ~ a ~ : tegenover (elkaar), van aangezicht tot aangezicht, oog in oog
facie, ~ a ~ con le morte : in het aanschijn van de dood
facie, in ~ de : tegenover
facie, testa/capite (capite) a duple ~ : januskop
facie, lavar se le ~ : zijn gezicht wassen
facie, perder le ~ : gezichtsverlies lijden
facie, salvar le ~ : zijn gezicht redden
facie, monstrar/revelar su ver ~ : zijn ware gezicht tonen
facie, vider/reguardar le morte in ~ : de dood in de ogen zien, de dood voor ogen hebben
facie /sub/ : aanzien, voorkomen, uiterlijk, aspect
facie, le numerose ~s de un question : de vele kanten van een kwestie
facie, dar un altere ~ a un organisation : een organisatie een ander gezicht geven
facie /sub/ : (opper)vlak, (buiten)kant/zijde
facie, le duo ~s de un folio : de twee zijden/kanten van een blad
facie, ~s de un prisma : vlakken van een prisma
facie, ~ epigraphic : epigrafische zijde
facie, ~ externe : buitenzijde
facile /adj/ : gemakkelijk, licht, vlot, vloeiend, los, moeiteloos
facile, labor/travalio ~ : gemakkelijk werk
facile, subjecto/thema ~ : gemakkelijk onderwerp
facile, texto ~ : gemakkelijke tekst
facile, calculo ~ : gemakkelijke berekening
facile, cosa ~ a comprender : gemakkelijk te begrijpen zaak
facto /sub/ : daad, handeling
facto /sub/ : feit, werkelijkheid, realiteit
facto, ~ de experientia : ervaringsfeit
facto, ~ historic : historisch feit
facto, ~ juridic : historisch feit
faller /v/ : falen, te kort schieten, niet beantwoorden aan
faller /v/ : bankroet gaan, failliet gaan, over de kop gaan
false /adj/ : vals, onwaar, onjuist, verkeerd, nep...
false, ~ clave : valse sleutel, loper
false, lumine/luce ~ : vals licht
false, costas ~ : valse ribben
false, interpretation ~ : verkeerde interpretatie
false, juramento ~ : meineed
false /adj/ : onwaarachtig, onoprecht, vals, voorgewend, geveinsd
false, modestia ~ : valse bescheidenheid
false /adj/ : onecht, nagemaakt, vervalst, schijn..., imitatie...
false, moneta ~ : vals geld
false, propheta ~ : valse profeet
false /adj/ : MUSICA onzuiver, vals
falta /sub/ : tekortkoming, nalatigheid, onachtzaamheid
falta, a ~ de : bij gebrek aan
falta, camouflar {oe} un ~ : een tekortkoming/fout bewimpelen
falta /sub/ : fout, vergissing
falta, ~ orthographic/de orthographia (orthographia) : schrijffout
falta, scriber sin ~s (de orthographia (orthographia)) : zonder fouten schrijven
falta, ~ de traduction : vertaalfout
falta, ~ de construction : constructiefout
falta, ~ de copista : afschrijffout
falta, ~ irreparabile : onherstelbare fout
falta, ~ initial : beginfout
falta, lista de ~s : lijst van drukfouten, errata
falta, sin ~ : foutloos, feilloos
falta /sub/ : vergrijp, overtreding, fout, misstap
falta, committer un ~ : een overtreding begaan
fama /sub/ : gerucht, mare
fama, il curre le ~ que : het gerucht/verhaal gaat dat
fama /sub/ : goede naam, reputatie
fama, mal ~ : slechte reputatie
fama, de mal ~ : berucht
fama, de ~ mundial/universe/universal : wereldberoemd
fama, le precio del ~ : de prijs van de roem
fama, haber le ~ de un sancto : in een geur van heiligheid staan
fama /sub/ : beroemdheid, vermaardheid
fama, predicator de ~ : beroemd/vermaard prediker
fama, un medico de grande ~ : een beroemd arts
fame /sub/ : honger
fame, suffritor de ~ : hongerlijder
fame, suffrer ~ : honger lijden
fame, morir de ~ : doodgaan van de honger
fame, edema de ~ : hongeroedeem
fame, exopero (exopero) de ~ : hongerstaking
fame, exoperante de ~ : hongerstaker
fame, morte per ~ : hongerdood
fame, morir de ~ : doodhongeren, sterven van honger, de hongerdood sterven
fame, crepar de ~ : van honger omkomen
fame, salario de ~ : hongerloon
fame, ~ horribile : geweldige honder
fame, ~ de lupo : honger als een paard
fame, ~ de terra : landhonger
fame, haber ~ : honger hebben
fame, comenciar a sentir ~ : honger krijgen
fame, facer venir le ~ : hongerig maken
fame, satiar/appaciar su ~ : zijn honger stillen
fame, ~ insatiabile/inappaciabile : niet te stillen honger
fame, le spectro del ~ : het spook van de honger
fame, le ~ es le expression de un besonio : honger is de uiting van een behoefte
fame, manifestation del ~ : hongerbetoging
fame, motin de ~ : hongeroproer
fame, isto te da ~ : je krijgt er honger van
fame /sub/ : hongersnood
familia /sub/ : huisgezin, gezin
familia, patre de ~ : huisvader
familia, membros del ~ : gezinsleden
familia, festa de ~ : familiefeest
familia, die de ~ : familiedag
familia, drama de ~ : familiedrama
familia, derecto de ~ : familierecht
familia, cronica de ~ : familiekroniek
familia, vita de ~ : familieleven, gezinsleven, huiselijk leven
familia, nomine de ~ : familienaam
familia, circumstantias de ~ : familieomstandigheden
familia, pension de ~/pro ~s : familiepension
familia, hotel de ~/pro ~s : familiehotel
familia, portrait {e} de ~ : familieportret
familia, relationes de ~ : familierelaties/betrekkingen
familia, planification del ~ : gezinsplanning
familia, reunion de ~ : familiereünie
familia, auto(mobile) de ~ : gezinsauto
familia, circulo/sino de ~ : familiekring
familia, maladia (maladia) de ~ : familiekwaal
familia, tracto de ~ : familietrek
familia, querela de ~ : familietwist/ruzie
familia, tradition de ~ : familietraditie
familia, orgolio de ~ : familietrots
familia, questiones de ~ : familiezaken
familia, le Sancte Familia : de Heilige Familie
familia, le ~ regal/royal : koninklijke familie, koninklijk huis
familia, ~ adoptive : pleeggezin
familia, ~ numerose : groot gezin
familia, ~ sin patre/sin matre : onvolledig gezin
familia, juvene ~ : gezin met kleine kinderen
familia, ~ amic : bevriende familie
familia, fundar un ~ : een gezin stichten
familia, sustener/sustentar un ~ : een gezin onderhouden
familia, ille es de bon ~ : hij is van goeden huize
familia, ille es como del ~ : hij is er kind aan huis
familia /sub/ : familie (anque BIOLOGIA, LINGUISTICA E GRAMMATICA)
familia, ~ de linguas : taalfamilie
familia, ~ de parolas/de vocabulos : woordfamilie
familia /sub/ : geslacht, huis, afstammelingen
familiar /adj/ : van het huisgezin, huis..., familie...
familiar, animal ~ : huisdier
familiar, auto(mobile) ~ : gezinsauto
familiar, circulo ~ : huiselijke kring
familiar, insignia ~ : wapenschild, familiewapen
familiar, unitate ~ de un sol persona : eenpersoonshuishouden
familiar, esser acceptate in le circulo ~ : bij iemand aan huis komen
familiar, vinculos ~ : familiebanden
familiar /adj/ : ongedwongen, vrij
familiar, haber contactos ~ con un persona : met iemand gemeenzaam omgaan
familiar /adj/ : vrijpostig, te familiair
familiar /adj/ : (wel)vertrouwd, bekend, gewoon
familiar, ambiente ~ : vertrouwde omgeving
familiar, linguage ~ : omgangstaal, gemeenzaam taalgebruik
familiar, expression ~ : uitdrukking uit de omgangstaal
familiar, esser ~ con : vertrouwd/bekend zijn met
familiar, tu facie me es ~ : je komt me bekend voor
familiar /sub/ : huisvriend, goede kennis
familiar /sub/ : dienaar van de inquisitie
famose /adj/ : beroemd, befaamd, vermaard, gevierd
famose, poeta ~ : gevierd dichter
famose, facer se ~ : naam maken
farina /sub/ : meel
farina, ~ de tritico : tarwemeel
farina, flor de ~ de tritico : tarwebloem
farina, ~ de mais (mais) : maïsmeel
farina, ~ de ris : rijstebloem
farina, ~ de avena : havermeel
farina, ~ de hordeo : gerstemeel
farina, ~ de sago : sagomeel
farina, ~ de lino : lijnmeel
farina, ~ de patatas : aardappelmeel
farina, ~ lactee : kindermeel
farina, ~ de pisce : vismeel
farina, ~ de ossos : beendermeel
farina, ~ de ligno : zaagmeel, zaagsel
farina, ~ con levatura : zelfrijzend bakmeel
farina, fabrica de ~ : meelfabriek
farina, fabricante de ~ : meelfabrikant
farina, commercio de ~ : meelhandel
farina, barrica a/de ~ : meelvat
farina, balla/sacco a/de ~ : meelbaal
farina, flor de ~ : meelbloem
farina, pappa de ~ : meelpap
farina, tonnello a/de ~ : meelton
farina, sacco a/de ~ : meelzak
farina, verme de ~ : meelworm
farina, pan de ~ integral : volkorenbrood
farina, diluer ~ : meel beslaan
fasce /sub/ : bundel, bos
fasce, ~ luminose/de lumine/de luce : lichtbundel
fasce, ~ convergente : convergerende bundel
fasce, ~ divergente : divergerende bundel
fasce, ~ muscular : spierbundel
fasce, ~ de nervos : zenuwbundel
fasce, ~ electronic/de electrones : elektronenbundel
fasce, ~ del projector : (licht)bundel van de projector
fasce, ~ de claves : sleutelbos, bos sleutels
fasce, ~ de brancas : takkenbos
fasce, ~ de palea : strobos
fasce, ~ de radices : bos radijs
fasce, ~ de sagittas/flechas : pijlenbundel
fasce, ~ de neutrones : neutronenbundel
fasce, ~ de radios : stralenbundel
fatiga /sub/ : vermoeidheid, moeheid, vermoeienis
fatiga, ~ nervose : zenuwinzinking
fatiga, ~ cerebral/intellectual/mental : overspanning, geestelijke uitputting
fatiga, ~ muscular : spiervermoeidheid
fatiga, excesso de ~ : oververmoeidheid
fatiga, cader de ~ : omvallen van vermoeidheid
fatiga, manifestar signos de ~ : tekenen van vermoeidheid vertonen
fatiga, esser resistente al ~ : niet gauw moe worden
fatiga /sub/ : vermoeidheid, moeheid (van metalen, etc.)
fatiga, ~ mechanic : mechanische moeheid
fatiga, ~ de materiales : materiaalmoeheid
fatiga, ~ de metallo : metaalmoeheid
fatiga, resistentia al ~ : vermoeidheidssterkte
fatiga, fissura de ~ : vermoeidheidsscheur
fatiga, ruptura de ~ : vermoeidheidsbreuk
fatiga, symptoma de ~ : vermoeidheidsverschijnsel
fatiga, puncto de ~ : vermoeidheidspunt
fatiga, curva de ~ : vermoeidheidskromme
fatiga, test (A) de ~ : vermoeidheidsproef
fatigar /v/ : (moe maken) vermoeien
fatigar, iste exercitio fatiga le bracios : die oefening vermoeit de armen
fatigar, iste longe marcha {sj} me ha fatigate : die longe mars heeft me moe gemaakt
fatigar, ille non se ha troppo fatigate : hij heeft zich niet al te zeer vermoeid
fatigar /v/ : vervelen, vermoeien, lastig vallen, storen
fatigar, ~ su auditores : zijn toehoorders vermoeien
fatigar, ~ se de un cosa : genoeg van iets krijgen
fatigate /adj/ : vermoeid, moe, afgemat
fatigate, visage ~ : vermoeid gezicht
fatigate, musculo ~ : vermoeide spier
fatigate, sentir se ~ : zich moe voelen
fatigate, clauder le oculos ~ : de vermoeide ogen sluiten
fatigate, haber le aere (aere) ~ : er vermoeid uitzien
favor /sub/ : gunst, welgezindheid, welwillendheid
favor, ~ popular : volksgunst
favor, ~ aulic/del corte : hofgunst
favor, con ~ del obscuritate : onder bescherming van de duisternis
favor, in ~ de : ten gunste van, voor
favor, pronunciar se in ~ de un cosa : zich voor iets uitspreken
favor, billet de ~ : vrijkaartje
favor, precio de ~ : speciale prijs, vriendenprijs
favor, tractamento de ~ : voorkeursbehandeling
favor, gauder/haber le ~ de un persona : bij iemand in de gunst staan
favor, accordar un ~ a un persona : iemand een gunst verlenen
favor, facer un ~ a un persona : iemand een gunst bewijzen
favor, ganiar le ~ de un persona : bij iemand in de gunst komen
favor, gauder de un ~ special : een streepje voor hebben
favor, incontrar le ~ del publico : bij het publiek in de gunst vallen
favor, per ~ : alstublieft
favorabile /adj/ : gunstig, voordelig
favorabile, occasion ~ : gunstige gelegenheid
favorabile, circumstantias ~ : gunstige omstandigheden
favorabile, responsa ~ : gunstig antwoord
favorabile, saldo ~ : batig saldo
favorabile, le vento esseva ~ : de wind was gunstig
favorabile /adj/ : gunstig gezind, welgezind
favorir /v/ : gunstig gestemd zijn (voor), goed gezind zijn
favorir /v/ : begunstigen, steunen, bevoordelen
favorir, ~ un interprisa : een onderneming steunen
favorir, ~ le crescentia : de groei bevorderen
favorir, ~ le artes : de kunsten bevorderen/steunen
favorir, ~ un projecto : een plan steunen
favorite /adj/ : favoriet, geliefkoosd, lievelings..., lijf...
favorite, platto ~ : lievelingskost
favorite, parola ~ : stopwoord
favorite, autor ~ : lievelingsschrijver
favorite, poeta ~ : lievelingsdichter
favorite, libro ~ : lievelingsboek
favorite, occupation ~ : lievelingsbezigheid
favorite, thema/subjecto ~ : stokpaardje
favorite, loco ~ : lievelingsoord/plaats
febre /sub/ : koorts
febre, ~ scarlatin : roodvonk
febre, ~ typhoide : tyfus
febre, ~ paratyphoide : paratyfus
febre, ~ paludic : moeraskoorts
febre, ~ nervose : zenuwkoorts
febre, ~ rheumatic : reumatische koorts
febre, ~ ganglionar : klierkoorts
febre, ~ biliose : galkoorts
febre, ~ sudoral : zweetkoorts
febre, ~ del feno : hooikoorts
febre, ~ puerperal : kraamvrouwenkoorts
febre, ~ quartan : vierdedaagse koorts (vorm van malaria)
febre, ~ jalne : gele koorts
febre, ~ mucose : slijmkoorts
febre, ~ remittente : remitterende koorts
febre, ~ intermittente/recurrente : wisselkoorts
febre, ~ tenace : hardnekkige koorts
febre, ~ exanthematic/exanthematose : vlektyfus
febre, ~ lactee/de lacte : melkkoorts
febre, ~ del auro : goudkoorts
febre, ~ de gloria/de fama : goudkoorts
febre, ~ del electiones : verkiezingskoorts
febre, ille ha quaranta grados de ~ : hij heeft veertig graden koorts
febre, stato sin ~ : koortsvrije toestand
febre, button de ~ : koortspuistje
febre, accesso/attacco de ~ : koortsaanval
febre, curva de ~ : koortskromme, koortscurve
febre, mesurar le ~ : de koorts opnemen
febre, tremular de ~ : rillen van koorts
febre, libere de/sin ~ : koortsvrij
febre, le ~ augmenta/monta : de koort neemt toe
febre, le ~ decresce/discresce/bassa/declina : de koorts neemt af
febre, io es ardente de ~ : ik ben gloeierig van de koorts
februario /sub/ : februari
fede /adj/ : lelijk
fede, abominabilemente ~ : foeilelijk
felice /adj/ : gelukkig
felice, render ~ : gelukkig maken
felice, un resultato ~ : een gelukkige afloop
felice, ~ Natal! : gelukkig Kerstfeest!
felice, esser totalmente ~ : volmaakt gelukkig zijn
felice, non haber nascite pro esser ~ : niet voor het geluk geschapen zijn
felicitate /sub/ : gelukzaligheid
felicitate /sub/ : geluk, vreugde
felicitate, ~ domestic : huiselijk geluk
felicitate, ~ apparente : schijngeluk
felicitate, ~ incerte/instabile : wankel geluk
felicitate, sentimento de ~ : geluksgevoel
felicitate, radiante de ~ : stralend van geluk
felicitate, participar in le ~ de un persona : in iemands geluk delen
femina (femina) /sub/ : vrouw
femina (femina), vestimentos de ~ : dameskleding
femina (femina), subvestimentos ~ : damesondergoed
femina (femina), cappello de ~ : dameshoed
femina (femina), bicycletta de ~ : damesfiets
femina (femina), sartor pro ~s : dameskleermaker
femina (femina), perrucchero pro ~s : dameskapper
femina (femina), emancipation del ~ : vrouwenemancipatie
femina (femina), ~ emancipate : geëmancipeerde vrouw
femina (femina), professor ~ : vrouwelijke professor, lerares
femina (femina), ~ de mal vita : vrouw van lichte zeden, straatmeid
femina (femina), violar un ~ : een vrouw verkrachten
femina (femina) /sub/ : vrouwelijk dier, wijfje, vrouwtje
femina (femina), cavallo ~ : vrouwelijk paard
feminin /adj/ : vrouwelijk, de vrouw eigen, voor de vrouw
feminin, labor/travalio ~ : vrouwenarbeid
feminin, emancipation ~ : vrouwenemancipatie
feminin, logica ~ : vrouwenlogica
feminin, intuition ~ : vrouwelijke intuïtie
feminin, figura ~ : vrouwenfiguur
feminin, sexo ~ : vrouwelijk geslacht
feminin, choro ~ : vrouwenkoor
feminin, rima ~ : vrouwelijk rijm
feminin, portrait {e} ~ : vrouwenportret
feminin, voce ~ : vrouwenstem
feminin, persona ~ : vrouwspersoon
feminin, vita ~ : vrouwenleven
feminin, vestimentos ~ : dameskleding
feminin, subvestimentos ~ : damesondergoed
feminin, sella ~ : dameszadel
feminin, moda ~ : damesmode
feminin, revista ~ : dames/vrouwentijdschrift
feminin, suffragio ~ : vrouwenkiesrecht
feminin, linea ~ : vrouwelijke lijn
feminin, feudo ~ : spilleleen
feminin /adj/ : BIOLOGIA vrouwelijk, wijfjes..., vrouwtje...
feminin /adj/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA vrouwelijk
feminin, substantivo ~ : vrouwelijk zelfstandig naamwoord
feminin, termination ~ : vrouwelijke uitgang
feminin, genere ~ : vrouwelijk geslacht
fenestra /sub/ : venster, vensteropening, raam
fenestra, quadro de ~ : raamkozijn
fenestra, appoio (appoio)/bordo/tabula de ~ : vensterbank
fenestra, porta ~ : openslaande (terras)deur
fenestra, ~ grilliate : tralievenster
fenestra, ~ cantilever (cantilever) (A) : klapraam
fenestra, ~ lateral : zijraam
fenestra, ~ basculante/a bascula : kantelvenster/raam, tuimelraam
fenestra, ~ murate : blind venster
fenestra, ~ paramuscas : hor
fenestra, ~ saliente : erker
fenestra, ~ panoramic : panoramaraam
fenestra, ~ que da super (super) le strata : raam aan de straat
fenestra, inveloppe a ~ : vensterenvelop
fenestra, aperir un ~ : een raam openzetten
fenestra, reguardar/mirar per le ~ : door het raam kijken
fenestra, jectar per le ~ : door het raam gooien
fer /adj/ : fel, onstuimig, woest
fer /adj/ : trots
fer, ~ como un pavon : zo trots als een pauw
ferma /sub/ : boerderij, hoeve
ferma, ~ pyramidal, ~ in forma de pyramide : stolpboerderij
ferma, ~ capital : kapitale boerderij
ferma, ~ de bestial : veeboerderij, veebedrijf
ferma, butyro (butyro) de ~ : boerenboter
ferma, caseo de ~ : boerenkaas
ferma, gambon de ~ : boerenham
ferma, cavallo de ~ : boerenpaard
ferma, can de ~ : boerenhond
ferma, carro/carretta de ~ : boerenkar
fermero /sub/ : boer
feroce /adj/ : wild, woest, verscheurend
feroce, le leon es un animal ~ : de leeuw is een wild dier
feroce, reguardo ~ : woeste blik
feroce /adj/ : wreed, meedogenloos
feroce, tyranno ~ : wrede tiran
feroce, persecutiones ~ : meedogenloze vervolgingen
ferro /sub/ : ijzer
ferro, cortina de ~ : ijzeren gordijn
ferro, circulo de ~ : ijzeren hoepel/ring
ferro, filo de ~ : ijzerdraad
ferro, serra a/de ~ : ijzerzaag
ferro, barra de ~ : ijzeren staaf/stang
ferro, levator de ~ : breekijzer
ferro, limatura de ~ : ijzervijlsel
ferro, mina de ~ : ijzermijn
ferro, mineral de ~ : ijzererts
ferro, industria del ~ : ijzerindustrie
ferro, alligato de ~ : ijzerlegering
ferro, construction in ~ : ijzerconstructie
ferro, funderia (funderia) de ~ : ijzergieterij
ferro, pugno de ~ : ijzeren vuist, boksbeugel
ferro, ~ angular : hoekijzer
ferro, ~s : boeien, ketenen
ferro, manicas de ~ : handboeien
ferro, ~ de cavallo : hoefijzer
ferro, ~ de repassar : strijkijzer
ferro, ~ de calfatar : breeuwijzer
ferro, ~ de soldar : soldeerbout
ferro, ~ fundite : gietijzer
ferro, ~ magnetic : magneetijzer
ferro, ~ manganesifere : mangaanijzer
ferro, ~ spatic : ijzerspaat
ferro, ~ in lamina : plaatijzer
ferro, ~ in T : T-ijzer
ferro, Porta de Ferro : IJzeren Poort
ferro, objectos de ~ : ijzerwaren
ferro, guarnition/guarnitura de ~ : ijzerbeslag
ferro, carbonato de ~ : ijzercarbonaat
ferro, oxydo (oxydo) de ~ : ijzeroxyde
ferro, etate de ~ : ijzertijd, ijzeren tijdperk
ferro, ~ galvanisate : gegalvaniseerd ijzer
ferro, ~ forgiate : smeedijzer
ferro, stomacho (stomacho) de ~ : ijzeren maag
ferro, mitralia de ~ : ijzerschroot
ferro, voluntate de ~ : ijzeren wil
ferro, sanitate de ~ : ijzeren gezondheid
ferro, disciplina de ~ : ijzeren discipline
ferro, dur como le ~ : ijzerhard
ferro, forgiar/batter ~ : ijzer smeden
ferro, on debe batter le ~ quando illo es cal(i)de : men moet het ijzer smeden als het heet is
ferro, acierar ~ : ijzer verstalen
ferro, extraher ~ : ijzer delven
ferrovia (ferrovia) /sub/ : spoorweg
ferrovia (ferrovia), station de ~ : spoorwegstation
ferrovia (ferrovia), guida de ~ : spoorboekje
ferrovia (ferrovia), rete de ~ : spoorwegnet
ferrovia (ferrovia), ponte de ~ : spoorbrug
ferrovia (ferrovia), linea de ~ : spoorlijn
ferrovia (ferrovia), billet/ticket (A) de ~ : spoorkaartje
ferrovia (ferrovia), abonamento de ~ : treinabonnement
ferrovia (ferrovia), compania (compania) de ~ : spoorwegmaatschappij
ferrovia (ferrovia), empleato del ~ : spoorwegbeambte
ferrovia (ferrovia), tarifa de ~ : treintarief
ferrovia (ferrovia), transporto per ~ : spoorwegvervoer
ferrovia (ferrovia), ~ statal : staatsspoorweg
ferrovia (ferrovia), ~ vicinal : buurt-spoorweg
ferrovia (ferrovia), ~ suburban : lokaalspoorweg
ferrovia (ferrovia), ~ a cremaliera : tandradspoorweg
ferrovia (ferrovia), ~ subterranee : ondergrondse spoorweg
ferrovia (ferrovia), construer un ~ : een spoorweg aanleggen
ferrovia (ferrovia), viagiar per ~ : per trein reizen
ferrovia (ferrovia), expedir per ~ : per trein verzen-den
fertile /adj/ : vruchtbaar
fertile, solo/terra ~ : vruchtbare grond, vette grond
fertile, anno ~ : vruchtbaar jaar
fertile, imagination ~ : rijke verbeelding
festa /sub/ : feest, feestelijkheid
festa, jorno/die de ~ : feestdag
festa, sala de ~/del ~s : feestzaal
festa, terreno del ~(s) : feestterrein
festa, participante al ~ : feestganger
festa, commission/committee (A) de ~ : feestcommissie
festa, repasto de ~ : feestmaal
festa, platto de ~ : feestgerecht
festa, guida de ~ : feestgids, feestwijzer
festa, sono de ~ : feestklank
festa, discurso de ~ : feestrede
festa, orator de ~ : feestredenaar
festa, tabula de ~ : feesttafel
festa, dinar de ~ : feestdiner
festa, habito (habito) de ~ : feestgewaad, feestkleding
festa, programma del ~ : feestprogramma
festa, illumination del ~ : feestverlichting
festa, septimana de ~(s) : feestweek
festa, ~ pop (A) : popfeest
festa, ~ del matres : moederdag
festa, ~ de familia : familiefeest
festa, ~ national : nationale feestdag
festa, ~ de flores : bloemenfeest
festa, ~ de coronation : kroningsfeest
festa, ~ de corte : hoffeest
festa, ~ de ramadan : ramadanfeest
festa, ~ popular : volksfeest
festa, ~ scholar : schoolfeest
festa, ~ sportive : sportfeest
festa, ~ stratal/in le strata : straatfeest
festa, ~ inaugural : inwijdingsfeest
festa, ~ de tiro : schuttersfeest
festa, ~ de estate : zomerfeest
festa, ~ de Natal : kerstfeest
festa, ~s christian : christelijke feestdagen
festa, ~ commemorative : herdenkingsfeest
festa, ~ matrimonial : huwelijksfeest
festa, ~ campestre : landelijk feest
festa, ~ annual : jaarlijks feest
festa, ~ fixe : vaste feestdag
festa, ~ mobile : veranderlijke feestdag
festa, celebrar un ~ : een feest vieren/houden
festa, celebration de un ~ : feestviering
festa, facer ~ a un persona : iemand zeer hartelijk ontvangen
fiction /sub/ : fictie, verzinsel, verdichtsel, verdichting JURIDIC
fiction, ~ legal : wettelijke fictie
fide /sub/ : geloof, vertrouwen
fide, dar ~ : vertrouwen schenken
fide, haber ~ in : vertrouwen hebben in
fide, ager de/in bon ~ : in goed vertrouwen handelen
fide /sub/ : geloof, het geloven
fide, profession de ~ : geloofsbelijdenis
fide, acto de ~ : geloofsdaad
fide, heroe (heroe) de ~ : geloofsheld
fide, doctrina del ~ : geloofsleer
fide, veritate de ~ : geloofswaarheid
fide, curation per ~ : gebedsgenezing
fide, propagation del ~ : verbreiding van het geloof
fide, propagator del ~ : verbreider van het geloof
fide, predicar le ~ christian : het christelijk geloof verkondigen
fide, professar un ~ : een geloof belijden
fide, perder le ~ : het geloof verliezen
fide, repudiar su ~ : zijn geloof afzweren
fide, le dece-duo articulos del ~ : de twaalf artikelen des geloofs
fide, ~ fervente/ardente : vurig geloof
fide, ~ false : schijngeloof
fide, ~ cec : blind geloof
fide, ~ catholic : katholieke geloof
fide, ~ protestante : protestantse geloof
fide, viver sin ~ ni lege : zich aan God noch gebod storen
fide /sub/ : trouw, gegeven woord
fide, bon ~ : goede trouw, oprechtheid, eerlijkheid
fide, mal ~ : kwade trouw, onoprechtheid, oneerlijkheid
fide, in bon ~ : te goeder trouw
fide, in mal ~ : te kwader trouw
fide, ~ punic : ontrouw, onbetrouwbaarheid
fide, pauco/poco digne de ~ : ongeloofwaardig
fidel /adj/ : trouw, getrouw
fidel, servitor ~ : trouwe bediende
fidel, clientes ~ : vaste klanten
fidel, le can es un animal ~ : de hond is een trouw dier
fidel, reproduction ~ del texto original : juiste weergave van de originele tekst
fidel, ~ usque al morte : trouw tot in de dood
fidel, esser ~ a su principios : trouw zijn aan zijn beginselen
fidel, tener fidelmente su promissas : zijn beloften trouw nakomen
fidel, restar ~ a su principios : trouw blijven aan zijn principes
fidel, ~ al parola date : zijn gegeven woord nakomen, zijn woord houden
fidel /adj/ : betrouwbaar, nauwkeurig, exact
fidel, balancia ~ : nauwkeurige weegschaal
fidel, memoria ~ : goed geheugen
fidel, traduction ~ : exacte vertaling
fidel /sub/ : getrouwe, aanhanger
fidel /sub/ : gelovige
fidelitate /sub/ : trouw, getrouwheid
fidelitate, ~ conjugal/marital/nuptial : echtelijke trouw, huwelijkstrouw
fidelitate, ~ fraternal : broedertrouw
fidelitate, jurar ~ : trouw zweren
fidelitate /sub/ : betrouwbaarheid, nauwkeurigheid, exactheid
fidelitate, ~ de un traduction : exactheid/nauwkeurigheid van een vertaling
fidelitate, reproducer un cosa con grande ~ : iets met grote nauwkeurigheid reproduceren
fidelitate, alte ~ : RADIO, etc. hi-fi, natuurgetrouwe weergave
fider /v/ : toevertrouwen
fider, ~ un cosa a un persona : iemand iets toevertrouwen
fider, ~ se a un persona : op iemand vertrouwen, vertrouwen hebben in iemand
figura /sub/ : gedaante, gestalte, voorkomen, vorm, figuur
figura, ~ de cera : wassen beeld
figura, ~ de proa : boegbeeld (schip)
figura, ~ paternal : vaderfiguur
figura, ~ human : menselijke gedaante
figura, ~ magic : toverfiguur
figura, ~ geometric : meetkundige figuur
figura, facer bon/belle ~ : een goed figuur slaan
figura, facer un ~ ridicule : een gek figuur slaan
figura, brodar ~s : figuren borduren
figura /sub/ : afbeelding, illustratie, plaatje, figuur
figura /sub/ : personage, figuur
figura, le grande ~s del historia : de belangrijke figuren uit de geschiedenis
figura, ~ equestre : ruiterfiguur
figura, ~s de un pictura : personnages van een schilderij
figura, le ~ del fundo : de figuur op de achtergrond
figura /sub/ : ARTE MUSICA etc., figuur
figura /sub/ : melodische figuren
figura, ~s de un tango : figuren van een tango
figura /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA beeld, figuur
figura, ~ rhetoric : rhetorische figuur
figura /sub/ : DANSA, PATINAGE ARTISTIC figuur
figura, ~ de dansa : dansfiguur
figura, ~s imponite del patinage artistic : verplichte figuren bij het kunstrijden
figura, ~ libere : vrije figuur
figura /sub/ : (lichaamsvorm) figura
figura, un bon ~ : een goed figuur
figura /sub/ : wijze (van spreken)
figura /sub/ : gezicht, gelaatsuitdrukking
figura, cavallero del triste ~ : ridder van de droevige figuur (CERVANTES: Don Quijote)
filia /sub/ : dochter
filia, ~ affin : schoondochter
filia, ~ adoptive : pleegdochter
filia, ~ regal/royal : koningsdochter
filio /sub/ : zoon
filio, Pietersen ~ : Pietersen junior
filio, ~ affin : schoonzoon
filio, ~ adoptive : pleegzoon
filio, ~ primogenite : stamhouder
filio, ~ bastarde : bastaardzoon
filio, ~ legitime (legitime) : wettige zoon
filio, ~ regal/royal : koningszoon
filio, ~ de mamma : moederszoontje
filio, ~ de su tempore : kind van zijn tijd
filio, ~ del populo : zoon van het volk
filio, ~ del Homine : Zoon des Mensen
film /sub/ : TECHNICA dun laagje, vliesje, film
film, ~ de oleo : oliefilm
film, ~ de liquido : vloeistoffilm
film, ~ aquee : watervliesje
film /sub/ : (anque PHOTOGRAPHIA) film
film, ~ in rolo : rolfim
film, ~ in color : kleurenfilm
film, ~ principal : hoofdfilm
film, ~ in nigre e blanc : zwart-wit film
film, ~ burlesc : gooi-en-smijtfilm
film, ~ educative : leerfilm
film, ~ educative/documentari : leerfilm, documentaire (film)
film, ~ mute : stomme film
film, ~ parlante/sonor : sprekende film
film, ~ de animation : animatiefilm
film, ~ de horror : griezelfilm
film, ~ de aventuras : avonturenfilm
film, ~ de riso/comic/burlesc : lachfilm
film, ~ juvenil/pro juvenes : jeugdfilm
film, ~ sensational : sensatiefilm
film, ~ de disastros/de catastrophes (catastrophes) : rampenfilm
film, ~ bellic/de guerra : oorlogsfilm
film, ~ de actualitates : (bioscoop)journaal
film, ~ publicitari/de reclamo : reklamefilm
film, ~ de propaganda : propagandafilm
film, ~ recreative/de intertenimento : amusementsfilm
film, ~ a episodios : seriefilm
film, ~ retardate/relentate : vertraagde film
film, ~ video : videofilm
film, ~ fixe, banda de ~ : filmstrook
film, musica de ~ : filmmuziek
film, scenario de ~ : filmscenario
film, presentar/projectar/projicer un ~ : een film vertonen
film, synchronisar un ~ : een film synchroniseren
film, synchronisation de un ~ : synchronisatie van een film
filo /sub/ : draad, garen, snoer, lijn
filo, ~ de aciero/de ferro/de cupro/de argento/de auro : staal/ijzer/koper/zilver/gouddraad
filo, ~ metallic/de metallo : metaaldraad
filo, ~ de lana : wollen draad
filo, ~ de cannabe (cannabe)/cannabis (cannabis) : hennepgaren
filo, ~ telegraphic : telegraafdraad
filo, ~ telephonic : telefoondraad
filo, ~ de Ariadna : draad van Ariadne, leidraad
filo, ~ electric : snoer
filo, ~ de suer a machina (machina) : machinegaren
filo, ~ piccante/spinose/spinal : prikkeldraad
filo, ~ electrificate : schrikdraad
filo, ~ de perlas : parelsnoer
filo, ~ de plumbo : loodkoord, loodveter
filo, ~ a/de suer : naaigaren
filo, ~ a/de alte tension : hoogspanningsdraad
filo, ~ de un historia : draad van een verhaal
filo, rete de ~ metallic : kippegaas
filo, bolla/pelota de ~ : kluwen garen
filo, resorto a ~ : draadveer
filo, passar un ~ : een draad doorhalen
filo, trenchar {sj} le ~ del vita : de levensdraad doorsnijden
filo, su vita pende a un ~ : zijn leven hangt aan een zijden draadje
filo, perder le ~ : de draad/kluts kwijtraken
filo /sub/ : snede, scherpte (van lemmet)
filo, passar al ~ del spada : over de kling jagen
fin /sub/ : einde, slot
fin, ~ del die/jorno : einde van de dag
fin, ~ de un roman : einde van een roman
fin, ~ de septimana : weekeinde, weekend
fin, ~ disastrose : noodlottige afloop
fin, al ~ del anno : aan het eind van het jaar
fin, poner ~ a : een eind maken aan
fin, conducer a bon ~ : tot een goed einde brengen
fin, al ~ : aan het einde, ten slotte, uiteindelijk
fin, esser al ~ de su latino : aan het eind van zijn latijn zijn
fin, in ~ : 1. tenslotte (als conclusie), 2. kortom
fin, serra sin ~ : lintzaag
fin /sub/ : doel, doeleinde, doelwit, oogmerk
fin, ~es de guerra : oorlogsdoeleinden
fin, pro ~es militar : voor militaire doeleinden
fin, pro ~es pacific : voor vreedzame doeleinden
fin, le ~ justifica le medios : het doel heiligt de middelen
fin, a ~ de : teneinde, om
fin, a ~ que : opdat
fin, isto es pro un bon ~ : het is voor een goed doel
fin /adj/ : fijn, zuiver, van eerste kwaliteit
fin, auro ~ : zuiver goud
fin, argento ~ : fijn zilver
fin /adj/ : fijn, dun, klein, slank, spits, puntig, scherp
fin, pluvia ~ : motregen
fin, farina ~ : fijn meel
fin, pectine ~ : fijne kam
fin, aciero ~ : fijnstaal
fin, scriptura ~ : fijn schrift
fin, lana ~ : fijne wol
fin, visage ~ : fijn gezicht(je)
fin, puncta ~ : 1. fijne punt, 2. fijnschrijver
fin, a grano ~ : fijnkorrelig
fin, pluver finmente : motregenen
final /adj/ : laatst, eindigend, aan het einde, slot..., eind...
final, victoria ~ : eindoverwinning
final, decision ~ : eindbeslissing, eindbesluit
final, conclusion ~ : eindconclusie
final, lucta ~ : eindstrijd
final, clausula ~ : slotbepaling
final, communicato ~ : slotcommuniqué
final, choro ~ : slotkoor
final, parola ~ : slotwoord
final, remarca ~ : slotopmerking
final, scena ~ : slotscène
final, impression ~ : eindindruk
final, precaria ~ : slotgebed
final, protocollo ~ : eindprotocol
final, littera (littera) ~ : eindletter
final, station ~ : eindstation
final, puncto ~ : eindpunt
final, accento ~ : eindaccent
final, sono ~ : eindklank
final, consonante ~ : slotmedeklinker
final, vocal ~ : slotklinker
final, syllaba (syllaba) ~ : eindlettergreep
final, scopo/objectivo; ~ : einddoel, eindoogmerk
final, phase ~ : eindfase
final, resultato ~ : eindresultaat, einduitslag, eindscore
final, controlo ~ : eindcontrole
final, calculo ~ : eindberekening
final, nivello ~ : eindniveau
final, opinion ~ : eindmening
final, salario ~ : eindsalaris
final, forma ~ : eindvorm
final, termino (termino) ~ : eindtermijn
final, classification ~ : eindklassering, eindklassement
final, resultato ~ : eindresultaat, einduitkomst
final, rima ~ : eindresultaat, einduitkomst
final, accordo ~ : slotakkoord
final, velocitate ~ : eindsnelheid
final, producto ~ : eindprodukt
final, cadentia ~ : eindcadens
final, formula ~ : eindcadens
final, causa ~ : doeloorzaak
final, finalmente : ten slotte
final /sub/ : MUSICA finale
final /sub/ : finale, eindrit, eindrace, slotrace, eindwedstrijd, beslissende wedstrijd
final, ~ del cuppa : bekerfinale
final, quarto del ~ : kwartfinale
final, qualificar se pro le ~ : zich plaatsen voor de finale
finder /v/ : splijten, splitsen
finder, ~ ligno : hout klieven
finder, ~ diamante : diamant klieven
finder, cultello a ~ : kloofmes, kliefmes
finder, le ave finde le aere (aere) : de vogel klieft de lucht
finder, le nave finde le aquas : het schip klieft (door) de golven
finder, iste ligno se finde facilemente : dit hout laat zich gemakkelijk splijten
finder, ~ le movimento pro le pace : een scheuring veroorzaken in de vredesbeweging
finder, ~ capillos in quatro : haarkloven, muggeziften
finir /v/ : eindigen, ophouden, uitscheiden
finir, ~ mal : slecht aflopen
finir, non ~ plus : eindeloos zijn
finir, le sentiero finiva bruscamente : het pad hield plotseling op
finir /v/ : (be)eindigen, afmaken, voltooien
finir, io ha finite de leger le libro : ik heb het boek uitgelezen
finir, 3 : in de gevangenis terechtkomen
firma /sub/ : handtekening, ondertekening
firma, ~ legalisate : gelegaliseerde handtekening
firma, ~ illegibile : onleesbare handtekening
firma, ~ false : valse handtekening
firma, mitter le ~ : de handtekening zetten, tekenen
firma, colliger/reassemblar ~s : handtekeningen verzamelen
firma /sub/ : firma, onderneming, bedrijf
firma, ~ commercial : handelsfirma
firma, ~ de expedition : expeditiefirma
firma, ~ de exportation : exportfirma
firma, ~ de demolition(es) : sloopbedrijf, sloperij
firma, ~ bancari : bankfirma
firme /adj/ : stevig, vast, hard, sterk, hecht
firme, un mano ~ : een vaste hand
firme, solo ~ : harde bodem
firme, terra ~ : vaste wal
firme, ~ como un rocca : rotsvast
firme, esser ~ super su gambas : stevig op zijn benen staan
firme /adj/ : standvastig, vastberaden, volhardend, ferm
firme, resolution/decision ~ : vast/kloek besluit
firme, attitude ~ : ferme houding
firme, tener ~ : standhouden
firme, star ~ : pal staan
firme, ~ in su principios : beginselvast
firme, prender un decision ~ : een kloek besluit nemen
firme /adj/ : stabiel, prijshoudend
fissura /sub/ : spleet, barst, scheur
fissura, ~ de un muro : scheur in een muur
fissura, ~ de glaciero : gletscherspleet
fissura, ~ buccal/del bucca : mondspleet
fissura, ~ cranian/cranial : schedelfissuur
fissura, ~ branchial : kieuwspleet
fissura, ~ de desiccation : uitdrogingsscheur
fissura, ~ de dilatation : uitzettingsscheur
fissura, ~ longitudinal : scheur in lengterichting
fissura, ~ transversal : dwarsscheur
fissura, ~ de fatiga : vermoeidheidsscheur
fixar /v/ : vastmaken, bevestigen, vasthechten, vastzetten
fixar, ~ un pictura al muro/pariete : een schilderij aan de muur hangen
fixar, ~ le oculos super (super) : de ogen vestigen op
fixar, ~ le attention super (super) un cosa : de aandacht op iets richten
fixar /v/ : vaststellen, bepalen
fixar, ~ le precio del butyro (butyro) : de prijs van de boter bepalen
fixar, ~ le conditiones : de voorwaarden vaststellen
fixar, ~ le hora : de tijd vaststellen
fixar, ~ un limite (limite) : een limiet stellen
fixar, ~ un norma : een norm vaststellen
fixar, clausula fixate in un contracto : clausule neergelegd in een contract
fixar, CHIMIA ~ un gas : een gas binden
fixar /v/ : PHOTOGRAPHIA fixeren
fixar, sal pro ~ : fixeerzout
fixe /adj/ : vast, onbeweeglijk, onveranderlijk, bestendig, aanhoudend
fixe, stella ~ : vaste ster
fixe, idea (idea) ~ : idee-fixe, obsessie
fixe, reguardo ~ : strakke blik
fixe, capital ~ : vast kapitaal
fixe, puncto ~ : vast punt
fixe, ponte ~ : vaste brug
fixe, polea ~ : vaste katrol
fixe, domicilio ~ : vaste woonplaats
fixe, salario ~ : vast inkomen
fixe, empleo (empleo) ~ : vaste betrekking
fixe, costos ~ : vaste kosten
fixe, terra ~ : vaste grond, vaste wal
fixe, festa ~ : vaste feestdag
fixe, tarifa ~ : vast tarief
fixe, amonta/summa ~ : vast bedrag
fixe, data ~ : vaste datum
fixe, grue ~ : vaste kraan
fixe, expression ~ : staande uitdrukking
fixe, a precio ~ : tegen een vaste prijs
fixe, sin domicilio ~ : zonder vaste verblijfplaats
fixe, mirar/reguardar fixemente in le flammas/foco : in het vuur staren
flagello /sub/ : gesel, zweep, roede
flagello, ~ de cavallero : rijzweep
flagello, ~ de Deo : gesel Gods
flagello, choccar {sj} le ~ : met de zweep knallen
flagello, dar colpos de ~ a un cavallo : een paard de zweep geven
flagello, colpo de ~ : 1. zweepslag, 2. MEDICINA zweepslag, plotselinge spierscheuring
flagello /sub/ : BIOLOGIA zweepdraad, zweephaar, flagellum
flagello /sub/ : dorsvlegel
flamma /sub/ : vlam
flamma, ~ clar : heldere vlam
flamma, ~ de gas : gasvlam
flamma, ~ pilota/de securitate : waakvlam
flamma, ~ del vita : levensvlam
flamma, ~ amorose/de amor : liefdevlam
flamma, mar de ~s : vlammenzee
flamma, jecto de ~ : steekvlam
flamma, tubo de ~ : vlampijp
flamma, in ~ : in brand
flamma, toto in ~s : in lichterlaaie
flamma, esser le preda del ~s : een prooi van de vlammen zijn
flamma, perir in/inter le ~s : in de vlammen omkomen
flamma, esser consumite/devorate per le ~s : in vlammen opgaan
flammar /v/ : fel branden, vlammen, laaien
flammar, un foco clar flammava in le camino : in de haard brandde een helder vuur
flammar, le foco flammava vivemente : het vuur laaide helder op
flammifero (flammifero) /sub/ : lucifer
flammifero (flammifero), ~ de cera : waslucifer
flammifero (flammifero), ~ de securitate : veiligheidslucifer
flammifero (flammifero), ~ svedese : Zweedse lucifer
flammifero (flammifero), cassa/cassetta a ~s : luci-fersdoosje
flammifero (flammifero), capite (capite)/testa de un ~ : kop van een lucifer
flammifero (flammifero), fabrica de ~s : lucifersfabriek
flammifero (flammifero), fabrication de ~s : lucifersfabricage
flammifero (flammifero), accender un ~ : een lucifer aansteken
flecha {sj} /sub/ : pijl, schicht
flecha, fasce de ~s : pijl(en)bundel
flecha, puncta de ~ : pijlpunt
flecha, colpo de ~ : pijlschot
flecha, ~ invenenate/venenose : gifpijl
flecha, ~ amorose/de amor : minneschicht
flecha {sj} /sub/ : GEOMETRIA pijl (in een cirkelsegment)
flecter /v/ : doen buigen, buigen, krommen
flor /sub/ : bloem
flor, ~ de lilio : leliebloem
flor, ~ de prato : weidebloem
flor, ~ del campo(s) : veldbloem
flor, ~ de primavera : lentebloem
flor, ~ estive : zomerbloem
flor, ~ de lis : fleur de lis
flor, ~es taliate/secate : snijbloemen
flor, ~es de pruina : ijsbloemen
flor, ~ nocturne : nachtbloem
flor, ~ tubulate/tubulose : buisbloem
flor, ~ artificial : kunstbloem
flor, ~ siccate : droogbloem
flor, ~ de cucu : koekoeksbloem
flor, ~ cyclic : cyclische bloem
flor, ~ acyclic : acyclische bloem
flor, corona de ~es : bloemenkrans
flor, guirlanda de ~es : bloemslinger
flor, racemo/bouquet (F) de ~es : boeket, bos bloemen
flor, bouquet de ~es siccate : droogboeket
flor, potto a/de ~es : bloempot
flor, vaso a/de ~es : bloemvaas
flor, bulbo de ~ : bloembol
flor, profusion de ~es : bloemenweelde
flor, corbe de ~es : bloemenmand
flor, commercio de ~es : bloemenhandel
flor, mercato de ~es : bloemenmarkt
flor, odor/perfumo de ~es : bloemengeur
flor, melle de ~es : bloemenhoning
flor, jardin de ~es : bloementuin
flor, campo de ~es : bloemenveld
flor, festa de ~es : bloemenfeest
flor, mercante/venditor de ~es : bloemenverkoper, bloemenman
flor, venditora/venditrice de ~es : bloemenverkoopster
flor, magazin de ~es : bloemenwinkel
flor, caule ~ : bloemkool
flor, arrangiamento de ~es : bloemstuk
flor, a ~ de : aan de oppervlakte van
flor, in forma de ~ : bloemvormig
flor, disponer ~es in un vaso : bloemen in een vaas schikken
flor, le serpente se occulta inter le ~es : er schuilt een addertje onder het gras
flor /sub/ : bloesem, bloei
flor, in ~ : in bloei, bloeiend
flor, le ~ del vita/del etate : de bloei van het leven/der jaren
flor /sub/ : bloeiende plant
flor /sub/ : het beste, keur, puik, bloem
flor /sub/ : bloem (van meel, etc.), poeder
flor, ~ de farina : bloem (van meel)
flor, ~ de farina de tritico : tarwebloem
flor, ~ de malt : moutmeel
flor, ~ de sulfure : bloem van zwavel
flor, ~ de cupro : kopergroen
flor /sub/ : maagdelijkheid
flottar /v/ : drijven, dobberen
flottar, venir flottante : komen aandrijven
flottar, ~ al mercede del undas : ronddobberen
flottar /v/ : zweven (in de lucht)
flottar, bruma que flotta super (super) le campos : mist die boven de velden zweeft
flottar /v/ : wapperen
flottar, facer ~ un bandiera : een vlag laten wapperen
flottar, capillos flottante : wapperende haren
fluer /v/ : vloeien, stromen
fluer, le sanguine flueva del ferita (ferita) : het bloed stroomde uit de wond
fluer, le parolas flueva de su labios : de woorden stroomden uit haar mond
fluvio /sub/ : rivier
fluvio, ~ sinuose : bochtige rivier
fluvio, ~ a marea (marea) : getijrivier
fluvio, ~ glaciari/glacial : gletsjerrivier
fluvio, ~ costari : kustrivier
fluvio, ~ limitrophe (limitrophe)/de frontiera : grensrivier
fluvio, bracio de ~ : rivierarm
fluvio, rete/systema de ~s : rivierstelsel
fluvio, le ~s conflue illac : de rivieren vloeien daar samen
fluxo /sub/ : stroom, vloed, stroming, (uit)vloeiing
fluxo, ~ de emigrantes : vloed(stroom) van emigranten
fluxo, ~ oratori/de parolas : woordenvloed, verbaal geweld
fluxo, ~ de invectivas/injurias : stortvloed van scheldwoorden
fluxo, ~ de pensatas/pensamentos : gedachtenstroom
fluxo, ~ de energia (energia) : energiestroom
fluxo, ~ luminose : lichtstroom
fluxo, ~ magnetic : magneetstroom
fluxo, ~ monetari : geldstroom
fluxo, ~ de lava : lavastroom
fluxo, ~ de fango : modderstroom
fluxo, ~ de armas : wapenstroom, wapentoevoer
fluxo /sub/ : vloed (tgov eb), opkomend tij
fluxo, ~ e refluxo : eb en vloed
fluxo /sub/ : MEDICINA vloed, bloeding
fluxo, ~ blanc : witte vloed
fluxo, ~ menstrual : menstruele bloeding
fluxo, ~ de sanguine : bloeduitstorting
fluxo, ~ alvin/de ventre : buikloop
focar /sub/ : haard, haardvuur, stookplaats
focar, ~ de incendio : vuurhaard
focar, 2 ~ (domestic) : huiselijke haard, gezin, tehuis, haardstede
focar, ~ de incontro : ontmoetingscentrum
foco /sub/ : vuur
foco, prender ~ : vlam vatten
foco, mitter/poner ~ a : in brand steken
foco, jocar con (le) ~ : met vuur spelen
foco, ~ artificial/de artificio : vuurwerk
foco, ~ de Sancte Elmo : Sint Elmusvuur
foco, ~ de Sancte Antonio : Sint Antoniusvuur
foco, Terra de Foco : Vuurland
foco, ~ de Bengala : Bengaals vuur
foco, ~ de campo/de campamento : kampvuur
foco, ~ celeste/de celo : hemelvuur
foco, ~ de ligno : houtvuur
foco, ~ de carbon : kolenvuur
foco, ~ de palea : strovuur (anque FIGURATE)
foco, ~ fatue : dwaallicht, FIGURATE ongrijpbaar persoon, hersenschim
foco, ~ grec : Grieks vuur
foco, ~ nude : open vuur
foco, ~ de marea (marea) : getijlicht
foco, ~ del passion : de gloed van de hartstocht
foco, mar de ~ : vuurzee
foco, columna/colonna de ~ : vuurzuil
foco, adorator del ~ : vuuraanbidder
foco, lingua de ~ : vuurtong
foco, proba/prova de ~ : vuurproef
foco, ordalia del ~ : vuurproef, vuur-ordale
foco, resistente al ~, que resiste al ~ : vuurbestendig, vuurvast
foco, resistentia al ~ : vuurvastheid
foco, temperamento de ~ : gloedvol temperament
foco, accender le ~ : het vuur aansteken
foco, extinguer le ~ : het vuur doven/blussen
foco, attisar le ~ (del discordia) : het vuur opstoken
foco, vomitar ~ : vuur spuwen
foco, esser in ~ : in brand staan
foco, seder se circa/circum (circum) le ~ : om het vuur gaan zitten
foco, vider se/trovar se/esser inter duo ~s : tussen twee vuren zitten
foco, illes son como le aqua e le ~ : zij zijn water en vuur
foco, tirar le castanias del ~ : de kastanjes uit het vuur halen
foco, il non ha fumo sin ~ : er is geen rook zonder vuur
foco, mitter le mano in le ~ : zijn hand in het vuur steken
foco, isto es jectar oleo in le ~ : dit is olie op het vuur gooien
foco, mitter/poner ~ al pulvere : de lont in kruitvat steken
foco, cocer a ~ lente : koken op een zacht vuurtje/op een laag pitje
foco, propagar se como ~ grec : als een lopend vuurtje rondgaan
foco, village de cento ~s : dorp van honderd huizen
foco, parlar con ~ : met gloed spreken
foco /sub/ : geweer/kanon/etc.-vuur
foco, arma a/de ~ : vuurwapen
foco, bucca a/de ~ : vuurmond
foco, ~ de artilleria (artilleria) : kanonvuur
foco, ~ de carros de combatto/de tanks : tankvuur
foco, ~ de barrage : spervuur
foco, ~ cruciate : kruisvuur
foco, linea de ~ : vuurlijn, vuurlinie
foco, baptismo del ~ : vuurdoop
foco, aperir le ~ contra : het vuur openen op
foco, cessar le ~ : het vuren staken
foco, sub le ~ del inimico (inimico) : onder vijandelijk vuur
foco /sub/ : brandpunt, focus
foco, ~ virtual/imaginari : denkbeeldig/virtueel brandpunt
foco, ~ anterior : voorbrandpunt
foco, objectivo a curte ~ : lens met korte brandpuntsafstand, groothoeklens
foco /sub/ : haard, middelpunt, brandpunt, zetel
foco, ~ de arte : kunstcentrum
foco, ~ de civilisation : brandpunt van een beschaving
foco, ~ del incendio : brandhaard
foco, ~ infectuose/de infection/de contagion : besmettingshaard
foco, ~ de peste : pesthaard
foco, ~ de un revolta : haard van een opstand
foco, ~ de cultura : cultuurcentrum
foco, ~ seismic/de un seismo : haard van een aardbeving
folio /sub/ : blad (van boom, plant)
folio, ~ de herba : grasspriet
folio, corona de ~s : bladerkrans
folio, axilla del ~ : bladoksel
folio, ~ floral : bloemblad
folio, ~ composite (composite) : samengesteld blad
folio, verduras de ~ : bladgroenten
folio, in forma de ~ : bladvormig
folio /sub/ : blad (van boek, zaag, etc.)
folio, ~ de un libro : blad van een boek
folio, ~ de un serra : blad van een zaag
folio, ~ intercalari : inlegvel
folio, ~ transparente : transparant(je)
folio, ~ de presentia : presentielijst
folio /sub/ : blad (krantje)
folio, ~ publicitari/de annuncios : advertentieblad
folio /sub/ : folio (formaat)
folio, in ~ : in folio
folio /sub/ : ARTE DE CONSTRUER blad
folio, ~ de acantho : acanthusblad
folio /sub/ : folie, blad, lamel
folio, ~ de stanno/de auro/etc. : tinfolie, goudfolie, etc.
folle /adj/ : gek, dwaas, idioot
folle, esser ~ de gaudio/joia : gek van vreugde zijn
folle /sub/ : balg, blaasbalg, orgeltrapper
folle, pumpa a ~ : balgpomp
folle, mover le ~s del organo (organo) : het orgel trappen
folle /sub/ : PHOTOGRAPHIA balg
fonte /sub/ : bron
fonte, ~s del Nilo : bronnen van de Nijl
fonte, ~ de calor : warmtebron
fonte, ~ de energia (energia) : energiebron
fonte, ~ de radiation : stralingsbron
fonte, ~ de gas : gasbron
fonte, ~ de gas natural : aardgasbron
fonte, ~ de currente : stroombron
fonte, ~ luminose/de lumine/de luce : lichtbron
fonte, ~ sonor : geluidbron
fonte, aqua de ~ : bronwater
fonte, ~ saliente : springbron
fonte, ~ de aqua dulce : zoetwaterbron
fonte, ~ sulfurose/de sulfure : zwavelbron
fonte, ~ medicinal : geneeskrachtige bron
fonte, ~ thermic/thermal/cal(i)de : hete bron, warmwaterbron
fonte, ~ intermittente : intermitterende bron
fonte, ~s de nostre saper : bronnen van onze kennis
fonte, ~ de information : bron van informatie
fonte, ~ de inspiration : inspiratiebron
fonte, ~ de discordo : bron van onenigheid
fonte, mention/indication del ~(s) : bronvermelding
fonte, studio del ~s : bronnenstudie
fonte, critica del ~s : bronnenkritiek
fonte, ~ de joia/gaudio : bron van vreugde
fonte, ~ de suffrentia : bron van lijden
fonte /sub/ : (doop)vont
fonte, ~ baptismal : doopvont
foramine /sub/ : opening, gat, doorgang
foramine, ~ del serratura : sleutelgat
foramine, ~ de mures/muses : muizengat
foramine, ~ de accesso : mangat (van stoomketel, etc.)
foramine, ~ de spia : kijkgat
foramine, ~ del manica : armsgat
foras (foras), 1 ~ de : buiten, aan de andere kant van
foras (foras), ~ de bordo : buitenboord
foras (foras), ~ de concurso : buiten mededinging
foras (foras), ~ de dubita (dubita) : buiten/zonder twijfel, ongetwijfeld
foras (foras), ~ de uso : fuiten gebruik
foras (foras), ~ de joco : buitenspel
foras (foras), ~ de matrimonio : buitenechtelijk
foras (foras), ~ del casa : buitenshuis
foras (foras), ~ del citate/del urbe : buiten de stad, uitstedig
foras (foras), ~ del lege : buiten de wet, vogelvrij
foras (foras), ~ del portata de : buiten het bereik van
foras (foras), ~ de se : buiten zichzelf
foras (foras), ~ de isto : buitendien
foras (foras), mitter/poner ~ de combatto : buiten gevecht stellen
foras (foras), mitter/poner ~ de servicio : buiten dienst stellen
foras (foras), restar ~ del conflicto : buiten het conflict blijven, er buiten blijven
foras (foras) /adv/ : buiten (de deur), weg
foras (foras), verso ~ : naar buiten, buitenwaarts
foras (foras) /adv/ : van buiten
foreste /sub/ : woud, bos
foreste, ~ virgine : maagdelijk woud, oerwoud, oerbos
foreste, ~ natural : natuurbos
foreste, ~ de coniferes : naaldwoud
foreste, ~ pluvial/pluviose/tropical/de pluvia : regenwoud
foreste, ~ umbrose : lommerrijk/lommerig woud
foreste, Foreste Nigre : Zwarte Woud, Schwarzwald
foreste, parcella de ~ : bosperceel
foreste, incendio de ~ : bosbrand
foreste, le arbores cela le ~ : door de bomen het bos niet meer zien
forma /sub/ : vorm, gedaante, gestalte
forma, prender le ~ de : de vorm/gedaante aannemen van
forma, in debite (debite) ~ : in de vereiste vorm
forma, vitio/defecto de ~ : vormfout
forma, ~ de cultura : cultuurvorm
forma, ~ artistic/de arte : kunstvorm
forma, ~ poetic : dichtvorm
forma, ~ dialectal : dialectische vorm
forma, ~ juridic/judiciari : rechtsvorm
forma, ~ de pensata/pensamento : denkvorm
forma, ~ de politessa/cortesia (cortesia) : beleefdheidsvorm
forma, ~ de governamento : regeringsvorm
forma, ~ de transition : overgangsvorm
forma, ~ secundari : nevenvorm
forma, ~ de exister : bestaansvorm
forma, ~ intermedie/intermediari : tussenvorm
forma, ~ cylindric : cilindervorm
forma, ~ aerodynamic : stroomlijn(vorm)
forma, ~ crystallin : kristalvorm
forma, ~ ogival : ogiefvorm
forma, ~ spheric/de sphera/de globo : bolvorm
forma, ~ statal : staatsvorm
forma, in ~ spheric/de sphera/de globo : bolvormig
forma, ~ verbal : werkwoordsvorm
forma, ~ active : bedrijvende vorm
forma, ~ passive : lijdende vorm
forma, ~ plural/del plural : meervoudsvorm
forma, ~ epistolari : briefvorm
forma, ~ de dialogo (dialogo) : dialoogvorm
forma, ~ corporee : lichaamsvorm
forma, ~ del cranio : schedelvorm
forma, ~ del visage/facie : gezichtsvorm
forma, ~ benigne/maligne de un maladia (maladia) : goedaardige/kwaadaardige vorm van een ziekte
forma /sub/ : vorm, gietvorm, leest, matrijs
forma, ~ de caseo : kaasvorm
forma, ~ a/de pastisseria (pastisseria) : bakvorm
forma, ~ pro scarpas/calceos : (schoen)leest
forma, mesura de un ~ : leestmaat
forma /sub/ : SPORT vorm, conditie, fitheid
forma, esser in ~ : in vorm/conditie zijn
forma, guardar le ~, mantener se in ~ : in conditie blijven
forma, poner se in ~ : een conditie opbouwen
formal /adj/ : duidelijk, uitdrukkelijk, stellig
formal, ordine ~ : uitdrukkelijk bevel
formal, distantiar se formalmente de : zich uitdrukkelijk distantiëren van
formal /adj/ : vormelijk, de vorm betreffend, volgens de vormen, formeel
formal, logica ~ : formele logica
formal /adj/ : JURIDIC formeel
formar /v/ : vormen, maken, scheppen, voortbrengen, formeren
formar, ~ se un idea (idea) de : zich een idee vormen van
formar /v/ : opstellen, samenstellen, formeren
formar, ~ un numero (numero) de telephono (telephono) : een telefoonnummer draaien
formar, ~ un cabinetto : een kabinet samenstellen
formar, ~ un armea (armea) : een leger op de been brengen
formar /v/ : vormen, een element zijn van, een bestanddeel zijn van, uitmaken
formar, ~ parte de : deel uitmaken van
formica (formica) /sub/ : ZOOLOGIA mier
formica (formica), ~ rubie : rode (bos)mier
formica (formica), ~ blanc : witte mier, termiet
formica (formica), ~ obrera : werkmier
formica (formica), ~ migratori : trekmier
formica (formica), piccatura de ~ : mierebeet
formica (formica), colonia de ~s : mierenkolonie
formica /sub/ : formica
fornir /v/ : leveren, verschaffen, voorzien (in/van), uitrusten
fornir, ~ adjuta a un persona : iemand hulp verschaffen
fornir, ~ in le besonios de un persona : in iemands behoeften voorzien
fornir, ~ se un alibi (alibi) acceptabile : zich een aanvaardbaar alibi verschaffen
forsan (forsan) /adv/ : misschien
fortalessa /sub/ : vesting, fort, bolwerk
fortalessa, ~ de montania : bergvesting
fortalessa, ~ de frontiera : grensvesting
fortalessa, ~ a cupola (cupola) : koepelfort
fortalessa, ~ defensibile : weerbare vesting
fortalessa, ~ imprendibile : onneembare vesting
fortalessa, ~ volante : vliegend fort
fortalessa, commandante de ~ : fortcommandant
fortalessa, cinctura/cincturon de ~s : fortengordel
fortalessa, linea de ~s : fortenlinie
fortalessa, le relievo de un ~ : het relief van een vestingwerk
fortalessa, detention in un ~ : vestingstraf
fortalessa, expugnar un ~ : een vesting (stormenderhand) innemen
forte /adj/ : sterk, krachtig, hard
forte, tabaco ~ : zware tabak
forte, caffe ~ : sterke koffie
forte, stato ~ : sterke/machtige staat
forte, liquores ~ : sterke dranken
forte, sexo ~ : sterke geslacht
forte, bracio ~ : sterke arm (politie)
forte, vento ~ : harde wind
forte, colpo ~ : harde slag/klap/schop
forte, filo ~ : sterke draad
forte, papiro ~ : stevig papier
forte, armea (armea) ~ : sterk leger
forte, mustarda ~ : scherpe mosterd
forte, stoffa ~ : sterke stof
forte, moneta ~ : harde valuta
forte, ~ pluvia : stortbui, plensbui
forte, esser ~ in historia, etc. : goed zijn in geschiedenis, etc.
forte /sub/ : fort, sterkte, vesting
forte, ~ a cupola (cupola) : koepelfort
forte, cinctura/cincturon de ~s : fortengordel
forte, linea de ~s : fortenlinie
forte, commandante de ~ : fortcommandant
forte /sub/ : (van persoon) sterkste zijde, sterkste gedeelte, fort
forte, le amibilitate non es su ~ : le amabilitate non es su forte
forte /sub/ : MUSICA forte
forte /adv/ : sterk, hard
forte /adv/ : MUSICA forte, sterk, luid, krachtig
fortia /sub/ : kracht, sterkte, macht, geweld
fortia, per ~ brutal : met bruut geweld
fortia, ~s armate : gewapende macht, strijdkrachten
fortia, ~s maritime (maritime) : zeestrijdkrachten
fortia, ~s aeree : luchtstrijdkrachten
fortia, ~ terrestre/de terra : landstrijdkrachten
fortia, medios de ~ : geweldmiddelen
fortia, position de ~ : machtspositie
fortia, politica de ~ : machtspolitiek
fortia, ~ public : openbaar gezag, politie
fortia, ~ expressive/de expression : uitdrukkingskracht
fortia, ~ numeric : getalssterkte
fortia, camisa/jachetta de ~ : dwangbuis
fortia, ~ de traction : trekkracht
fortia, ~ propulsori : drijfkracht
fortia, ~ aspiratori : zuigkracht
fortia, ~ portative : draagkracht
fortia, ~ mechanic : mechanische kracht
fortia, ~ electric : elektrische kracht
fortia, ~ magnetic : magnetische kracht
fortia, ~ del argumento : bewijskracht van het argument
fortia, ~ de lege : kracht van wet
fortia, ~ de compression : perskracht
fortia, ~ cohesive/de cohesion : cohesiekracht
fortia, ~ persuasive/convincente/de persuasion : overtuigingskracht
fortia, ~ corporal/corporee : lichaamskracht
fortia, ~ manual : handkracht
fortia, ~ human : mensenkracht
fortia, ~ de sono : geluidssterkte
fortia, ~ muscular : spierkracht
fortia, ~ vegetative : groeikracht
fortia, ~ del vento : windkracht/sterkte
fortia, ~ major : overmacht, "force majeur"
fortia, ~ del voluntate : wilskracht
fortia, ~ vital : levenskracht
fortia, ~ mental/de spirito : geestkracht
fortia, ~ magic : magische kracht
fortia, ~ occulte : verborgen/stille kracht
fortia, alimento de ~ : krachtvoedsel
fortia, perdita (perdita) de ~ : krachtverlies
fortia, con tote su ~ : met alle kracht
fortia, a medie ~ : op halve kracht
fortia, isto es superior a mi ~s : dit gaat mijn krachten te boven
fortia, recovrar su ~s : weer op krachten komen
fortia, reprender le ~s : aansterken
fortia, confider in le proprie ~s : op eigen kracht vertrouwen
fortia, equilibrar le ~s : de krachten in evenwicht brengen
fortia, a ~ de : door maar steeds, dankzij heel veel, met behulp van veel, door (middel van)
fortia, le union es/face le ~ : eendracht maakt macht
fortia, traher ~ de : kracht putten uit
fortia /sub/ : geestelijke druk, dwang
fortia, mesura de ~ : dwangmaatregel
fortia, travaliator/laborator/obrero de ~ : dwangarbeider
fortia /sub/ : PHYSICA kracht
fortia, ~ de inertia : traagheid
fortia, ~ centrifuge : middelpuntvliedende kracht
fortia, ~ de Lorentz : Lorentzkracht
fortia, ~ centripete (centripete) : middelpuntzoekende kracht
fortia, lineas de ~ de un campo magnetic : krachtlijnen van een magnetisch veld
fortia, campo de ~s : kracht(en)veld
fortia, triangulo de ~s : krachtendriehoek
fortiar /v/ : openbreken, forceren, geweld gebruiken
fortiar, ~ un porta : een deur forceren
fortiar, ~ un serratura : een slot openbreken
fortiar /v/ : met geweld nemen, overweldigen
fortiar /v/ : druk uitoefenen, dwingen, noodzaken (tot), verplichten
fortiar, ~ a facer, etc. : dwingen om te doen, etc.
fortuna /sub/ : fortuin, vermogen, bezit, rijkdom
fortuna, facer ~ : fortuin maken
fortuna, le union de duo ~s : het samengaan van twee vermogens
fortuna /sub/ : kans, (gelukkig) toeval, gelukkige omstandigheid
fortuna, le cambio del ~ : het keren van de kans
fortuna /sub/ : lot, fortuin, Fortuna, geluk
fortuna, capricios del ~ : grillen van het lot
fortuna, anello de ~ : geluksring
fortuna, le rota del ~ : het rad van Fortuin
fortuna, cercar le ~ : het geluk zoeken
fortuna, tentar le ~ : het geluk beproeven
fortuna, probar/provar le ~ : het fortuin beproeven
fortuna, ~ cec : blind geluk
fortuna, esser filio del ~ : veel geluk hebben
fortuna, esser le joculo del ~ : de speelbal der fortuin zijn
fortuna, ~ adverse : tegenspoed
fossa /sub/ : kuil, groeve, put, gat, graf(kuil)
fossa, ~ commun : massagraf, algemeen graf
fossa, ~ aperte : geopende groeve
fossa, star con/esser con/haber un pede in le ~ : een been in het graf hebben
fossa, portar un persona al ~ : iemand ten grave dragen
fossa, ~ del leones : leeuwenkuil
fossa, ~ del serpentes : slangenkuil
fossa, ~ del ursos : berenkuil
fossa, ~ de calce : kalkput
fossa, ~ de stercore : mestput
fossa, ~ septic : septictank, rottingsput
fossa, ~ del generator : generatorput
fossa, ~ de fundation : funderingsput
fossa, ~ de reparationes : werkkuil, smeerkuil (in garage)
fossa /sub/ : ANATOMIA holte
fossa, ~ nasal : neusholte
fossa, obstruction del ~s nasal : neusverstopping
fossa, ~ orbital : oogholte
fossa, ~ frontal : voorhoofdsholte
fracassar /v/ : verbrijzelen, vermorzelen, stukslaan
fracassar, ~ le cranio : de schedel inslaan
fracassar, ~ un vitro : een raam verbrijzelen
fracassar, ~ se le gambas : zijn benen breken
fracassar, le barca se ha fracassate super (super) un scolio : de boot sloeg te pletter op een klip
fracasso /sub/ : hevig gekraak, hevig geweld, lawaai, geraas
fracasso, ~ de armas : wapengekletter
fracasso, ~ terribile : geweldige herrie
fracasso, ~ infernal : hels lawaai
fractura /sub/ : (open)breking, braak, breuk
fractura, furto con ~ : inbraak
fractura, ~ in le relationes international : breuk in de internationale betrekkingen
fractura /sub/ : MEDICINA breuk, fractuur
fractura, ~ simplice (simplice) : enkelvoudige breuk
fractura, ~ composite (composite)/a complicationes : gecompliceerde breuk
fractura, ~ aperte : open breuk
fractura, ~ cranian/cranial/del cranio : schedelbreuk
fractura, ~ del bracio : armbreuk, gebroken arm
fractura, ~ clavicular/del claviculo : sleutelbeenbreuk
fractura, ~ del femore : dijbreuk
fractura, ~ del gamba : beenbreuk
fractura, ~ del osso : botbreuk
fractura, ~ pelvic/del pelve : bekkenfractuur
fractura, ~ del base cranian : schedelbasisfractuur
fractura, ~ del maxilla : kaakfractuur
fractura, ~ metatarsal : marsfractuur
fractura, ~ comminutive : splinterbreuk
fractura, superficie/plano de ~ : breukvlak
franger /v/ : doen breken, breken
fratre /sub/ : broer
fratre, ~ cadette : jongste/jongere broer
fratre, ~ de lacte : zoogbroeder
fratre, ~ adoptive : pleegbroer
fratre, ~ affin : zwager
fratre, ~ consanguinee : halfbroer (van vaderszijde)
fratre, ~ uterin : halfbroer (van moederszijde)
fratre, ~ de armas : wapenbroeder
fratre, querela inter (inter) ~s : broedertwist
fratre /sub/ : CATHOLICISMO (klooster)broeder, frater
fratre, ~ laic (laic) : lekebroeder
fratre, ~ morave : hernhutter
fratre, Fratres del Vita Commun : Broeders del Gemenen Levens
fraude /sub/ : fraude, bedrog
fraude, committer/perpetrar un ~ in un examine : fraude plegen bij een examen
fraude, ~ electoral : verkiezingsfraude
fraude, ~ fiscal : belastingfraude, belastingontduiking
fraude, ~ per computator/computer (A) : computerfraude
frenar /v/ : teugelen, optomen (van paard)
frenar /v/ : (af)remmen, aan de rem trekken
frenar, ~ le bicycletta : de fiets afremmen
frenar, ~ le enthusiasmo de un persona : iemand remmen
freno /sub/ : breidel, bit (van paard)
freno /sub/ : TECHNICA rem
freno, ~ mechanic : mechanische rem
freno, ~ hydraulic/ aere comprimite : hydraulische rem
freno, ~ hydropneumatic : hydropneumatische rem
freno, ~ a/de disco : schijfrem
freno, ~ a/de tambur : trommelrem
freno, ~ al janta : velgrem
freno, guarnitura/guarnition de ~ : remvoering
freno, ~ a pression de oleo : oliedrukrem
freno, ~ de alarma/de succurso/de emergentia : noodrem
freno, ~ de mano : handrem
freno, ~ de pede/a pedal : voetrem
freno, ~ (del rota) anterior : voorrem
freno, ~ super (super) pneu(matico) : bandrem
freno, ~ pneumatic : pneumatische rem, luchtdrukrem
freno, ~ (electro)magnetic : magneetrem
freno, ~ a retropedalage/a retropedal/a contrapedal : terugtraprem
freno, ~s cantilever (cantilever) (E) : cantilerremmen
freno, systema de ~s : remsysteem
freno, tuberia (tuberia) del ~ : remleiding
freno, banda de ~ : remband
freno, liquido/fluido de ~ : remvloeistof, remolie
freno, levator de ~ : remhandel/hendel
freno, tirar/serrar le ~ : aan de rem trekken
freno, dar un colpo de ~ : krachtig remmen
freno, pedal de ~ : rempedaal
freno, manivella de ~ : remkruk
freno, cablo de ~ : remkabel
freno, modiolo de ~ : remnaaf
freno, disco de ~ : remschijf
freno, catena de ~ : remketting
freno, tambur de ~ : remtrommel
freno, bloco de ~ : remblok
freno, resorto de ~ : remveer
freno, apparato de ~ : remtoestel
freno, paracadita ~ : remparachute
freno, adjustar/regular le ~s : de remmen bijstellen
freno, le ~s ha essite blocate : de remmen zijn geblokkeerd
freno /sub/ : FIGURATE breidel
freno /sub/ : MEDICINA fraenum
freno, ~ del lingua : tongriem
freno, ~ del preputio : voorhuidbandje
frequente /adj/ : herhaald, veelvuldig, frequent, gebruikelijk, veel voorkomend (woord, verschijnsel)
frequente, un problema ~ : een veel voorkomend probleem
fresc /adj/ : fris, koel
fresc, aqua ~ : koel helder water
fresc, halito (halito) ~ : frisse adem
fresc, brisa ~ : frisse bries
fresc /adj/ : vers, fris, recent, nieuw, pas (aangevoerd)
fresc, ovos ~ : verse eieren
fresc, butyro (butyro) ~ : verse boter
fresc, pan ~ : vers brood
fresc, lacte ~ : verse melk
fresc, verduras ~ : verse groenten
fresc, colores ~ : frisse kleuren
fresc /adj/ : fris (onbedorven)
fresc /adj/ : vers (niet kunstmatig geconserveerd)
fresc, fructos ~ e fructos sic : verse en gedroogde vruchten
fricar /v/ : wrijven, schuren
fricar, ~ se le oculos : zijn ogen uitwrijven
fricar, ~ se le manos : in zijn handen wrijven
fricar, panno de ~ : dweil
frigidar /v/ : koelen, koel maken
frigidar /v/ : afkoelen, koel worden
frigide /adj/ : koud, koel, kil (anque FIGURATE)
frigide, guerra ~ : koude oorlog
frigide, repasto/plattos ~ : koude maaltijd
frigide, platto ~ : koude schotel, koud gerecht
frigide, tono ~ : koele toon
frigide, colores ~ : koele kleuren
frigide, fronte ~ : koufront
frigide, cella ~ : koelcel
frigide, sudor ~ : angstzweet, klamme zweet
frigide, a/de sanguine ~ : koudbloedig
frigide, ~ e humide : waterkoud
frigide, tractar un persona frigidemente : iemand koel bejegenen
frigide /adj/ : MEDICINA frigide, seksueel ongevoelig, koel
frigido /sub/ : koude, kou
frigido, ~ hibernal/de hiberno : winterkoude
frigido, ~ intense : hevige kou
frigido, ~ penetrante : snerpende/felle kou
frigido, ~ pungente : nijpende/bittere kou
frigido, uitzonderlijke ~ : frigido excessive
frigido, unda de ~ : koudegolf
frigido, haber ~ : het koud hebben, koud zijn
frigido, esser armate contra le ~ : gewapend zijn tegen de kou
frigido, prender ~ : 1. het koud krijgen, 2 kou vatten
frigido, il face ~ : het is koud (weer)
frigido, fremer/tremer/tremular de ~ : huiveren/rillen van koude
frigido, indurar le ~ : de koude verduren
frigido /sub/ : verkoudheid
frigido, prender ~ : kou vatten, verkouden worden
frigido /sub/ : FIGURATE koelheid, onverschilligheid
frir /v/ : bakken, braden, frituren
frir, grassia a/pro ~ : braadvet
frir, grillia de ~ : braadrooster
frir, patella de ~ : braadpan
frir, pisce a/pro ~ : panvis
frir, platessa pro ~ : bakschol
frir, solea pro ~ : baktong
frir, pisce frite : gebakken vis
fronte /sub/ : voorhoofd
fronte, ~ lisie : glad voorhoofd
fronte, ~ alte : hoog voorhoofd
fronte, arrugar/corrugar le ~ : het voorhoofd fronsen
fronte, corrugation del ~ : fronsing van het voorhoofd
fronte, essugar se le ~ : zijn voorhoofd afwissen
fronte, in le sudor de su ~ : in het zweet zijns aanschijns
fronte, facer ~ al concurrentia : de concurrentie het hoofd bieden
fronte /sub/ : voorzijde, gevel, front
fronte, ~ de un edificio : voorkant van een gebouw
fronte, balcon de ~ : voorbalkon (van huis)
fronte /sub/ : MILITAR front, voorste gelid
fronte, ~ de battalia : front, voorste gelid
fronte, ~ oriental/del est : oostfront, oostelijk front
fronte, sector de ~ : frontsector
fronte, cambio de ~ : frontverandering
fronte, rectification del ~ : frontcorrectie
fronte, partir al ~ : naar het front gaan
fronte /sub/ : front (partij, beweging)
fronte, ~ de liberation : bevrijdingsfront
fronte, ~ popular : volksfront
fronte /sub/ : METEO front
fronte, ~ frigide : koufront
fronte, ~ cal(i)de : warmtefront
fronte, ~ polar : poolfront
fronte, ~ pluviose/de pluvia : regenfront
fronte, ~ oceanic : oceaanfront
fronte, ~ stationari : stationair front
fronte, passage de un ~ : frontpassage
frontiera /sub/ : grens
frontiera, ~ francese : Franse grens
frontiera, ~ natural : natuurlijke grens
frontiera, ~ terrestre : landgrens
frontiera, ~ interior : binnengrens
frontiera, ~ linguistic : taalgrens
frontiera, ~ septentrional : noordgrens
frontiera, ~ meridional : zuidgrens
frontiera, ~ artificial : kunstmatige grens
frontiera, passage de ~ : grensovergang
frontiera, palo/poste de ~ : grenspaal
frontiera, incidente de ~ : grensincident
frontiera, posto de ~ : grenspost
frontiera, station de ~ : grensstation
frontiera, rectification de ~ : grenscorrectie
frontiera, linea de ~ : grenslijn
frontiera, urbe de ~ : grensstad
frontiera, litigio/conflicto/controversia de ~ : grensconflict/geschil
frontiera, forte/fortalessa de ~ : grensvesting
frontiera, violation de ~ : grensschending
frontiera, region de ~ : grensstreek
frontiera, traffico de ~ : grensverkeer
frontiera, communa de ~ : grensgemeente
frontiera, fluvio/riviera de ~ : grensrivier
frontiera, passar le ~ : de grens overgaan
frontiera, aperir le ~s : de grenzen openstellen
frontiera, clauder le ~s : de grenzen sluiten
frontiera, viver al ~ del humanitate : aan de zelfkant van de maatschappij leven
fructo /sub/ : vrucht
fructo, cultura de ~s : fruitteelt
fructo, succo de ~s : vruchtensap
fructo, pulpa de ~s : vruchtenpulp, vruchtvlees
fructo, salata de ~s : vruchtensalade
fructo, compota de ~s : vruchtenmoes/puree
fructo, cocktail (A) de ~s : vruchtencocktail
fructo, conservas de ~s : vruchtenconserven
fructo, gelato de ~s : vruchtenijs
fructo, pastisseria (pastisseria) al/de ~s : vruchtentaart/gebak
fructo, vino de ~s : vruchtenwijn
fructo, pressa a ~s : vruchtenpers
fructo, jardin de ~s : boomgaard
fructo, boteca de ~ : fruitwinkel
fructo, stand (A) de ~s : fruitstalletje
fructo, auction de ~s : fruitveiling
fructo, cuppa a/de ~s : fruitschaal
fructo, commercio de ~s : fruithandel
fructo, venditor de ~s : fruitverkoper/handelaar
fructo, mercato de ~s : fruitmarkt
fructo, production de ~s : fruitproduktie
fructo, corbe a/de ~s : fruitmand
fructo, cultello a/de ~s : fruitmes(je)
fructo, ~s meridional/subtropical : zuidvruchten
fructo, ~ aquose : waterige vrucht
fructo, ~ acerbe/amar : wrange vrucht
fructo, ~ conic : kegelvormige vrucht
fructo, ~ immatur/verde : onrijpe vrucht
fructo, ~ matur : rijpe vrucht
fructo, ~ de pepita(s) : kernvrucht, pitvrucht
fructo, ~ de rosa : rozebottel
fructo, ~s guastate : stek
fructo, ~ de estufa : kasvrucht
fructo, ~s de estufa : kasfruit
fructo, ~s siccate : gedroogde vruchten
fructo, ~s candite : suikervruchten
fructo /sub/ : opbrengst, vrucht (van de arbeid, etc.), resultaat, produkt
fructo, le ~ de su labor : de vrucht van zijn arbeid
fructo, dar ~s : vruchten afwerpen
fructo, ~s de mar : eetbare zeevis en schaal- en schelpdieren, "fruits de mer"
fruer /v/ : genieten, vreugde beleven
fruer, ~ de : in het genot zijn van
fruer, ~ de un pension : van een pensioen genieten
frumento /sub/ : tarwe
frumento, ~ de hiberno : wintertarwe
frumento, farina de ~ : tarwemeel
frumento, pan de ~ : tarwebrood
frumento, semola (semola) de ~ : tarwegries
frumento, spica de ~ : tarweaar
frumento, pedunculo de ~ : tarwehalm
frumento, fasce de ~ : tarweschoof
frumento, germine de ~ : tarwekiem
frumento, bran de ~ : tarwezemel
frumento, recolta de ~ : tarweoogst
frumento, floccos de ~ : tarwevlokken
frumento, cultura de ~ : tarweteelt/bouw
frumento, campo de ~ : tarweveld
frumento, precio del ~ : tarweprijs
frumento, vannatura de ~ : tarwekaf
frumento, quotation de ~ : tarwenotering (op de beurs)
frumento, exportation de ~ : tarwe-export/uitvoer
frumento, importation de ~ : tarwe-import/invoer
frumento, exportator de ~ : tarwe-exporteur
frumento, importator de ~ : tarwe-importeur
fugir /v/ : (weg)vluchten, weglopen, ontvluchten, er vandoor gaan
fugir, ~ del carcere/del prision : uit de gevangenis ontvluchten
fugir, ~ de un persona como del peste : iemand mijden als de pest
fugir, ~ a tote velocitate : zich snel uit de voeten maken
fugir, instincto de ~ : vluchtinstinct
fulgurar /v/ : schitteren, lichten, flitsen, bliksemen
fulgurar /v/ : uitstralen
fulgure /sub/ : bliksemflits
fullar /v/ : vollen, persen, kneden, touwen
fullar, ~ drappo : laken vollen
fullar, ~ le pasta : het deeg kneden
fullar /v/ : betreden, de voet zetten op, treden op, vertrappen
fullar, ~ al pedes : met voeten treden
fullar, ~ flores al pede : bloemen vertrappen
fullar /v/ : uitpersen (van druiven)
fulminar /v/ : bliksemen (tijdens onweer)
fulminar /v/ : CHIMIA knallen, ontploffen, exploderen
fulminar /v/ : FIGURATE fulmineren, heftig uitvaren, foeteren, donderen, van leer trekken, uitpakken
fulminar /v/ : ECCLESIA in de ban doen, de banvloek uitspreken
fulmine /sub/ : weerlicht, bliksem, bliksemstraal
fulmine, colpo de ~ : blikseminslag
fulmine, le ~ ha colpate le ecclesia : de bliksem is in de kerk ingeslagen
fulmine, rapide como le/un ~ : bliksemsnel
fulmine, guerra ~ : blitzkrieg
fulmine, serratura ~ : ritssluiting
fulmine, curso ~ : stoomcursus
fulmine, action ~ : bliksemactie
fulmine, visita (visita) ~ : bliksembezoek
fulmine, carriera ~ : bliksemcarrière
fulmine, operation ~ : bliksemoperatie
fumar /v/ : roken (van schoorsteen, vuur, as, vulkaan, etc.), walmen (van lamp), dampen
fumar /v/ : roken (tabak, pijp, opium, etc.)
fumar, tabaco a/de/pro ~ : rooktabak
fumar, prohibition/interdiction de ~ : rookverbod
fumar, salon de ~ : rooksalon, rookkamer
fumar, habitude de ~ : rookgewoonte
fumar /v/ : roken (vlees, vis, etc.)
fumar /v/ : ziedend zijn, razend zijn
fumar, ~ de cholera (cholera) : schuimbekkend van woede zijn
fumo /sub/ : rook (van schoorsteen, kaars, vuur, vulkaan, etc.)
fumo, ~ de tabaco : tabaksrook
fumo, ~ grasse : walm
fumo, ~ de fabricas : fabrieksrook
fumo, impermeabile al ~ : rookdicht
fumo, sin ~ : rookvrij
fumo, odor de ~ : rooklucht
fumo, nube de ~ : rookwolk
fumo, cortina de ~ : rookgordijn
fumo, signal de ~ : rooksignaal
fumo, intoxication/invenemento per le ~ : rookvergiftiging
fumo, converter se/disparer/ir in ~ : in rook opgaan
fumo, chassar {sj} le ~ : in rook opgaan
fumo, conducto de ~ : rookkanaal
fumo /sub/ : damp, walm
function /sub/ : functie, taak, rol, ambt, beroep, post, betrekking, bezigheid
function, ~ legislative : wetgevende functie
function, ~ honorific : onbezoldigd ambt
function, ~ additional/annexe : nevenfunctie
function, ~ de un condensator : functie van een condensator
function, ~ de subjecto : functie van onderwerp
function, ~ del corde : functie van het hart
function, ~es de reproduction : voortplantingsfuncties
function, ~ stomachal/gastric disturbate : gestoorde maagfunctie
function, ~es vital : levensfuncties
function, ager in ~ de su interesses : in zijn eigen belang handelen
function, in ~ de : terwille van, ten behoeve van
function, in ~ de lo que precede : op grond van het voorafgaande
function, le ~ de secretario : de functie van secretaris
function, examine del ~ visual : oogmeting
function, occupar un ~ : een functie bekleden
function, relevar un persona de su ~(es) : iemand van zijn functie ontheffen
function, entrar in ~ : in functie treden
function /sub/ : MATHEMATICA functie
function, ~ algebraic/algebric : algebraïsche functie
function, ~ circular : circulaire functie
function, ~ analytic : analytische functie
function, ~ composite (composite) : samengestelde functie
function, ~ derivate : afgeleide functie
function, ~ harmonic : harmonische functie
function, x es un ~ de y : x is een functie van y
functionar, facer ~ : laten bewegen, aanzetten, aandoen (apparaat, etc.)
functionar, iste auto(mobile) functiona con benzina/gasolina : deze auto loopt op benzine
functionar, iste machina (machina) functiona mal : deze machine loopt slecht
functionar, non functiona! : buiten dienst (lift, automaat, etc.)!
fundar (I) /v/ : funderen, stichten, oprichten, instellen, opstellen
fundar (I), ~ un casa super palos : een huis op palen funderen
fundar (I), ~ un schola : een school stichten
fundar (I), ~ un partito : een partij stichten
fundar (I), ~ un colonia : een kolonie stichten
fundar (I), ~ un familia/un focar : een gezin stichten, trouwen
fundar (I) /v/ : baseren, funderen
fundar (I), ~ se super (super) : zich baseren op
fundar (I), ~ un puncto de vista theoricamente : een standpunt theoretisch funderen
fundar (II) /v/ : werpen met een slinger (wapen)
funder /v/ : smelten, versmelten
funder, ~ como nive in le sol : smelten als sneeuw voor de zon
funder, ~ ferro : ijzer smelten
funder, ~ auro con cupro : goud met koper versmelten
funder, ~ grassia : vet smelten
funder, ~ se in le population local : in de plaatselijke bevolking opgaan
funder, ~ se : samengevoegd worden, samensmelten
funder, isto funde in le bucca : het is zo zacht/mals als boter
funder /v/ : gieten (metaal)
funder, ~ campanas : klokkengieten
funder, ~ characteres (characteres)/litteras (litteras) : lettergieten
funder, aciero fundite : gietstaal
funder, ferro fundite : gietijzer
fundo /sub/ : bodem
fundo, ~ del mar : zeebodem
fundo, ~ de un fossato : bodem van een sloot
fundo, ~ de un bottilia : bodem van een fles
fundo, ~ de torta : taartbodem
fundo, fango de ~ : bodemslib
fundo, ir al ~ : zinken
fundo, sin ~ : bodemloos
fundo, puteo sin ~ : bodemloze put
fundo, a ~ : grondig, tot op de bodem
fundo, examinar un cosa a ~ : iets tot de bodem uitzoeken
fundo, articulo de ~ : achtergrondartikel, hoofdartikel (in krant)
fundo, in le ~ : eigenlijk, in wezen
fundo, basse ~ : ondiepte
fundo, duple ~ : dubbele bodem
fundo, ~ de un conflicto : achtergronden van een conflict
fundo, isto veni del ~ de su corde : dat komt uit de grond van zijn hart
fundo, comprender le ~ del cosas : de grond van de dingen begrijpen
fundo, cognoscer un cosa a ~ : iets onder de knie hebben
fundo, discuter un question a ~ : een kwestie goed doorspreken
fundo /sub/ : achterste gedeelte, verste gedeelte
fundo, al/in le ~ del sala : achter in de zaal
fundo, camera (camera) in ~ del corridor : kamer achter in de gang
fundo, al/in le ~ de mi tasca : onder in mijn zak
fundo, le basse ~ del societate : de onderste lagen van de maatschappij
fundo, le basse ~s de Amsterdam : de achterbuurten van Amsterdam
fundo, in le ~ de su corde : diep in zijn hart
fundo, pariete del ~ : achterwand
fundo /sub/ : TECHNICA fundering, fundament
fundo /sub/ : achtergrond, ondergrond
fundo, restar/remaner in ~ : op de achtergrond blijven
fundo, musica de ~ : achtergrondmuziek
fundo, choro de ~ : achtergrondkoor
fundo, ~ sonor : achtergrondmuziek, achtergrondgeluiden
fundo, ~ musical : achtergrondmuziek
fundo, ~ historic de un legenda : historische achtergrond van een legende
fundo, ruitos de ~ : ruis (op de achtergrond)
fundo /sub/ : fonds
fundo, ~s public : overheidsfondsen
fundo, ~ de stato : staatsfonds
fundo, ~ de calamitates : rampenfonds
fundo, ~ de investimento : beleggingsfonds
fundo, ~ de reserva : reservefonds/kas, bufferfonds
fundo, ~ de succurso/de adjuta : steunfonds, hulpfonds
fundo, ~ de garantia : garantiefonds
fundo, ~ de amortisation : delgingsfonds
fundo, ~ de presto : leningsfonds
fundo, ~ salarial : loonfonds
fundo, ~ electoral : verkiezingsfonds
fundo, ~s disponibile : beschikbare fondsen
fundo, ~ editorial : uitgeversfonds
fundo, ~ de sparnio : spaarfonds
fundo, ~ fiduciari : trustfonds
fundo, Fundo Monetari International, FMI : Internationaal Monetair Fonds, IMF
fundo, summa (versate) a ~ perdite : som (geld) waarvan niet verwacht wordt dat deze terug betaald wordt
fundo, prestator de ~s : geldgever
fundo, crear/instituer/establir un ~ : een fonds stichten
fundo, transferer a un ~ : in een fonds storten
fundo, procurar a un persona le ~s necessari : iemand de nodige gelden verstrekken
furar /v/ : stelen
furar, een diamant ~ : furar un diamante
furar, ~ le corde de un persona : iemands hart stelen
furca /sub/ : (landbouw)vork, vork, gaffel
furca, ~ de bicycletta : vork van een fiets
furca, ~ a/de feno : hooivork
furca, ~ a/de stercore : mestvork
furca, elevator a ~ : vorkhefwerktuig
furca /sub/ : vorkvormig voorwerp
furca /sub/ : vork (om mee te eten)
furca /sub/ : tweesprong
furca /sub/ : galg
furca, executar un persona al ~ : iemand ophangen
furca, condenmar un persona al ~ : iemand tot de galg/strop veroordelen
furchetta /sub/ : vork (om mee te eten)
furchetta, ~ a dessert : dessertvorkje
furchetta, ~ de sterno : vorkbeen (van vogel)
furiose /adj/ : woedend, razend, woest, wild
furiose, parolas ~ : boze woorden
furiose, littera (littera) ~ : boze brief
furiose, reguardos ~ : woedende blikken
furiose, tauro ~ : dolle stier
furiose, critar furiosemente a un persona : woedend tegen iemand uitvaren
furno /sub/ : oven, fornuis, kachel
furno, ~ a petroleo : petroleumkachel
furno, ~ a gas : gasoven
furno, ~ a micro-undas : magnetronoven
furno, tubo de ~ : fornuispijp
furno, grillia de ~ : fornuisrooster
furno, placa de ~ : ovenplaat, bakplaat
furno, oleo de ~ : huisbrandolie
furno, temperatura del ~ : oventemperatuur
furno /sub/ : (smelt)oven
furno, ~ de fusion : smeltoven
furno, ~ de aurifice (aurifice) : goudsmidoven
furno, alte ~ : hoogoven
furno, ~ a/de cemento : cementoven
furno, ~ a/de coke : cokesoven
furno, ~ a/de briccas : steenoven
furno, ~ a/de calce : kalkoven
furno, ~ a/de vitro : glasoven
furno, ~ de soldar : lasoven
furno, ~ de pottero/ceramica : pottebakkersoven
furno, ~ campaniforme : klokoven
furno, laccar al ~ : moffelen
futur /adj/ : toekomstig, aanstaand
futur, matre ~ : aanstaande moeder
futur, sposo ~ : toekomstige echtgenoot
futur, sposa ~ : toekomstige echtgenote
futur, generationes ~ : komende generaties
futur, pro uso ~ : komende generaties
futur, tempore ~ : toekomende tijd
futuro (I) /sub/ : toekomst
futuro (I), ~ proxime/immediate : nabije toekomst
futuro (I), ~ radiante : zonnige toekomst
futuro (I), ~ lontan/remote/distante : verre toekomst
futuro (I), haber ante se un ~ incerte/insecur : een onzekere toekomst tegemoet gaan
futuro (I), promissa pro le ~ : toekomstbelofte
futuro (I), sonio del ~ : toekomstdroom
futuro (I), musica del ~ : toekomstmuziek
futuro (I), perspectivas del ~ : toekomstperspectief
futuro (I), planos/projectos de ~ : toekomstplannen
futuro (I), confidentia in le ~ : toekomstvertrouwen
futuro (I), le ~ es del juvenes : wie de jeugd heeft, heeft de toekomst
futuro (I), iste interprisa non ha ~ : dit bedrijf heeft geen toekomst
futuro (I), iste profession ha ~ : er zit toekomst in dat beroep
futuro (I), il non ha ~ in iste empleo (empleo) : er zit geen toekomst(perspectief) in die baan
futuro (I), su ~ es assecurate, ille ha un ~ assecurate : zijn kostje is gekocht, zijn bedje is gespreid
futuro (I), io vide un grande ~ pro iste producto : ik zie grote mogelijkheden voor dit produkt
futuro (I), carriera con ~ : loopbaan met mogelijkheden
futuro (I) /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA toekomende tijd
futuro (II) /sub/ : toekomstige echtgenoot
gallina /sub/ : hoen, kip, hen
gallina, ~ displumate : kale/geplukte kip
gallina, ~ de India : kalkoense hen
gallina, pertica de ~s : roest, kippestok
gallina, pluma de ~ : kippeveer
gallina, nutrimento/alimento de ~s : kippevoer
gallina, cortil de ~s : hoenderhof
gallina, (~) covatrice : broedkip
gallina, ~ nana : krielkip
gallina, fur de ~s : kippendief
gallina, haber/tener/elevar ~s : kippen houden
gallina, occider le ~ al ovos de auro : de kip met de gouden eieren slachten
gallo (I) /sub/ : Galliër (bewoner van Gallië)
gallo (II) /sub/ : haan
gallo (II), ~ de India : kalkoen, kalkoense haan
gallo (II), ~ castrate : gesneden haan, kapoen
gallo (II), ~ de combatto : vechthaan
gallo (II), ~ gallic : Gallische haan
gallo (II), crista/cresta de ~ : hanenkam
gallo (II), sporon de ~ : hanenspoor
gallo (II), pluma de ~ : hanenveer
gallo (II), cavia de ~s : hanenkot
gallo (II), combatto de ~s : hanengevecht
gamba /sub/ : ANATOMIA etc., been, poot
gamba, ~ anterior : voorpoot
gamba, ~ de detra/posterior : achterpoot
gamba, ~ dext(e)re : rechterbeen/poot
gamba, ~ leve/sinistre : linkerbeen/poot
gamba, ~ artificial/orthopedic : kunstbeen
gamba, ~ de ligno : houten been
gamba, ~ fracturate/rupte : gebroken been
gamba, ~s curte : korte benen
gamba, ~s curve/torte : kromme benen
gamba, vulnere de ~ : beenwond
gamba, ulcere de ~ : beenzweer
gamba, articulation del ~ : beengewricht
gamba, parte inferior del ~ : onderbeen
gamba, parte superior del ~ : bovenbeen
gamba, de ~s grosse : dikbenig
gamba, con ~s distorte/arcate : met o-benen
gamba, con le ~s aperte/large/separate : wijdbeens
gamba, con le cauda inter le ~s : met de staart tussen de benen
gamba, cruciar le ~s : de benen over elkaar slaan
gamba, exercitar le ~s : de benen strekken, even een ommetje maken
gamba, fractura de ~ : beenbreuk
gamba, fracturar se un ~ : een been breken
gamba, spatio pro le ~s : beenruimte (in auto)
gamba, ~ de pantalones : broekspijp
gamba, pantalones a ~s stricte : broek met smalle pijpen
gamba, ~ de sedia : stoelpoot
gamba, ~ de tabula : tafelpoot
gamba, ~ de un compasso : been van een passer
gamba, position del ~s : beenstand
gamba, MUSICA viola de ~ : viola da gamba, knieviool
ganiar /v/ : winnen
ganiar, ~ tempore : tijd winnen
ganiar, ~ un sponsion : een weddenschap winnen
ganiar, le inimico (inimico) ha ganiate terreno : een weddenschap winnen
ganiar, ~ al/per punctos : op punten winnen
ganiar /v/ : verdienen
ganiar, ~ moneta : geld verdienen
ganiar, ~ su pan/su vita : de kost verdienen
ganiar /v/ : verwerven, verkrijgen
ganiar, ~ le affection de un persona : iemands genegenheid verwerven
ganiar, ~ su sporones : zijn sporen verdienen
ganiar, ~ le prime premio : de eerste prijs behalen
ganiar, ~ prestigio : in aanzien stijgen
ganiar, ~ le campionato : het kampioenschap behalen
ganiar /v/ : bereiken
ganiar, ~ un loco/porto : een plaats/haven bereiken
ganio /sub/ : winst, (geldelijke) verdienste
ganio, ~ de tempore : tijdwinst
ganio, ~ electoral : stemmenwinst
ganio, ~ in numero (numero) de sedes : zetelwinst
ganio, ~ territorial : terreinwinst
ganio, ~ de un tempo : tempowinst
ganio, le ~ adulcia le rigores del labor/travalio : geld verzoet de arbeid
gas /sub/ : gas
gas, ~ hilarante : lachgas
gas, ~ combustibile/de calefaction : stookgas
gas, ~ lacrimogene : traangas
gas, ~ de combatto : strijdgas
gas, ~ detonante : knalgas
gas, ~ natural : aardgas
gas, rete de ~ natural : aardgasnet
gas, ~ de butano : butaangas
gas, ~ de citate : stadsgas
gas, ~ de miniera : mijngas
gas, ~ del paludes : moerasgas
gas, ~ de carbon vegetal/de ligno : houtskoolgas
gas, ~ toxic : gifgas
gas, ~ vomitive : braakgas
gas, ~ carbonic : koolzuurgas
gas, ~ nobile/rar/inerte : edelgas
gas, ~ de escappamento : uitlaatgas
gas, ~ pressate/comprimite : persgas
gas, ~ propulsori/propulsive : drijfgas
gas, ~ liquide : vloeibaar gas
gas, ~ in bottilias : flessegas
gas, ~ interstellar : interstellair gas
gas, a tote ~ : vol gas
gas, dar ~ : gas geven
gas, fabrica de ~ : gasfabriek
gas, becco de ~ : gaspit, gasbrander
gas, accender le ~ : het gas aansteken
gas, accenditor de ~ : gasaansteker
gas, exclaramento/illumination a ~ : gasverlichting
gas, clauder le ~ : het gas uitdraaien
gas, pression del ~ : gasdruk
gas, flamma de ~ : gasvlam
gas, lumine/luce de ~ : gaslicht
gas, nota del ~ : gasrekening
gas, consumo de ~ : gasverbruik
gas, consumitor de ~ : gasverbruiker
gas, explosion de ~ : gasontploffing
gas, valvula de ~ : gaskraan
gas, calefaction per ~ : gasverwarming
gas, jacimento de ~ natural : gasveld, gasbel
gas, extraction/exploitation {plwa} de ~ : gaswinning
gas, furno a ~ : gasoven
gas, lanterna a ~ : gaslantaarn
gas, conducto de ~ : gasleiding
gas, contator de ~ : gasmeter
gas, estufa a ~ : gaskachel
gas, radiator a ~ : gasradiator
gas, regulator de ~ : gasregulateur
gas, convector a ~ : gasconvector
gas, fonte de ~ : gasbron
gas, detector de ~ : gasdetector
gas, generator de ~ : gasgenerator
gas, distribution del ~ : gasdistributie
gas, reserva(s) de ~ : gasreserve(s)
gas, adduction de ~ : gasaanvoer
gas, molecula de ~ : gasmolecuul
gas, manometro (manometro) a ~ : gasmanometer
gas, filtro de ~ : gasfilter
gas, densitate de ~ : gasdichtheid
gas, tubo a ~ : gasbuis
gas, installator de ~ : gasfitter
gas, retorta de ~ : gasretort
gas, cartucha {sj} a/de ~ : gaspatroon
gas, tarifa del ~ : gastarief
gas, thermometro (thermometro) a/de ~ : gasthermometer
gas, turbina a ~ : gasturbine
gas, nube de ~ : gaswolk
gas, intoxication per le ~ : gasvergiftiging
gas, camera (camera) a ~ : gaskamer
gas, lampa a ~ : gaslamp
gas, odor de ~ : gaslucht
gas, masca a ~ : gasmasker
gas, motor a ~ : gasmotor
gas, recipiente de ~ : gashouder
gas, dar ~ : gas geven
gas, comprimer un ~ : een gas samenpersen
gas, cocinar al/con ~ : op gas koken
gas, le auto(mobile) va a ~ : de auto loopt/rijdt op gas
gasolina /sub/ : gasoline, benzine
gasolina, ~ normal : gewone benzine, normaal
gasolina, ~ povre in plumbo : loodarme benzine
gasolina, ~ sin plumbo : loodvrije benzine
gasolina, ~ a precio reducite : witte benzine
gasolina, ~ pur : wasbenzine
gasolina, bidon/latta de ~ : blik benzine
gasolina, barril de ~ : benzinevat
gasolina, bomba de ~ : benzinebom
gasolina, bono de ~ : benzinebon
gasolina, vapor de ~ : benzinedamp
gasolina, tubo de ~ : benzineleiding
gasolina, filtro de ~ : benzinefilter
gasolina, infundibulo de ~ : benzinetrechter
gasolina, incendio de ~ : benzinebrand
gasolina, distribution de ~ : benzinedistributie
gasolina, pression de ~ : benzinedruk
gasolina, deposito (deposito) de ~ : benzineopslagplaats/depot
gasolina, explosion de ~ : benzineontploffing
gasolina, approvisionamento de ~ : benzinetoevoer
gasolina, stock (A)/reserva de ~ : benzineschaarste
gasolina, lampa de ~ : benzinelamp
gasolina, odor de ~ : benzinelucht
gasolina, precio de ~ : benzineprijs
gasolina, prender ~ : tanken
gasolina, auto(mobile) de consumo basse de ~ : auto met laag benzineverbruik
gauder /v/ : blij zijn, verheugd zijn, verheugen, verblijden
gauder, ~ de : genieten van, zich verheugen in, in het genot zijn van
gauder, ~ del vita : van het leven genieten
gauder, ~ de un bon sanitate : een goede gezondheid hebben
gauder, ~ de un favor special : een streepje voor hebben
gauder, ~ de un grande prestigio : hoog in aanzien staan
gauder, ~ de estima general : algemeen geacht zijn
gauder, ~ del gratia de Deo : Gods gunst genieten
gauder, ganiar ~ : in aanzien stijgen
gaudio /sub/ : vreugde, blijdschap
gaudio, le ~ e le dolor : vreugde en verdriet
gaudio, ~ del travalio/del labor : arbeidsvreugde
gaudio, transportate de ~ : in de wolken, verrukt, dolblij
gaudio, ~ exuberante : uitgelaten vreugde
gaudio, folle de ~ : gek van vreugde
gaudio, ebrie de ~ : vreugdedronken
gaudio, ~s del mundo : aardse vreugden
gaudio, ~s del vita : geneugten des levens
gaudio, ~ de viver : levensvreugde/lust
gaudio, manifestationes de ~ : uitingen van vreugde
gaudio, lacrimas (lacrimas) de ~ : vreugdetranen
gaudio, ~ interior : binnenpret
gaudio, ~ intense : intense vreugde
gaudio, ~ celeste : hemelse vreugde
gaudio, ~ maligne/malitiose : leedvermaak
gaudio, exteriorisar su ~ : zijn vreugde uiten
gaudio, radiar de ~ : stralen/glunderen van blijdschap
gelar /v/ : (doen) bevriezen
gelar /v/ : bevriezen, ijs worden
gelar /v/ : vriezen
gelar, il gela : het vriest
gelato /sub/ : (consumptie)ijs(je), sorbet, ijscoupe
gelato, ~ de fructos : vruchtenijs
gelato, ~ al vanilla : vanilleijs
gelato, ~ al crema : roomijs
gelato, ~ al chocolate : chocoladeijs
gelato, wafla de ~ : ijswafel
gelato, cornetto de ~ : ijshoorn
gelato, torta de ~ : ijstaart
gelato, venditor/mercante de ~s : ijsverkoper, ijscoman
gelea (gelea) /sub/ : gelei
gelea (gelea), ~ de ceresias : kersengelei
gelea (gelea), ~ de grossulas : kruisbessengelei
gelea (gelea), ~ de piras : perengelei
gelea (gelea), (bij bijen, etc.) ~ royal : koninginnenbrood
gena /sub/ : ANATOMIA wang, koon
gena, ~s ronde/rotunde : bolle wangen
gena, ~s magre : ingevallen wangen
gena, ~s grasse : kwabwangen
gena, fossetta del ~ : kuiltje in de wang
gena, inflar su ~s : zijn wangen opblazen
general /adj/ : algemeen, algeheel, universeel
general, phenomeno (phenomeno) ~ : algemeen verschijnsel
general, responsabilitate ~ : collectieve verantwoordelijkheid
general, mobilisation ~ : algemene mobilisatie
general, linguistica ~ : algemene taalwetenschap
general, director ~ : directeur generaal
general, inspector ~ : inspecteur generaal
general, consule ~ : consul generaal
general, in ~ : in het algemeen, over het algemeen, gewoonlijk
general /adj/ : voornaamste, hoofd...
general, direction ~ : hoofddirectie, hoofdbestuur
general, secretario ~ del partito : eerste partijsecretaris
general, secretario ~ del Union Mundial pro Interlingua : secretaris generaal van de U.M.I.
general, quartiero ~ : hoofdkwartier
general /sub/ : generaal, veldheer
general, ~ de division : divisiegeneraal, generaal-majoor
general, ~ de brigada : brigadegeneraal
general, ~ in chef : opperbevelhebber
general, uniforme de ~ : generaalsuniform
general /sub/ : generaal van een geestelijke orde
general, ~ del jesuitas : generaal der Jezuieten
genere /sub/ : ZOOLOGIA, BOTANICA genus, geslacht
genere /sub/ : soort, type, aard, manier, slag
genere, ~ human : menselijk geslacht, mensheid
genere, iste ~ de cosas : dit soort dingen
genere, ~ de vita : levensstijl, manier van leven
genere, unic/sol in su ~ : enig in zijn soort
genere, de tote ~ : van allerlei slag
genere /sub/ : ARTE, LITTERATURA genre, kunstvorm, schrijftrant, stijl
genere, ~ artistic : kunstgenre
genere, ~ comic : komische genre
genere, ~ dramatic : toneelgenre
genere, ~ melodramatic : melodramatische genre
genere, ~ epistolari : letterkundige werken in briefvorm
genere /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA (woord)geslacht, genus
genere, ~ feminin/masculin/neutre : vrouwelijk/mannelijk/onzijdig geslacht
genere, de ~ commun : gemeenkunnig
genere, distinction de ~ : genusonderscheid(ing)
generose /adj/ : adellijk, edel, van hoge afkomst
generose /adj/ : edelmoedig, grootmoedig
generose /adj/ : vrijgevig, gul, mild
generose, donator ~ : gulle gever
generose, donation ~ : milde gift
generose, recompensa ~ : royale/ruime beloning
generose, gesto ~ : genereus gebaar
generose, con mano ~ : met kwistige hand
generose, recompensar generosemente un persona : iemand mild belonen
genitor /sub/ : voortbrenger, verwekker, vader, ouder
genitor, ~ de un infante : verwekker van een kind
genitor, ~es adoptive : pleegouders
genitor, ~es affin : schoonouders
genitor, consilio de ~es : ouderraad
genitor, association de ~es : oudervereniging
gente /sub/ : volk, natie
gente, derecto de ~s : volkenrecht
gente /sub/ : lieden, lui, mensen
gente, ~ de color : kleurlingen
gente, ~ de guerra/de armas : krijgsvolk
gente, ~ mascule : mansvolk
gente, ~ de mar : zeelui
gente, massa de ~ : mensenmenigte, mensenmassa
gente, fluxo de ~ : mensenstroom
gente, un pugnata de ~ : een handjevol mensen
gentil /adj/ : aanzienlijk, voornaam
gentil /adj/ : lief, aardig
gentil /adj/ : HISTORIA heidens, afgodisch
gentil /sub/ : HISTORIA heiden
gentil, Apostolo (Apostolo) del ~es : Apostel der Heidenen, Paulus
genu /sub/ : knie
genu, articulation/juncto/junctura del ~ : kniegewricht
genu, flexion del ~s : kniebuiging
genu, musculo del ~ : kniespier
genu, ~ dext(e)re : rechterknie
genu, ~ leve/sinistre : linkerknie
genuin /adj/ : rasecht
genuin /adj/ : zuiver, echt, onvervalst, autentiek
gerente /sub/ : beheerder, zaakvoerder, bedrijfsleider, gerant
gerente, ~ de un succursal : depothouder, filiaalhouder
girar /v/ : draaien, ronddraaien, roteren
girar, ~ al leva/sinistra : linksaf slaan
girar, ~ al dext (dext)(e)ra : rechtsaf slaan
girar, ~ circum (circum) un axe/sur un pivot : om een as draaien
girar, le terra gira circum (circum) le sol : de aarde draait om de zon
girar, ~ se in su tumba : zich omdraaien in zijn graf
girar /v/ : (per giro betalen) girar
glacial /adj/ : ijskoud, ijs..., ijzig, glaciaal
glacial, zona ~ : koude luchtstreek, poolstreek
glacial, mar ~ : ijszee
glacial, periodo (periodo)/epocha (epocha) ~ : ijstijd
glacial, acido acetic ~ : ijsazijn
glacial, manos ~ : ijskoude handen
glacial, vento ~ : ijzige wind
glacial, temperaturas ~ : ijzige temperaturen
glacial, torrente ~ : gletsjerbeek
glacial, valle ~ : gletsjerdal
glacial, fluvio ~ : gletsjerrivier
glacial, erosion ~ : glaciale erosie
glacial, ranunculo ~ : ijsranonkel, gletsjerboterbloem
glacial, deposito (deposito) ~ : glaciale afzetting
glacial, sedimento ~ : glaciaal sediment
glacial /adj/ : FIGURATE zeer koel, ijzig
glacial, silentio ~ : ijzige stilte
glacie /sub/ : ijs
glacie, ~ flottante : drijfijs
glacie, bloco de ~ flottante : ijsschots
glacie, banco de ~ flottante, ~ movibile : pakijs
glacie, ~ polar : poolijs
glacie, ~ natural : natuurijs
glacie, ~ artificial : kunstijs
glacie, ~ glissante : glad ijs
glacie, cubos/cubettos de ~ : ijsblokjes
glacie, compresso de ~ : ijscompres
glacie, crusta de ~ : ijskorst
glacie, crystallo de ~ : ijskristal
glacie, agulia de ~ : ijsnaald
glacie, bolla de ~ : ijsbal
glacie, massa de ~ : ijsmassa
glacie, campo de ~ : ijsveld
glacie, mar de ~ : ijszee
glacie, serra a/de ~ : ijszaag
glacie, sanctos del ~ : ijsheiligen
glacie, stadio de ~ : ijsstadion
glacie, rumper le ~ : het ijs breken (anque FIGURATE)
glacie, ~ de sucro : suikerglazuur
glacie, hockey (A) super (super) ~ : ijshockey
glacie, gaudio/joia del ~ : ijspret
glacie, sport (A) super (super) ~ : ijssport
glacie, festa super (super) ~ : ijsfeest
glacie, stadio de ~ : ijsstadion
glacie, porto libere de ~ : ijsvrije haven
glacie, stalactite/pendente de ~ : ijspegel
glacie, strato de ~ : ijslaag
glacie, surfar super (super) ~ : ijssurfen
glacie, haber un corde de ~ : een hart van steen hebben, gevoelloos zijn
glacie /sub/ : (mengsel van poedersuiker en water) glazuur, glazuursel
glissar /v/ : glijden, uit/weg/afglijden
glissar /v/ : glijden, slechts even aanraken, losjes heengaan (over)
gloria /sub/ : roem, lof, eer, glorie
gloria, ~ immortal : onsterfelijke roem
gloria, ~ immarcescibile : onvergankelijke roem
gloria, ~ passate/perdite : vergane glorie
gloria, sete de ~ : dorst naar roem
gloria, le ~ es ephemere : de roem is vergankelijk
gloria, coperte de ~ : met roem overladen
gloria, avide de ~ : eerzuchtig
gloria, aviditate de ~ : eerzucht
gloria, corona de ~ : gloriekroon
gloria, apice (apice)/apogeo (apogeo)/summitate de su ~ : hoogtepunt van zijn roem
gloria, epocha (epocha)/periodo (periodo)/tempore de ~ : glorietijd
gloria, in le tempore de su ~ : in zijn glorietijd
gloria, le ~ de Hollanda : Hollands glorie
gloria, ille es le ~ de su familia : hij is de roem van zijn familie
gloria, superviver a su ~ : zijn roem overleven
gloria, aspirar al ~ : er naar streven beroemd te worden
gloria, coperir se de ~ : zich met roem overladen
gloria /sub/ : RELIGION gelukzaligheid, heerlijkheid, gloria
gloria, ~ eternal : eeuwige gelukzaligheid
gloria, ~ temporal : aardse glorie
gloria, ~ a Deo : glorie zij de Vader
gloria, contemplar le ~ de Deo : de heerlijkheid Gods aanschouwen
gloria /sub/ : glans, majesteit
gloriose /adj/ : roemrijk, roemvol, luisterrijk, glorieus
gloriose, victoria ~ : glorierijke overwinning
gloriose, morte ~ : glorieuze dood
gloriose, inauguration ~ : glorieuze inhuldiging
gloriose, le passato ~ : het roemrijke verleden
gloriose /adj/ : verwaand, zelfingenomen
glutir /v/ : inslikken, opslokken
glutir, ~ de transverso : zich verslikken
glutir, ~ le pilula : door de zure appel heenbijten
gonna /sub/ : rok
gonna, ~ curte : korte rok
gonna, ~ lunge : lange rok
gonna, ~ a campana : klokrok
gonna, ~ a quadratos : geruite rok
gonna, ~ a plicas : plooirok
gonna, orlo de ~ : rokzoom
gorga /sub/ : keel, strot, krop (van vogel)
gorga, inflammation del ~ : keelontsteking
gorga, io ha mal de ~ : ik heb keelpijn
gorga, le ~ me dole : ik heb keelpijn
gorga, irritation del ~ : prikkeling in de keel
gorga, haber un bolla/nodo in le ~ : een prop in de keel hebben
governamento /sub/ : het beheren, beheer
governamento /sub/ : regering, overheid, bestuur, gezag
governamento, organo (organo) de ~ : regeringsoorgaan
governamento, exercitio del ~ : uitoefening van de regeringsmacht
governamento, poter del ~ : regeringsmacht, staatsmacht
governamento, sede del ~ : regeringszetel
governamento, truppas del ~ : regeringstroepen
governamento, commissario del ~ : regeringscommissaris
governamento, function de ~ : regeringsfunctie
governamento, programma de(l) ~ : regeringsprogramma
governamento, systema de ~ : regeringssysteem
governamento, cambio/cambiamento de ~ : regeringswisseling
governamento, declaration de ~ : regeringsverklaring
governamento, proposition del ~ : regeringsvoorstel
governamento, forma de ~ : regeringsvorm
governamento, sede in le ~ : ministerszetel
governamento, crise/crisis (crisis) de ~ : regeringscrisis, kabinetscrisis
governamento, ~ national : landsregering
governamento, ~ central : centrale regering, centraal bestuur
governamento, ~ federal : bondsregering, federale regering
governamento, ~ absolute : absoluut gezag, alleenheerschappij
governamento, ~ democratic : democratische regering
governamento, ~ popular : volksregering
governamento, ~ minoritari : minderheidsregering
governamento, ~ del colonellos : kolonelsbewind
governamento, ~ sovietic : sovjetregering
governamento, formar un ~ provisional : een voorlopige regering vormen
governamento, abandonar/quitar le ~ : uit de regering treden
governamento, reverter le ~ : de regering ten val brengen
governamento, le ~ ha dimittite : de regering is afgetreden
governar /v/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES sturen
governar /v/ : besturen, leiden, beheersen
governar /v/ : regeren, het bewind voeren over, heersen
governar, le moneta governa le mundo : het geld regeert de wereld
governar, ~ es previder : regeren is vooruitzien
grado (I) /sub/ : trede, trap, sport
grado (I), ~s de un scala : treden van een trap
grado (I), ~s del scala social : sporten van de maatschappelijke ladder
grado (I), ~s de comparation : sporten van de maatschappelijke ladder
grado (I), ~ positive/comparative/superlative : stellende/vergelijkende/overtreffende trap
grado (I), in le mesme ~ : in dezelfde mate
grado (I), in certe ~ : in zekere mate
grado (I), in major ~ : in meerdere mate
grado (I), in minor ~ : in mindere mate
grado (I), a un alte ~ : in hoge/sterke mate
grado (I), ~ de duressa : hardheidsgraad
grado (I), ~ de parentato : graad van bloedverwantschap
grado (I), ~ alcoholic/de alcohol : alcoholgehalte
grado (I), ~ de punition : strafmaat
grado (I), equation del secunde ~ : vergelijking van de tweede graad, vierkantsvergelijking
grado (I), ~ de urbanisation : urbanisatiegraad
grado (I) /sub/ : graad (eenheid voor hoeken/temperatuur, etc.)
grado (I), ~ Celsius (Celsius) : graad Celsius
grado (I), angulo de 30 ~s : hoek van 30 graden
grado (I), ~ de latitude : breedtegraad
grado (I), ~ de longitude : lengtegraad
grado (I) /sub/ : MILITAR etc., graad, rang
grado (I), ~ de doctor : doctorsgraad
grado (I), ~ de officiero : officiersrang
grado (I), ~ academic/universitari : academische graad
grado(II) /sub/ : wil, zin, goeddunken, welgevallen
grado(II), de bon ~ : met genoegen, goedschiks
grado(II), de mal ~ : met tegenzin, kwaadschiks
grado(II), de bon o de mal ~ : goedschiks of kwaadschiks
grado(II), a ~ : naar welgevallen, naar goeddunken
gradual /adj/ : trapsgewijs, opklimmend, afdalend, gradueel
gradual, differentia ~ : gradueel verschil
gradual, transition ~ : graduele overgang
gradual, augmento/augmentation ~ del difficultates : trapsgewijze toename van de moeilijkheden
gradual, proceder gradualmente : trapsgewijs te werk gaan
gradual /sub/ : graduale
gradual, cantar le ~ : de graduale zingen
gramma,gr. /sub/ : gram
grande /adj/ : groot, hoog, lang, ruim, wijd, uitgestrekt
grande, in ~ : in 't groot, op grote schaal
grande, ~ magazin : warenhuis
grande, quatro vices plus ~ : vier maal zo groot
grande /adj/ : groot (sociaal, rang, waardigheid)
grande /sub/ : (in Spanje en Portugal) lid van de hoge adel
grandor /sub/ : grootte, omvang, wijdte, breedte, lengte, hoogte
grandor /sub/ : MATHEMATICA grootheid
grandor /sub/ : aanzien, grootheid, grootsheid
grandor, posseder un ver ~ de anima (anima) : ware grootheid bezitten
grano /sub/ : graan
grano, elevator de ~ : graanelevator
grano, magazin de ~ : graanpakhuis
grano, surplus de ~s : graanoverschot
grano, sacco de ~ : zak graan
grano, batter le ~ : graan dorsen
grano, moler ~ : graan malen
grano /sub/ : (graan)korrel
grano, ~ de frumento/de tritico/ris/mais : tarwe/rijst/maïskorrel
grano, pan de tote ~ : volkorenbrood
grano, ~ de caffe : koffieboon
grano, ~ de cacao : cacaoboon
grano, ~ de soya : sojaboon
grano, ~ de uva : druivenpit
grano, ~ de polline : stuifmeelkorrel
grano /sub/ : balletje, bolletje, korrel, kraal, pil, klein voorwerp in 't algemeen
grano, ~ de arena/sablo : zandkorrel
grano, ~ argillose/argillacee/de argilla : kleikorrel
grano, ~ de auro : goudkorrel
grano, ~ de grandine : hagelsteen
grano, ~ de sal : zoutkorrel
grano, ~s de chocolate : chocoladekorrels
grano, ~ de pulvere : stofje
grano, con ~ de sal : met een korreltje zout
grano, ~ de un collar : kraal van een halsketting
grano, de ~ grosse : grofkorrelig
grano /sub/ : klein gewichtje, grein
grano /sub/ : pit, kern
grasse /adj/ : vet(houdend)
grasse, reserva ~ : vetreserve
grasse, corio ~ : vetleer
grasse, de corio ~ : vetleren
grasse, carne ~ : vet vlees
grasse, caseo ~ : (vol)vette kaas
grasse, argilla ~ : vette/zware klei
grasse, emulsion ~ : vetemulsie
grasse, fumo ~ : walm
grasse, oleo ~ : vette olie
grasse, planta ~ : vetplant
grasse /adj/ : vet (met vet bereid)
grasse /adj/ : dik, zwaarlijvig, vet(gemest)
grasse, characteres (characteres) ~ : vette letters
grassia /sub/ : vet, smeer(vet)
grassia, ~ de carro : wagensmeer
grassia, ~ vegetal : plantenvet
grassia, ~ de butyro (butyro) : botervet
grassia, ~ animal : dierlijk vet
grassia, ~ de bove : rundvet
grassia, ~ de balena : walvisspek
grassia, ~ de lardo : spekvet
grassia, ~ a frir : braadvet
grassia, ~ mineral : mineraal vet
grassia, ~ de silicone : siliconenvet
grassia, macula de ~ : vetvlek
grassia, formation de ~ : vetvorming
grassia, strato de ~ : vetlaag
grassia, papiro impermeabile al ~ : vetvrij papier
grassia, funder ~ : vet smelten
grassia, saponificar ~s : vetten verzepen
grate /adj/ : dankbaar
grate, deber ~ : dankbare plicht
grate /adj/ : aangenaam, lieflijk, innemend, bevallig
grate, ~ al audition : aangenaam voor het gehoor
grate, esser ~ a Deo/al oculos de Deo : Gode welgevallig zijn
grate, le visita (visita) me esserea (esserea) ~ : het bezoek zou me niet onwelgevallig zijn
gratia /sub/ : bevalligheid, liefheid, gratie, sierlijkheid, charme, elegance
gratia, illa es disproviste de ~ : zij mist alle gratie
gratia, Gracia : Grace (meisjesnaam)
gratia /sub/ : gunst, gratie, goedgunstigheid
gratia, ~s a : dankzij
gratia, ~s al intervention benevolente de : dankzij/door de welwillende bemiddeling van
gratia, ~s! : dank U wel!
gratia, ~s a Deo : goddank
gratia, render ~s a Deo : God danken
gratia, hymno de ~s : danklied
gratia, con bon ~ : graag
gratia, con mal ~ : met tegenzin
gratia, cader del ~ : uit de gunst/gratie vallen/raken
gratia, colpo de ~ : genadeslag/schot
gratia /sub/ : vergeving, gratie (kwijtschelding of vermindering van straf)
gratia, derecto de ~ : recht van gratie
gratia, demandar le ~ : gratie vragen
gratia, demanda/requesta de ~ : verzoek om gratie
gratia, obtener le ~ : gratie verkrijgen
gratia, conceder le ~ a un persona : iemand gratie verlenen
gratia, facer ~ a un persona : iemand iets besparen
gratia, io vos face ~ del resto del historia : ik schenk u de rest van het verhaal
gratia /sub/ : RELIGION genade
gratia, ~ justificante : rechtvaardigmakende genade
gratia, ~ sanctificante : heiligmakende genade
gratia, le tres Gratias : de drie Gratiën
gratia, anno del ~ : jaar des Heren
gratia, doctrina del ~ : gratieleer
gratia, per (le) ~ de Deo : bij Gods gratie
gratuite (gratuite) /adj/ : gratis, kosteloos, belangeloos
gratuite (gratuite), entrata ~ : vrije toegang
gratuite (gratuite), inseniamento ~ : kosteloos onderwijs
gratuite (gratuite), viage ~ : lift
gratuite (gratuite), exemplar ~ : presentexemplaar
gratuite (gratuite), monstra ~ : gratis monster
gratuite (gratuite), supplemento ~ : gratis bijvoegsel
gratuite (gratuite), information ~ : kosteloze informatie
gratuite (gratuite), assistentia ~ : gratis hulp
gratuite (gratuite), avantia ~ : renteloos voorschot
gratuite (gratuite), assistentia/adjuta judiciari/juridic ~ : kosteloze rechtsbijstand
gratuite (gratuite), litigar gratuitemente : kosteloos procederen
gratuite (gratuite) /adj/ : ongegrond, ongemotiveerd, uit de lucht gegrepen
gratuite (gratuite), accusation ~ : ongegronde beschuldiging
gratuite (gratuite), assertion ~ : onbewezen bewering
gratuite (gratuite), hypothese (hypothese) (-esis) ~ : uit de lucht gegrepen veronderstelling
gratuite (gratuite), gesto ~ : loos gebaar
gratuite (gratuite), supponer un cosa gratuitemente : iets zonder voldoende gronden veronderstellen
grave /adj/ : zwaar (gewicht hebbend)
grave /adj/ : ernstig, gewichtig, belangrijk
grave, maladia (maladia) ~ : ernstige ziekte
grave, illa es gravemente malade : zij is ernstig ziek
grave, committer un error ~ : een ernstige fout begaan
grave /adj/ : plechtig
grave /adj/ : laag, diep (van toon)
grave, voce ~ : lage stem
grave /adj/ : MUSICA laag
grave, nota ~ : lage noot
grave, 6 accento ~ : "accent grave"
gris /sub/ : grijs
gris, ~ argentate : zilvergrijs
gris, ~ cinerate : asgrauw
gris, ~ perla : parelgrijs
gris, ~ de campania : veldgrijs
gris /adj/ : grijs, grauw
gris, vita ~ : eentonig leven/bestaan
grossier /adj/ : grof, ruw, onduidelijk
grossier, idea (idea) ~ : vaag idee
grossier /adj/ : ongemanierd, lomp, plat, onbeschaafd
grossier, homine ~ : onbehouwen man
grossier /adj/ : plat, grof, aanstootgevend, vulgair
grossier, parola ~ : vulgair/grof woord
gruppar /v/ : groeperen, verenigen, samenvoegen, bijeenbrengen
gruppar, ~ objectos de provenientias diverse : voorwerpen van verschillende oorsprong samenbrengen
gruppar, ~ le cifras : de cijfers groeperen/rangschikken
gruppar, ~ toto sub un denominator commun : alles onder één noemer brengen
gruppo /sub/ : groep, groepering, ploeg
gruppo, ~ de arbores : boomgroep
gruppo, ~ de armeas (armeas) : legergroep
gruppo, ~ de linguas : taalgroep
gruppo, ~ de combatto : gevechtseenheid
gruppo, ~ de casas : huizenblok
gruppo, ~ pop : popgroep
gruppo, ~ folkloric : volksdansgroep
gruppo, ~ de pression : pressiegroep
gruppo, ~ de travalio/de labor : werkgroep
gruppo, ~ de studio : studie groep
gruppo, ~ sanguinee/hematic : bloedgroep
gruppo, ~ electrogene : elektro-aggregaat, stroomaggregaat
gruppo, ~ fractionari : splintergroep
gruppo, ~ beat (A) : beatgroep
gruppo, ~ de discussion : discussiegroep
gruppo, ~ sculptural : beeldengroep
gruppo, ~ de gente variate : bont gezelschap
gruppo, ~ selecte : uitgelezen gezelschap
gruppo, photo(graphia (graphia)) de ~ : groepsfoto
gruppo, maritage/matrimonio de ~ : groepshuwelijk
gruppo, chef (F) de ~ : groepsleider
gruppo, norma del ~ : groepsnorm
gruppo, per ~s : groepsgewijs
gruppo, unir se al ~ : zich bij de groep voegen
guanto /sub/ : handschoen
guanto, ~ de gumma/cauchu (cauchu) : gummi/rubberhandschoen
guanto, ~ de boxa(r) : bokshandschoen
guanto, ~ a reverso : kaphandschoen
guanto, ~ de scherma : schermhandschoen
guanto, ~ de toilette : washandje
guanto, ~ de lucto : rouwhandschoen
guanto, cassetta a/pro ~s : handschoenenkastje
guanto, poner se le ~s : zijn handschoenen aantrekken
guanto, tractar con ~s de villute/velvet : met fluwelen handschoenen aanpakken
guanto, jectar le ~ a un persona : iemand de handschoen toewerpen, iemand uitdagen
guarda /sub/ : het bewaren, het bewaken, bewaking, toezicht
guarda, can de ~ : waakhond
guarda, turre de ~ : wachttoren
guarda, folio de ~ : schutblad
guarda, nave de ~ : wachtschip
guarda, personal de ~ : bewakingspersoneel
guarda, truppas de ~ : bewakingstroepen
guarda, servicio de ~ : bewakingsdienst
guarda, costos de ~ : bewakingskosten
guarda, relevar le ~ : de wacht aflossen
guarda /sub/ : bewaker, bewaarder, wachter, oppas, MILITAR wacht
guarda, cambio de ~ : aflossing van de wacht
guarda, ~ nocturne/de nocte : nachtwaker
guarda, ~ forestal : boswachter
guarda, ~ de chassa : jachtopziener
guarda, ~ de ponte : brugwachter
guarda, ~ de infantes : kinderoppas, babysitter
guarda, ~ de(l) corpore : lijfwacht
guarda, ~ de parco : parkwachter
guarda, ~ de palatio : paleiswachter
guarda, ~ de prision : gevangenbewaarder
guarda /sub/ : groep bewakers, wacht, garde
guarda, cambio de ~ : aflossing van de wacht
guarda, ~ National : Nationale Garde
guarda, ~ imperial : keizerlijke garde
guarda, ~ mobile : mobiele garde
guarda, ~ papal : pauselijke garde
guarda, ~ royal : koninklijke garde
guarda, ~ de palatio : paleiswacht
guarda, ~ de honor : erewacht
guarda, ~ de incendio : brandwacht
guarda, ~ nocturne/de nocte : nachtwacht
guarda, vetule ~ : oude garde
guarda, regimento del ~s : garderegiment
guarda /sub/ : beschermmiddel, gevest (van degen)
guarda, ~ de protection/de securitate : vangrail
guardar /v/ : bewaken, toezicht houden op, passen op, hoeden
guardar, ~ le infantes : op de kinderen passen
guardar, ~ un malado : bij een zieke waken
guardar, ~ le entrata : de toegang bewaken, toezicht houden bij de ingang
guardar, ~ porcos/anseres/bestial : varkens/ganzen/vee hoeden
guardar, ~ se de : zich hoeden voor
guardar /v/ : houden, aanhouden, vasthouden, bewaren, voor zich houden
guardar, ~ un vestimento : een kledingsstuk aanhouden
guardar, ~ un prisionero : een gevangene vasthouden
guardar, ~ un secreto : een geheim bewaren
guardar, ~ un cosa in su memoria : iets in zijn geheugen bewaren
guardar, ~ le contacto con un persona : contact met iemand houden
guardar /v/ : (blijven) houden, in een bepaalde houding blijven
guardar, ~ le equilibrio : het evenwicht bewaren
guardar, ~ su calma : zijn kalmte bewaren
guardar, ~ le anonymitate : anoniem blijven
guardar, ~ le lecto : het bed houden
guardar, ~ le oculos ben aperte : zijn ogen goed open houden
guardar, ~ su color : zijn kleur houden
guardar, ~ su gusto : zijn smaak houden
guardar, ~ su fortia : zijn kracht houden
guardar, ~ su valor : zijn waarde houden
guardar, ~ rancor contra un persona : rancune blijven koesteren tegen iemand
guardar /v/ : in acht nemen, naleven, nakomen
guardar, ~ le silentio : het stilzwijgen in acht nemen
guardar, ~ su parola : zijn woord houden
guardar, ~ le secreto de su nomine : zijn naam verzwijgen
guastar /v/ : bederven, beschadigen, verknoeien, verpesten, FIGURATE verwennen
guastar, ~ le mercato : de markt bederven
guastar, guastate per le uso : versleten
guastar, completemente guastate (per le uso) : totaal versleten, tot op de draad versleten
guastar /v/ : verkwisten, verspillen
guastar, ~ energia (energia) : energie verspillen
guastar, ~ su vita : zijn leven vergooien
guerra /sub/ : oorlog
guerra, ~ de aggression : aanvalsoorlog
guerra, ~ defensive/de defensa : verdedigingsoorlog
guerra, ~ de conquesta : veroveringsoorlog
guerra, ~ exterminatori/de extermination : vernietigings/uitroeiingsoorlog
guerra, ~ de extenuation : uitputtingsoorlog
guerra, ~ de liberation : bevrijdingsoorlog
guerra, ~ de independentia : onafhankelijkheidsoorlog
guerra, ~ de secession : secessieoorlog, afscheidingsoorlog
guerra, ~ de guerrillas : guerrillaoorlog
guerra, ~ aeree : luchtoorlog
guerra, ~ chimic : chemische oorlog
guerra, ~ civil de/in Espania : Spaanse burgeroorlog
guerra, ~ religiose/de religion : godsdienstoorlog
guerra, ~ de Trenta Annos : Dertigjarige Oorlog
guerra, ~ mundial/global : wereldoorlog
guerra, ~ nuclear/atomic : kernoorlog
guerra, ~ racial : rassenoorlog
guerra, ~ atomic, chimic e bacteriologic : ABC-oorlog
guerra, ~ naval/maritime (maritime) : oorlog ter zee
guerra, ~ de submarinos : duikbootoorlog
guerra, ~ terrestre : oorlog op het land
guerra, ~ de movimento : bewegingsoorlog
guerra, ~ de positiones : stellingenoorlog
guerra, ~ de trencheas : loopgravenoorlog
guerra, ~ psychologic : psychologische oorlog
guerra, ~ ideologic : ideologische oorlogvoering
guerra, ~ de cento annos : honderdjarige oorlog
guerra, ~ de nervos : zenuwoorlog
guerra, ~ de precios : prijzenoorlog
guerra, ~ de tarifas : tarievenoorlog
guerra, ~ fulmine : blitzkrieg
guerra, ~ disastrose : rampzalige oorlog
guerra, ~ total : totale oorlog
guerra, ~ de penna : pennestrijd
guerra, ~ a ultrantia : oorlog op leven en dood
guerra, deo del ~ : oorlogsgod
guerra, mutilato de ~ : oorlogsinvalide
guerra, anno de ~ : oorlogsjaar
guerra, production de ~ : oorlogsproduktie
guerra, victima (victima) de ~ : oorlogsslachtoffer
guerra, tempore de ~ : oorlogstijd
guerra, instrumentos de ~ : oorlogstuig
guerra, pilota de ~ : oorlogsvlieger
guerra, vidua de ~ : oorlogsweduwe
guerra, orphano (orphano) de ~ : oorlogswees
guerra, gente de ~ : krijgsvolk
guerra, arte de ~ : krijgskunst
guerra, cavallo de ~ : strijdros
guerra, consilio de ~ : krijgsraad
guerra, crimine de ~ : oorlogsmisdaad
guerra, criminal de ~ : oorlogsmisdadiger
guerra, cruce de ~ : oorlogskruis
guerra, nave de ~ : oorlogsschip
guerra, porto de ~ : oorlogshaven
guerra, budget del ~ : oorlogsbegroting
guerra, prisa de ~ : oorlogsbuit
guerra, acto de ~ : oorlogsdaad
guerra, menacia de ~ : oorlogsdreiging
guerra, tributo de ~ : oorlogsschatting
guerra, film (A) de ~ : oorlogsfilm
guerra, profitos/beneficios de ~ : oorlogswinst
guerra, profitator de ~ : oorlogswinstmaker, oweeër
guerra, industria de ~ : oorlogsindustrie
guerra, material de ~ : oorlogsmaterieel
guerra, damnos de ~ : oorlogsschade
guerra, effectivo de ~ : oorlogssterkte
guerra, potential de ~ : oorlogspotentieel
guerra, periculo de ~ : oorlogsgevaar
guerra, plano de ~ : krijgsplan
guerra, theatro de ~ : krijgstoneel
guerra, lege del ~ : krijgswet
guerra, economia (economia) de ~ : oorlogseconomie
guerra, mesura de ~ : oorlogsmaatregel
guerra, instigator de ~ : oorlogsophitser
guerra, debita (debita) de ~ : oorlogsschuld
guerra, museo de ~ : oorlogsmuseum
guerra, litteratura de ~ : oorlogsliteratuur
guerra, poesia (poesia) de ~ : oorlogspoëzie
guerra, canto de ~ : krijgszang
guerra, dansa de ~ : krijgsdans
guerra, tumulto de ~ : krijgsgewoel
guerra, zona de ~ : krijgszone, oorlogszone
guerra, stato de ~ : staat van oorlog
guerra, historia del ~ : krijgsgeschiedenis
guerra, ministerio de(l) ~ : ministerie van oorlog
guerra, ministro de(l) ~ : minister van oorlog
guerra, spectro del ~ : spook van de oorlog
guerra, psychose (-osis (-osis)) del ~ : oorlogspsychose
guerra, entrar in ~ : aan de oorlog deelnemen
guerra, declarar le ~ : de oorlog verklaren
guerra, declaration de ~ : oorlogsverklaring
guerra, propaganda de ~ : oorlogspropaganda
guerra, facer (le) ~ : oorlog voeren
guerra, ir/partir al ~ : ten strijde trekken
guerra, esser in ~ con : in oorlog zijn met
guerra, ~ frigide : koude oorlog
guerra, ~ sancte : heilige oorlog
guerra, declarar un ~ : een oorlog verklaren
guerra, sustener un ~ : een oorlog volhouden
guida /sub/ : gids, leider, leidsman
guida, ~ de montania : berggids
guida, sequer le ~ : de gids volgen
guida, can ~ : geleidehond
guida, sub le ~ de : onder leiding van
guida /sub/ : gids, reiswijzer, handleiding, vademecum
guida, ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia) : spoorboekje
guida, ~ de viage : reisgids
guida, ~ de Frisia : gids voor Friesland
guida, ~ de Bilthoven : gids voor Bilthoven
guida, ~ del telephono (telephono) : telefoongids
guida, ~ jalne/de professiones : gouden gids
guida, ~ del radio e del television : omroepblad/gids
guida, ~ touristic : toeristische gids
guida, numero (numero) ~ : richtgetal
guida, fossile ~ : gidsfossiel
guida, mineral ~ : gidsmineraal
guida, ~ de bicycletta : fietsstuur
guida, ~ sportive (de bicycletta) : sportstuur
guidar /v/ : (ge)leiden
guidar, ~ un ceco : een blinde geleiden
guidar, ~ le truppas : de troepen aanvoeren
guidar, ~ al victoria : naar de overwinning leiden
guidar, ~ un delegation : een delegatie leiden
guidar, ~ le visitantes in un museo (museo) : de bezoekers in een museum rondleiden
guidar /v/ : besturen, rijden (auto, paard, etc.)
guidar, patente/permisso de ~ : rijbewijs
guidar, examine pro patente/permisso de ~ : rijexamen
gumma /sub/ : BOTANICA gom
gumma, ~ arabic : Arabische gom
gumma /sub/ : gummi, rubber
gumma, bottas de ~ : gummi/rubberlaarzen
gumma, talon de ~ : gummi/rubberhak
gumma, guanto de ~ : gummi/rubberhandschoen
gumma, tubo de ~ : gummi/rubberslang
gumma, revestimento de ~ : gummi/rubberbekleding
gumma, matta de ~ : gummi/rubbermat
gumma, tela de ~ : gummi/rubberdoek
gumma, cablo de ~ : gummi/rubberkabel
gumma, galocha/superscarpa de ~ : gummi/rubberoverschoen
gumma, pupa de ~ : gummipop
gumma, impermeabile de ~ : gummioverjas
gumma, anello de ~ : gummi/rubberring
gumma, solea de ~ : gummi/rubberzool
gumma, baston de ~ : gummistok
gumma, articulos de ~ : gummiwaren
gumma, solution de ~ : solutie (plakmiddel)
gumma, bolla/pastilla de ~ : gombal
gumma, ~ elastic : gomelastiek
gumma, ~ spongiose/spumose/scumose : schuimrubber
gumma, ~ a/de masticar : kauwgom
gumma, ~ pro/de tinta : inktgom
gustar /v/ : proeven
gustar, ~ un platto : een gerecht proeven
gustar /v/ : smaak vinden in, lekker vinden, genieten van, houden van, behagen scheppen in
gustar, illes ha gustate le cena : zij vonden het avondeten lekker
gusto /sub/ : smaak (zintuig)
gusto, senso del ~ : smaakzin
gusto, organo (organo) del ~ : smaakorgaan
gusto, papilla de ~ : smaakpapil
gusto, nervo del ~ : smaakzenuw
gusto, cellula del ~ : smaakcel
gusto /sub/ : smaak
gusto, aqua pur non ha ~ : zuiver water heeft geen smaak
gusto, ~ acide : zure smaak
gusto, ~ amar : bittere smaak
gusto, ~ dulce : zoete smaak
gusto, ~ dulciastre : zoetige smaak
gusto, ~ piccante : pikante/pittige smaak
gusto, ~ terrose : grondsmaak, gronderigheid
gusto, ~ abominabile/nauseabunde : walgelijke smaak
gusto, ~ detestabile : afschuwelijke smaak
gusto, ~ ferruginose : ijzersmaak
gusto, ~ de melle : honingsmaak
gusto, ~ de cipolla : uiesmaak
gusto, ~ anticipate : voorsmaak
gusto, haber un mal ~ in le bucca : een vieze smaak in de mond hebben
gusto, haber le ~ de un cosa : naar iets smaken
gusto, haber un ~ farinose : melig smaken
gusto, cambio de ~ : verandering van smaak
gusto, manco de ~ : smakeloosheid
gusto, perdita (perdita) de ~ : smaakverlies
gusto, guardar su ~ : zijn smaak houden
gusto, mangiar con ~ : met smaak eten
gusto /sub/ : smaak, voorliefde, lust, aantrekking
gusto, ~ regnante/currente/imperante : heersende smaak
gusto, haber ~ pro : zich aangetrokken voelen door, iets gaan waarderen
gusto, prender ~ a un cosa : de smaak van iets te pakken krijgen
gusto, deformation/perversion/pervertimento del ~ : smaakbederf
gusto, trovar ~ in un cosa : behagen scheppen in iets
gusto, secundo su proprie ~ : naar eigen smaak
gusto, de bon ~ : van goede smaak getuigend, smaakvol
gusto, de mal ~ : van slechte smaak getuigend
gusto, burla de mal ~ : smakeloze grap
gusto, es toto de vostre ~? : is alles naar believen?
gusto, isto es un question de ~(s) : dat is een kwestie van smaak
gusto /sub/ : stijl, manier, trant
gusto, in le ~ de Vermeer : in de trant/stijl van Vermeer
gutta( I) /sub/ : druppel
gutta( I), ~ de pluvia : regendruppel
gutta( I), ~ de sudor : zweetdruppel
gutta( I), ~ de rore/de ros : dauwdruppel
gutta( I), ~ de sanguine : druppel bloed
gutta( I), ~s ferruginose : staaldruppels
gutta( I), ~s contra le tusse : hoestdruppels
gutta( I), ~s pro le naso : neusdruppels
gutta( I), ~s pro le oculos : oogdruppels
gutta( I), ~ a ~ : druppelsgewijs
gutta( I), infunder ~ a ~ : indruppelen
gutta( I) /sub/ : ARTE DE CONSTRUER klein kegelvormig ornament (in Dorische stijl)
gutta( I) /sub/ : MEDICINA jicht
gutta( I), ~ saturnin : loodjicht
gutta( I), ~ in le manos : handjicht
gutta( I), ~ digital : vingerjicht
gutta( I), attacco de ~ : jichtaanval
gutta (II) /sub/ : CHIMIA gutta
ha (II) (=hectar) /sub/ : hectare
haber /v/ : hebben (bezitten)
haber, ille ha un belle casa : hij heeft een mooi huis
haber, ille ha 20 annos : hij is 20 (jaar oud)
haber /v/ : hebben, zijn
haber, ille ha mangiate : hij heeft gegeten
haber, ille ha arrivate : hij is aangekomen
haber /v/ : moeten, behoeven te
haber, frigido, ration, etc.
haber /v/ : er zijn
haber, il ha : er is, er zijn
haber /sub/ : bezit(tingen), goed, have, vermogen, fortuin
habile /adj/ : handig, bedreven, behendig, knap, vaardig
habile, puero (puero) ~ : behendige jongen
habile, tactica ~ : behendige tactiek
habile, politico ~ : handige politicus
habile, ille manea le formas moderne de verso multo habilemente : handige politicus
habilitate /sub/ : handigheid, behendigheid, bedrevenheid
habilitate, ~ manual : handvaardigheid
habilitate, ~ professional : vakbekwaamheid
habilitate /sub/ : JURIDIC bevoegdheid, het gerechtigd zijn
habitante /sub/ : inwoner, bewoner, ingezetene
habitante, ~ urban/del urbe/del citate : stadsbewoner
habitante, ~ del quartiero : buurtbewoner
habitante, ~ del litoral : kustbewoner
habitante, ~ del celo : hemelbewoner
habitante, ~ aquatic : waterbewoner
habitante, ~s de cavernas : hol/grotbewoners
habitar /v/ : wonen, verblijf houden, huizen
habitar, ~ (in) un loco : een plaats bewonen, op een plaats wonen
habitar, ~ al campania : op het platteland wonen
habitation /sub/ : het wonen, het bewonen
habitation, costos fixe ligate al ~ : woonlasten
habitation /sub/ : woning, woonruimte, verblijf, woonplaats
habitation, ~ de subsolo : kelderwoning
habitation, ~ lacustre : paalwoning
habitation, ~ pro vetule personas : bejaardenwoning
habitation, ~ de servicio : dienstwoning
habitation, quartiero de ~ : woonwijk
habitation, penuria de ~es : woningnood
habitation, problema del ~es : woningprobleem
habitation, cambiar de ~ : verhuizen
habitation, disdicer un ~ : een woning opzeggen
habito (habito) /sub/ : kleren, kledij, kleding, klederdracht
habito (habito), ~ de lucto : rouwkleding
habito (habito), ~ de hiberno : winterkleding
habito (habito), ~ de marinero : matrozenpak
habito (habito), ~ de festa : feestkleding
habito (habito), ~ de gala : galakostuum
habito (habito), in ~ de ceremonia : in vol ornaat
habito (habito) /sub/ : priesterkleed, monnikspij, habijt
habito (habito), ~ sacerdotal : priesterkleed
habito (habito), ~ monachal : monnikengewaad
habito (habito), le ~ non face le monacho (monacho) : men moet niet naar de schijn oordelen
habito (habito), prender le ~ : priester/monnik worden
habito (habito), jectar le ~ : de kap over de haag smijten, uit de (klooster)orde treden
habito (habito) /sub/ : gewoonte, routine
habito (habito), ~ fixe : vaste gewoonte
habito (habito), ~ inveterate : ingekankerde gewoonte
habito (habito), prender/adoptar/acquirer un ~ : een gewoonte aannemen
habito (habito), (un cosa) se transforma in ~ : er treedt gewoontevorming op
hacha {sj} /sub/ : bijl
hacha, ~ de combatto/de guerra : strijdbijl
hacha, interrar le ~ de guerra : de strijdbijl begraven
hacha, ~ de mano : handbijl
hacha, ~ de carnifice : beulsbijl
hacha, ~ punctate/punctute : puntbijl
haltar /v/ : stoppen, stilhouden, halthouden
hallo! /interj/ : hallo!
halto /sub/ : halte, stop, rust(pauze), stilstand
halto, facer ~ : halt houden, stoppen
halto, halto! : stop!, rust!
halto, dicer (le) ~ a : een halt toeroepen aan
halto, dicer ~ al energia (energia) nuclear : nee tegen de kernenergie zeggen
halto /sub/ : stopplaats (bus, etc.), halte
halto, ~ facultative : halte op verzoek
harmonia (harmonia) /sub/ : overeenstemming, harmonie (anque MUSICA)
harmonia (harmonia), ~ de colores : harmonie van kleuren
harmonia (harmonia), ~ del contrarios : harmonie der tegendelen
harmonia (harmonia), ~ del proportiones : evenwicht in de verhoudingen
harmonia (harmonia), viver in perfecte ~ : in perfecte harmonie leven
harmonia (harmonia), viver in bon ~ con : in goede verstandhouding leven met
harmonia (harmonia), societate de ~ : harmoniegezelschap
harmonia (harmonia), musica de/pro ~ : harmoniemuziek
harmonia (harmonia), mitter in ~ duo instrumentos de musica : twee muziekinstrumenten in samenklank brengen
harmonia (harmonia) /sub/ : MUSICA harmonieleer
hasardo /sub/ : risico
hasardo, le ~s del guerra : de risico's van de oorlog
hasardo /sub/ : toeval, kans
hasardo, ~ absurde : absurd toeval
hasardo, ~ felice : gelukkig toeval
hasardo, ~ cec, pur ~ : blind toeval
hasardo, incontro de ~ : toevallige ontmoeting
hasardo, al ~ : op goed geluk, in 't wilde weg, willekeurig, lukraak
hasardo, joco de ~ : kansspel, hazardspel
hasardo, jocator de ~ : kansspeler, hazardspeler
hasardo, imposto super le jocos de ~ : loterijbelasting
hasardo, leges del ~ : wetten van de waarschijnlijkheid
hasardo, ille lassa nihil (nihil) al ~ : hij is op alles bedacht
hasardo, eliger uno al ~ : iemand er zo maar uitpikken
hastar /v/ : verhaasten, bespoedigen, (tot spoed) aanzetten
hastar, ~ su partita : zijn vertrek bespoedigen
hastar, ~ se verso le exito (exito) : zich haasten naar de uitgang
hastar, isto ha hastate su morte : dat heeft zijn dood verhaast
hastar, hasta te lentemente : haast je langzaam
hastar, ille se hasta de terminar le travalio : hij haast zich het werk af te maken
haste /sub/ : haast, spoed
haste, ~ febril : koortsachtige haast
haste, in grande/tote ~ : in allerijl
haste, partir in ~ : wegrennen
hastive /adj/ : (te) haastig, overhaast, overijld
hastive, disveloppamento ~ : te snelle ontwikkeling
hastive, crescentia ~ : te snelle groei
hastive, conclusion ~ : te haastige conclusie
herba /sub/ : kruid, plant
herba, ~s aquatic : waterplanten
herba, ~s medicinal : geneeskrachtige kruiden
herba, ~s febrifuge (febrifuge) : koortskruiden
herba, ~s aromatic/odorose : aromatische kruiden, tuinkruiden
herba, ~ pro le suppa : soepgroente
herba, bitter (A) al ~s aromatic : kruidenbitter
herba, jardin de ~s aromatic e medicinal : kruidentuin
herba, mal ~ : onkruid
herba, in ~ : groen, onrijp, FIGURATE in de dop
herba, artista in ~ : aankomend kunstenaar
herba /sub/ : gras
herba, stirpetta de ~ : grashalm
herba, secar le ~ : het gras maaien
herba, secar le ~ sub le pedes de un persona : iemand het gras voor de voeten wegmaaien
heri /adv/ : gisteren
heri, ~ matino : gisterochtend
heri, ~ nocte : gisternacht
heri, ~ vespera (vespera)/vespere : gisteravond
heri, ~ postmeridie : gistermiddag
heri, le die de ~ : de dag van gisteren
heroe (heroe) /sub/ : held
heroe (heroe), ~ del mar : zeeheld
heroe (heroe), ~ del aere (aere) : luchtheld
heroe (heroe), ~ guerrier/de guerra : krijgsheld, oorlogsheld
heroe (heroe), ~ romanesc : romanheld
heroe (heroe), sanguine de ~ : heldenbloed
heroe (heroe), virtute de ~ : heldendeugd
heroe (heroe), fama de ~ : heldenroem
heroe (heroe), facer le ~ : de held uithangen
heroe (heroe) /sub/ : ANTIQUITATE heros, halfgod
hesitar /v/ : aarzelen, weifelen
hesitar, ~ ante le consequentias : huiveren voor de gevolgen
hiberno /sub/ : winter
hiberno, tempore de ~ : winterweer
hiberno, planta de ~ : winterplant/gewas
hiberno, patata de ~ : winteraardappel
hiberno, collection de ~ : wintercollectie
hiberno, sport (A) de ~ : wintersport
hiberno, die/jorno de ~ : winterdag
hiberno, vespera (vespera)/vespere de ~ : winteravond
hiberno, habito (habito)/vestimentos de ~ : winterkleding
hiberno, hora de ~ : wintertijd
hiberno, medio del ~ : midwinter
hiberno, servicio de ~ : winterdienst
hiberno, mantello de ~ : winterjas
hiberno, nutrimento de ~ : winterkost
hiberno, mense de ~ : wintermaand
hiberno, nocte de ~ : winternacht
hiberno, nivello de ~ : winterpeil
hiberno, jocos olympic de ~ : olympische winterspelen
hiberno, curso de ~ : wintercursus
hiberno, semestre de ~ : winterhalfjaar
hiberno, paisage de ~ : winterlandschap/gezicht
hiberno, tritico/frumento de ~ : wintertarwe
hiberno, secale de ~ : winterrogge
hiberno, palatio de ~ : winterpaleis
hiberno, jardin de ~ : wintertuin
hiberno, residentia de ~ : winterverblijf
hiberno, forrage de ~ : wintervoer
hiberno, saison (F) de ~ : winterseizoen
hiberno, frigido de ~ : winterkou
hiberno, temperatura de ~ : wintertemperatuur
hiberno, dica de ~ : winterdijk
hiberno, solsticio de ~ : winterzonnestilstand
hiberno, quartieros de ~ : winterkwartieren
hiberno, ~ polar : poolwinter
hiberno, ~ aspere/rigorose : strenge winter
hiberno, ~ benigne : kwakkelwinter
hiberno, ~ precoce : vroege winter
hiberno, passar le ~ : overwinteren
hic /adv/ : hier
hic, ~ e nunc : hier en nu
hic, ~ e ibi : hier en daar
hic, de ~ a un hora : over een uur
hic, ~ juncto : hierbij, ingesloten
hic, usque a ~ : 1. tot hier, 2. tot nu toe, tot dusver
historia /sub/ : geschiedenis, historie
historia, ~ del Paises Basse : geschiedenis van Nederland
historia, fontes del ~ : geschiedbronnen
historia, ~ del arte : kunstgeschiedenis, kunsthistorie
historia, ~ del civilisation : beschavingsgeschiedenis
historia, ~ del cultura : cultuurgeschiedenis
historia, ~ del theatro : toneelgeschiedenis
historia, ~ militar/del guerra : krijgsgeschiedenis
historia, ~ musical/del musica : muziekgeschiedenis
historia, ~ litterari/del litteratura : literatuurgeschiedenis
historia, ~ maritime (maritime) : zeegeschiedenis
historia, ~ national/del patria : vaderlandse geschiedenis
historia, ~ mundial/del mundo/universe/universal : wereldgeschiedenis, algemene geschiedenis
historia, ~ ancian : oude geschiedenis, geschiedenis van de Oudheid
historia, ~ moderne/contemporanee : moderne/eigentijdse geschiedenis
historia, ~ ecclesiastic : kerkgeschiedenis
historia, ~ sancte/sacre : bijbelse/gewijde geschiedenis
historia, ~ del creation : scheppingsgeschiedenis
historia, ~ del vita : levensgeschiedenis
historia, le curso del ~ : de loop der geschiedenis
historia, libro de ~ : geschiedenisboek
historia, manual de ~ : geschiedenisleerboek
historia, lection de ~ : geschiedenisles
historia, falsification del ~ : geschiedvervalsing
historia /sub/ : verhaal, vertelsel
historia, ~ in imagines : beeldverhaal
historia, ~ hilarante : komisch verhaal
historia, ~ horripilante : griezelverhaal
historia, ~ mendace : leugenverhaal
historia, ~s de chassator : jagerslatijn
historia, filo de un ~ : draad van een verhaal
historia /sub/ : kennis, historie
historia, ~ natural : natuurlijke historie, kennis der natuur
historic /adj/ : historisch, geschiedkundig
historic, Societate ~ : Historisch Genootschap
historic, scientia ~ : geschiedwetenschap
historic, obra ~ : geschiedwerk
historic, critica ~ : historische kritiek
historic, materialismo ~ : historisch materialisme
historic, dissertation ~ : geschiedkundige verhandeling
historic, narration ~ : geschiedverhaal
historic, eventos ~ : historische gebeurtenissen
historic, loco/sito ~ : historische plaats
historic, methodo (methodo) ~ : historische methode
historic, facto ~ : historisch feit
historic, fonte ~ : geschiedbron
historic, demonstrar historicamente un cosa : iets historisch bewijzen
historic /adj/ : echt, reëel, echt bestaand hebbend, historisch
historic, roman ~ : historische roman
historic, personage ~ : historische figuur
historic /adj/ : beroemd, door/in de geschiedenis bekend, historisch
historic, monumento ~ : historisch monument
hodie /adv/ : vandaag, heden, tegenwoordig
hodie, le die de ~ : de dag van vandaag
hodie, octo dies de ~, ~ in octo dies : (vandaag) over acht dagen/over een week
homine /sub/ : mens RELIGION
homine, Filio del Homine : Mensenzoon
homine, ~s de bon voluntate : mensen van goeden wille
homine, ~ de color : kleurling
homine, pulice del ~ : mensenvlo
homine, le ~ interior : de inwendige mens
homine /sub/ : man
homine, ~ de action : man van de daad
homine, ~ de honor : man van eer
homine, ~ de guerra/de armas : krijgsman, militair
homine, ~ de spada : houwdegen
homine, ~ de cavernas : holenmens
homine, ~ de ecclesia : geestelijke
homine, ~ de gusto : man van smaak
homine, ~ de lege : rechtsgeleerde
homine, ~ de litteras (litteras) : letterkundige
homine, ~ de mar : zeeman
homine, ~ del mundo : man van de wereld
homine, ~ de palea : stroman
homine, ~ de parola : man van zijn woord
homine, ~ de scientia : wetenschapsman
homine, ~ del strata : man van de straat
homine, ~ de negotios/de affaires : zakenman
homine, ~ politic : politicus
homine, ~ de character (character) : man van karakter
homine, ~ sandwich (A) : sandwichman
homine, ~ de nive : sneeuwpop
homine, ~ rana : kikvorsman
honeste /adj/ : eerlijk, rechtschapen, fatsoenlijk, keurig, netjes, beschaafd, fair
honeste, isto non es un modo de action ~ : dat is geen faire handelwijze
honeste /adj/ : deugdzaam, eerbaar
honeste, proposition ~ : eerbaar voorstel
honestitate /sub/ : eerlijkheid, integriteit, rechtschapenheid
honestitate /sub/ : deugdzaamheid
honor /sub/ : eer
honor, homine de ~ : man van eer
honor, dama de ~ : hofdame
honor, membro de ~ : erelid
honor, catena de ~ : ereketen
honor, medalia de ~ : erepenning
honor, escorta de ~ : ere-escorte
honor, arco de ~ : ereboog
honor, deber de ~ : ereplicht
honor, codice (codice) de ~ : erecode
honor, titulo de ~ : eretitel
honor, parola de ~ : erewoord
honor, debita (debita) de ~ : ereschuld
honor, haga de ~ : erehaag
honor, jury (A) de ~ : ereraad
honor, tribuna de ~ : eretribune
honor, presidente de ~ : erevoorzitter
honor, guarda de ~ : erewacht
honor, premio de ~ : ereprijs
honor, puncto/affaire (F) de ~ : erezaak
honor, sentimento de ~ : eergevoel
honor, reparation de ~ : eerherstel
honor, conviva/hospite (hospite) de ~ : eregast
honor, palma de ~ : erepalm
honor, Legion de ~ : Legioen van Eer
honor, scala de ~ : staatsietrap
honor, in ~ a/de : ter ere van
honor, io te da mi parola de ~ : op mijn woord van eer
honor, isto te da ~ : daar leg je eer mee in
honor, salvar le ~ : de eer redden/hoog houden
honor, facer se ~ de : een eer stellen in om
honor, facer ~ a su obligationes : zijn verplichtingen nakomen
honor, facer ~ a un cheque (A) : een cheque honoreren
honor, ille es le ~ de su parentes : hij is de glorie van zijn ouders
honor, refusar un ~ : voor een eer bedanken
honor, considerar un cosa como un ~ : iets als een eer beschouwen
honor, rehabilitar un persona in su ~, reparar le ~ de un persona : iemand in zijn eer herstellen
honor, haar ~ verliezen : perder su honor
honor, io ha le ~ de communicar vos : ik heb de eer u mede te delen
honor /sub/ : (pl ) eerbetoon, hulde
honor, facer le ~es (del casa) : de honneurs waarnemen
honor, ~ der overwinning : gloria del victoria
honor, render le ~es militar a un persona : iemand de militaire eerbewijzen brengen
honor, esser interrate con le ~es militar : met militaire eer begraven worden
honor, render le ultime (ultime) ~es : de laatste eer bewijzen
honor, reciper con tote le ~es : met veel eerbetoon ontvangen
honorabile /adj/ : achtenswaardig, achtbaar, eervol
honorabile, profession ~ : achtenswaardig beroep
honorabile, mention ~ : eervolle vermelding
honorabile, dimission ~ : eervol ontslag
honorabile, le ~ Senior X : de geachte Heer X
honorabile /adj/ : aanzienlijk, voornaam
hora /sub/ : uur (60 minuten)
hora, septimana de 40 ~s de travalio/labor : 40-urige werkweek
hora, un ~ e medie : anderhalf uur
hora, quarto de ~ : kwartier
hora, agulia del ~s : urenwijzer, grote wijzer
hora, de hic a un ~ : over een uur
hora, un ~ de marcha : een uur gaans
hora, hora-homine : manuur
hora, salario per ~ : uurloon
hora, ~s de travalio/labor : werkuren, werktijd
hora, ~s e ~s : urenlang
hora /sub/ : uur (op uurwerk)
hora, le ~ exacte : de juiste tijd
hora, que ~? : hoe laat?
hora, qual ~ es il? : hoe laat is het?
hora, a qualcunque ~ : hoe laat dan ook
hora, io non sapeva le ~ : ik wist niet hoe laat het was
hora, a tal ~ : zo en zo laat
hora, un ~ : één uur
hora, duo ~s : twee uur
hora, iste duo pendulas indica sempre le mesme ~ : die twee klokken gaan altijd gelijk
hora, mitter mi horologio al ~ juste : mijn horloge gelijk zetten
hora /sub/ : tijd, tijdstip, moment
hora, de bon ~ : vroeg (in de ochtend)
hora, ~ de affluentia/de puncta : spitsuur
hora, su ultime (ultime) ~ : zijn laatste uur
hora, ~ del the : theetijd
hora, ~ de dormir : bedtijd
hora, ~ de repasto/de prandio/de cena : etenstijd
hora, ~ de recreation : speeltijd, speeluur
hora, ~s de servicio : diensturen
hora, ~ de clausura : sluitingsuur
hora, ~ de orationes : bidstond
hora, ~ del missa : kerktijd
hora, ~ de estate : zomertijd
hora, ~ de hiberno : wintertijd
hora, un ~ avantiate : een laat uur
hora, al ~ convenite : op het afgesproken tijdstip
hora, in le ~ del periculo : in de ure des gevaars
hora, a ultime (ultime) ~ : te(r) elfder ure
hora /sub/ : RELIGION (pl ) getijden
hora, ~s canonic : getijden
hora, libro de ~s : getijdenboek
horizontal /adj/ : horizontaal, waterpas
horizontal, linea ~ : horizontale lijn
horizontal, plano ~ : horizontaal vlak
horizontal, projection ~ : horizontale projectie
horizontal, section ~ : horizontale doorsnede
horologio /sub/ : uurwerk, klok
horologio, ~ del ecclesia : kerkklok
horologio, ~ mural : hangklok
horologio, ~ solar : zonnewijzer
horologio, ~ digital : digitaal uurwerk
horologio, ~ a pendulo : slingeruurwerk
horologio, ~ de compensation : compensatieuurwerk
horologio, ~ polytopic : polytopisch uurwerk
horologio, ~ parlante : tijdmelding
horologio, ~ de turre : torenklok
horologio, ~ biologic/interne : biologische klok
horologio, le ~ face tic tac : de klok tikt
horologio, con le regularitate de un ~ : met de regelmaat van de klok
horologio, ille es como un ~ : hij is een man van de klok
horologio, cursa contra le ~ : race tegen de klok, SPORT tijdrit
horologio, cursa contra le ~ in le montania : berg/klimtijdrit
horologio /sub/ : horloge
horologio, ~ de tasca : zakhorloge
horologio, ~ ad/de arena/a/de sablo : zandloper
horologio, ~ ad/de ancora : ankerhorloge
horologio, ~ de auro : gouden horloge
horologio, ~ a quarz : kwartshorloge
horologio, ~ digital : digitaal horloge
horologio, resorto de ~ : horlogeveer
horologio, cassa de ~ : horlogekast
horologio, catena de ~ : horlogeketting
horologio, horologio-bracialetto : polshorloge
horologio, bracialetto de ~ : horlogebandje
horologio, mitter mi ~ al hora juste : mijn horloge gelijk zetten
horologio, reguardar/mirar/consultar su ~ : op zijn horloge kijken
horologio, mi ~ non es juste : mijn horloge gaat niet gelijk
horribile /adj/ : vreselijk, afschuwelijk, gruwelijk, afgrijselijk, akelig, verschrikkelijk
horribile, sete ~ : vreselijke dorst
horribile, critos ~ : akelige kreten
horribile, calor ~ : verschrikkelijke hitte
horribile, tempore ~ : afschuwelijk weer
horribile, cappello ~ : heel lelijke hoed
horror /sub/ : huivering, afgrijzen, afschuw, afkeer, griezeling
horror, crito de ~ : schreeuw van afgrijzen
horror, film (A) de ~ : griezelfilm
horror, camera (camera) de ~es : griezelkamer
horror, historia de ~es : griezelverhaal
horror, propaganda de ~es : gruwelpropaganda
horror, isto me da fremitos (fremitos) de ~ : ik griezel ervan
horror, que ~ de tempore! : wat afschuwelijk weer!
horror /sub/ : iets afschuwelijks, verschrikking
horror, le ~es del guerra : de verschrikkingen van de oorlog
horror, committer ~es : afschuwelijke dingen doen
horror, vision de ~ : schrikbeeld
hospital /adj/ : gastvrij, herbergzaam
hospital /sub/ : ziekenhuis, hospitaal
hospital, ~ psychiatric : psychiatrische inrichting
hospital, ~ municipal : gemeenteziekenhuis
hospital, ~ militar : militair ziekenhuis
hospital, ~ militar ambulante/mobile : lazaret, veldhospitaal
hospital, ~ de urgentia : noodhospitaal
hospital, ~ de/pro infantes : kinderziekenhuis
hospital, ~ regional : streekziekenhuis
hospital, ~ private : particulier ziekenhuis
hospital, ~ pro animales : dierenkliniek
hospital, die/jorno in le ~ : verpleegdag
hospital, nave ~ : hospitaalschip
hotel /sub/ : hotel
hotel, ~ balneari : badhotel
hotel, ~ de luxo : luxehotel
hotel, ~ de montania : berghotel
hotel, ~ pro familias : familiehotel
hotel, ~ de prime categoria (categoria) : eerste klas hotel
hotel, ~ a/de tres stellas : driesterrenhotel
hotel, ~ complete : volgeboekt hotel
hotel, camera (camera) de ~ : hotelkamer
hotel, lecto de ~ : hotelbed
hotel, guida de ~s : hotelgids
hotel, inventario de ~ : hotelinventaris
hotel, catena de ~s : hotelketen
hotel, registro de ~ : hotelregister
hotel, nota de ~ : hotelrekening
hotel, tarifa de ~ : hoteltarief
hotel, ~ restaurante : hotel-restaurant
hotel, portero de ~ : hotelportier
hotel, ratto de ~ : hotelrat
hotel, lino de ~ : hotellinnen
hotel, esser allogiate in un ~ : in een hotel logeren
human /adj/ : van de mens, menselijk, mensen...
human, natura ~ : menselijke natuur
human, genere/specie/racia ~ : mensengeslacht, mensheid
human, corde ~ : mensenhart
human, sanguine ~ : mensenbloed
human, fortia ~ : mensenkracht
human, vita ~ : mensenleven
human, material ~ : mensenmateriaal
human, voce ~ : mensenstem
human, fluxo ~ : mensenstroom
human, lingua ~ : mensentaal
human, typo ~ : mensentype
human, sacrificio ~ : mensenoffer
human, deber ~ : mensenplicht
human, ration ~ : menselijke rede, mensenverstand
human, sagessa ~ : mensenwijsheid
human, imagine ~ : mensbeeld
human, anima (anima) ~ : mensenziel
human, carne ~ : mensenvlees
human, cadavere ~ : mensenlijk
human, societate ~ : mensenmaatschappij
human, pulice (pulice) ~ : mensenvlo
human, massa ~ : mensenmassa
human, racia ~ : mensenras
human, derectos ~ : mensenrechten
human, forma/figura ~ : mensengedaante
human, corpore ~ : menselijk lichaam
human, typo ~ : mensentype
human, figura ~ : menselijke gedaante
human, scientias ~ : menswetenschappen
human, litteras ~ : humaniora
human, secundo criterios ~ : naar menselijke maatstaven
human, isto is humanmente impossibile : dat is menselijkerwijs gesproken onmogelijk
human /adj/ : humaan, menslievend, zachtmoedig
human, tractamento ~ : humane/menselijke behandeling
humano /sub/ : mens, menselijk wezen, sterveling
humano, nihil (nihil) del ~ le es alien : niets menselijks is hem vreemd
humero (humero) /sub/ : schouder
humero (humero), movimento de ~ : schouderbeweging
humero (humero), luxation del ~ : ontwrichting van de schouder
humero (humero), osso del ~ : schouderblad
humero (humero), articulo del ~ : schoudergewricht
humero (humero), largor del ~ : schouderbreedte
humero (humero), altor de ~ : schouderhoogte
humero (humero), fractura de ~ : schouderbreuk
humero (humero), gambon de ~ : schouderham
humero (humero), clausura super (super) le ~ : schoudersluiting
humero (humero), sacco de ~ : schoudertas
humero (humero), con (le) ~s large : breedgeschouderd
humero (humero), levar/altiar le ~s : de schouders ophalen
humero (humero) /sub/ : ANATOMIA opperarmbeen
humero (humero), testa/capite (capite) del ~ : gewrichtskop van het opperarmbeen
humide /adj/ : vochtig, nattig, nat
humide, calor ~ : vochtige warmte
humide, muros ~ : vochtige muren
humide, climate ~ : vochtig klimaat
humide, frigide e ~ : waterkoud
humile /adj/ : onderdanig, onderworpen, deemoedig, ootmoedig
humile, reguardo ~ : deemoedige blik
humile, peter humilemente pardono : nederig om vergiffenis vragen
humile, confessar/recognescer un cosa humilemente : iets in alle nederigheid bekennen
humile /adj/ : eenvoudig, nederig, bescheiden
humile, mi ~ casa : mijn nederige woning
humile, de familia/origine ~ : van eenvoudige afkomst
humile, secundo mi ~ opinion : volgens mijn bescheiden mening
humor /sub/ : PHYSIOLOGIA (lichaams)vocht, (lichaams)sap
humor, ~ aquose/vitree del oculo : glasachtig vocht van het oog
humor, ~ synovial : gewrichtsvloeistof
humor, le quatro ~es : de vier lichaamsvochten
humor /sub/ : humeur, stemming, luim, gemoedsgesteldheid
humor, esser de bon ~ : goed geluimd zijn, goed gemutst zijn
humor, esser de mal ~ : slecht gehumeurd zijn, in een slecht humeur zijn
humor, perder su bon ~ : uit zijn luim raken
humor /sub/ : humor
humor, ~ nigre/patibular : galgehumor
humor, ~ vulgar : platte humor
humor, ~ e ironia (ironia) : humor en ironie
humor, ~ popular : volkshumor
humor, senso del ~ : gevoel voor humor
humor, le ~ del situation : de humor van de situatie
humorose /adj/ : MEDICINA humoraal
humorose /adj/ : humoristisch, vol humor, geestig
ibi /adv/ : daar
idea (idea) /sub/ : idee, gedachte, begrip, voorstelling, opvatting
idea (idea), le ~ del justitia : de idee van het recht
idea (idea), association de ~s : gedachtenassociatie
idea (idea), confusion de ~s : begripsverwarring
idea (idea), ordine de ~s : gedachtengang
idea (idea), currente de ~s : gedachtenstroom
idea (idea), movimento de ~s : geestesstroming
idea (idea), conformitate de ~s : geestverwantschap
idea (idea), association de ~s : ideeënassociatie
idea (idea), battalia/lucta/querela de ~s : ideeënstrijd
idea (idea), cassa de ~s : ideeënbus
idea (idea), ~ fixe : idee fixe, dwanggedachte, dwangvoorstelling
idea (idea), ~ essential/fundamental : kerngedachte
idea (idea), ~ erronee : wanbegrip
idea (idea), ~ felice : gelukkig idee
idea (idea), ~s avantiate : geavanceerde denkbeelden
idea (idea), non haber ~ de un cosa : geen begrip van iets hebben
idea (idea), adoptar un ~ : een idee overnemen
idea (idea), facer se/formar se un ~ de : zich een idee vormen van
idea (idea), cambiar de ~ : van gedachte veranderen
idea (idea), dar un ~ a un persona : iemand op een idee brengen
idea (idea), tante testas/capites (capites), tante ~s : zoveel hoofden, zoveel zinnen
idea (idea) /sub/ : idee, plan, inval
idea (idea), cassa a ~s : ideeënbus
ideal /sub/ : ideaal, volmaaktheid
ideal, ~ de libertate : vrijheidsideaal
ideal, ~es utopic : utopische idealen
ideal, realisar un ~ : een ideaal verwezenlijken/bereiken
ideal, persequer un ~ : een ideaal nastreven
ideal /adj/ : ideaal, volmaakt
ideal, imagine ~ : ideaalbeeld
ideal /adj/ : denkbeeldig
ideal /adj/ : PHILOSOPHIA ideëel, conceptueel
ignorar /v/ : onkundig zijn, niet weten
ignorar, ~ un cosa : geen kennis dragen van iets, iets niet weten
ignorar, que tu mano leve ignora lo que face tu mano dextre : laat de linkerhand niet weten wat de rechter doet
ignorar /v/ : niet willen weten, niet willen kennen, negeren
ignorar, ~ un prohibition/interdiction : een verbod negeren
ignorar, non ~ : zeker weten, heel goed weten
ignorar, nos ha ignorate le provocationes : wij zijn niet ingegaan op de provocaties
ignorar, ~ completemente un persona : iemand straal negeren
il /sub/ : (ONP pron ) er, het
il, il ha : er is, er zijn
il, il gela : het vriest
illa /pron pers/ : zij
illa /pron pers/ : haar (na VZ)
illas /pron pers/ : zij (vrouwelijk meervoud)
illas /pron pers/ : ze, hen (na VZ, vrouwelijk meervoud)
illac /adv/ : daar
ille (I) /pron dem adjec/ : 1 die, dat 2 eerstgenoemd
ille, in ~ tempore : toenmaals
ille, de ~ tempore : toenmalig
ille (II) /pron pers/ : hij
ille (II) /pron pers/ : hem (na VZ)
illes /pron pers/ : 1 zij, ze 2 hen (na prep)
illes /pron dem/ : 1 die 2 eerstgenoemden
illo /pron pers/ : het, hij, zij, dat
illo, con ~ le cosa es finite : daarmee is de zaak afgedaan
illos /pron pers/ : ze, deze (na VZ, van dingen of dieren)
imaginar /v/ : verbeelden, voorstellen
imaginar, io pote ~ me lo multo ben : ik kan het mij zeer goed voorstellen
imaginar, tu te pote ~ le resto : de rest kun je wel raden
imaginar, imagina te que il non ha iste edificio : denk dat gebouw even weg
imaginar /v/ : uitvinden, verzinnen, bedenken, op het idee komen
imaginari /adj/ : denkbeeldig, fictief, ingebeeld
imaginari, periculo ~ : denkbeeldig gevaar
imaginari, maladia (maladia) ~ : ingebeelde ziekte
imaginari, malado ~ : ingebeelde zieke
imaginari, un mundo ~ : een gefingeerde wereld
imaginari, profito/beneficio ~ : imaginaire winst
imaginari /adj/ : MATHEMATICA imaginair
imaginari, numero (numero) ~ : imaginair getal
imaginari, punctos ~ : imaginaire punten
imaginari, planos ~ : imaginaire platte vlakken
imagination /sub/ : het verbeelden
imagination /sub/ : verbeelding(skracht), voorstellingsvermogen, fantasie
imagination, fortia/poter de ~ : verbeeldingskracht
imagination, ~ popular : volksverbeelding
imagination, le joco/curso del ~ : het spel der verbeelding
imagination, excitar le ~ : de verbeelding prikkelen
imagine /sub/ : beeld
imagine, ~s de archivo : archiefbeelden
imagine, qualitate del ~ : beeldkwaliteit
imagine, ric in ~s : beeldrijk
imagine, campo del ~ : beeldveld
imagine, ~ negative : negatief beeld
imagine, ~ virtual : virtueel beeld
imagine, plano del ~ : beeldvlak
imagine, tubo de ~ : beeldbuis
imagine, creation de un ~ : beeldvorming
imagine, ~ televisate : televisiebeeld
imagine, ~ stereoscopic : stereoscopisch beeld
imagine, ~ specular : spiegelbeeld
imagine, ~ sonor : klankbeeld
imagine, ~ del futuro : toekomstbeeld
imagine, ~ del societate : maatschappijbeeld
imagine, ~ human/del homine : mensbeeld
imagine, exprimer se in ~s : zich in figuren uitdrukken
imagine /sub/ : evenbeeld
imagine, illa es le vive ~ de su matre : zij is het evenbeeld van haar moeder
imagine /sub/ : afbeelding, plaat(je), prent, illustratie
imagine, libro de ~s : prentenboek
imagine, collection de ~s : prentenverzameling
imagine, historia in ~s : beeldverhaal
imagine, 4 dar un altere ~ a un organisation : een organisatie een ander gezicht geven
imbraciar /v/ : omhelzen, omarmen
imbraciar /v/ : aannemen, kiezen (carrière, etc.), zich wijden aan
imbraciar, ~ un fide/religion : een geloof/godsdienst aannemen
imbraciar /v/ : omvatten, bevatten
imitar /v/ : imiteren, nadoen, navolgen, nabootsen
imitar, ~ le signatura de un persona : iemands handtekening nabootsen
imitar, ~ le exemplo de un persona : iemands voorbeeld volgen
imitar, ~ un modello litterari : een literair model navolgen
imitation /sub/ : het imiteren, imitatie, het namaken, namaak, namaking, het navolgen, navolging, het nabootsen, nabootsing
imitation, digne de ~ : navolgenswaardig
imitation, ~ de Rembrandt : nabootsing van rembrandt
imitation, ~ de un signatura : nabootsing van een handtekening
imitation, ~ perfecte : volmaakte nabootsing
imitation, ~ servil : slaafse navolging
imitation, ~ de pergamena : imitatieperkament
immediate /adj/ : direct, onmiddellijk, rechtstreeks, dichtstbijzijnd
immediate, causa ~ : directe oorzaak
immediate, vicino ~ : naaste buurman
immediate, chef (F) ~ : directe chef
immediate, futuro ~ : nabije toekomst
immediate, dimission ~ : ontslag op staande voet
immediate, servicio ~ : prompte bediening
immediate, de effecto ~ : direct werkend
immediate, iste casa pote esser occupate immediatemente : deze woning is direct te aanvaarden
immediate, immediatemente al arrivata : direct bij aankomst
immediate, dimitter immediatemente : op staande voet ontslaan
partita, ~ immediate : onverwijld vertrek
requirer, iste situation require un action immediate : in deze situatie is onmiddellijk handelen geboden
servicio, ~ immediate : prompte bediening
situation, iste ~ appella/require un action immediate : in deze toestand is onmiddellijk handelen geboden
uso, preste al/pro le ~, pro (le) ~ immediate : gereed voor gebruik, gebruiksklaar
vicino, ~ immediate : naaste buurman
immerger /v/ : (onder)dompelen (in vloeistof/zee), doen zinken
immerger /v/ : overstromen, doen overlopen (land)
immerger, le dica es immergite : de dijk loopt over
immerger /v/ : (onder)duiken (duikboot)
immobile /adj/ : onbeweeglijk, bewegingloos, roerloos, stilstaand, vast, onwrikbaar
immobile, dogma ~ : onwankelbaar dogma
immobile, aqua ~ : stilstaand water
immobile, benes ~ : onroerende goederen
immobile /sub/ : JURIDIC onroerend goed, pand
immobile, vender un ~ : een pand verkopen
immobile, comprar un ~ : een pand kopen
immunde /adj/ : smerig, vuil, vies, onzindelijk
immunde /adj/ : onrein
immunde, spirito (spirito) ~ : onreine geest
immunde, animal ~ : onrein dier
immunde /adj/ : obsceen
immunditia /sub/ : vuil, smerigheid, vuiligheid
immunditia, ~s : straatvuil, afval
immunditia, ~s domestic : huisvuil
immunditia, ~ voluminose : grofvuil
immunditia, ~s de cocina : keukenafval
immunditia, collector de ~s : vuilnisophaler
immunditia, colliger ~s : vuilnis ophalen
immunditia, receptaculo de ~s : vuilnisbak
immunditia, situla al ~s : vuilnisemmer
immunditia, carro de ~s : vuilniswagen
immunditia, deposito (deposito)/cumulo de ~s : (vuilnis)belt
immunditia /sub/ : RELIGION onreinheid
impatiente /adj/ : ongeduldig
impatiente /adj/ : hunkerend, vol (ongeduldig) verlangen
impedir /v/ : verhinderen, beletten, belemmeren
impedir, le arbores le impedi vider le foreste/le bosco : door de bomen ziet hij het bos niet meer
impedir, ~ un maritage/matrimonio : een huwelijk tegenhouden
impedir, isto me impedi de dormir : dat bezorgt me slapeloze nachten
imperio /sub/ : heerschappij, gezag, macht
imperio /sub/ : keizerrijk
imperio, Imperio Byzantin : Byzantijnse Rijk
imperio, Imperio Celeste : Hemelse Rijk (China)
imperio, Imperio del Sol Levante : Land van de Rijzende Zon (Japan)
imperio, Imperio Perse : Perzische Rijk
imperio, Imperio Britannic : Britse Imperium
imperio, le Secunde Imperio : het Tweede Keizerrijk
imperio, ~ industrial : industrieel imperium
imperio, mobiles ~ : empiremeubels
imperio, horologio ~ : empireklok
imperio, stilo ~ : empirestijl
imperio, le ~ se dismembrava/se disintegrava : het rijk viel uiteen
importante /adj/ : belangrijk, gewichtig, bijzonder, aanzienlijk
importante, evento ~ : belangrijke gebeurtenis
importante, rolo ~ : belangrijke rol
importantia /sub/ : gewicht, gewichtigheid, belang, belangrijkheid, importantie
importantia, ~ vital : levensbelang
importantia, question de ~ vital : levenskwestie
importantia, cosa de minor ~ : bijzaak
importantia, esser de prime/primari ~ : van het allergrootste belang zijn
importantia, isto es sin ~ : dit heeft niets te betekenen
importantia, attachar {sj}/dar/conceder ~ a un cosa : gewicht aan iets hechten
importantia, isto ha un grande ~ pro me : er is voor mij veel aan gelegen
importar /v/ : importeren, invoeren
importar, Nederland importa caffe e coton : Nederland importeert koffie en katoen
importar, ~ contrabando : smokkelen
importar /v/ : van belang zijn, er op aankomen
importar, non importa! : het doet er niet toe!
importar, que importa! : wat kan het schelen!
importar, il importa que : het is van belang dat
importar, il non vos importa : het is uw zaak niet
importar, il me importa multissimo (multissimo) : er is mij veel aan gelegen
impossibile /adj/ : onmogelijk
impossibile, aventura ~ : onmogelijk avontuur
impossibile, infante ~ : onmogelijk/vervelend kind
impossibile, solution ~ : onmogelijke oplossing
impossibile, problema ~ : onmogelijk probleem, buitengewoon lastig probleem
impossibile, amor ~ : onmogelijke liefde
impossibile, tentar le ~ : het onmogelijke proberen
impossibile /sub/ : het onmogelijke
impossibile, facer/demandar/tentar le ~ : het onmogelijke doen/vragen/proberen
impression /sub/ : het drukken, druk, afdruk
impression, ~ digital : vingerafdruk
impression, ~ del pede : voetafdruk
impression, ~ auditive : gehoorindruk
impression, ~ visual : gezichtsindruk
impression /sub/ : indruk, gevoel, impressie, inwerking
impression, facer ~ : indruk maken
impression, ~es de viage : reisindrukken
impression, ~ final : eindindruk
impression /sub/ : TYPOGRAPHIA het (af)drukken, druk
impression, littera (littera) de ~ : drukletter
impression, ~ in colores : kleurendruk
impression, falta de ~ : drukfout
impression, proba de ~ : drukproef
impression, costos de ~ : drukkosten
impression, secunde ~ de un libro : tweede druk van een boek
impression, ~ al carbon : kooldruk
imprimer /v/ : (richting) geven, (beweging) overbrengen
imprimer, ~ movimento a un cosa : iets in beweging brengen
imprimer /v/ : (indruk) achterlaten, indrukken
imprimer /v/ : TYPOGRAPHIA drukken, in druk doen verschijnen
imprimer, ~ un libro : een boek drukken
imprimer, ~ un stoffa : een stof bedrukken
in /prep/ : in
in, in plus, in fin, etc. : Vide: plus, fin, etc.
incendio /sub/ : brand
incendio, pumpa a/de ~ : brandpomp/spuit
incendio, alarma de ~ : brandalarm
incendio, focar de ~ : vuurhaard
incendio, scala de ~ : brandladder/trap
incendio, damno(s) de ~ : brandschade
incendio, guarda de ~ : brandwacht
incendio, assecurantia contra ~s : brandverzekering
incendio, compania (compania) de assecurantia contra ~s : brandverzekeringsmaatschappij
incendio, assecurantia mutue contra ~s : onderlinge brandverzekering
incendio, assecurator contra ~s : brandverzekeraar
incendio, esser assecurate contra ~s : tegen brandschade verzekerd zijn
incendio, polissa (polissa) de ~ : brandpolis
incendio, medios pro extinguer ~s : brandblusmiddelen
incendio, servicio de ~s : brandweer
incendio, auto(mobile) del servicios de ~s : brandweerauto
incendio, extinctor de ~s : brandblusser, brandblustoestel
incendio, advertitor de ~s : brandmelder
incendio, periculo/risco de ~ : brandgevaar
incendio, propagation/progresso del ~ : uitbreiding van de brand
incendio, a proba/prova de ~ : brandvrij
incendio, ~ interior/interne : binnenbrand
incendio, ~ con flammas (visibile) : uitslaande brand
incendio, ~ forestal/de foreste/de bosco : bosbrand
incendio, ~ de turbiera : veenbrand
incendio, ~ de fabrica : fabrieksbrand
incendio, ~ criminal/intentionate/voluntari : brandstichting
incendio, extinguer un ~ : een brand blussen
incendio, le extinction de un ~ : het blussen van een brand
incendio, provocar un ~ : een brand stichten
incendio, le ~ gania terreno : de brand breidt zich verder uit
incendio, il ha periculo de ~ : er is gevaar voor brand
incendio, le ~ se extende/gania terreno : de brand breidt zich uit
incendio, cassa forte a prova/proba de ~s : brandvrije kluis
incitar /v/ : opwekken, aanzetten, aandrijven, aansporen, prikkelen, stimuleren
incitar, ~ al victoria : aansporen tot de overwinning
incitar, ~ un persona al violentia : iemand provoceren tot geweld
inclination /sub/ : het buigen (van het hoofd, etc.), het neigen, het schuin houden, het doen hellen
inclination, ~ lateral/a un latere : slagzij
inclination /sub/ : helling, schuinte, glooiing, overhelling
inclination, ~ le turre de Pisa : overhelling van de toren van Pisa
inclination /sub/ : neiging, lust, trek, voorkeur, voorliefde
inclination, haber un certe ~ a mentir : een zekere neiging tot liegen hebben
inclination, io ha perdite tote ~ : de lust vergaat mij
inclination /sub/ : buiging, neiging
inclination, ~ del testa/capite (capite) : knik(je) (met het hoofd)
inclination /sub/ : MATHEMATICA helling, inclinatie
inclination /sub/ : ASTRONOMIA inclinatie
inclination, ~ del axe terrestre : helling van de aardas
inclination, angulo de ~ : inclinatiehoek, hellingshoek
includer /sub/ : omvatten, bevatten, omsluiten, insluiten
includer, ~ mesuras de securitate : veiligheidsmaatregelen inbouwen
includer, ~ in le vendita (vendita) : op de koop toegeven
includer, includente : met inbegrip van
includer /sub/ : insluiten
includer, ~ un factura in un littera (littera) : een factuur bij een brief insluiten
includer, ~ dies/jornos libere in le horario : vrije dagen inroosteren
includer, io include vostre nomine in le lista : ik neem uw naam in de lijst op
includer /sub/ : omheinen
incommodar /v/ : hinderen, storen, lastig vallen
incommodar, esser incommodate per le calor : gehinderd worden door de warmte
incommodar, iste ruito me incommoda : dat geluid stoort me
incontrar /v/ : tegenkomen, ontmoeten
incontrar, ~ obstaculos : op bezwaren stuiten
incontrar, ~ un fin ingloriose/obscur/sin gloria : een roemloos einde vinden
incontrar /v/ : ondervinden, ontmoeten
incontrar, ~ amabilitate : vriendelijkheid ontmoeten
incontro /sub/ : ontmoeting, samenkomst
incontro, een ~ hebben met iemand : haber un incontro con un persona
incontro, ir al ~ de un persona : iemand tegemoet gaan
incontro, ir al ~ de un futuro incerte : een ongewisse toekomst tegemoet gaar
incontro, focar de ~ : ontmoetingscentrum
incontro, loco/puncto de ~ : ontmoetingsplaats
incontro, ~ accidental/fortuite/casual : toevallige ontmoeting
incontro, ~ sportive : sportontmoeting
incontro, ~ de tennis (A) : tennisontmoeting
incoragiar /v/ : aanmoedigen, bemoedigen, moed geven, aansporen
incoragiar /v/ : steunen, stimuleren
incoragiar, ~ le participation del obreros : de inspraak van de arbeiders bevorderen
incostose /adj/ : goedkoop, voordelig
indicar /v/ : aanwijzen, aanduiden, wijzen, wijzen op, aangeven, voorschrijven, indiceren
indicar, ~ le cammino a un persona : iemand de weg wijzen
indicar, ~ a un persona su mal conducta/comportamento : iemand zijn slechte gedrag voorhouden
indicar, le horologio indica le hora : de klok wijst de tijd aan
indicar, le horologio indica le hora exacte : het horloge loopt gelijk
indicar, le thermometro (thermometro) indica 30 grados : de thermometer wijst 30 graden aan
indicar, le symptomas indica que : de verschijnselen duiden erop dat
industria /sub/ : handigheid, bekwaamheid
industria, cavallero de ~ : oplichter, flessentrekker
industria /sub/ : industrie, nijverheid, industrietak
industria, obrero de ~ : industriearbeider
industria, grande ~ : grootindustrie
industria, branca de ~ : tak van industrie
industria, ~ domestic/a domicilio/domiciliari : huisindustrie
industria, ~ agricole/agricultural : landbouwindustrie
industria, ~ lactee/lactic/de lacte : zuivelindustrie
industria, ~ de aciero : staalindustrie
industria, ~ metallurgic : metaalindustrie
industria, ~ de mobiles : meubelindustrie
industria, ~ graphic : grafische industrie
industria, ~ de auto(mobile)s : auto-industrie
industria, ~ de guerra : oorlogsindustrie
industria, ~ de armamento : wapenindustrie
industria, ~ de petroleo : olie-industrie
industria, ~ petrochimic : petrochemische industrie
industria, ~ chimic : chemische industrie
industria, ~ ceramic : keramische industrie
industria, ~ textile : textielindustrie
industria, ~ de ligno : houtindustrie
industria, ~ de cauchu (cauchu) : rubberindustrie
industria, ~ de papiro : papierindustrie
industria, ~ de discos : platenindustrie
industria, ~ del carne : vleesindustrie
industria, ~ naval : scheepsbouw
industria, ~ de ferro : ijzerindustrie
industria, ~ de conservas : conservenindustrie
industria, ~ cosmetic/de cosmeticos : kosmetische industrie
industria, ~ minerari : mijnindustrie
industria, ~ pesante : zware industrie
industria, ~ legier : lichte industrie
industria, ~ de exportation : exportindustrie
industria, ~ informatic/de informatica : informatica-industrie
industria, ~ del tourismo : toeristenindustrie
industria, ~ basic/de base : basisindustrie
industria, ~ clave : sleutelindustrie
industria, ~ touristic : toeristenindustrie
industria, discentralisar le ~ : de industrie spreiden
industria, discentralisation del ~ : spreiding van de industrie
industria /sub/ : onderneming, fabriek, bedrijf
industria, ~ secundari : nevenbedrijf
industria, ~ continue : continubedrijf
industrial /adj/ : industrieel, industrie..., nijverheids...
industrial, artes ~ : kunstnijverheid
industrial, revolution ~ : industriële revolutie
industrial, banca ~ : industriebank
industrial, urbe/citate ~ : industriestad
industrial, schola ~ : technische school, nijverheidsschool
industrial, producto ~ : industrieprodukt
industrial, diamante ~ : industriediamant
industrial, patata ~ : fabrieksaardappel
industrial, pais ~ : industrieland
industrial, region ~ : fabrieksstreek
industrial, politica ~ : industriebeleid
industrial, complexo ~ : industriecomplex
industrial, interprisa ~ : industriële onderneming
industrial, stabilimento/establimento ~ : industriële vestiging
industrial, centro ~ : industrieel centrum
industrial, exposition ~ : industrietentoonstelling
industrial, imperio ~ : industrieel imperium
industrial, epocha (epocha) ~ : industrieel tijdperk/tijdvak
industrial, esthetica ~ : industriële vormgeving
industrial, decentralisation ~ : industriespreiding
industrial, porto ~ : industriehaven
industrial, sector ~ : industriesector
industrial, progresso ~ : industriële vooruitgang
industrial, zona/area ~ : industriezone/terrein
industrial, obrero ~ : industriearbeider
industrial, spia/spion ~ : bedrijfsspion
industrial, spionage ~ : bedrijfsspionage
industrial, residuos ~ : industrieafval
industrial /sub/ : industrieel, fabrikant
industrial, grande ~ : grootindustrieel
infante /sub/ : zuigeling, baby, kleuter
infante, guardiana de ~s : kinderjuffrouw, kinderoppas
infante, cochietta {sj} de ~ : kinderwagen
infante /sub/ : kind
infante, ~ adoptive : pleegkind
infante, ~ trovate : vondeling
infante, ~ substituite : ondergeschoven kind
infante, ~ prodigio : wonderkind
infante, ~ illegitime (illegitime) : buitenechtelijk kind
infante, biblia pro ~s : kinderbijbel
infante, baptismo de ~ : kinderdoop
infante, festa pro le ~s : kinderfeest
infante, bicycletta de/pro ~ : kinderfiets
infante, vestimentos de/pro ~s : kinderkleding
infante, mano de ~ : kinderhand
infante, corde de ~ : kinderhart
infante, capite (capite)/testa de ~ : kinderhoofd
infante, choro de ~s : kinderkoor
infante, tarifa reducite pro ~s : kinderkorting
infante, ticket (A) (a tarifa reducite) pro ~s : kinderkaartje
infante, cruciada del ~s : kinderkruistocht
infante, litteratura pro ~s : kinderliteratuur
infante, programma pro ~s : kinderprogramma
infante, judice (judice) del ~s : kinderrechter
infante, calceo/scarpa de ~ : kinderschoen
infante, casa de ~s : kindertehuis
infante, hospital de ~s : kinderziekenhuis
infante, protection de ~s : kinderbescherming
infante, parte de ~ : kindsdeel
infante, numero (numero) de ~s : kindertal
infante, sedia de ~ : kinderstoel
infante, educar ~s : kinderen opvoeden
infante, adoptar un ~ : een kind adopteren/aannemen
infante, isto es un joco de ~ : dat is kinderspel, een kind kan de was doen
infante /sub/ : ESPANIA infante
infectar /v/ : MEDICINA infecteren, besmetten, aansteken
infectar, ~ un plaga : een wond infecteren
infectar /v/ : verpesten (lucht, etc.), bederven, doen stinken
infectar, le fabrica de productos chimic infecta le atmosphera : de fabriek van chemische produkten verpest de atmosfeer
infectiose /adj/ : besmettelijk, infectie...
infectiose, foco ~ : besmettingshaard
infectiose, maladia (maladia) ~ : infectieziekte
inferior /adj/ : lager, onderst, onder..., beneden...
inferior, curso ~ de un fluvio : benedenloop van een rivier
inferior, etage (F) ~ : benedenverdieping
inferior, mandibula/maxilla ~ : onderkaak
inferior, labio ~ : onderlip
inferior, passage ~ : onderdoorgang, tunnel(tje)
inferior, planeta ~ : binnenplaneet
inferior, angulo ~ : benedenhoek
inferior, latere ~ : onderkant
inferior, bordo ~ : onderrand
inferior, strato ~ : onderlaag
inferior, Egypto Inferior : Beneden-Egypte
inferior, Danubio Inferior : Beneden-Donau
inferior, Rheno Inferior : Beneden-Rijn
inferior, (op schip) ponte ~ : benedendek
inferior, culmination ~ : onderste culminatie
inferior, ~ al media : beneden het gemiddelde
inferior, esser ~ a : onderdoen voor
inferior /adj/ : kleiner, minder, lager, ondergeschikt, inferieur
inferior, tribunal ~ : lagere rechtbank
inferior, animales ~ : lagere dieren
inferior, plantas ~ : lagere planten
inferior, classes ~ del societate : lagere maatschappelijke klassen
inferior, position ~ : ondergeschikte positie
inferior, duo es ~ a tres : twee is kleiner dan drie
inferior /sub/ : ondergeschikte
inflar, ~ le voce : de stem doen aanzwellen
inflar, ~ su genas : zijn wangen opblazen
inflar, ~ un incidente : een voorval opblazen
inflar /v/ : (kunstmatig) opdrijven, vergroten, inflatie teweegbrengen, inflateren, inflationeren
inflar /v/ : MEDICINA (op)zwellen, opzetten
influentia /sub/ : invloed, inwerking
influentia, ~ nefaste : schadelijke invloed
influentia, ~ climatologic : klimatologische invloed
influentia, exercer ~ : invloed uitoefenen
influentia, sensibile al ~s del mercato : marktgevoelig
influentia /sub/ : invloed, gezag, (persoonlijk) overwicht, macht
influentia, sphera/zona de ~ : invloedssfeer, machtssfeer
influentia, homine de ~ : man van invloed
influentia, esser sub le ~ de un persona, esser submittite al ~ de un persona : onder iemands invloed staan
influentia, extender su ~ a : zijn invloed uitstrekken tot
influentia, facer uso de su ~ : zijn invloed aanwenden
influentia, facer sentir su ~ : zijn invloed laten gelden
influentia, non haber necun ~ : niets in te brengen hebben
influentia, lucta de ~s : machtsstrijd
influentia, emplear su ~ in favor de : zijn invloed aanwenden ten gunste van
influentia /sub/ : PHYSICA influentie
influentiar /v/ : beïnvloeden, invloed hebben op, invloed uitoefenen op
influentiar, ~ le opinion public : de openbare mening beïnvloeden
influentiar, ille se lassa facilemente influentiar : hij laat zich gemakkelijk beïnvloeden
informar /v/ : vorm geven aan, vormen
informar, mal/ben informate : slecht/goed op de hoogte
informar, ~ se concernente le projectos de un persona : iemand polsen aangaande zijn plannen
information /sub/ : het geven van informatie, het informeren, voorlichting, het verstrekken van inlichtingen
information, servicio de ~ : inlichtingendienst
information, servicio de ~ del stato : rijksvoorlichtingsdienst
information, bulletin de ~ : nieuwsbulletin
information, agentia de ~ : informatiebureau
information, pro vostre ~ : te uwer informatie
information /sub/ : informatie, inlichting, mededeling, bericht (in krant, op radio/t.v.)
information, ~es : nieuws (op radio/t.v.)
information, ~es sportive : sportnieuws, sportberichten
information, fonte de ~ : bron van informatie
information, mina de ~ : schat aan informatie
information, dar ~es : inlichtingen geven
information, prender ~es : inlichtingen inwinnen
information, transmitter un ~ : een informatie overbrengen
information, ~ confidential : vertrouwelijke informatie
information, ~ ulterior/complementari : nadere informatie
information, ~ genetic : genetische informatie
information /sub/ : (het zich verschaffen van) informatie, onderzoek, nasporing, het inwinnen van inlichtingen
information /sub/ : JURIDIC (gerechtelijk) onderzoek
information, aperir un ~ : een gerechtelijk onderzoek instellen
information /sub/ : CYBERNETICA COMPUTATOR informatie
information, theoria (theoria) de ~ : informatietheorie
information, tractamento de ~ : data/informatieverwerking
infra /prep/ : onder, beneden
infra /adv/ : hierna, hieronder, verder(op), beneden, lager
infra, non usar le spatio hic ~! : de ruimte hieronder niet beschrijven!
ingagiar /v/ : in dienst nemen, inhuren, aanwerven
ingagiar, ~ un jocator : een speler contracteren
ingagiar, ~ obreros : arbeiders in dienst nemen
ingagiar, ~ un cocinero : een kok huren
ingagiar /v/ : beginnen, openen
ingagiar, ~ le combatto/le lucta : de strijd beginnen
ingagiar /v/ : verbinden, verplichten
ingenio /sub/ : genie, aanleg, begaafdheid, vernuft
ingenio, le ~ human/del homine : het menselijk vernuft
ingenio /sub/ : gerei, inrichting, werktuig, machine, toestel, instrument, tuig
ingenio, ~ spatial : ruimtevoertuig
ingenio, ~ ballistic : ballistisch projectiel
ingenio, ~ guidate : geleid wapen
ingerer /v/ : steken (in), brengen (in)
ingerer, ~ se : zich mengen (in), zich inlaten (met), zich bemoeien (met)
ingerer /v/ : in de maag brengen, tot zich nemen (spijzen en dranken), innemen
ingerer, ~ medicamentos : medicijnen innemen
ingerer, ~ alimento(s) : voedsel tot zich nemen
in grosso /adv/ : engros
in grosso, negotiante al ~ : groothandelaar
inimico (inimico) /sub/ : vijand
inimico (inimico), ~ mortal : doodsvijand, aartsvijand
inimico (inimico), ~ hereditari : erfvijand
inimico (inimico), ~ del populo : volksvijand
inimico (inimico), ~ potente/forte : machtige vijand
inimico (inimico), repeller/repulsar le ~ : de vijand terugdringen
inimico (inimico), jectar se/lancear se/precipitar se super (super) le ~ : zich op de vijand storten
inimico (inimico), complotar con le/esser de conniventia con le/esser de accordo con le ~ : het met de vijand houden
initio /sub/ : begin, aanvang
initio, al ~ del libro : voor in het boek
initio, al ~ : in de aanvang, aanvankelijk
initio, desde le ~ : van de aanvang af
injuria /sub/ : onrecht, onbillijkheid
injuria /sub/ : schade, nadeel
injuria, ~ del tempore : tand des tijds
injuria, le ~s del sorte : de slagen van het noodlot
injuria /sub/ : scheldwoord, belediging, beledigend woord
injuria, un fluxo/torrente/bordata de ~s : een stortvloed van scheldwoorden
injuria, vomer ~s : verwensingen uitbraken
inquesta /sub/ : onderzoek, navraag, enquête
inquesta, ~ parlamentari : parlementaire enquête
inquesta, ~ policiari : politie-onderzoek
inquesta, ~ objective : onpartijdig onderzoek
inquesta, ~ preliminar/preparatori : vooronderzoek
inquesta, derecto de ~ : enquêterecht
inquesta, question de ~ : enquêtevraag
inquesta, commission de ~ : onderzoekscommissie
inquesta, aperir un ~ : een onderzoek instellen
inquesta, facer un ~ : een enquête houden, enquêteren
inquesta /sub/ : JURIDIC verhoor, getuigenverhoor, ondervraging
inquietar /v/ : verontrusten, ongerust maken, bezorgd maken
inquietar, su sanitate me inquieta : ik maak me ongerust over zijn gezondheid
inquirer /v/ : onderzoeken, inlichtingen inwinnen, onderzoek doen naar, (na)vragen, informeren
insecto /sub/ : insekt
insecto, ~ alate : gevleugeld insekt
insecto, ~ hemiptere : halfvleugelig insekt
insecto, punctura/piccatura/morsura de ~ : insektenbeet
insecto, plaga/flagello de ~s : insektenplaag
insecto, libro de ~s : insektenboek
insecto, studio de ~ : insektenstudie
insecto, societate de ~s : insektenstaat
insecto, mundo del ~s : insektenwereld/rijk
inseniamento /sub/ : het onderwijzen, het onderrichten
inseniamento /sub/ : onderwijs, onderricht
inseniamento, ~ scholar : schoolonderwijs
inseniamento, ~ postscholar : herhalingsonderwijs, vervolgonderwijs
inseniamento, ~ preparatori : voorbereidend onderwijs
inseniamento, ~ primari : lager onderwijs, basisonderwijs
inseniamento, diploma de ~ primari : onderwijzersakte
inseniamento, ~ secundari : voortgezet/middelbaar onderwijs
inseniamento, ~ superior : hoger onderwijs
inseniamento, ~ technic : technisch onderwijs
inseniamento, ~ universitari : universitair onderwijs
inseniamento, ~ musical/de musica : muziekonderwijs
inseniamento, ~ Dalton : Daltononderwijs
inseniamento, ~ Montessori : Montessorionderwijs
inseniamento, ~ domestic/a domicilio : huisonderwijs
inseniamento, ~ a tempore partial : part-time onderwijs
inseniamento, ~ popular : volksonderwijs
inseniamento, ~ professional : beroepsonderwijs
inseniamento, ~ public : openbaar onderwijs
inseniamento, ~ laic : lekenonderwijs
inseniamento, ~ obligatori : leerplicht
inseniamento, ~ gratuite (gratuite) : kosteloos onderwijs
inseniamento, ~ programmate : geprogrammerd onderwijs
inseniamento, ~ religiose : godsdienstonderwijs
inseniamento, ~ de lectura : leesonderwijs
inseniamento, ~ terminal : eindonderwijs
inseniamento, ~ individualisate : geïndividualiseerd onderwijs
inseniamento, ~ per correspondentia : schriftelijk onderwijs
inseniamento, ~ commercial/mercantil : handelsonderwijs
inseniamento, ~ agrari/agricole : landbouwonderwijs
inseniamento, ~ del canto : zangonderwijs
inseniamento, ~ de linguas/de un lingua : taalonderwijs
inseniamento, renovation/reforma del ~ : onderwijsvernieuwing
inseniamento, renovar le ~ : het onderwijs vernieuwen
inseniamento, libro de ~ : leerboek
inseniamento, material de ~ : leermiddel(en)
inseniamento, materia de ~ : leerstof
inseniamento, systema de ~ : onderwijssysteem
inseniamento, methodo (methodo) de ~ : onderwijsmethode
inseniamento, lege de ~ : onderwijswet
inseniamento, institution/stabilimento/establimento de ~ : onderwijsinrichting/instelling
inseniar /v/ : onderwijzen, onderrichten, les geven (in)
inseniar, illa insenia Interlingua : zij geeft (les in) Interlingua
inseniar, ~ historia : geschiedenis doceren
inseniar, ~ un cosa a un persona : iemand iets leren
inseniar, ~ a leger a un persona : iemand leren lezen
insimul (insimul) /adv/ : samen, met elkaar, bij elkaar, tegelijk
insimul (insimul), toto ~ : alles bij elkaar
insimul (insimul), totes ~ : met z'n allen
insimul (insimul), star ~ : bij elkaar staan
insimul (insimul), mitter ~ : bijeenbrengen, verzamelen
insimul (insimul), viver ~ : samenwonen
insimul (insimul), dormir ~ : met elkaar slapen
insimul (insimul) /sub/ : (samenhangend) geheel, totaliteit, alles te zamen
insimul (insimul), ~ coherente : samenhangend geheel
insimul (insimul), photo(graphia (graphia)) de ~ : overzichtsfoto
insimul (insimul), ~ de punctos : puntverzameling
insimul (insimul), theoria (theoria) del ~es : verzamelingenleer
insimul (insimul) /sub/ : ensemble (anque MUSICA), gezelschap, groep
insimul (insimul), ~ de musica de camera : kamermuziekensemble
insimul (insimul) /sub/ : MUSICA samenspel, samenzang
insimul (insimul) /sub/ : pak, kostuum
insister /v/ : de nadruk leggen (op), benadrukken, accentueren
insister, ~ in su negativa : bij zijn weigering blijven
insister /v/ : aandringen, aanhouden
insister, ~ pro obtener un cosa : aandringen om iets te krijgen
installar /v/ : aanstellen, installeren, in ambt bevestigen
installar, ~ se : 1. gaan zitten, zich installeren, 2. zich installeren, gaan wonen, zich vestigen
installar, ~ le refugiatos in campos : de vluchtelingen in kampen onderbrengen
installar, in iste edificio on va ~ botecas : in dat gebouw worden winkels ondergebracht
instruction /sub/ : onderwijs, onderricht, opleiding, vorming
instruction, ~ primari : lager onderwijs, basisonderwijs
instruction, ~ public : openbaar onderwijs
instruction, ~ professional : beroepsopleiding
instruction, ~ obligatori : leerplicht
instruction, ~ militar : militaire training
instruction, ~ religiose : godsdienstonderwijs
instruction, ~ civic : burgerkunde
instruction, ~ domestic/a domicilio : huisonderwijs
instruction, institution/stabilimento/establimento de ~ : onderwijsinstelling/inrichting
instruction, volo de ~ : oefenvlucht
instruction, sin ~ : onontwikkeld, zonder enige scholing
instruction, conformar se al/sequer le ~es : de instructies opvolgen
instruction /sub/ : instructie, voorschrift, richtlijn
instruction, ~ pro le uso : gebruiksaanwijzing
instruction, libretto de ~(es) : handleiding
instruction, executar ~es : instructies nakomen
instruction /sub/ : JURIDIC (vóór)onderzoek
instruction, judice (judice) de ~ : rechter van instructie, onderzoeksrechter
instruer /v/ : onderwijzen, opleiden, vormen, les geven aan, instrueren
instruer /v/ : inlichten, op de hoogte brengen, instrueren
instruer /v/ : JURIDIC een vooronderzoek instellen
instrumento /sub/ : gereedschap, werktuig, instrument (anque FIGURATE)
instrumento, devenir le ~ de un persona : tot iemands werktuig worden
instrumento, ~ de guerra : oorlogstuig
instrumento, ~ de mesura : meetinstrument
instrumento, ~ de precision : precisie-instrument
instrumento, ~ aratori : landbouwwerktuig
instrumento, ~ chirurgic : chirurgisch instrument
instrumento, ~ astronomic : astronomisch instrument
instrumento, ~ incisori : snijwerktuig
instrumento, cassa de ~s : instrumentendoos
instrumento, armario de ~s : instrumentenkast
instrumento, quadro/pannello/tabuliero a/de ~s : instrumentenbord, dashboard
instrumento, ~ de tormento/tortura/supplicio : folterwerktuig
instrumento, constructor de ~s : instrumentmaker
instrumento /sub/ : MUSICA instrument
instrumento, ~ musical/de musica : muziekinstrument
instrumento, ~ de percussion : slaginstrument
instrumento, ~ a/de chorda(s) : strijkinstrument
instrumento, ~ de vento : blaasinstrument
instrumento, ~ de ligno : houten blaasinstrument
insula /sub/ : eiland
insula, Insulas Canari : Kanarische Eilanden
insula, Insulas Anglonormanne : Kanaaleilanden
insula, Insula de Man : (het eiland) Man
insula, Insula de Pascha : Paaseiland
insula, Insula del Diabolo : Duivelseiland
insula, Le Insulas Britannic : De Britse Eilanden
insula, ~ de forage : booreiland
insula, ~ corallin/corallifere : koraaleiland
insula, ~ roccose : rotseiland
insula, ~ artificial : kunstmatig eiland
insula, ~ linguistic : taaleiland
insula, ~ ethnic : etnische enclave
insula, viver in un ~ : op een eiland wonen
insula /sub/ : blok huizen
integre (integre) /adj/ : volledig, ongeschonden, geheel, gaaf
integre (integre), lacte ~ : volle melk
integre (integre), hora ~ : vol uur
integre (integre), le die ~ : de ganse/hele dag
integre (integre), durante jornatas ~ : dagen aaneen
integre (integre), publicar un articulo integremente : een artikel onverkort publiceren
integre (integre) /adj/ : integer, onkreukbaar, rechtschapen, onomkoopbaar
integre (integre), politico ~ : onkreukbare politicus
integre (integre), judice (judice) ~ : onkreukbare rechter
intelligente /adj/ : intelligent, verstandig, begaafd, schrander
intelligente, alumno ~ : intelligente leerling
intelligente, can ~ : schrandere hond
intelligente, visage ~ : intelligent gezicht
intelligente /adj/ : begiftigd met verstand
intelligente, le homine es un esser ~ : de mens is een met verstand begiftigd wezen
intender /v/ : voorhebben, van plan zijn, de bedoeling hebben, bedoelen
intender /v/ : begrijpen, verstaan
intender, facer ~, dar a ~ : te verstaan geven
intender, ~ se/un altere : elkaar begrijpen, het met elkaar eens zijn/worden, het met elkaar kunnen vinden
intender, ~ nihil (nihil) de nihil (nihil) : er niets van kunnen begrijpen, ergens geen touw aan vast kunnen knopen
intention /sub/ : intentie, oogmerk, bedoeling, (vast) voornemen, opzet, doel
intention, con ~ : met opzet, opzettelijk
intention, facer/dicer un cosa con bon ~ : iets goed bedoelen
intention, iste non esseva mi ~ : zo was het niet bedoeld
intention, io habeva le ~ de : het lag in mijn voornemen om
intention, animate del melior ~es : bezield met de beste voornemens
intention, ~es dishoneste : onzuivere bedoelingen
intention, declaration de ~(es) : intentieverklaring
intention, ~ celate, secunde ~ : bijbedoeling
intention, sin mal ~ : zonder bijbedoeling
intention, illa non lo face con mal ~ : zij bedoelt daar geen kwaad mee, zij meent het niet zo kwaad
intention, ~es : zijn bedoelingen kenbaar maken
intention /sub/ : ECCLESIA intentie
inter (inter) /prep/ : tussen
inter (inter), B es ~ A e C : B staat tussen A en C
inter (inter), ~ celo e terra : tussen hemel en aarde
inter (inter) /prep/ : te midden van, onder
inter (inter), ~ altere cosas : onder anderen
interessante /adj/ : belangwekkend, boeiend, interessant
interessante /adj/ : interessant, voordelig
interessante, offerta ~ : interessante aanbieding
interessar /v/ : interesseren, de belangstelling wekken, belang doen stellen
interessar, ~ se : zich interesseren
interesse /sub/ : interesse, belangstelling, aandacht
interesse, prender ~ : zich interesseren
interesse, demonstrar ~ pro : belangstelling tonen voor
interesse, inspirar/suscitar ~ pro : belangstelling inboezemen voor
interesse, iste articulo suscitava un grande ~ : voor dit artikel bestond grote belangstelling
interesse, libro sin ~ : oninteressant boek
interesse, marca/proba/prova de ~ : bewijs van belangstelling
interesse, manco de ~ : gebrek aan belangstelling
interesse, campo de ~ : aandachtsveld
interesse, digne de ~ : belangwekkend
interesse, ~ composite : niet gemeende belangstelling (belangstelling)
interesse /sub/ : belang, voordeel, eigenbelang
interesse, ~ commun : gemeenschappelijk belang
interesse, ~ vital : levensbelang
interesse, ~ del partito : partijbelang
interesse, ~ del stato : staatsbelang
interesse, ~ national/del pais : landsbelang
interesse, ~s commercial : handelsbelangen
interesse, ~s personal : persoonlijke belangen
interesse, gruppamento de ~s : belangengroep
interesse, sphera de ~s : belangensfeer
interesse, concentration de ~s : belangenconcentratie
interesse, opposition de ~s : belangentegenstelling
interesse, in le ~ de un persona : in iemands belang
interesse, ~s inconciliabile/contrari/opposite/adverse : strijdige belangen
interesse, de ~ secundari/subalterne : van ondergeschikt belang
interesse, coalition/communitate de ~s : belangengemeenschap
interesse, collision de ~s : botsing van belangen
interesse, defender su ~s : zijn belangen verdedigen
interesse /sub/ : FINANCIAS rente, interest
interesse, ~ simple/simplice (simplice) : enkelvoudige interest
interesse, ~ composite (composite)/componite : samengestelde interest, rente op rente
interesse, ~ debitori : debetrente
interesse, ~ deductibile : renteaftrek
interesse, ~ usurari : woekerrente
interesse, ~ de sparnio : spaarrente
interesse, ~ de capital : kapitaalrente
interesse, ~ bancari : bankrente
interesse, arbitrage de ~ : rentearbitrage
interesse, deduction de ~ : renteaftrek
interesse, pagamento de ~ : rentebetaling, rentevergoeding
interesse, taxa de ~ : rentevoet, rentekoers
interesse, die de ~ : rentedag
interesse, debita (debita) sin ~ : renteloze schuld
interesse, perdita (perdita) de ~ : renteverlied
interesse, tarifa de ~ : rentetarief
interesse, bassa del ~ : rentedaling
interesse, garantia (garantia) de ~ : rentegarantie
interesse, presto a ~ : lening tegen rente
interesse, avantia/presto sin ~ : renteloos voorschot
interesse, dar/producer ~ : rente opbrengen/dragen
interesse, poner/mitter a ~ : op rente zetten
interesse, perciper un ~ : rente trekken
interior /adj/ : binnen..., inwendig, innerlijk
interior, corte ~ : binnenplaats
interior, mar ~ : binnenzee
interior, porto ~ : binnenhaven
interior, dica ~ : binnendijk
interior, frontiera ~ : binnengrens
interior, porta ~ : binnendeur
interior, corridor ~ : binnengang
interior, muro ~ : binnenmuur
interior, curva ~ : binnenbocht
interior, spatio ~ : binnenruimte
interior, pista ~ : binnenbaan
interior, latere/facie ~ : binnenkant/zijde
interior, angulo ~ : binnenhoek
interior, dimension/mesura ~ : binnenmaat
interior, citate/urbe ~ : binnenstad
interior, aqua ~ : binnenwater
interior, cammino ~ : binnenweg
interior, tasca ~ : binnenzak
interior, dolor ~ : inwendige pijn
interior, aure ~ : binnenoor
interior, pagina (pagina) ~ : binnenpagina
interior, planeta ~ : binnenplaneet
interior, polder (Ne) ~ : binnenpolder
interior, navigation ~ : binnenscheepvaart
interior, retrovisor ~ : binnenspiegel (in auto)
interior, voce ~ : innerlijke stem
interior, vita ~ : innerlijk leven
interior, lucta ~ : innerlijke strijd
interior, joia/gaudio ~ : binnenpret
interior, le homine ~ : de inwendige mens
interior /adj/ : binnenlands
interior, politica ~ : binnenlandse politiek
interior, commercio ~ : binnenlandse handel
interior, mercato ~ : binnenlandse markt, thuismarkt
interior, consumo ~ : binnenlands verbruik
interior, demanda ~ : binnenlandse vraag
interior, navigation ~ : binnenscheepvaart
interior, fortias armate ~ : binnenlandse strijdkrachten
interior /sub/ : binnenste, inwendige, binnenzijde, binnenkant
interior, ~ del nave : scheepsruim
interior, verso le ~ : binnenwaarts
interior, verso le ~ del pais : landinwaarts
interior /sub/ : interieur, binnenhuis (anque ARTE)
interior, decorator de ~es : interieurontwerper
interior /sub/ : binnenland
interior, Ministerio del Interior : Ministerie van Binnenlandse zaken
interior, telegramma pro le ~ : binnenlands telegram
international /adj/ : internationaal
international, match (A) ~ : interlandwedstrijd
international, traino ~ : internationale trein
international, conferentia ~ : internationale conferentie
interrar /v/ : begraven, ter aarde bestellen, ten grave dragen
interrar, ~ le hacha {sj} de guerra : de strijdbijl begraven
interrar, ~ un tresor : een schat begraven/ingraven
interrar, esser interrate in un avalanche F) : onder een lawine bedolven liggen
interrar, morte e interrate : dood en begraven
interrumper /v/ : verbreken, afbreken, onderbreken
interrumper, ~ un conversation : een gesprek afbreken
interrumper, ~ un pregnantia/graviditate : een zwangerschap onderbreken/afbreken
interrumper, le negotiationes se ha interrumpite : de onderhandelingen zijn afgesprongen
interrumper /v/ : (iemand) onderbreken, in de rede vallen, interrumperen
interrumper, ~ un orator : een spreker in de rede vallen
interrumper /v/ : storen, hinderen, belemmeren (uitzicht)
intertanto /adv/ : intussen, ondertussen, onderwijl, onderhand, inmiddels
intertanto, tu promitte multo, ma ~ tu face lo que te place : je belooft veel, maar onderhand doe je waar je zin in hebt
intertanto, ~ io poterea (poterea) haber lo facite jam tres vices : ik had het onderhand drie keer zelf kunnen doen
intertener /v/ : onderhouden, vermaken, amuseren
intertenimento /sub/ : vermaak, amusement
intertenimento, centro de ~ : uitgaanscentrum
intertenimento, industria del ~ public : vermakelijkheidsindustrie
intertenimento, loco de ~ : uitgaansgelegenheid
intertenimento, film (A) de ~ : amusementsfilm
intertenimento, servir de ~ : tot vermaak dienen
intestino /sub/ : (darm)kanaal, ingewanden
intestino, ~ rectal/terminal : endeldarm
intestino, ~ cec : blinde darm
intestino, hernia del ~ : darmbreuk
intestino, catarrho del ~s : darmcatarre
intestino, infection del ~ : darminfectie
intestino, cancere del ~ : darmkanker
intime (intime) /adj/ : innerlijk, in het binnenste
intime (intime), conviction ~ : innerlijke overtuiging
intime (intime), vita ~ : gemoedsleven, innerlijk leven
intime (intime) /adj/ : intiem, vertrouwelijk
intime (intime), amico (amico) ~ : boezemvriend
intime (intime), amica (amica) ~ : boezemvriendin
intime (intime), amicitate ~ : boezemvriendschap
intime (intime), relation ~ : intieme/nauwe relatie
intime (intime), conversation ~ : vertrouwelijk gesprek
intime (intime), repasto ~ : intiem etentje
intime (intime), conversation ~ : intiem gesprek
intime (intime), angulo ~ : intiem hoekje
intime (intime), jornal ~ : dagboek
intime (intime), esser ~ con un persona : intiem zijn met iemand, vertrouwelijk met iemand omgaan
intoxicar /v/ : vergiftigen, vergeven
intoxicar, ~ le sanguine : het bloed vergiftigen
intra /prep/ : binnen
intra, ~ le frontieras : binnen de landsgrenzen
intra, ~ tres menses : binnen drie maanden
intra, ~ le terminos (terminos) del lege : binnen de perken van de wet
intra, ~ un radio de dece kilometros (kilometros) : binnen een straal van tien kilometer
intra, ~ le possibilitates existente : binnen de bestaande mogelijkheden
intra /adv/ : binnen
introducer /v/ : binnenleiden, binnenlaten, introduceren
introducer /v/ : erin doen, erin brengen, erin steken
introducer, ~ le clave in le serratura : de sleutel in het slot steken
introducer, ~ le bulon in le perforation : de bout doorsteken
introducer, ~ un moneta : een muntstuk inwerpen
introducer, ~ datos : gegevens invoeren
introducer /v/ : invoeren, doorvoeren
introducer, ~ un reforma : een hervorming doorvoeren
introducer, ~ un nove moda : een nieuwe mode invoeren
introduction /sub/ : het binnenleiden, het binnenbrengen, het introduceren, introductie
introduction, littera (littera) de ~ : aanbevelingsbrief
introduction, precio de ~ : introductieprijs
introduction /sub/ : inbrenging, het erin doen, het erin steken
introduction, le ~ de un sonda gastric : het inbrengen van een maagsonde
introduction, ~ le clave in le serratura : de sleutel in het slot steken
introduction /sub/ : invoering, doorvoering
introduction /sub/ : introductie, inleiding (van boek/speech, etc.)
introduction, ~ del Interlingua-English Dictionary : de inleiding van de I.E.D.
introduction /sub/ : MUSICA voorspel
inundar /v/ : onder water zetten, inunderen, overstromen
inundar, le fluvio ha inundate le plana : de rivier heeft de vlakte overstroomd
inundar, terras inundate : verdronken land
inundar, vallea (vallea) inundate : dat dat onder water staat
inundar, un nove producto que inunda le mercato : een nieuw produkt dat de markt overstroomt
inveloppar /v/ : omhullen, wikkelen (in), hullen (in), verpakken, omsluiten
inveloppar, ~ un persona in un cappa : iemand een cape omhangen
inveloppar, le fructero inveloppa le oranges in un jornal : de fruitverkoper pakt de sinaasappelen in een krant
inveloppe /sub/ : omhulsel, wikkel, hoes, verpakking, bekleedsel, mantel, envelop, briefomslag, couvert
inveloppe, ~ de un littera (littera) : envelop van een brief
inveloppe, ~ de reinvio (reinvio) : retourenvelop
inveloppe, ~ a fenestra : vensterenvelop
inveloppe, ~ gummate : gegomde envelop
inveloppe, ~ refrigerante : koelmantel
inveloppe, ~ de plumbo : loodmantel
inveloppe, ~ floral : bloembekleedsel
inveloppe, ingummar un ~ : een envelop gommen
inveloppe, le corpore es le ~ del anima (anima) : het lichaam is het stoffelijk omhulsel van de ziel
inventar /v/ : uitvinden, ontdekken
inventar, ~ un nove typo de motor : een nieuw type motor uitvinden
inventar, ille non ha inventate le pulvere : hij heeft het buskruit niet uitgevonden
inventar /v/ : bedenken, uitdenken, verzinnen
inventar, ~ un subterfugio : een uitvlucht bedenken
inventar, le accusato ha inventate toto : de verdachte fantaseerde alles
invention /sub/ : het uitvinden, het ontdekken, het verzinnen, het bedenken
invention, Invention del Cruce : Kruisvinding
invention, spirito (spirito) de ~ : vindingrijke geest
invention /sub/ : uitvinding, ontdekking, ontwerp, vondst, (artistieke) schepping
invention /sub/ : verzinsel, bedenksel, verdichtsel
inverter /v/ : omkeren, verwisselen, omzetten
inverter, ~ le currente electric : de stroom omschakelen
inverter, ~ le rolos/partes : de rollen omdraaien
inverter, ~ le ordine : de volgorde omdraaien
inverter, scriptura ~ite : spiegelschrift
inverter se /v/ : kapseizen
inverter, le nave se ha invertite : het schip kapseisde
inverter /v/ : CHIMIA inverteren (suiker)
inviar /v/ : (ver)zenden, (ver)sturen
inviar, ~ un littera (littera) : een brief (ver)sturen
inviar, ~ un message : een bericht (ver)sturen
inviar, ~ un infante al schola : een kind naar school sturen
inviar, ~ le ballon in le rete : de bal in het net trappen
inviar, ~ truppas al fronte : troepen naar het front sturen
invio (invio) /sub/ : het (ver)zenden, verzending, het (ver)sturen
invio (invio), modo de ~ : verzendingswijze
invio (invio), ~ per via maritime (maritime) : verzending per schip, verscheping
invio (invio) /sub/ : zending, pakje
invio (invio), ~ postal : postzending
invio (invio), ~ assortite/a vista : zichtzending
invio (invio), ~ urgente : spoedzending
invio (invio), ~ de fructos : zending fruit
invio (invio), reciper un ~ : een zending binnenkrijgen
invio (invio), completar le ~ de un cosa : iets nazenden
invitar /v/ : uitnodigen, (iemand) vragen (voor), inviteren
invitar, ~ a dansar : ten dans vragen
invitar, ille me ha invitate a dinar : hij nodigde mij uit voor een etentje
invitar, orator invitate : gastspreker
invitar, le tempore non invita a un promenada : het weer noodt niet tot een wandeling
invitation /sub/ : uitnodiging, invitatie
invitation, carta de ~ : invitatiekaart
invitation, acceptar un ~ : op een uitnodiging/invitatie ingaan
invitation, refusar/declinar un ~ : een uitnodiging afslaan
invitation, reciper un ~ : een uitnodiging ontvangen
invitation, inviar un ~ : een uitnodiging ontvangen
invitation, a(l) ~ de : op uitnodiging van
io (io) /pron pers/ : ik
ipse /sub/ : zelf
ipse, io ~ : ikzelf
ipse, hodie ~ : vandaag nog
ir /v/ : gaan
ir, ~ e venir : heen en weer lopen
ir /v/ : (kledingstuk, etc.) staan
ir, iste cappello me va ben : die hoed staat me goed
ira /sub/ : toorn, woede
ira, accesso de ~ : woede-aanval, woede-uitbarsting
irate /adj/ : boos, woedend, toornig, verbolgen
irate, esser ~ contra un persona : boos zijn op iemand
iste /pron dem adjec/ : 1 deze, dit 2 laatstgenoemd
iste /pron dem/ : 1 deze 2 (de/het) laatstgenoemde
isto /pron dem/ : dit, dat
isto, a parte ~ : afgezien daarvan
ja (=jam) /adv/ : reeds, al
ja (=jam) /adv/ : dadelijk, meteen
ja (=jam) /adv/ : daarnet, zoëven
jacer /v/ : liggen
jacer, ille jace in su lecto : hij ligt in zijn bed
jacer, ~ exanime (exanime) al solo : dood op de grond liggen
jacer, (op graf) hic jace : hier rust
jachetta /sub/ : buis, jekkertje, jasje, colbert
jachetta, ~ sportive/de sport (A) : sportjasje
jachetta, ~ de frac : rokjas
jachetta, ~ de fortia : dwangbuis
jalne /adj/ : geel
jalne, ~ aurate : goudgeel
jalne, ~ clar/pallide : lichtgeel
jalne, racia ~ : gele ras
jalne, febre ~ : gele koorts
jalne, Mar Jalne : Gele Zee
jalne, filtro ~ : geelfilter
jalne, periculo ~ : gele gevaar
jalne, carta ~ : gele kaart
jalne, guida ~, paginas ~ : gouden gids
jalne /sub/ : (het) geel, gele kleurstof
jalne, tubo de ~ : tube gele verf
jam /adv/ : reeds, al
jam /adv/ : dadelijk, meteen
jam /adv/ : daarnet, zoëven
jammais /adv/ : ooit
jammais, non ... ~ : nooit
jammais, ~! : nooit!
januario /sub/ : januari
januario, le mense de ~ : de maand januari
jardin /sub/ : tuin
jardin, le ~ de Eden : de hof van Eden
jardin, ~ public : park, plantsoen
jardin, ~ botanic : botanische tuin
jardin, ~ de rosas : rozentuin
jardin, ~ de flores : bloementuin
jardin, ~ de legumines/verduras : groentetuin
jardin, ~ de fructos : boomgaard
jardin, ~ ornamental : sierplant
jardin, ~ aquatic : watertuin
jardin, ~ de hiberno : wintertuin
jardin, ~ zoologic : dierentuin
jardin, ~ del schola : schooltuin
jardin, ~ de hiberno : wintertuin
jardin, cisorios de ~ : tuinschaar
jardin, mobiles de ~ : tuinmeubelen
jardin, tabula de ~ : tuintafel
jardin, haga/sepe del ~ : tuinhaag/heg
jardin, laborar/travaliar in le ~ : in de tuin werken
jardin, plantar un ~ : een tuin aanleggen
jectar /v/ : werpen, gooien
jectar, ~ in basso : neergooien
jectar, ~ in aere (aere) : in de lucht gooien
jectar, ~ a terra : neergooien, op de grond gooien
jectar, ~ se al pedes de un persona : voor iemand neervallen
jectar, ~ se super (super) le inimico (inimico) : zich op de vijand storten
jectar, ~ le prime petra : de eerste steen werpen
jectar, ~ le confusion in le spiritos (spiritos) : verwarring zaaien in de geesten
jelose /adj/ : jaloers, afgunstig
jelose, amor ~ : liefde waarin voor anderen geen plaats is
jelose, esser ~ del libertate : zeer gehecht zijn aan de vrijheid
jelosia (jelosia) /sub/ : jaloezie, afgunst
jelosia (jelosia), esser devorate de ~ : door afgunst verteerd worden
jentaculo /sub/ : ontbijt
jentaculo, ~ legier : licht ontbijt
jentaculo, ~ substantial : stevig ontbijt
jentaculo, camera (camera)/lecto con ~ : logies met ontbijt
jentaculo, prender le ~ : ontbijten
jocar /v/ : spelen
jocar, ~ al datos : dobbelen
jocar, ~ al cartas : kaarten
jocar, ~ al chacos : schaken
jocar, ~ al damas : dammen
jocar, ~ al football (A) : voetballen
jocar, ~ al hockey (A) : hockeyen
jocar, ~ al tennis (A) : tennissen
jocar, ~ (le) duple joco : dubbel spel spelen
jocar, ~ un joco periculose : een gevaarlijk spel spelen
jocar /v/ : gokken
jocar /v/ : toneelspelen
jocar, ~ le rolo/parte de Badeloch : de rol van Badeloch spelen
jocar, ~ al mercante : winkeltje spelen
jocar, ~ al soldato : soldaatje spelen
joco, pan e ~s : brood en spelen
joco, ~s olympic : Olympische Spelen
joco, ~ de flechettas : dartspel, darts
joco, ~ de celamento : verstoppertje
joco, ~ de pignores : pandspel, pandverbeuren
joco, ~ de societate : gezelschapsspel
joco, ~ de tabuliero : bordspel
joco, ~ de feria : kermisspel
joco, ~ de hasardo : kansspel, hazardspel
joco, ~ amorose : liefdesspel
joco, ~ de lineas : lijnenspel
joco, ~ del imagination : spel der verbeelding
joco, le ~ del vento e del undas : het spel van wind en golven
joco, le ~ del umbra e del lumine : het spel van licht en schaduw
joco, foris (foris) de/foras (foras) de ~ : buitenspel
joco, nivello/qualitate del ~ : spelpeil
joco, sala de ~(s) : speelzaal
joco, hall (A) de ~s : automatenhal
joco, campo/terreno de ~(s) : speelterrein
joco, director del ~(s) : spelleider
joco, regula de ~ : spelregel
joco, mitter in ~ le vita de un persona : iemands leven op het spel zetten
joco /(/ : het spelen
joco, ~ infantil/infantin : kinderspel
joco /(/ : het gokken
joco, demonio/demone del ~ : speelduivel
joco, tabula de ~ : speeltafel
joco, casa de ~ : speelhuis
joco, casa de ~ clandestin : speelhol
joco /(/ : spel (set van dingen om een spel te spelen)
joco, ~ de oca : ganzebord
joco, ~ de cartas : stel kaarten
joco /(/ : stel, set
joco, ~ de casseroles : set pannen
joco, ~ de buttones : knopengarnituur
joco, ~ de utensiles : gereedschapsset
joco /(/ : TECHNICA speling
joco, ~ regulabile : verstelbare speling
joco, haber ~ : speling hebben
joco, iste corda non ha bastante ~ : dit touw heeft niet genoeg speling
joco, ~ del cylindro : speling in de cilinder
joco /(/ : scherts, kwinkslag, grap
joco, ~ de parolas : woordspeling
joculo /sub/ : grapje, mopje, aardigheidje
joculo /sub/ : stuk speelgoed
joculo, ~ strepente : rammelaar
joculo, ~s : speelgoed
joculo, ~s inoffensive : ongevaarlijk speelgoed
joculo, ~s dismontabile : demontabel speelgoed
joculo, fabrica de ~s : speelgoedfabriek
joculo, fabricante de ~s : speelgoedfabrikant
joculo, fabrication de ~s : speelgoedfabricage
joculo, industria de ~s : speelgoedindustrie
joculo, armario de ~s : speelgoedkast
joculo, esser le ~ del fortuna : de speelbal der fortuin zijn
joiel /sub/ : juweel, sieraad
joiel, ~es del corona : kroonjuwelen
joiel, coffretto pro ~es : juwelenkistje
joiel, fur/robator de ~s : juwelendief
joiel, furto/robamento de ~s : juwelendiefstal
joiel, realisar un ~ in auro : een sieraad in goud uitvoeren
jornal /sub/ : dagboek
jornal, ~ intime : dagboek
jornal, scriber su ~ : zijn dagboek schrijven
jornal, roman in forma de ~ : roman in dagboekvorm
jornal /sub/ : dagblad, krant, blad
jornal, ~ del matino : ochtendblad
jornal, ~ del vespera (vespera)/vespere : avondblad
jornal, ~ luminose : lichtkrant
jornal, ~ mural : muurkrant
jornal, ~ de schola : schoolkrant
jornal, ~ regional : streekblad
jornal, articulo de ~ : krantenartikel
jornal, lector de ~ : krantenlezer
jornal, redaction de ~ : kranteredactie
jornal, venditor de ~es : krantenverkoper
jornal, livrator de ~es : krantenbezorger, krantenjongen
jornal, retalio de ~ : kranteknipsel
jornal, kiosque (F) de ~es : krantenkiosk
jornal, papiro a/de ~es : krantepapier
jornal, photo(graphia (graphia)) de ~ : krantefoto
jornal /sub/ : tijdschrift
jornal, ~ de moda : modeblad
jornal, ~ sportive/de sport (A) : sportkrant/blad
jornal, ~ illustrate : geïllustreerd tijdschrift
jornal /sub/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES journaal
jornal, ~ de navigation/de bordo : scheepsjournaal, logboek
jornal /sub/ : COMMERCIO journaal
jornal, inscriber in le ~ : in het journaal boeken
jornal /sub/ : RADIO TELEVISION jornal
jornal, ~ parlate : radiojournaal
jornal, ~ televisate : televisiejournaal
jovedi (jovedi) /sub/ : donderdag
jovedi (jovedi), Jovedi Sancte : Witte Donderdag
judicamento /sub/ : oordeel, beoordeling, mening
judicamento, le ultime (ultime) ~ : het laatste oordeel
judicamento, le jorno del ultime (ultime) ~ : dag des oordeels
judicamento, ~ dur : hard oordeel
judicamento, ~ negative : negatief oordeel
judicamento, ~ positive : positief oordeel
judicamento, ~ de Salomon : Salomonsoordeel
judicamento, ~ de Deo : godsoordeel
judicamento, submitter un cosa al ~ de un persona : iemand iets ter beoordeling voorleggen
judicamento, ~ equitabile/juste : billijk oordeel
judicamento, error de ~ : beoordelingsfout
judicamento, ~ de valor : waardeoordeel
judicamento, ~ matur : rijp oordeel
judicamento, ~ partial : partijdig oordeel
judicamento, ~ subjective : subjectief oordeel
judicamento, ~ prudente : bezonnen oordeel
judicamento, maturitate de ~ : rijpheid van oordeel
judicamento /sub/ : het oordelen, het rechtspreken, vonnis, uitspraak
judicamento, ~ definitive : definitieve uitspraak
judicamento, ~ interlocutori : interlocutoir vonnis
judicamento, exprimer/emitter/enuciar/pronunciar un ~ : een uitspraak doen
judicar /v/ : oordelen, beoordelen, een mening geven (over)
judicar, ~ justemente : juist oordelen
judicar, ~ un cosa secundo su meritos (meritos) : een zaak op zijn merites beoordelen
judicar, a ~ per su parolas : naar zijn woorden te oordelen
judicar, ~ necessari : het nodig achten
judicar /v/ : JURIDIC rechtspreken, uitspraak doen
judicar, ~ un causa : rechtspreken in een zaak
judice (judice) /sub/ : rechter
judice (judice), ~ de instruction : onderzoeksrechter, rechtercommissaris
judice (judice), ~ civil : burgerlijke rechter
judice (judice), ~ criminal : strafrechter
judice (judice), ~ militar : militaire rechter
judice (judice), ~ conciliator/de pace : vrederechter
judice (judice), ~ pro infantes : kinderrechter
judice (judice), ~ inferior : lagere rechter
judice (judice), ~ superior : hogere rechter
judice (judice), ~ supreme : Opperste Rechter (God)
judice (judice), ~ impartial : onpartijdige rechter
judice (judice), ~ auster : gestrenge rechter
judice (judice), comparer ante le ~ : voor de rechter verschijnen, terechtstaan
judice (judice), recurrer al ~ : naar de rechter gaan/stappen
judice (judice), justificar se ante le ~ : zich voor de rechter verantwoorden
judice (judice), le ~ le ha declarate culpabile : de rechter heeft hem schuldig verklaard
judice (judice), esser ~ in su proprie causa, esser su proprie ~ : rechter in eigen zaak zijn
judice (judice) /sub/ : arbiter, scheidsrechter, beoordelaar
judice (judice) /sub/ : BIBLIA richter
judice (judice), ~s : Richteren (bijbelboek)
julio /sub/ : juli
julio, monarchia (monarchia) de ~ : julimonarchie
juncte /adj/ : samengevoegd, verenigd, verbonden
juncte, effortios ~ : vereende krachten
juncte, session ~ : verenigde vergadering/zitting
juncte, viagiar junctemente : gezamenlijk reizen
juncte, laborar/travaliar junctemente : gezamenlijk werken
juncte /adj/ : toegevoegd, bijgevoegd, ingesloten
juncte, nota explicative ~ a un apparato : gebruiksaanwijzing bij een apparaat
juncte, hic/ci juncto : hierbij (ingesloten)
junctura /sub/ : verbinding, vereniging, samenvoeging, aaneenvoeging, aansluiting
junctura /sub/ : verbindingsstuk, voeg, naad, las
junctura, obturator de ~ : pakking
junctura, anulo/anello de ~ : pakkingring
junctura, ~ cardanic : cardanische verbinding
junctura /sub/ : gewricht
junctura, ~ del digitos (digitos) : knokkels
junctura, ~ del genu (genu)/geniculo : kniegewricht
junger /v/ : samenvoegen, samenbrengen, verbinden, verenigen, verzamelen
junger, isthmo que junge duo continentos : landengte die twee continenten verbindt
junger, ~ le effortios : de krachten bundelen
junger, ~ le manos in prece : de handen vouwen in gebed
junger /v/ : toevoegen, voegen bij
junio /sub/ : juni
junio, mense de ~ : junimaand
jurar /v/ : zweren, de eed afleggen, onder ede bevestigen
jurar, traductor jurate : beëdigd translateur
jurar, ~ super (super) le biblia : een eed op de bijbel afleggen
jure /sub/ : recht, rechtswetenschap
jure, de ~ : van rechtswege, rechtens
jure, de ~ e de facto : rechtens en feitelijk
juste /adj/ : rechtvaardig, eerlijk, onpartijdig, juist
juste, recompensa ~ : juiste beloning
juste, salario ~ : rechtvaardig loon
juste, pace ~ : eerlijke/rechtvaardige vrede
juste /adj/ : precies, nauwkeurig, juist
juste, ~ medio : gulden middenweg
juste, pagar con moneta ~ : met gepast geld betalen
juste, mi horologio non es ~ : mijn horloge gaat niet gelijk
juste, estimar un servicio a su ~ valor : een dienst op zijn juiste waarde schatten
justitia /sub/ : rechtvaardigheid, gerechtigheid, billijkheid, recht
justitia, le idea (idea)/concepto del ~ : de idee van het recht
justitia, senso/sentimento de ~ : rechtsgevoel
justitia, ~ immanente : immanente gerechtigheid
justitia, ~ social : sociale rechtvaardigheid/gerechtigheid
justitia, ~ de Deo : gerechtigheid Gods
justitia, ~ distributive : verdelende rechtvaardigheid
justitia, sete de ~ : dorst naar gerechtigheid
justitia, gladio del ~ : zwaard der gerechtigheid
justitia, facer ~ a un persona : iemand recht doen wedervaren
justitia, Justitia : Vrouw Justitia
justitia, apparentia de ~ : schijn van recht
justitia, secundo le derecto e le ~ : naar recht en gerechtigheid
justitia, isto es contrari al ~ : dit is in strijd met de rechtvaardigheid
justitia, le ~ exige que : de billijkheid eist dat
justitia /sub/ : justitie, rechtspraak, gerecht
justitia, ~ administrative : administratieve rechtspraak
justitia, ~ impartial : onpartijdige rechtspraak
justitia, ~ de classe : klassejustitie
justitia, administrar ~ : rechtspreken
justitia, livrar un persona al ~ : iemand aan het gerecht overleveren
justitia, palatio de ~ : gerechtsgebouw
justitia, corte de ~ : gerechtshof
justitia, Corte International de Justitia : Internationale Gerechtshof
justo /adv/ : juist, precies, net, vlak
justo, ~ a tempore : juist op tijd
justo, ~ nunc/ora : juist nu, nu juist
justo, ~ in le medio : precies in het middel
justo, ~ supra : pal/vlak boven
justo, ~ al latere : pal/vlak naast
justo, ~ detra : vlak achter
justo, ~ in facie : vlak tegenover
justo, ille se mitteva/se poneva ~ ante mi naso : hij ging pal/vlak voor mijn neus staan
justo /adv/ : rechtvaardige
justo, dormir le somno del ~ : de slaap des rechtvaardigen slapen
juvene /adj/ : jong
juvene, esser ~ de spirito (spirito) : jong van geest zijn
juvene, esser ~ de corde : jong van hart zijn
juvene, Plinio le ~ : Plinius de Jongere
juvene, ~ familia : gezin met kleine kinderen
juvene, parer ~, haber un aspecto ~ : er jong uitzien
juvene, mantener ~ su pelle : zijn huid jong houden
juvene, morir ~ : op jeugdige leeftijd overlijden
juvene /sub/ : jongere
juvene, vandalismo del ~s : baldadigheid van de jeugd
juvene, jornal/revista/magazin pro le ~s : jeugdblad/tijdschrift
juvene, film pro ~s : jeugdfilm
juvene, gruppo de ~s : jongerengroep
juvene, campo de ~s : jongerenkamp
juvene, reunion de ~s : jongerenbijeenkomst
juvene, organisation de ~s : jongerenorganisatie
juvene, gang de ~s : jeugdbende
juventute /sub/ : jeugd
juventute, le eterne ~ : de eeuwige jeugd
juventute, ~ felice : gelukkige/zonnige jeugd
juventute, ideal de ~ : jeugdideaal
juventute, annos de(l) ~ : jeugdjaren
juventute, amico (amico) de ~ : jeugdvriend
juventute, amica (amica) de ~ : jeugdvriendin
juventute, peccato/error de ~ : jeugdzonde
juventute, le secunde ~ : de tweede jeugd
juventute, memoria/reminiscentia de ~ : jeugdherinnering
juventute, follias del ~ : jeugdige dwaasheden
juventute, poesia (poesia) de ~ : jeugdvers
juventute, desde su ~ : vanaf zijn jeugd
juventute /sub/ : jeugd, jonge mensen
juventute, ~ scholar : schooljeugd
juventute, ~ actual : jeugd van tegenwoordig
juventute, ~ obrer : arbeidersjeugd
juventute, ~ de hodie : jeugd van tegenwoordig
juventute, carta de reduction pro le ~ : jeugdpaspoort
juventute, libro pro le ~ : jeugdboek
juventute, albergo pro le/de ~ : jeugdherberg
juventute, organisation de ~ : jeugdorganisatie
juventute, association de ~ : jeugdvereniging
juventute, centro pro le/de ~ : jeugdcentrum
juventute, movimento del ~ : jeugdbeweging
juventute, bibliotheca de ~ : jeugdbibliotheek
juventute, jornal/revista/magazin pro le ~ : jeugdblad/tijdschrift
juventute, adjuta social pro le ~ : jeugdzorg
juventute, con le audacia del ~ : met jeugdige overmoed
juxta /adv/ : vlakbij, er naast (gelegen)
juxta /prep/ : (vlak)bij, naast
juxta, illa se calefaceva ~ un parve estufa : ze verwarmde zich aan een kacheltje
kilometro (kilometro), km /sub/ : kilometer
kilometro (kilometro), km, ~ quadrate, km2 : vierkante kilometer
la /sub/ : MUSICA la, de noot A
la /pron pers/ : haar, aan haar
la, Io la vide : ik zie haar
la, Io la scribe un littera (littera) : ik schrijf haar een brief
la /adv/ : daar
labio /sub/ : ANATOMIA lip
labio, ~ superior : bovenlip
labio, ~ inferior : onderlip
labio, ~ leporin : hazelip
labio, ~ pendente : hanglip
labio, de ~s grosse : diklippig
labio, tumor del ~ : lipgezwel
labio, unguento pro le ~s : lippenzalf
labio, leger super (super) le ~ : liplezen
labio, humectar se/molliar se le ~s : zijn lippen natmaken
labio, leccar se le ~s : likkebaarden
labio, mangiar con le puncta del ~s : met lange tanden eten
labio /sub/ : rand, lip (van een wond/schelp/glas/kelk)
labio, ~ de un plaga : rand van een wond
labio, ~s de un concha : randen van een schelp
labio, ~s de un tubo de organo (organo) : lippen van een orgelpijp
labor /sub/ : werk, (handen)arbeid
labor, die/jorno/jornata de ~ : werkdag
labor, excesso de ~ : te veel werk
labor, campo de ~ : arbeidskamp, werkkamp
labor, accidente de ~ : arbeidsongeval
labor, mercato del ~ : arbeidsmarkt
labor, visita (visita) de ~ : werkbezoek
labor, consilio de ~ : arbeidsraad
labor, derecto de ~ : arbeidsrecht
labor, division de ~ : arbeidsverdeling
labor, application al ~ : arbeidzaamheid
labor, bursa del ~ : arbeidsbeurs
labor, contracto/convention de ~ : arbeidscontract
labor, contracto/convention collective de ~ : collectieve arbeidsovereenkomst, C.A.O.
labor, conflicto de ~ : arbeidsconflict
labor, servicio de ~ : arbeidsdienst
labor, durata/duration (del horas) del ~ : arbeidsduur
labor, inspection/inspectorato del ~ : arbeidsinspectie
labor, inspector del ~ : arbeidsinspecteur
labor, capacitate de ~ : arbeidsvermogen
labor, incapace de/inhabile al ~ : arbeidsongeschikt
labor, incapacitate de/inhabilitate al ~ : arbeidsongeschiktheid
labor, lege general super (super) le incapacitate de ~ : algemene arbeidsongeschiktheidswet
labor, conditiones de ~ : arbeidsvoorwaarden
labor, aversion/repugnantia pro le ~ : arbeidsschuwheid
labor, relationes de ~ : arbeidsverhoudingen
labor, gaudio/joia del ~ : arbeidsvreugde
labor, legislation del ~ : arbeidswetgeving
labor, posto de ~ : arbeidsplaats
labor, derecto de ~ : arbeidsrecht
labor, productivitate del ~ : arbeidsproduktiviteit
labor, penuria/scarsitate de ~ : arbeidsschaarste
labor, reduction del tempore/del horas de ~ : arbeidstijdverkorting
labor, officio de ~ : arbeidsbureau
labor, consilio de ~ : arbeidsraad
labor, suspension/interruption del ~ : werkonderbreking
labor, lunch (A) /prandio de ~ : werklunch
labor, schema de ~ : werkschema
labor, horas de ~ : arbeidstijd, werkuren
labor, gruppo de ~ : werkgroep
labor, tabula de ~ : werktafel
labor, vestimentos de ~ : bedrijfs/werkkleding
labor, camera (camera)/cabinetto de ~ : werkkamer
labor, ambiente de ~ : werkklimaat, werkmilieu
labor, ~(es) public/de municipalitate : gemeentewerken
labor, ~ professional : beroepsarbeid
labor, ~ al catena : lopende band werk
labor, ~ corporal/corporee : lichaamsarbeid, lichamelijke arbeid
labor, ~(es) manual : handwerk
labor, ~ administrative : administratief werk
labor, ~ lucrative : winstgevende arbeid
labor, ~ salariate : loonarbeid
labor, ~ domiciliari/a domicilio : huisarbeid
labor, ~(es) fortiate : dwangarbeid
labor, ~es secundari/accessori/annexe : nevenwerkzaamheden
labor, ~es domestic : huishoudelijke werkzaamheden
labor, ~es de irrigation : irrigatiewerken
labor, ~e de restauration : restauratiewerkzaamheden
labor, ~ ingrate : ondankbaar werk
labor, ~ gigantesc : reuzenarbeid
labor, ~ de sclavo : slavenarbeid
labor, ~ de precision : precisiewerk
labor, ~ manual : hand(en)arbeid
labor, ~ cerebral/intellectual : hersenarbeid, intellectuele arbeid
labor, ~ nocturne/de nocte : nachtarbeid/werk
labor, ~ sedentari : zittend werk
labor, mitter se/poner se al ~ : aan de arbeid gaan
labor, esser al ~ : aan het werk zijn
labor, cercar ~ : werk zoeken
labor, dar ~ a : werk verschaffen aan
labor, banco de ~ : werkbank
labor, tabula de ~ : werktafel
labor, visita (visita) de ~ : werkbezoek
labor, dator de ~ : werkgever
labor, methodo (methodo) de ~ : werkmethode
labor, plano de ~ : werkplan
labor, programma de ~ : werkprogramma
labor, horario de ~ : werkrooster
labor, pecia de ~ : werkstuk
labor, permisso/certificato de ~ : werkvergunning
labor, interruption/suspension/arresto del ~ : werkonderbreking
labor, surveliante/conductor de ~ : opzichter
labor, sin ~ : werkloos
labor, ~ collective/in equipa/de equipa : groepsarbeid, teamwork
labor, ~es public : openbare werken
labor, ~ saisonal : seizoenarbeid
labor, ~ nigre/clandestin : zwart werk
labor /sub/ : zware arbeid
labor, bove de ~ : ploegos
labor, cavallo de ~ : ploegpaard
laborar /v/ : hard/zwaar werken, zwoegen
laborar /v/ : arbeid verrichten, werken, arbeiden
laborar /v/ : bewerken
laborar, ~ le ferro : ijzer bewerken
laborar, ~ le pasta : deeg kneden
laborar, ~ le terra/le campo : het land/de akker bewerken
lacerar /v/ : (ver)scheuren, in stukken scheuren
lacerar, ~ papiro : papier verscheuren
laceration /sub/ : het (ver)scheuren, verscheuring, scheur
laceration, reparar un ~ : een scheur naaien
laco /sub/ : meer, plas
laco, ~ salate : zoutmeer
laco, ~ de crater : kratermeer
laco, ~s de Frisia : Friese meren
laco, ~s de Vinkeveen : Vinkeveense plassen
laco, ~ artificial/de barrage : kunstmatig meer, stuwmeer
laco, ripa/bordo del ~ : meeroever
laco, fundo del ~ : meerbodem
lacrima (lacrima) /sub/ : traan
lacrima (lacrima), ~s de crocodilo : krokodilletranen
lacrima (lacrima), ~s de allegressa/de gaudio/joia : vreugdetranen
lacrima (lacrima), valle/vallea (vallea) de ~s : tranendal
lacrima (lacrima), torrente/riviera de ~s : riviera de lacrimas
lacrima (lacrima), plorar ~s amar : bittere tranen wenen
lacrima (lacrima), versar ~s : tranen storten/plengen
lacrima (lacrima), (e)rumper in ~s : in tranen uitbarsten
lacrima (lacrima), siccar se le ~s : zijn tranen drogen
lacrima (lacrima), reprimer/continer su ~s : zijn tranen inhouden
lacrima (lacrima), rider a transverso su ~s : lachen door zijn tranen heen
lacrima (lacrima), hypersecretion de ~s : overvloedige traanafscheiding
lacrima (lacrima) /sub/ : druppel (van boomsap)
lacrima (lacrima), ~ del vinia : hars van wijnstok
lacte /sub/ : melk
lacte, ~ de vacca : koemelk
lacte, ~ materne/maternal : moedermelk
lacte, ~ condensate/evaporate : gecondenseerde melk
lacte, ~ sterilisate : gesteriliseerde melk
lacte, ~ pasteurisate : gepasteuriseerde melk
lacte, ~ discremate/disbutyrate : afgeroomde melk, ondermelk
lacte, ~ standardisate : gestandaardiseerde melk
lacte, ~ cremose : romi-ge melk
lacte, ~ de butyro (butyro) : karnemelk
lacte, ~ integre : volle melk
lacte, ~ dishydrate/sic/in pulvere, pulvere de ~ : melkpoeder
lacte, ~ in latta : blikjesmelk
lacte, ~ fresc : verse/zoete melk
lacte, ~ vegetal : melksap
lacte, ~ de coco : klappermelk
lacte, ~ de calce : wit-kalk
lacte, ~ de sulfure : zwavelmelk
lacte, bestias a/de ~ : melkvee
lacte, vacca a/de ~ : melkkoe
lacte, dente de ~ : melktand
lacte, dentatura de ~ : melkgebit
lacte, fratre de ~ : zoogbroeder
lacte, soror de ~ : zoog-zuster
lacte, vitello de ~ : zuigkalf
lacte, sero de ~ : wei
lacte, potto/olla a ~ : melkkan
lacte, bottilia a ~ : melkfles
lacte, porchetto de ~ : speenvarken
lacte, situla a ~ : melkemmer
lacte, pan al ~ : melkbrood
lacte, pappa al ~ : melkpap
lacte, chocolate {sj} al ~ : melkchocolade
lacte, ris al ~ : rijstepap, rijstebrij
lacte, industria de ~ : zuivelindustrie
lacte, venditor de ~ : melkboer/man
lacte /sub/ : BOTANICA melksap
lacte /sub/ : hom (van vis)
lacuna /sub/ : lacune, leemte, hiaat, gaping
lacuna, ~s de memoria : hiaten in het geheugen
lacuna, ~ in le manuscripto : hiaat in het handschrift
lacuna, ~s de un lege : lacunes in een wet
lacuna, coperir un ~ : in een leemte voorzien
lacuna, presentar/monstrar ~s : leemten vertonen
lacuna, haber ~s in su cognoscentia/cognoscimento : een tekort aan kennis hebben
lacuna, reimpler/plenar un ~ : een lacune vullen
lamina (lamina) /sub/ : (dun) plaatje, blad (metaal), folie
lamina (lamina), ~ de cupro : koperblad
lamina (lamina), ~ de aciero : staalblik, dun staalplaat
lamina (lamina), ~ bimetallic : bimetaal
lamina (lamina), argento in ~s : zilverblik
lamina (lamina) /sub/ : BIOLOGIA lamina
lamina (lamina) /sub/ : BOTANICA vlakke gedeelte van een blad
lamina (lamina) /sub/ : lemmet (van mes), kling, blad
lamina (lamina), ~ de serra : zaagblad
lamina (lamina), ~ de resorto : veerblad
lamina (lamina), resorto a ~s : bladveer
lamina (lamina), ~ de rasorio : scheermesje
lampa /sub/ : lamp
lampa, ~ de pede : staande lamp
lampa, ~ ad/de arco : booglamp
lampa, ~ a filamento/de incandescentia : gloeilamp
lampa, ~ de tasca : zaklamp, zaklantaarn
lampa, ~ de strata : straatlantaarn
lampa, ~ a discarga : gasontladingslamp
lampa, ~ a gas : gaslamp
lampa, ~ a petroleo : petroleumlamp
lampa, ~ a neon : neonlamp
lampa, ~ a sodium : natriumlamp
lampa, ~ a/de/pro soldar : soldeerlamp
lampa, ~ a vapor de mercurio : kwiklamp
lampa, ~ de projection : projectielamp
lampa, ~ fluorescente : TL-buis
lampa, ~ de reserva : reservelamp
lampa, ~ pendente/suspendite : hanglamp
lampa, ~ infrarubie : infraroodlamp
lampa, ~ de minator/de securitate : mijnlamp
lampa, ~ de succurso : noodlamp
lampa, ~ indicatori : verklikkerlichtje
lampa, supporto de ~ : lamparm
lampa, vitro de ~ : lampeglas
lana /sub/ : wol
lana, ~ fin : fijne wol
lana, ~ de ove : schapewol
lana, ~ caprin/de capra : geitewol
lana, ~ de lama : lamawol
lana, ~ virgine : scheerwol
lana, ~ natural : natuurwol:
lana, ~ artificial/synthetic : kunstwol:
lana, ~ cardate : kamgaren
lana, ~ pro/a tricotar : breiwol
lana, ~ pro/a sarcir : maaswol
lana, vestimentos de ~ : wollen kleren
lana, filo de ~ : wollen draad
lana, texitor de ~ : wolwever
lana, filator de ~ : wolspinner
lana, filatura de ~ : wolspinnerij
lana, plukje ~ : flocco de lana
lana, pelota de ~ : kluwen wol
lana, fibra de ~ : wolvezel
lana, feltro de ~ : wolvilt
lana, ~ de vitro : glaswol
lana, ~ de ligno : houtwol
lana, ~ de plumbo : loodwol
lana, ~ de aciero : staalwol
lana, ~s : wollen stoffen, wollengoed
lana, commercio de ~s : wolhandel
lana, commerciante de ~s : wolhandelaar
lana, fabrica de ~s : wolfabriek
lana, fabricante de ~s : wolfabrikant
lana, fabrication de ~s : wolfabricage
lana, tinctureria (tinctureria) de ~ : wolververij
lancear /v/ : werpen, toewerpen, gooien, slingeren, lanceren
lancear, ~ un appello : een oproep doen
lancear, ~ un anathema (anathema) : een vloek uitspreken, vervloeken
lancear, ~ tomates a un persona : iemand met tomaten bekogelen
lancear, ~ le petra trans le muro : de steen over de muur gooien
lancear, ~ un missile : een raket lanceren
lancear, ~ le javelotto : speerwerpen
lancear, ~ se in le politica : zich in de politiek storten
lancear, ~ se in un aventura : zich in een avontuur storten
lancear, ~ se super (super) le inimico (inimico) : zich op de vijand storten
lancear /v/ : het in beweging zetten, vaart geven aan, op gang brengen
lancear, ~ un attacco : een aanval inzetten
lancear /v/ : op de markt brengen, bekend maken, ingang doen vinden, lanceren
lancear, ~ un nove producto : een nieuw produkt op de markt brengen
lancear /v/ : te water laten, van stapel laten lopen
lancear, ~ un nave : een schip te water laten
lancear /v/ : MILITAR raketwerper
lancear /v/ : lanceerinrichting voor satellieten
large /adj/ : breed, ruim, wijd
large, conscientia ~ : ruim geweten
large /adj/ : ruim(denkend), royaal, vrijgevig
largor /sub/ : breedte, wijdte
las /pron pers/ : ze, hen, hun (vrouwelijk)
lassar /v/ : laten, achterlaten, verlaten
lassar /v/ : geven, toevertrouwen, nalaten
lassar /v/ : laten, niet nemen, laten houden, overlaten
lassar /v/ : laten, toelaten (niet verhinderen)
lassar, ~ facer : laisser faire
lateral /adj/ : zij..., aan/vanaf/naar de zijkant
lateral, cappella ~ : zijkapel
lateral, nave ~ : zijbeuk (van kerk)
lateral, altar ~ : zijaltaar
lateral, balcon ~ : zijbalkon
lateral, galeria (galeria) ~ : zijgalerij
lateral, apertura ~ : zijopening
lateral, pannello ~ : zijpaneel
lateral, ala ~ : zijvleugel, zijgebouw
lateral, fenestra ~ : zijraam
lateral, ramo ~ : zijtak (van boom)
lateral, cammino ~ : zijweg
lateral, sentiero ~ : zijpad
lateral, corridor ~ : zijgang
lateral, entrata/ingresso ~ : zij-ingang
lateral, porta ~ : zijdeur
lateral, muro ~ : zijmuur
lateral, pariete ~ : zijwand
lateral, rete ~ : zijnet
lateral, linea ~ : zijlijn
lateral, strata ~ : zijstraat
lateral, salto ~ : zijsprong
lateral, consonante ~ : laterale medeklinker
lateral, superficie ~ : zijvlak
lateral, barbas ~ : bakkebaarden
lateral, lumine/luce ~ : zijlicht
lateral, canal ~ : lateraal kanaal
lateral, radice ~ : bijwortel
latere /sub/ : zijde, zijkant, zij, flank
latere, ~ in le/del umbra : schaduwkant/zijde
latere, ~ del mar : zeekant/zijde
latere, ~ exterior : buitenkant
latere, ~ interior : binnenkant
latere, ~ superior : bovenkant
latere, ~ inferior : onderkant
latere, salto al ~ : zijsprong
latere, de tote ~s : van alle kanten
latere, verso le/al ~ : terzijde, opzij, zijwaarts
latere, al ~ de : naast
latere, seder se al ~ de un persona : naast iemand gaan zitten
latere, al ~ del via/cammino : aan de kant van de weg
latere, mitter al ~ : ter zijde leggen, wegleggen, wegzetten
latere, de un ~ a altere : over en weer
laton /sub/ : messing, geelkoper
laton, tubo de ~ : geelkoperen pijp
laton, filo de ~ : messingdraad
laton, ~ laminate/in folios : messingblik
latta /sub/ : blik
latta, (cassa de) ~ : blik(ken bus)
latta, ~ de conservas : conservenblik
latta, ~ de salmon : blikje zalm
latta, ~ de sardinas : blikje sardientjes
latta, ~ pro biscoctos : beschuitbus
latta, ~ a/pro ~ : bierblikje
latta, cassa de ~ : trommel
latta, lacte in ~ : blikjesmelk
latta, carne in ~ : vlees in blik, blikvlees
latta, verduras in ~ : blikgroente
latta, conservas in ~ : blikconserven
latta, articulos de ~ : blikwaren
latta, industria de ~ : blikindustrie
latta, fabrica de ~ : blikfabriek
latta, fabricante de ~ : blikfabrikant
laudar /v/ : loven, prijzen
laudar, ~ le modestia de un persona : iemands bescheidenheid prijzen
laudar, laudate sia Deo! : God/de hemel zij geprezen!
laude /sub/ : lof, loftuiting, lofspraak
laude, canto de ~ : loflied
laude, dar ~ a Deo : God loven
laude, superior a omne ~ : boven alle lof
laude, ~s : lauden, het lof
lavar /v/ : wassen, afwassen, schoonwassen, (uit)spoelen, schoonmaken
lavar, ~ le plattos : de afwas doen
lavar, ~ le vitros : de ramen lappen
lavar, ~ se le manos : zijn handen wassen
lavar, ~ se le dentes : zijn landen poetsen
lavar, bassino a ~ : waskom/bak
lavar, pulvere a ~ : waspoeder
lavar, machina (machina) a/de ~ : wasmachine
lavar /v/ : zuiveren, louteren
laxe /adj/ : los, slap
laxe, musculos ~ : slappe spieren
laxe, corda ~ : slappe koord
laxe /adj/ : laks, nalatig, nonchalant
laxe, mores ~ : losse zeden
le /art def/ : de, het
le /pron pers/ : hem
le, Ecce mi patre. Io ~ vide : ik zie hem
le, Io ~ scribe un littera (littera) : Ik schrijf hem een brief
le /pron pers/ : het
le, Ecce un infante. Io ~ vide : Ik zie het
lection /sub/ : les
lection, ~ de canto : zangles
lection, ~ de musica : muziekles
lection, ~ de equitation : rijles
lection, ~ dur : harde les
lection, que isto te servi de ~ : laat dit een les voor je zijn
lection, pagar car le ~ : leergeld moeten betalen
lecto /sub/ : bed (meubel)
lecto, ir al ~ : naar bed gaan
lecto, guardar le ~ : het bed houden
lecto, filio del prime/secunde, etc. ~ : zoon uit het eerste/tweede, etc. huwelijk
lecto, facer le ~ : het bed opmaken
lecto, cambiar/mutar de ~ : verbedden
lecto, ~ de reposo : rustbank, sofa, divan
lecto, ~ de campo : veldbed
lecto, ~ de plumas : verenbed
lecto, ~ de palea : strobed
lecto, ~ de infante : kinderbed
lecto, ~ conjugal/matrimonial : huwelijksbed
lecto, ~ de hospital : ziekenhuisbed
lecto, ~ duple : tweepersoonsbed
lecto, ~ individual/pro un persona : eenpersoonsbed
lecto, ~ a/con baldachino : hemelbed
lecto, ~ de parada : praalbed
lecto, ~s superponite : stapelbed
lecto, bordo del ~ : bedrand
lecto, planca de ~ : beddeplank
lecto, lecto-armario : bedstee
lecto, nemo habeva dormite in le ~ : het bed was onbeslapen
lecto /sub/ : bed (onderlaag van een weg)
lecto /sub/ : bed (bedding van een rivier)
lecto, erosion del ~ : beddingerosie
legal /adj/ : wettelijk, wettig, wets..., gerechtelijk, krachtens de wet, legaal
legal, per via ~ : langs wettige weg
legal, medicina ~ : gerechtelijke geneeskunde
legal, norma ~ : rechtsbeginsel
legal, prova/proba ~ : wettig bewijs
legal, disposition ~ : wetsbepaling
legal, regulamento ~ : wettelijke regeling
legal, prescription ~ : wettelijk voorschrift
legal, procedura ~ : wettige procedure
legal, responsabilitate ~ : wettelijke aansprakelijkheid
legal, moneta ~ : wettig betaalmiddel
legal, per tote le medios ~ : met alle wettige middelen
lege /sub/ : wet
lege, proposition de ~ : wetsvoorstel
lege, projecto de ~ : wetsontwerp
lege, modification de ~ : wetswijziging
lege, revision de ~ : wetsherziening
lege, texto del ~ : wetstekst
lege, ~ constitutional : grondwet
lege, ~ vigente/in vigor : geldende wet
lege, disposition del ~ : wetsbepaling
lege, conforme(mente) al ~ : overeenkomstig de wet, wettelijk
lege, contrari al ~ : in strijd met de wet, onwettig, onwettelijk
lege, revider/reformar/emendar ~s : wetten herzien
lege, approbar/acceptar/adoptar un ~ : een wet aannemen
lege, submitter al ~ : onder de wet brengen
lege, promulgar un ~ : een wet afkondigen
lege, sanctionar un ~ : een wet bekrachtigen
lege, transgreder/infringer le ~ : de wet overtreden
lege, transgression/infraction del ~ : wetsovertreding
lege, transgressor del ~ : wetsovertreder
lege, ~ organic : organieke wet
lege, ~ municipal : gemeentewet
lege, ~ divin : goddelijke wet
lege, ~ human : menselijke wet
lege, homine de ~ : jurist
lege, ~ de impostos : belastingwet
lege, ~ monetari : muntwet
lege, ~ de inseniamento : onderwijswet
lege, ~ linguistic : taalwet
lege, ~ martial/de guerra : krijgswet
lege, ~ electoral : kieswet
lege, ~ postal : postwet
lege, ~ penal : strafwet
lege, ~ natural : natuurwet
lege, ~ maritime (maritime) : scheepvaartwet
lege, ~ social : sociale wet
lege, ~ de Moses (Moses) : Mozaïsche wet, wet van Mozes
lege, ~ judaic (judaic) : joodse wet
lege, ~ salic : Salische wet
lege, ~ phonetic : klankwet
lege, ~ del jungla : wet van de jungle
lege, ~s del politessa : wetten der wellevendheid
lege, ~s del hospitalitate : wetten der gastvrijheid
lege, secundo le ~ anglese : volgens de Engelse wet
lege, secundo le littera (littera) del ~ : naar de letter van de wet
lege, observar un ~ : een wet naleven
lege, poner extra le ~/foris (foris) del ~ : buiten de wet stellen
lege, esser extra le/foris (foris) del ~ : buiten de wet staan
lege, ~ del inertia : wet van de traagheid
lege, in nomine del ~ : in naam der wet
lege, in virtute del ~ : krachtens de wet
lege, violation del ~ : wetsschennis
lege, violar le ~ : de wet schenden
leger (I) /v/ : verzamelen, plukken, lezen
leger (I), ~ spicas : aren lezen
leger (II) /v/ : lezen, voorlezen, aflezen
leger (II), saper ~ e scriber : kunnen lezen en schrijven
leger (II), ~ super le labios : liplezen
leger (II), ~ le cartas : kaartlezen
leger (II), ~ le contator del gas : de gasmeter aflezen/opnemen
leger (II), placer/joia/gaudio de ~ : leesgenot
leger (II), ~ alco a un persona : iemand iets voorlezen
leger (II), on poteva ~ su furia in su facie : je kon de woede van zijn gezicht aflezen
legier /adj/ : licht (tgov zwaar), klein, zwak
legier, arma ~ : licht wapen
legier, alimento ~ : lichtverteerbaar voedingsmiddel
legier, bagage ~ : lichte bagage
legier, peso ~ : lichtgewicht
legier, cruciator ~ : lichte kruiser
legier, ruito ~ : zwak geluid
legier, differentia ~ : klein verschil
legier, falta ~ : kleine fout
legier, metallo ~ : lichtmetaal
legier, solo/terra ~ : lichte grond
legier, musica ~ : lichte muziek
legier, industria ~ : lichte industrie
legier, cavalleria (cavalleria) ~ : lichte cavallerie
legier, motocyclo ~ : lichte motor
legier, cigaretta ~ : lichte sigaret
legier, tabaco ~ : lichte tabak
legier, jentaculo ~ : licht ontbijt
legier, repasto ~ : lichte maaltijd
legier, pastisseria (pastisseria) ~ : luchtig gebak
legier, collision ~ : lichte aanrijding/botsing
legier, ~ como un pluma : licht als een veertje
legier /adj/ : gering, onbeduidend, licht
legier, culpa ~ : onbeduidende/lichte schuld
legier, vulnere ~ : lichte verwonding
legier, movimento ~ : lichte beweging
legier /adj/ : oppervlakkig, lichtzinnig, lichtvaardig, zorgeloos
legier, femina (femina) de mores ~ : vrouw van lichte zeden
legier /adj/ : rank, soepel, lenig
legier, turre ~ : ranke/slanke toren
legier, passo ~ : vlugge pas/stap/tred
legitime (legitime) /adj/ : legitiem, wettig, echt
legitime (legitime), infante ~ : wettig kind
legitime (legitime), principe (principe)/soverano ~ : wettige vorst
legitime (legitime), matrimonio/maritage ~ : wettig huwelijk
legitime (legitime), conjuge (conjuge)/spo(n)so ~ : wettige echtgenoot
legitime (legitime), proprietate ~ : wettige eigendom
legitime (legitime), ration ~ : legitieme reden
legitime (legitime), quota ~ : legitieme portie
legitime (legitime) /adj/ : gewettigd, rechtmatig, gegrond, gerechtvaardigd
legitime (legitime), ~ defensa : zelfverdediging
legitime (legitime), revindicationes ~ : rechtmatige eisen
legitime (legitime), proprietario ~ : rechtmatige eigenaar
legumine /sub/ : peulvrucht
legumine /sub/ : groente
legumine, jardin de ~s : groentetuin
legumine, cultor/cultivator de ~s : groentekweker
legumine, venditor/mercator/mercante de ~s : groenteman
legumine, mercato de ~s : groentemarkt
legumine, suppa de ~s : groentesoep
legumine, ~s de estufa : kasgroente
lentar /v/ : vertragen, snelheid verminderen
lente /sub/ : linze
lente /sub/ : OPTICA lens
lente, ~ cornee/a contacto/de contacto : contactlens
lente, ~ de aggrandimento : vergrootglas
lente, ~ de collimation : collimatielens
lente, ~ concave/convexe : holle/bolle lens
lente, ~ biconcave (biconcave)/biconvexe : dubbelholle/dubbelbolle lens
lente, ~ electronic : electronische lens
lente, ~ complexe : samengestelde lens
lente, ~ electrostatic : elektrostatische lens
lente, ~ ustori : brandglas
lente, ~ acustic : akoestische lens
lente, fabrica de ~s : lenzenfabriek
lente, fabricante de ~s : lenzenfabrikant
lente, fabrication de ~s : lenzenfabricage
lente, campo de un ~ : gezichtsveld van een lens
lente, systema de ~s : lenzenstelsel
lente /adj/ : langzaam, langzaam werkend, traag
lente, veneno ~ : langzaam werkend vergif
lente, pulso ~ : trage pols
lente /adj/ : kleverig, stroperig (van vloeistof), slijmerig
les /pron pers/ : ze, hen, hun
les, io les vide : ik zie hen/ze
les, io les scribe un littera (littera) : ik schrijf hun een brief
levar /v/ : oprichten, (op)heffen, optillen
levar, ~ con le cric : opkrikken
levar, ~ le ancora (ancora) : het anker lichten/ophalen
levar, ~ le cardines : uit de hengsels lichten
levar, ~ le cappello : de hoed afnemen
levar, ~ le oculos : opkijken
levar, ~ le mano : de hand opsteken
levar, ~ le mano contra un persona : de hand tegen iemand opheffen
levar, ~ al celo : ophemelen
levar, ~ le masca/mascara (mascara) : zijn ware aard tonen
levar, ~ le spatulas/humeros (humeros) : de schouders ophalen
levar, votar a mano levate : stemmen bij handopsteken
levar, ~ se : 1 zich verheffen, 2 opstaan, gaan staan, 3 opkomen (zon, etc.)
levar, le vento se leva : de wind steekt op
levar, le sol se leva : de zon komt op
levar, le luna se leva : de maan komt op
levar, le ~ del sol : de zonsopkomst
levar, le ~ del luna : het opkomen van de maan
levar /v/ : opheffen, een einde maken aan, wegnemen
levar, ~ le campo : het kamp opbreken
levar, ~ le assedio : het beleg opheffen
levar, ~ un moratorio : een moratorium opheffen
levar, ~ un difficultate : een moeilijkheid uit de weg ruimen
levar, ~ le stercore : uitmesten
levar, ~ un macula : een vlek verwijderen
levar, ~ le tabula : de tafel afruimen
levar, ~ un tabu (tabu) : een taboe doorbreken
levar, ~ un punition/pena : een straf kwijtschelden
levar, ~ un interdiction/prohibition : een verbod opheffen
levar /v/ : MILITAR onder de wapenen roepen
levar, ~ truppas : troepen rekruteren
levar, ~ un armea (armea) : een leger op de been brengen
levar /v/ : innen, heffen
levar, ~ impostos : belastingen heffen
leve (I) /adj/ : licht (niet zwaar)
leve (I), (a)melioration ~ : lichte verbetering
leve (I), castigamento ~ : lichte betraffing
leve (I), levemente acide : een weinig zuur
leve (I), levemente vulnerate : licht gewond
leve (I) /adj/ : lichtzinnig, lichtvaardig, zorgeloos
leve (II) /adj/ : linker, links
leve (II), oculo ~ : linkeroog
leve (II), mano ~ : linkerhand
leve (II), gamba ~ : linkerbeen
leve (II), spatula/humero (humero) ~ : linkerschouder
leve (II), pede ~ : linkervoet
leve (II), aure ~ : linkeroor
leve (II), bracio ~ : linkerarm
leve (II), ripa ~ : linkeroever
leve (II), latere ~ : linkerkant, linkerzijde
leve (II), ala ~ : linkervleugel
leve (II), scriber con le mano ~ : links(handig) schrijven
liberal /adj/ : royaal, vrijgevig, mild, gul
liberal, donator ~ : gulle gever
liberal /adj/ : ruimdenkend, tolerant, verdraagzaam, onbekrompen, onbevooroordeeld, liberaal
liberal, idea (idea) ~ : onbekrompen/ruime opvatting
liberal, protestantismo ~ : vrijzinnig protestantisme
liberal, ille prendeva un position ~ : hij stelde zich liberaal op
liberal /adj/ : POLITICA ECONOMIA liberaal, liberalistisch
liberal, partito ~ : liberale partij
liberal, legislatura ~ : liberale wetgeving
liberal, artes ~ : vrije kunsten
liberal, professiones ~ : vrije beroepen
liberal /sub/ : POLITICA ECONOMIA liberaal, liberalist
liberar /v/ : bevrijden, vrijlaten, in vrijheid stellen, verlossen
liberar, ~ un pais : een land bevrijden
liberar, ~ un prisionero : een gevangene bevrijden
liberar, ~ su conscientia : zijn geweten ontlasten
liberar, ~ un persona con le serra : iemand uitzagen
libere /adj/ : vrij, onafhankelijk, zelfstandig, niet-gebonden
libere, improvisation ~ : vrije improvisatie
libere, versos ~ : vrije verzen
libere, spatio ~ : open(gekapte) plek (in het bos)
libere, traduction/translation ~ : vrije vertaling
libere, commercio ~ : vrijhandel
libere, tempore ~ : vrije tijd
libere, electiones ~ : vrije verkiezingen
libere, accesso/entrata/ingresso ~ : vrije toegang/entree
libere, amor ~ : vrije liefde
libere, mundo ~ : vrije wereld
libere, citate ~ : vrijstad
libere, servicio ~ : zelfbediening
libere, ~ arbitrio : vrije wil
libere, cadita ~ : vrije val
libere, rota ~ : vrijloop (van fiets), freewheel
libere, ir in rota ~ : freewheelen
libere, colpo ~ : vrije slag/worp/schop
libere, ~ pensator : vrijdenker
libere, ~ pensata/pensamento : vrije gedachte, vrijdenkerij
libere, ~ como le aves : vrij als een vogeltje, frank en vrij
libertate /sub/ : vrijheid, onafhankelijkheid, niet-gebondenheid
libertate, ~ de action : vrijheid van handelen
libertate, ~ de conscientia : vrijheid van geweten
libertate, ~ de pressa : vrijheid van drukpers
libertate, ~ religiose/de religion/de culto(s) : godsdienstvrijheid
libertate, ~ de association e de reunion : vrijheid van vereniging en vergadering
libertate, ~ de inseniamento : vrijheid van onderwijs
libertate, ~ del spirito (spirito) : geestesvrijheid
libertate, animales in ~ : in het wild levende dieren
libertate, ~ civil : burgerlijke vrijheid
libertate, ~ del mares : vrijheid van de zee
libertate, statua de ~ : vrijheidsbeeld
libertate, restriction del ~ : vrijheidsbeperking
libertate, ideal de ~ : vrijheidsideaal
libertate, amor del ~ : vrijheidsliefde
libertate, privation del ~ : vrijheidsberoving
libertate, combattante del ~ : vrijheidsstrijder
libertate, poner in ~ : in vrijheid stellen
libertate, conceder le ~ a un persona : iemand de vrijheid schenken
libertate, incatenar le ~ : de vrijheid aan banden leggen
libertate, prender le ~ de facer un cosa : de vrijheid nemen iets te doen
libertate, prender se ~s con un persona : zich vrijheden tegenover iemand veroorloven
libertate, lassar plen ~ de action a un persona : iemand de vrije hand laten
libro /sub/ : boek
libro, ~ de cheques (E) : chequeboek
libro, ~ telephonic : telefoonboek
libro, ~ de cocina : kookboek
libro, ~ de imagines : plaatjesboek, prentenboek
libro, ~ de consultation : naslagwerk
libro, ~ de horas : getijdenboek
libro, ~ de tasca : pocketboek
libro, ~ de cassa : kasboek
libro, ~ scholar : schoolboek
libro, ~ de studio : studieboek
libro, ~ de arte : kunstboek
libro, ~ pro pueras (pueras) : meisjesboek
libro, ~ pro pueros (pueros) : jongensboek
libro, ~ de memoria : aantekenboek
libro, ~ de musica : muziekboek
libro, ~ de precarias : gebedenboek
libro, ~ de paga : loonlijst, betaalstaat
libro, ~ con copertura dur : gebonden boek
libro, ~ brochate : ingenaaid boek
libro, ~ blanc : witboek
libro, ~ nigre : zwartboek
libro, ~s de occasion : uitgeversrestanten
libro, ~ de secunde mano : tweede-handsboeken
libro, ~ favorite/preferite : lievelingsboek
libro, le Libro del Libros : het Boek der Boeken
libro, amator de ~s : boekenliefhebber
libro, tener le ~ : boekhouden
libro, tenitor de ~s : boekhouder
libro, armario de ~s : boekenkast
libro, lista de ~s : boekenlijst
libro, mercato de ~s : boekenmarkt
libro, venditor de ~s : boekverkoper
libro, vendita (vendita) de ~s : boekenverkoping
libro, valor secundo le ~s : boekwaarde
libro, tresor de ~s : boekenschat
ligar /v/ : binden, verbinden, samenbinden
ligar, ~ le can al catena : de hond aan de ketting leggen
ligar, ~ duo notas : twee noten verbinden
ligar, ~ le grano in garbas : graan aan schoven binden
ligar /v/ : binden
ligar, ~ libros : boeken binden
ligno /sub/ : hout
ligno, ~ contraplacate : triplex, multiplex
ligno, ~ de mina : mijnhout
ligno, ~ de pino : dennehout, vurehout
ligno, ~ de nuce : notehout
ligno, ~ fossilisate : kienhout
ligno, ~ dur : hardhout
ligno, ~ venose : generfd hout
ligno, ~ a/de comburer : brandhout, kachelhout
ligno, ~ laminate : gelamineerd/gelaagd hout
ligno, pecia de ~ : stuk hout
ligno, gamba de ~ : houten been
ligno, sculptura in ~ : houtsculptuur
ligno, juncto/junctura de ~ : houtverbinding
ligno, deposito (deposito) de ~ : houtstek
ligno, carbon de ~ : houtskool
ligno, gas de ~ : houtgas
ligno, gasogeno (gasogeno) de carbon de ~ : houtgasgenerator
ligno, foco de ~ : houtvuur
ligno, residuos de ~ : houtafval
ligno, gravure (F) de ~ : houtsnede
ligno, pannello de fibra de ~ : hardboard, houtvezelplaat
ligno, tegula de ~ : dakspaan
ligno, revestimento de ~ : lambrizering, paneelwerk
ligno, solo de ~ : houten vloer
ligno, carga de ~ : lading hout
ligno, commercio de ~ : houthandel
ligno, commerciante/mercante/mercator de ~ : houthandelaar, houtkoper
ligno, industria de ~ : houtindustrie
ligno, colla a/pro ~ : houtlijm
ligno, cisello pro ~ : houtbeitel
ligno, fresa pro ~ : houtfrees
ligno, mosaico in ~ : houtmozaïek
ligno, relievo in ~ : houtreliëf
ligno, pulpa/pasta de ~ : houtpulp
ligno, clasma de ~ : houtsplinter
ligno, papiro de ~ : houtpapier
ligno, vinagre de ~ : houtazijn
ligno, cellulosa de ~ : houtcellulose
ligno, mercato de ~ : houtmarkt
ligno, vite a/pro ~ : houtschroef
ligno, broca a/pro ~ : houtboor
ligno, lima a/pro ~ : houtvijl
ligno, lana de ~ : houtwol
ligno, serra a/de ~ : houtzaag
ligno, bloco de ~ : houtblok
ligno, incision in ~ : houtsnede
ligno, scarpa de ~ : klomp
ligno, pila de ~ : houtmijt/stapel
ligno, verme de ~ : houtworm
ligno, pulvere de ~ : zaagsel
ligno, taliatura/retalios de ~ : houtspanen, houtkrullen
ligno, taliar ~ : hout hakken
ligno, taliator de ~ : houthakker
ligno, serrator de ~ : houtzager
ligno, instrumentos de ~ : houten blaasinstrumenten
ligno, construer in ~ : van hout bouwen
ligno, serrar ~ : hout zagen
ligno, illes es del mesme ~ : zij zijn uit hetzelfde hout gesneden
limitar /adj/ : begrenzend, beperkend
limitar, data ~ : tijdslimiet, deadline, uiterste (lever)datum
limitar /v/ : beperken, inperken, begrenzen, limiteren
limitar, ~ le espensas/dispensas : de uitgaven beperken
limitar, io me limitara (limitara) a dicer que : laat ik volstaan met te zeggen dat
limite (limite) /sub/ : grens, grensscheiding, limiet (anque MATHEMATICA), beperking, grenslijn
limite (limite), ~ de etate : leeftijdsgrens
limite (limite), ~ salarial : inkomensgrens, loongrens
limite (limite), passar le ~s de : de grenzen overschrijden van
limite (limite), transpassar/exceder tote le ~s : alle perken te buiten gaan
limite (limite), esser al ~ de su fortias : aan het eind van zijn krachten zijn
limite (limite), fixar/imponer un ~ : een limiet stellen
limite (limite), cognoscer su ~s : zijn grenzen kennen
limite (limite), restar/remaner intra le ~s : binnen de perken blijven
limite (limite), sin ~s : grenzeloos, onbegrensd, onbeperkt
limite (limite), velocitate ~ : maximumsnelheid
limite (limite), zona ~ : grenszone/gebied
limite (limite), caso ~ : grensgeval
limite (limite), precio ~ : limietprijs, uiterste prijs
limite (limite), data ~ : deadline
limite (limite), data ~ de vendita (vendita) : uiterste verkoopdatum
limite (limite), ~ del boscos/del (zona del) arbores/del vegetation arborescente/del vegetation arboree : boomgrens
limite (limite), ~ de etate : leeftijdsgrens
limite (limite), ~ de audibilitate : gehoorgrens
limite (limite), ~ de gelo : vorstgrens
limite (limite), ~ del nives : sneeuwgrens
limite (limite), ~ inferior : ondergrens
limite (limite), ~ superior : bovengrens
limite (limite), inter (inter) certe ~s : tussen zekere grenzen
limite (limite), il ha un ~ pro toto, toto ha su ~s/un ~ : alles heeft zijn grenzen
limon /sub/ : limoen, citroen
limon, bitter al ~ : citroenbitter
limon, essentia de ~ : citroenolie, citroenessence
limon, gusto/sapor de ~ : citroensmaak
limon, aqua al ~ : citroenwater
limon, raspa de ~ : citroenrasp
linea /sub/ : lijn, streep
linea, ~ recte : rechte lijn
linea, in ~ recte : in rechte lijn, hemelsbreed
linea, ~ de demarcation : demarcatielijn
linea, ~ transversal : dwarslijn/streep
linea, ~ lateral : zijlijn
linea, ~ median : middenlijn
linea, ~ de fundo : achterlijn
linea, ~ ascendente : opgaande lijn
linea, ~ descendente : neergaande lijn
linea, ~ de arresto/de stop : stopstreep
linea, ~s parallel : evenwijdige lijnen
linea, ~ secante/de intersection : snijlijn
linea, ~ auxiliar : hulplijn
linea, ~ perpendicular/vertical : loodlijn
linea, ~ intermediari : tussenlijn
linea, ~ axial : aslijn
linea, ~ separative : scheidslijn, scheidingslijn
linea, ~ de goal (A) : doellijn
linea, ~ solstitial : solstitiale lijn
linea, ~ nodal : knooplijn
linea, ~ del mano : handlijn
linea, ~ de fallia : breuklijn
linea, ~ de arrivata : aankomstlijn, finish
linea, ~ de aqua : waterlijn
linea, ~ divisori de aquas : waterscheiding
linea, ~ de altura/altor : hoogtelijn
linea, ~ isohypse : hoogtelijn
linea, ~ de fortia : krachtlijn
linea, ~ aerodynamic : stroomlijn
linea, ~ undulate/undulose : golflijn
linea, ~ angulose : hoekige lijn
linea, traciar un ~ : een lijn trekken
linea, prolongar/continuar un ~ : een lijn verlengen
linea, prolongamento de un ~ : verlengde van een lijn
linea, sequer le mesme ~ : dezelfde lijn volgen
linea, spectro de ~s : lijnenspectrum
linea, joco de ~s : lijnenspel
linea /sub/ : koord, touw, lijn
linea /sub/ : lijn, verbinding, communicatie
linea, nave de ~ : lijnboot/schip
linea, ~ de tramvia (tramvia) : tramlijn/route
linea, ~ de (auto)bus : buslijn
linea, ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia) : spoorlijn
linea, ~ maritime (maritime) : scheepvaartlijn, scheepvaartverbinding
linea, navigation de ~ : lijnvaart
linea, ~ aeree : luchtlijn/verbinding
linea, prender ~ 15 : lijn 15 nemen
linea, volo de ~ : lijnvlucht
linea, avion de ~ : lijnvliegtuig/toestel
linea, rete de ~s : lijnennet
linea, ~ telegraphic : telegraaflijn
linea, ~ telephonic : telefoonlijn
linea, servicio de ~ : lijndienst
linea, ~ serpentin : kronkel(lijn), krabbel
linea /sub/ : regel
linea, saltar un ~ : een regel overslaan
linea, leger inter (inter) le ~s : tussen de regels lezen
linea /sub/ : vissnoer
linea, piscar al ~ : hengelen
linea /sub/ : houding, lijn, richtlijn
linea, ~ de conducta/de comportamento : gedragslijn
linea, ~ de pensatas/de pensamentos : gedachtengang
linea, le grande ~s de un plano : de grote lijnen van een plan
linea, politico del ~ dur : politicus van de harde lijn
linea, il manca un ~ clar : daar zit geen lijn in
linea /sub/ : rij, gevechtslijn, linie
linea, esser in ~ : (aan het front) opgesteld staan
linea, truppas de ~ : linietroepen
linea, ~ de fronte : frontlijn
linea, ~ defensive : verdedigingslinie
linea, ~ de battalia/de combatto : gevechtslinie
linea, ~ Maginot : Maginotlinie
linea, ~ Grebbe : Grebbelinie
linea, ~ del aquas : waterlinie
linea /sub/ : GEOGRAPHIA linie, evenaar, equator
linea, ~ equinoctial : evenaar
linea recta /adv/ : rechtstreeks
lingua /sub/ : tong (anque ANATOMIA)
lingua, ~ saburral/saburrose : beslagen tong
lingua, frenulo/brida del ~ : tongriem
lingua, ~ de bove : ossetong
lingua, salsicia de ~ de bove : tongworst
lingua, ~ glaciari : gletsjertong
lingua, ~ in spiral : roltong
lingua, ~ bifide : gespleten tong
lingua, ~s de foco : vurige tongen
lingua, ~ de terra : landtong
lingua, le parola jace super mi ~ : het woord ligt me op de tong
lingua, monstrar/tirar le ~ a un persona : iemand de tong uitsteken
lingua, puncta del ~ : tongpunt
lingua, inflammation del ~ : tongontsteking
lingua, ~ de can : hondsroos
lingua /sub/ : taal
lingua, ~ matre : stamtaal
lingua, ~ materne/maternal : moedertaal
lingua, ~ morte : dode taal
lingua, ~ vive/vivente : levende taal
lingua, ~ estranier : vreemde taal
lingua, ~ analytic : analytische taal
lingua, ~ synthetic : synthetische taal
lingua, ~ a tono : toontaal
lingua, ~s classic : klassieke talen
lingua, ~s moderne : moderne talen
lingua, ~s indoeuropee (indoeuropee) : Indo-Europese talen
lingua, ~s germanic : Germaanse talen
lingua, ~s caucasian : Kaukasische talen
lingua, ~ fonte : brontaal
lingua, ~ primitive : oertaal, grondtaal
lingua, ~ scripte : geschreven taal
lingua, ~ mixte : mengtaal
lingua, ~ parlate/oral : gesproken taal
lingua, ~ nederlandese : Nederlandse taal, Nederlands
lingua, ~ de cultura : cultuurtaal
lingua, ~ popular : volkstaal
lingua, ~ del pais : landstaal
lingua, ~ universal : universele taal
lingua, ~ mundial : wereldtaal
lingua, ~ auxiliar : hulptaal
lingua, ~ vehicular : voertaal
lingua, ~ franc : lingua franca
lingua, de/in tres ~s : drietalig
lingua, sentimento del ~ : taalgevoel
lingua, professor de ~(s) : taalleraar
lingua, cognoscentias/cognoscimentos de un ~/de ~s : taalkennis
lingua, manual de ~ : taalboek
lingua, exercitio de ~ : taaloefening
lingua, curso de ~ : taalcursus
lingua, inseniamento de ~s/de un ~ : taalonderwijs
lingua, tresor de un ~ : taalschat
lingua, puressa del ~ : taalzuiverheid
lingua, gruppo de ~s : taalgroep
lingua, studio de un ~/de ~s : taalstudie
lingua, parentato de ~s : taalverwantschap
lingua, acquisition de un ~ : taalverwerving
lingua, rivalitate de ~s : taalstrijd
lino /sub/ : BOTANICA vlas
lino, cultura de ~ : vlascultuur/teelt
lino, fibra de ~ : vlasvezel
lino, farina de ~ : lijnmeel
lino, oleo de ~ : lijnolie
lino, torta de ~ : lijnkoek
lino, grana/semine de ~ : lijnzaad
lino, residuos de ~ : vlasafval
lino, filatura/filanderia (filanderia) de ~ : vlasspinnerij
lino, mercato de ~ : vlasmarkt
lino, rastrello de ~ : vlasrepel/hekel
lino, campo de ~ : vlasakker, vlasaard
lino, region del ~ : vlasstreek
lino, filo de ~ : vlasdraad
lino, cultivar ~ : vlas verbouwen/telen
lino, cultor/cultivator de ~ : vlasteler
lino, seminar ~ : vlas zaaien
lino, seminator de ~ : vlaszaaier
lino, recoltar ~ : vlastrekken
lino, recoltator de ~ : vlastrekker
lino, macerar ~ : vlas roten
lino, maceration de ~ : roting van vlas
lino, macerator de ~ : vlasroter
lino, commercio de ~ : vlashandel
lino, commerciante de ~ : vlashandelaar
lino /sub/ : linnen, linnengoed
lino, industria de ~ : linnenindustrie
lino, texitor de ~ : linnenwever
lino, camera (camera) de ~ : linnenkamer
lino, papiro de ~ : linnenpapier
lino, pressa de ~ : linnenpers
lino, pannello de ~ : linnen doek, linnen lap
lino, tela de ~ : vlaslinnen
lino, tincturero/tinctor de ~ : linnenverver
lino, tinctureria (tinctureria) de ~ : linnenververij
lino, ~ natural : naturel linnen
lino, ~ de hotel : hotellinnen
lino, ~ a calandrar : mangelgoed
lino, amidar le ~ : het linnen stijven
liquide /adj/ : vloeibaar
liquide, alimentos/nutrimento ~ : vloeibaar voedsel
liquide, multo ~ : dunvloeibaar
liquide, sapon ~ : vloeibare zeep
liquide, gas ~ : vloeibaar gas
liquide, stercore ~ : gier
liquide, stato ~ : vloeibare (aggregatie)toestand
liquide, nitrogeno (nitrogeno) ~ : vloeibare stikstof
liquide, corrector ~ : correctielak
liquide /adj/ : FINANCIAS vlottend, liquide, gereed
liquide, moneta ~ : contant geld
liquide, activo ~ : liquide middelen
liquide /adj/ : PHONETICA
liquide, consonante ~ : vloeiende medeklinker, liquida
liquido /sub/ : vloeistof, vocht
liquido, ~ antigelo : antivries(middel)
liquido, ~ refrigerante : koelvloeistof, koelmiddel
liquido, ~ correctori : correctielak
liquido, ~ amniotic : vruchtwater
liquido, ~ intercellular : intercellulair vocht
liquido, ~ de injection : injectievloeistof
liquido, gutta de ~ : vloeistofdruppel
liquido, film (A) de ~ : vloeistoffilm
liquido, refrigeration per ~ : vloeistofkoeling
liquido, columna/colonna de ~ : vloeistofkolom/zuil
liquido, strato de ~ : vloeistoflaag
liquido, percentage de ~ : vloeistofgehalte
liquido, mixtura de ~s : vloeistofmengsel
liquido, superficie del ~ : vloeistofoppervlak/spiegel
liquido /sub/ : FINANCIAS contant geld
lisie /adj/ : glad, gestreken, gepolijst, glanzend
lisie, fronte ~ : glad voorhoofd
lisie, pelle ~ : zachte/gladde huid
lisie, petra ~ : gladde steen
lisie, villuto ~ : effen fluweel
lisie, a/de pilo ~ : gladharig
lisie, anello ~ de auro : gladde gouden ring
lisie, pneu(matico) ~ : band zonder profiel, gladde band
lisie, ~ como un speculo : spiegelglad
lista /sub/ : zelfkant (van textiel), boord
lista /sub/ : strook, band, reep (van textiel/papier, etc.)
lista, ~ de base : plint
lista, ~ de ferro : bandijzer
lista, ~ de bosco : bosrand
lista /sub/ : gekleurde streep (op stoffen)
lista /sub/ : lijst, staat
lista, ~ de presentia : presentielijst
lista, ~ electoral : verkiezingslijst
lista, ~ de candidatos : kandidatenlijst
lista, ~ de passageros : passagierslijst
lista, ~ de mortos : dodenlijst
lista, ~ de vinos : wijnkaart
lista, ~ de salarios : loonlijst
lista, ~ nigre : zwarte lijst
lista, ~ del revindicationes : eisenpakket
lista, ~ civil : civiele lijst, inkomen van het staatshoofd
lista, ~ de attender : wachtlijst
lista, inscriber un persona in un ~ : iemand op een lijst zetten
lista, rader un persona de un ~ : iemand van een lijst schrappen
lista, su nomine aperi le ~ : zijn naam staat bovenaan de lijst
lista /sub/ : COMPUTATOR lijst
litore /sub/ : kust
litore, ~ rectilinee : rechte kustlijn
litore, naufragar al ~ : stranden
litore, naufragio al ~ : stranding
littera (littera) /sub/ : letter
littera (littera), ~ minuscule : kleine letter
littera (littera), ~ majuscule/capital : hoofdletter
littera (littera), ~ initial : beginletter
littera (littera), ~ final : eindletter
littera (littera), ~ de impression : drukletter
littera (littera), ~ italic/cursive : cursieve letter
littera (littera), ~ umbrate : schaduwletter
littera (littera), ~ ornamental : sierletter
littera (littera), ~s del alphabeto : letters van het alfabet
littera (littera), remaner ~ morte : een dode letter blijven
littera (littera), ~ adhesive : plakletter
littera (littera), esser scribite in ~s de auro : met gouden letters geschreven staan
littera (littera), esser scribite in ~s de sanguine : met bloed geschreven staan
littera (littera), secundo le ~ del lege : naar de letter van de wet
littera (littera), le ~ e le spirito (spirito) (del lege) : de letter en de geest (van de wet)
littera (littera), funditor de ~s : lettergieter
littera (littera), funderia (funderia) de ~s : lettergieterij
littera (littera), combination de ~s : lettercombinatie
littera (littera), interpretation al pede del ~ : letterlijke interpretatie/opvatting
littera (littera) /sub/ : brief
littera (littera), ~ amorose/de amor : liefdesbrief
littera (littera), ~ per avion : luchtpostbrief
littera (littera), ~ de licentiamento/de dimission : ontslagbrief
littera (littera), ~ de introduction/de presentation : introductiebrief
littera (littera), ~ de recommendation : aanbevelingsbrief
littera (littera), ~ con valor indicate : brief met aangegeven waarde
littera (littera), ~ commercial/mercantil/de affaires : handelsbrief
littera (littera), ~ anonyme (anonyme) : anonieme brief
littera (littera), ~ circular : rondschrijven, circulaire
littera (littera), ~ pastoral : herderlijke brief
littera (littera), ~ aperte : open brief
littera (littera), ~ de credentia : geloofsbrief
littera (littera), ~ de reclamation : bezwaarschrift
littera (littera), ~ autographe (autographe) : eigenhandig geschreven brief
littera (littera), ~ expresse/urgente : expresbrief
littera (littera), excambio de ~s : briefwisseling
littera (littera), ~ de cambio : wissel
littera (littera), papiro a/de ~/pro ~s : briefpapier
littera (littera), testa/capite (capite) de ~ : briefhoofd
littera (littera), modello de ~ : briefmodel
littera (littera), excambiar ~s : corresponderen
littera (littera), scriber ~s : brieven schrijven
littera (littera), inviar ~s : brieven sturen
littera (littera), jectar ~s in le cassa de ~s : brieven op de bus doen
littera (littera), facer sequer un ~ : een brief nasturen
littera (littera), postar ~s : brieven posten
littera (littera), registrar/recommendar un ~ : een brief aantekenen
littera (littera), ~ registrate/recommendate : aangetekende brief
littera (littera), 3 : letteren, letterkunde, literatuur
littera (littera), homine de ~s : letterkundige
littera (littera), le belle ~s : de schone letteren
littera (littera), facultate de ~s : letterenfaculteit
littera (littera), ~s moderne : moderne letterkunde
littera (littera), ~s classic : klassieke letteren
livrar /v/ : leveren, afleveren, bezorgen
livrar, ~ a domicilio : thuis bezorgen
livrar /v/ : overgeven, overleveren, uitleveren
livrar, ~ un persona al policia (policia)/al justitia : iemand aan de politie/aan het gerecht overleveren
lo /pron pers/ : het, hem
lo, Ecce le casa. Io ~ vide : Ik zie het
local /adj/ : plaatselijk, lokaal, buurt..., streek...
local, color ~ : couleur locale, lokale kleur
local, hora/tempore ~ : plaatselijke tijd
local, anesthesia (anesthesia) ~ : plaatselijke verdoving
local, pluvias ~ : plaatselijke buien, hier en daar een bui
local, ferrovia (ferrovia) ~ : lokaalspoorweg
local, traino ~ : lokaaltrein, lokaaltje
local, servicio ~ : lokaaldienst
local, circulation/traffico ~ : lokaalverkeer, plaatselijk verkeer
local, population ~ : plaatselijke bevolking
local, uso ~ : plaatselijk gebruik
local, de interesse ~ : van plaatselijk belang
local /sub/ : lokaal, zaal, ruimte
local, ~ commercial/professional : bedrijfsruimte
local, ~ de recreation : ontspanningslokaal
local, ~ de dansa : dansgelegenheid
local, ~ de classe : klasselokaal
locar /v/ : plaatsen, neerzetten
locar /v/ : verhuren
locar, le proprietario loca le casa a un locatario : de eigenaar verhuurt het huis aan een huurder
locar, ~ su servicios como obrero agricole : zich als landarbeider verhuren
locar /v/ : huren, pachten
locar, ~ un bicycletta : een fiets huren
locar, a ~ : te huur
loco /sub/ : plaats, plek, oord
loco, ~ criminal/del delicto : plaats van het misdrijf
loco, complemento (adverbial) de ~ : bijwoordelijke bepaling van plaats
loco, ~ de nascentia : geboorteplaats
loco, ~ de peregrinage : bedevaartsoord
loco, ~ de reposo : rustoord
loco, ~ de travalio/de labor : werkplek
loco, unitate de ~ : eenheid van plaats
loco, ~ geometric : meetkundige plaats
loco, Locos Sancte : Heilige Plaatsen
loco, ~ commun : gemeenplaats
loco, in ~ de : in plaats van
loco, in prime ~ : in de eerste plaats
loco, facer ~ : plaats maken
loco, haber ~ : plaats hebben
loco, dar ~ a : aanleiding geven tot
longe /adj/ : lang (van ruimte), langwerpig, hoog (van gestalte)
longe /adj/ : lang (van tijd), langdurig
longe, al ~ : op den duur
longe /adj/ : lang, breedvoerig
longe /adj/ : reeds lang bestaand
longe /adj/ : lang (zich ver in de toekomst uitstrekkend)
longe, a ~ termino (termino) : op lange termijn
longe /adv/ : ver, ver weg
longe, de ~ : van ver, van een afstand
longe, al ~ : op den duur
longe, esser ~ de imaginar se que : in de verste verte niet vermoeden dat
longitude /sub/ : lengte
longitude, un metro de ~ : een meter lang
longitude, ~ de unda : golflengte
longitude, unitate de ~ : lengteëenheid
longitude /sub/ : (geografische) lengte
longitude, grado de ~ : lengtegraad
longitude, ~ geographic : geografische lengte
longitude, ~ occidental/west : westerlengte
longitude, ~ heliocentric : heliocentrische lengte
lontan /adj/ : ver, verwijderd, afgelegen
lontan, China {sj} es un pais ~ : China is een ver land
lontan, futuro ~ : verre toekomst
lontan, passato ~ : ver verleden
lor /pron poss/ : hun
los /pron pers/ : ze, deze (lijdend of meewerkend voorwerp, van dingen of dieren)
luce /sub/ : licht
luce, ~ debile : zwak licht
luce, ~ homogene : homogeen licht
luce, ~ false : vals licht
luce, ~ intense : fel licht
luce, ~ actinic : actinisch licht
luce, ~ inactinic : niet-actinisch licht
luce, ~ diurne/del jorno : daglicht
luce, ~ matinal : morgenlicht
luce, ~ crepuscular : schemerlicht
luce, ~ del sol : zonlicht
luce, ~ celeste : hemellicht
luce, ~ artificial : kunstlicht
luce, ~ diffuse : diffuus/verstrooid licht
luce, ~ lateral : zijlicht
luce, ~ electric : elektrisch licht
luce, ~ stellar : sterrelicht
luce, ~ posterior : achterlicht
luce, ~ de stop : stoplicht
luce, ~ de neon : neonlicht
luce, ~ indirecte : indirect licht
luce, ~ polarisate : gepolariseerd licht
luce, ~ attenuate : getemperd licht
luce, ~s del proscenio : voetlicht
luce, ~ reducite : dimlicht
luce, reducer/assurdar le ~s : de lichten dimmen
luce, ~s del porto : havenlichten
luce, anno ~ : lichtjaar
luce, puncto de ~ : lichtpunt
luce, radio de ~ : lichtstraal
luce, fasce de ~ : lichtbundel
luce, refraction del ~ : lichtbreking
luce, fonte de ~ : lichtbron
luce, circulo de ~ : lichtkring
luce, effecto de ~ : lichteffect, lichtwerking
luce, resistentia al ~ : lichtechtheid
luce, resistente al ~ : lichtecht
luce, intensitate del ~ : lichtsterkte
luce, velocitate del ~ : lichtsnelheid
luce, propagation del ~ : propagation del luce
luce, jecto/fluxo de ~ : lichtstroom
luce, rete del ~ electric : lichtnet
luce, decomponer le ~ : het licht ontleden
luce, jectar un nove ~ super : een nieuw licht werpen op
luce, irradiar/emitter ~ : licht uitstralen/afgeven/uitzenden
luce, accender/connecter le ~ : het licht aandoen
luce, facer ~ : licht maken
luce, timer le ~ : het licht schuwen
luce, al ~ de : bij/in 't licht van
luce, al ~ del die : op klaarlichte dag
luce, venir al ~ : aan het licht komen
luce, le joco del umbra e del ~ : het spel van licht en schaduw
lucta /sub/ : strijd, gevecht, worsteling
lucta, ~ cruel : bittere strijd
lucta, ~ dur : harde strijd
lucta, ~ inequal : ongelijke strijd
lucta, ~ homeric : homerische strijd
lucta, ~ interior : innerlijke strijd
lucta, ~ pro le existentia/pro le vita : strijd om het bestaan
lucta, ~ pro le independentia : onafhankelijkheidsstrijd
lucta, ~ del classes : klassenstrijd
lucta, ~ del racias : rassenstrijd
lucta, ~ del interesses : belangenstrijd
lucta, ~ armate : gewapende strijd
lucta, ~ final : eindstrijd
lucta, ~ de gallos : hanengevecht
lucta, ~ de partito : partijstrijd
lucta, ~ antituberculose : tuberculosebestrijding
lucta, ~ contra le disoccupation : werkloosheidsbestrijding
lucta, ~ anticancerose/contra le cancere : kankerbestrijding
lucta, ~ contra le alcoholismo : drankbestrijding
lucta, ~ contra le peste : pestbestrijding
lucta, ~ contra le aqua : strijd tegen het water
lucta, ~ pro le poter/de influentia : machtsstrijd
lucta, ~ a vita e a morte : strijd op leven en dood
lucta, ~ electoral : stembusstrijd
lucta, ~ sanguinari : bloedige strijd
lucta, ~ del investituras : investituurstrijd
lucta, ingagiar/comenciar le ~ : de strijd aanbinden
lucta, evitar le ~ : de strijd ontwijken
lucta, abandonar le ~ : de strijd opgeven
lucta /sub/ : SPORT het worstelen
lucta, schola de ~ : worstelschool
lucta, exercitio de ~ : worsteloefening
lucta, match (A) de ~ : worstelwedstrijd
luctar /v/ : strijden, vechten, worstelen
luctar, ~ contra le maladias (maladias)/morbos : ziekten bestrijden
luctar, ~ contra le sopor : vechten tegen de slaap
luctar, ~ con grande difficultates : met grote moeilijkheden worstelen
luctar, ~ pro le prime placia : om de eerste plaats strijden
luctar, ~ pro le libertate : voor de vrijheid strijden
luctar /v/ : SPORT worstelen
luctar, ~ in le fango : modderworstelen
lumine /sub/ : licht (anque FIGURATE)
lumine, ~ diurne/del jorno/del die : daglicht
lumine, ~ matinal : morgenlicht
lumine, ~ crepuscular : schemerlicht
lumine, ~ del sol : zonlicht
lumine, ~ celeste : hemellicht
lumine, fonte de ~ : lichtbron
lumine, ~ artificial : kunstlicht
lumine, ~ electric : elektrisch licht
lumine, ~ diffuse : diffuus/verstrooid licht
lumine, Seculo del ~s : Eeuw van de Verlichting
lumine, Sia le ~! : Daar zij licht!
lumine, ~s del proscenio : voetlicht
lumine, ~ lateral : zijlicht
lumine, ~ polarisate : gepolariseerd licht
lumine, ~ attenuate : getemperd licht
lumine, ~ posterior : achterlicht
lumine, ~de stop : stoplicht
lumine, ~ indirecte : indirect licht
lumine, ~ reducite : dimlicht
lumine, assurdar/reducer le ~ : het licht dimmen
lumine, ~s del porto : havenlichten
lumine, puncto de ~ : lichtpunt
lumine, radio de ~ : lichtstraal
lumine, fasce de ~ : lichtbundel
lumine, refraction del ~ : lichtbreking
lumine, fonte de ~ : lichtbron
lumine, circulo de ~ : circulo de lumine
lumine, effecto de ~ : lichteffect, lichtwerking
lumine, resistente al ~ : lichtecht
lumine, resistentia al ~ : lichtechtheid
lumine, intensitate del ~ : lichtsterkte
lumine, rete del ~ electric : lichtnet
lumine, anno ~ : lichtjaar
lumine, ~ stellar : sterrelicht
lumine, velocitate del ~ : lichtsnelheid
lumine, propagation del ~ : voortplanting van het licht
lumine, jecto/fluxo de ~ : lichtstroom, stroom licht
lumine, timer le ~ : het licht schuwen
lumine, irradiar/emitter : licht uitstralen/geven
lumine, facer ~ : licht maken
lumine, al ~ de : bij/in het licht van
lumine, venir al ~ : aan het licht komen
lumine, jectar ~ super : licht werpen op
lumine, timer le ~ : het licht schuwen
lumine, permeabile al ~ : lichtdoorlatend
lumine, ubi es le button/interruptor del ~? : waar zit het knopje van het licht?
luna /sub/ : maan
luna, radio de ~ : manestraal
luna, ~ nove, nove ~ : nieuwe maan
luna, medie ~ : halve maan
luna, phase del ~ : maangestalte, maanfase
luna, lumine/luce del ~ : maanlicht
luna, superficie del ~ : maanoppervlak
luna, satellite (satellite) del ~ : maansatelliet
luna, disco del ~ : maanschijf
luna, atlas (atlas) del ~ : maanatlas
luna, orbita (orbita) del ~ : maanbaan
luna, monte del ~ : maanberg
luna, position del ~ : maanstand
luna, petra del ~ : maansteen
luna, tremor de ~ : maanbeving
luna, habitante del ~ : maanbewoner
luna, carta/mappa del ~ : maankaart
luna, photo(graphia (graphia)) del ~ : maanfoto
luna, description del ~ : maanbeschrijving
luna, expedition al ~ : maanexpeditie
luna, atterrage super (super) le ~ : maanlanding (van vaartuig)
luna, disbarcamento super (super) le ~ : maanlanding (van personen)
luna, ~ artificial : kunstmaan
luna, ~ de melle : wittebroodsweken
luna, il face ~, le ~ brilla : de maan schijnt
luna, le ~ se leva : de maan komt op
luna, le ~ cresce : de maan wast
luna, le ~ discresce : de maan neemt af
luna /sub/ : gril
luna, haber ~s : grillen hebben
lunch /sub/ : lunch
lunch, ~ de labor/travalio : werklunch
lunch, platto de ~ : lunchgerecht
lunch, preparar/apprestar/facer le ~ : de lunch klaarmaken
lunch, durante le ~ : onder de lunch
lunedi (lunedi) /sub/ : maandag
lunedi (lunedi), ~ de pascha : paasmaandag
lunedi (lunedi), jornal de ~ : maandagse krant, krant van maandag
ma /conj/ : maar
ma, non solmente... ma alsi (alsi) : niet alleen ... maar ook
machina (machina) /sub/ : machine, werktuig, apparaat, instrument, toestel
machina (machina), ~ a/de tonder/falcar : maaimachine
machina (machina), ~ a/de crampar : nietmachine
machina (machina), ~ a/de scriber : schrijfmachine
machina (machina), ~ a/de calcular : rekenmachine
machina (machina), ~ a/de summar/adder : telmachine
machina (machina), ~ a/de suer : naaimachine
machina (machina), ~ a/de filar : spinmachine
machina (machina), ~ a/de lavar : wasmachine
machina (machina), ~ a/de lavar plattos : vaatwasmachine
machina (machina), ~ a/de traducer : vertaalmachine
machina (machina), ~ a/de tricotar : breimachine
machina (machina), ~ a/de vapor : stoommachine
machina (machina), ~ electric : elektrische machine
machina (machina), ~ partinive/removenive : sneeuwploeg, sneeuwruimer
machina (machina), ~ agricole/agrari : landbouwmachine
machina (machina), ~ compound (A) : compoundmachine
machina (machina), ~ infernal : helse machine
machina (machina), camera (camera)/sala/compartimento del ~(s) : machinekamer
machina (machina), scriptura a ~ : machineschrift
machina (machina), oleo pro ~s : machineolie
machina (machina), parco de ~s : machinepark
machina (machina), fabrica de ~s : machinefabriek
machina (machina), fabricante de ~s : machinefabrikant
machina (machina), constructor de ~s : machinebouwer, machineconstructeur
machina (machina), montar un ~ : een machine monteren
machina (machina), lubrificar/ingrassar un ~ : een machine smeren/invetten
machina (machina), examinar un ~ : een machine nazien
machina (machina), manear/operar un ~ : een machine bedienen
machina (machina), poner in marcha {sj} un ~ : een machine aanzetten
machina (machina), linguage de ~ : machinetaal
machineria (machineria) /sub/ : machinerie (samenstel van machines)
macula /sub/ : vlek
macula, ~ de fuligine : roetvlek
macula, ~ hepatic : levervlek
macula, ~ mongolic : mongolenvlek
macula, ~ vinose/de vino : wijnvlek
macula, ~ de oleo : olievlek
macula, ~ de sudor : zweetvlek
macula, ~ de grassia : vetvlek
macula, ~ de sanguine : bloedvlek
macula, ~ de mucor : schimmelvlek/plek
macula, ~ solar/del sol : zonnevlek
macula, cyclo del ~s solar/del sol : zonnevlekkencyclus
macula, ~ de infamia : schandvlek
macula, ~ de tinta : inktvlek
macula, ~ luminose/de lumine/de luce : lichtvlek
macula, ~ cec del oculo : blinde vlek van het oog
macula, levar un ~ : een vlek verwijderen
macula, sin ~ : vlekkeloos
macula, reputation sin ~ : vlekkeloze reputatie
macula, tu comportamento/conducta es un ~ pro le honor del familia : jouw gedrag is een vlek op de eer van de familie
maestro /sub/ : heer, meester, gebieder, heerser, patroon, baas, leider
maestro, ~ de ceremonias : ceremoniemeester
maestro, ~ de un can : baas van een hond
maestro, ~ de un populo : heerser over een volk
maestro, le ~ e le sclavo : de meester en de slaaf
maestro, ~ del casa : heer des huizes
maestro, ~ del stabulos : stalmeester
maestro, ~ del choro : koormeester
maestro, ~ de cappella : kapelmeester
maestro, le ~s del Kremlin : de heersers in het Kremlin
maestro, le oculo del ~ : het oog van de meester
maestro, esser ~ de su decisiones : zelf beslissingen nemen
maestro, esser ~ de su objecto : zijn onderwerp beheersen
maestro, esser ~ del situation : de toestand beheersen
maestro, esser ~ de su destino : het lot in zijn eigen hand hebben
maestro /sub/ : onderwijzer, (school)meester
maestro, ~ de schola : schoolmeester
maestro, ~ de musica : muziekleraar
maestro, ~ de ballet : balletmeester
maestro, ~ de ski : skileraar
maestro, ~ principal : hoofdonderwijzer
maestro, association de ~s : onderwijzersbond
maestro, diploma de ~ : onderwijzersakte
maestro, penuria de ~s : onderwijzersnood
maestro, formation de ~s : onderwijzersopleiding
maestro, salario de ~ : onderwijzerssalaris
maestro /sub/ : meester (in bepaalde beroepen)
maestro, ~ carpentero : meestertimmerman
maestro, ~ de scherma : schermmeester
maestro, obra ~ : meesterwerk
maestro, mano del ~ : meesterhand
maestro, grande ~ : grootmeester (schaken, etc.)
maestro, le grande ~s del schola hollandese : de Hollandse meesters
maestro, obtener le titulo de ~ : de meesterstitel behalen
magazin /sub/ : magazijn, opslagplaats, pakhuis, entrepôt
magazin, libro de ~ : magazijnboek
magazin, incendio de ~ : pakhuisbrand
magazin, personal de ~ : pakhuispersoneel
magazin /sub/ : winkel, zaak
magazin, ~ de flores : bloemenwinkel
magazin, ~ de discos : platenzaak
magazin, ~ de vestimentos : kledingzaak
magazin, ~ de confection : confectiewinkel
magazin, ~ de calceaturas/de calceos/de scarpas : schoenwinkel
magazin, ~ de joculos : speelgoedwinkel
magazin, ~ de musica : muziekwinkel
magazin, ~ specialisate : speciaalzaak
magazin, ~ de quartiero : buurtwinkel
magazin, ~ statal/del stato : staatswinkel
magazin, ~ car : dure winkel
magazin, campana de ~ : winkelbel
magazin, entrata de ~ : winkelingang
magazin, porta de ~ : winkeldeur
magazin, inventario de ~ : winkelinventaris
magazin, grande ~ : warenhuis
magazin, catena de ~es : winkelketen, winkelbedrijf
magazin, robamento/furto de ~(es) : winkeldiefstal
magazin, robator/fur de ~(es) : winkeldief
magazin, empleato de ~ : winkelbediende
magazin, tener un ~ : een winkel houden
magazin, vendita (vendita) in ~(es) : winkelverkoop
magazin /sub/ : MILITAR munitiekamer, munitiedepot
magazin /sub/ : tijdschrift, magazine
magia (magia) /sub/ : magie, toverkunst, toverij, hekserij
magia (magia), ~ blanc : witte magie, goochelkunst
magia (magia), ~ nigre : zwarte magie/kunst, toverij
magia (magia), mundo del ~ : toverwereld
magia (magia), exercer le ~ : toveren
magia (magia), como per ~ : als bij toverslag
magia (magia) /sub/ : FIGURATE betovering, bekoring
magia (magia), le ~ del amor : de betovering van de liefde
magic /adj/ : magisch, tover..., toverachtig
magic, arte ~ : toverkunst
magic, fortia/poter/virtute ~ : magische kracht, toverkracht
magic, potentia de attraction ~ : magische aantrekkingskracht
magic, lampa ~ : toverlamp
magic, speculo ~ : magische spiegel, toverspiegel, lachspiegel
magic, fonte ~ : toverbron
magic, lanterna ~ : toverlantaarn
magic, formula ~ : toverspreuk
magic, circulo ~ : tovercirkel/kring
magic, numero (numero) ~ : magisch getal
magic, quadrato ~ : magisch vierkant
magic, figura ~ : toverfiguur
magic, flauta ~ : toverfluit
magic, virga ~ : toverstaf
magic, cassa ~ : toverdoos
magic, herba ~ : toverkruid
magic, parola ~ : toverwoord
magic, fortia ~ : magische kracht
magic, oculo ~ : toveroog, magisch oog
magic, jardin ~ : tovertuin
magic, potion ~ : toverdrank
magic, realismo ~ : magisch realisme
magre /adj/ : mager, dun
magre, corpore ~ : mager lichaam
magre /adj/ : mager (met weinig vet)
magre, carne ~ : mager vlees
magre, lardo ~ : mager/doorregen spek
magre, costas de bove ~ : magere riblappen
magre, caseo ~ : magere kaas
magre, die ~ : vastendag
magre /adj/ : karig, schraal, mager, niet groot
magre, vegetation ~ : geringe plantengroei
magre, salario ~ : karig/pover salaris
magre, solo ~ : onvruchtbare grond
magre, resultatos ~ : magere resultaten
magre, consolation ~ : magere/schrale troost
magre, character (character) ~ : magere drukletter
magre, calce ~ : magere kalk
magre, argilla ~ : magere klei
maio /sub/ : mei
maio, butyro de ~ : meiboter, grasboter
maio, pluvia de ~ : meiregen
maio, sol de ~ : meizon
maio, arbore de ~ : meiboom
maio, nocte de ~ : meinacht
maio, mense de ~ : meimaand
maio, ceresia de ~ : meikers
maio, festa de Prime Maio : meifeest
maio, manifestation de Prime Maio : meibetoging
major /adj/ : groter, grootst, belangrijkst, voornaamst, gewichtigst
major, fortia ~ : overmacht, force majeur
major, in ~ mesura/grado : in meerdere mate
major, in su ~ parte : grotendeels
major, le ~ parte de : het grootste deel van, de meeste
major, le ~ parte del tempore : meestal
major, altar ~ : hoofdaltaar
major, bombylio ~ : wolvlieg
major, stato ~ : generale staf
major, carta del stato ~ : stafkaart
major, vela ~ : grootzeil
major, valvula ~ : hoofdkraan
major /adj/ : MUSICA majeur
major, sonar in modo ~ : in majeur spelen
major /adj/ : JURIDIC meerderjarig, volwassen
major /sub/ : MILITAR majoor
major, uniforme de ~ : majoorsuniform
major /sub/ : oudere persoon
major /sub/ : MUSICA majeur
mal /adj/ : slecht, kwaad, kwaad...
mal, le ~ oculo : het boze oog
mal, le ~ via : het slechte pad
mal, ~ jocator : slechte verliezer
mal, ~ voluntate : onwil
mal, ~ pagator : wanbetaler
mal, ~ tempores : slechte tijden
mal, ~ stato : slechte toestand, verval, bouwvalligheid
mal, de ~ fama : een slechte naam/reputatie hebbend, berucht
mal, de ~ augurio : onheilspellend, dreigend
mal, de ~ in pejor : van kwaad tot erger
mal /adv/ : slecht, verkeerd
mal, cader ~ : slecht vallen, niet goed uitkomen
mal, sentir se ~ : zich onwel/niet goed voelen
mal, comprender/intender ~ un cosa : iets verkeerd begrijpen
mal, ~ accordate : vals
mal, de ~ in pejo : van kwaad tot erger
mal /sub/ : het kwade, het slechte
mal, le ben e le ~ : goed en kwaad
mal, ~ indispensabile : noodzakelijk kwaad
mal, castigar le ~ : het kwaad bestraffen
mal, combatter le ~ : het kwaad bestrijden
mal, extirpar le ~ : het kwaad uitroeien
mal, render le ~ pro le ~ : kwaad met kwaad vergelden
mal, facer ~ a un persona : iemand kwaad doen
mal, facer plus de ~ que de ben : meer kwaad dan goed doen
mal, non vider necun ~ : ergens geen kwaad in zien
mal, il non ha necun ~ in illo : daar steekt geen kwaad in
mal, illa non vole facer ~ a nemo : zij bedoelt daar geen kwaad mee
mal, delivra nos del ~! : verlos ons van het kwaad!
mal /sub/ : ziekte, kwaal
mal, ~ caduc : vallende ziekte
mal, ~ de mar : zeeziekte
mal, ~ de aere (aere)/de aviatores : luchtziekte
mal, ~ de pais : heimwee
mal, un remedio contra tote sorta de ~es : een geneesmiddel tegen allerlei kwalen
mal, ~ del seculo : "Weltschmerz"
mal /sub/ : pijn, smart
mal, ~ de capite (capite)/de testa : hoofdpijn
mal, ~ de gorga/de gurgite (gurgite) : keelpijn
mal, ~ de dentes : kiespijn
mal, ~ de amor : minnepijn
malade /adj/ : ziek, ongesteld, aangetast, rot
malade, arbore ~ : aangetaste boom
malade, dente ~ : rotte tand
malade, spirito (spirito) ~ : gestoorde geest
maladia (maladia) /sub/ : ziekte, aantasting, bederf
maladia (maladia), ~ mental : geestesziekte
maladia (maladia), ~ professional : beroepsziekte
maladia (maladia), ~ allergic : allergische ziekte
maladia (maladia), ~ hereditari : familiekwaal
maladia (maladia), ~ epidemic : epidemische ziekte
maladia (maladia), ~ imaginari : ingebeelde ziekte
maladia (maladia), ~ infantil : kinderziekte
maladia (maladia), ~ cardiac (cardiac)/del corde : hartkwaal
maladia (maladia), ~ pulmonar : longziekte
maladia (maladia), ~ hepatic : leverziekte
maladia (maladia), ~ infectuose/infective/contagiose : infectieziekte
maladia (maladia), ~ chronic/prolongate : slepende ziekte
maladia (maladia), ~ nervose/del nervos : zenuwziekte
maladia (maladia), ~ gynecologic : vrouwenziekte
maladia (maladia), ~ vascular : vaatziekte
maladia (maladia), ~ gastric/stomachal/de stomacho (stomacho) : maagkwaal
maladia (maladia), ~ del sanguine : bloedziekte
maladia (maladia), ~ del somno : slaapziekte
maladia (maladia), ~ tropical/del tropicos : tropenziekte
maladia (maladia), ~ del ulmas : iepziekte
maladia (maladia), ~ incurabile/insanabile/immedicabile/irremediabile : ongeneeslijke ziekte
maladia (maladia), ~ simulate : geveinsde ziekte
maladia (maladia), ~ de deficientia : gebreksziekte
maladia (maladia), ~ viral : virusziekte
maladia (maladia), ~ del vetulessa : ouderdomskwaal
maladia (maladia), caso de ~ : ziektegeval
maladia (maladia), subsidio de ~ : ziektegeld
maladia (maladia), predisposition a un ~ : aanleg voor een ziekte
maladia (maladia), curar ~s : ziekten genezen
maladia (maladia), luctar contra le ~s : ziekten bestrijden
maladia (maladia), attrappar/contraher/contractar un ~ : een ziekte oplopen
malgrado /prep/ : ondanks, niettegenstaande
malgrado, ~ toto : ondanks alles
mancar /v/ : ontbreken, afwezig zijn, verstek laten gaan, verzuimen, te kort schieten
mancar, ~ de corde : geen hart hebben
mancar, ~ de corage : gebrek aan moed hebben
mancar, ~ a su deberes : in gebreke blijven
mancar, il non debe ~ un iota : er mag geen tittel aan ontbreken
mancar, ~ su salto : misspringen
mancar, ~ le occasion : de gelegenheid voorbij laten gaan
mancar, ~ su traino : zijn trein missen
mancar /v/ : gebrek hebben (aan)
manco /sub/ : gebrek, tekort, tekortkoming, lacune, leemte, manco
manco, ~ de aqua : watergebrek
manco, ~ de gusto : smakeloosheid
manco, ~ de interesse : gebrek aan belangstelling
manco, ~ de vitaminas : vitaminegebrek
manco, ~ de pecunia : geldgebrek
manco, ~ de oxygeno (oxygeno) : zuurstofgebrek
manco, ~ de tempore : tijdgebrek
manco, ~ de spatio : ruimtegebrek
manco, ~ de memoria : vergeetachtigheid
manco, ~ de perspicacia/perspicacitate : kortzichtigheid
manco, ~ de viveres/de productos alimentari : gebrek aan levensmiddelen
manco, per ~ de provas/probas : wegens gebrek aan bewijs
mandar /v/ : bevelen, gelasten
mandar, passion/fame de ~ : machtswellust
mandar /v/ : ontbieden, bij zich laten komen
mandar, ~ un prestre : een priester laten halen
mandar, ~ un teste : een getuige oproepen
manear /v/ : hanteren (van gereedschap, etc.), bedienen, gebruiken, omgaan (met)
manear, ~ le penna : de pen hanteren
manear, ~ le pincel : het penseel voeren
manear, ~ un machina (machina) : een machine bedienen
manear, ~ un arma : met een wapen omgaan
manear, difficile/dur a/de ~ : moeilijk te hanteren
manear, saper (como) ~ un cosa : met iets overweg kunnen
manear, saper (como) ~ un persona : iemand weten te bespelen
manear /v/ : africhten (van paarden), dresseren
mangiar /v/ : eten
mangiar, camera (camera) a/de ~ : eetkamer
mangiar, sala a/de ~ : eetzaal
mangiar, ~ a satietate : zich rond eten
mangiar, ~ cal(i)de : warm eten
mangiar, ~ se le ungulas : op zijn nagels bijten
mangiar, invitar a ~ : te eten vragen
mangiar, il es al hora de ~ : het is etenstijd
mangiar, al hora de ~ : onder etenstijd
mangiar /sub/ : het eten, maaltijd
mangiar, le ~ e le biber : eten en drinken
mangiar, le casa e le ~ : kost en inwoning
manico /sub/ : hecht, heft, steel, handvat(sel), greep, hals (van viool)
manico, ~ de scopa : bezemsteel
manico, ~ de cultello : mesheft
manico, ~ de coclear : lepelsteel
manico, ~ de hacha : bijlsteel
manico, ~ de martello : hamersteel
manico, ~ de pincel : penseelsteel
manico, ~ de lima : vijleheft
manico, berillos con ~ : face-à-main
manico, patella a ~ : steelpan
maniera /sub/ : manier, wijze
maniera, adverbio de ~ : bijwoord van wijze
maniera, ~s : manieren
maniera, ~s vulgar : onbeschaafde manieren
maniera, ~s raffinate : verfijnde manieren/omgangsvormen
maniera, bon/mal ~s : goede/slechte manieren
maniera, ~ de viver : levenswijze
maniera, ~ de pensar : denkwijze
maniera, ~ de argumentar : betoogtrant
maniera, de ~ que : zodat
maniera, in qualque ~ : enigszins
maniera, de nulle ~ : op geen enkele manier
maniera, del mesme ~ : op dezelfde manier
maniera, de/per un ~ o de/per un altere : op de een of andere manier
maniera, de qualcunque ~ : hoe dan ook
mano /sub/ : hand
mano, ~s callose : vereelte handen
mano, palma del ~ : handpalm
mano, dorso del ~ : rug van de hand
mano, cavo del ~ : holle van de hand
mano, le ~ del artista : de hand van de kunstenaar
mano, freno a/de ~ : handrem
mano, pumpa a/de ~ : handpomp
mano, serra a/de ~ : handzaag
mano, interruptor a ~ : handschakelaar
mano, labor/travalio a ~ : handwerk
mano, gesto/movimento de ~ : handbeweging
mano, sub ~ : onderhands, "in 't handje"
mano, del ~ al ~ : regelrecht, rechtstreeks
mano, de prime ~ : uit de eerste hand
mano, un ~ lava le altere : de ene hand wast de andere
mano, ~ dext(e)re : rechterhand
mano, scriber per le ~ dext(e)re : rechts(handig) schrijven
mano, ~ leve/sinistre : linkerhand
mano, scriber per le ~ leve/sinistre : links(handig) schrijven
mano, ~ infantil : kinderhand
mano, ~ sacrilege : schennende hand
mano, ~s in alto! : handen omhoog!
mano, movimento de ~ : handbeweging
mano, bagage a/de ~ : handbagage
mano, basio/osculo de ~ : handkus
mano, peso de ~ : halter
mano, perforator a/de ~ : handboor
mano, carretta de ~ : handkar
mano, granata a/de ~ : handgranaat
mano, portata de ~ : handbereik
mano, haber un cosa al portata del ~ : iets bij de hand hebben
mano, esser a portata de ~ : voor het grijpen liggen
mano, batter le ~s : in de handen klappen
mano, lavar se le ~s : zijn handen wassen
mano, venir al ~s : op de vuist gaan, handgemeen worden
mano, levar le ~ : de hand opsteken
mano, lassar le ~ libere a un persona : iemand de vrije hand laten
mano, peter/demandar le ~ de : dehand vragen van
mano, passar per multe ~s : door de handen van velen gaar
mano, esser in bon ~s : in goede handen zijn
mano, dar/stringer le ~ a un persona : iemand de hand geven/drukken/schudden
mano, de secunde ~ : tweedehands
mano, con ~ de ferro : met ijzeren hand
mano, con su proprie ~ : eigenhandig
mano, a plen ~s : met handenvol
mano, benes in ~(s) morte : goederen in de dode hand
mano, haber le ~s libere : de handen vrij hebben, de vrije hand hebben, vrij spel hebben
mano, haber le ~(s) in un cosa : de hand in iets hebben
mano, haber le ~s dur : hardhandig zijn
mano, dar un ~/prestar le/tender le ~ a un persona : iemand een handje helpen
mano, dar le ultime (ultime) ~ a : de laatste hand leggen aan
mano, mitter le ~ super (super) : de hand leggen op
mano, cader inter (inter)/in le ~s de : in handen vallen van
mano, leger (in) le lineas del ~ : de hand lezen
mano, levar le ~ contra un persona : de hand tegen iemand opheffen
mano, tender le ~ a un persona : iemand de hand reiken/toesteken
mano, prender a duo ~s : met beide handen aangrijpen
mano, passar de ~ in ~ : van hand tot hand gaan
mano, junger/cruciar le ~s : de handen vouwen
mano, conducer un persona per le ~ : iemand bij de hand leiden
mano, escappar de ~ : uit de hand lopen
mano, facite a ~ : met de hand gemaakt, handwerk
mano, scribite a ~ : met de hand geschreven
mano, suite a ~ : met de hand genaaid
mano, sacco a ~ : handtas
mano, cambiar/mutar de ~s : in andere handen overgaan
mano, passar in altere ~s : in andere handen overgaan
mano, demandar le ~ de un persona : de hand van iemand vragen
mano, poner in ~s de : ter hand stellen
mano, poner le ~ al obra : de hand aan de ploeg slaan
mano, poner le ~ in le foco pro : zijn hand in het vuur steken voor
mano, votar a ~ levate : stemmen bij handopsteken
mano, mangiar un pira con le ~s : een peer uit de hand eten
mano, fricar se le ~s : zich in de handen wrijven
mano, un pictura del ~ de Goya : een schilderij van Goya
mano, con le ~s in alto : met opgeheven handen
mano, con ~ firme : met vaste hand
mano, prisa de ~s : handdruk
mano, ~ de obra : mankracht, arbeidskracht
mano, ~ de obra disponibile : arbeidsreserve
mano, ~ de obra immigrate : gastarbeid, gastarbeiders
mano, ~ de obra interimari : uitzendkrachten
mano, cura del ~s : manicure
mano, curar le ~s : manicuren
mano, a ~ armate : gewapenderhand
mano, in un torno de ~ : in een handomdraai
mano /sub/ : SPORT handsbal, hands
mano, ~ involuntate : aangeschoten hands
mano /sub/ : handschrift
mano, haber un belle ~ : een mooi handschrift hebben
mano /sub/ : LIGATURA DE LIBROS katern, boek (25 vel papier)
mano, un ~ de papiro : een boek papier
mantello /sub/ : (over)jas, mantel
mantello, ~ de pluvia : regenjas
mantello, ~ de hiberno : winterjas
mantello, ~ de pellicia : pelsmantel/jas
mantello, ~ de vison : nertsmantel, minkmantel
mantello, ~ de armenio : hermelijnen mantel
mantello, ~ de jeans (A) : spijkerjas
mantello, ~ de/in loden : lodenjas
mantello, ~ parapulvere : stofjas
mantello, ~ del camino : schoorsteenmantel
mantello, mitter un ~ : een jas aantrekken
mantello, distachar {sj} su ~ : zijn jas losknopen
mantener /v/ : handhaven, (in stand) houden, behouden, bewaren, onderhouden
mantener, ~ su reputation : zijn reputatie ophouden
mantener, ~ le poter : de macht handhaven
mantener, ~ le ordine : de orde handhaven
mantener, ~ le disciplina : de tucht handhaven
mantener, ~ in marcha : aan de gang houden
mantener, ~ se al superficie : bovenblijven (niet zinken)
mantener, ~ fresc le flores : de bloemen fris houden
mantener, ~ relationes commercial/mercantil con : handelsbetrekkingen onderhouden met
mantener, ~ un tradition : een traditie in ere/stand houden
mantener, ~ un persona in vita : iemand in leven houden
mantener, ~ un persona in su function : iemand in zijn functie handhaven
mantener, ~ un familia : een gezin onderhouden
mantener, ~ un servicio : een dienst onderhouden
mantener, ~ su jardin : zijn tuin onderhouden
mantener /v/ : volhouden, staande houden (mening)
mantener, ~ su opinion : bij zijn mening blijven
mantener, ~ un promissa : een belofte houden
mantener, ~ su parola : zijn woord houden
mar /sub/ : zee
mar, ~ agitate : onstuimige zee
mar, ~ grosse : ruwe zee, hoge zee
mar, ~ calme/tranquille : kalme zee
mar, ~ platte : gladde zee
mar, ~ libere : vrije zee
mar, in alte ~, in plen ~ : in volle zee
mar, homine de ~ : zeeman
mar, gente de ~ : zeelui/lieden
mar, aqua de ~ : zeewater
mar, mal de ~ : zeeziekte
mar, haber le mal de ~ : zeeziek zijn
mar, compasso de ~ : zeekompas
mar, armea (armea) de ~ : marine
mar, nivello del ~ : zeeniveau
mar, dica de ~ : zeedijk
mar, delta de ~ : zeedelta
mar, ave de ~ : zeevogel
mar, tructa de ~ : zeeforel
mar, laro de ~ : zeemeeuw
mar, brema de ~ : zeebrasem
mar, monstro de ~ : zeemonster
mar, combatto de ~ : zeegevecht, zeeslag
mar, heroe (heroe) de ~ : zeeheld
mar, viage de ~ : zeereis
mar, serpente de ~ : zeeslang
mar, limace de ~ : zeeslak
mar, scuma/spuma de ~ : zeeschuim
mar, pisca de ~ : zeevisserij
mar, pisce de ~ : zeevis
mar, sablo/arena de ~ : zeezand
mar, porto de ~ : zeehaven
mar, costa del ~ : zeekust
mar, esclusa de ~ : zeesluis
mar, stricto de ~ : zeestraat, zeeëngte
mar, vento de ~ : zeewind
mar, stella de ~ : zeester
mar, leon de ~ : zeeleeuw
mar, planta de ~ : zeeplant
mar, spergula de ~ : zeespurrie
mar, ananas de ~ : zeeananas
mar, anguilla de ~ : zeepaling
mar, tremor ~ : zeebeving
mar, fundo del ~ : zeebodem
mar, aere del ~ : zeelucht
mar, ericio de ~ : zeeëgel
mar, bracio de ~ : zeearm
mar, lupo de ~ : 1 zeewolf, 2 zeebink
mar, hirundine de ~ : zeezwaluw
mar, alga de ~ : zeewier
mar, currente del ~ : zeestroming
mar, latere del ~ : zeekant, zeezijde
mar, superficie del ~ : zeeoppervlak, zeespiegel
mar, per ~ e per terra : te land en ter zee
mar, transporto per ~ : vervoer over zee
mar, ~ de foco : vuurzee
mar, ~ interne/interior : binnenzee
mar, ~ polar/glacial : poolzee
mar, Mar Nigre : Zwarte Zee
mar, Mar Morte : Dode Zee
mar, Mar del Nord : Noordzee
mar, Mar de Irlanda : Ierse Zee
mar, Mar de China {sj} Meridional : Zuidchinese Zee
mar, Mar de Bering : Beringzee
mar, Mar de Corallo : Koraalzee
mar, Mar Baltic : Oostzee
mar, Mar Caribe : Caribische Zee
mar, Mar Egee : Egeïsche Zee
mar, Mar de China : Chinese Zee
mar, Mar Caspie : Kaspische Zee
mar, Mar Adriatic : Adriatische Zee
mar, Mar Jalne : Gele Zee
mar, Mar Blanc : Witte Zee
mar, Mar Rubie : Rode Zee
mar, un ~ de sanguine : een grote plas bloed
mar, ~ de parolas : woordenvloed
mar, ~ de lacrimas (lacrimas) : vloed van tranen
mar, ~ del vita/del existentia : levenszee
mar, portar aqua al ~ : water naar de zee dragen
mar, fructos del ~ : eetbare zeevis en schaal- en schelpdieren, "fruits de mer"
mar, homine in ~! : man overboord!
mar, haber le dominio del ~ : de heerschappij ter zee hebben
marca (I) /sub/ : (ken)teken, merkteken, (ken)merk, stempel
marca (I), ~ distinctive : kenmerk, merkteken, herkenningsteken, onderscheidingsteken
marca (I), ~ typographic : drukkersteken
marca (I), ~ figurative : beeldmerk
marca (I), portar le ~s de un cosa : de kenmerken van iets dragen
marca (I), ~ de vino : wijnmerk
marca (I), ~ de auto(mobile) : automerk
marca (I), ~ transparente/de aqua : watermerk
marca (I), ~ de qualitate : keurmerk
marca (I), ~ incognite : onbekend merk
marca (I), a vostre ~(s)! preste! partir! : op uw plaatsen! klaar! af!
marca (I) /sub/ : bewijs, blijk, teken
marca (I), ~ de favor : gunstbetoon/bewijs
marca (I), ~ de respecto : eerbetoon
marca (I), ~ de confidentia : blijk van vertrouwen
marca (I), le malado ha recipite multe ~s de sympathia (sympathia) : de patiënt ontving vele blijken van belangstelling
marca (I) /sub/ : (waar)merk, (keur)merk, waarborg(merk), handelsmerk
marca (I), producto de ~ : merkartikel
marca (I), ~ commercial/de commercio : handelsmerk
marca (I), ~ de fabrica : fabrieksmerk
marca (I), ~ discographic : platenmerk, platenlabel
marca (I), ~ (de fabrica) registrate/depositate : gedeponeerd fabrieksmerk
marca (I), lege de ~s commercial : merkenwet
marca (I), derecto de ~s : merkenrecht
marca (I), de ~ superior : van uitstekende kwaliteit
marca (I), vino de ~ : uitstekende wijn
marca (I) /sub/ : prent, spoor, afdruk, indruk
marca (I), ~s de digitos (digitos) : vingerafdrukken
marca (I), ~s de passos in le nive : voetsporen in de sneeuw
marca (I), ~ de variola (variola) : pokput
marca (I), ~s de vitros in un tabula : kringen van glazen in een tafelblad
marca (I) /sub/ : stempel (instrument), merktang
marca(II) /sub/ : mark, grensgewest, grensgebied
marcar /v/ : markeren, aanduiden, aangeven, aanwijzen, merken
marcar, ~ per un cruce : aankruisen
marcar, ~ per un tracto : aanstrepen
marcar, ~ per un puncto : aanstippen
marcar, ~ de tinta : inkten
marcar, ~ le contornos de un cosa : de contouren van iets aangeven
marcar, tinta pro ~ : merkinkt
marcar, marcate de variolas : pokdalig
marcar, ~ un goal : een doelpunt maken
marcer /sub/ : BOTANICA verwelken, verdorren
marina /sub/ : zeewezen, zeevaart, marine, vloot, zeemacht
marina, ~ de guerra : oorlogsvloot, oorlogsmarine
marina, ~ mercante/mercantil/commercial/de commercio : handelsvloot, koopvaardij
marina, capitano del ~ mercante : koopvaardijkapitein
marina, officiero de ~ : marine-officier
marina, attaché (F) de ~ : marine-attaché
marina, base del ~ : marinebases
marina, ministerio de ~ : ministerie van marine
marina, infanteria (infanteria) de ~ : mariniers
marina, avion/aeroplano de ~ : marinevliegtuig
marina, nave/vascello del ~ : marinevaartuig
marina, budget (A) del ~ : marinebegroting
marina, recruta del ~ : marinerekruut
marina /sub/ : PICTURA zeegezicht
marina, pictor de ~s : zeeschilder
marita /sub/ : echtgenote
marita /sub/ : bruid
maritage /sub/ : huwelijk, echtverbintenis
maritage, certificato/acto de ~ : huwelijksakte
maritage, contracto de ~ : huwelijkscontract
maritage, projectos de ~ : huwelijksplannen
maritage, offerta de ~ : huwelijksaanzoek
maritage, impedimento de ~ : huwelijksbeletsel
maritage, promissa de ~ : huwelijksbelofte
maritage, ceremonia de ~ : trouwplechtigheid
maritage, annuncio de ~ : huwelijksadvertentie
maritage, registro del ~s : huwelijksregister
maritage, photo(graphia (graphia)) de ~ : trouwfoto
maritage, ~ infantil : kinderhuwelijk
maritage, per ~ : aangetrouwd
maritage, ~ civil : burgerlijk huwelijk
maritage, ~ religiose : kerkelijk huwelijk
maritage, ~ mixte : gemengd huwelijk
maritage, ~ legitime (legitime) : wettig huwelijk
maritage, ~ illegitime (illegitime) : onwettig huwelijk
maritage, legitimitate de un ~ : wettigheid van een huwelijk
maritage, ~ consanguinee : huwelijk tussen bloedverwanten
maritage, ~ de ration : verstandshuwelijk
maritage, ~ blanc : platonisch huwelijk
maritage, ~ per procuration : huwelijk bij volmacht/met de handschoen
maritage, ~ de gruppo : groepshuwelijk
maritage, ~ sterile : kinderloos huwelijk
maritage, ~ fortiate : gedwongen huwelijk
maritage, contraher/contractar un ~ : een huwelijk sluiten
maritage, contraction de un ~ : sluiting van een huwelijk
maritage, dissolver/disfacer un ~ : een huwelijk ontbinden
maritage, dissolution de un ~ : ontbinding van een huwelijk
maritar /v/ : in de echt verbinden, uithuwelijken, ten huwelijk geven
maritar, ~ se : trouwen, in het huwelijk treden, huwen
maritar, ~ se con : trouwen met
maritar, ~ se religiosemente : in de kerk trouwen
maritar, ~ se civilmente : voor de wet trouwen
maritar, ~ se per procuration : met de handschoen trouwen
maritar, appetente/desirose/desiderose de - se : trouwlustig
marito /sub/ : bruidegom
marito /sub/ : echtgenoot
marito, ex-marito : voormalige echtgenoot
marito, trovar un ~ : aan de man komen
marmita /sub/ : kookpot, kookketel, kookpan
marmita, ~ de suppa : pan soep
marmita, ansa de un ~ : oor van een pan
marmita, 2 : hogedrukpan, snelkookpan, snelkoker
martedi (martedi) /sub/ : dinsdag
martedi (martedi), ~ grasse/de carnaval : vastenavond
martello /sub/ : hamer
martello, ~ a dentes : klauwhamer
martello, ~ rotunde/ronde : bolhamer
martello, ~ punctate/punctute : drevelhamer
martello, ~ a reflexos : reflexhamer
martello, ~ pneumatic : luchthamer, pneumatische hamer
martello, ~ a/de vapor : stoomhamer
martello, ~ perforator : boorhamer
martello, ~ a/de rivetar : klinkhamer
martello, ~ a/de percussion : percussiehamer
martello, ~ de porta : deurklopper
martello, colpo de ~ : hamerslag
martello, testa/capite (capite) del ~ : hamerkop
martello, manico de ~ : hamersteel
martello, in forma de ~ : hamervormig
martello, le falce e le ~ : hamer en sikkel
martello, lanceamento del ~ : kogelslingeren
martello, lanceator del ~ : kogelslingeraar
martello /sub/ : hamerkop (van haai)
martello, squalo ~ : hamerhaai
martio /sub/ : maart
martio, pluvias de ~ : maartse buien
mascule /adj/ : mannelijk
mascule, voce ~ : mannenstem
mascule, fortia ~ : mannenkracht
mascule, choro ~ : mannenkoor
mascule, animal ~ : mannetjesdier, mannetje
mascule, can ~ : reu
mascule, anate (anate) ~ : woerd
mascule, ape ~ : dar
mascule, pipion ~ : doffer
mascule, agno ~ : ramlam
mascule, filice (filice) ~ : mannetjesvaren
mascule, communitate ~ : mannengemeenschap
masculo /sub/ : mannelijk persoon, mannelijk dier (mannetje)
masculo, ~ de oca : ganzerik
massa (I) /sub/ : knots, knuppel, HISTORIA goedendag
massa (I), colpo de ~ : knotsslag
massa (I), ~ de golf : golfclub, golfstok
massa (I), ~ plumbate : ploertendoder
massa (I), ~ de Hercules (Hercules) : herculesknots
massa (I) /sub/ : moker, voorhamer, drijfhamer, klophamer
massa (I), colpo de ~ : mokerslag
massa (I) /sub/ : scepter, staf
massa (II) /sub/ : massa, massief stuk, klomp, blok
massa (II), ~ de carne : vleesklomp
massa (II), ~ de aqua : watermassa
massa (II), ~ compacte : dichte massa
massa (II), ~ cerebral/cephalic : hersenmassa
massa (II) /sub/ : PHYSICA massa
massa (II), ~ inerte : trage massa
massa (II), ~ de un puncto material : puntmassa
massa (II), ~ del proton/del neutron/del electron : massa van het proton/van het neutron/van het elektron
massa (II), particula de ~ : massadeeltje
massa (II), ~ critic : kritische massa
massa (II), kilogramma-massa : kilogrammassa
massa (II), numero (numero) de ~ : massagetal
massa (II), spectrometro (spectrometro) de ~ : massaspectrometer
massa (II), spectrographo (spectrographo) de ~ : massaspectrograaf
massa (II), spectrographia (spectrographia) de ~ : massaspectrografie
massa (II) /sub/ : ELECTRICITATE massa
massa (II), filo de ~ : massadraad
massa (II) /sub/ : massa, menigte, groot aantal
massa (II), ~ human : mensenmassa
massa (II), ~ popular : volksmassa
massa (II), le grande ~ : de grote massa
massa (II), ~s silente/silentiose : zwijgende massa
massa (II), movimento de ~ : massabeweging
massa (II), destruction in ~ : massavernietiging
massa (II), production in ~ : massaproduktie
massa (II), fabrication in ~ : massafabricage
massa (II), homicidio in ~ : massamoord
massa (II), deportation in ~ : massadeportatie
massa (II), resistentia in ~ : massaal verzet
massa (II), detention in ~ : massa-aanhouding
massa (II), arresto in ~ : massa-arrestatie
massa (II), conversion in ~ : massabekering
massa (II), manifestation de ~ : massabetoging
massa (II), tourismo {oe} de ~ : massatoerisme
massa (II), phenomeno (phenomeno) de ~ : massaverschijnsel
massa (II), communication de ~ : massacommunicatie
massa (II), medio de communication de ~ : massacommunicatiemiddel
massa (II), meeting (A) de ~ : massabijeenkomst
massa (II), consumo/consumption de ~ : massaconsumptie
massa (II), instincto del ~s : massa-instinct
massa (II), recreation de ~ : massarecreatie
massa (II), scena de ~ : massascène
massa (II), le ~ del electores : de grote meerderheid der kiezers
massa (II), ille ha un ~ de amicos : hij heeft een massa vrienden
massa (II), psychologia (psychologia) del ~s : massapsychologie
massa (II), perder se/disparer in/inter le ~ : in de massa opgaan
massa (II) /sub/ : (totaal)bedrag, fonds, inleg
massa (II), ~ de un patrimonio : totaal van een erfdeel
masticar (I) /v/ : kauwen, vermalen
masticar (I), gumma a/de ~ : kauwgom
masticar (I), tabaco a/de/pro ~ : pruimtabak
masticar (I), ~ tabaco : tabak pruimen
masticar (II) /sub/ : dichten, stoppen (met stopverf/kit, etc.)
masticar (II), ~ un fuga : een lek dichtstoppen
masticar (II), cultello a/de ~ : stopverfmes
match /sub/ : match, wedstrijd
match, ~ de football (A)/de tennis (A)/de hockey (A)/de boxa : voetbal/tennis/hockey/bokswedstrijd
match, ~ de cuppa : bekerwedstrijd
match, ~ de competition : competitiewedstrijd
match, ~ a domicilio : thuiswedstrijd
match, ~ de retorno : returnwedstrijd
match, ~ amical : vriendschappelijke wedstrijd
match, ~ international : interlandwedstrijd
match, ~ eliminatori : afvalwedstrijd
match, ~ al beneficio de .. : benefietwedstrijd voor ...
match, ~ nulle : remise, gelijk spel
materia /sub/ : materie, stof, grondstof, bouwstof, materiaal (anque FIGURATE)
materia, ~ vivente : levende materie/stof
materia, ~ fissibile : splijtbaar materiaal
materia, ~ plastic : kunststof
materia, ~ explosive : springstof
materia, ~s organic : organische stoffen
materia, ~s inorganic : anorganische stoffen
materia, ~s synthetic : synthetische stoffen
materia, ~s nutritive : voedingsstoffen
materia, ~ brute : onbewerkt/ruw materiaal
materia, ~ prime : grondstof
materia, ~s grasse : vetten
materia, ~ gris : grijze cellen, hersenen
materia, ~ cerebral : hersenmassa
materia, ~ de inseniamento : leerstof
materia, ~ obligatori pro un examine : verplichte stof voor een examen
materia, ~ colorante : kleurstof
materia, ~ contagiose : smetstof
materia, ~ toxic : vergiftige stof, gifstof
materia, ~ malleabile : kneedbare stof
materia, nomine de ~ : stofnaam
materia /sub/ : PHILOSOPHIA stof, materie
materia, transcender le ~ : zich boven het aardse verheffen
materia /sub/ : onderwerp, inhoud, vak, materie
materia, ~ de examine : examenstof
materia, dominar le ~ : de stof beheersen
materia, tractamento de un ~ : behandeling van een onderwerp
materia, tabula de ~s : inhoudsopgave
materia, in ~ de : op het gebied van, op het stuk van, inzake
materia, in ~ de religion : in godsdienstige zaken
material /adj/ : materieel, stoffelijk
material, adjuta ~ : materiële hulp
material, damnos ~ : materiële schade
material, interesses ~ : stoffelijke belangen
material, benes ~ : stoffelijke goederen
material, proba/prova ~ de estima : stoffelijk blijk van waardering
material, unda ~ : materiegolf
material, puncto ~ : stoffelijk punt
material /adj/ : feitelijk, werkelijk, concreet
material, 3 : tijd die nodig is om iets te doen
material /adj/ : materieel (tgov formeel)
material /sub/ : materiaal (stof)
material, ~ genetic : erfelijk materiaal
material, ~ photographic : fotografisch materiaal
material, fatiga de ~es : materiaalmoeheid
material /sub/ : materiaal, materieel, uitrusting, gereedschap, gerei, tuig
material, ~ de guerra : oorlogsmaterieel, oorlogstuig
material, ~ de camping/de campamento : kampeerbenodigdheden
material, ~ human : mensenmateriaal
material, ~ scenic : toneelbenodigdheden
material, ~ rolante : rollend materieel
material, ~ ferroviari : spoorwegmaterieel
material, ~es de construction : bouwmaterialen
material, ~ visual : beeldmateriaal
material, ~ publicitari : reclamemateriaal
material, ~ de propaganda : propagandamateriaal
material, ~ de pisca : vistuig
material, ~ agricole : landbouwwerktuigen
material, ~ isolante/de isolation : isolatiemateriaal
material, ~ de imballage : verpakkingsmateriaal
material, ~ de lectura : leesstof
material, ~ de studio : studiemateriaal
material, ~ statistic : statistisch materiaal
material, ~ didactic/de inseniamento : leermiddelen
mathematica /sub/ : wiskunde, mathematica
mathematica, ~ applicate : toegepaste wiskunde
mathematica, ~ pur/abstracte : zuivere wiskunde
mathematica, ~ superior, alte ~ : hogere wiskunde
mathematica, ~ actuarial : levensverzekeringswiskunde
mathematica, ~ de adresse : adreswiskunde
mathematica, ~ elementari : elementaire wiskunde, beginselen van de wiskunde
mathematica, problema de ~ : wiskundevraagstuk
mathematica, manual de ~ : wiskunde(leer)boek
mathematica, ille es dotate pro le ~ : hij heeft veel aanleg voor wiskunde
matino /sub/ : ochtend, morgen
matino, heri ~ : gisterochtend
matino, ~ primaveral : voorjaarsmorgen
matino, jornal del ~ : ochtendblad/krant
matino, edition del ~ : ochtendeditie
matino, currero del ~ : ochtendpost
matino, stella del ~ : morgenster (Venus)
matino, precaria del ~ : morgengebed
matino, crepusculo del ~ : morgenschemering
matino, sol del ~ : morgenzon
matino, equipa del ~ : ochtendploeg
matino, banio del ~ : morgenbad
matino, visita (visita) del ~ : ochtendbezoek
matino, salute del ~ : ochtendgroet
matino, frescor del ~ : ochtendkoelte
matino, frigido del ~ : ochtendkoude
matino, hora del ~ : morgenuur
matino, vigilia del ~ : ochtendwake
matino, session del ~ : ochtendzitting
matino, vigilia del ~ : ochtendwake
matino, hora de puncta del ~ : ochtendspits
matino, le ~ ha le auro in bucca : de morgenstond heeft goud in de mond
matino, a novem horas del ~ : om negen uur 's morgens
matre /sub/ : moeder
matre, ~ de familia : huismoeder
matre, ~ affin : schoonmoeder
matre, ~ futur : aanstaande moeder
matre, ~ adoptive : pleegmoeder
matre, ~ de substitution : donormoeder, draagmoeder
matre, ~ voluntarimente celibatari : bommoeder
matre, le ~s del Plaza de Mayo : de dwaze moeders
matre, banda ~ : moederband, originele band
matre, regina ~ : koningin-moeder
matre, nave ~ : moederschip
matre, fabrica ~ : moederfabriek
matre, societate ~ : moedermaatschappij
matre, ecclesia ~ : moederkerk
matre, planta ~ : moederplant
matre, cellula ~ : moedercel
matre, rocca ~ : moedergesteente
matre, festa del ~s : moederdag
matre, orphano (orphano) de ~ : moederloos
matre, ~ vite : moer (schroef)
matre, ~ vite con alettas : vleugelmoer
matre, lingua ~ : stamtaal, oertaal
matre, carta ~ : stamkaart
matre, sino del ~ : moederborst
matre, ~ natura : moeder natuur
matre, devenir ~ : moeder worden
matta /sub/ : mat
matta, ~ de palea : stromat
matta, ~ de porta : deurmat
matta, ~ de junco : biezen mat
matta, fabrica de ~s : mattenfabriek
matta, fabricante de ~ : mattenfabrikant
matta, fabrication de ~s : mattenfabricage
matta, batter ~s : matten kloppen
matta /sub/ : METALLURGIA (ruw)steen
matta, ~ de cupro : kopersteen
matta, ~ de plumbo : loodkoning
matur /adj/ : rijp (anque FIGURATE)
matur, fructo ~ : rijpe vrucht
matur, abscesso ~ : rijp gezwel
matur, homine ~ : gerijpt man, volwassen man
matur, etate ~ : rijpere leeftijd
matur, judicamento ~ : rijp oordeel
matur, troppo ~ : overrijp
matur, post reflexion ~ : na rijpe overweging
maxime (maxime) /adj/ : grootst, hoogst, meest, maximaal, maximum...
maxime (maxime), precio ~ : hoogste prijs, maximumprijs
maxime (maxime), amonta/summa ~ : hoogste bedrag
maxime (maxime), tarifa ~ : hoogste tarief
maxime (maxime), velocitate ~ : maximumsnelheid
maxime (maxime), capacitate ~ : piekvermogen
maxime (maxime), un mulcta ~ de vinti euros : een boete van ten hoogste twintig euros
maxime (maxime), iste camion ha un carga ~ de dece tonnas : deze vrachtauto kan niet meer dan tien ton laden
maxime (maxime) /adv/ : meest
maxime (maxime) /adv/ : zeer, het meest
maxime (maxime) /adv/ : vooral, in het bijzonder
me /pron pers e refl/ me, mij
mechanic /adj/ : de bewegingsleer/mechanica betreffend, mechanisch
mechanic, energia (energia) ~ : bewegingsenergie
mechanic, ingeniero ~ : werktuigkundig ingenieur
mechanic, equivalente ~ de calor : mechanisch warmte-equivalent
mechanic /adj/ : mechanisch, werktuigelijk, machinaal, met behulp van apparaten
mechanic, scala ~ : roltrap
mechanic, serra ~ : zaagmachine, zaagmolen
mechanic, scopa ~ : rolbezem, rolveger
mechanic, traction ~ : mechanische trekkracht/aandrijving
mechanic, arte ~ : machinale kunst
mechanic, production ~ : machinale produktie
mechanic, proprietates ~ : mechanische eigenschappen
mechanic /adj/ : ABSTRACTE machinaal, automatisch, willekeurig
mechanic, movimento ~ : reflexbeweging
media (I) /sub/ : gemiddelde
media (I), ~ arithmetic : rekenkundig gemiddelde
media (I), ~ geometric : meetkundig gemiddelde
media (I), ~ ponderate : gewogen gemiddelde
media (I), ~ horari : uurgemiddelde
media (I), ~ per die/jorno : daggemiddelde
media (I), variante del ~ : afwijking van het gemiddelde
media (I), calcular le ~ : het gemiddelde berekenen
media (I), in ~ : gemiddeld
media (I), inferior al ~ : onder het gemiddelde
media (I), superior al ~ : boven het gemiddelde
media (II) /sub/ : media
medical /adj/ : medisch, geneeskundig
medical, examine ~ : geneeskundig onderzoek
medical, servicio ~ : medische dienst
medical, gymnastica ~ : heilgymnastiek
medical, thermometro (thermometro) ~ : koortsthermometer
medical, prescription ~ : doktersvoorschrift
medical, assistentia ~ : medische hulp
medical, assistente ~ : doktersassistent(e)
medical, tractamento ~ : doktersbehandeling
medical, costos ~ : ziektekosten
medical, collegio ~ : medisch college
medical, isto non es medicalmente impossibile : dat is medisch niet onmogelijk
medicamento /sub/ : geneesmiddel, medicijn, medicament
medicamento, ~ radical : radicaal geneesmiddel
medicamento, iste ~ es efficace : dat geneesmiddel helpt
medicamento, ~ a/pro uso externe/interne : medicijn voor uitwendig/inwendig gebruik
medicina /sub/ : geneeskunde
medicina, facultate de ~ : medische faculteit
medicina, ~ interne : interne geneeskunde
medicina, ~ infantil : kindergeneeskunde
medicina, ~ dentari : tandkunde
medicina, ~ veterinari : diergeneeskunde, veeartsenijkunde
medicina, ~ preventive : preventieve geneeskunde
medicina, ~ sportive : sportgeneeskunde
medicina, ~ judicial/legal : gerechtelijke geneeskunde
medicina, ~ parallel/non official : alternatieve geneeswijze
medicina, doctor de ~ : doctor in de geneeskunde/medicijnen
medicina, professor de ~ : hoogleraar in de geneeskunde
medicina, armario del ~s : medicijnkast
medicina, exercer le ~ : de geneeskunde uitoefenen
medicina, studiar/studer ~ : in de medicijnen studeren
medicina /sub/ : geneesmiddel, medicijn, medicament
medicina, ~ domestic : huismiddel(tje)
medicina, prender ~s : medicijnen innemen
medico /sub/ : dokter, geneesheer, arts, medicus
medico, ~ de familia/de casa : huisarts
medico, ~ del quartiero : wijkdokter
medico, ~ infantil : kinderarts
medico, ~ personal : lijfarts
medico, ~ specialista : specialist
medico, ~ legista : medisch expert bij het gerecht
medico, ~ militar : legerarts, officier van gezondheid
medico, ~ scholar : schoolarts
medico, ~ naval/de bordo : scheepsarts
medico, ~ de interprisa : bedrijfsarts
medico, ~ de fiducia/de confidentia : vertrouwensarts
medico, ~ sportive : sportarts
medico, ~ de controlo : controlerend geneesheer
medico, ~ veterinari : dierenarts
medico, visita (visita) de ~ : doktersvisite
medico, conto de ~ : doktersrekening
medico, auto(mobile) de ~ : doktersauto
medico, telephono (telephono) de ~ : dokterstelefoon
medico, facer venir un ~ : een dokter laten komen
medie /adj/ : half
medie, ~ peseta : halve peseta
medie, ~ hora : half uur
medie, un hora e ~ : anderhalf uur
medie, ~ luna : halve maan
medie, ~ pension : halfpension
medie, ~ kilogramma : pond
medie, ~ porta : halve deur
medie, a ~ precio : voor half geld
medie, a ~ mast : halfstok
medie, a ~ fortia : op halve kracht
medie, a ~ via/cammino/strata : halverwege
medie, a ~ repasto : halverwege de maaltijd
medie, a ~ matino : halverwege de morgen
medie, a/de ~ tempore : halftime
medie, empleato a/de ~ tempore : halftimer
medie, usque a ~ corpore : tot aan het middel
medie, ~ soror/fratre : halfzuster/broer
medie, peso ~ : halfzwaargewicht SPORT
medie, ~ tempore : rust, "half time"
medie, caseo de ~ crema : halfvette kaas
medie /adj/ : midden
medie, digito (digito) ~ : middelvinger
medie, aure ~ : middenoor
medie, otitis (otitis) ~ : middenoorontsteking
medie, missile a ~ portata : raket voor de middellange afstand
medie, Medie Oriente : Midden-Oosten
medie, evo/etate/seculos ~ : middeleeuwen
medie, termino (termino) ~ : middelste term
medie, classe ~ : middenklasse, middenstand
medie, unda ~ : middengolf
medie, peso ~ : middengewicht
medie, vocal ~ : middenklinker
medie, axe ~ : middenas
medie, color ~ : middenkleur
medie /adj/ : gemiddeld
medie, precio ~ : gemiddelde prijs
medie, peso ~ : doorsneegewicht
medie, temperatura ~ : gemiddelde temperatuur
medie, lector ~ : gemiddelde lezer
medie, pluviositate ~ annual : gemiddelde hoeveelheid regen per jaar
medie, ille travalia/labora in ~ tres dies/jornos per septimana : hij werkt gemiddeld drie dagen per week
medietate /sub/ : helft
medietate, le ~ del mundo : de halve wereld
medietate, a ~ : half, voor de helft
medietate, a ~ de septembre : half september
medietate, a ~ claudite/clause : half gesloten
medietate, a ~ cocite : halfgaar
medietate, a ~ folle : halfgek
medietate, a ~ obscur : halfduister
medietate, a ~ del altor : halverhoogte
medietate, a ~ del cammino : halfweg, halverwege
medietate, pro le ~ del precio : voor half geld
medietate, le labor/travalio es finite a ~ : het werk is half af
medietate, mi car ~ : mijn dierbare wederhelft
medietate, reimpler un vitro a ~ : een glas halfvol doen
medio /adv/ : half
medio, lacte ~ discremate : halfvolle melk
medio, ~ vacue : halfleeg
medio, ~ obscur : halduister
medio, ~ folle : halfgek
medio, ~ addormite : half slapend, suffig
medio /sub/ : midden
medio, le porta de ~ : de middelste deur
medio, le juste ~ : de gulden middenweg, het juiste midden
medio, ~ del estate : midzomer
medio, ~ del hiberno : midwinter
medio, in le ~ del nave : midscheeps
medio, in le ~ del battalia : in het heetst van de strijd
medio, in ~ de : te midden van, midden in
medio /sub/ : milieu, omgeving, kring
medio, ~ ambiente : leefomgeving, milieu
medio, ~s financiari : financiële kringen
medio, ~s governamental : regeringskringen
medio, ~s (ben) informate : welingelichte kringen
medio /sub/ : middel, manier, procedé, weg
medio, ~ legal : rechtsmiddel
medio, ~ coercitive/de coercition : dwangmiddel
medio, ~ appropriate : geëigend middel
medio, ~ efficace : werkzaam middel
medio, ~ de pression : drukmiddel, pressiemiddel
medio, ~ de combatto : strijdmiddel
medio, ~ de proba/prova : bewijsmiddel
medio, ~s de fortia : geweldmiddelen
medio, ~s de production : produktiemiddelen
medio, ~s audiovisual : audiovisuele hulpmiddelen
medio, ~ de transporto : vervoermiddel
medio, ~ de salvamento : reddingsmiddel
medio, ~ de communication : communicatiemiddel
medio, ~ expressive/de expression : uitdrukkingsmiddel
medio, ~ de propaganda : propagandamiddel
medio, ~ de pagamento : betaalmiddel
medio, ~ de cambio/excambio : ruilmiddel
medio, ~s de publicitate/de reclamo : reklamemedia
medio, ~s de existentia/de subsistentia/de vita : middelen van bestaan
medio, ~ anticonceptional/contraceptive : anticonceptiemiddel, voorbehoedmiddel
medio, ~ auxiliar : hulpmiddel
medio, ~ radical : afdoend middel
medio, ~ defensive/de defensa : afweermiddel
medio, ~ legitime (legitime) de pagamento : wettig betaalmiddel
medio, ~s pecuniari/financiari) : geldmiddelen
medio, le fin sanctifica/justifica le ~s : het doel heiligt de middelen
medio, per ~ de : door middel van
medio, contribuer secundo su ~s : naar vermogen bijdragen
medio, viver secundo su ~s : de tering naar de nering zetten
medio, restar sin ~s : onverzorgd achterblijven
medio, recurrer a tote le ~s : alle middelen in het werk stellen
melio /adv/ : beter
melio, tanto ~ : des te beter
melior /adj/ : beter
melior, le plus tosto serea (serea) ~ : hoe eerder/vroeger hoe beter
melior, le ~ : het/de beste
melior, in le ~ caso : in het gunstigste geval
melior, le ~ possibile : zo goed mogelijk
meliorar /v/ : beter maken, verbeteren
meliorar, ~ le solo : de grond verbeteren
meliorar, ~ su sorte : zijn lot verbeteren
meliorar, ~ su notas del bulletin scholar : zijn rapportcijfers ophalen
melle /sub/ : honing
melle, ~ salvage : wilde honing
melle, ~ virgine : maagdenhoning, lekhoning, ongepijnde honing
melle, ~ solidificate : stijve honing
melle, ~ de flores : bloemenhoning
melle, ~ de trifolio : klaverhoning
melle, ~ centrifugate : slingerhoning
melle, ~ pressate/exprimite : pershoning, gepijnde honing
melle, ~ de favo : raathoning
melle, ~ de vespa : wespenhoning
melle, ~ de extractor : slingerhoning
melle, ~ artificial : kunsthoning
melle, odor de ~ : honinggeur
melle, torta al ~ : honingkoek
melle, potto a/de ~ : honingpot
melle, pressa a ~ : honingpers
melle, extractor de ~ : honingslinger
melle, gusto/sapor de ~ : honingsmaak
melle, luna de ~ : wittebroodsweken
melle, dulce como le ~ : honingzoet
melle, armillaria de ~ : honingzwam
melodia (melodia) /sub/ : melodie, wijs
melodia (melodia), ~ del phrase : zinsmelodie
membro /sub/ : (onder)deel, element (van geheel)
membro, ~s de un equation : leden van een vergelijking
membro, ~ del phrase : zinsdeel
membro /sub/ : lidmaat, lid (van vereniging, etc.)
membro, ~s de un ecclesia : lidmaten van een kerk
membro, ~s de un equipage : bemanning(sleden)
membro, ~s de un partito : leden van een partij
membro, ~ del parlamento : parlementslid
membro, ~ honorari/de honor : erelid
membro, lista de ~s : ledenlijst
membro, perdita (perdita) de ~s : ledenverlies
membro, numero (numero) de ~s : ledental
membro, recrutar ~s : leden werven
membro, inscriber un ~ : een lid inschrijven
membro, qualitate de ~ : lidmaatschap
membro, stato ~ : lidstaat
membro /sub/ : lichaamsdeel
membro, ~ inferior : benedenste ledematen
membro, ~ viril : mannelijk lid
memorar /v/ : herinneren aan, in herinnering brengen, memoreren
memorar, ~ se : zich herinneren
memoria /sub/ : geheugen
memoria, ~ auditive : auditief geheugen
memoria, ~ visual : visueel geheugen
memoria, ~ selective : selectief geheugen
memoria, ~ de locos : plaatsgeheugen
memoria, ~ verbal : woordgeheugen
memoria, ~ prodigiose : fabelachtig geheugen
memoria, ~ photographic : fotografisch geheugen
memoria, ~ de computator/computer (A) : computergeheugen
memoria, ~ interne : intern geheugen
memoria, ~ operative : werkgeheugen
memoria, unitate de ~ : geheugeneenheid
memoria, ~ magnetic accessibile : bellengeheugen
memoria, ~ electronic : elektronisch geheugen
memoria, mal ~ : slecht geheugen, vergeetachtigheid
memoria, perdita (perdita) de ~ : geheugenverlies
memoria, exercitio de ~ : geheugenoefening
memoria, lacunas de ~ : hiaten in het geheugen
memoria, exercer su ~ : zijn geheugen oefenen
memoria, apprender de ~ : uit het hoofd/van buiten leren
memoria, cognoscer de ~ : uit het hoofd/van buiten kennen
memoria, lacunas de ~ : gaten in het geheugen
memoria, haber un lacuna de ~ : er niet op kunnen komen
memoria, esser de ~ curte, haber le ~ curte, non haber ~ : vergeetachtig zijn, kort van memorie zijn
memoria, esser presente al ~ : in het geheugen liggen
memoria, retener/guardar un cosa in su ~ : iets in zijn geheugen bewaren
memoria, isto permanera sempre/semper (semper) in mi ~ : dat zal me altijd bijblijven
memoria, gravar in su ~ : in zijn geheugen prenten
memoria, cercar in su ~ : proberen zich iets te herinneren
memoria, perder le ~ : alles vergeten
memoria, manco de ~ : vergeetachtigheid
memoria, retener in le ~ : onthouden (niet vergeten)
memoria, refrescar le ~ de un persona : iemands geheugen opfrissen COMPUTATOR
memoria, le information es stockate in le ~ : de informatie wordt opgeslagen in het geheugen
memoria /sub/ : herinnering, nagedachtenis
memoria, ~ de viage : reisherinnering
memoria, ~s personal : persoonlijke herinneringen
memoria, ~ de juventute : jeugdherinnering
memoria, ~ fugace : vluchtige herinnering
memoria, pro ~ : pro memorie
memoria, item pro ~ : memoriepost
memoria, lassar un ~ indelibile (detra se) : een onuitwisbare herinnering achterlaten
memoria, rehabilitar le ~ de un persona : de nagedachtenis van iemand in ere herstellen
memoria, conservar le ~ de : de herinnering levendig houden aan
memoria, honorar le ~ de : de nagedachtenis eren van
memoria, profanar le ~ de un persona : iemands nagedachtenis bezoedelen
memoria, in/al ~ de : ter herinnering aan
memoria, facer ~ de : gedenken
memoria, de ~ de homine : sedert mensenheugenis
memoria, renovar le ~ : oude herinneringen ophalen
memoria, tener in ~ : in gedachten houden
memoria /sub/ : geschrift, verslag, memorie, memorandum
memoria, ~ explicative : memorie van toelichting
menacia /sub/ : (be)dreiging, dreigement
menacia, littera (littera) de ~s : dreigbrief
menacia, ~ nuclear : atoomdreiging
menacia, ~ in le aere (aere) : loze dreigementen
menacia, ~ de guerra : oorlogsdreiging, dreigend oorlogsgevaar
menacia, ~ permanente : voortdurende dreiging
menacia, ~ rubie/communista : rode gevaar
menacia, ~ jalne : gele gevaar
menacia, esser sub le ~ de : bedreigd worden door
menacia, proferer ~s : bedreigingen uiten
menacia, constituer un ~ pro un cosa : een bedreiging vormen voor iets
menaciar /v/ : (be)dreigen
menaciar, ~ un pais : een land bedreigen
menaciar, ~ de mulcta : met boete bedreigen
menaciar, ~ de punition : met straf bedreigen
mense /adv/ : maand
mense, le ~ de januario : de maand januari
mense, ~ autumnal/de autumno : herfstmaand
mense, ~ primaveral/de primavera : lentemaand
mense, ~ de hiberno : winternacht
mense, ~ currente/presente : lopende maand
mense, le ~ anterior : de vorige maand
mense, per ~ : per maand
mense, cata tres ~s : om de drie maanden
mense, tres ~s de hodie : over drie maanden
mense, intra tres ~s : binnen drie maanden
mense /adv/ : maandsalaris, maandloon
mente /sub/ : geest, verstand, gedachten, hoofd
mente, malado de ~ : geesteszieke
mente, ~ san in corpore san : een gezonde geest in een gezond lichaam
mente, ~ aperte : open geest
mente, ~ vive : sprankelende geest
mente, ~ speculative : speculatieve geest
mente, offuscar le ~ : de geest benevelen
mente, venir in ~ : te binnen schieten
mente, tener in ~ : in gedachten houden
mente, esser presente in le ~ : voor de geest staan
mente, instillar odio in le ~ de un persona : iemands geest vergiftigen
mention /sub/ : vermelding, gewag, aantekening
mention, facer ~ de : gewag maken van, vermelden
mention, meritar un ~ special : een bijzondere vermelding verdienen
mention, rader le ~ inutile : doorhalen wat niet van toepassing is
mention, ~ honorific/honorabile : eervolle vermelding
mention, ~ del fontes : bronvermelding
mention, con ~ multo honorabile : cum laude
mention, digne de ~ : vermeldenswaardig
mentionar /v/ : vermelden, noemen, gewag maken van
mentionar, ~ casualmente/incidentalmente : terloops ter sprake brengen
mentionar, le historia non lo mentiona : dat vermeldt de geschiedenis niet
mentionar, anteriormente mentionate : bovenvermeld
mentionar, non ~ un cosa : iets onvermeld laten
mentir /v/ : liegen, onwaarheid spreken
mentir, esser incapabile de ~ : niet kunnen liegen
mentita /sub/ : leugen, onwaarheid
mentita, ~ infame : schandelijke leugen
mentita, ~ evidente : aperte leugen
mentita, detector de ~s : leugendetector
mentita, campania de ~s : leugencampagne
mentita, abhorrer le ~ : een hekel aan liegen hebben
mento /sub/ : kin
mento, ~ duplice (duplice)/triplice (triplice) : onderkin
mento, ~ glabre : gladgeschoren kin
mento, ~ furcate : kin met een kuiltje
mento, ~ punctate/punctute : spitse kin
mento, ~ quadrate : vierkante kin
mento, ~ avantiate : vooruitstekende kin
mento, fossetta del ~ : kuiltje in de kin, kinkuiltje
menu /sub/ : menu
menu, ~ touristic : toeristenmenu
menu /sub/ : COMPUTATOR menu
meravilia /sub/ : wonder, wonderwerk, mirakel
meravilia, ~s del technica : wonderen van de techniek
meravilia, ~s del natura : wonderen van de natuur
meravilia, le septe ~s del mundo : de zeven wereldwonderen
meravilia, Alice in le Pais del Meravilias : Alice in Wonderland
meravilia, esser un ~ de precision : ontzettend nauwkeurig zijn
meravilia, iste apparato face ~s : dit apparaat doet wonderen
meraviliose /adj/ : verwonderlijk, bewonderenswaardig, bovennatuurlijk, buitengewoon
meraviliose, un homine de un intelligentia ~ : een mens met een buitengewone intelligentie
meraviliose, un scriptor ~ : een fantastische schrijver
meraviliose, Aladin e le Lampa Meraviliose : Aladin en de Wonderlamp
mercato /sub/ : markt(plein)
mercato, placia de ~ : marktplein
mercato /sub/ : markt (plaats waar handel wordt gedreven)
mercato, die/jorno de ~ : marktdag
mercato, visitator de mercato : marktbezoeker
mercato, ~ coperte : markthal
mercato, ~ floral/de flores : bloemenmarkt
mercato, ~ de fructos : fruitmarkt
mercato, ~ de verduras/de legumines : groentemarkt
mercato, ~ de cereales : graanmarkt, korenmarkt
mercato, ~ de pisces : vismarkt
mercato, ~ de bestias/de bestial : veemarkt
mercato, ~ de cavallos : paardenmarkt
mercato, ~ de sclavos : slavenmarkt
mercato, ~ de vaccas : koemarkt
mercato, ~ de ocas : ganzemarkt
mercato, ~ septimanal/hebdomadari : weekmarkt
mercato, ~ annual : jaarmarkt
mercato, le ~ del venerdis : de vrijdagse markt
mercato, precio de ~ : marktprijs
mercato, superintendente del ~ : marktmeester
mercato /sub/ : ECONOMIA COMMERCIO markt
mercato, ~ monetari/de moneta/de capitales : geld/kapitaalmarkt
mercato, ~ monetari de bursa : beursgeldmarkt
mercato, ~ de emissiones : emissiemarkt
mercato, ~ de valores : effectenmarkt
mercato, ~ del disconto : discontomarkt
mercato, ~ interior/national : binnenlandse markt
mercato, ~ de obligationes : obligatiemarkt
mercato, ~ mundial : wereldmarkt
mercato, ~ libere : vrije markt
mercato, ~ in expansion : groeimarkt
mercato, ~ de exportation : exportmarkt
mercato, ~ de labor/de travalio : arbeidsmarkt
mercato, ~ animate : levendige markt
mercato, ~ stabile : prijshoudende/vaste markt
mercato, ~ deprimite : gedrukte markt
mercato, ~ pauco/poco active : luie markt
mercato, ~ nigre : zwarte markt
mercato, saturation del ~ : verzadiging van de markt
mercato, analyse (analyse) (-ysis)/investigation del ~ : marktanalyse, marktonderzoek
mercato, parte del ~ : marktaandeel, marktsegment
mercato, economia (economia) de ~ : markteconomie
mercato, structura del ~ : marktstructuur
mercato, curso del ~ : marktkoers
mercato, mechanismo de ~ : marktmechanisme
mercato, previsiones del ~ : marktprognose
mercato, segmentation del ~ : marktsegmentatie
mercato, situation/position/stato/conditiones del ~ : marktsegmentatie
mercato, acquisition bon ~ : koopje
mercato, melior ~ : goedkoper
mercato, Mercato Commun : Gemeenschappelijke Markt
mercato, Mercato Europee (Europee) : Europese Markt
mercato, un vacuo in le ~ : een gat in de markt
mercato, aperir un nove ~ : een nieuwe markt openleggen
mercato, introducer in le ~ : op de markt/in de verkoop brengen
mercato, supplantar in le ~ : van de markt verdringen
mercato, vender sub le precio del ~ : onder de markt verkopen
mercato, guastar le ~ : de markt bederven
merce /sub/ : (koop)waar
merce, ~s defectuose/de mal qualitate : ondeugdelijke waar
merce, ~s in fardos : stukgoederen
merce, ~s de consumo/de consumption : gebruiksgoederen
merce, ~s prohibite : verboden waar
merce, station de ~s : goederenstation
merce, traino de ~s : goederentrein
merce, deposito (deposito) de ~s : goederenloods
merce, wagon de ~s : goederenwagon
merce, impacchettar ~s : goederen inpakken
merce, immagazinar ~s : goederen opslaan
merce, cargar ~s : goederen laden
merce, discargar ~s : goederen lossen
mercuridi (mercuridi) /sub/ : woensdag
mercuridi (mercuridi), Mercuridi del Cineres : Aswoensdag
meridie (meridie) /sub/ : middaguur, twaalf uur
meridie (meridie), a ~ : om twaalf uur, tussen de middag
meridie (meridie), verso ~ : tegen de middag
meridie (meridie), ante ~ : in de voormiddag, voor twaalf uur
meridie (meridie), post ~ : in de namiddag, na twaalf uur
meridie (meridie) /sub/ : zuiden
meritar /v/ : verdienen, waard zijn
meritar, ~ un melior sorte : een beter lot verdienen
meritar, tu lo ha ben meritate : je hebt het er naar gemaakt
meritar, isto merita mi approbation : dit draagt mijn goedkeuring weg
meritar, reposo ben meritate : welverdiende rust
mesme /adj/ : zelfde, gelijke
mesme, in ~ grado : in dezelfde mate
mesme, in ~ tempore : tegelijkertijd
mesme, del ~ maniera : evenzo
mesme, esser del ~ etate : van dezelfde leeftijd zijn
mesme, dicer semper (semper)/sempre le ~ cosa : altijd hetzelfde zeggen
mesme, ora ~ : nu meteen
mesme /adj/ : zelf (ikzelf, jijzelf, hijzelf, etc.)
mesmo /adv/ : evenzo, evenzeer
mesmo, hodie ~ : vandaag nog
mesmo, ora ~ : juist nu, nu juist
mesmo /adv/ : zelfs
mesmo, non ~ : zelfs niet
message /sub/ : boodschap, mededeling, bericht
message, ~ publicitari : reclameboodschap, reclamespot
message, ~ telephonic : telefonische boodschap
message, ~ regal/royal : koninklijk schrijven
message, ~ de pace : vredesboodschap
message, ~ de Natal : kerstboodschap
message, ~ de Anno Nove : nieuwjaarsboodschap
message, inviar un ~ : een boodschap sturen
message, reciper un ~ : een boodschap ontvangen
mestiero /sub/ : beroep, ambacht, vak
mestiero, armea (armea) de ~ : beroepsleger
mestiero, soldato de ~ : beroepssoldaat
mestiero, ~ manual : handwerk
mestiero, ~ de arte : kunstambacht
mestiero, schola de ~ : ambachtsschool
mestiero, homine de ~ : vakman
mestiero, zelosia (zelosia) de ~ : broodnijd
mestiero, saper su ~ : zijn vak verstaan
mestiero, apprender le ~ de carpentero : voor timmerman leren
mestiero, practicar un ~ : een ambacht uitoefenen
mestiero, ille cognosce le secretos del ~ : hij kent het klappen van de zweep
mesura /sub/ : maat, afmeting, dimensie
mesura, ~s de un statua : maten/afmetingen van een standbeeld
mesura, ~ interior : binnenmaat
mesura, ~ exterior : buitenmaat
mesura, un ~ de vino : een maat wijn
mesura, dar un bon ~ : een goede/ruime maat geven
mesura, determinar le ~ de un cosa : de maat van iets nemen
mesura, prender le ~s de : de maten nemen van
mesura, le homine es le ~ de tote le/de omne cosas : de mens is de maat van alle dingen
mesura, facer al ~ : op maat maken
mesura, costume (facite/confectionate) al ~ : maatkostuum
mesura, vestimentos (facite/confectionate) al ~ : maatkleding
mesura, que ~ ha vos? : wat is uw maat?
mesura /sub/ : het meten, meting
mesura, instrumento de ~ : meetinstrument
mesura, apparatos de ~ : meetapparatuur
mesura, installation de ~ : meetinstallatie
mesura, zona/campo de ~ : meetbereik
mesura, technica de ~ : meettechniek
mesura, precision de ~ : meetnauwkeurigheid
mesura, ~ de vibration : trillingsmeting
mesura /sub/ : maat(eenheid), maatstelsel
mesura, unitate de ~ : maateenheid
mesura, ~s de longitude/longor : lengtematen
mesura, ~s de superficie : oppervlaktematen
mesura, ~s de volumine : inhoudsmaten
mesura, ~ de pectore : borstomvang
mesura, haber duo ~s : met twee maten meten
mesura, verificator/inspector de pesos e ~s : ijkmeester, ijker
mesura /sub/ : MUSICA maat
mesura, ~ binari : tweekwartsmaat
mesura, ~ ternari/a tres tempores : driekwartsmaat
mesura, senso del ~ : maatgevoel
mesura, barra de ~ : maatstreep
mesura, batter le ~ : de maat slaan
mesura, guardar le ~ : maat houden
mesura, perder le ~ : uit de maat raken
mesura /sub/ : LITTERATURA (vers)maat
mesura /sub/ : mate
mesura, in equal/le mesme ~ : in gelijke mate
mesura, in ~ limitate : in beperkte mate
mesura, in ~ sufficiente : in voldoende mate
mesura, in ~ modeste : in bescheiden mate
mesura, in major ~ : in meerdere mate
mesura, in minor ~ : in mindere mate
mesura, in qual ~ : in welke mate
mesura, in ~ considerabile : in aanzienlijke mate
mesura, in certe ~ : in zekere mate
mesura, in ~ crescente : in stijgende mate
mesura, in ~ decisive : in beslissende mate
mesura, in large/grande/ample ~ : in ruime mate
mesura, in ~ crescente : in stijgende mate
mesura, in ~ decisive : in beslissende mate
mesura, a ~ que : naarmate, naar gelang
mesura, ille non ha le senso del ~ : hij weet van geen maathouden
mesura /sub/ : maatregel
mesura, ~ punitive/de pena/de sanction : strafmaatregel
mesura, ~ disciplinari : disciplinaire maatregel
mesura, ~ sanitari/de hygiene : gezondheidsmaatregel
mesura, ~ salarial : loonmaatregel
mesura, ~ administrative : administratieve maatregel
mesura, ~ discriminatori : discriminerende maatregel
mesura, ~ draconic/draconian : draconische maatregel
mesura, ~ impopular : mesura impopular
mesura, ~ defensive/de defensa : verdedigingsmaatregel
mesura, ~ de securitate : veiligheidsmaatregel
mesura, ~ de protection : beschermende maatregel
mesura, ~ de emergentia/de urgentia : noodmaatregel
mesura, ~ de guerra : oorlogsmaatregel
mesura, ~ quarantenari : quarantainemaatregel
mesura, ~ antidumping : antidumpingmaatregel
mesura, ~ transitori/transitional/de transition : overgangsmaatregel
mesura, ~ radical : afdoende maatregel
mesura, ~ efficace/effective : doeltreffende/effectieve maatregel
mesura, ~ inefficiente/inefficace/inoperante : ondoeltreffende maatregel
mesura, ~ restrictive : beperkende maatregel
mesura, ~ preventive/de precaution : preventieve maatregel, voorzorgsmaatregel
mesura, ~ governamental : regeringsmaatregel
mesura, ~ de economia (economia) : bezuinigingsmaatregel
mesura, ~ appropriate : passende maatregel
mesura, ~ corrective : corrigerende maatregel
mesura, ~ attentatori al libertate : maatregel die de vrijheid aantast
mesura, ~ dur/sever/rigorose : harde/strenge maatregel
mesura, ~ repressive/de repression : repressieve maatregel, repressiemaatregel
mesura, ~ drastic : ingrijpende maatregel
mesura, medie ~ : halve maatregel
mesura, prender su ~s : zijn maatregelen nemen
mesura /sub/ : gematigdheid, evenwicht
mesurar /v/ : meten, afmeten, opmeten, uitmeten, de maat nemen
mesurar, ~ le febre : de koorts opnemen
mesurar, ~ su parolas : zijn woorden wikken
mesurar, ~ se con un persona : zich met iemand meten
mesurar /v/ : meten, de afmeting hebben van
metallo /sub/ : metaal
metallo, ~ blanc : witmetaal
metallo, ~s preciose : edele metalen
metallo, ~s semipreciose : halfedele metalen
metallo, ~s legier : lichte metalen
metallo, ~s pesante : zware metalen
metallo, ~ malleabile : zacht metaal
metallo, ~ cuneate : gemunt metaal
metallo, cisorios a/de ~ : blikschaar
metallo, filo de ~ : metaaldraad, ijzerdraad
metallo, filo (de ~) spinate/spinal/spinose/piccante : prikkeldraad
metallo, filamento de ~ : metaaldraad (in lamp)
metallo, serra a/de ~ : ijzerzaag, metaalzaag
metallo, oxydo (oxydo) de ~ : metaaloxyde
metallo, residuos de ~ : metaalafval
metallo, vite a ~s : metaalschroef
metallo, fatiga de ~ : metaalmoeheid
metallo, disco de ~ : metalen schijf
metallo, clasma/fragmento de ~ : metaalsplinter
metallo, vena de ~ : metaalader
metallo, construction in ~ : metaalconstructie
metallo, crystallo de ~ : metaalkristal
metallo, commercio de ~s : metaalhandel
metallo, commerciante de ~s : metaalhandelaar
metallo, massa de ~ : metaalmassa
metallo, plastica in ~ : metaalplastiek
metallo, sculptura in ~ : metaalsculptuur
metallo, articulos de/in ~ : metaalwaren
metallo, funditor de ~ : metaalgieter
metallo, composito (composito) de ~ : metaalverbinding
metallo, temperar un ~ : een metaal harden
methodo (methodo) /sub/ : methode, wijze, systeem, handelwijze
methodo (methodo), ~ de travalio/labor : werkwijze, werkmethode
methodo (methodo), manco de ~ : gebrek aan systeem
methodo (methodo), ~ analytic : analytische methode
methodo (methodo), ~ empiric : proefondervindelijke/empirische methode
methodo (methodo), ~ diagnostic : diagnostische methode
methodo (methodo), ~ genetic : genetische methode
methodo (methodo), ~ curative : geneeswijze
methodo (methodo), ~ synthetic : synthetische methode
methodo (methodo), ~ deductive : deductieve methode
methodo (methodo), ~ iterative : iteratieve methode
methodo (methodo), ~ experimental : experimentele methode
methodo (methodo), ~ del carbon-14 : koolstof-14-methode
methodo (methodo), ~ de investigation : methode van onderzoek, onderzoeksmethode
methodo (methodo), ~ de discussion : discussiemethode
methodo (methodo), ~ de concordantia : concordantiemethode
methodo (methodo), ~ illicite (illicite) : ongeoorloofde methode
methodo (methodo), ~ historic : historische methode
methodo (methodo), ~ infallibile : onfeilbare methode
methodo (methodo), ~ de vendita (vendita) : verkoopmethode
methodo (methodo), ~ de canto : zangmethode
methodo (methodo), ~ de inseniamento/pedagogic : leermethode, onderwijsmethode
metric /adj/ : metriek
metric, tonna ~ : metrieke ton
metric, systema ~ : metrieke stelsel
metric, banda ~ : meetlint, maatband, "centimeter"
metric /adj/ : MATHEMATICA PHYSICA metrisch
metric, spatio ~ : metrische ruimte
metric, geometria (geometria) ~ : metrische meetkunde
metric /adj/ : POESIA metrisch, metrum...
metric, accento ~ : metrisch accent
metric, prosa ~ : metrisch prosa
metric, poesia (poesia) ~ : metrische poëzie
metric, verso ~ : metrische versregel
metric, structura ~ : versbouw
metro (I) /sub/ : meter (lengtemaat)
metro (I), ~ international : internationale standaardmeter
metro (I), ~ quadrate, m2 : vierkante meter
metro (I), ~ cubic, m3 : kubieke meter
metro (I) /sub/ : maatstok, meetstok, meetlint
metro (I), ~ plicante/plicabile : duimstok
metro (I) /sub/ : POSESIA metrum, (vers)maat, dichtmaat
metro (I), ~ iambic : jambische versmaat
metro (II) /sub/ : metro, ondergrondse stadsspoorweg
metro (II), bucca de ~ : metro-ingang
metro (II), station de ~ : metrostation
metro (II), traino de ~ : metrotrein
metro (II), tunnel de ~ : metrotunnel
metro (II), ticket (A) de ~ : metrokaartje
metro (II), linea de ~ : metrolijn
metro (II), rete de ~ : metronet
metro (II), trajecto de ~ : metrotraject
metro (II), viaducto de ~ : metroviaduct
mi /sub/ : MUSICA mi, de noot E
mi /pron poss pron adjec/ : mijn
mie /pron poss/ : (de/het) mijne
mie, le ~ e le tue : mijn en dijn
mie, le mios : de mijnen
militar /adj/ : militair, van het leger, krijgs..., oorlogs..., krijgskundig
militar, arte ~ : krijgskunde
militar, colpo de stato ~ : militaire staatsgreep, putsch
militar, aviation ~ : luchtmacht, luchtwapen
militar, servicio ~ : militaire dienst
militar, obligate al servicio ~ : dienstplichtig
militar, vita ~ : soldatenleven
militar, commandante ~ : militaire commandant
militar, medico ~ : legerarts, officier van gezondheid
militar, infirmero ~ : hospitaalsoldaat, "hospik"
militar, hospital ~ : militair hospitaal
militar, hospital ~ ambulante/mobile : lazaret
militar, policia (policia) ~ : militaire politie
militar, predicator ~ : veldprediker
militar, almosnero ~ : legeraalmoezenier
militar, furgon ~ : legerwagen
militar, truck (A) ~ : legertruck
militar, posta ~ : veldpost
militar, base ~ : legerbasis
militar, objectivos ~ : militaire doelen
militar, expedition ~ : militaire expeditie
militar, exercitio ~ : militaire oefening
militar, hierarchia (hierarchia) ~ : militaire hiërarchie
militar, infrastructura ~ : militaire infrastructuur
militar, intendentia ~ : militaire intendance
militar, attaché (F) ~ : militaire attaché
militar, assistentia ~ : militaire bijstand
militar, derecto ~ : militair recht
militar, instruction ~ : militaire training
militar, expedition ~ : militaire expeditie
militar, honor(es) ~ : militaire eer, krijgseer
militar, interramento ~ : begrafenis met militaire eer
militar, judice (judice) ~ : militaire rechter
militar, tribunal ~ : militaire rechtbank
militar, valor ~ : gevechtswaarde
militar, cassa ~ : krijgskas
militar, fortias ~ : krijgsmacht
militar, ostentation de fortias ~ : machtsvertoon
militar, tribunal ~ : krijgsraad (rechtbank)
militar, disciplina ~ : krijgstucht
militar, operation ~ : krijgsverrichting
militar, scientia ~ : krijgswetenschap
militar, historia ~ : krijgsgeschiedenis
militar, strategia (strategia) ~ : krijgskunde
militar, base ~ : militaire basis
militar, lege ~ : krijgswet
militar, tunica ~ : wapenrok
militar, sub escorta ~ : onder militair geleide
militar, exemptar del servicio ~ : vrijstellen van militaire dienst
militar, exemption del servicio ~ : vrijstelling van militaire dienst
militar, exempte del servicio ~ : vrijgesteld van militaire dienst
militar, occupar un region militarmente : een gebied met behulp van het leger bezetten
militar /sub/ : militair, krijgsman
militar, ~ de carriera : beroepsmilitair
militar, ~ con permisso : verlofganger
militar /v/ : dienen in het leger, soldaat zijn
militar /v/ : strijden, actie voeren
militar, ~ in favor de : strijden voor
militar, ~ contra : strijden tegen
militar, ~ in un partito revolutionari : actie voeren in een revolutionaire partij
militar /v/ : pleiten (voor iets)
militar, probas/provas que milita in favor del accusato : bewijzen die voor de beklaagde pleiten
mille /sub num card/ : duizend
milliardo /sub num card/ : miljard
million /sub num card/ : miljoen
million, duo ~es de homines : twee miljoen mensen
mina /sub/ : mijn
mina, ~ de carbon/de auro/de argento/de ferro/de cupro/de plumbo/de mercurio/de stanno : mijn
mina, ~ carbonifere : (steen)kolenmijn
mina, ~ statal : staatsmijn
mina, galeria (galeria) de ~ : mijngang
mina, puteo de ~ : mijnschacht
mina, cablo de ~ : mijnkabel
mina, ascensor/lift (A) de ~ : mijnlift
mina, ligno de ~ : mijnhout
mina, director de ~ : mijndirecteur
mina, direction de ~ : mijndirectie
mina, ingeniero de ~ : mijningenieur
mina, schola de ~s : mijnschool
mina, exploitation {plwa} de ~ : mijnontginning
mina, descender in un ~ : in een mijn afdalen
mina, exploitar {plwa} un ~ : een mijn ontginnen
mina /sub/ : MILITAR mijn
mina, campo/zona de ~s : mijnenveld
mina, barrage de ~s : mijnenversperring
mina, blocada de ~s : mijnenblokkade
mina, periculo de ~s : mijnengevaar
mina, detector de ~s : mijndetector
mina, lanceator de ~s : mijnenwerper
mina, dragator de ~s : mijnenveger
mina, chassator {sj} de ~s : mijnenjager
mina, collocar/poner/disseminar ~s : mijnen leggen
mina, ~ terrestre : landmijn
mina, ~ aquatic : watermijn
mina, ~ flottante : drijvende mijn
mina, ~ magnetic : magnetische mijn
mina, ~ submarin : zeemijn
mina /sub/ : (stift van potlood) mina
mina /sub/ : mina (gewicht- en munteenheid in de Oudheid)
mineral /adj/ : mineraal, tot de delfstoffen behorend
mineral, regno ~ : delfstoffenrijk
mineral, aqua ~ : mineraalwater
mineral, fonte de aqua ~ : minerale bron
mineral, oleo ~ : minerale olie
mineral, grassia ~ : mineraal vet
mineral, lana ~ : steenwol
mineral, chimia (chimia) ~ : mineraalchemie
mineral, resina ~ fossile : fossiele minerale hars
mineral /sub/ : mineraal, erts, delfstof
mineral, ~ aurifere/de auro : gouderts
mineral, ~ plumbifere/de plumbo : looderts
mineral, ~ cuprifere/de cupro : kopererts
mineral, ~ stannifere/de stanno : tinerts
mineral, ~ platinifere : platina-erts
mineral, ~ de ferro : ijzererts
mineral, ~ de manganese : mangaanerts
mineral, monstra de ~ : ertsmonster
mineral, jacimento de ~ : ertslaag, ertsafzetting
mineral, production de ~es : delfstoffenproduktie
mineral, extraction/exploitation {plwa} de ~es : ertswinning
mineral, extraher ~es del solo : ertsen uit de grond halen
mineral, transporto de ~es : ertsvervoer
mineral, tractamento/transformation de ~es : ertsverwerking
mineral, chimia (chimia) del ~es : mineraalchemie
mineral, transformar in ~ : mineraliseren
minime (minime) /adj/ : kleinste, minste, geringste
minime (minime), precio ~ : laagste prijs, minimumprijs
minime (minime), salario ~ : minimumloon
minime (minime), formato ~ : miniformaat
minime (minime), exigentia/revindication ~ : minimumeis
minime (minime), quantitates ~ : minimale hoeveelheden
minime (minime), narcisso ~ : dwergnarcis
minime (minime), non haber le ~ notion/idea (idea) de : geen flauwe notie/benul hebben van
minime (minime) /adj/ : miniem, gering, onbeduidend, heel klein
minime (minime), le differentia es ~ : het verschil is nauwelijks te meten
minimo (minimo) /sub/ : minimum, het kleinste, het geringste, het laagste
minimo (minimo), reducer al ~ : tot een minimum terugbrengen
minimo (minimo), in un ~ de tempore : in een minimum van tijd
minimo (minimo), ~ multiple (multiple) commun : kleinste gemene veelvoud
minimo (minimo), thermometro (thermometro) a ~ : minimumthermometer
minimo (minimo), ~ vital : bestaansminimum
minimo (minimo), Minimo : Minderbroeder
ministro /sub/ : agent, vertegenwoordiger
ministro /sub/ : minister (in regering)
ministro, consilio del ~s : ministerraad
ministro, function/carga de ~ : ministerschap
ministro, posto de ~ : ministerspost
ministro, equipa de ~s : ministersploeg
ministro, presidente del consilio del ~s, prime ministro : premier, minister president, eerste minister
ministro, voormalige ~ : ex-ministro
ministro, salario de ~ : ministersalaris
ministro, ~ plenipotentiari : gevolmachtigd minister
ministro, ~ sin portafolio : minister zonder portefeuille
ministro, ~ del Agricultura : minister van Landbouw
ministro, ~ del Justitia : minister van Justitie
ministro, ~ del Affaires Estranier : minister van Buitenlandse Zaken
ministro, ~ del Guerra/del Defensa : minister van Oorlog/van Defensie
ministro, ~ del Instruction Public/del Education (National) : minister van Onderwijs
ministro, ~ del Financias : minister van Financiën
ministro, ~ del Interior : minister van Binnenlandse Zaken
ministro, ~ del Labor : minister van Arbeid
ministro, ~ del Marina : minister van Marine
ministro, ~ del Obras Public : minister van Openbare Werken
ministro, ~ del Sanitate : minister van Gezondheid
ministro, ~ del Commercio : minister van Handel
ministro, ~ pro le ambiente (ecologic) : milieuminister
ministro /sub/ : DIPLOMATIA diplomatiek vertegenwoordiger, gezant
ministro /sub/ : PROTESTANTISMO predikant, dominee, pastor
ministro, ~ del evangelio : evangeliedienaar
ministro /sub/ : CATHOLICISMO (be)dienaar, priester
ministro, ~ del Evangelio : bedienaar des Woords
minor /adj/ : minder, kleiner, geringer
minor, problema ~ : minder belangrijk probleem
minor, profitos/beneficios ~ : verminderde winsten
minor, in ~ mesura/grado : in mindere mate
minor, cosa de ~ importantia : bijzaak
minor, al ~ contacto : bij de minste aanraking
minor, Asia Minor : Klein-Azië
minor, ordines ~ : lagere geestelijke orden
minor /adj/ : JURIDIC minderjarig
minor, etate ~ : minderjarigheid, onmondigheid
minor, infantes ~ : minderjarige kinderen
minor /adj/ : MUSICA kleine terts...
minor, intervallo ~ : kleine-terts-interval
minor, gamma/scala ~ : kleine-terts-toonladder, moltoonschaal, mineurtoonladder
minor, isto es in sol ~ : dat staat in g kleine terts
minor /sub/ : minderjarige
minor, labor/travalio de ~es : kinderarbeid
minor, maltractamento de ~es : kindermishandeling
minor, protection de ~es : kinderbescherming
minor, Consilio de Protection de Minores : Raad voor de Kinderbescherming
minor, judice (judice) de ~es : jeugdrechter
minus (minus) /adv/ : minder, (met BEP LIDW) minst
minus (minus), ille mangia ~ : hij eet minder
minus (minus), ille mangia le ~ : hij eet het minst
minus (minus), ~ belle que : minder mooi dan
minus (minus), le ~ belle : het minst mooi
minus (minus), plus o ~ : meer of minder
minus (minus), tanto ~ : des te minder
minus (minus), ~ de dece annos : minder dan tien jaar
minus (minus), a ~ que : tenzij
minus (minus), al ~ : minstens, op z'n minst
minus (minus), ~ de moneta : minder geld
minus (minus), quatro ~ tres : vier min drie
minus (minus), totes ~ ille : allen behalve hij
minus (minus), totes ~ un : allen op één na
minus (minus), haber duo annos de ~ : twee jaar jonger zijn
minus (minus), nos ha terminate in ~ de un hora : binnen een uur waren we klaar
minuta /sub/ : minuut (tijdseenheid)
minuta /sub/ : GEOMETRIA minuut (zestigste deel van een graad)
minuta /sub/ : JURIDIC minuut, oorspronkelijk stuk, oorspronkelijke akte, origineel
minuta, registro del ~s : minutenregister, minutenboek
minuta, facer le ~ de : minuteren, de minuut maken van
minutiose /adj/ : nauwkeurig, uiterst precies, zeer nauwgezet
minutiose, description ~ : zeer nauwkeurige beschrijving
minutiose, inquesta/investigation ~ : minutieus onderzoek
minutiose, submergite in ~ observationes : in aandachtige beschouwing verdiept
miscer /v/ : mengen, vermengen
miscer, cupa a/de ~ : mengbak
miscer, ovos miscite : roereieren
miscer, ~ le cartas : de kaarten schudden
miscer, le colores se misce : de kleuren lopen ineen
misericordia /sub/ : (anque CATHOLICISMO) barmhartigheid, erbarmen, genade, goedertierenheid
misericordia, haber ~ con un persona : erbarmen met iemand hebben
misericordia, ~ christian : christelijke barmhartigheid
misericordia, obras de ~ : werken van barmhartigheid
misericordia, ~! : genade!
misericordia /sub/ : steunblokje aan een koorbank
misericordia /sub/ : dolk (om de genadestoot mee toe te brengen)
mitter /v/ : zetten, leggen, plaatsen
mitter, ~ le naso in un cosa : zijn neus in iets steken
mitter, ~ se in cammino : zich op weg begeven, op weg gaan
mitter, ~ le rege in chaco : de koning schaak zetten
mitter, ~ a puncto : tot een einde brengen, afronden
mitter, ~ in periculo : in gevaar brengen
mitter, ~ in practica : in praktijk brengen
mitter, ~ in fuga : op de vlucht jagen
mitter, ~ in pension : pensioneren, met pensioen sturen
mixtura /sub/ : mengsel, mixtuur, melange, mengeling
mixtura, ~ de carburante : brandstofmengsel
mixtura, ~ (pro motor a duo tempores) : mengsmering
mixtura, ~ de caffe : koffiemelange
mixtura, ~ fragrante/odorante : geurige melange
mixtura, ~ indiluite/concentrate : unverdund mengsel
mixtura, ~ de liquidos : vloeistofmengsel
mixtura, ~ refrigerante/frigorific/cryogene : koudmakend mengsel
mixtura, ~ gasose : gasmengsel
mixtura, ~ racemic : racemisch mengsel
mixtura, ~ homogene : homogeen mengsel
mixtura, ~ multicolor/de colores : mengeling van kleuren
mixtura, ~ confuse/heteroclite/disparate : allegaartje, mengelmoes
mobile /adj/ : beweeglijk, veranderlijk, los, verplaatsbaar
mobile, scala ~ : 1
mobile, guarda ~ : mobiele eenheid
mobile, material ~ : rollend materieel
mobile, ponte ~ : beweegbare brug
mobile, benes ~ : roerende goederen, tilbare have
mobile, arena/sablo ~ : drijfzand
mobile, dunas ~ : zandduinen, zandverstuiving
mobile, ren ~ : wandelende nier
mobile, peso ~ : schuifgewicht
mobile, polea ~ : losse katrol
mobile, pharo ~ : bermlamp (van auto)
mobile, terra ~ : losse grond
mobile, festas ~ : veranderlijke feestdagen
mobile, cantina ~ : kantinewagen
mobile, cocina ~ : keukenwagen, veldkeuken
mobile, bibliotheca ~ : rijdende bibiliotheek, bibliobus
mobile, imprimeria (imprimeria) ~ : mobiele drukkerij
mobile, a folios ~ : losbladig
mobile /sub/ : meubel(stuk)
mobile, ~s : meubels, meubilair
mobile, ~ scholar : schoolmeubel
mobile, ~s imperio : empiremeubels
mobile, ~ classificator : archiefkast
mobile, ~s classic : klassieke meubelen
mobile, ~s de stilo : stijlmeubelen
mobile, ~s de officio : kantoormeubelen
mobile, ~ pro le equipamento stereo(phonic) : stereomeubel
mobile, fabrica de ~s : meubelfabriek
mobile, industria de ~s : meubelindustrie
mobile, magazin de ~s : meubelzaak/winkel
mobile, cera pro ~s : meubelwas
mobile, revestimento pro ~s : meubelovertrek/bekleding
mobile, commercio de ~s : meubelhandel
mobile, commerciante de ~s : meubelhandelaar
mobile, deposito (deposito) de ~s : meubelopslagplaats
mobile, pluche (F) pro ~s : meubelpluche
mobile /sub/ : mobile, mobiel (decoratief voorwerp)
moda /sub/ : mode, trend, gebruik
moda, ~s : damesmode
moda, ~ masculin : herenmode
moda, ~ capriciose : grillige mode
moda, ~ nostalgic : nostalgische mode
moda, ~ de capillatura : haarmode
moda, in/al ~ : in de mode
moda, le ~ in voga : de heersende mode
moda, esser del ~ : in de mode zijn
moda, passar de ~ : uit de mode raken
moda, foras (foras)/passate de ~ : uit de mode, ouderwets
moda, al/secundo le ultime (ultime) ~ : naar/volgens de laatste mode
moda, articulo de ~ : modeartikel
moda, novitate de ~ : modesnufje
moda, creator de ~ : mode-ontwerper
moda, revista/jornal de ~ : modeblad
moda, illustration de ~ : modeplaat
moda, libro de ~s : modeboek
moda, cappello de ~ : modehoed
moda, magazin/boteca de ~s : modewinkel/zaak
moda, color de ~ : modekleur
moda, capricio del ~ : modegril
moda, casa de ~ : modehuis
moda, sclavo del ~ : modegek
moda, introducer un nove ~ : een nieuwe mode invoeren
moda, esser subjecte al ~ : aan de mode onderhevig zijn
moda, sequer le ~ : de mode volgen, zich naar de mode richten
modello /sub/ : model, voorbeeld, toonbeeld
modello, ~ de fidelitate : toonbeeld van trouw
modello, ~ de virtute : toonbeeld van deugd
modello, ~ de pictor : schildersmodel
modello, ~ de designo : tekenvoorbeeld
modello, ~ de gypso : gipsmodel
modello, ~ de fabrica : prototype
modello, ~ experimental : proefmodel
modello, ~ de littera (littera) : briefmodel
modello, ~ de correction : correctiemodel
modello, ~ de scriptura : schrijfvoorbeeld
modello, ~ conflictual : conflictmodel
modello, marito ~ : modelechtgenoot, voorbeeldige echtgenoot
modello, infante ~ : voorbeeldig kind
modello, action ~ : modelactie
modello, libro de ~s : model(len)boek
modello, collection de ~s de litteras (litteras) : brievenboek
modello, maritage/matrimonio ~ : modelhuwelijk
modello, interprisa ~ : modelonderneming
modello, ferma ~ : modelboerderij
modello, cocina/culina ~ : modelkeuken
modello, village ~ : modeldorp
modello /sub/ : (foto)model, mannequin
modello, agentia de ~s : modellenbureau
modello, defilata de ~s : modeshow
modello /sub/ : TECHNICA (giet)vorm
moderne /adj/ : modern, hedendaags
moderne, lingua ~ : moderne taal
moderne, armas ~ : moderne wapens
moderne, litteratura ~ : moderne literatuur
moderne, scriptores/autores ~ : moderne schrijvers
moderne, historia ~ : moderne geschiedenis
moderne, theologia (theologia) ~ : moderne theologie
moderne, greco ~ : Nieuwgrieks
moderne, haber un aere (aere) ~ : modern aandoen
moderne, hospital equipate modernemente : modern ingericht ziekenhuis
modeste /adj/ : bescheiden, eenvoudig
modeste, salario ~ : bescheiden salaris
modeste, location ~ : niet al te hoge huur
modeste, in mesura ~ : in bescheiden mate
modeste, de origine ~ : van eenvoudige komaf
modeste, menar un vita ~ : een gematigd leven leiden
modeste, comportar se modestemente : zich bescheiden gedragen
modo /sub/ : MUSICA toonaard
modo, ~ major : majeur, dur
modo, ~ minor : mineur, mol
modo /sub/ : manier, wijze
modo, ~ de empleo (empleo) : gebruiksaanwijzing
modo, accompaniate de su ~ de empleo (empleo) : met gebruiksaanwijzing
modo, ~ de expedition : verzendingswijze
modo, ~ de expression : uitdrukkingswijze
modo, ~ de parlar/dicer : manier van spreken
modo, ~ de vider : zienswijze
modo, ~ de viver : levenswijze
modo, ~ de vita : manier van leven, levensstijl
modo, per/de un ~ o per/de un altere : op de een of andere manier
modo, in qualque ~ : enigermate
modo /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA wijs
modo, ~ conditional : voorwaardelijke wijs, conditionalis
modo, ~ infinitive : onbepaalde wijs, infinitief
modo, ~ imperative : gebiedende wijs, imperatief
modo, ~ indicative : aantonende wijs, indicatief
modo, ~ conjunctive/subjunctive : aanvoegende wijs, conjunctief
modo, verbos auxiliar de ~ : modale hulpwerkwoorden
molestar /v/ : molesteren, lastig vallen
molestar, ~ un persona sexualmente : iemand seksueel lastig vallen
molestar, me permitte vos ~ vos un momento? : mag ik u even plagen?
moleste /adj/ : vervelend, lastig, hinderlijk, storend
moleste, vicino ~ : lastige buurman
moleste, creditor ~ : hinderlijke schuldeiser
molino /sub/ : molen, maalderij
molino, ~ de vento : windmolen
molino, combatter le ~s de vento : tegen windmolens vechten
molino, ~ a galeria (galeria) : stellingmolen
molino, ~ de aqua : watermolen
molino, ~ de caffe : koffiemolen
molino, ~ de oleo : oliemolen
molino, ~ de pipere : pepermolen
molino, ~ de mustarda : mosterdmolen
molino, ~ de papiro : papiermolen
molino, ~ de cereales : korenmolen
molino, ~ a precarias : gebedsmolen
molino, ~ giratori/a pivot : standerdmolen
molino, cavallo de ~ : molenpaard
molino, ala de ~ : molenwiek
molino, petra de ~ : molensteen
molino, rota de ~ : molenrad
molino, dica de ~ : molendam
molino, collina del ~ : molenwerf
molino, rivo de ~ : molenbeek/vliet
molino, freno/arresto de ~ : molenvang
molino, constructor de ~s : molenmaker
molle /adj/ : zacht, week, slap
molle, sapon ~ : zachte zeep
molle, caseo ~ : smeerkaas
molle /adj/ : soepel, buigzaam, slap
molle, cappello ~ : slappe hoed
molliate /adj/ : nat
momento /sub/ : moment, ogenblik
momento, le moda del ~ : de mode van het moment
momento, le ~ psychologic : het psychologisch juiste ogenblik
momento, le ultime (ultime) ~s de un persona : iemands laatste ogenblikken
momento, a cata ~ : ieder ogenblik, voortdurend
momento, in un ~ date : op een gegeven moment
momento, in un ~ determinate : op een bepaald moment
momento, in le ~ adequate : op het goede moment
momento, post un ~ de hesitation : na enige aarzeling
momento, desde iste ~ : vanaf dit ogenblik
momento, le ~ opportun : het geschikte ogenblik
momento, al ultime (ultime) ~ : op het nippertje
momento, desde ille ~ : van toen af
momento, tu ha un ~? : heb je een ogenblikje?
momento, in le ~ que : op het moment dat
momento /sub/ : PHYSICA moment
momento, ~ de un fortia : moment van een kracht
momento, ~ de flexion : buigmoment
momento, ~ magnetic : magnetisch moment
momento, ~ de inertia : traagheidsmoment
momento, matrice del ~s : momentenmatrix
momento, theorema del ~s : momentenstelling
momento, curva del ~s : momentencurve
momento, problema del ~s : momentenprobleem
moneta /sub/ : munt (waar munten worden geslagen)
moneta /sub/ : munt, geldstuk
moneta, ~ de auro : goudstuk
moneta, ~ de argento : zilverstuk
moneta, titulo de un ~ : gehalte van een munt
moneta, stampage de ~s : muntslag
moneta, pecia de ~ : geldstuk
moneta, collector de ~s : muntverzamelaar
moneta, batter ~ : munten slaan
moneta /sub/ : geld
moneta, tempore es ~ : tijd is geld
moneta, papiro ~ : papiergeld
moneta, falsario/falsificator de ~ : valse munter
moneta, summa de ~ : geldsom, bedrag
moneta, contator de ~ : geldtelmachine
moneta, ~ de papiro : papiergeld
moneta, ~ de auro : goudgeld
moneta, ~ de argento : zilvergeld
moneta, ~ cuneate : gemunt geld
moneta, ~ currente : gangbaar geld
moneta, ~ fiduciari : fiduciair geld
moneta, ~ false : vals geld
moneta, ~ de tasca : zakgeld
moneta, ~ divisionari : pasmunt
moneta, ~ minute : kleingeld, wisselgeld
moneta, ~ forte : harde valuta
moneta, ~ contante : contant geld
moneta, ~ sonante : klinkende munt
moneta, ~ legal : wettig betaalmiddel
moneta, ~ stabile : stabiele munt
moneta, avide de ~ : geldzuchtig
moneta, aviditate de ~ : gelddorst, geldzucht
moneta, question de ~ : geldkwestie
moneta, mercato de ~ : geldmarkt
moneta, problema de ~ : geldprobleem
moneta, perdita (perdita) de ~ : geldverlies
moneta, invio de ~ : geldzending
moneta, esser curte de ~ : krap bij kas zijn
moneta, cambiar ~ : geld wisselen
moneta, acceptar ~ : geld aannemen
moneta, imprimer ~ : geld drukken
moneta, prestar ~ a un persona : aan iemand geld lenen
moneta, investir ~ in un cosa : geld in iets steken
moneta, reservar ~ : geld reserveren
moneta, pagar con le mesme ~ : met gelijke munt betalen
moneta, jectar le ~ del fenestra : het geld over de balk smijten
moneta, isto es ~ perdite : dit is weggegooid geld
moneta, ~ face ~ : met geld maakt men geld
monstrar /v/ : tonen, laten zien
monstrar, ~ un libro a un persona : iemand een boek laten zien
monstrar, ~ su dentes : zijn tanden laten zien
monstrar, ~ lacunas : leemten vertonen
monstrar, ~ le cammino a un persona : iemand de weg wijzen
monstrar, ~ le lingua a un persona : de tong tegen iemand uitsteken
monstrar, ~ le pugno a un persona : iemand een vuist tonen
monstrar, ~ un visage dolorose : een pijnlijk gezicht zetten
monstrar /v/ : laten zien, uitleggen
montania /sub/ : berg, gebergte
montania, alte ~ : hooggebergte
montania, catena de ~s : bergketen
montania, pariete de ~ : bergwand
montania, picco de ~ : bergspits
montania, dorso de ~ : bergrug
montania, valle de ~ : bergdal
montania, passo de ~ : bergpas
montania, scarpas/calceos de ~ : bergschoenen
montania, guida de ~ : berggids
montania, ~s cretose/cretacee/de creta : krijtgebergte
montania, ~s costari/litoral : kustgebergte
montania, Montanias Roccose : Rotsgebergte, Rocky Mountains
montania, ~ calcari : kalkgebergte
montania, ~s russe : roetsjbaan, achtbaan
montania, ~ lunar : maanberg
montania, ~ del tabula : tafelberg
montania, ~ de butyro (butyro) : boterberg
montania, Sermon super le ~ : Bergrede
montania, baston de ~ : bergstok
montania, cursa/etape (F) de ~ : bergrit
montania, scalator de ~s : bergbeklimmer
montania, village de ~ : bergdorp
montania, gente de ~ : bergbewoners
montania, aere de ~ : berglucht
montania, sport(s) (A) de ~ : bergsport
montania, hotel (F) de ~ : berghotel
montania, refugio in le ~ : berghut
montania, sentiero de ~ : bergpad
montania, cammino de ~ : bergweg
montania, foreste de ~ : bergwoud
montania, al summitate de un ~ : boven op een berg
montania, scalar ~s : bergen beklimmen
montania, facer un ~ de un grano de sablo/arena : van een mug een olifant maken
montar /v/ : naar boven gaan, klimmen, stijgen
montar, le barometro (barometro) monta : de barometer stijgt
montar, su gloria monta : zijn roem neemt toe, zijn ster stijgt
montar, le mar monta : het wordt vloed
montar, le precios monta : de prijzen stijgen
montar, le cursos monta : de koersen stijgen
montar, le temperatura monta : de temperatuur stijgt
montar, ~ in/per ascensor : met de lift naar boven gaan
montar, ~ super (super) un sedia : op een stoel klimmen
montar, - super (super) un cavallo : een paard bestijgen
montar /v/ : bestijgen, beklimmen, opgaan, instappen
montar, ~ in le traino : in de trein stappen
montar, ~ a bordo de un avion : in een vliegtuig stappen
montar, ~ un scala : een trap opgaan
montar, ~ un cavallo : paardrijden
montar, policia (policia) montate : bereden politie
montar /v/ : monteren, in elkaar zetten
montar, ~ un guida super (super) un cyclomotor : een stuur op een bromfiets monteren
montar, ~ un diamante : een diamant zetten/monteren
montar, ~ un film (A) : een film monteren
montar, ~ un tenta : een tent opzetten
montar /v/ : dekken (een koe, etc.), bespringen
monte /sub/ : berg
monte, le ~ Etna : de Etna
monte, ~ de Olivos : Olijfberg
monte, ~ del luna : maanberg
monte, ~ campaniforme : klokberg
monte, ~ de pietate : bank van lening, lommerd, pandjeshuis
monte, ~ de Venus/de Venere : Venusberg/heuvel
monte, a ~ : A. bergop, B. stroomopwaarts
monte, per ~s e per valles : over bergen en dalen, langs berg en dal
monte, promitter ~s de auro : gouden bergen beloven
moral /adj/ : de zedenleer betreffend, zedekundig
moral, lege ~ : zedewet
moral, theologia (theologia) ~ : moraaltheologie
moral, philosophia (philosophia) ~ : moraalfilosofie
moral, theoria (theoria) ~ : moraaltheorie
moral /adj/ : moreel, zedelijk, deugdzaam
moral, obligation ~ : morele verplichting
moral, conscientia ~ : zedelijk bewustzijn
moral, culpabilitate ~ : morele schuld, morele verantwoordelijkheid
moral, victoria ~ : morele overwinning
moral, appoio ~ : morele steun
moral, rearmamento ~ : morele herbewapening, ethisch reveil
moral, dilemma ~ : gewetensnood
moral, isto es moralmente irresponsabile : dat is moraliter onverantwoordelijk
moral, sentir se moralmente obligate : zich moreel verplicht voelen
moral /sub/ : moraal, heersende zeden en gebruiken, zedelijke beginselen
moral, ~ conjugal : huwelijksmoraal
moral, ~ laic (laic) : lekenmoraal
moral, ~ de sclavo : slavenmoraal
moral, ~ de gruppo : groepsmoraal
moral, ~ de classe : klassemoraal
moral, ~ intransigente/rigorose : strenge/starre moraal
moral, attentato al ~ : aanslag op de goede zeden
moral /sub/ : zedeles, moraal, lering
moral, ~ de un fabula : moraal van een fabel
moral, isto es le ~ del historia : dat is de moraal van het verhaal
moral /sub/ : moreel, stemming
moral, le ~ es bon : de stemming is goed
moral, mantener le ~ : het moreel op peil houden
moral, levar le ~ : het moreel opkrikken
moral, sappar le ~ : het moreel ondermijnen
moral /sub/ : zedenleer, moraal, ethiek
morder /v/ : bijten
morder, ~ in un fructo : in een vrucht bijten
morder, ~ le pulvere : in het stof bijten, languit vallen, FIGURATE een nederlaag lijden
morder, mi can le ha mordite : mijn hond heeft hem gebeten
morir /v/ : sterven, overlijden, doodgaan
morir, ~ in plen activitate : in het harnas sterven
morir, ~ se : langzaam sterven, stervende zijn, op sterven liggen
morir, ~ de fame : doodhongeren
morir, ~ de vergonia : zich dood schamen
morir, ~ de rider/de risada : zich doodlachen
morir, ~ congelate : doodvriezen
morir, pavor de ~ : doodsangst
morir, malade a ~ : doodziek
morir, lasse a ~ : stervensmoe
morsura /sub/ : het bijten
morsura /sub/ : beet (wond)
morsura, ~ de serpente : slangenbeet
morsura, ~ de vipera (vipera) : adderbeet
morsura, ~ de can : hondenbeet
morsura, ~ de can rabiose : dollehondsbeet
morsura, ~ de ratto : rattenbeet
morsura, ~ de mosquito : muggenbeet
morsura, ~ de crabro : horzelbeet
morsura, ~ de becco : snavelbeet
morte /sub/ : dood, het overlijden, het sterven
morte, certificato de ~ : overlijdensakte
morte, sententia de ~ : doodvonnis
morte, pronunciar le sententia de ~ contra : het doodvonnis uitspreken tegen
morte, condemnar a ~ : ter dood veroordelen
morte, condemnation a ~ : terdoodveroordeling
morte, batter a ~ : doodslaan
morte, mitter/poner a ~ : ter dood brengen
morte, pena de ~ : doodstraf
morte, risco/periculo de ~ : doodsgevaar
morte, hora del ~ : doodsuur
morte, angelo (angelo) de ~ : doodsengel
morte, crito de ~ : doodskreet
morte, sudor de ~ : doodszweet
morte, somno del ~ : doodsslaap
morte, desiro/desiderio del ~ : doodsverlangen
morte, causa de ~ : doodsoorzaak
morte, caso de ~ : sterfgeval
morte, lecto de ~ : sterfbed
morte, angustia/pavor de ~ : doodsangst
morte, instincto de ~ : doodsdrift
morte, esquadra de ~ : doodseskader
morte, minusprecio/contempto/disdigno del ~ : doodsverachting
morte, dansa del ~ : dodendans
morte, silentio de ~ : doodse stilte
morte, tranquille como le ~ : doodstil
morte, fidel usque al ~ : trouw tot in de dood
morte, ~ cardiac (cardiac) : hartdood
morte, ~ de cruce : kruisdood
morte, ~ per suffocation/per asphyxia (asphyxia) : verstikkingsdood
morte, ~ per hypothermia (hypothermia) : bevriezingsdood
morte, ~ natural : natuurlijke dood
morte, ~ violente : gewelddadige dood
morte, ~ apparente/in apparentia : schijndood
morte, ~ clinic : klinische dood
morte, ~ heroic : heldendood
morte, ~ expiatori : verzoeningsdood
morte, pallide como le ~ : doodsbleek
morte, fluctuar/esser inter le vita e le ~ : tussen dood en leven zweven
morte, sanguinar a ~ : doodbloeden
morte, torturar a ~ : doodmartelen
morte, escappar al ~ : aan de dood ontkomen
morte, bravar le ~ : de dood tarten/trotseren
morte, trovar le ~ : de dood vinden
morte, seminar ~ e destruction : dood en verderf zaaien
morte, vider le ~ in le facie : de dood in de ogen zien, de dood voor ogen hebben
morte, facie a facie con le ~ : in het aanschijn van de dood
morte, a vita o ~ : op leven of dood
morte /adj/ : dood, gestorven, overleden
morte, ~ e interrate : dood en begraven
morte, ~ o vive : dood of levend
morte, plus ~ que vive : meer dood dan levend
morte /adj/ : zonder leven, levenloos, dood
morte, corpore ~ : lijk
morte, nascite ~ : dood geboren
morte, natura ~ : stilleven
morte, aqua ~ : stilstaand water
morte, littera (littera) ~ : dode letter
morte, remaner littera (littera) ~ : een dode letter blijven
morte, moneta ~ : dood geld
morte, puncto ~ : dood punt
morte, citate ~ : dode stad
morte, folios ~ : dorre bladeren
morte, angulo ~ : dode hoek
morte, lingua ~ : dode taal
morte, Mar Morte : Dode Zee
morto /sub/ : dode, gestorvene, overledene, lijk
morto, ~ vivente/ambulate : levend lijk
morto, lista de ~s : dodenlijst
morto, masca/mascara (mascara) de ~ : dodenmasker
morto, cassa de ~ : doodkist
morto, testa/capite (capite) de ~ : doodshoofd
morto, numero de ~s : dodental
morto, die del ~s : allerzielen
morto, culto del/al ~s : dodenverering
morto, commemoration del ~s : dodenherdenking
morto, liturgia (liturgia) del ~s : dodenliturgie
morto, missa del ~s : dodenmis
morto, ossos de ~(s) : doodsbeenderen
morto, evocar le ~s : de doden oproepen
morto, evocation del ~s : het oproepen van de doden
morto, livide/pallide/blanc como un ~ : zo bleek als een lijk, doodsbleek, lijkbleek
morto /sub/ : blinde (bij het kaartspel)
motion /sub/ : beweging
motion, mitter se in ~ : zich in beweging zetten
motion /sub/ : POLITICA motie, voorstel
motion, ~ de ordine : ordevoorstel, motie van orde
motion, ~ de censura : motie van wantrouwen
motion, ~ de fiducia/de confidentia : motie van vertrouwen
motion, facer/rediger un ~ : een motie opstellen
motion, presentar un ~ : een motie indienen
motion, votar un ~ : over een motie stemmen
motion, acceptar/approbar un ~ : een motie aannemen
motion, rejectar un ~ : een motie verwerpen
motion, retirar un ~ : een motie intrekken
motion, commentar un ~ : een motie toelichten
motion, supportar/appoiar un ~ : een motie steunen
motor /sub/ : motor
motor, ~ economic : zuinige motor
motor, ~ hydraulic : hydraulische motor
motor, ~ a/de combustion interne : verbrandingsmotor
motor, ~ a/de explosion : explosiemotor
motor, ~ a/de currente alternative/alternate : wisselstroommotor
motor, ~ a/de piston : zuigermotor
motor, ~ a/de piston rotative : draaizuigermotor, wankelmotor
motor, ~ a/de quatro tempores : 4-taktmotor
motor, ~ a/de duo tempores : 2-taktmotor
motor, ~ a/de gas : gasmotor
motor, ~ a/de benzina : benzinemotor
motor, ~ de frenage : remmotor
motor, ~ auxiliar : hulpmotor
motor, ~ exterior : buitenboordmotor
motor, ~ a/de jecto : straalmotor
motor, ~ de avion : vliegtuigmotor
motor, ~ rotative : rotatiemotor
motor, ~ amovibile/distachabile/auxiliar/exterior : aanhangmotor
motor, ~ compound : compoundmotor
motor, ~ electric : elektrische motor, elektromotor
motor, ~ diesel : dieselmotor
motor, ~ synchrone : synchroonmotor
motor, ~ asynchrone : asynchrone motor
motor, ~ con cylindros in linea : lijnmotor
motor, ~ silentiose : stille motor
motor, suspension del ~ : motorophanging
motor, propulsion per ~ : motoraandrijving
motor, vehiculo a ~ : motorvoertuig
motor, bicycletta a/con ~ : bromfiets
motor, imbarcation a ~ : motorvaartuig
motor, yacht (A) a ~ : motorjacht
motor, barca a ~ : motorboot
motor, fabrica de ~es : motorenfabriek
motor, panna de ~ : motorpech, panne
motor, damno al ~ : motorschade
motor, oleo pro ~es : motorolie
motor, coperculo del ~ : motorkap
motor, cassa de protection del ~ : motorkast
motor, ronco/ruito de ~ : motorgeronk
motor, esser le ~ del interprisa : de stuwende kracht van de onderneming zijn
motor, fortia ~ : motorkracht, motorische kracht
motor, nervos ~ : motorische zenuwen
motor, mitter/poner le ~ in marcha : de motor aanzetten/starten
motor, arrestar le ~ : de motor afzetten
motor, adjustar/regular un ~ : een motor afstellen
motor, adjustage/adjustamento de un ~ : afstelling van een motor
motor, le arresto del ~ : het stilvallen van de motor
motor, le ~ es disregulate : de motor loopt onregelmatig
motor, ille es le ~ de tote isto : hij is de drijvende kracht achter het geheel
motor /adj/ : motorisch
motor, fortia ~ : motorische kracht
motor, catena ~ : aandrijfketting
motor, disco ~ : aandrijfschijf
motor, mechanismo ~ : aandrijfmechanisme
motor, ~ : warmte-krachtkoppeling
motor, handicapato ~ : motorisch gehandicapte
mover, ~ le cauda : kwispelstaarten
mover, ~ celo e terra : hemel en aarde bewegen
mover, ~ un machina (machina) : een machine aandrijven
mover, ~ de un latere al altere : heen en weer bewegen
mover, non ~ un passo : geen stap verzetten
mover /v/ : aansporen, aanzetten, aandrijven
movimento /sub/ : het bewegen, beweging, plaatsverandering
movimento, ~ accelerate : versnelde beweging
movimento, ~ apparente : schijnbeweging
movimento, ~ ascensional : stijgbeweging
movimento, ~ aspiratori : zuigbeweging
movimento, ~ serpentin : kronkel/wriemelbeweging
movimento, ~ curvilinee/curviforme : kromlijnige beweging
movimento, ~ rectilinee : rechtlijnige beweging
movimento, ~ circular/orbicular : cirkelgang
movimento, ~ retardate : vertraagde beweging
movimento, ~ pendular : slingerbeweging
movimento, ~ retrograde : achterwaartse beweging, kreeftegang
movimento, ~ absolute : absolute beweging
movimento, ~ in avante : voorwaartse beweging
movimento, ~ de truppas : troepenverplaatsing
movimento, ~ del testa/del capite (capite) : (hoofd)knik
movimento, ~ del precios : prijsbeweging
movimento, ~ perpetue : altijddurende beweging
movimento, ~ reflexe/mechanic : reflexbeweging
movimento, ~ del astros : beweging der hemellichamen
movimento, ~ ferroviari : treinenloop
movimento, ~ undulatori/de undas : golfbeweging
movimento, ~ rotatori/giratori : draaiende beweging
movimento, ~ conjunctural : conjunctuurbeweging
movimento, ~ uniforme : eenparige beweging
movimento, ~ uniformemente accelerate/retardate : eenparig versnelde/vertraagde beweging
movimento, ~ brownian : Brownse beweging
movimento, ~ vive : vlugge beweging
movimento, mechanismo de ~ : bewegingsmechanisme
movimento, stilo de ~ : bewegingsstijl
movimento, turbation de ~ : bewegingsstoornis
movimento, stato de ~ : bewegingstoestand
movimento, guerra de ~ : bewegingsoorlog
movimento, ~s del anima (anima) : zielroerselen
movimento, libertate de ~ : bewegingsvrijheid
movimento, communicar un ~ : een beweging overbrengen
movimento, ~ giratori : draaiende beweging
movimento, imprimer ~ a un cosa : iets in beweging brengen
movimento, poner in ~ : op gang brengen
movimento, poner se in ~ : zich in beweging zetten
movimento /sub/ : stroming, beweging, partij
movimento, ~ de protesto(s) : protestbeweging
movimento, ~ de resistentia : verzetsbeweging
movimento, ~ de liberation : bevrijdingsbeweging
movimento, ~ pacifista/pro le pace : vredesbeweging
movimento, ~ de ideas (ideas) : geestesstroming
movimento, ~ popular : volksbeweging
movimento, ~ de independentia : onafhankelijkheidsbeweging
movimento, ~ separatista : afscheidingsbeweging
movimento, ~ revolutionari : revolutionaire beweging
movimento, ~ clandestin : ondergrondse beweging
movimento, ~ syndical/syndicalista : vakbeweging
movimento, ~ feminista : feministische beweging
movimento, ~ social : sociale beweging
movimento, ~ de massa : massabeweging
movimento, ~ litterari : literaire beweging
movimento, ~ antialcoholic : geheelonthoudersbeweging
movimento, ~ juvenil/del juventute : jeugdbeweging
movimento, ~ ecumenic : oecumenische beweging
movimento, ~ ecologic/ambiental/del ambiente (ecologic) : milieubeweging
multe /adj/ : veel
multe, ante ~ tempore : lang geleden
multiplicar /v/ : verveelvoudigen, vermeerderen, uitbreiden
multiplicar, ~ se : zich verveelvoudigen, zich vermeerderen, toenemen in aantal
multiplicar, ~ le tentativas : herhaalde pogingen doen
multiplicar, ~ le contactos : de contacten uitbreiden
multiplicar /v/ : MATHEMATICA vermenigvuldigen
multiplicar, ~ per mille : verduizendvoudigen
multiplicar, ~ se : vermenigvuldigd worden
multitude /sub/ : massa, groot aantal, menigte
multitude, ~ de spectatores : groot aantal toeschouwers
multitude /sub/ : (mensen)menigte
multitude, dissipar/dispersar le ~ : de menigte uiteendrijven
multitude, aperir se un passage a transverso le ~ : door de menigte dringen
multitude, perder se/disparer in/inter (inter) le ~ : in de menigte opgaan
multitude, le circo attrahe semper (semper)/sempre un ~ : het circus trekt altijd veel volk/mensen aan
multo /adv/ : zeer, erg
multo, ~ populate : dicht bevolkt
munde /adj/ : schoon, helder, rein, zuiver
munde, copia ~ : netschrift, net
mundo /sub/ : wereld, heelal, kosmos, sfeer, kring van verschijnselen
mundo, ~ animal : dierenwereld
mundo, ~ vegetal : plantenwereld
mundo, ~ habitate : bewoonde wereld
mundo, ~ litterari : literaire wereld
mundo, ~ del spiritos (spiritos) : geestenwereld, geestenrijk
mundo, ~ commercial/del negotios : zakenwereld
mundo, ~ del sonios : droomwereld
mundo, ~ sensibile : zintuiglijk waarneembare wereld
mundo /sub/ : wereld, aarde, aardbol, gedeelte van de aarde
mundo, vetule ~ : oude wereld
mundo, nove ~ : nieuwe wereld
mundo, tertie ~ : derde wereld
mundo, pais del tertie ~ : derde-wereldland
mundo, le cinque partes del ~ : de vijf werelddelen
mundo, le altere ~ : de andere wereld, het hiernamaals
mundo, campion del ~ : wereldkampioen
mundo, campionato del ~ : wereldkampioenschap
mundo, record (A) del ~ : wereldrecord
mundo, ~ sportive/del sport : sportwereld
mundo, cuppa del ~ : wereldbeker
mundo, meravilia del ~ : wereldwonder
mundo, religion del ~ : wereldgodsdienst/religie
mundo, hegemonia (hegemonia)/dominio del ~ : wereldhegemonie/heerschappij
mundo /sub/ : wereld, maatschappij
mundo, homine del ~ : man van de wereld
mundo, femina (femina) del ~ : vrouw van de wereld
mundo, le ~ libere : de vrije wereld
mundo, le ~ antique : de oudheid
mundo, le joias/gaudios del ~ : de aardse vreugden
mundo, conception del ~ : wereldbeschouwing
mundo, ~ incantate : toverwereld
mundo, 4 tote le ~ : iedereen
muro /sub/ : muur, wand, wal
muro, ~ exterior/externe : buitenmuur
muro, ~ interior/interne : binnenmuur
muro, ~ de sustenimento : schoormuur, steunmuur
muro, ~ divisori : tussenmuur, tussenwand, scheidingswand
muro, ~ separative/de separation : scheidingsmuur, scheidsmuur
muro, ~ transversal : dwarsmuur
muro, ~ refractari : brandmuur
muro, ~ angular/de angulo : hoekmuur
muro, ~ urban : stadsmuur
muro, ~ cec : blinde muur
muro, ~ de terra : aarden wal
muro, ~ del sono : geluidsbarrière
muro, ~ de calor : hittebarrière
muro, ~ antiruito : geluidsmuur/wal
muro, Muro del Lamentos/del Lamentationes : Klaagmuur
muro, Muro de Berlin : Berlijnse Muur
muro, Muro de Hadriano : Hadrianusmuur
muro, choccar {sj} contra un ~ de incomprension/incomprehension : Hadrianusmuur
muro, le ~s audi, le ~s ha aures : de muren hebben oren
mus /sub/ : ZOOLOGIA muis
mus, ~ minute : dwergmuis
mus, foramine de ~es : muizegat
mus, trappa a/pro ~es : muizeval
mus, nido de ~es : muizenest
mus, veneno de ~es : muizegif
mus, merda/excrementos de ~es : muizendrek
mus, plaga/invasion de ~es : muizenplaag
mus, chassator {sj} de ~es : muizenvanger
mus, jocar como un catto con un ~ : een spel van kat en muis spelen
mus /sub/ : COMPUTATOR muis
musca /sub/ : ZOOLOGIA vlieg
musca, ~ domestic : huisvlieg, kamervlieg
musca, ~ carnivore : aasvlieg
musca, ~ tsetse : tsetsevlieg
musca, ~ de carne : vleesvlieg
musca, ~ de Espania/Hispania : Spaanse vlieg
musca, ~ artificial : kunstvlieg (voor het vissen)
musca, ~s volante : beweeglijke punten voor de ogen
musca, larva de ~ : vliegenlarve
musca, corpore de ~ : vliegenlijf
musca, merda/cacata de ~ : vliegenstront
musca, colla a ~s : vliegenlijm
musca, plaga/invasion de ~ : vliegenplaag
musca, peso ~ : vlieggewicht
musca, non facer mal a un ~ : geen vlieg kwaad doen
musca, facer de un ~ un elephante : van een mug een olifant maken
musca /sub/ : vlokje baard (op de onderlip), kinbaardje, sikje
musca /sub/ : schoonheidsvlekje (in 't gezicht)
musculo (I) /sub/ : spier
musculo (I), ~ abdominal : buikspier
musculo (I), ~ pectoral : borstspier
musculo (I), ~ cervical : nekspier
musculo (I), ~ facial : gelaatsspier, aangezichtsspier
musculo (I), ~ labial : lipspier
musculo (I), ~ dorsal : rugspier
musculo (I), ~ clavicular : sleutelbeenspier
musculo (I), ~ intercostal : tussenribspier
musculo (I), ~ del gena : kniespier
musculo (I), ~ del collo : halsspier
musculo (I), ~ deltoide : deltaspier
musculo (I), ~ palatal : gehemeltespier
musculo (I), ~ masticatori : kauwspier
musculo (I), ~ tracheal : luchtpijpspier
musculo (I), ~ plantar : zoolspier
musculo (I), ~ zygomatic : wangspier
musculo (I), ~ coracoide : ravenbekspier
musculo (I), ~ pectinate : kamspier
musculo (I), ~ cubital : elleboogspier
musculo (I), ~ lisie : gladde spier
musculo (I), ~ extensori : strekspier, strekker
musculo (I), ~ contractile : samentrekbare spier
musculo (I), ~ flexori : buigspier
musculo (I), ~ triangular : driehoeksspier
musculo (I), ~ piriforme : peervormige spier
musculo (I), ~ rotatori : draaispier, draaier, rotator
musculo (I), ~s laxe : slappe spieren
musculo (I), ~s accommodatori : accommoderende spieren
musculo (I), ~ lumbrical : wormvormige spier
musculo (I), ~ trapezio : monnikskapspier
musculo (I), ~s de aciero : stalen spieren
musculo (I), contraction de un ~ : samentrekking van een spier
musculo (I), elasticitate del ~s : spankracht van de spieren
musculo (I), distender un ~ : een spier verrekken
musculo (II) /sub/ : mossel
musculo (II), le ~s es molluscos acephale : mossels zijn koploze weekdieren
musculo (II), ~ comestibile/edibile : eetbare mossel
musculo (II), concha de ~ : mosselschelp
musculo (II), pisca de ~s : mosselvisserij
musculo (II), banco de ~s : mosselbank
musculo (II), venditor de ~s : mosselman
musculo (II), saison (F) del ~s : mosselseizoen
musculo (II) /sub/ : tweekleppig schelpdier
musica /sub/ : muziek
musica, ~ pop (A) : popmuziek
musica, ~ beat (A) : beatmuziek
musica, ~ punk (A) : punkmuziek
musica, ~ soul (A) : soulmuziek
musica, ~ disco : discomuziek
musica, ~ dixieland (A) : dixielandmuziek
musica, ~ instrumental : instrumentale muziek
musica, ~ vocal : vocale muziek
musica, ~ religiose/sacre : gewijde muziek
musica, ~ legier : lichte muziek
musica, ~ popular : populaire muziek
musica, ~ excitante : meeslepende muziek
musica, ~ classic : klassieke muziek
musica, ~ baroc : barokmuziek
musica, ~ symphonic : symfonische muziek
musica, ~ moderne : moderne muziek
musica, ~ romantic : romantische muziek
musica, ~ concrete : concrete muziek
musica, ~ atonal : atonale muziek
musica, ~ de jazz (A) : jazzmuziek
musica, ~ tsigan : zigeunermuziek
musica, ~ funebre : treurmuziek
musica, ~ de/pro harmonia (harmonia) : harmoniemuziek
musica, ~ de dansa/de ballo/pro dansar/pro ballar : dansmuziek
musica, ~ de camera (camera) : kamermuziek
musica, ~ de tabula : tafelmuziek
musica, ~ de ambiente/de fundo : achtergrondmuziek
musica, ~ radiophonic/de radio : radiomuziek
musica, ~ de circo : cirkusmuziek
musica, ~ sacrate/liturgic/de ecclesia : kerkmuziek
musica, ~ tonal : tonale muziek
musica, ~ de film (A) : filmmuziek
musica, ~ de negros : negermuziek
musica, ~ pro piano/pro organo (organo)/pro violino : piano/orgel/vioolmuziek (compositie)
musica, ~ de piano/de organo (organo)/de violino : piano/orgel/vioolmuziek (uitvoering)
musica, libro de ~ : muziekboek
musica, folio de ~ : muziekblad
musica, amator de ~ : muziekliefhebber
musica, critico de ~ : muziekkritikus
musica, critica de ~ : muziekkritiek
musica, cassa de ~ : muziekdoos
musica, historia del ~ : muziekgeschiedenis
musica, instrumento de ~ : muziekinstrument
musica, lection de ~ : muziekles
musica, papiro de ~ : muziekpapier
musica, schola/academia de ~ : muziekschool
musica, sala de ~ : muziekzaal
musica, morsello/pecia de ~ : muziekstuk
musica, kiosque (F) a/de ~ : muziektent
musica, professor/maestro de ~ : muziekleraar
musica, festa/festival de ~ : muziekfeest, muziekfestival
musica, curso de ~ : muziekcursus
musica, magazin/boteca de ~ : muziekwinkel
musica, societate de ~ : muziekgezelschap
musica, cognoscitor de ~ : muziekkenner
musica, inseniamento del ~ : muziekonderwijs
musica, theatro de ~ : muziektheater
musica, stilo de ~ : muziekstijl
musica, facer ~ : muziek maken
musica, mitter/poner in ~ : op muziek zetten
musical /adj/ : muzikaal, muziek..., tot de muziek behorend
musical, aure ~ : muzikaal gehoor
musical, emission ~ : muziekuitzending
musical, comedia ~ : musical
musical, historia ~ : muziekgeschiedenis
musical, voce ~ : welluidende stem
musical, inseniamento ~ : muziekonderwijs
musical, nota ~ : muzieknoot
musical, vita ~ : muziekleven
musical, festa/festival ~ : muziekfeest
musical, programma ~ : muziekprogramma
musical, accento ~ : muzikaal accent
musical, talento ~ : muziektalent
musical, nota ~ : muzieknoot
musical, notation/scriptura ~ : muziekschrift, notenschrift
musical, vespera (vespera)/vespere ~ : muziekavond
musical, instrumento ~ : muziekinstrument
musical, societate ~ : muziekgezelschap
musical, theoria (theoria) ~ : muziekleer
musical, bibliotheca ~ : muziekbibliotheek
musical, critico ~ : muziekkritikus
musical, critica ~ : muziekkritiek
musical, obra ~ : muziekwerk
musical, drama ~ : muziekdrama
musical, signo ~ : muziekteken
musical, fundo ~ : achtergrondmuziek
musical /sub/ : musical
mute /adj/ : stom, zwijgend, sprakeloos, stil
mute, cinema (cinema)/film ~ : stomme film
mute, parte/rolo ~ : stomme rol
mute, can de chassa {sj} ~ : stomme jachthond
mute, vocal ~ : stomme klinker
mute, syllaba (syllaba) ~ : toonloze lettergreep
mute, surde e ~ : doofstom
mute, carta/mappa ~ : blinde kaart
mute, animal/bestia ~ : stom dier/beest
mysterio /sub/ : RELIGION GREC mysterie
mysterio, ~s grec : Griekse mysteriën
mysterio /sub/ : ECCLESIA geloofsgeheim, mysterie
mysterio, ~ del Trinitate : mysterie van de H. Drieëenheid
mysterio /sub/ : geheim, raadsel, mysterie
mysterio, ~s del natura : geheimen van de natuur
mysterio, ~ insondabile/impenetrabile/incompre(he)nsibile : ondoorgrondelijk mysterie
mysterio, disvelar un ~ : een mysterie onthullen
mysterio, Frits es un ~ complete pro me : Frits is een volslagen mysterie voor mij
mysterio, haber un halo de ~ : in duisternis gehuld zijn
mysterio /sub/ : LITTERATURA mysteriespel
nam /conj/ : want
narrar /v/ : vertellen, verhalen
narrar, ~ un aventura : een avontuur vertellen
nascentia /sub/ : geboorte
nascentia, numero (numero) de ~s : aantal geboorten, geboortecijfer
nascentia, controlo/regulation de ~s : geboortecontrole/regeling
nascentia, limitation/restriction del ~s : geboortebeperking
nascentia, stimulation del ~s : geboortebevordering
nascentia, statistica del ~s : geboortestatistiek
nascentia, privilegio de ~ : geboorteprivilege
nascentia, curva del ~s : geboortecurve
nascentia, anno de ~ : geboortejaar
nascentia, die de ~ : geboortedag, verjaardag
nascentia, data de ~ : geboortedatum
nascentia, loco de ~ : geboorteplaats
nascentia, registro de ~s : geboorteregister
nascentia, registration de ~ : geboorteaangifte
nascentia, extracto/certificato de ~ : geboortebewijs
nascentia, declaration de ~ : geboorteaangifte
nascentia, acto de ~ : geboorteakte
nascentia, billet de ~ : geboortekaartje
nascentia, de ~ illustre : van hoge geboorte
nascentia, ~ virgine : maagdelijke geboorte
nascentia, ~ difficile : moeilijke bevalling
nascentia, surde/cec de ~ : doof/blind geboren
nascentia, de ~ humile : van nederige geboorte
nascentia, desde su ~ : van zijn geboorte af
nascentia, un nederlandese de ~ : een geboren Nederlander
nascentia /sub/ : ontstaan, wording, begin
nascentia, ~ del primavera : begin van de lente
nascer /v/ : geboren worden, ter wereld komen
nascer, ille non ha nascite pro isto : daar is hij niet voor in de wieg gelegd
nascer /v/ : FIGURATE ontstaan
nascer, facer ~ : laten ontstaan, in het leven roepen, oprichten
nascer, facer ~ le dubita (dubita) in le spirito (spirito) de un persona : iemand aan het twijfelen brengen
nascite /adj/ : geboren
nascite, ben ~ : met goede karaktereigenschappen, van goeden huize
nascite, mal ~ : met slechte karaktereigenschappen, van lage komaf
nascite, infante non ~ : ongeboren kind
nascite, ~ morte : dood geboren
nascite, recentemente ~ : pasgeboren
naso /sub/ : neus
naso, pannello de ~ : zakdoek
naso, ~ aquilin : haviksneus
naso, ~ ascendente : wipneus
naso, ~ recte : rechte neus
naso, ~ punctate/punctute : puntneus, spitse neus
naso, ~ mucose : snotneus, loopneus
naso, ~ de boxator : boksersneus
naso, ala/aletta del ~ : neusvleugel
naso, osso del ~ : neusbeen
naso, guttas pro le ~ : neusdruppels
naso, tumor del ~ : neusgezwel
naso, pilos del ~ : neushaar
naso, radice del ~ : neuswortel
naso, puncta del ~ : punt(je) van de neus
naso, haber bon ~ : een fijne neus hebben
naso, sufflar (se)/essugar le ~ : zijn neus snuiten
naso, perder sanguine del ~ : uit zijn neus bloeden
naso, mitter le ~ in un cosa : zijn neus in iets steken
naso, conducer/menar un persona per le ~ : iemand bij de neus hebben
naso, non vider ultra su ~ : niet verder kijken dan zijn neus lang is
naso, torquer le ~ : de neus optrekken
natal /adj/ : van de geboorte, geboorte...
natal, die ~ : geboortedag, verjaardag
natal, casa ~ : geboortehuis
natal, terra/solo ~ : geboortegrond
natal, citate/urbe ~ : geboortestad
natal, terra/pais ~ : geboorteland
natal, village ~ : geboortedorp
natal, loco ~ : geboorteplaats
natal, pais ~ : geboorteland
natal, solo ~ : geboortegrond
natar /v/ : zwemmen
natar, ~ como un pisce : zwemmen als een vis
natar, ~ super le dorso : rugzwemmen
natar, ~ sub le aqua : onder water zwemmen
natar, ~ in le abundantia : in weelde baden
natar, ~ in su proprie sanguine : in zijn bloed baden
natar /v/ : drijven
nation /sub/ : natie, volk, staat
nation, ~ marin/maritime (maritime) : zeenatie
nation, ~ commerciante/mercantil : handeldrijvende natie
nation, (Organisation del) Nationes Unite : Verenigde Naties, U.N.O.
nation, Societate/Liga del Nationes : Volkenbond
national /adj/ : nationaal, van de staat, van het volk, vaderlands, binnenlands
national, hymno ~ : volkslied
national, historia ~ : vaderlandse geschiedenis
national, politica ~ : nationale politiek, landspolitiek
national, mercato ~ : binnenlandse markt
national, concilio ~ : nationaal concilie
national, archivo ~ : rijksarchief
national, imposto ~ : rijksbelasting
national, territorio ~ : rijksgebied
national, proprietate ~ : staatseigendom
national, institution ~ : rijksinstelling
national, bibita (bibita) ~ : volksdrank
national, moneta ~ : rijksmunt
national, museo ~ : rijksmuseum
national, policia ~ : rijkspolitie
national, cammino ~ : rijksweg
national, Assemblea (Assemblea) ~ : Nationale Vergadering
national, debita (debita) ~ : staatsschuld
national, militia ~ : nationale militie
national, governamento ~ : landsregering
national, defensa ~ : landsverdediging
national, parco ~ : nationaal park
national, capital ~ : nationaal vermogen
national, producto ~ brute, P.N.B : bruto nationaal produkt, B.N.P.
national, campion ~ : landskampioen
national, campionato ~ : landskampioenschap
native /adj/ : geboren, geboortig
native, loco ~ : geboorteplaats
native, puera (puera) ~ : inlands meisje
native, pais/terra ~ : geboorteland
native, citate/urbe ~ : geboortestad
native, casa ~ : geboortehuis
native, derecto ~ : geboorterecht
native, ille es ~ de Zwolle : hij is in Zwolle geboren
native /adj/ : aangeboren, ingeboren
native, inclination ~ : aangeboren neiging
native /adj/ : gedegen, zuiver
native, auro ~ : gedegen goud
nativo /sub/ : inwoner, bewoner
nativo /sub/ : inboorling, inlander, autochtoon
nativo, quartiero de ~s : inboorlingenwijk
natura /sub/ : natuur, schepping
natura, matre ~ : moeder natuur
natura, lege del ~ : natuurwet
natura, le cyclo del ~ : de kringloop der natuur
natura, conservation/preservation/protection del ~ : natuurbescherming, natuurbehoud
natura, poesia (poesia) del ~ : natuurpoëzie
natura, amator/amante/amico (amico) del ~ : natuurliefhebber, natuurvriend
natura, descriptor del ~ : natuurbeschrijver
natura, description del ~ : natuurbeschrijving
natura, film (A) de ~ : natuurfilm
natura, philosophia (philosophia) del ~ : natuurfilosofie
natura, sentimento del ~ : natuurgevoel
natura, cognoscentia/cognoscimento del ~ : natuurkennis
natura, fortia del ~ : natuurkracht
natura, beltate del ~ : natuurschoon
natura, prodigalitate del ~ : weelde van de natuur
natura, stato de ~ : natuurstaat/toestand
natura, phenomeno (phenomeno) del ~ : natuurverschijnsel
natura, secretos/mysterios del ~ : geheimen van de natuur
natura, meravilia del ~ : natuurwonder
natura, capricio del ~ : speling van de natuur
natura, amor del ~ : liefde voor de natuur
natura, religion del ~ : natuurgodsdienst
natura, ode/hymno al ~ : loflied op de natuur
natura, studio del ~ : bestudering van de natuur, natuurstudie
natura, in plen ~ : in de vrije natuur
natura, ~ virgine : ongerepte natuur
natura, ~ morte : stilleven
natura, pagar in ~ : in natura betalen
natura /sub/ : natuur, aard, wezen, karakter, temperament
natura, ~ human : menselijke natuur
natura, ~ orgoliose : trotse natuur
natura, isto es contrari al ~ : dat gaat tegen de natuur in
natura, duo ~s opponite/opposite (opposite)/discorde/discordante : twee tegenstrijdige/tegengestelde naturen
natura, le habitude es un secunde ~ : gewoonte is een tweede natuur
natura, isto non es in su ~ : dat ligt niet in zijn aard
natura, de ~ : van aard
natura, le voce del ~ : de stem van het bloed
natura, ceder al ~ : aan zijn instincten toegeven
natural /sub/ : aard, karakter, inborst
natural, ille es de ~ dulce : hij heeft een zachtzinnige inborst
natural, le ~ cambia de pilo, ma non de ~ : een vos verliest zijn haren, maar niet zijn streken
natural /adj/ : natuurlijk, natuur...
natural, de talia ~ : op ware grootte, levensgroot
natural, filio ~ : natuurlijke zoon
natural, morte ~ : natuurlijke dood
natural, barriera ~ : natuurlijke hindernis
natural, besonios ~ : natuurlijke behoeften
natural, logarithmo ~ : natuurlijke logaritme
natural, attitude ~ : natuurlijke houding
natural, frontiera ~ : natuurlijke grens
natural, historia ~ : natuurlijke historie
natural, philosophia (philosophia) ~ : natuurfilosofie
natural, museo (museo) de historia ~ : natuurhistorisch museum
natural, monumento ~ : natuurmonument
natural, ricchessas ~ : natuurlijke rijkdommen
natural, combustibiles ~ : natuurlijke brandstoffen
natural, disastro/calamitate/catastrophe ~ : natuurramp
natural, foreste ~ : natuurbos
natural, region ~ : natuurgebied
natural, reserva ~ : natuurreservaat
natural, immunitate ~ : natuurlijke immuniteit
natural, poesia (poesia) ~ : natuurpoëzie
natural, derecto ~ : natuurrecht
natural, petra ~ : natuursteen
natural, glacie ~ : natuurijs
natural, producto ~ : natuurprodukt
natural, cauchu (cauchu) ~ : natuurrubber
natural, fibra ~ : natuurvezel
natural, lana ~ : natuurwol
natural, seta ~ : natuurzijde
natural, alimentation ~ : natuurvoeding
natural, alimentos ~ : natuurvoeding
natural, butyro (butyro) ~ : natuurboter
natural, banio ~ : natuurbad
natural, scientias ~ : natuurwetenschappen
natural, phenomeno (phenomeno) ~ : natuurverschijnsel
natural, talento ~ : natuurtalent
natural, leges ~ : natuurwetten
natural, fortia ~ : natuurkracht
natural, gas ~ : aardgas
natural, rete de gas ~ : aardgasnet
natural, magnete ~ : natuurlijke magneet
natural, porto ~ : natuurlijke haven
natural, parco ~ : natuurpark
natural, numero (numero) ~ : natuurlijk getal
natural, scala/gamma ~ : natuurlijke toonladder
natural, radioactivitate ~ : achtergrondstraling
natural, selection ~ : natuurlijke selectie/teeltkeus
natural /adj/ : natuurlijk, vanzelfsprekend
natural /adj/ : eenvoudig, spontaan, ongekunsteld
naval /adj/ : tot de scheepvaart of het zeewezen behorend, scheeps..., marine..., vloot...
naval, fortia ~ : zeemacht, marine
naval, base ~ : marinebasis
naval, porto ~ : marinehaven
naval, cantier ~, sito de constructiones ~ : scheepswerf
naval, guerra ~ : zeeoorlog
naval, battalia/combatto ~ : zeeslag
naval, revista/parada ~ : vlootdemonstratie, vlootschouw, vlootrevue
naval, manovras ~ : vlootmanoeuvres
naval, artilleria (artilleria) ~ : scheepsgeschut
naval, cannon ~ : scheepskanon
naval, accordo/tractato ~ : vlootverdrag/overeenkomst
naval, conferentia ~ : vlootconferentie
naval, catastrophe (catastrophe)/disastro ~ : scheepsramp
naval, termino (termino) ~ : scheepsterm
naval, construction ~ : scheepsbouw
naval, constructor ~ : scheepsbouwer
naval, architectura ~ : scheepsbouwkunde
naval, architecto ~ : scheepsbouwkundige
naval, traffico ~ : scheepvaartverkeer
naval, grue ~ : scheepskraan
naval, compasso ~ : scheepskompas
naval, hypotheca ~ : scheepshypotheek
naval, banca hypothecari ~ : scheepshypotheekbank
naval, museo (museo) ~ : scheepvaartmuseum
naval, medico ~ : scheepsarts
naval, attaché (F) ~ : marine-attaché
naval, carpentero ~ : scheepstimmerman
naval, suprematia (suprematia) ~ : zeeheerschappij
naval, stato major ~ : marinestaf
nave /sub/ : schip
nave, ~ a motor : motorschip
nave, ~ de passageros : passagiersschip
nave, ~ de transporto/de cargo/de carga : transportschip, vrachtschip
nave, ~ mercante/mercantil/de commercio : koopvaardijschip, handelschip
nave, ~ meteorologic : weerschip
nave, ~ pharo/fanal : lichtschip
nave, ~ cisterna : tankschip, tanker
nave, ~ pirata : zeeroverschip
nave, ~ de pisca : vissersschip
nave, ~ interlope (interlope)/de contrabandero : smokkelschip
nave, ~ de guerra : oorlogsschip
nave, ~ de battalia : slagschip
nave, ~ schola : opleidingsschip
nave, ~ sanitari/hospital : hospitaalschip
nave, ~ de cabotage : kustvaarder
nave, ~ de approvisionamento : bevoorradingsschip
nave, ~ fluvial : rivierschip
nave, ~ a/de vela(s) : zeilschip
nave, ~ recuperator : bergingsschip
nave, ~ refrigerate/frigorific : koelschip
nave, ~ de escorta : escortevaartuig
nave, ~ de transporto de truppas : troepentransportschip
nave, ~ de rotas : raderboot
nave, ~ admiral : admiraalschip
nave, ~ de nocte : nachtboot
nave, ~ (de) pilota : loodsboot
nave, ~ aeree : luchtschip
nave, ~ spatial : ruimteschip
nave, ~ viking : Vikingschip
nave, ~ phantasma : spookschip
nave, ~ naufragate : scheepswrak
nave, ~ del deserto : schip van de woestijn
nave, ~ del stato : schip van staat
nave, carcassa de ~ : casco, romp, hulk
nave, ventre de un ~ : buik van een schip
nave, interior del ~ : scheepsruim
nave, constructor de ~s : scheepsbouwer
nave, ammarrar un ~ : een schip aanleggen
nave, cargar un ~ : een schip laden
nave, discargar un ~ : een schip lossen
nave, abordar un ~ : een schip enteren
nave, recuperar un ~ : een schip bergen
nave, le entrata de un ~ : het binnenlopen van een schip
nave, le ~ displacia 1000 tonnas : het schip heeft een waterverplaatsing van 1000 ton
nave, in le medio del ~ : midscheeps
nave /sub/ : ARTE DE CONSTRUER schip, beuk
nave, ~ principal/central : hoofdschip
nave, ~ central : middenschip, langschip
nave, ~ lateral/collateral : zijbeuk, zijschip
nave, ~ transversal : dwarsschip, dwarsbeuk
nave(de)pilota /sub/ : loodsboot
navigar /v/ : varen (op een schip)
navigar, ~ al vela : zeilen
navigar, ~ in convoyo (convoyo)/in convio (convio) : in konvooi/onder geleide varen
navigar, interdiction de ~ : vaarverbod
navigar /v/ : bevaren
navigar /v/ : navigeren
nebula /sub/ : mist, nevel
nebula, ~ dense/spisse : dichte mist
nebula, ~ legier : dunne mist
nebula, ~ de fuligine : smog
nebula, ~ autumnal : najaarsmist
nebula, ~ basse : grondmist
nebula, banco de ~ : mistbank
nebula, corno/sirena de ~ : misthoorn
nebula, signal de ~ : mistsignaal
nebula, velo de ~ : nevelsluier
nebula, cortina de ~ : nevelgordijn
nebula, camera (camera) de ~ : nevelkamer
nebula, il face ~ : het is mistig, het mist
nebula, involver in ~s : in nevelen hullen, omnevelen
nebula, il pende un ~ super le pratos : er hangt een mist boven de weilanden
nebula /sub/ : ASTRONOMIA nevel
nebula /sub/ : MEDICINA nebula, vlekje in het hoornvlies, troebeling in de urine
nebulose /adj/ : nevelig
nebulose /adj/ : FIGURATE vaag, onduidelijk, verward, onbegrijpelijk
nebulose, projectos ~ : onduidelijke plannen
nebulose, imagines ~ : vage beelden
necar /v/ : (doen) verdrinken
necar, ~ un catto : een kat verdrinken
necar, ~ se : verdrinken
necar, ille se ha necate in le mar : hij is in zee verdronken
necessari /adj/ : noodzakelijk, nodig, benodigd
necessari, estimar ~ facer un cosa : het noodzakelijk achten iets te doen
necessari, isto non implica/significa necessarimente que : daaruit volgt niet noodzakelijk dat
necesse /adj/ : noodzakelijk, nodig, benodigd
necessitate /sub/ : noodzakelijkheid, noodzaak
necessitate, ~ imperative/imperiose : gebiedende noodzaak
necessitate, ~ care de lege/non ha lege : nood breekt wet
necessitate, sentir le ~ de : de aandrang/noodzaak voelen om
necessitate, in caso de ~ : in geval van nood(zaak), als het nodig is
necessitate, facer de ~ virtute : van de nood een deugd maken
necessitate, obligate/fortiate per le ~ : noodgedwongen
necessitate /sub/ : behoefte, nood
necessitate, ~ de credito (credito) : kredietbehoefte
necessitate, ~s vital/del vita : levensbehoeften
necessitate, ~s del traffico/del circulation : verkeersbehoeften
necessitate, ~s corporal : natuurlijke behoeften
necessitate, le ~s de nostre tempore : de behoeften/noden van onze tijd
necessitate, satisfaction de un ~ : behoeftebevrediging
necessitate, expensas de prime ~ : uitgaven voor de eerste levensbehoeften
necessitate, facer su ~s : zijn behoefte doen
necessitate, responder al ~ : inspelen op de behoefte
negative /adj/ : ontkennend, negatief
negative, electricitate ~ : negatieve elektriciteit
negative, imagine ~ : negatief beeld
negative, pellicula ~ : negatieffilm
negative, disveloppamento del pellicula ~ : negatiefproces
negative, adverbio ~ : ontkennend bijwoord
negative, signo ~ : minteken
negative, pone iste phrase in le forma ~ : zet deze zin in de ontkennende vorm
negative /adj/ : weigerend, negatief
negative, attitude ~ : afwijzende houding
negative, responsa ~ : afwijzend antwoord
negative, enunciation ~ : negatieve verklaring
negative, appreciation ~ : negatieve waardering
negative, effectos ~ : nadelige gevolgen
negative, responder negativemente a un question : een vraag met nee beantwoorden
negligentia /sub/ : slordigheid
negligentia, ~ stilistic : slordigheid van stijl
negligentia, reprochar {sj} a un persona su ~ : iemand zijn slordigheid verwijten
negligentia /sub/ : onachtzaamheid, achteloosheid
negligentia /sub/ : nalatigheid, verzuim
negligentia, committer un ~ : een nalatigheid begaan
negliger /v/ : veronachtzamen, verwaarlozen, niet goed zorgen voor, geen aandacht schenken aan
negliger, ~ su sanitate : zijn gezondheid verwaarlozen
negliger, ~ su deber : zijn plicht verzaken
negliger, ~ le interesses de un persona : iemands belangen veronachtzamen
negliger, iste patre neglige su infantes : deze vader verwaarloost zijn kinderen
negliger, ~ se : zich verwaarlozen
negliger, ille se neglige : hij ziet er onverzorgd uit
negliger /v/ : verzuimen, nalaten
negliger, ~ de facer un cosa : verzuimen iets te doen
negliger, ~ un occasion : een gelegenheid voorbij laten gaan
negliger /v/ : geen rekening houden met
negliger, ~ le decimales : de decimalen niet meerekenen
negotiar /v/ : handel drijven
negotiar, ~ in caffee : in koffie doen
negotiar, ~ cavillosemente : marchanderen, sjacheren, pingelen
negotiar /v/ : onderhandelen, besprekingen voeren
negotiar, ~ le/del pace : onderhandelen over de vrede
negotiar /v/ : verhandelen, inwisselen, verzilveren
negotio /sub/ : handel
negotio, ~ de vinos : wijnhandel
negotio, homine de ~s : zakenman
negotio, gente de ~s : zakenlieden
negotio, viage de ~s : zakenreis
negotio, relation de ~ : zakenrelatie
negotio, mundo del ~s : zakenwereld
negotio, le ~s es le ~s : zaken zijn zaken
negotio, liquidar un ~ : een zaak/handel opdoeken
negotio /sub/ : onderhandeling
nemo /indef pron/ : niemand
nemo, terra de ~ : niemandsland
nervo /sub/ : ANATOMIA zenuw
nervo, fasce de ~ : zenuwbundel
nervo, guerra del ~s : zenuwoorlog
nervo, ~ acustic/auditive : gehoorzenuw
nervo, ~ optic/ophthalmic/visual : gezichtszenuw
nervo, ~ hepatic : leverzenuw
nervo, ~ olfactive : reukzenuw
nervo, ~ gustative/del gusto : smaakzenuw
nervo, ~ sensitive : gevoelszenuw
nervo, ~ gastric : maagzenuw
nervo, ~ dentari/dental : tandzenuw
nervo, ~ thoracic : borstzenuw
nervo, ~ cervical : halszenuw
nervo, ~ maxillar : kaakzenuw
nervo, ~ pulmonar : longzenuw
nervo, ~ sciatic : heupzenuw
nervo, ~ dorsal : rugzenuw
nervo, ~ spinal : ruggemergszenuw
nervo, ~ costal : ribzenuw
nervo, ~ otic : oorzenuw
nervo, ~ cutanee/del pelle : huidzenuw
nervo, ~ radial : spaakbeenzenuw
nervo, ~ splanchnic : splanchnische zenuw
nervo, ~ sensorial/sensitive : gevoelszenuw
nervo, ~ efferente : efferente zenuw
nervo, ~ sympathic : sympathische zenuw
nervo, ~s solide : sterke zenuwen
nervo, ~s superexcitate : overspannen zenuwen
nervo, maladia (maladia) de ~s : zenuwziekte
nervo, malado de ~s : zenuwzieke
nervo, attacco de ~s : zenuwaanval
nervo, excitar le ~s : de zenuwen prikkelen
nervo, excitation/excitamento del ~s : prikkeling van de zenuwen
nervo /sub/ : pees
nervo, ~ de bove : bullepees
nervo /sub/ : pit, energie, kracht
nervose /adj/ : van de zenuw(en), zenuw...
nervose, collapso/crise/crisis (crisis)/depression ~ : zenuwinstorting/crisis
nervose, maladia (maladia) ~ : zenuwziekte
nervose, malado ~ : zenuwzieke
nervose, exaltation ~ : zenuwoverspanning
nervose, contraction ~ : zenuwtrek
nervose, texito ~ : zenuwweefsel
nervose, affection ~ : zenuwaandoening
nervose, attacco ~ : zenuwaanval
nervose, febre ~ : zenuwkoorts
nervose, choc {sj}/succussa ~ : zenuwschok
nervose, tic ~ : zenuwtrek
nervose, cellula ~ : zenuwcel
nervose, systema ~ : zenuwstelsel
nervose, systema ~ vegetative : vegetatief zenuwstelsel
nervose, centro ~ : zenuwcentrum
nervose, tracto ~ : zenuwbaan
nervose, cordon ~ : zenuwstreng
nervose, fasciculo ~ : zenuwbundel
nervose /adj/ : zenuwachtig, nerveus, opgewonden
nervose /adj/ : gespierd, krachtig
nervose, stilo ~ : gespierde stijl
nettar /v/ : reinigen, schoonmaken
nettar, ~ a sic : chemisch reinigen, stomen
nettar, panno a/de/pro ~ : poetslap
nette /adj/ : zuiver, schoon, rein, helder, keurig
nette /adj/ : duidelijk, helder, nauwkeurig, scherp
nette, scriptura ~ : duidelijk handschrift
nette, contrasto ~ : scherpe tegenstelling
nette, distinction ~ : scherp onderscheid
nette, photo(graphia (graphia)) ~ : scherpe foto
nette, demarcation ~ : duidelijke afbakening
nette, lineas ~ : scherpe lijnen
nette, distinguer nettemente : scherp onderscheiden
nette, facer un copia ~ : in het net schrijven
nette /adj/ : netto
nette, beneficio/profito ~ : netto winst, zuivere winst
nette, precio ~ : nettoprijs
nette, peso ~ : nettogewicht
nette, frete ~ : nettovracht
nette, saldo ~ : nettosaldo
nette, tarra ~ : nettotarra
nette, tonnage ~ : nettotonnage
nette, valor ~ : nettowaarde
nette, production ~ : nettoproduktie
nette, amonta ~ : nettobedrag
nette, salario ~ : nettosalaris
nette, salario mensual ~ : nettomaandsalaris
nette, illa gania mille euros ~ : zij verdient duizend euros netto
ni /conj/ : noch
ni, ni ... ni .. : noch ... noch ...
ni, non timer ~ Deo ~ Diabolo (Diabolo) : nergens voor terugschrikken
ni, ~ le un ~ le altere : noch de een noch de andere
ni, ~ un cosa ~ le altere : noch het een noch het andere
ni, ~ ille ~ su marita esseva presente : noch hij noch zijn vrouw waren er
nigre /adj/ : zwart (anque FIGURATE), donker, somber
nigre, Mar ~ : Zwarte Zee
nigre, pan ~ : zwart brood
nigre, caffe ~ : zwarte koffie, koffie zonder melk
nigre, tabula ~ : schoolbord
nigre, humor ~ : galgenhumor
nigre, travalio/labor ~ : zwart werk
nigre, obrero/travaliator/laborator ~ : zwartwerker, beunhaas
nigre, mercato ~ : zwarte markt
nigre, lista ~ : zwarte lijst
nigre, continente ~ : zwarte werelddeel
nigre, salarios ~ : zwarte lonen
nigre, camera (camera) ~ : camera obscura, donkere kamer, doka
nigre, ~ como (le) pice : pikzwart
nihil (nihil),nil /sub/ : niets
nihil (nihil),nil, pro ~ : voor niets
nihil (nihil),nil, ~ altere : niets anders
nihil (nihil),nil, crear del ~ : uit het niets te voorschijn roepen
nihil (nihil),nil, ~ nove sub le sol : niets nieuws onder de zon
nihil (nihil),nil, ~ es plus difficile que : niets is moeilijker dan
nihil (nihil),nil, isto non costa ~ : dat kost niets
nihil (nihil),nil, conducer a ~ : op niets uitlopen
nihil (nihil),nil, in iste vita ~ es gratis : voor niets gaat de zon op
nihil (nihil),nil, timer ~ e nemo : voor niets en niemand bang zijn
nivar /v/ : sneeuwen
nivar, il niva : het sneeuwt, er valt sneeuw
nive /sub/ : sneeuw
nive, homine/bonhomo de ~ : sneeuwpop
nive, bolla de ~ : sneeuwbal
nive, tempore/temperie de ~ : sneeuwweer
nive, huragan/tempesta de ~ : sneeuwstorm
nive, celo de ~ : sneeuwlucht
nive, monticulo de ~ : sneeuwhoop
nive, cinctura de ~ : sneeuwgordel
nive, oca de ~ : sneeuwgans
nive, campo de ~ : sneeuwveld
nive, aqua de ~ : sneeuwwater
nive, nube de ~ : sneeuwwolk
nive, vortice (vortice) de ~ : sneeuwjacht
nive, cadita de ~ : sneeuwval
nive, berillos contra le/a ~ : sneeuwbril
nive, pala a/de ~ : sneeuwschep
nive, aqua de ~, ~ fundite : sneeuwwater
nive, ~ semifundite : sneeuwbrij
nive, ~ immaculate/virgine : ongerepte/maagdelijke sneeuw
nive, ~ fresc : verse sneeuw
nive, ~ minute/pulverose : stuifsneeuw, jachtsneeuw
nive, cec per le ~ : sneeuwblind
nive, strato de ~ : sneeuwlaag/dek
nive, paisage coperte de ~ : sneeuwlandschap
nive, catena a ~ : sneeuwketting
nive, flocco de ~ : sneeuwvlok
nive, crystallo de ~ : sneeuwkristal
nive, si/tanto blanc como le ~ : zo wit als sneeuw
nive, ~s eterne/perpetue/perpetual/persistente : eeuwige sneeuw
nive, limite (limite) del ~s eterne/perpetue : sneeuwgrens
nive, remover le ~ : sneeuw ruimen
nivello /sub/ : waterpas, libel
nivello, ~ de mason : waterpas
nivello, ~ agrimensor : landmeterswaterpas
nivello, ~ de aere (aere), ~ a bulla (de aere (aere)) : luchtbelwaterpas
nivello, verificar le horizontalitate de un superfacie/superficie per medio de un ~ : luchtbelwaterpas
nivello /sub/ : niveau, peil, hoogte, stand, gehalte
nivello, ~ de aqua : waterstand
nivello, indicator del ~ de aqua : peilschaal
nivello, ~ de oleo : oliepeil
nivello, ~ de mar : zeeniveau
nivello, ~ phreatic : grondwaterstand/spiegel
nivello, ~ del salarios : loonpeil FERROVIA
nivello, passage a ~ (non) guardate/signalisate : (on)bewaakte overweg
nivello, ~ vital/de vita : levensstandaard
nivello, ~ intellectual : geestelijk niveau
nivello, ~ de cultura : cultuurniveau
nivello, ~ de energia (energia) : energieniveau
nivello, ~ de civilisation : beschavingspeil
nivello, ~ de subsistentia : bestaansniveau
nivello, ~ de precios : prijspeil
nivello, ~ del joco : spelpeil
nivello, ~ de hiberno : winterpeil
nivello, ~ sonor : geluidsniveau
nivello, ~ de audientia : kijkcijfer
nivello, investigation de ~ : onderzoek van niveau
nivello, un alte/elevate ~ de civilisation : een hoog peil van beschaving
nivello, a ~ ministerial : op ministerieel niveau
nivello, conversationes al maxime (maxime) ~ : besprekingen op het hoogste niveau
no /interj/ : nee
no, no! : neen! (weigering)
no, no e mille vices no! : nee, nee en nog eens nee!
no, nunquam (nunquam) dicer ~ : nooit nee zeggen
no, ille diceva ~ : hij zei van nee
nobile /adj/ : van adel, adellijk, edel
nobile, familia ~ : adellijke familie
nobile, titulo ~ : adellijke titel
nobile, esser de nascentia ~ : van adellijke geboorte zijn
nobile, facer ~ : in de adelstand verheffen
nobile /adj/ : nobel, verheven, edel
nobile, stilo ~ : verheven stijl
nobile, tractos ~ : edele gelaatstrekken
nobile, indignation ~ : edele verontwaardiging
nobile, aspiration(es)/ambition ~ : edel streven
nobile, 3 gas ~ : edelgas
nobile /sub/ : adellijk persoon, edelman
nobile, un ~ impecuniose : een kale jonker
nobile /sub/ : HISTORIA nobel (munt)
nocer (a) /v/ : schaden, schadelijk zijn, benadelen
nocer (a), iste rumores noce a nostre reputation : die geruchten tasten onze goede naam aan
nocer (a), ~ a un persona/un cosa : iemand/iets benadelen
nocer (a), ~ a su sanitate : zijn gezondheid benadelen
nocer (a), tu te noce a te mesme/ipse : je hebt je er zelf mee
nocer (a), tentar non noce : baat het niet, het schaadt ook niet
nocive /adj/ : schadelijk, nadelig
nocive, residuos ~ : schadelijke afvalstoffen
nocive, insectos ~ : schadelijke insekten
nocive, gases ~ : schadelijke gassen
nocive, influentias ~ : schadelijke invloeden
nocive, fumar es ~ pro le sanitate : roken is schadelijk voor de gezondheid
nocte /sub/ : nacht
nocte, heri ~ : gisternacht
nocte, ~ e jorno, jorno e ~ : dag en nacht
nocte, ~ de hiberno : winternacht
nocte, ~ polar : poolnacht
nocte, ~ tempestuose : stormnacht
nocte, durante le ~, de ~ : 's nachts
nocte, iste ~ : vannacht
nocte, ~ de Natal : kerstnacht
nocte, asylo de ~ : nachtasiel/verblijf
nocte, servicio de ~ : nachtdienst
nocte, servicio de vigilantia/surveliantia de ~ : nachtveiligheidsdienst
nocte, ~ nigre : pikdonkere nacht
nocte, passar le ~ : de nacht doorbrengen, overnachten, slapen
nocte, bon ~! : goede nacht!, welterusten!
nocte, volo de ~ : nachtvlucht
nocte, vaso de ~ : po
nocte, bonetto de ~ : slaapmuts
nocte, veste de ~ : nachtgewaad
nocte, camisa de ~ : nachthemd
nocte, vestimentos de ~ : nachtgoed
nocte, crema de ~ : nachtcrème
nocte, animal de ~ : nachtdier
nocte, ave de ~ : nachtvogel
nocte, papilion de ~ : nachtvlinder
nocte, cavia de ~ : nachthok
nocte, exercitio de ~ : nachtoefening
nocte, equipa de ~ : nachtploeg
nocte, tarifa de ~ : nachttarief
nocte, licentia de ~ : nachtvergunning
nocte, session de ~ : nachtzitting
nocte, traino de ~ : nachttrein
nocte, travalio/labor de ~ : nachtarbeid
nocte, allogio pro le ~ : slaapplaats
nocte, tabula de ~ : nachtkastje
nocte, representation de ~ : nachtvoorstelling
nocte, vigilator/guardiano de ~ : nachtwaker
nocte, infirmera de ~ : nachtverpleegster
nocte, viagiator de ~ : nachtreiziger
nocte, viage de ~ : nachtreis
nocte, sentinella de ~ : nachtschildwacht
nocte, guarda de ~ : 1 nachtwaker, 2 nachtwacht
nocte, in le obscuritate del ~ : in het nachtelijk duister
nocte, al approche {sj} del ~ : bij het vallen van de nacht
nocte, il se face ~ : het schemert
nodo /sub/ : knoop (in touw)
nodo, ~ platte : platte knoop
nodo, ~ inextricabile : onontwarbare knoop
nodo, ~ gordian : gordiaanse knoop
nodo, facer un ~ : een knoop leggen
nodo, disfacer un ~ : een knoop losmaken
nodo, attachar {sj} duo cordas per un ~ : twee touwen aan elkaar knopen
nodo, haber un ~ in le gurgite (gurgite)/gorga : een brok in de keel hebben
nodo, (capillos inrolate in) ~ : (haar)knot(je)
nodo /sub/ : strik, lint
nodo, ~ papilion : vlinderstrikje
nodo /sub/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES knoop (zeemijl per uur)
nodo /sub/ : knoest (in hout), kwast, noest
nodo /sub/ : kernpunt, hoofdzaak
nodo, vos es al ~ del problema : U raakt de kern van het probleem
nodo /sub/ : kronkel, kronkeling
nodo, ~ de viperas (viperas) : adderkluwen
nodo /sub/ : lus
nodo /sub/ : ASTRONOMIA knoop
nodo, ~ ascendente : klimmende knoop
nodo, ~ descendente : dalende knoop
nodo /sub/ : knooppunt, kruispunt
nodo, ~ ferroviari : knooppunt van spoorwegen
nodo /sub/ : knokkel
nodo, ~ del digito (digito) : vingergewricht, knokkel
nodo /sub/ : MEDICINA zenuwknoop
nodo, ~ sinusal : sinusknoop
nodo /sub/ : BOTANICA (gelid)knoop
nodo /sub/ : PHYSICA ventres/antinodos e ~s de un unda : buiken en knopen van een golf
nodo, ~ de vibration : trillingsknoop
nominar /v/ : noemen, een naam geven aan, de naam noemen van
nominar, ~ explicitemente : met name noemen
nominar /v/ : benoemen
nominar, ~ un persona a/in un posto fixe : iemand vast benoemen
nominar, ~ un persona director : iemand tot directeur benoemen
nomine /sub/ : naam
nomine, in ~ de : in naam van, namens
nomine, in ~ del rege : in naam des konings
nomine, in ~ del lege : in naam der wet
nomine, in ~ de Deo : in godsnaam
nomine, a ~ de : op naam van
nomine, in mi ~ : uit mijn naam
nomine, sin ~ : naamloos
nomine, ~ de familia : familienaam, achternaam
nomine, ~ baptismal/de baptismo : doopnaam, voornaam
nomine, ~ de persona : persoonsnaam
nomine, ~ de animal : dierennaam
nomine, ~ de planta : plantennaam
nomine, ~ de caressa : koosnaam
nomine, ~ commercial : handelsnaam, firmanaam
nomine, ~ proprie : eigennaam
nomine, ~ de loco : plaatsnaam
nomine, ~ hypocoristic : streelnaam, vleinaam
nomine, ~ collective : verzamelnaam
nomine, ~ fingite/fictive : gefingeerde naam
nomine, ~ injuriose : scheldnaam
nomine, cambio/cambiamento de ~ : naamsverandering
nomine, confusion de ~s : naamsverwisseling
nomine, non mentionar ~s : geen namen noemen
nomine /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA naamwoord
nomine, ~ substantive : zelfstandig naamwoord
nomine, ~ numeral : telwoord
non /adv/ : niet, geen
non, io ~ pote venir : ik kan niet komen
non, io spera que ~ : ik hoop van niet
non, proque ~? : waarom niet?
non, ~ del toto : in het geheel niet, totaal niet
non, si ~ : 1 zo niet, anders, 2 behalve, anders
non /adv/ : neen!
non /sub/ : (het) nee
non, un ~ categoric/inconditional : een onvoorwaardelijk nee
none /numord/ : negende
none, le ~ parte : het negende (deel)
none, le ~ Symphonia (Symphonia) de Beethoven : de Negende Symfonie van Beethoven
none, Ludovico None : Lodewijk de Negende
nonne? /interj/ : is 't niet?, niet waar?, hè?
nonobstante /adv/ : desondanks, echter
nonobstante /prep/ : niettegenstaande, in weerwil van, ondanks
nord /sub/ : noorden
nord, ir al ~ : noordwaarts gaan
nord, vento del ~ : noordenwind
nord, ~ magnetic : magnetisch noorden
nord, polo ~ : noordpool
nord, Capo Nord : Noordkaap
nord, Mar del Nord : Noordzee
nord, America del Nord : Noord-Amerika
nord, Africa del Nord : Noord-Afrika
nord, Beveland del Nord : Noord-Beveland
nord, le ~ de Overijssel : de kop van Overijssel
nord /adj/ : noordelijk, noord...
norma /sub/ : norm, regel, maatstaf, standaard
norma, ~ de productivitate : produktiviteitsnorm
norma, ~s de fabrication : fabricagenormen
norma, ~s in vigor : heersende normen
norma, ~ de vita : levensnorm
norma, ~ de conducta/de comportamento : gedragsnorm
norma, ~ juridic : rechtsnorm
norma, ~ linguistic : taalnorm
norma, ~ ethic : ethische norm
norma, ~ de tempore : tijdnorm
norma, ~ de judicio/judicamento : beoordelingsnorm/maatstaf
norma, senso del ~ : normbesef
norma, systema de ~s : normenstelsel
norma, applicar un ~ : een criterium aanleggen
norma, deviar del ~ : van de norm afwijken
norma, fixar un ~ : een norm vaststellen
norma, acceptar como ~ : als norm aanvaarden
norma, valer como ~, esser considerate como ~ : als norm gelden
normal /adj/ : normaal, gewoon, natuurlijk, regelmatig
normal, die ~ de labor/travalio : normale arbeidsdag
normal, ir toto normalmente : normaal verlopen
normal /adj/ : MATHEMATICA loodrecht (staand op raaklijn of rakend vlak)
normal, linea ~ : loodlijn, normaal
normal, plano ~ : loodrecht vlak, normaalvlak
normal /adj/ : CHIMIA normaal...
normal, solution ~ : normaaloplossing
normal /sub/ : GEOMETRIA normaal, loodlijn
nos /pron pers/ : wij, ons
nos /pron refl/ : ons
nostre /pron poss pron adjec/ : ons, onze
nostre, ~ bicyclettas : onze fietsen
nostre /pron poss/ : (het/de) onze
nostre, lor bicyclettas e le ~s : hun fietsen en de onze
nota /sub/ : aantekening, notitie
nota, prender ~ de : nota nemen van
nota, prender ~s : aantekeningen maken
nota, tener ~ de : aantekening houden van
nota, bloco de ~s : notitieblok
nota, carnet (F)/libretto de ~s : aanteken/notitieboekje
nota, quaderno de ~s : aantekenschrift
nota, poner un ~ critic a un cosa : ergens een kritische noot plaatsen
nota, transcriber/recopiar ~s : aantekeningen uitschrijven
nota /sub/ : annotatie, (voet)noot, aantekening
nota, ~ explicative : verklarende noot/aantekening
nota, ~ marginal : kanttekening
nota, ~ al pede del pagina (pagina) : voetnoot
nota /sub/ : DIPLOMATIA nota, memorandum
nota, ~ diplomatic : diplomatieke nota
nota, ~ de protesto : protestnota
nota, ~ responsive : nota van antwoord
nota, excambio de ~s : notawisseling
nota /sub/ : MUSICA noot
nota, ~ musical/de musica : muzieknoot
nota /sub/ : INSENIAMENTO cijfer, beoordeling
nota, ~ insufficiente : onvoldoende
nota, ~ final : eindcijfer
nota /sub/ : rekening, nota
nota, ~ del gas : gasrekening
nota, ~ del electricitate : stroomrekening
nota, ~ de energia (energia) : energienota
nota, ~ de telephono (telephono) : telefoonrekening
nota, ~ de hotel : hotelrekening
nota, ~ de credito (credito) : creditnota
nota /sub/ : biljet, briefje
nota, ~ bancari/de banca : bankbiljet
nota bene /LATINO/ : nota bene, let wel
notar /v/ : opschrijven, optekenen, noteren, aantekeningen maken
notar, ~ le cursos : de koersen noteren
notar, esser ben notate presso : goed aangeschreven staan bij
notar /v/ : nota nemen van, bespeuren, waarnemen, opmerken
notar, ~ un irritation legier : een lichte ergernis bespeuren
notar /v/ : (met een teken) aangeven, een (merk)teken zetten bij, aanstrepen
notitia /sub/ : bericht, tijding, kennisgeving, nieuws
notitia, ~ de pressa : persbericht
notitia, ~ de sensation : sensatiebericht
notitia, ~s variate : gemengd nieuws
notitia, ~ biographic : levensbericht
notitia, previe/prior ~ : voorafgaande kennisgeving
notitia /sub/ : korte uiteenzetting, mededeling, handleiding
notitia, ~ biographic : korte levensbeschrijving
notitia, ~ necrologic : in memoriam
notitia, ~ technic : technische instructie (handleiding)
notitia, ~ explicative/de empleo (empleo) : bijsluiter
nova /sub/ : (nieuws)bericht, tijding
nova, ~s : nieuws, nieuwsberichten (anque RADIO, TELEVISION etc.)
nova, ~s sportive : sportberichten
nova, bulletin de ~s : nieuwsbulletin, nieuws (op RADIO, TELEVISION)
nova /sub/ : ASTRONOMIA nova
novanta /sub num card/ : negentig
nove /adj/ : nieuw (vroeger niet bestaand), nieuw (ongebruikt), pas verschenen
nove, anno ~ : nieuwjaar
nove, message de anno ~ : nieuwjaarsboodschap
nove, vigilio de anno ~ : Oudejaarsavond
nove, ~ luna, luna ~ : nieuwe maan
nove, urbe ~ : moderne/pas gebouwde stad
nove, libro ~ : nieuw/pas verschenen boek
nove, vino ~ : nieuwe wijn
nove, ~ mundo : Nieuwe Wereld
nove, Nove Testamento : Nieuwe Testament
nove, facer de ~ : overdoen
nove, usque a ~ aviso : tot nader order
nove, ~ venito : nieuwkomer
nove, ~ ramo : uitloper, scheut
nove, ille es ~ hic : hij is hier nieuw
nove, nihil (nihil) ~ sub le sol : niets nieuws onder de zon
nove, esque isto es alco ~? : is dat iets nieuws?
novem /sub num card/ : negen
novem, Ludovico Novem : Lodewijk de Negende
novem, circulo de ~ punctos : negenpuntscirkel, cirkel van Feuerbach
novem, proba/prova del ~ : negenproef
novembre /sub/ : november
novo /adv/ : de novo = opnieuw, weer
novo, de ~ : opnieuw, weer
nube /sub/ : wolk
nube, ~ de pluvia : regenwolk
nube, ~ de nive : sneeuwwolk
nube, ~ de grandines : hagelwolk
nube, ~ de fumo : rookwolk
nube, ~ de gas : gaswolk
nube, ~ de pulvere : stofwolk
nube, ~ de saltatores : wolk sprinkhanen
nube, ~ electronic : elektronenwolk
nube, ~ toxic : gifwolk
nube, ~ artificial : rookgordijn
nube, ~s superior : hoge wolken
nube, ~s medie : middelbare wolken
nube, ~s inferior/basse : lage wolken, laaghangende bewolking
nube, ~s cosmic : kosmische wolken
nube, formation de ~s : wolkenformatie
nube, cortina de ~s : wolkengordijn
nube, strato de ~s : wolkenlaag/dek
nube, esser in le ~s : in de wolken zijn, in hogere sferen zijn
nube, elevar un persona al ~s : iemand hemelhoog verheffen
nuce /sub/ : BOTANICA noot, (in 't bijzonder) walnoot
nuce, ~ de coco : kokosnoot
nuce, ~ de palma : palmpit
nuce, ~ de galla : galnoot
nuce, ~ vomic : braaknoot
nuce, concha de ~ : notedop
nuce, ~ muscate : 1 muskaatnoot, 2 notemuskaat
nuce, ~ vacue : loze noot
nuce, ligno de ~ : notehout
nuclear /v/ : de kern vormen
nuclear /v/ : tot kern maken
nuclear /adj/ : PHYSICA kern..., nucleair, atoom...
nuclear, bomba ~ : kernbom, atoombom
nuclear, chimia (chimia) ~ : kernchemie
nuclear, energia (energia) ~ : kernenergie, atoomenergie
nuclear, fission ~ : kernsplitsing, atoomsplitsing
nuclear, fusion ~ : kernfusie
nuclear, interaction ~ : kernwisselwerking
nuclear, physica ~ : kernfysica, atoomfysica
nuclear, reaction ~ : kernreactie, atoomreactie
nuclear, fortia ~ : kernkracht, atoomkracht
nuclear, theoria (theoria) ~ : atoomtheorie
nuclear, reactor/pila ~ : kernreactor, atoomreactor, atoomzuil
nuclear, central ~ : atoomcentrale
nuclear, structura ~ : kernstructuur, atoomstructuur
nuclear, particula ~ : kerndeeltje
nuclear, partition ~ : kerndeling
nuclear, residuos ~ : kern/atoomafval
nuclear, carga ~ : kernlading
nuclear, proba/prova/essayo ~ : kernproef
nuclear, parapluvia ~ : atoomparaplu
nuclear, explosion ~ : kernontploffing
nuclear, capite (capite)/testa ~ : atoomkop
nuclear, armamento ~ : kernbewapening
nuclear, disarmamento ~ : kernontwapening
nuclear, pacifismo ~ : atoompacifisme
nuclear, guerra ~ : kernoorlog, atoomoorlog
nuclear, attacco ~ : atoomaanval
nuclear, arma ~ : kernwapen
nuclear, missile ~ : kernraket
nuclear, combustibile ~ : kernbrandstof
nuclear, parapluvia ~ : atoomparaplu
nuclear, disastro/catastrophe (catastrophe) ~ : kernramp
nuclear, rejectar responsabilitates ~ : kerntaken afstoten
nuclear, propulsion ~ : kernaandrijving
nuclear, menacia ~ : atoomdreiging
nuclear, potentia ~ : kernmogendheid
nuclear, pacto ~ : kernverdrag
nuclear, recerca/investigation ~ : kernonderzoek
nuclear, centro de recercas ~ : atoomcentrum
nuclear /adj/ : BIOLOGIA (cel)kern...
nuclear, membrana ~ : kernmembraan
nucleo /sub/ : kern, pit, steen
nucleo, ~ de pruna : pruimepit
nucleo, ~ de ceresia : kersepit
nucleo, apparato a extirpar le ~s : kersenontpitmachine
nucleo /sub/ : BIOLOGIA, ASTRONOMIA etc., nucleus, kern
nucleo, ~ terrestre/del terra : aardkern
nucleo, ~ urban : stadskern
nucleo, ~ de population : bevolkingskern
nucleo, ~ de un magnete : magneetkern
nucleo, ~ de condensation : condensatiekern
nucleo, ~ de crystallisation : kristallisatiekern
nucleo, ~ generative : generatieve kern
nucleo, partition/division del ~ : kerndeling
nucleo, ~ de veritate : kern van waarheid
nude /adj/ : naakt, bloot, kaal, onbedekt
nude, arbore ~ : kale boom
nude, cranio ~ : kale schedel, kale kop
nude, pedes ~ : blote voeten
nude, muro ~ : kale muur
nude, spada ~ : blank zwaard
nude, molluscos ~ : weekdieren zonder schaal
nude, limaces ~ : naaktslakken
nude, parietes ~ : naakte muren
nude, roccas ~ : naakte rotsen
nude, factos ~ : naakte feiten
nude, cavallo a dorso ~ : ongezadeld paard
nude, le veritate ~ : de naakte waarheid
nude, mitter a ~ : blootleggen
nude, a capite (capite)/testa ~ : blootshoofds
nude, ~ usque al cinctura : halfnaakt
nude, a oculo ~ : met het blote oog
nude, a pedes ~ : blootsvoets
nude, ir ~ : naakt rondlopen
nulle /indef pron adj/ : geen, geen enkel
nulle, illa non ha ~ gratia : zij mist alle gratie
nulle, ~ e sin valor : nul en generlei waarde
nulle, de ~ maniera : op geen enkele wijze
nulle /adj/ : nietig, waardeloos, ongeldig
nulle, bulletin de voto ~ : ongeldig stembiljet
nulle, esser ~ : ongeldig zijn
nulle, declarar ~ : ongeldig verklaren
nulle /adj/ : MATHEMATICA nul...
nulle, curva ~ : nulkromme
nulle, matrice ~ : nulmatrix
nulle, spatio ~ : nulruimte
nulle, tensor ~ : nultensor
nulle, transformation ~ : nultransformatie
nulle, vector ~ : nulvector
numerar /v/ : tellen
numerar /v/ : nummeren, nummers geven, pagineren
numerar, ~ le paginas (paginas) : pagineren
numerar, ~ consecutivemente/in sequentia : in volgorde nummeren
numerar, disco numerate : kiesschijf (van telefoon)
numero (numero) /sub/ : cijfer
numero (numero), ~ roman : Romeins cijfer
numero (numero), ~ arabe (arabe)/arabic : Arabisch cijfer
numero (numero) /sub/ : getal
numero (numero), ~ natural : natuurlijk getal
numero (numero), ~ negative : negatief getal
numero (numero), ~ positive : positief getal
numero (numero), ~ integre : geheel getal
numero (numero), ~ decimal : decimaal getal
numero (numero), ~ indivisibile : ondeelbaar getal
numero (numero), ~ fractional/fractionari : gebroken getal, breuk
numero (numero), ~ composite (composite) : samengesteld getal
numero (numero), ~ complexe : complex getal
numero (numero), ~ mixte : gemengd getal
numero (numero), ~ algebric/algebraic (algebraic) : algebraïsch getal
numero (numero), ~ imaginari : imaginair getal
numero (numero), ~ rational : rationaal getal
numero (numero), ~ irrational : irrationaal getal
numero (numero), ~ triangular : driehoeksgetal
numero (numero), ~ abstracte : abstract getal
numero (numero), ~ proportional : verhoudingsgetal
numero (numero), ~s distributive : distributieve getallen
numero (numero), ~ par : even getal
numero (numero), ~ impar : oneven getal
numero (numero), ~ binari : binair getal
numero (numero), ~ massic/de massa : massagetal
numero (numero), ~ de octano : octaangetal
numero (numero), ~ de Mach : getal van Mach
numero (numero), ~ indice (indice)/index (index) : indexgetal
numero (numero), serie de ~s : getallenreeks
numero (numero) /sub/ : nummer
numero (numero), ~ telephonic/de telephono (telephono) : telefoonnummer
numero (numero), ~ atomic : atoomnummer
numero (numero), ~ de casa : huisnummer
numero (numero), ~ de auto(mobile) : autonummer
numero (numero), ~ de ordine : rangnummer
numero (numero), ~ de circo : circusnummer
numero (numero) /sub/ : tal, aantal, menigte, hoeveelheid
numero (numero), ~ maximal/maxime (maxime) : maximumaantal
numero (numero), ~ de tornos/rotationes/revolutiones : toerental
numero (numero), ~ de bestial : veestapel
numero (numero), ~ del membros/adherentes : ledental
numero (numero), in ~ de : ten getale van
numero (numero), in grande ~, sin ~ : in groten getale, talloos
numero (numero), ~ fixe : numerus fixus
numero (numero), ~ clause : numerus clausus
numero (numero) /sub/ : telwoord
numero (numero), ~ cardinal : hoofdtelwoord
numero (numero), ~ ordinal : rangtelwoord
numero (numero) /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA getal
numero (numero), ~ plural : meervoud
numero (numero), ~ singular : enkelvoud
numero (numero) /sub/ : POESIA, MUSICA cadans, ritme, harmonie, welluidendheid
numerose /adj/ : talrijk, in groten getale
numerose, familia ~ : groot gezin
numerose /adj/ : POESIA, MUSICA ritmisch, harmonisch, welluidend
numerose, sonos ~ : harmonische klanken
nunc /adv/ : nu (op dit ogenblik)
nunc, usque a ~ : tot nu (toe)
nunc, justo ~ : juist nu
nunc, hic e ~ : hier en nu
nunc, nunc ... nunc .. : nu eens ... dan weer ...
nunquam (nunquam) /adv/ : nooit, nimmer
nunquam (nunquam), ~ dicer no : nooit nee zeggen
nunquam (nunquam), ora o ~ : nu of nooit
nutrimento /sub/ : voedingsmiddel, voeding
nutrimento, ~ principal : hoofdvoedsel
nutrimento, ~ substantial : degelijke kost
nutrimento, ~ macrobiotic : macrobiotisch voedsel
nutrimento, ~ vegetal : plantaardige voeding
nutrimento, ~ de gallinas : kippevoer
nutrimento, ~ de hiberno : winterkost
nutrimento, ~ speciate/condimentate : hete kost
nutrimento, ~ del spirito (spirito) : geestelijk voedsel
nutrir /v/ : voeden, zogen, de borst geven
nutrir /v/ : voeden (anque FIGURATE), voeren, van voedsel voorzien
nutrir, ~ un projecto : een plan koesteren
nutrir, ~ odio/resentimento contra un persona : een haatgevoel tegen iemand koesteren
nutrir, ~ un foco : een vuur onderhouden
nutrir, ~ se de : zich voeden met, leven van
nylon /sub/ : nylon
nylon, brossa de ~ : nylonborstel
nylon, calceas de ~ : nylonkousen
nylon, calcettas de ~ : nylonsokken
nylon, filo de ~ : nylondraad
o /conj/ : of
o, o ... o .. : of ... of ...
obediente /adj/ : gehoorzaam, volgzaam, meegaand, gedwee
obediente, infante ~ : gehoorzaam kind
obediente, animal ~ : mak dier
obedir /v/ : gehoorzamen, luisteren (naar), gehoor geven (aan)
obedir, ~ a un persona : iemand gehoorzamen
obedir, ~ al moda : de mode volgen
obedir, ~ al leges : de wetten in acht nemen
obedir, ~ cecamente : blindelings gehoorzamen
obedir, ~ a un ordine : aan een bevel gevolg geven
obedir, ~ al timon : naar het roer luisteren
objectar, ~ bon rationes a/contra un argumento : goede redenen aanvoeren tegen een argument
objectar, on nos ha objectate le necessitate de reducer le expensas : goede redenen aanvoeren tegen een argument
objection /sub/ : bezwaar, tegenwerping, bedenking
objection, ~ de conscientia : gewetensbezwaar
objection, ~ principal : hoofdbezwaar
objection, ~es fundate : gegronde bezwaren
objection, haber ~es de principio : principiële bezwaren hebben
objection, facer/formular/sublevar/opponer un ~ : een bezwaar opwerpen/inbrengen
objection, poner ~es a un cosa : bezwaar tegen iets hebben
objecto /sub/ : voorwerp, ding, artikel, object
objecto, ~s perdite : gevonden voorwerpen
objecto, ~ de arte : kunstvoorwerp
objecto, ~ de excambio : ruilobject
objecto, commercio de ~s de arte : kunsthandel
objecto, mercante/negotiante de ~s de arte : kunsthandelaar
objecto, collection de ~s de arte : kunstverzameling
objecto, ~ de museo (museo) : museumstuk
objecto, ~ de uso/usage currente : gebruiksvoorwerp
objecto, Objecto Volante Non Identificate, O.V.N.I : UFO
objecto /sub/ : doel, bedoeling
objecto, ~ principal : hoofdddoel
objecto, ~ de mi visita (visita) : doel van mijn bezoek
objecto /sub/ : onderwerp, voorwerp
objecto, ~ del discussion : onderwerp van de discussie
objecto, ~ de su cholera (cholera)/ira : object van zijn woede
objecto /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA voorwerp
objecto, ~ directe : direct object, lijdend voorwerp
objecto, ~ indirecte : indirect object, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp
oblidar /v/ : vergeten
oblidar, ~ le titulo de un libro : de titel van een boek vergeten
oblidar, morir completemente oblidate : volkomen vergeten sterven
oblidar, ~ omne vergonia : alle schaamte van zich af zetten
oblidar, ~ le vinagre in le salata : de azijn in de sla vergeten
oblidar, ~ un parapluvia : een paraplu vergeten
oblidar, le plano se oblidava sin commentarios ulterior : het plan verdween geruisloos
obra /sub/ : werk, arbeid
obra, ~ human : mensenwerk
obra, poner in ~ : ten uitvoer brengen
obra, poner se al ~ : aan de slag gaan
obra, poner le mano al ~ : de hand aan de ploeg slaan
obra, mano de ~ : mankracht, arbeidskracht
obra, ~s public : openbare werken
obra, servicio de ~s public : dienst openbare werken
obra /sub/ : resultaat van werk: werk, werkstuk, bouwwerk, kunstwerk, boek, muziekstuk, etc.
obra, ~ de arte : kunstwerk
obra, ~ magistral/(de) maestro : meesterstuk
obra, ~ poetic : dichtwerk
obra, ~ theatral : toneelwerk
obra, ~ musical : muziekwerk
obra, ~ historic : geschiedwerk
obra, ~ fundamental : standaardwerk
obra, ~s de misericordia : werken van barmhartigheid
obra, ~ de su vita : zijn levenswerk
obra, ~s morte : dood werk (van een schip)
obra, ~s vive : onderwatergedeelte (van een schip)
obscur /adj/ : obscuur, donker, duister (anque FIGURATE)
obscur, blau/brun/rubie, etc. ~ : donkerblauw/bruin/rood, etc.
obscur, camera (camera) ~ : donkere kamer, doka
obscur, practicas ~ : duistere praktijken
obscuritate /sub/ : het donker, duisternis
obscuritate, ~ complete/total/absolute : volslagen duisternis
obscuritate, in le ~ del nocte : in het nachtelijk duister
obscuritate, con favor del ~ : onder bescherming van de duisternis
obscuritate /sub/ : FIGURATE duisterheid, onduidelijkheid, onbegrijpelijkheid
obscuritate, ~ de un texto : duisterheid van een tekst
observar /v/ : naleven, in acht nemen, zich houden aan
observar, ~ le silentio : het stilzwijgen in acht nemen
observar, ~ le regulas : de regels in acht nemen
observar, ~ le sabbato (sabbato) : de sabbat vieren
observar, facer ~ le lege : de wet doen naleven
observar /v/ : gadeslaan, waarnemen, observeren, bespieden
observar /v/ : opmerken, constateren
observar, facer ~ un cosa a un persona : iemand op iets opmerkzaam maken
observation /sub/ : naleving, inachtneming (van voorschrift, etc.)
observation, ~ stricte/rigorose del regulation : stricte inachtneming van de regels
observation /sub/ : waarneming, observatie (anque MEDICINA)
observation, ~es astronomic : astronomische waarnemingen
observation, ~es barometric : barometrische waarnemingen
observation, ~es meteorologic : meteorologische/weerkundige waarnemingen
observation, corriger un ~ : een waarneming rechtzetten
observation, satellite (satellite) de ~ : observatiesatelliet
observation, dono de ~ : opmerkingsgave
observation, instrumentos de ~ : waarnemingsapparatuur
observation, posto de ~ : waarnemingspost
observation, turre de ~ : uitkijktoren
observation, ~ aeree : luchtverkenning
observation, ballon de ~ : observatieballon
observation, turre de ~ : waarnemingstoren
observation, avion de ~ : waarnemingsvliegtuig
observation, methodo (methodo) de ~ : waarnemingsmethode
observation, error de ~ : waarnemingsfout
observation /sub/ : opmerking, commentaar
observation, ~e insolente : onbeschofte opmerking
observation, ~ sarcastic : sarcastische opmerking
observation, ~ jocose : grappige/schertsende opmerking
observation, ~ acute : puntige/snedige opmerking
observation, ~ casual : terloopse opmerking
observation, ~ pauco/poco delicate : tactloze opmerking
obtener /v/ : verkrijgen, bekomen, verwerven, gedaan krijgen
obtener, ~ un resultato : een resultaat bereiken
obtener, ~ un diploma : een diploma behalen
obtener, ~ le titulo de maestro : de meesterstitel behalen
obtener, ~ satisfaction : genoegdoening verkrijgen
obtener, ~ successo : succes boeken
obvie /adj/ : duidelijk, zonneklaar, voor de hand liggend, vanzelfsprekend
obvie, senso ~ : evidente betekenis
obvie, mentita ~ : doorzichtige leugen
obvie, il es ~ que : het is duidelijk dat
occasion /sub/ : (gunstige) gelegenheid, kans, mogelijkheid
occasion, ~ favorabile/propitie : gunstige gelegenheid
occasion, al ~ : bij gelegenheid
occasion, al prime ~ : bij de eerste gelegenheid
occasion, profitar del ~ : van de gelegenheid gebruik maken
occasion, fornir le ~ de : de gelegenheid geven om
occasion, prender/sasir le ~ : de gelegenheid aangrijpen
occasion, perder/negliger/lassar escappar le ~ : de gelegenheid voorbij laten gaan
occasion, ~ perdite : gemiste kans
occasion, le ~ es perdite : de kans is verkeken
occasion, quando le ~ se offere : als de gelegenheid zich voordoet
occasion, in omne/tote ~ : bij elke gelegenheid
occasion, le ~ face le fur : de gelegenheid maakt de dief
occasion /sub/ : aanleiding, reden
occasion, dar ~ a : aanleiding geven tot
occasion /sub/ : koopje, buitenkansje, occasion
occasion, libro de ~ : tweedehandsboek
occasion, auto(mobile) de ~ : tweedehandsauto
occasion, venditor de merces de ~ : handelaar in tweedehands goederen
occider /v/ : doden
occider, ~ con gas : vergassen
occider, ~ per strangulation : wurgen
occider, esser occidite in un accidente : bij een ongeluk omkomen
occider, ~ duo muscas/aves/conilios, etc. con un petra : twee vliegen in een klap slaan
occider, ~ le tempore : de tijd doden
occider, le gelo ha occidite tote mi rosas : al mijn rozen zijn doodgevroren
occider, ~ le personalitate de un persona : iemands persoonlijkheid vernietigen
occider, ~ se : zelfmoord plegen
occupar /v/ : bezetten, in bezit nemen, innemen
occupar, ~ un pais : een land bezetten
occupar, truppas occupante : bezettingstroepen
occupar /v/ : vullen, innemen (ruimte, plaats, tijd)
occupar /v/ : in beslag nemen, bezighouden
occupar, le fabrica occupa multe obreros : de fabriek heeft veel arbeiders in dienst
occupar, ~ se de : zich bezig houden met
occupar /v/ : vervullen, innemen, bekleden (ambt, functie, etc.)
occupar, ~ un placia prominente : een voorname plaats innemen
occupate /adj/ : bezig (met), druk
occupate, esser multo ~ : het erg druk hebben, druk bezig zijn
occupate /adj/ : bezet
occupate, territorio ~ : bezet gebied
occupate, iste placia es ~ : deze plaats is bezet
occupate /adj/ : (telefoon) bezet, in gesprek
occupate, ille es sempre/semper (semper) ~ : hij is steeds in gesprek
occupation /sub/ : het bezetten, bezetting, het in bezit nemen, inbezitneming, het innemen, inneming
occupation, ~ del territorias capturate : bezetting van de veroverde gebieden
occupation, ~ de un interprisa : bedrijfsbezetting
occupation, post un mense de ~ le fabrica ha essite evacuate per le policia : bedrijfsbezetting
occupation, armea (armea) de ~ : bezettingsleger
occupation, truppas de ~ : bezettingstroepen
occupation, autoritates de ~ : bezettingsautoriteiten
occupation, mesura de ~ : bezettingsmaatregel
occupation, zona de ~ : bezettingszone
occupation, action de ~ : bezettingsactie
occupation, costos de ~ : bezettingskosten
occupation, fortias de ~ : bezettingsmacht
occupation, tempore de ~ : bezettingstijd
occupation, periodo (periodo) de ~ : bezettingsperiode
occupation /sub/ : bezigheid, werk, betrekking, baan, beroep
occupation, ille non ha un ~ actualmente : hij heeft geen werk op het ogenblik
occupation, esser sin ~ : werkloos zijn, niets te doen hebben
occupation, ille ha multiple ~es : hij houdt zich met vele dingen bezig
occupation, ~es professional : beroepsbezigheden
occupation, ~es quotidian : dagelijkse bezigheden
occupation, ~es habitual : gewone bezigheden
occupation, ~ favorite : lievelingsbezigheid
occupation, ~ principal : hoofdbezigheid
occupation, ~es urgente : drukke bezigheden
occurrentia /sub/ : gebeurtenis, voorval
occurrentia, in le/al ~ : als het geval zich voordoet, als het nodig mocht zijn
occurrer /v/ : gebeuren, geschieden, zich voordoen, voorvallen
occurrer, isto occurre rarmente : dat behoort tot de zeldzaamheden
occurrer, isto occurre in le melior familias : dat komt in de beste families voor
occurrer /v/ : te binnen schieten, invallen
octanta /sub num card/ : tachtig
octave /num ord/ : achtste
octave, le ~ parte : het achtste (deel)
octo /sub num card/ : acht
octobre /sub/ : oktober
octobre, die de ~ : oktoberdag
oculo /sub/ : oog
oculo, ~ (de un agulia, etc.) : oog (van een naald, etc.)
oculo, ~ (de un planta) : oog (van een plant)
oculo, ~ del spirito : geestesoog
oculo, ~ de serratura : sleutelgat
oculo, ~ artificial : kunstoog
oculo, ~ de vitro : glazen oog
oculo, ~ a faciettas : facetoog
oculo, ~s injectate de sanguine : met bloed doorlopen ogen
oculo, ~s globulose : uitpuilende ogen
oculo, ~s irritate : geïrriteerde/branderige ogen
oculo, ~ prophetic : zienersblik
oculo, ~ contuse/contusionate : blauw oog
oculo, ~s cave/infundate/profunde : holle/diepliggende ogen
oculo, le ~ del maestro : het oog van de meester
oculo, globo/bulbo del ~ : oogbol
oculo, inflammation del ~(s) : oogontsteking
oculo, inter (inter) quatro ~s : onder vier ogen
oculo, colpo de ~ : vluchtige blik, korte blik, oogopslag
oculo, saltar al ~ : in het oog springen
oculo, banda pro le/de ~s : blinddoek
oculo, bandar le ~s : blinddoeken
oculo, ) aperir le ~s : de ogen openen
oculo, clauder le ~s : de ogen sluiten
oculo, clauder le ~s a/un ~ (a) : de ogen sluiten voor, door de vingers zien
oculo, instillar un oculo : een oog indruppelen
oculo, guardar le ~s ben aperte : zijn ogen goed openhouden, goed opletten
oculo, bassar/abassar le ~s : de ogen neerslaan
oculo, levar le ~s : de ogen opslaan, opkijken
oculo, levar le ~s al celo : de ogen ten hemel slaan
oculo, ~ per/pro ~, dente per/pro dente : oog om oog, tand om tand
oculo, ~ electronic : foto-elektrische cel
oculo, ~ magic : magisch oog, afstemindicator
oculo, a(l) ~ nude : met het blote oog
oculo, a ~s aperte : met open ogen
oculo, le mal ~ : het boze oog
oculo, ~ de bove : rond venster, patrijspoort, stationsklok
oculo, ~ de catto : katoog (halfedelsteen)
oculo, con ~ experte : met kennersblik
oculo, lontano del ~s, lontano del corde : uit het oog, uit het hart
oculo, cec de un ~ : blind aan een oog
oculo, ~ grasse super (super) le suppa : vetoogje op de soep
oculo, esser un spina in le ~ : een doorn in het oog zijn
odiar /v/ : haten
odiar, facer se ~ de/per : zich gehaat maken bij
odio /sub/ : haat
odio, ~ e resentimento : haat en nijd
odio, ~ mortal : dodelijke haat
odio, ~ amar : bittere haat
odio, ~ cec : blinde haat
odio, ~ inextinguibile : on(uit)blusbare haat
odio, ~ implacabile/inexpiabile : onverzoenlijke haat
odio, ~ impotente : machteloze haat
odio, ~ latente : smeulende haat
odio, ~ racial : rassenhaat
odio, ~ de religion : godsdiensthaat
odio, ~ de classes : klassenhaat
odio, ingenerar/inspirar ~ : haat kweken
odio, seminar ~ : haat zaaien
odio, predicar le ~ : tot haat aanzetten
odio, nutrir ~ contra un persona : een haatgevoel tegen iemand koesteren
odio, sentir ~ pro un persona : iemand haat toedragen
odor /sub/ : geur, reuk, lucht
odor, ~ de gas : gaslucht
odor, ~ de ustion : brandlucht
odor, ~ marin/del mar : zeelucht
odor, ~ de terra : grondlucht
odor, ~ execrabile : walgelijke lucht
odor, ~ cadaverose : lijkenlucht
odor, ~ de rosas : rozengeur
odor, ~ de alcohol : dranklucht
odor, ~ de cannella : kaneelgeur
odor, ~ de pulvere : kruitlucht
odor, ~ de sudor/de transpiration : zweetlucht
odor, ~ agradabile : aangename geur
odor, ~ aromatic : welriekende geur
odor, ~ corporal/corporee : lichaamsgeur
odor, ~ putride : rotstank
odor, aqua de ~ : reukwater
odor, sapon de ~ : reukzeep
odor, viver in (un) ~ de sanctitate : in een geur van heiligheid leven
odor, venir al ~ de : op de geur afkomen van
odor, sin ~ : reukloos
odorar /v/ : (geur afgeven) geuren, rieken
odorar /v/ : (geur opnemen) ruiken
offender /v/ : pijn doen aan, wonden toebrengen aan, kwetsen
offender /v/ : beledigen, krenken, kwetsen
offender, sentir se offendite : zich beledigd/gekwetst/verongelijkt voelen
offender, ~ Deo : God mishagen
offender, parolas offendente : beledigense woorden
offensa /sub/ : het beledigen, belediging
offensa, ~ al tradition : vergrijp tegen de traditie
offensa, ~ al pudor : vergrijp tegen de eerbaarheid
offensa, ~ al decentia public : schennis van de openbare eerbaarheid
offensa, le ignominia (ignominia) de iste ~ : het smadelijke van deze belediging
offensa, attenuar un ~ : een belediging afzwakken
offensive /adj/ : aanvals..., aanvallend, offensief
offensive, arma ~ : aanvalswapen
offensive, guerra ~ : aanvalsoorlog
offensive, alliantia/liga ~ : offensief verbond
offensive, football (A) ~ : aanvallend voetbal
offensive /adj/ : beledigend, grievend, kwetsend, aanstootgevend
offensive, linguage ~ : kwetsende taal
offensive, suspicion ~ : grievende verdenking
offensive, dar opiniones ~ : persoonlijk worden
offerer /v/ : aanbieden
offerer, ~ su servicios : zijn diensten aanbieden
offerer, ~ su adjuta : zijn hulp aanbieden
offerer, ~ un sedia a un persona : iemand een stoel aanbieden
offerer, ~ un bracio a un dama : een dame een arm aanbieden
offerer, ~ se a facer un cosa : zich aanbieden om iets te doen
offerer, un bon occasion se offere : er doet zich een goede gelegenheid voor
offerer /v/ : bieden, een bod doen
offerta /sub/ : aanbod, aanbieding, offerte, bod, voorstel
offerta, le ~ e le demanda : vraag en aanbod
offerta, acceptar un ~ : een aanbod aannemen, op een aanbod ingaan
offerta, rejectar/refusar un ~ : een aanbod afslaan
offerta, annullar/retirar un ~ : een offerte/aanbod intrekken/terugnemen
offerta, meliorar su ~ : zijn bod verbeteren
offerta, ~ acceptabile : aannemelijk (aan)bod
offerta, ~ avantagiose : voordelig aanbod
offerta, ~ special : speciale aanbieding
offerta, ~ de matrimonio/de maritage : huwelijksaanzoek
offerta, ~ de pace : vredesaanbod
offerta, ~ de saison : seizoenaanbieding
offerta, precio de ~ : aanbiedingsprijs
official /adj/ : officieel, ambtelijk, ambtshalve
official, candidato ~mente designate : officieel aangewezen kandidaat
official /adj/ : vormelijk, officieel
official /sub/ : functionaris, beambte, ambtenaar
official, ~ del partito : partijfunctionaris
official /sub/ : CATHOLICISMO officiaal
officiero /sub/ : officier
officiero, ~ subalterne : subalterne/lagere officier
officiero, ~ superior : hoofdofficier
officiero, ~ naval/de marina : marineofficier
officiero, ~ de reserva : reserveofficier
officiero, ~ de infanteria (infanteria) : infanterieofficier
officiero, ~ de stato major : stafofficier
officiero, ~ cargate del commandamento : bevelvoerend officier
officiero, ~ del Legion de Honor : officier van het Legioen van Eer
officiero, uniforme de ~ : officiersuniform
officiero, cantina de ~s : officierskantine
officiero, spada de ~ : officiersdegen
officiero, salario de ~ : officierstraktement
officio /sub/ : dienst, instantie
officio, ~ de tourismo : V.V.V.
officio, ~ meteorologic : meteorologisch instituut
officio, offerer su bon ~s : zijn goede diensten aanbieden
officio /sub/ : ambt, openbare betrekking, functie
officio, ex/de ~ : ambtshalve
officio, assistentia juridic de ~ : kosteloze rechtsbijstand
officio, advocato de ~ : toegewezen advocaat
officio, assumer un ~ : een ambt aanvaarden
officio /sub/ : kantoor, bureau
officio, ~ de assecurantias : verzekeringskantoor
officio, ~ postal/del posta : postkantoor
officio, ~ central del posta : hoofdpostkantoor
officio, ~ telegraphic : telegraafkantoor
officio, ~ de doana : douanekantoor
officio, ~ fiscal : belastingkantoor
officio, ~ de cambio : wisselkantoor
officio, ~ de stato civil : bureau van de burgelijke stand
officio, ~ del labor/del travalio : arbeidsbureau
officio, ~ de allogiamento : huisvestingsbureau
officio, ~ de reclamationes : klachtenbureau
officio, empleato de ~ : kantoorbediende
officio, ~ del porto : havenkantoor
officio, ~ central/principal : hoofdkantoor/bureau
officio, personal/empleatos de ~ : kantoorpersoneel
officio, edificio de ~s : kantoorgebouw/pand
officio, articulos de ~ : kantoorbehoeften/artikelen
officio, mobiles/mobiliario de ~ : kantoormeubelen
officio, computator/computer (A) de ~ : kantoorcomputer
officio, administration de ~ : kantooradministratie
officio, adresse de ~ : kantooradres
officio, almanac de ~ : kantooralmanak
officio, travalio/labor de ~ : kantoorwerk/arbeid
officio, occupationes de ~ : kantoorbezigheden
officio, inventario de ~ : kantoorinventaris
officio, armario de ~ : kantoorkast
officio, machina (machina) de ~ : kantoormachine
officio, routine {oe} de ~ : kantoorsleur
officio, ir al ~ : naar kantoor gaan
officio /sub/ : kerkdienst
officio, ~ divin : kerkdienst
officio, ~ ferial : doordeweekse kerkdienst
officio, ~ pro le morto : lijkdienst
officio, ~ paschal : paasdienst
officio, libro de ~s : gebedenboek, getijdenboek
officio, assister al ~ : de dienst bijwonen
olear /v/ : oliën, smeren
oleo /sub/ : olie
oleo, ~s essential : etherische oliën
oleo, ~s siccative : drogende oliën
oleo, ~s fixe : niet-vluchtige oliën
oleo, ~ de colza : koolzaadolie, raapolie
oleo, ~ de lino : lijnolie
oleo, ~ de cannabe (cannabe)/cannabis (cannabis) : hennepolie
oleo, ~ de mustarda : mosterdolie
oleo, ~ de oliva : olijfolie
oleo, ~ de sesamo : sesamolie
oleo, ~ resinose/de resina : harsolie
oleo, ~ de rosas : rozenolie
oleo, ~ de balena : walvistraan
oleo, ~ de ficato (ficato) de gado : levertraan
oleo, ~ de catran : teerolie
oleo, ~ brute/crude : ruwe olie
oleo, ~ crasse/grasse : vette olie
oleo, ~ de ricino (ricino) : ricinusolie, wonderolie
oleo, ~ de cannella : kaneelolie
oleo, ~ lubricante/lubrificante : smeerolie
oleo, ~ combustibile : stookolie
oleo, ~ solar : zonnebrandolie
oleo, ~ virgine : maagdenolie
oleo, ~ vegetal/vegetabile : plantaardige olie
oleo, ~ de granos de soya : soja-olie
oleo, ~ pro motor(es) : motorolie
oleo, ~ mineral : minerale olie
oleo, ~ contra le mosquitos : muggenolie
oleo, ~ diesel : dieselolie
oleo, ~ usate : afgewerkte olie
oleo, molino a/de ~ : oliemolen
oleo, palma a/de ~ : oliepalm
oleo, pumpa a/de ~ : oliepomp
oleo, carter (A) de ~ : oliecarter
oleo, pression de ~ : oliedruk
oleo, filtro a/de ~ : oliefilter
oleo, lampa a/de ~ : olielamp
oleo, extraction de ~ : oliewinning
oleo, deposito (deposito) de ~ : oliereservoir, olietank
oleo, barril/tonnello a de/pro ~ : olievat
oleo, pression de ~ : oliedruk
oleo, nivello de ~ : oliepeil
oleo, indicator del pression de ~ : oliedrukmeter
oleo, fabrica de ~ : oliefabriek
oleo, productor/producente de ~ : olieproducent
oleo, injector de ~ : oliespuit
oleo, consumo de ~ : olieverbruik
oleo, color a ~ : olieverf
oleo, pinger a(l) ~ : schilderen met olieverf
oleo, pictura a(l) ~ : olieverfschilderij
oleo, jectar ~ super le foco : olie op het vuur gooien
oleo, bidon/latta a ~ : olieblik
oleo, cambiar le ~ : olie verversen
olfacer /v/ : ruiken
olfacer, ~ le periculo : lont ruiken
olla /sub/ : pot, ketel
olla, ~ de carne : vleespot
olla, ~ de unguento : zalfpot
olla podrida /)/ : ratjetoe, mengelmoes, allegaartje
omne /adj/ : alle, al
omne, ~ homines : alle mensen
omne, ~ mi libros : al mijn boeken
omne /adj/ : elk, ieder
omne, de ~ latere : van elke kant
omne, in ~ caso : in ieder geval
omne, ~ cosa : alles
omne, a ~ costo : ten koste van alles, koste wat het koste
omne, in ~ parte : helemaal, door en door
omne, in ~ parte de : (helemaal) door, door heel
on /indef/ : men
oncle /sub/ : oom
oncle, ~ maternal/materne : oom van moederszijde
oncle, paternal/paterne : oom van vaderszijde
oncle, ~ affin : behuwdoom
oncle, ~ prestre/sacerdote : heeroom
on the rocks /adj/ : met ijsblokjes
on the rocks, whisky (A) ~ : whisky met ijsblokjes
operar /v/ : werken, uitwerking/effect hebben
operar /v/ : te werk gaan, een handeling/actie uitvoeren, opereren, handelen
operar, ~ con precaution : voorzichtig te werk gaan
operar, ~ con indifferentia : achteloos te werk gaan
operar, ~ disinteressatemente : onzelfzuchtig handelen
operar, illes opera de commun accordo : zij trekken één lijn
operar /v/ : verrichten, teweegbrengen, uitvoeren, doen, uitwerken
operar, ~ le junction : de verbinding tot stand brengen
operar, ~ miraculos : wonderen verrichten
operar /v/ : MILITAR opereren
operar, ~ contra le inimico (inimico) : tegen de vijand opereren
operar /v/ : MEDICINA opereren
operar, facer se ~ : zich laten opereren
operar /v/ : TECHNICA bedienen (van apparaten/machines, etc.)
operar, ~ un machina (machina) : een machine bedienen
operar, ~ un apparato : een apparaat sturen
operation /sub/ : werking, handeling, verrichting
operation, ~es de bursa : beurshandelingen
operation, imposto super (super) le ~es de bursa : beursbelasting
operation, le quatro ~es arithmetic : de vier rekenkundige bewerkingen
operation, campo del ~en : terrein van de werkzaamheden
operation, ~ binari : binaire bewerking
operation /sub/ : MILITAR etc., operatie
operation, ~ militar/de guerra : krijgsverrichting
operation, ~ militar amphibie : militaire amfibie-operatie
operation, ~ de commando : commando-actie
operation, ~es de disbarcamento/disimbarcation : landingsoperaties
operation, diriger le ~es : de operaties leiden
operation, ~ de salvamento : reddingsoperatie
operation /sub/ : MEDICINA operatie
operation, ~ chirurgic : chirurgische ingreep
operation, ~ urgente/de urgentia/de emergentia : spoedoperatie
operation, ~ de un hernia : breukoperatie
operation, ~ del pulmon : longoperatie
operation, ~ explorative/exploratori : kijkoperatie
operation, sala de ~ (es) : operatiezaal
operation, ~ plastic facial : facelift
operation, submitter se a un ~ : een operatie ondergaan
opinar /v/ : een mening vormen, menen
opinar /v/ : een mening uiten
opinar, ~ impartialmente : onbevangen zijn mening zeggen
opinar, esser sempre/semper (semper) disposite (disposite) a ~ : altijd met zijn mening klaarstaan
opinion /sub/ : mening, opinie, gevoelen, oordeel, dunk
opinion, esser de ~ que : van mening zijn dat
opinion, esser del mesme ~ : dezelfde mening toegedaan zijn
opinion, dar su ~ : zijn mening geven
opinion, exprimer/emitter un ~ : een mening uiten
opinion, excambiar ~es : meningen uitwisselen
opinion, mutar/cambiar de ~ : van mening veranderen
opinion, haber un alte/bon/mal ~ de un persona : een hoge/goede/slechte dunk van iemand hebben
opinion, formar se un ~ super (super) : zich een mening vormen over
opinion, formation del ~ : opinievorming
opinion, mantener su ~ : bij zijn mening blijven
opinion, hasardar un ~ : een mening naar voren durven brengen
opinion, oppugnar un ~ : een mening tegenspreken
opinion, jornal de ~ : opinieblad
opinion, libertate de ~ : vrijheid van meningsuiting
opinion, concordantia de ~es : eensgezindheid van meningen
opinion, consultar le ~ : de opinie peilen
opinion, sondage de ~ : opiniepeiling, opinieonderzoek
opinion, ~ public : publieke opinie, openbare mening
opinion, ~ commun/dominante/regnante/currente : heersende mening
opinion, ~ popular : volksmening
opinion, ~ personal : persoonlijke mening
opinion, ~es divergente/discrepante : afwijkende meningen
opinion, ~ establite : gevestigde mening
opinion, ~es opposite (opposite) : tegengestelde meningen
opinion, in/secundo mi ~ : volgens mij
opinion, esser de ~ contrari : het oneens zijn
opinion, il ha discrepantia/differentia/divergentia de opinion : er is verschil van mening, de meningen zijn verdeeld
opponer /v/ : opponeren, tegenover elkander stellen, tegenover elkander plaatsen
opponer /v/ : met elkaar confronteren
opponer /v/ : opponeren, tegenwerpen, inbrengen (tegen), aanvoeren
opponer, ~ objectiones : bezwaren inbrengen
opponer, ~ forte resistentia : krachtig verzet bieden
opponer, ~ un objection contra : een bezwaar maken tegen
opponer, ~ se a : zich verzetten tegen, zijn tegen
opponer, ~ se al difficultates : de moeilijkheden het hoofd bieden
opportunitate /sub/ : geschiktheid, gepastheid
opportunitate /sub/ : gunstige gelegenheid
opportunitate, sasir le ~ : de kans/gelegenheid aangrijpen
opportunitate, profitar del ~ : van de gelegenheid profiteren, de kans waarnemen
opportunitate, haber un secunde ~ : een tweede kans krijgen
opportunitate, ~ de goal : doelkans
opportunitate, un ~ date : een gerede aanleiding
opposite (opposite) /adj/ : tegen(over)gesteld, tegenoverstaand, tegenoverliggend
opposite (opposite), colores ~ : contrastkleuren
opposite (opposite), polo ~ : tegenpool
opposite (opposite), in le direction ~ : in tegenovergestelde richting
opposite (opposite), folios ~ : tegenoverstaande bladeren
opposite (opposite), remar al ripa ~ : naar de overkant roeien
opposite (opposite) /adj/ : tegengesteld (aan)
opposite (opposite), illes ha opiniones diametralmente/totalmente ~ : zij staan lijnrecht tegenover elkaar
opposite (opposite), esser ~ a : afwijzend staan tegenover
opposition /sub/ : tegenstand, verzet, POLITICA oppositie
opposition, partito del ~ : oppositiepartij
opposition, circulos del ~ : oppositiekringen
opposition, gruppo de ~ : oppositiegroep
opposition, pressa del ~ : oppositiepers
opposition, esser in le ~ : in de oppositie zijn
opposition, facer ~ contra : oppositie voeren tegen
opposition /sub/ : verschil, contrast, tegenstelling, tegenspraak
opposition, ~ de interesses : strijdigheid van belangen
opposition /sub/ : ASTRONOMIA oppositie (van twee hemellichamen)
optic /adj/ : optisch, gezichts..., oog...
optic, nervo ~ : oogzenuw, gezichtszenuw
optic, papilla ~ : oogpapil
optic, angulo ~ : gezichtshoek
optic, centro ~ : optisch centrum
optic, systema ~ : optisch systeem
optic, axe ~ : optische as, gezichtsas
optic /adj/ : optisch, gezichtkundig
optic, phenomeno (phenomeno) ~ : optisch verschijnsel
optic, effecto ~ : optische werking
optic, instrumento ~ : optisch instrument
optic, microscopio ~ : optische microscoop
optic, illusion ~ : optische illusie, gezichtsbedrog
optic, vitros ~ : lensglazen
optime (optime) /adj/ : optimaal, best, gunstigst, zeer goed, voortreffelijk, uitstekend
optime (optime), functionamento ~ : optimale werking
optime (optime), valor ~ : optimale waarde
optime (optime), condition ~ : topvorm
ora /adv/ : nu, nou, heden
ora, a partir de ~ : van nu af aan
ora, ora ... ora .. : nu eens ... dan weer ...
ora, que facera nos ~? : wat moeten we nou doen?
orange /sub/ : sinaasappel
orange, ~ succose : sappige sinaasappel
orange, succo de ~ : sinaasappelsap
orange, gusto de ~ : sinaasappelsmaak
orange, gelato al ~ : sinaasappelijs
orange, cassa de ~s : sinaasappelkist
orange /sub/ : oranje (kleur)
orange {zje} /adj/ : oranje
ordinar /v/ : ordenen, orde of regelmaat brengen in, in orde brengen, groeperen, rangschikken
ordinar, ~ alphabeticamente : alfabetisch rangschikken
ordinar /v/ : order/bevel geven, bevelen, gelasten
ordinar, ~ le assalto : bevel geven tot de aanval
ordinar /v/ : voorschrijven, opleggen
ordinar, ~ medicamentos : medicijnen voorschrijven
ordinar /v/ : bestellen
ordinar, io ha ordinate caffe : ik heb koffie besteld
ordinar /v/ : ECCLESIA wijden (tot), de priesterwijding geven, ordineren
ordinari /adj/ : gewoon, normaal, gebruikelijk
ordinari, le curso/marcha {sj} ~ del cosas : de gewone gang van zaken
ordinari /adj/ : gewoon, alledaags, doorsnee, middelmatig
ordinari, qualitate ~ : doorsneekwaliteit
ordine /sub/ : orde, volgorde, rangorde, ordening, opstelling, indeling
ordine, ~ de ideas (ideas) : gedachtengang
ordine, ~ de battalia : slagorde
ordine, ~ statal : staatsorde
ordine, ~ alphabetic : alfabetische indeling
ordine, ~ invertibile : omkeerbare volgorde
ordine, sin ~ : ordeloos, door elkaar, chaotisch
ordine, per ~ chronologic : in chronologische volgorde
ordine, per ~ alphabetic : in alfabetische volgorde
ordine, per ~ de reception : in volgorde van ontvangst
ordine, pro le bon ~ : voor de goede orde
ordine, numero (numero) de ~ : volgnummer
ordine, ~ del parolas : woordorde, woordschikking
ordine, de prime ~ : eerste klas, uitstekend, voortreffelijk
ordine, de secunde ~ : tweederangs, van minder kwaliteit
ordine, ~ del die/del jorno : orde van de dag, dagorde, agenda
ordine, mitter al ~ del die/del jorno : aan de orde stellen
ordine, passar al ~ del die/del jorno : overgaan tot de orde van de dag
ordine, perturbar le ~ : de orde verstoren
ordine, poner in ~ : in orde maken
ordine /sub/ : ARTE DE CONSTRUER stijl, bouwstijl
ordine, ~ toscan : Toscaanse bouwstijl
ordine /sub/ : orde, openbare orde, ordelijke toestand
ordine, ~ public : openbare orde
ordine, ~ establite : gevestigde orde
ordine, servicio de ~ : orde/bewakingsdienst
ordine, fortias del ~ : oproerpolitie, mobiele eenheid
ordine, mantener le ~ : de orde handhaven
ordine, reclamar al ~ : tot de orde roepen
ordine, restabilir/restabilir le ordine : de orde herstellen
ordine, mancar de ~ : geen systeem hebben, slordig zijn
ordine /sub/ : categorie, soort, aard
ordine, cosas del mesme ~ : soortgelijke dingen
ordine /sub/ : BIOLOGIA orde
ordine /sub/ : orde, genootschap, vereniging, stand, kloosterorde
ordine, ~ del medicos : artsengenootschap
ordine, ~ de advocatos : orde der advocaten
ordine, ~ cavalleresc/de cavalleria (cavalleria) : ridderorde
ordine, ~ monachal/monastic : kloosterorde
ordine, ~ de Sancte Benedicto : Benedictijner orde
ordine, ~ del Tonsion de Auro : orde van het Gulden Vlies
ordine, ~ mendicante : bedelorde
ordine, ~ contemplative : beschouwende orde
ordine, ~ militar : militaire orde
ordine /sub/ : orde, ordeteken, insigne
ordine, conferer un ~ a : met een orde begiftigen
ordine /sub/ : bevel, order, opdracht, last
ordine, ~ de pagamento : bevel tot betaling, betalingsbevel
ordine, ~ de arresto : bevel tot inhechtenisneming
ordine, ~ de expulsion : bevel tot ontruiming/uitzetting
ordine, ~ de perquisition : bevel tot huiszoeking
ordine, ~ judicial : rechterlijk bevel
ordine, ~ coercitive : dwangbevel
ordine, ~ verbal : mondeling bevel
ordine, ~ del die : dagorder
ordine, ~s es ~s : bevel is bevel
ordine, dar ~ : bevel/opdracht geven
ordine, reciper le ~ : het bevel/de opdracht krijgen
ordine, complir/executar un ~ : een bevel/opdracht uitvoeren
ordine, critar un ~ : een bevel schreeuwen
ordine, io ha sequite le ~s : ik heb in opdracht gehandeld
ordine, per ~ de : op last van
ordine, usque a nove ~ : tot nader order
ordine, ~ de marcha : marsorder
ordine, obedir a un ~ : een bevel opvolgen
ordine, ~s initial : startcommandos
ordine /sub/ : COMMERCIO order, bestelling
ordine, ~ de compra : kooporder
ordine, ~ de compensation : compensatieorder
ordine, ~ de excambio : ruilorder
ordine, billet de ~ : orderbriefje
ordine, prender ~s : bestellingen opnemen
organisar /v/ : organiseren, samenstellen, inrichten, indelen
organisar, ~ le empleo (empleo) del tempore : een werkschema maken
organisar /v/ : organiseren, regelen, plannen, op touw zetten opzetten
organisar, ~ un festa : een feest op touw zetten
organisar, ~ un incontro : een ontmoeting tot stand brengen
organisar, ~ un viage : een reis plannen
organisar, ~ le administration : de administratie inrichten
organisar, ~ su vita : zijn leven inrichten
organisar, ~ un reunion : een vergadering beleggen
organisation /sub/ : het organiseren, organisatie, planning, regeling
organisation, ~ del labor/del travalio : werkverdeling
organisation, ~ de un interprisa : bedrijfsvoering, management
organisation, ~ del production : produktiebeleid
organisation /sub/ : organisatie, opzet, structuur, samenstelling, werkwijze
organisation, ~ del stato : inrichting van de staat
organisation /sub/ : organisatie, vereniging, groepering
organisation, ~ de viages : reisorganisatie
organisation, Organisation del Nationes Unite : Organisatie van de Verenigde Naties
organisation, Organisation Mundial del Sanitate : Wereldgezondheidsorganisatie
organisation, ~ de juventute/de juvenes : jeugdorganisatie
organisation, ~ syndical : vakorganisatie
organisation, ~ agricole/agricultural : landbouworganisatie
organo (organo) /sub/ : BIOLOGIA orgaan
organo (organo), ~ interne : inwendig orgaan
organo (organo), ~s genital/sexual : geslachtsorganen
organo (organo), ~ auditive : gehoororgaan
organo (organo), ~ del parola : spraakorgaan
organo (organo), ~ visual/visive/del vista/del vision : gezichtsorgaan
organo (organo), ~ gustative/del gustation/del gusto : smaakorgaan
organo (organo), ~ de tacto : tastorgaan
organo (organo), ~ olfactive/olfactori : reukorgaan
organo (organo), ~ excretori/de excretion : uitscheidingsorgaan
organo (organo), ~ digestive : spijsverteringsorgaan
organo (organo), ~ luminose : lichtgevend orgaan
organo (organo), transplantation/graffo de ~ : orgaantransplantatie
organo (organo), banca de ~s : organenbank
organo (organo) /sub/ : orgaan, (staats)lichaam, instelling
organo (organo), ~ del poter : machtsorgaan
organo (organo) /sub/ : FIGURATE orgaan, tolk, vertegenwoordiger
organo (organo) /sub/ : orgaan, blad
organo (organo), ~ de pressa : persorgaan
organo (organo) /sub/ : FIGURATE middel, werktuig, instrument
organo (organo) /sub/ : TECHNICA orgaan, (bestand)deel, onderdeel
organo (organo) /sub/ : MUSICA orgel
organo (organo), ~ electric : elektrisch orgel
organo (organo), ~ de ecclesia : kerkorgel
organo (organo), ~ portative : buikorgel
organo (organo), ~ a cylindro : cilinderorgel, draaiorgel
organo (organo), ~ Hammond : hammondorgel
organo (organo), ~ hydraulic : waterorgel
organo (organo), ~ de Stalin : stalinorgel
organo (organo), tubo de ~ : orgelpijp
organo (organo), pedal de ~ : orgelpedaal
organo (organo), concerto pro ~ : orgelconcert (compositie)
organo (organo), concerto de ~ : orgelconcert (uitvoering)
organo (organo), musica pro ~ : orgelmuziek (compositie)
organo (organo), musica de ~ : orgelmuziek (uitvoering)
organo (organo), registro de ~ : orgelregister
organo (organo), registro basse del ~ : basregister van het orgel
organo (organo), sonar le ~ : op het orgel spelen
organo (organo), mover le folles del ~ : het orgel trappen
organo (organo), construction de ~s : orgelbouw
organo (organo), constructor de ~s : orgelbouwer
organo (organo) /sub/ : GEOLOGIA orgelpijp
orgolio /sub/ : trots, hoogmoed, hovaardigheid
orgolio, ~ de matre : moedertrots
orgolio, ~ de familia : familietrots
orgolio, ~ nobiliari : adeltrots
orgolio, ~ professional : beroepstrots
orgolio, ~ rustic : boerentrots
orgolio, ~ paterne/paternal : vadertrots
orgolio, illa es le ~ de su patre : zij is de trots van haar vader
orgoliose /adj/ : trots, hoogmoedig, hovaardig
orgoliose, natura ~ : trotse natuur
original /adj/ : origineel, oorspronkelijk, de oorsprong of de oudste vorm uitmakend
original, copia ~ : kopie van het origineel
original, edition ~ : eerste uitgave
original, peccato ~ : erfzonde
original, pecia ~ : origineel stuk
original, texto ~ : originele tekst
original, senso ~ de un parola : oorspronkelijke betekenis van een woord
original, proprietario ~ : oorspronkelijke eigenaar
original, le color esseva originalmente rubie : de kleur was oorspronkelijk rood
original /adj/ : origineel, nieuw, fris, verrassend, oorspronkelijk
original, artista ~ : oorspronkelijk kunstenaar
original, idea (idea) ~ : origineel denkbeeld
original, conception ~ : origineel ontwerp
original /adj/ : zonderling
original /sub/ : origineel, oorspronkelijk stuk/versie/taal, eerste stuk
original, copia conforme al ~ : eensluidende copie van het origineel
original /sub/ : zonderling (persoon)
origine /sub/ : oorsprong, afkomst, herkomst, afstamming
origine, nederlandese de ~ : Nederlander van geboorte
origine, de ~ francese : van Franse afkomst
origine, pais de ~ : land van herkomst
origine, esser de ~ nobile : van adellijke afkomst zijn
origine, sin distinction de ~ : zonder onderscheid naar afkomst
origine, certificato de ~ : bewijs van herkomst
origine, porto de ~ : haven van herkomst
origine /sub/ : oorsprong, bron, aanvang, begin, aanleiding, oorzaak
origine, ~ del tempores : begin der tijden
origine, ~ de un conflicto : oorzaak van een conflict
origine, le foco habeva su ~ in le sala de machinas (machinas) : de brand ontstond in de machinekamer
ornamento /sub/ : versiering, sieraad, tooi, ornament (anque ARTE DE CONSTRUER MUSICA)
ornamento, ~ de capite (capite)/testa : hoofdtooi
osar /v/ : durven, wagen
oscillar /v/ : schommelen, slingeren
oscillar /v/ : FIGURATE weifelen, aarzelen
oscillar /v/ : PHYSICA oscilleren
oscillar, circuito oscillante : trillingskring
osso /sub/ : bot, been
osso, ~ longe : pijpbeen
osso, ~ curte : koot(je)
osso, ~ nasal : neusbeen
osso, ~ lacrymal : traanbeen
osso, ~ navicular : schuitvormig been
osso, ~ maxillar : kaakbeen
osso, ~ occipital : achterhoofdsbeen
osso, ~ iliac (iliac)/coxal : heupbeen
osso, ~ pubic : schaambeen
osso, ~ pisiforme : erwtbeentje, handwortelbeentje
osso, ~ medullose : mergpijp
osso, ~ del mano : handbeen
osso, ~ temporal : slaapbeen
osso, ~ frontal/coronal : voorhoofdsbeen
osso, ~ parietal : wandbeen
osso, ~ ethmoide/spongiose : zeefbeen
osso, ~ cuneiforme/sphenoide/pyramidal : wiggebeen
osso, ~ intermedie/intermediari : tussenbeentje
osso, fractura de ~ : botbreuk
osso, colla de ~(s) : beenderlijm
osso, cinere de ~ : beenderas
osso, carie del ~s : beeneter
osso, inflammation del ~ : beenbrand
osso, pectine de ~ : benen kam
osso, ~s de morto(s) : doodsbeenderen
osso, usque al medulla del ~s : door merg en been
osso, roder un ~ : aan een been knagen, een been afknagen
oval /adj/ : ovaal, eirond, eivormig
oval, facie ~ : ovaal gelaat
oval, profilo ~ : eiprofiel
oval /sub/ : ovaal
ove /sub/ : schaap
ove, pelle de ~ : schapenvacht
ove, lana de ~ : schapenwol
ove, carne de ~ : schapenvlees
ove, costa de ~ : schapenrib
ove, pectore de ~ : schaapsborst
ove, grassia de ~ : schapenvet
ove, lingua de ~ : schapentong
ove, capite (capite)/testa de ~ : schapenkop
ove, cauda de ~ : schapenstaart
ove, lacte de ~ : schapenmelk
ove, butyro (butyro) (de lacte) de ~ : schapenboter
ove, caseo (de lacte) de ~ : schapenkaas
ove, excremento de ~ : schapenkeutel
ove, mulgitor de ~s : schapenmelker
ove, grege de ~s : kudde schapen
ove, pastor de ~s : schaapherder
ove, tonsor de ~s : schaapscheerder
ove, tonder un ~ : een schaap scheren
ove, elevamento de ~s : schapenfokkerij
ove, elevator de ~s : schapenfokker
ove, pastura de ~s : schapenweide
ove, ~ tineose : schurftig schaap
ove, conducer ~s : schapen hoeden
ove, le ~ nigre del familia : het zwarte schaap in de familie
ove /sub/ : ooi
ove /sub/ : schapevlees
ovo /sub/ : ei
ovo, ~s miscite : roereieren
ovo, ~s frite : gebakken eieren
ovo, ~s (cocite) dur : hard(gekookt)e eieren
ovo, ~s (cocite) molle : zacht(gekookte) eieren
ovo, ~ super (super) le platto : spiegelei
ovo, ~s putrite : rotte eieren
ovo, ~ crude : rauw ei
ovo, ~ fresc : vers ei
ovo, ~ de Pascha : paasei
ovo, ~s in pulvere : eipoeder
ovo, ~ con scalia rupte : kneus
ovo, ~ de anate : eendenei
ovo, ~ de serpente : slangenei
ovo, ~s de rana : kikkerdril
ovo, le ~ de Columbo : het ei van Columbus
ovo, plen como un ~ : eivol
ovo, in forma de ~ : eivormig
ovo, blanco de ~ : eiwit
ovo, jalno de ~ : eigeel
ovo, concha/scalia de ~ : eierschaal, eierdop
ovo, torta de patella al ~s : eierpannenkoek
ovo, production de ~s : eierproduktie
ovo, mercante de ~s : eierboer
ovo, commercio de ~s : eierhandel
ovo, platto al ~s : eiergerecht
ovo, collection de ~s : eierverzameling
ovo, collector de ~s : eierverzamelaar
ovo, battitor de ~s : eierklutser, eiergarde
ovo, batter ~s : eieren kloppen
ovo, poner/facer ~s : eieren leggen
ovo, vacuar/sufflar un ~ : een ei uitblazen
ovo /sub/ : BIOLOGIA ovum, ei(tje), eicel
oxygeno (oxygeno) /sub/ : zuurstof
oxygeno (oxygeno), composito (composito) de ~ : zuurstofverbinding
oxygeno (oxygeno), absorption de ~ : zuurstofopname
oxygeno (oxygeno), bottilia/cylindro de ~ : zuurstoffles/cilinder
oxygeno (oxygeno), consumo/consumption de ~ : zuurstofverbruik
oxygeno (oxygeno), balancia de ~ : zuurstofbalans
oxygeno (oxygeno), manco de ~ : zuurstofgebrek
paccar /v/ : pakken, een pak maken van
pacchetto /sub/ : pakje, pakketje, pakket
pacchetto, ~ actionari/de actiones : aandelenpakket
pacchetto, ~ postal : postpakket
pacchetto, servicio de ~s postal : pakketpost
pacchetto, ~ dono : geschenkpakket
pacchetto, facer un ~ : een pakje inpakken
pacchetto, reciper un ~ : een pakje aannemen
pacco /sub/ : pak, pakket
pacco, ~ postal : postpakket
pacco, ~ dono : geschenkpakket
pacco, servicio de ~s postal : pakketpost
pacco, facer un ~ : inpakken
pacco, disfacer un ~ : uitpakken
pace /sub/ : vrede
pace, concluder/facer le ~ : vrede sluiten
pace, le conclusion del ~ : het sluiten van de vrede
pace, ~ armate : gewapende vrede
pace, ~ separate : afzonderlijke vrede
pace, ~ durabile : duurzame vrede
pace, ~ religiose : godsdienstvrede
pace, ~ mundial/universal : wereldvrede
pace, ~ de Deo : godsvrede
pace, ~ simulate : schijnvrede
pace, movimento pro le ~ : vredesbeweging
pace, osculo de ~ : vredeskus
pace, marcha {sj} de ~ : vredesmars
pace, homine de ~ : vredelievende man
pace, offerta de ~ : vredesaanbod
pace, proposition de ~ : vredesvoorstel
pace, message de ~ : vredesboodschap
pace, offensiva de ~ : vredesoffensief
pace, tractato de ~ : vredesverdrag
pace, regulamento del ~ : vredesregeling
pace, conferentia de ~ : vredesconferentie
pace, congresso de ~ : vredescongres
pace, judice (judice) de ~ : vrederechter
pace, angelo (angelo) de ~ : vredesengel
pace, negotiationes de ~ : vredesonderhandelingen
pace, Palatio del Pace : Vredespaleis
pace, plano de ~ : vredesplan
pace, tentativa de ~ : vredespoging
pace, tempore de ~ : vredestijd
pace, signo de ~ : vredesteken
pace, pipa del ~ : vredespijp
pace, processo de ~ : vredesproces
pace, conditiones de ~ : vredesvoorwaarden
pace, dictar le ~ : de vrede dikteren
pace, restaurar/restablir le ~ : de vrede herstellen
pace, tractar/negotiar del ~ : tractar del pace
pace, firmar le ~ : de vrede tekenen
pace /sub/ : rust
pace, ~ del anima (anima) : gemoedsrust
pace, ~ social : arbeidsrust
pace, le ~ eterne : de eeuwige rust
pace, viver in ~ : in vrede leven
pace, lassar un persona in ~ : iemand met rust laten
pace, non trovar ~ : geen rust vinden
pacific /adj/ : naar vrede strevend, vreedzaam
pacific, solution ~ : vreedzame oplossing
pacific, uso/utilisation ~ de energia (energia) nuclear : vreedzaam gebruik van kernenergie
pacific /adj/ : vredelievend, zachtaardig
pacific /adj/ : vredig, rustig, vreedzaam
pacific, coexistentia ~ : vreedzame coëxistentie
pacific, Oceano ~ : Stille/Grote Oceaan
pagamento /sub/ : het betalen, betaling
pagamento, facilitates de ~ : gemakkelijke betalingsvoorwaarden
pagamento, ~ anticipate : vooruitbetaling
pagamento, ~ posterior : nabetaling
pagamento, anticipar le ~ : de betaling vervroegen, vooruit betalen
pagamento, ~ partial : gedeeltelijke betaling
pagamento, ~ integral : volledige betaling
pagamento, ~ arretrate : achterstallige betaling
pagamento, ~ per partes/per ratas : afbetaling
pagamento, ~ per giro : girale betaling
pagamento, ~ a termino : termijnbetaling
pagamento, ~ per via electronic : elektronische betaling
pagamento, ~ de un supplemento : bijbetaling
pagamento, ~ initial/provisional/de entrata : aanbetaling
pagamento, jorno/die de ~ : betaaldag
pagamento, ~ mensual : maandelijkse betaling
pagamento, Union Europee (Europee) de ~s : Europese Betalingsunie
pagamento, accordo de ~s : betalingsverdrag/akkoord
pagamento, termino (termino) de ~ : betalingstermijn
pagamento, traffico de ~s : betalingsverkeer
pagamento, systema de ~s : betalingssysteem
pagamento, balancia del ~s : betalingsbalans
pagamento, mandato/ordine de ~ : betalingsbevel
pagamento, medio legitime (legitime) de ~ : wettig betaalmiddel
pagamento, ordine/mandato de ~ : bevel(schrift) tot betaling, betalingsbevel
pagamento, certificato de ~ : betalingsbewijs, stortingsbewijs
pagamento, formulario de ~ : stortingsformulier
pagamento, facer/effectuar un ~ : een betaling doen/verrichten
pagamento, differer le ~s : de betalingen uitstellen
pagamento, suspender/cessar le ~s : de betalingen staken
pagamento, suspension/cessation de ~ : surséance van betaling
pagamento, scalonar le ~s : de betalingen spreiden
pagamento /sub/ : (betaalde) bedrag
pagar /v/ : betalen, uitbetalen
pagar, ~ per partes/per ratas : bij gedeelten betalen, afbetalen
pagar, ~ per via electronic : elektronisch betalen
pagar, ~ per fortia : gedwongen betalen
pagar, ~ in natura : in natura betalen
pagar, ~ in plus/un supplemento : bijbetalen
pagar /v/ : boeten voor
pagar, ~ su crimines : voor zijn misdaden boeten
pagina (pagina) /sub/ : bladzijde, pagina
pagina (pagina), ~ de titulo : titelpagina
pagina (pagina), prime ~ : frontpagina
pagina (pagina), ~ interior : binnenpagina
pagina (pagina), ~ publicitari/de publicitate : advertentiepagina
pagina (pagina), ~ sportive/del sports : sportpagina
pagina (pagina), ~ de photo(graphia (graphia))s : fotopagina
pagina (pagina), in cyma del ~ : boven aan de pagina
pagina (pagina), al pede del ~ : onderaan de bladzijde
pagina (pagina), numerar le ~s : pagineren
pagina (pagina), tornar ~! : zie ommezijde!
pagina (pagina), annuncio de ~ integre : paginagrote advertentie
pais (pais) /sub/ : land, landstreek
pais (pais), le Paises Basse : 1 de Lage Landen (Nederland, België, Luxemburg), 2 . Nederland
pais (pais), ~ amic : bevriend land
pais (pais), ~ bilingue : tweetalig land
pais (pais), ~ non-alineate : niet-gebonden land
pais (pais), ~ montuose/montaniose : bergland
pais (pais), ~ natal/native : geboorteland
pais (pais), ~ de origine : land van herkomst
pais (pais), ~ limitrophe (limitrophe) : aangrenzend land
pais (pais), ~es subdisveloppate : onderontwikkelde landen
pais (pais), ~ del tertie mundo : derde-wereldland
pais (pais), ~ del sonios : droomland
pais (pais), ~ del vacantias : vakantieland
pais (pais), ~ industrial : industrieland
pais (pais), ~ de importation : importland
pais (pais), ~ de Cocania : land van Kokanje
pais (pais), lingua del ~ : landstaal
pais (pais), vino del ~ : landwijn
pais (pais), mal de ~ : heimwee
pais (pais), governar un ~ : een land besturen
paisage /sub/ : landschap
paisage, ~ montuose/montaniose/de montanias : berglandschap
paisage, ~ de dunas : duinlandschap
paisage, ~ de steppa : steppelandschap
paisage, ~ autumnal/de autumno : herfstlandschap
paisage, ~ hibernal/de hiberno : winterlandschap/gezicht
paisage, ~ alpestre/alpin : Alpenlandschap
paisage, ~ lunar : maanlandschap
paisage, pictor de ~s : landschapschilder
paisage, le beltate del ~ : het landschappelijk schoon
paisage, protection/salveguarda del ~ : landschapsbescherming
paisage, architectura del ~ : landschapsarchitectuur
paisage, typo de ~ : landschapstype
pala /sub/ : spade, schop, schep
pala, ~ de panetero : bakkersschop, bakkersschotel
pala, ~ a carbon : kolenschop
pala, rota a ~s : scheprad
pala /sub/ : blad (van roeiriem/schep/schroef, etc.), schoep
pala, ~ mobile : beweegbare schoep
pala, ~ de helice (helice) : propellerblad
pala, ~ de rotor : rotorschoep
pala, longor de ~ : schoeplengte
pallide /adj/ : bleek, kleurloos, flets, zwak, mat, dof
pallide, genas ~ : bleke wangen
pallide, visage/facie ~ : bleekgezicht
pallide, luce/lumine ~ del luna : bleek maanlicht
pallide, sol ~ : bleek/waterig zonnetje
pallide, ~ de ira : bleek van woede
pallide, ~ de timor : bleek van angst
pallide, ~ como un morto/le morte : doodsbleek
pallide, devenir ~ : bleek worden, verbleken
pallide /adj/ : onbeduidend, flauw, smakeloos (letterkundig werk, etc.)
pallide, imitation ~ : kleurloze nabootsing, slap aftreksel
pallide /adj/ : licht (mbt kleur)
pallide, blau ~ : lichtblauw
pallide, jalne ~ : lichtgeel
pallide, rubie ~ : lichtrood
pallide, violette ~ : lichtpaars
pallide, verde ~ : lichtgroen
pallide, gris ~ : lichtgrijs
palo /sub/ : paal, stok, staak, mast
palo, ~ telegraphic/de telegrapho (telegrapho) : telegraafpaal
palo, ~ telephonic/de telephono (telephono) : telefoonpaal
palo, ~ kilometric : kilometerpaal
palo, ~ de frontiera : grenspaal
palo, ~ de tenta : tentpaal
palo, ~ totemic : totempaal
palo, ~ de tortura/tormento : martelpaal, folterpaal
palo, ~ tubular : kokerpaal
palo, ponte super (super) ~s : paalbrug
palo, molino super (super) ~s : paalmolen
palo, serie de ~s : paalrij
palo, vallo/reducto de ~s : paalschans
palo, ligno pro ~s : paalhout
palo, appunctar un ~ : een paal spitsen
palpar /v/ : betasten, bevoelen
palpar, un ceco palpa un objecto pro recognoscer lo : een blinde betast een voorwerp om het te herkennen
palpar /v/ : MEDICINA bekloppen, palperen
palpar, le medico palpa un malado : de dokter beklopt een patiënt
pan /sub/ : brood
pan, ~ blanc : witbrood
pan, ~ de frumento/de tritico : tarwebrood
pan, ~ de secale : roggebrood
pan, ~ de mais : maïsbrood
pan, ~ de hordeo : gerstebrood
pan, ~ al sesamo : sesambrood
pan, ~ complete/integral/de tote grano : volkorenbrood, kropbrood
pan, ~ de specie : kruidkoek, ontbijtkoek
pan, ~ de munition : kazernebrood, kuch
pan, ~ de uvas de Corintho : krentenbrood
pan, ~ longe : stokbrood
pan, ~ tostate : geroosterd brood
pan, ~ tenere : zacht brood
pan, ~ fresc : vers brood
pan, ~ dur : oudbakken brood
pan, ~ facite a casa : eigengebakken brood
pan, le ~ del vita : het brood des levens
pan, nostre ~ quotidian/de cata die : ons dagelijks brood
pan, ~ e jocos : brood en spelen
pan, sin ~ : brodeloos
pan, sacco a/de : broodzak
pan, cultello de ~ : broodmes
pan, trencho {sj} de ~ : snede/plak brood
pan, trencho {sj} de ~ butyrate/con butyro : gesmeerde boterham
pan, fabrica de ~ : broodfabriek
pan, mica de ~ : broodkruimel
pan, suppa de ~ : broodsoep
pan, cassa pro le ~ : broodtrommel
pan, corbe a/de ~ : broodmand/korf
pan, corbetta a/de ~ : broodmandje/korfje
pan, crusta de ~ : broodkorst
pan, consumo de(l) ~ : broodverbruik
pan, ganiator del ~ : kostwinner
pan, precio de ~ : broodprijs
pan, mangiar le ~ del caritate : genadebrood eten
pan, mitter a ~ e a aqua : op water en brood zetten
pan /sub/ : langwerpig stuk: plak (chocolade), staaf, stuk
pan, ~ de sapon : stuk zeep
pan, ~ de sucro : suikerbrood (stuk suiker in de vorm van een afgeknotte kegel)
panno /sub/ : lap, doek
panno, ~ de essugar/de cocina : droogdoek, theedoek
panno, ~ de dispulverar : stofdoek
panno, ~ pro nettar : poetslap
panno, ~ de tabula : tafellaken
panno, ~s de lecto : beddegoed
panno, ~ de fricar/de fricamento : dweil
panno, ~ hygienic/periodic : maandverband
pantalones /sub/ : broek, pantalon
pantalones, ~ curte : korte broek
pantalones, ~ buffante : pofbroek
pantalones, ~ de cyclista : fietsbroek
pantalones, ~ de pyjama : pyjamabroek
pantalones, gamba de ~ : broekspijp
pantalones, tasca de ~ : broekzak
pantalones, tenditor de ~ : broekspanner
pantalones, pincia a ~ : broekklem
papiro /sub/ : papier
papiro, ~ transparente/de calco : overtrekpapier, calqueerpapier
papiro, ~ siccante/absorbente : vloeipapier
papiro, ~ a/de cigarrettas : sigarettenpapier
papiro, ~ recyclate : kringlooppapier
papiro, ~ mat : mat papier
papiro, ~ marmorate/marmorisate : marmerpapier
papiro, ~ aluminium : aluminiumfolie
papiro, ~ pergameno : perkamentpapier
papiro, ~ de seta : zijdepapier
papiro, ~ de ris : rijstpapier
papiro, ~ lignose/de ligno : houtpapier
papiro, ~ satinate : satijnpapier
papiro, ~ argentate/de argento : zilverpapier
papiro, ~ de tornasol : lakmoespapier
papiro, ~ de designo/pro/de designar : tekenpapier
papiro, ~ de imballage : pakpapier
papiro /sub/ : papiergeld
papiro, ~ a/de littera (littera), ~ pro litteras (litteras) : briefpapier
papiro, ~ a/de/pro scriber : schrijfpapier
papiro, ~s de bordo : scheepspapieren
papiro, ~s de auto(mobile) : autopapieren
papiro, ~ de musica : muziekpapier
papiro, ~ carbon : carbonpapier
papiro, ~ lineate/regulate : gelinieerd papier, lijntjespapier
papiro, ~ timbrate : gezegeld papier
papiro, ~ de sablo : schuurpapier
papiro, ~ impermeabile al grassia : vetvrij papier
papiro, ~ filtro/de filtro/de/pro filtrar : filtreerpapier
papiro, ~ sensibile : lichtgevoelig papier, fotopapier
papiro, ~ hygienic : toiletpapier
papiro, rolo de ~ hygienic : rol toiletpapier
papiro, folio de ~ : vel/blad papier
papiro, risma de ~ : riem papier
papiro, fibra de ~ : papiervezel
papiro, consumo de ~ : papierverbruik
papiro, corda de ~ : papiertouw
papiro, crampa/crampetta de ~s : paperclip
papiro, corbe a ~ : papiermand
papiro, fabrica de ~ : papierfabriek
papiro, fabrication de ~ : papierfabricage
papiro, fabricante de ~ : papierfabrikant
papiro, industria de ~ : papierindustrie
papiro, molino de ~ : papiermolen
papiro, triturator de ~ : papierversnipperaar
papiro, exhiber su ~s : zijn papieren tonen/laten zien
papiro, classar/arrangiar ~s : papieren rangschikken/ordenen
papiro, tapissar con ~ : behangen
par /adj/ : tweevoudig, gepaard
par, organos ~ : gepaarde organen
par /adj/ : MATHEMATICA even
par, function ~ : even functie
par, numero (numero) ~ : even getal
par, casas con numeros (numeros) ~ : even huisnummers
par /sub/ : FINANCIAS pari, pariteit, nominale waarde
par, ~ legal : wettelijke pariteit
par, ~ del cambio : wisselpari(teit)
par, cambio/curso al ~ : parikoers
par, esser al ~ : pari staan
par, esser sub ~ : onder pari staan
par, esser super (super) ~ : boven pari staan
par /sub/ : gelijke
par, sin ~ : zonder weerga, onvergelijkelijk, ongeëvenaard
par /sub/ : paladijn, pair, peer
par, dignitate de ~ : pairschap
par, le deceduo ~es de Carolo Magne : de twaalf paladijnen van Karel de Grote
par, Camera de Pares : Hogerhuis (in Engeland)
par /sub/ : paar, tweetal, koppel, stel
par, ~ principesc : prinselijk paar
par, ~ regal/royal : koninklijk paar
par, ~ con duo salarios : tweeverdieners
par, un ~ de berillos : een bril
par, un ~ de guantos : een paar handschoenen
par, un ~ de cisorios : een schaar
parallel /adj/ : parallel, evenwijdig
parallel, axe ~ : parallelas
parallel, circulo ~ : parallelcirkel, breedtecirkel
parallel, curva ~ : parallelkromme
parallel, classe ~ : parallelklas
parallel, projection ~ : parallelprojectie
parallel, strata ~ : parallelstraat
parallel, cammino ~ : parallelweg
parallel, fossato ~ : parallelsloot
parallel, canal ~ : parallelvaart
parallel, barras ~ : brug (gymnastiektoestel)
parallel, movimento ~ : parallelbeweging
parallel, section ~ : paralleldoorsnede
parallel, connexion ~ : parallele schakeling
parallel, mutation ~ : parallele mutatie
parallel /adj/ : FIGURATE overeenkomend, vergelijkbaar, analoog
parallel, passage ~ : overeenkomende passage (in tekst)
parallel, disveloppamento/evolution ~ : parallele ontwikkeling
parallel /adj/ : alternatief
parallel, medicina ~ : alternatieve geneeswijze
parallel, pressa ~ : alternatieve pers
parallel /adj/ : GEOMETRIA evenwijdige lijn
parallel, postulato/axioma des ~s : parallellenaxioma, postulaat van Euclides
parallel /adj/ : FORTIFICATION parallele loopgraaf
parapluvia /sub/ : paraplu
parapluvia, ~ atomic/nuclear : atoomparaplu
parapluvia, ~ extensibile : uitschuifbare paraplu
parapluvia, balena de ~ : paraplubalein
parapluvia, pomo de ~ : parapluknop
parapluvia, tela de ~ : paraplustof
parapluvia, seta de ~ : parapluzijde
parapluvia, vaina de ~ : paraplufoedraal
parapluvia, magazin de ~s : parapluwinkel
parapluvia, aperir su ~ : zijn paraplu opsteken
parapluvia, clauder su ~ : zijn paraplu afzetten
parcar /v/ : parkeren
parcar, ~ in duple fila : dubbelparkeren
parcar, interdiction de ~ : parkeerverbod
parco /sub/ : park, tuin, omheind terrein
parco, ~ public : park, openbare wandelplaats
parco, ~ natural : natuurpark
parco, ~ municipal : stadspark
parco, ~ zoologic : dierentuin
parco, ~ de cervos : hertenkamp
parco, ~ national : nationaal park
parco, ~ de attractiones : pretpark, amusementspark
parco, ~ de recreation : recreatiepark
parco, ~ de sculpturas : beeldenpark
parco, guardiano/guarda de ~ : parkwachter
parco /sub/ : parkeerplaats, parkeerterrein
parco /sub/ : voertuigenpark, machinepark, depot, opslagplaats
parco, ~ automobile : wagenpark
parco, ~ ferroviari/rotari : rollend materieel
parco, ~ de munitiones : munitiedepot
parco, ~ de grues : kranenpark
parco, ~ de machinas (machinas) : machinepark
pardonar /v/ : vergeven, vergiffenis schenken
pardonar, ~ le peccatos : de zonden vergeven
pardono /sub/ : vergeving, vergiffenis
pardono, ~ general : generaal pardon
pardono, ~ del peccatos : vergeving van de zonden
pardono, peter ~ : om vergeving/genade vragen
pardono, implorar ~ : om vergeving smeken
pardono, le ~ innobili le anima (anima) : vergiffenis veredelt de ziel
pardono, sin ~ : zonder pardon
pardono, pardono! : pardon!, sorry!
parente /sub/ : (bloed)verwant, familielid
parente, ~ lontan : verre bloedverwant
parente, ~ proxime (proxime) : naaste verwant
parente, ~es in linea directe : verwanten in de rechte lijn
parente, ~s de tertie grado : bloedverwanten in de derde graad
parente /sub/ : ouder
parente, ~s adoptive : pleegouders
parente, ~ affin : schoonouders
parente, amor/affection del ~s : ouderliefde
parer (I) /v/ : verschijnen, zich vertonen
parer (I) /v/ : lijken, schijnen
parer (I), isto pare incredibile : dat klinkt ongelooflijk
parer (I), il pareva le fin del mundo : het leek wel of de wereld verging
parer (II) /v/ : bevallen, baren
parer (II) /v/ : ter wereld brengen, baren
pariete /sub/ : wand, muur
pariete, ~ posterior/de detra/del fundo : achterwand
pariete, ~ anterior : voorwand
pariete, ~ lateral : zijwand
pariete, ~ interne : binnenwand
pariete, ~ externe : buitenwand
pariete, ~ duple : spouwmuur
pariete, ~ de metallo : metalen wand
pariete, ~ de vitro : glazen wand
pariete, ~ de ligno : houeten wand
pariete, ~ de montania : bergwand
pariete, ~ roccose/de rocca : rotswand
pariete, ~ de sustenimento : beschoeiing
pariete, le ~ suda : de muur slaat door
pariete /sub/ : ANATOMIA BOTANICA etc., wand, tussenschot
pariete, ~ abdominal : buikwand
pariete, ~ intestinal : darmwand
pariete, ~ thoracic : borstwand
pariete, ~ vascular : vaatwand
pariete, ~ cellulosic : cellulosewand
parlamento /sub/ : parlement, volksvertegenwoordiging
parlamento, membro del ~ : parlementslid, kamerlid
parlamento, session del ~ : parlementszitting
parlamento, reunion del ~ : parlementsbijeenkomst/vergadering
parlamento, reporto del ~ : parlementsverslag
parlamento, actos del ~ : handelingen van het parlement
parlamento, Parlamento Europee (Europee) : Europees Parlement
parlamento, dissolver le ~ : het parlement ontbinden
parlamento, dissolution del ~ : ontbinding van het parlement
parlar /v/ : spreken, praten
parlar, ~ ben/mal de un persona : goed/kwaad over iemand spreken
parlar, ~ a un muro : tegen een muur spreken
parlar, ~ inter (inter) le dentes : mompelen
parlar, ~ per le naso : door de neus spreken
parlar, derecto de ~ : recht van spreken
parlar, facer ~ de se : van zich doen spreken
parlar, le factos parla de se mesme : de feiten spreken voor zichzelf
parola /sub/ : woord
parola, le ~ de Deo : het Woord Gods, de Schrift
parola, ~ currente : courant/gewoon/gangbaar woord
parola, nove ~ : nieuw woord, neologisme
parola, ~ disobligante : onvriendelijk woord
parola, ~ componite/composite (composite) : samengesteld woord
parola, ~ de honor : erewoord
parola, ~ biblic : bijbelwoord
parola, ~ indecente : onvertogen woord
parola, ~ interrogative : vraagwoord
parola, ~ final : slotwoord
parola, ~ favorite : stopwoord
parola, ~ injuriose : scheldwoord
parola, le poter del ~ : de macht van het woord
parola, homine de ~ : man van zijn woord
parola, libere super (super) ~ : vrij op erewoord
parola, tener/mantener su ~ : zijn woord houden
parola, mancar a su ~ : zijn woord niet houden
parola, ordine/ordinantia/ordination de ~s : woord(volg)orde
parola, formation de ~s : woordvorming
parola, ~ per/pro ~ : woord voor woord
parola, familia de ~s : woordfamilie
parola, joco de ~s : woordspeling
parola, querela de ~s : woordenstrijd
parola, cascada de ~s : spraakwaterval
parola, enigma de ~s cruciate : kruiswoordpuzzle
parola, le ultime (ultime) ~ del scientia : het laatste woord van de wetenschap
parola, in poc/pauc/duo ~s : in het kort
parola, in/con altere ~s : met andere woorden
parola, in le plus large senso del ~ : in de ruimste zin van het woord
parola, biber le ~s de un persona : aan iemands lippen hangen
parola, pesar su ~s : zijn woorden wikken
parola, ~ : zijn woord houden
parola, diriger le ~ a un persona : het woord tot iemand richten
parola, dar le ~ a : het woord geven aan
parola, conceder le ~ a : het woord verlenen aan
parola, violar le ~ : zijn woord breken
parola, violation del ~ : woordbreuk
parola, unir le action al ~ : de daad bij het woord voegen
parola, fluvio/abundantia/fluxo de ~s : woordenvloed
parola, divider un ~ : een woord afbreken
parola /sub/ : het spreken, spraak, spraakvermogen
parola, analysator de ~ : spraak-analysator
parola, haber le dono del ~ : een geboren spreker zijn, de gave van het woord hebben
parola, derecto de ~ : recht van spreken
parola, facilitate de ~ : flux de bouche
parola, organo (organo) del ~ : spraakorgaan
parola, facer uso del ~ : het woord voeren
parola, prender le ~ : het woord nemen
parola, demandar le ~ : het woord vragen
parola, haber le ~ : het woord hebben, mogen spreken
parola, retirar le ~ a : het woord ontnemen aan
parola, perder le ~ : de spraak verliezen
parola, perdita (perdita) del ~ : spraakverlies
parte /sub/ : deel, gedeelte, portie, part
parte, ~ del corpore : lichaamsdeel
parte, ~ hereditari/de heritage : erfdeel
parte, ~ leonin/del leon : leeuwedeel
parte, ~ del mundo : werelddeel
parte, ~s genital/vergoniose : schaamdelen
parte, ~ inferior : benedenkant, onderkant, onderste gedeelte
parte, ~ superior : bovenkant, bovenste deel
parte, ~ exterior/externe : buitenkant, buitenzijde
parte, ~ interior/interne : binnenkant, binnenzijde
parte, ~ posterior : achterzijde
parte, ~ central : middengedeelte, middenstuk
parte, ~ essential/principal : hoofdbestanddeel
parte, ~ integrante : wezenlijk deel
parte, ~s equal : gelijke delen
parte, ~ alte del citate : bovenstad
parte, mi ~ del beneficio : mijn deel van de winst
parte, in grande ~, in su major ~ : grotendeels
parte, in ~ : gedeeltelijk
parte, le major ~ del tempore : meestal
parte, ~s del discurso/del oration : rededelen
parte, haber ~ in : deel hebben in
parte, prender ~ in le debatto : deel nemen in het debat
parte, prender ~ in un interprisa : deelnemen in een onderneming
parte, facer/formar ~ de : deel uitmaken van, (be)horen bij
parte, pagar per ~s : bij gedeelten betalen
parte, de ~ a ~, in omne ~ : helemaal, door en door
parte /sub/ : aandeel, bijdrage
parte /sub/ : (anque JURIDIC) kant, zijde, partij
parte, ~s interessante : belanghebbende partijen
parte, ~s contractante/contrahente : contracterende partijen
parte, ~s litigante/in litigio : procederende partijen
parte, ~ interveniente : tussenkomende partij
parte, ~ contrari : wederpartij
parte, ambe ~s : beide partijen
parte, ascoltar le duo ~s : het (recht van) hoor en wederhoor laten gelden/toepassen
parte, reconciliar le ~s : de partijen tot elkander brengen
parte, esser ~ in un conflicto : partij in een conflict zijn
parte, le ~s conveni que : de partijen komen overeen dat
parte, ille debeva prender in consideration le interesses de ambe ~s : de partijen komen overeen dat
parte, prender le ~ de : de zijde kiezen van, het opnemen voor
parte, de tote le ~s : van alle zijden
parte, del altere ~ : anderzijds
parte, in nulle ~ : nergens
parte, in qualque/alicun ~ : ergens
parte, in altere ~ : ergens anders, elders
parte, poner se del ~ de un persona : zich aan iemands zijde scharen
parte, a ~ : apart
parte, a ~ isto, isto a ~ : dit daargelaten
parte, illes constitue un classe a ~ : zij vormen een klasse apart
parte, modestia a ~ : bescheidenheid daargelaten
parte, tirage a ~ : overdruk
parte /sub/ : rol (o.a. van acteur), partij (in muziekstuk)
parte, ~ de piano : pianopartij
parte, ~ de violino : vioolpartij
parte, ~ masculin : mannenrol
parte, facer/jocar/interpretar le ~ de Othello : voor Othello spelen
parte, apprender su ~ : zijn rol instuderen
parte, repeter un ~ : een rol repeteren
parte, ~ de benefactor : rol van weldoener
parte, inverter le ~s : de rollen omdraaien/omkeren
parte, ~ decorative : onbelangrijke rol
parte, ~ subalterne : ondergeschikte rol
parte, ~ mute : stomme rol
parte, haber un ~ importante : een grote rol spelen
parte, distribuer le ~s : de rollen verdelen
parte, distribution del ~s : rolverdeling, rolbezetting
parte /sub/ : plaats, streek, gebied
parte, in omne ~ de Francia : in/door heel Frankrijk
parte /sub/ : MUSICA deel
parte, symphonia (symphonia) in quatro ~s : symfonie in vier delen
particular /adj/ : eigen, persoonlijk, karakteristiek
particular /adj/ : bijzonder, speciaal, specifiek, buitengewoon
particular, un cosa ~ : iets aparts, iets bijzonders
particular, nihil (nihil) de ~ : niets bijzonders
particular, in ~ : in het bijzonder
particular, caso ~ : bijzonder geval
particular, signos ~ : bijzondere kentekenen
particular, ille es un typo ~ : hij is een aparte figuur
particular /adj/ : privé, particulier
particular, proprietate ~ : particulier eigendom
particular, secretario ~ : privé-secretaris
particular, secretaria ~ : privé-secretaresse
particular, detective ~ : particulier detective
particular, casa ~ : particuliere woning
particular, adresse ~ : privéadres
particular, lection ~ : privéles
particular, uso ~ : privégebruik
particular, bureau (F)/officio ~ : privékantoor
particular, in possession ~ : in particulier bezit
particular /sub/ : particulier, privé-persoon
particular, le bursa non es aperte al ~es : de beurs is niet voor particulieren
particular /sub/ : bijzonderheid, detail, punt
partir /v/ : delen, verdelen
partir, ~ le sorte de un persona : iemands lot delen
partir, ~ un hereditage : een boedel scheiden
partir, usque a que le morte nos parti : tot de dood ons scheidt
partir, ~ un pomo/malo in quatro : een appel in vieren verdelen
partir /v/ : vertrekken, weggaan, wegrijden, afvaren, afreizen, starten
partir, ~ con le cassa : er met de kas vandoor gaan
partir, a ~ de : vanaf, vanuit
partir, le magazines aperi a ~ de novem horas : de winkels zijn vanaf negen uur open
partita /sub/ : partij(tje), feest(je), vermaak, uitstapje
partita, ~ cynegetic/de chassa : jachtpartij
partita /sub/ : MILITAR speciale (kleine) eenheid
partita /sub/ : COMMERCIO partij (handelswaren)
partita, ~ de stanno : partij tinwerk
partita, le ~ non es identic al monstra : de partij is niet gelijk aan het monster
partita, vender in ~ : en gros verkopen
partita /sub/ : CONTABILITATE boeking, post
partita, ~ de cassa : kaspost
partita, ~ de credito (credito) : creditpost
partita, (contabilitate in/per) ~ simple/simplice (simplice) : enkel boekhouden
partita, (contabilitate in/per) ~ duple/duplice (duplice) : dubbel boekhouden
partita /sub/ : partij, spel, wedstrijd
partita, ~ de tennis (A) : partij tennis
partita, ~ de boxa : bokswedstrijd
partita, ~ de football (A) : voetbalwedstrijd
partita, ~ de badminton (A) : badmintonwedstrijd
partita, ~ de chacos : partij schaak
partita, ~ de damas : dampartij
partita, ~ nulle : gelijk spel
partita, ~ de retorno : returnwedstrijd, revanchepartij
partita, ~ simultanee : simultaanwedstrijd, simultaanséance
partita /sub/ : vertrek, afreis, afvaart
partita, ~ immediate : onverwijld vertrek
partita, puncto de ~ : startpunt
partita, signal de(l) ~ : teken van vertrek
partita, hora de ~ : vertrektijd
partita, porto de ~ : vertrekhaven
partita, sala/hall (A) del ~s : vertrekhal
partita, station de ~ : station van vertrek
partita /sub/ : MUSICA partita (deel van een variatiecyclus)
partito /sub/ : voordeel, nut, profijt
partito /sub/ : besluit, beslissing
partito, prender un ~ : een besluit nemen
partito /sub/ : partij, kant, zijde
partito, prender le ~ de : partij kiezen voor, het opnemen voor
partito /sub/ : partij (mbt huwelijk)
partito, illa es un bon ~ : zij is een goede partij
partito /sub/ : (politieke of religieuze) partij
partito, ~ democratic : democratische partij
partito, ~ socialista/socialistic : socialistische partij
partito, ~ popular : volkspartij
partito, ~ radical : radicale partij
partito, ~ conservatori : conservatieve partij
partito, ~ del centro : centrumpartij
partito, ~ governante : regerende partij
partito, ~ governamental : regeringspartij
partito, ~ del opposition : oppositiepartij
partito, ~ clerical : clericale partij
partito, ~ unitari : eenheidspartij
partito, ~ ecologic : milieupartij, groene partij
partito, apparato del ~ : partijapparaat
partito, systema de ~s : partijenstelsel
partito, disciplina del ~ : partijdiscipline
partito, membro/adherente del ~ : partijlid
partito, direction del ~ : partijleiding
partito, dirigente/chef (F) del ~ : partijleider
partito, secretario del ~ : partijsecretaris
partito, functionario del ~ : partijfunctionaris
partito, consilio del ~ : partijraad
partito, interesse de(l) ~ : partijbelang
partito, spirito (spirito) de(l) ~ : partijgeest
partito, programma de(l) ~ : partijprogramma
partito, decision del ~ : partijbesluit
partito, cassa del ~ : partijkas
partito, disciplina del ~ : partijdiscipline/tucht
partito, bandiera del ~ : partijvlag
partito, lucta de ~ : partijstrijd
partito, jornal del ~ : partijblad
partito, bonze del ~ : partijbonze
partito, reunion del ~ : partijbijeenkomst/vergadering
partito, congresso del ~ : partijcongres
partito, official/functionario del ~ : partijfunctionaris
partito, votar a/pro un ~ : op een partij stemmen
partito, appoiar un ~ : een partij aanhangen
partito, expeller/expulsar un persona del ~ : iemand uit de partij stoten
partito, abandonar le ~ : als lid van de partij bedanken
parve /adj/ : klein, gering
pascha /sub/ : Pascha (joods paasfeest)
pascha /sub/ : Pasen
pascha, jorno/die de ~ : paasdag
pascha, dominica de ~ : paaszondag
pascha, lunedi de ~ : paasmaandag
pascha, sabbato (sabbato) de ~ : paaszaterdag
pascha, festa de ~ : paasfeest
pascha, foco de ~ : paasvuur
pascha, vacantias de ~ : paasvakantie
pascha, vigilia de ~ : paaswake
pascha, septimana de ~ : paasweek
pascha, Insula de Pascha : Paaseiland
pascha, ovo de ~ : paasei
pascha, lepore de ~ : paashaas
pascha, repasto de ~ : paasmaal
pascha, data de ~ : paasdatum
pascha, dono/presente de ~ : paasgeschenk/gave
pascha, predica/predication de ~ : paaspreek
pascha, mercato de ~ : paasmarkt
passage /sub/ : het passeren, het voorbijgaan, het langskomen, het langstrekken, het langsrijden
passage, ave de ~ : trekvogel
passage /sub/ : doorgang, doortocht, overgang
passage, derecto de ~ : recht van overpad
passage, ~ de frontiera : grensovergang
passage, ~ protegite : voorrangskruising
passage, ~ interdicite/prohibite : geen doorgang, verboden toegang
passage, ~ a nivello (non) guardate/signalisate : (on)bewaakte overweg
passage, ~ inferior : onderdoorgang, tunnel(tje)
passage, ~ a/pro pedones : voetgangersoversteekplaats
passage, ~ zebrate : zebrapad
passage, ~ stricte : knelpunt
passage, blocar le ~ : de doorgang afsluiten
passage, barrar/obstruer le ~ : de doorgang belemmeren/versperren
passage, aperir se un ~ : zich een doortocht banen
passage /sub/ : het overgaan (tot), overgang (naar)
passage, examine de ~ : overgangsexamen
passage /sub/ : overtocht, oversteek, passage
passage, ~ del Rheno : overtocht over de Rijn
passage, agente de ~s : passageagent
passage, section de ~s : passageafdeling
passage /sub/ : passage, galerij, (lange en smalle) gang
passage /sub/ : vervoersprijs, vervoerskosten
passage, billet de ~ : passagebijet
passage /sub/ : passage (in een boek/muziekstuk)
passage, ~ del biblia : bijbelplaats
passage, ~ parallel : overeenkomende passage
passage, ~ intercalate : ingelaste passage
passage, elucidar un ~ per le contexto : een passage verduidelijken door de kontekst
passagero /sub/ : passagier
passagero, ~ clandestin : blinde passagier, verstekeling
passagero, nave de ~s : passagiersschip
passagero, traino de ~s : personentrein
passagero, servicio de ~s : passagiersdienst
passagero, lista de ~s : passagierslijst
passagero, traffico de ~s : personenverkeer
passagero, transporto de ~s : passagiersvervoer
passagero, avion de ~s : passagiersvliegtuig
passaporto /sub/ : paspoort, pas
passaporto, ~ valide : geldig paspoort
passaporto, ~ perimite : verlopen paspoort
passaporto, ~ diplomatic : diplomatiek paspoort
passaporto, controlar le ~s : de paspoorten controleren
passaporto, controlo del ~s : pas(sen)controle
passaporto, exhiber/presentar su ~ : zijn pas laten zien/tonen
passaporto, prorogar/prolongar/renovar un ~ : een paspoort verlengen
passaporto, falsificar un ~ : een paspoort vervalsen
passaporto, validitate de un ~ : geldigheidsduur de un passaporto
passaporto, facer prorogar le validitate de un ~ : een paspoort laten verlengen
passaporto, le expiration de un ~ : het verlopen van een paspoort
passaporto, mi ~ expira : mijn paspoort verloopt
passaporto, photo(graphia (graphia)) de ~ : pasfoto
passar /v/ : oversteken, overtrekken, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door
passar, ~ le frontiera : de grens overgaan
passar, ~ le ponte : de brug overgaan
passar, ~ un muro : over een muur klimmen/springen
passar, ~ un examine : een examen afleggen
passar, facer ~ un examine : een examen afnemen
passar, ille ha passate le sexanta : hij is over de zestig
passar /v/ : aanreiken, overhandigen, aangeven, doorgeven
passar, ~ le pipere : de peper doorgeven/aanreiken
passar, ~ in altere manos : in andere handen overgaan
passar /v/ : doorbrengen (tijd)
passar, ~ le vacanties : de vakantie doorbrengen
passar, ~ le hiberno : overwinteren
passar, ~ per un periodo difficile : een moeilijke periode doormaken
passar, io face isto pro ~ le tempore : ik doe dit om de tijd door te komen
passar /v/ : voorbijgaan, passeren, overschrijden, inhalen, te boven gaan
passar, ~ un auto(mobile) : een auto inhalen
passar, isto passa mi fortias : dit gaat mijn krachten te boven
passar, ~ le mesura/le limites (limites) : te ver gaan
passar, ~ in silentio super (super) : voorbijgaan aan, zwijgen over
passar, le dolor ha passate : de pijn is over
passar, le periculo ha passate : het gevaar is geweken
passar /v/ : halen (door/langs/over), strijken (langs), steken (door/in)
passar, ~ per un cribro : door een zeef halen, zeven
passar, ~ per le exprimitor : door de wringer halen
passar, ~ al filo del spada : over de kling jagen
passar, ~ le spongia super : de spons halen over
passar, ~ un filo : een draad doorhalen
passar /v/ : JURIDIC opmaken, passeren
passar, ~ un contracto : een contract opmaken
passar, pro que le via es coperite de nive, on non pote ~ : omdat de weg is ingesneeuwd, kunnen we er niet door
passar /(/ : voorbijgaan, voorbijkomen, gaan (langs), passeren
passar, le autobus ha passate a dece horas : de bus is om tien uur voorbijgekomen
passar /(/ : gaan (van... naar...), overgaan (naar/tot)
passar, ~ al ordine del jorno : tot de orde van de dag overgaan
passar, ~ al attacco : tot de aanval overgaan
passar, ~ al offensiva : tot het offensief overgaan
passar, ~ al action : tot actie overgaan
passar, ~ al altere vita : het tijdelijke met het eeuwige verwisselen
passar, ~ al historia como : de geschiedenis ingaan als
passar, ~ in/a altere manos : in andere handen overgaan
passar, ~ de mano in mano : van hand tot hand gaan
passar, facer ~ le bottilia : de fles laten rondgaan
passar, le bottilia passa : de fles gaat rond
passar, le notitia passa de bucca a bucca : het bericht gaat van mond tot mond
passar, ~ de un extremo al altere : van het ene uiterste in het andere vervallen
passar, ~ al inimico (inimico) : overlopen naar de vijand
passar /(/ : doorgaan (voor), gelden (als)
passar, ille passa pro un homine intelligente : hij gaat door voor een intelligente man
passar /(/ : voorbijgaan (tijd), verstrijken
passar, le tempore passa : de tijd verstrijkt
passar, ~ sin incidentes : zonder incidenten verlopen
passar /(/ : passen (bij het kaartspel)
passate /adj/ : verleden, voorbijgegaan, vroeger, vorig
passate, le anno/septimana/mense ~ : vorig(e) jaar/week/maand
passate, le tempore ~ : het verleden
passate, participio ~ : verleden/voltooid deelwoord
passato /sub/ : verleden
passato, ~ remote : verre verleden
passato, ~ criminal : misdadig verleden
passato, le memoria del ~ : de herinnering aan het verleden
passato, evocar le ~ : het verleden oproepen
passato, lassar in pace le ~ : het verleden laten rusten
passato, rader su ~ : een streep door zijn verleden halen
passato, isto forma parte del ~ : dat behoort tot het verleden/de geschiedenis
passato /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA verleden tijd
passion /sub/ : hartstocht, (grote) liefde, passie
passion, ~ irrepressibile/irreprimibile : onbedwingbare hartstocht
passion, ~es indomate : onbeteugelde hartstochten
passion, resister a su ~es : zijn hartstochten de baas blijven
passion, constringer su ~es : zijn hartstochten intomen
passion, dominar su ~es : zijn hartstochten bedwingen
passion, satiar le ~es : de hartstochten bevredigen
passion, avivar le ~es : de hartstochten opzwepen
passion, ~ pro le musica : grote liefde voor muziek
passion, ~ de mandar : machtswellust
passion, le foco/ardor del ~ : de gloed van de hartstocht
passion, con ~ : hartstochtelijk
passion, flor de(l) ~ : passiebloem
passion /sub/ : lijden (van Christus), lijdensverhaal, LITTERATURA passiespel
passion, septimana del ~ : lijdensweek
passion, musica del ~ : passiemuziek
passion, septimana del ~ : passieweek
passion, tempore del ~ : passietijd
passion, predicar le ~ : de passie preken
passo /sub/ : pas, stap, schrede
passo, a duo ~s : op korte afstand, vlakbij
passo, ~ de duo : pas de deux (ballet)
passo, ~ a ~ : stap voor stap
passo, ~ reduplate : versnelde pas
passo, ~ cadentiate : ritmische pas (bij het marcheren)
passo, ~ de dansa : danspas
passo, ~ in avante : stap voorwaarts
passo, non mover un ~ : geen stap verzetten
passo, marcar le ~ : pas op de plaats maken
passo, decelerar/relentar/reducer le ~ : langzamer gaan lopen
passo, sequer le ~s de un persona : iemand op de voet volgen
passo, ceder le ~ a un persona : iemand laten voorgaan
passo, conducer le ~s de un persona : iemand leiden
passo, sequer le ~s de un persona : in iemands voetsporen treden
passo, facer ~ false : struikelen, uitglijden, FIGURATE een misstap begaan
passo, facer un ~ : een stap doen
passo, impedir le ~ a un persona : iemand de weg versperren
passo, allongar le ~ : flink doorstappen
passo, a omne/cata ~ : (op) elk moment, heel vaak, alsmaar
passo, con ~ rapide : met gezwinde pas
passo, avantiar con ~s de gigante : met reuzenschreden vooruitgaan
passo, precipitar su ~s : zich haasten
passo /sub/ : gang, pas, loop, tred, het lopen, stap (van paard, etc.)
passo, ~ de limace : slakkengang
passo, ~ de oca : ganzenpas
passo, ~ de cursa : looppas
passo, ~ de parada : paradepas
passo, ~ titubante : waggelgang
passo, ir a ~ de tortuca : met een slakkegangetje lopen
passo, esser/ir in/al ~ : in de pas lopen
passo /sub/ : traptrede, sport (van ladder)
passo /sub/ : pas, doorgang, engte
passo, Passo de Calais : Nauw van Calais
passo, ~ de montania : bergpas
passo, ~ subterranee : ondergrondse doorgang
passo, 5 : slag/wenteling van een schroef/propeller/tandwiel
passo, vite con ~ a dext (dext)(e)ra : rechtse schroef
passo, vite con ~ a sinistra : linkse schroef
passo, vite con ~ simple : vaarschroef
pasta /sub/ : deeg, beslag
pasta, ~ foliate : bladerdeeg
pasta, ~ a/de torta : taartdeeg
pasta, ~s (alimentari) : deegwaren (vermicelli, spaghetti, macaroni, etc.)
pasta, ~ al sesamo (sesamo) : sesampasta
pasta, ~ de amandolas (amandolas) : amandelpers
pasta, panetto al ~ de amandolas (amandolas) : amandelbroodje
pasta /sub/ : pasta
pasta, ~ adhesive : kleefpasta
pasta, ~ a polir : slijppasta
pasta, ~ de ligno : houtpulp
pasta, ~ de silicone (silicone) : siliconenkit
patata /sub/ : aardappel
patata, ~ de terra/solo argillose : kleiaardappel
patata, ~ de hiberno : winteraardappel
patata, ~ industrial : fabrieksaardappel
patata, ~ a plantar : pootaardappel
patata, ~ pro le consumo/consumption, ~ destinate al consumo/consumption : consumptieaardappel
patata, ~ pellate : geschilde aardappel
patata, ~ farinose : kruimelige aardappel
patata, ~ nove/novelle : nieuwe aardappel
patata, ~s con pelle : aardappels in de schil
patata, commercio de ~s : aardappelhandel
patata, mercante/commerciante de ~s : aardappelhandelaar/boer
patata, venditor de ~s : aardappelverkoper
patata, mercato de ~s : aardappelmarkt
patata, croquette (F) de ~ : aardappelkroket
patata, puree (F) de ~s : aardappelpurée
patata, salata de ~s : aardappelsalade/sla
patata, fecula/farina de ~s : aardappelmeel
patata, recolta de ~s : aardappeloogst, aardappelcampagne
patata, pelle de ~ : aardappelschil
patata, folios de ~s : aardappelloof
patata, campo de ~s : aardappelveld
patata, suppa de ~s : aardappelsoep
patata, torta de ~s : aardappelkoek
patata, ~s frite : patates frites, friet, frieten
patata, cornetta de ~s frite : zakje patat
patata, fecula/amylo de ~s : aardappelzetmeel
patata, cultura/cultivation de ~s : aardappelteelt
patata, cultor/cultivator de ~s : aardappelteler
patata, cocer ~s : aardappels koken
patiente /adj/ : geduldig, lijdzaam
patiente /sub/ : patient
patiente, association de ~s : patiëntenvereniging
patientia /sub/ : geduld
patientia, ~ angelic/de angelo (angelo) : engelengeduld
patientia, ~ de Job : jobsgeduld
patientia, exemplo/modello/para(n)gon de ~ : toonbeeld van geduld
patientia, exhortation al ~ : aansporing tot geduld
patientia, haber ~ : geduld hebben
patientia, demonstrar ~ : gedult oefenen
patientia, conservar le ~ : het geduld bewaren
patientia, perder le ~ : het geduld verliezen
patientia, un pauco/poco de ~, per favor! : even geduld a.u.b.!
patientia /sub/ : patience (kaartspel)
patientia, joco de ~ : patiencespel
patre /sub/ : vader
patre, ~ adoptive : pleegvader
patre, ~ de familia : huisvader
patre, ~ natural : natuurlijke vader
patre, ~ legal/legitime (legitime) : wettelijke vader
patre, ~ affin : schoonvader
patre, ~ spiritual : geestelijke vader
patre, Jan Jansen ~ : Jan Jansen senior
patre /sub/ : RELIGION vader, pater
patre, le Sancte Patre : de Heilige Vader, de Paus
patre, Patres Blanc : Witte paters
patre, Patre celestial : hemelse vader
patre, ~ del ecclesia : kerkvader
patre, in nomine del Patre, del Filio e del Sancte Spirito (Spirito) : in naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
pauc /adj/ : weinig, niet veel
pauc, in ~ parolas : in het kort
pauc, in ~ : binnenkort, weldra, spoedig
pauco /adv/ : weinig, niet veel, niet erg, bijna niet
pauco, ille es ~ intelligente : hij is niet erg intelligent
pauco, ~ populate : dun bevolkt
pauco, ~ natural : onnatuurlijk
pauco, ~ sympathic : onsympathiek
pauco, ~ san : ongezond
pauco, alimentos ~ nutritive : slappe kost, liflafjes
pauco /sub/ : een beetje, een weinig
pauco, un ~ de aqua : een beetje water
pauco, ~ a ~ : beetje bij beetje, van lieverlede, allengs, langzamerhand, stilaan
pauco, un infante se contenta de ~ : een kinderhand is gauw gevuld
pauco, in ~ : binnenkort, spoedig
pausa /sub/ : pauze, rust, tussenpoos
pausa, ~ respiratori : adempauze
pausa, ~ de mediedie : middagpauze
pausa, ~ del lunch : lunchpauze
pausa, sin ~ : aan één stuk, zonder onderbreking
pausa, facer un ~ de caffe : een koffiepauze houden
pausa /sub/ : MUSICA hele maat rust
pausa, medie ~ : halve maat
pausar /v/ : pauzeren, even rust nemen
pausar /v/ : MUSICA een maat rust hebben
pecia /sub/ : stuk, exemplaar, (onder)deel, lap
pecia, ~s de assemblage : schroeven en moeren
pecia, ~ de junction : verbindingsstuk, mof, schoen
pecia, ~ de recambio/distachate : reserve-onderdeel
pecia, ~ de museo (museo) : museumstuk
pecia, ~ de labor/de travalio : werkstuk
pecia, ~ postal : poststuk
pecia, ~ de reduction : verloopstuk
pecia, ~ a ~ : stuk voor stuk
pecia, vender al ~ : per stuk verkopen
pecia, un euro le ~ : een euro per stuk
pecia, ille es un homine de un ~ : hij is een man uit één stuk (gegoten)
pecia /sub/ : stuk, brok, scherf
pecia, in ~s : in brokken, in stukken, kapot
pecia /sub/ : geldstuk, munt
pecia, ~ de moneta : geldstuk
pecia, ~ de auro : goudstuk
pecia, ~ de argento : zilverstuk
pecia, ~ false : valse munt
pecia /sub/ : stuk, muziekstuk, toneelstuk
pecia, ~ de musica : muziekstuk
pecia, ~ de theatro : toneelstuk
pecia, ~ vocal : zangstuk
pecia /sub/ : veld, akker
pecia /sub/ : MILITAR stuk, kanon, geschut
pecia, ~ de artilleria (artilleria) : stuk geschut
pecia /sub/ : stuk, schaakstuk, damschijf, etc.
pecia, ~ de chacos : schaakstuk
pecia /sub/ : JURIDIC stuk, document, akte, processtuk
pecia, ~s de identitate : (identiteits)papieren
pecia, ~ processual/de processo : processtuk
pectine /sub/ : kam
pectine, ~ de tasca : zakkammetje
pectine, ~ de cavallo : roskam
pectine, ~ de celluloide : celluloidkam
pectine, ~ de osso : benen kam
pectine, ~ fin : fijne kam, stofkam, luizenkam, netenkam
pectine, in forma de ~ : kamvormig
pectine, lisiar con un ~ : gladkammen
pectine /sub/ : kaarde (voor wol)
pectine, ~ de cardator : wolkam
pectine /sub/ : ZOOLOGIA kamschelp
pectore /sub/ : borst
pectore, angina del ~ : angina pectoris
pectore, affection de ~ : borstaandoening
pectore, cancere del ~ : borstkanker
pectore, nodulo in le ~ : knobbeltje in de borst
pectore, largessa del ~ : borstwijdte
pectore, pilo de ~ : borsthaar
pectore, voce de ~ : borststem
pectore, mesura de ~ : borstomvang
pectore, a altor de ~ : op borsthoogte
pectore, batter se le ~ : zich op de borst slaan
pectore, ~ pendente : hangborst
pectore /sub/ : boezem (van vrouw), borst
pectore, ~ materne/maternal/de matre : moederborst
pecunia /sub/ : geld
pecunia, penuria de ~ : geldschaarste
pecunia, manco de ~ : geldgebrek
pecunia, ~ corruptive : smeergeld
pede /sub/ : voet (van een mens), poot (van een dier)
pede, ~ dext (dext)(e)re : rechtervoet
pede, ~ leve/sinistre : linkervoet
pede, soldato a ~ : infanterist
pede, ~ equin : horrelvoet
pede, ~ palmate : zwemvoet
pede, ~ platte : platvoet
pede, esser in ~s : op de been zijn, staan
pede, fullar/calcar al ~s : met voeten treden
pede, luxar se/disloquar se/distorquer se le ~ : zijn voet verstuiken/verzwikken
pede, prender ~ : vaste voet onder de voeten krijgen
pede, planta del ~ : voetzool
pede, cura del ~s : voetverzorging
pede, colpo de ~ : schop
pede, freno a/de ~ : voetrem
pede, colpar con le ~ : schoppen, trappen
pede, ir a ~ : te voet gaan, lopen
pede, ir a quatro ~s : op handen en voeten lopen
pede, excursion a ~ : wandeling, wandeltocht
pede, tourismo {oe} a ~ : wandeltoerisme
pede, cursa a ~ : wedloop
pede, impression del ~ : voetindruk
pede, super (super) le puncta del ~s : op de tenen
pede, ir a ~ : te voet gaan
pede, mitter ~ a terra : voet aan wal zetten
pede, jectar se al ~s de : een knieval doen voor
pede, del capite (capite)/testa al ~s : van top tot teen
pede, haber un ~ in le fossa : een been in het graf hebben
pede, secar le herba sub le ~s de un persona : iemand het gras voor de voeten wegmaaien
pede /sub/ : voet, voet(en)eind, onderkant, grondvlak, basis
pede, ~ de un apparato photographic : statief van een fototoestel
pede, ~ de un lecto : voeteneind van een bed
pede, ~ de un tabula : poot van een tafel
pede, ~ de un sedia : stoelpoot
pede, ~ de un arbore : voet van een boom
pede, ~ de un montania : voet van een berg
pede, ~ de un perpendiculo : voetpunt van een loodlijn
pede, al ~ del pagina (pagina) : onder aan de bladzijde
pede, al ~ del dica : benedendijks
pede, al ~ del littera (littera) : letterlijk, naar de letter
pede, interpretar un cosa al ~ del littera (littera) : iets naar de letter opvatten
pede, sequer le instructiones al ~ del littera (littera) : de instructies stipt opvolgen
pede, lampa a/de ~ : staande lamp
pede /sub/ : voet (lengtemaat)
pede, ~ cubic : kubieke voet
pede /sub/ : versvoet
pejo /adv/ : slechter, erger
pejo, tanto ~ : zoveel te erger
pejor /adj/ : slechter, erger
pejor, (le) ~ : het slechtst, het ergst
pejor, tanto ~ : des te erger
pejor, de mal in ~ : van kwaad tot erger
pejor, mi/tu/su, etc. ~ inimico (inimico) : mijn/jouw/zijn, etc. ergste vijand
pejor, in le ~ del casos : in het ergste/ongunstigste geval
pelle /sub/ : huid, vel
pelle, maladia (maladia) del ~ : huidziekte
pelle, cancere del ~ : huidkanker
pelle, color del ~ : huidskleur
pelle, plica del ~ : huidplooi
pelle, graffo/transplantation del ~ : huidtransplantatie
pelle, nervo del ~ : huidzenuw
pelle, crema pro le ~ : huidcrème
pelle, ~ rubie : roodhuid
pelle, ~ delicate : gevoelige/tere huid
pelle, delicatessa del ~ : gevoeligheid van de huid
pelle, ~ irritate : geïrriteerde huid
pelle, ~ acneic (acneic) : door acne aangetaste huid
pelle, ~ lisie : zachte huid
pelle, ~ flaccide : slappe huid
pelle, ~ dishydratate/sic : droge huid
pelle, ~ super (super) le lacte : vel op de melk
pelle, ~ del salsicia : velletje om de worst
pelle, vender car su ~ : zijn huid duur verkopen
pelle, salvar su ~ : zijn huid/hachje redden
pelle, riscar le ~ : zijn hachje wagen
pelle, entrar in le ~ de un persona : in iemands huid kruipen
pelle, cambiar de ~, mutar le ~ : vervellen (van dieren)
pelle, cambiamento de ~ : vervelling (van dieren)
pelle /sub/ : vel, leer, vlies
pelle, ~ de camoce : zeemleer
pelle, ~ de porco : varkensleer
pelle, ~ de urso : berevel, berehuid
pelle, ~ de phoca : zeehondenbont
pelle, ~ de conilio : konijnebont
pelle, ~ de agno : lamsvel
pelle, ~ de Svedia : peau de Suède
pelle /sub/ : schil, bast, omhulsel
pelle, ~ de persica : perzikschil
pelle, ~ de patata : aardappelschil
pena /sub/ : pijn, smart, kommer, verdriet
pena, dar/causar/facer ~ a un persona : iemand verdriet doen
pena, isto me da ~ : dat doet me verdriet
pena, anima (anima) in ~ : veel geplaagd mens
pena /sub/ : straf, bestraffing, tuchtiging
pena, ~ sever/rigorose : zware straf
pena, ~ pauco/poco sever : lage straf
pena, ~ legier : lichte straf
pena, ~ pecuniari : geldstraf, geldboete
pena, ~ disciplinari : tuchtstraf
pena, ~ accessori : bijkomende straf
pena, ~ alternative : alternatieve straf
pena, ~ physic/corporal/corporee : lijfstraf
pena, ~ capital/de morte : doodstraf
pena, ~ de prision : gevangenisstraf
pena, ~ infamante : smadelijke straf
pena, sub ~ de : op straffe van
pena, mesura de ~ : strafmaatregel
pena, interruption de ~ : strafonderbreking
pena, suffrer un ~ : een straf ondergaan
pena, imponer/infliger un ~ : een straf opleggen
pena, suspender un ~ : een straf onderbreken
pena, suspension de ~ : strafonderbreking
pena, moderar/reducer un ~ : een straf verminderen
pena, moderation/reduction de ~ : strafvermindering
pena, commutar/attenuar un ~ : een straf verzachten
pena, commutation/attenuation de un ~ : verzachting van een straf
pena, aggravar un ~ : een straf verzwaren
pena, aggravation de ~ : strafverzwaring
pena, abolir un ~ : een straf kwijtschelden
pena, supprimer un ~ : een straf afschaffen
pena, suppression del ~ de morte : afschaffing van de doodstraf
pena, durata/duration del ~ : straftijd
pena, institution de ~ : strafinrichting
pena, mesura del ~ : strafmaat
pena, infliger un ~ : een straf opleggen
pena, complir/expiar un ~ : een straf uitzitten
pena, abolir un ~ : een straf kwijtschelden
pena /sub/ : moeite, inspanning
pena, a ~ : nauwelijks, bijna niet
pena, perder su ~ : vergeefse moeite doen
pena, ~ perdite : vergeefse moeite
pena, dar se ~ : de moeite nemen, zich inspannen
pena, non valer le ~ : de moeite niet waard zijn
pender /v/ : ophangen
pender, ~ un criminal : een misdadiger ophangen
pender /v/ : hangen (hangende zijn), afhangen, overhangen
pender /v/ : nog hangende zijn, onbeslist zijn
penna /sub/ : ZOOLOGIA (slag)pen, (slag)veer
penna, coperir se del ~s del pavon : met andermans veren pronken
penna /sub/ : schacht (van pijl)
penna /sub/ : pen (om mee te schrijven)
penna, ~ de oca : ganzenpen
penna, ~ de/pro scriber : schrijfpen
penna, ~ de/pro designar : tekenpen
penna, ~ stilographic : vulpen
penna, ~ a bolla/a sphera : balpen
penna, ~ a/de feltro : viltstift
penna, ~ tubular : trekpen
penna, tracto de ~ : pennenstreek
penna, sub le ~ de : in de beschrijving van
penna, viver de su ~ : van zijn pen leven
penna, haber un ~ mordente : een scherpe pen voeren
penna, molliar le ~ in veneno : zijn pen in vergif dopen
penna, impugnar le ~ : in de pen klimmen
penose /adj/ : moeilijk, moeizaam, lastig, bezwaarlijk
penose, viage ~ : moeizame reis
penose /adj/ : pijnlijk, smartelijk
penose, situation ~ : pijnlijke situatie
penose, un suffrentia longe e ~ : een lang en smartelijk lijden
pensar /v/ : denken, nadenken
pensar, ~ a : denken aan
pensar, modo/maniera de ~ : denkwijze
pensar, stilo de ~ : denkstijl
pensar /v/ : denken, menen, vinden
pensar, ~ de : denken van, vinden van
pensar /v/ : van plan zijn, zich voornemen
pensar /v/ : veronderstellen, vermoeden, geloven
pensar /sub/ : gedachte, het denken
pensata (I) /sub/ : gedachte, het denken, denkwijze
pensata (I), forma de ~ : denkvorm
pensata (I), claudicar inter duo ~s : op twee gedachten hinken
pensata (I), absorbite in ~s : in gedachten verzonken
pensata (I), currente/fluxo de ~s : gedachtenstroom
pensata (I), maniera/modo de ~ : denkwijze, denkpatroon
pensata (I), exercitio de ~ : denkoefening
pensata (I), schema de ~ : denkschema
pensata (I), construction de ~s : gedachtenconstructie
pensata (I), nivello de ~ : gedachtenniveau
pensata (I), transmission/transferentia/transferimento de ~s : gedachtenoverdracht
pensata (I), serie de ~s : gedachtenreeks
pensata (I), stilo de ~ : denkstijl
pensata (I), disciplina de ~ : denktucht
pensata (I), le ~s intime (intime) de un persona : iemands innigste gedachten
pensata (I), linea de ~s : gedachtengang
pensata (I), mundo del ~(s) : gedachtenwereld
pensata (I), lector de ~s : gedachtenlezer
pensata (I), libere ~ : vrijdenkerij
pensata (II) /sub/ : BOTANICA viooltje
pentecoste /sub/ : pinksteren, pinksterfeest
pentecoste, die de ~ : pinksterdag
pentecoste, dominica de ~ : pinksterzondag, eerste pinksterdag
pentecoste, lunedi de ~ : pinkstermaandag, tweede pinksterdag
pentecoste, septimana de ~ : pinksterweek
pentecoste, vacantias de ~ : pinkstervakantie
pentecoste, corona de ~ : pinksterkroon
pentecoste, communitate de ~ : pinkstergemeenschap/gemeente
pentecoste, canto de ~ : pinksterlied
per /prep/ : door, dwarsdoor, door...heen, helemaal door, door heel
per, ~ se : op zichzelf gezien, als zodanig
per /prep/ : door (+ handelende persoon), door middel van, per
per, dece ~ cento : tien procent
percurso /sub/ : parcours, route, afgelegde of af te leggen afstand
percurso, ~ circular : cirkelvormig parcours
percurso, ~ de un autobus : busroute
percurso, ~ aeree : vliegtraject
percurso, ~ de golf : golfcourse, golfterrein
percurso, delimitar un ~ : een parcours uitzetten
perder /v/ : te gronde richten, ruïneren
perder /v/ : verliezen, kwijtraken
perder, ~ le equilibrio : het evenwicht verliezen
perder, ~ halito (halito) : buiten adem raken
perder, ~ su calma : zijn kalmte verliezen
perder, ~ un match (A) : een wedstrijd verliezen
perder, ~ le bussola (bussola) : de kluts kwijtraken
perder, ~ le sperantia : de hoop opgeven
perder, ~ le cammino/via : de weg kwijtraken, verdwalen
perder, ~ le testa/le capite (capite) : het hoofd verliezen
perder, ~ de vista : uit het oog verliezen
perder, ~ le filo del discurso : de draad van een betoog kwijtraken
perder, ~ su valor : zijn waarde verliezen
perder, ~ de su valor : aan waarde inboeten
perder, ~ de su credibilitate : aan geloofwaardigheid inboeten
perder, le fabrica perde moneta con iste productos : de fabriek verliest op deze produkten
perder, ~ se : verdwalen, de weg kwijtraken
perder /v/ : verzuimen, missen
perder, ~ un traino : een trein missen
perder, ~ le occasion : de gelegenheid voorbij laten gaan
perder /v/ : (verknoeien) perder
perder, ~ su tempore : zijn tijd verknoeien/verdoen
perdita (perdita) /sub/ : verlies
perdita (perdita), ~ de tempore : tijdverspilling
perdita (perdita), sin ~ de tempore : onverwijld, op staande voet
perdita (perdita), ~ de sanguine : bloedverlies
perdita (perdita), ~ thermic/de calor : warmteverlies
perdita (perdita), ~ de energia (energia) : energieverlies
perdita (perdita), ~ de memoria : geheugenverlies
perdita (perdita), ~ de fortia : krachtverlies
perdita (perdita), ~ de currente : stroomverlies
perdita (perdita), ~ de moneta : geldverlies
perdita (perdita), ~ ponderal/de peso : gewichtsverlies
perdita (perdita), ~ sensibile : gevoelig verlies
perdita (perdita), ~ dolorose : smartelijk verlies
perdita (perdita), ~ del vista : gezichtsverlies, verlies van het gezichtsvermogen
perdita (perdita), ~ del prestigio : gezichtsverlies, verlies van het prestige
perdita (perdita), ~s : verliezen
perdita (perdita), ~s sever : ernstige/zware verliezen
perdita (perdita), communicato del ~s : verlieslijst
perdita (perdita), infliger ~s : verliezen toebrengen
perdita (perdita), reparar un ~ : een verlies goedmaken
perdita (perdita), producer ~s : verlies opleveren
perdita (perdita), currer a su ~ : zijn ondergang tegemoet gaan
perfecte /adj/ : perfect, volmaakt, uitstekend, voortreffelijk, volledig, onberispelijk, foutloos
perfecte, cognoscentia/cognoscimento ~ de Interlingua : perfecte kennis van Interlingua
perfecte, crimine ~ : perfecte misdaad
perfecte, tempore ~ : voltooide tijd
periculo /sub/ : gevaar
periculo, ~ imminente : dreigend gevaar
periculo, ~ imaginari : denkbeeldig gevaar
periculo, ~ lontan : gevaar op afstand
periculo, ~ de morte : doodsgevaar, lijfsgevaar
periculo, ~ de incendio : brandgevaar
periculo, ~ de(l) guerra : oorlogsgevaar
periculo, ~ de avalanches : lawinegevaar
periculo, ~ jalne : gele gevaar
periculo, in le hora del ~ : in de ure des gevaars
periculo, currer un ~ : gevaar lopen
periculo, trovar se/esser in ~ : in gevaar verkeren
periculo, poner/mitter in ~ : in gevaar brengen
periculo, olfacer le ~ : lont ruiken
periculo, foris (foris) de/foras (foras) de ~ : buiten gevaar
periculo, con ~ de : met gevaar voor
periculo, exponer se al ~ : zich aan gevaar blootstellen
periculo, distinguer/recognoscer le ~ : het gevaar onderkennen
periculo, esser in ~ de vita : in levensgevaar zijn
periculose /adj/ : gevaarlijk, hachelijk
periculose, situation ~ : hachelijke toestand
periculose, salto ~ : gevaarlijke sprong
periculose, zona ~ : gevarenzone
periculose, interprisa ~ : hachelijke onderneming
periculose, ~ pro le stato : staatsgevaarlijk
periodic /adj/ : de omloop/kringloop betreffend
periodic /adj/ : periodiek, geregeld terugkerend
periodic, publication ~ : tijdschrift, periodiek
periodic, servietta/panno ~ : maandverband
periodic, continentia ~ : periodieke onthouding
periodic, pagamentos ~ : periodieke betalingen
periodic, ventos ~ : periodieke winden
periodic /adj/ : MATHEMATICA periodiek
periodic, function ~ : periodieke functie
periodic, fraction ~ : repeterende breuk
periodic /adj/ : CHIMIA
periodic, classification/systema ~ del elementos : periodiek systeem der elementen
periodo (periodo) /sub/ : stadium, fase
periodo (periodo) /sub/ : periode, tijd, tijdperk, tijdvak
periodo (periodo), ~ electoral : verkiezingstijd
periodo (periodo), ~ del vacantias : vakantietijd
periodo (periodo), ~ de incubation : incubatietijd
periodo (periodo), ~ de validitate : geldigheidsduur
periodo (periodo), ~ de un pendulo : slingertijd
periodo (periodo), ~ geologic : geologisch tijdperk
periodo (periodo), ~ initial : beginperiode
periodo (periodo), ~ de prova/de proba/de essayo (essayo) : proefperiode, proeftijd
periodo (periodo), ~ blau de Picasso : Picasso in zijn blauwe periode
periodo (periodo), campion de ~ : periodekampioen
periodo (periodo), campionato de ~ : periodekampioenschap
periodo (periodo) /sub/ : periode, omloop(s)tijd
periodo (periodo), ~ de rotation : omwentelingstijd
periodo (periodo) /sub/ : RHETORICA periode
periodo (periodo) /sub/ : MATHEMATICA periode, repetent
periodo (periodo), ~ de un fraction : repetent van een breuk
permission /sub/ : toestemming, instemming, goedkeuring, permissie, JURIDIC vergunning
permitter /v/ : toestaan, toelaten, vergunnen, goed vinden
permitter, io te permitte de entrar : ik vind het goed dat je binnen komt
permitter /v/ : mogelijk maken, in staat stellen
permitter, le epicyclo ha permittite al grecos de explicar le movimento del planetas : mogelijk maken, in staat stellen
persona /sub/ : persoon, mens, iemand
persona, ~ feminin : vrouwspersoon
persona, ~ competente/autorisate : bevoegde
persona, nomine de ~ : persoonsnaam
persona, lecto pro un ~ : eenpersoonsbed
persona, camera (camera) pro un ~ : eenpersoonskamer
persona, cambio de ~s : persoonsverwisseling
persona, accidentes de ~ : persoonlijke ongelukken
persona, le tres ~s del Trinitate : de drie personen van de Dieëenheid JURIDIC
persona, ~ juridic : rechtspersoon
persona, de ~ a ~ : onder vier ogen
persona, in ~ : in eigen persoon, persoonlijk
persona, le diabolo (diabolo) in ~ : de duivel in eigen persoon
persona, per ~s interponite : door bemiddeling van derden
persona, ille es le avaritia in ~ : hij is de gierigheid zelve
persona, prime/secunde/tertie ~ : eerste/tweede/derde persoon
persona grata /sub/ : persona grata
personal /adj/ : persoonlijk, individueel
personal, interesses ~ : persoonlijke belangen
personal, opinion ~ : persoonlijke mening
personal, medico ~ : lijfarts
personal, union ~ : personele unie
personal, sin considerationes ~ : zonder aanzien des persoons
personal, iste observation/remarca non es ~ : die opmerking is niet persoonlijk bedoeld
personal, strictemente/rigorosemente ~ : strict persoonlijk
personal, io le lo ha communicate personalmente : ik heb het hem persoonlijk medegedeeld
personal /sub/ : personeel
personal, ~ al solo : grondpersoneel
personal, ~ de volo : vliegend personeel
personal, ~ medic : medisch personeel
personal, ~ paramedic : paramedisch personeel
personal, ~ directive : leidinggevend personeel
personal, ~ superior : hoger personeel
personal, ~ subalterne : lager personeel
personal, ~ interimari : tijdelijk personeel
personal, ~ auxiliar : hulppersoneel
personal, ~ de reserva : reservepersoneel
personal, ~ administrative : administratief personeel
personal, ~ vigilante : toezichthoudend personeel
personal, ~ de officio/de bureau : kantoorpersoneel
personal, ~ inseniante/docente/del institutores/del professores : onderwijzend personeel, lerarencorps
personal, ~ (de servicio) domestic : huispersoneel
personal, ~ de guarda : bewakingspersoneel
personal, ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia) : spoorwegpersoneel
personal, ~ de traino : treinpersoneel
personal, ~ paramedical : paramedisch personeel
personal, ~ domestic : huishoudelijk personeel
personal, ~ qualificate : geschoold personeel
personal, association del ~ : personeelsvereniging
personal, effectivo de ~ : personeelsbestand/bezetting
personal, servicio del ~ : personeelsafdeling
personal, director/chef (F) del ~ : personeelschef
personal, carentia/mancantia de ~ : personeelsgebrek
personal, scarsitate/penuria de ~ : personeelsschaarste
personal, exodo (exodo) de ~ : personeelsverloop
personal, problema de ~ : personeelsprobleem
personal, consilio del ~ : personeelsraad
personal, reunion de ~ : personeelsvergadering
personal, licentiar ~ : personeel ontslaan
persona non grata /sub/ : persona non grata
persona non grata, esser declarate ~ : persona non grata verklaard worden
persuader /v/ : overtuigen, overreden, overhalen
persuader, io le ha persuadite de prender le libro : ik heb hem het boek aangepraat
persuader, ~ a plus grande concessiones : tot grotere toegeving overhalen
persuader, su rationamento non me persuade : zijn redenering overtuigt me niet
pertiner /v/ : behoren
pertiner, ~ a : behoren tot, deel uitmaken van
pertiner, ~ al jurisdiction de : ressorteren onder
pesante /adj/ : zwaar (anque FIGURATE)
pesante, aqua ~ : zwaar water
pesante, labor ~ : zwaar werk
pesante, spirito (spirito) ~ : logge geest
pesante, industria ~ : zware industrie
pesante, artilleria (artilleria) ~ : zware artillerie
pesante, armas ~ : zware wapens
pesante, metallos ~ : zware metalen
pesante, spat ~ : zwaarspaat
pesante /adv/ : MUSICA pesante
pesar /v/ : wegen (het gewicht bepalen van)
pesar, ~ su parolas : zijn woorden wikken
pesar /v/ : wegen (gewicht hebben)
pesar, ~ super (super) le conscientia : het geweten belasten
pesar, ~ super (super) le stomacho (stomacho) : zwaar op de maag liggen
pesar, ~ in le stomacho (stomacho) como un petra : als een steen op de maag liggen
peso /sub/ : zwaarte, gewicht
peso, le ~ de un objecto : het gewicht van een voorwerp
peso, determinar le ~ : het gewicht bepalen
peso, argumento de ~ : zwaarwegend argument
peso, subjecto de ~ : gewichtig onderwerp
peso, persona de ~ : belangrijk/invloedrijk iemand
peso, le ~ del annos : het gewicht/de last der jaren
peso, con tote su ~ : met zijn gehele gewicht
peso, argumento de ~ : argument van gewicht
peso, augmento/augmentation de ~ : gewichtsvermeerdering/toename
peso, perdita (perdita) de ~ : gewichtsverlies
peso, esser in un stato de absentia de ~ : in een toestand van gewichtloosheid verke-ren
peso /sub/ : SPORT peso
peso, ~ welter : weltergewicht
peso, ~ bantam : bantamgewicht
peso, ~ pluma : vedergewicht
peso, ~ legier : lichtgewicht
peso, ~ median/medie : halfzwaargewicht, missengewicht
peso, barra de ~s : halter
peso, levator de ~s : gewichtheffer
peso /sub/ : (vastgesteld) gewicht, aantal kilo's, etc.
peso, ~ atomic : atoomgewicht
peso, ~ specific : soortelijk gewicht
peso, ~ morte : dood gewicht
peso, ~ vive : levend gewicht
peso, ~ nette : nettogewicht
peso, ~ brute : brutogewicht
peso, ~ equilibrante : tegenwicht
peso, ~ atomic : atoomgewicht
peso, ~ corporal/corporee : lichaamsgewicht
peso, excesso/excedente de ~ : over(ge)wicht
peso, in ~ toenemen : crescer in peso
peso, vender a ~ : bij het gewicht verkopen
peso, ille vale su ~ in auro : hij is zijn gewicht in goud waard
peso /sub/ : gewicht (metalen voorwerp om mee te wegen)
peso, ~ mobile : schuifgewicht
peso, mesuras e ~s : maten en gewichten
peso, unitates de ~ : eenheden van gewicht
peso, verificator/inspector de ~s e mesuras : ijkmeester, ijker
peso /sub/ : peso (munteenheid)
pessime (pessime) /adj/ : ergst, slechtst, heel erg, heel slecht
pessime (pessime), in le ~ caso : in het ergste geval
pessime (pessime), ~ humor : pesthumeur
peter /v/ : vragen, eisen, vorderen
peter /v/ : vragen, verzoeken
peter, ~ adjuta/succurso/auxilio/assistentia : om hulp roepen
peter, ~ un almosna : om een aalmoes vragen
peter, ~ un intervista : om een onderhoud vragen
peter, ~ dispensa : dispensatie aanvragen
peter, ~ consilio : advies vragen
peter, ~ le mano de : de hand vragen van
petra /sub/ : steen, gesteente, rots
petra, ~ natural : natuursteen
petra, ~ calcari/calcaree/de calce : kalksteen
petra, ~ arenari : zandsteen
petra, ~ marnose : mergelsteen
petra, ~ organogene : organogeen gesteente
petra, ~ sepulcral/tumbal : grafsteen
petra, ~ sacrificial : offersteen
petra, ~ preciose : edelsteen
petra, ~ semipreciose : halfedelsteen
petra, ~ de construction : bouwsteen
petra, ~ de luna : maansteen
petra, ~ de tocca : toetssteen (anque FIGURATE)
petra, ~ angular/de angulo : hoeksteen (anque FIGURATE)
petra, ~ de clave : sluitsteen
petra, ~ lithographic : lithografische steen
petra, ~ philosophal : steen der wijzen
petra, ~ infernal : helse steen, zilvernitraat
petra, ~ meteoric : meteoorsteen
petra, ~ milliari : mijlpaal
petra, ~ de scandalo (scandalo) : steen des aanstoots
petra, ~ ollar/de lardo : serpentijn(steen), zeepsteen, speksteen, steatiet
petra, ~ de acutiar/de/pro affilar : slijpsteen
petra, ~ de molino : molensteen
petra, taliator de ~s : steenhouwer
petra, jecto de ~ : steenworp
petra, ponte de ~ : stenen brug
petra, grandine de ~s : hagel van stenen
petra, jectar le prime ~ : de eerste steen werpen
petra, collocar/poner le prime ~ : de eerste steen leggen
petra, etate de ~ : stenen tijdperk, steentijd
petra, un corde de ~ : een hart van steen
petra, dur como un ~ : keihard, bikkelhard, meedogenloos
petra, non lassar ~ super (super) ~ : geen steen op de andere laten, met de aardbodem gelijkmaken
petra /sub/ : MEDICINA steen, verstening
petra, ~ biliari : galsteen
petra, ~ renal/nephritic : niersteen
phantasia (phantasia) /sub/ : verbeelding(skracht), fantasie
phantasia (phantasia), ~ ferace : vruchtbare fantasie
phantasia (phantasia) /sub/ : droombeeld, hersenschim
phantasia (phantasia), isto es pur ~ : dat is maar verbeelding
phantasia (phantasia) /sub/ : gril, inval, luim
phantasia (phantasia), articulos de ~ : fantasieartikelen
phantasia (phantasia), uniforme de ~ : buitenmodeluniform
phantasia (phantasia), papiro de ~ : fantasiepapier
phantasia (phantasia), pan de ~ : luxe brood
phantasia (phantasia) /sub/ : (produkt van iemands) fantasie (anque MUSICA, LITTERATURA)
phantasia (phantasia), ~ pro piano : fantasie voor piano
phantasia (phantasia), ~ choral : koorfantasie
photographia (photographia) /sub/ : het fotograferen, fotografie(kunst)
photographia (photographia), ~ in colores : kleurenfotografie
photographia (photographia), ~ aeree : luchtfotografie
photographia (photographia), ~ flash (A) : flitsfotografie
photographia (photographia), ~ de arte : kunstfotografie
photographia (photographia), ~ de pressa : persfotografie
photographia (photographia), ~ infrarubie : infraroodfotografie
photographia (photographia), ~ ultraviolette : ultravioletfotografie
photographia (photographia), apparato de ~ : fototoestel
photographia (photographia) /sub/ : foto, fotografie, opname
photographia (photographia), ~ in colores : kleurenfoto
photographia (photographia), ~ aeree : luchtfoto
photographia (photographia), ~ a posa : tijdopname
photographia (photographia), ~ de pressa : persfoto
phrase /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA frase, gezegde, (idiomatische) uitdrukking
phrase /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA (vol)zin
phrase, ~ simplice (simplice) : enkelvoudige zin
phrase, ~ complexe : samengestelde zin
phrase, ~ interrogative : vraagzin
phrase, ~ final : slotzin
phrase, ~ elliptic : elliptische zin
phrase, structura/construction del ~ : zinsbouw
phrase, melodia (melodia) del ~ : zinsmelodie
phrase, rhythmo del ~ : zinsritme
phrase, balanciar su ~s : evenwichtige zinnen maken
phrase, ~s : (OOK) holle frasen, holle woorden
phrase /sub/ : MUSICA frase, muzikale figuur
physic /adj/ : fysisch, natuurkundig, natuur...
physic, scientias ~ : natuurwetenschappen
physic, astronomia (astronomia) ~ : fysische astronomie/sterrenkunde
physic, geographia (geographia) ~ : natuurkundige aardrijkskunde/geografie
physic, chimia (chimia) ~ : fysische chemie/scheikunde
physic, phenomenos (phenomenos) ~ : natuurkundige verschijnselen
physic /adj/ : fysiek, lichamelijk, lichaam...
physic, education ~ : lichamelijke opvoeding
physic, condition ~ : fysieke conditie
physic, exercitio ~ : lichaamsbeweging
physic, debilitate ~ : lichaamszwakte
physic, fortia ~ : lichaamskracht
physic, amor ~ : lichamelijke liefde
physic, labor/travalio ~ : lichaamsarbeid
physic, punition/pena/castigamento/correction ~ : lichaamsstraf, lijfstraf
physic, defecto ~ del corpore : lichaamsgebrek
physic, deperimento ~ : verval van krachten
physic, persona ~ : natuurlijke persoon
physic, non apte physicamente : lichamelijk ongeschikt
physic /adj/ : materieel, stoffelijk
physic, le mundo ~ : de stoffelijke wereld
physica /sub/ : fysica, natuurkunde
physica, ~ experimental : experimentele natuurkunde
physica, ~ theoric : theoretische natuurkunde
physica, ~ applicate : toegepaste natuurkunde
physica, ~ molecular : moleculairfysica
physica, instrumentos de ~ : natuurkundige instrumenten
physica, laboratorio de ~ : natuurkundig laboratorium
physica, libro/manual de ~ : natuurkundeboek
physica, professor de ~ : natuurkundeleraar
piccar /v/ : prikken, steken, lanssteken toebrengen
piccar, LUCHTOORLOG ~ super (super) le inimico (inimico) : op de vijand duiken
piccar /v/ : bijten, steken, prikken (insect, reptiel, etc.)
piccar, un culice (culice)/mosquito me ha piccate : ik ben door een mug gestoken/gebeten
piccar, le fumo me picca in le oculos : de rook prikt/prikkelt in mijn ogen
piccar, le vino se picca : de wijn wordt zuur
piccar, ~ se : zich ergeren
piccar, ~ se de : zich laten voorstaan op
pictura /sub/ : schilderkunst
pictura, ~ gothic : Gotische schilderkunst
pictura, ~ impressionista : impressionistische schilderkunst
pictura, libro de ~ : schilderboek
pictura, schola de ~ : schilderschool
pictura, ~ figurative : figuratieve schilderkunst
pictura, ~ abstracte/non-figurative : abstracte schilderkunst
pictura, ~ romantic : roamntische schilderkunst
pictura, le ~ nederlandese del XVIIe seculo : de Nederlandse schilderkunst van de 17e eeuw
pictura /sub/ : schilderij, schildering
pictura, ~ a(l) oleo : olieverfschilderij
pictura, ~ de altar : altaarstuk
pictura, ~ mural : muurschildering
pictura, ~ abstracte/non-figurative : abstract schilderij
pictura, ~ expressionista : expressionistisch schilderij
pictura, museo de ~s : schilderijenmuseum
pictura, ordinantia de un ~ : compositie van een schilderij
pictura, vendita (vendita) public de ~s : schilderijenveiling
pictura, exhibition/exposition de ~s : schilderijententoonstelling
pictura, cabinetto de ~s : schilderijenkabinet
pictura, salon de ~(s) : galerie
pictura, collection de ~s : schilderijenverzameling
pictura, collector de ~s : schilderijenverzamelaar
pictura, fixar un ~ al muro : een schilderij aan de wand hangen
pictura, reproducer un ~ : een copie van een schilderij maken
pictura, inquadrar un ~ : een schilderij inlijsten
pictura, inquadramento de un ~ : 1 schilderijlijst, 2 inlijsting van een schilderij
pietate /sub/ : RELIGION vroomheid, godsvrucht, devotie
pietate, libros de ~ : vrome boeken
pietate, affectar ~ : femelen
pietate /sub/ : eerbied, respect, piëteit
pietate /sub/ : mededogen, medelijden
pietate, haber ~ de : medelijden hebben met
pietate, facer ~ a un persona : iemands medelijden wekken
pietate, inspirar/excitar le ~ : medelijden wekken
pietate, monte de ~ : lommerd, bank van lening
pietate, sin ~ : meedogenloos, genadeloos
pigre /adj/ : lui, traag, vadsig
pilar /sub/ : pilaar, zuil
pilar (I) /v/ : opstapelen, ophopen
pilar (I), ~ ligno : hout opstapelen
pilar (II) /v/ : ontharen
pilota /sub/ : piloot, vlieger, vliegenier
pilota, cabina del ~ : cockpit
pilota, sedia de ~ : pilotenstoel
pilota, uniforme de ~ : vliegeniersuniform
pilota, ~ militar : oorlogsvlieger
pilota, ~ de chassa : jachtvlieger
pilota, ~ de guerra : oorlogsvlieger
pilota, ~ de planator : zweefvlieger
pilota, ~ de essayo (essayo) : testpiloot, invlieger
pilota, ~ automatic : automatische piloot
pilota /sub/ : loods
pilota, ~ costari : kustloods
pilota, bandiera de ~ : loodsvlag
pilota, nave/lancha {sj} (de) ~ : loodsboot ZOOLOGIA
pilota, pisce ~ : loodsmannetje
pilota /sub/ : bestuurder (van auto)
pilota /sub/ : gids, geleider
pilota /sub/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES stuurman
pilota /adj/ : model..., experimenteer..., voortrekkers..., proef...
pilota, modello ~ : proefmodel
pilota, processo ~ : proefproces
pilota, projecto ~ : proefproject
pilota, fabrica ~ : proeffabriek
pilota, interprisa ~ : proefbedrijf
pinger /v/ : schilderen, verven
pinger, ~ un casa : een huis schilderen
pinger, ~ un paisage/un portrait : een landschap/een portret schilderen
pinger, ~ nudos/nudas : naakten schilderen
pinger, ~ al pincel : met een penseel schilderen
pinger, ~ al brossa : met een kwast schilderen
pinger, ~ al rolo : met een roller schilderen
pinger, ~ al oleo : met olieverf schilderen
pinger, ~ al tempera (tempera) : met tempera schilderen
pinger, ~ al fresco : al fresco schilderen
pinger, ~ super (super) tela : op doek schilderen
pinger, ~ super (super) ligno : op hout schilderen
pinger, ~ alco de blau : iets blauw verven
pinger, ~ se le ungues/ungulas : zijn nagels lakken
pinger, practicar le arte de ~ : de schilderkunst beoefenen
pipa (I) /sub/ : fluitje
pipa (I), sonator de ~ : fluitspeler
pipa (I) /sub/ : pijp, buis, leiding
pipa (I) /sub/ : (tabaks)pijp
pipa (I), ~ in argilla/de Gouda : stenen (Goudse) pijp
pipa (I), ~ de sepiolite : meerschuimen pijp
pipa (I), ~ a tabaco : tabakspijp
pipa (I), ~ a opium (opium) : opiumpijp
pipa (I), tubo de ~ : pijpensteel
pipa (I), testa de ~ : pijpenkop
pipa (I), coperculo de ~ : pijpendop
pipa (I), fabrica de ~s : pijpenfabriek
pipa (I), tiratorio a ~s : pijpenla
pipa (I), tabaco a/de/pro ~ : pijptabak
pipa (I), fumar un ~ : een pijp roken
pipa (I), fumar le ~ del pace : de vredespijp roken
pipa (I), fumator de ~ : pijproker
pipa (I), terra de ~ : pijpaarde
pipa (I), fabrica de ~s : pijpenfabriek
pipa (I), fabricage de ~ : pijpenfabricage
pipa (I), cargar le ~ : de pijp stoppen
pipa (I) /sub/ : ZOOLOGIA Surinaamse pad, pipa
piscar /v/ : vissen, opvissen, vangen
piscar, ~ al/con linea : hengelen
piscar, ~ perlas : naar parels duiken
piscar, ~ haringo : op haring vissen
piscar, canna de ~ : vishengel
piscar, ~ naufragos : schipbreukelingen oppikken
piscar, ~ in aqua turbide : in troebel water vissen
pisce /sub/ : vis
pisce, ~ blanc : witvis
pisce, ~ marin/de mar : zeevis
pisce, ~ de aqua dulce : zoetwatervis
pisce, ~ pelagic : diepzeevis
pisce, ~ rapace/predatori/de preda : roofvis
pisce, ~ sedentari : standvis
pisce, ~ migratori : trekvis
pisce, ~ volante : vliegende vis
pisce, ~ serra : zaagvis
pisce, ~ pilota : loodsmannetje
pisce, ~ aurate/dorate/rubie : goudvis
pisce, ~ ornamental : siervis
pisce, ~ sic : gedroogde vis
pisce, ~ fresc : verse vis
pisce, ~ frite : gebakken vis
pisce, ~ de april : aprilgrap
pisce, conservas de ~s : visconserven
pisce, rete de ~ : visnet
pisce, filet de ~ : visfilet
pisce, colla de ~ : vislijm
pisce, farina de ~ : vismeel
pisce, repasto de ~ : vismaaltijd
pisce, platto de ~ : visschotel/gerecht
pisce, gusto de ~ : vissmaak
pisce, suppa de ~ : vissoep
pisce, croquette (F) de ~ : visstick
pisce, odor de ~ : vislucht
pisce, mercato de ~s : vismarkt
pisce, venditor de ~s : vishandelaar, visboer
pisce, ni carne ni ~ : vlees noch vis
pisce, spina de ~ : visgraat
pisce, oculo de ~ : visoog
pisce, testa/capite (capite) de ~ : viskop
pisce, bocal de ~s : viskom
pisce, sentir se como un ~ in le aqua : zich voelen als een vis in het water
pisce, san como un ~ : zo gezond als een vis
pisce, como un ~ foras (foras) del aqua : als een vis op het droge
pisce, le ~s abunda hic : er zit hier veel vis
pisce, natar como un ~ : zwemmen als een vis
pisce, Pisces : Vissen
pista /sub/ : spoor, voetspoor
pista, joco de ~ : spoorzoeken
pista, perder le ~ de : het spoor bijster raken van
pista /sub/ : baan
pista, ~ de atterrage : landingsbaan
pista, ~ de autodromo (autodromo) : racebaan (voor auto's)
pista, ~ de patinage/de patinar : ijspiste, ijsbaan
pista, commissario de ~ : baancommissaris
pista, ~ cinerate/de cinere : sintelbaan
pista, ~ interior : binnenbaan
pista, ~ de essayo (essayo) : testbaan
pista, sport (A) de ~ : baansport
pista, record (A) de ~ : baanrecord
pista, cursa super (super) ~ : baanrace, baanwedstrijd
pista, bicycletta de ~ : baanfiets
pista /sub/ : (ski)piste, skibaan
pista, ~ de ski/pro skiatores : skipiste
pista, ~ de ski artificial : kunststofskibaan
pista /sub/ : pad
pista, ~ cavalcabile/pro cavalleros : ruiterpad
pista, ~ (bi)cyclabile/de/pro cyclistas/bicyclettas : fietspad
pista /sub/ : arena (in circus), (boks)ring, etc.
pista, ~ de dansa : dansvloer
pista, ~ de tennis (A) : tennisbaan
pista /sub/ : spoor (bij opnameapparatuur)
pista, ~ sonor : geluidsspoor (op band)
pista, registration a duple ~ : dubbelsporige opname
placer /v/ : behagen, tevreden stellen, naar de zin maken
placer, ~ a un persona : iemand het naar de zin maken
placer, ~ al aure : het oor strelen
placer /v/ : bevallen, behagen, aanstaan, in de smaak vallen, believen
placer, 3 si il vos place : alstublieft
placer /sub/ : genoegen, plezier, geneugte
placer, ~es del vita : geneugten van het leven, aardse genoegens
placer, ~(es) culinari : culinair genot
placer, ~(es) sensual : zinnelijk genot
placer, ~es campestre : landelijke genoegens
placer, ~es de tabula : tafelgenoegens
placer, ~es cynegetic : jachtgenoegens
placer, ~es estive/de estate : zomergenoegens
placer, ~es carnal : vleselijke geneugten
placer, ~es del glacie : ijsvermaak
placer, ~ esthetic/artistic : kunstgenot
placer, avide de ~es : genotzuchtig
placer, haber le ~ de : het genoegen hebben om
placer, prender ~ a un cosa : plezier in iets hebben
placer, facer un ~ a un persona : iemand een genoegen doen
placer, con ~ : met genoegen, graag
placer, con multe ~ : heel graag
placer /sub/ : placer, vindplaats van goud
placia /sub/ : plein
placia, ~ del mercato : marktplein
placia, ~ del station : stationsplein
placia, ~ del bursa : beursplein
placia, ~ del schola : schoolplein
placia, ~ del ecclesia : kerkplein MILITAR
placia, ~ de armas : exercitieterrein
placia /sub/ : plaats, plek, ruimte, positie, situatie
placia, ~ de honor : ereplaats
placia, ~ stante : staanplaats
placia, tenta a duo ~s : tweepersoonstent
placia, ceder su ~ : zijn plaats afstaan
placia, facer ~ a : plaats maken voor
placia, aperir ~ : ruimte maken
placia, prender ~ : plaats nemen
placia /sub/ : post, betrekking, baan, ambt, rang
placia, perder su ~ : zijn baan verliezen
placia, nos functiona con ~s vacante : wij werken in onderbezetting
placia, 4 : vesting, vestingstad
placiar /v/ : plaatsen, neerzetten, een plaats geven
placiar, ~ un persona in le scala del salarios : iemand in de salarisschaal inpassen
placiar /v/ : een betrekking vinden voor
plaga /sub/ : (open) wond, snee
plaga, ~ profunde : diepe wond
plaga, ~ aperte : open wond
plaga, ~s curabile/sanabile : heelbare wonden
plaga, ~s incurabile/insanabile : ongeneeslijke wonden
plaga, ~ sanguinante : bloedende wond
plaga, ~ suppurante/purulente : etterende wond
plaga, ~ contuse : kneuzing, kneuswond
plaga, ~ superficial : oppervlakkige wond
plaga, labio de un ~ : rand van een wond
plaga, infectar un ~ : een wond infecteren
plaga, disinfectar un ~ : een wond ontsmetten
plaga, aseptisar un ~ : een wond ontsmetten
plaga, incisar un ~ : een wond insnijden
plaga, mundificar un ~ : een wond schoonmaken
plaga, bandar un ~ : een wond verbinden
plaga, poner le digito (digito) super (super) le ~ : de vinger op de wond(e plek) leggen
plaga /sub/ : plaag, ramp, onheil, ellende
plaga, ~ de locustas : sprinkhanenplaag
plaga, ~ de rattos : rattenplaag
plaga, le ~ del alcoholismo : de vloek van het alcoholisme
plaga, le septe ~s de Egypto : de zeven plagen van Egypte
plagia /sub/ : strand
plagia, ~ de arena/sablo : zandstrand
plagia, ~ lacustre : meerstrand
plagia, ~ litoral/de mar : zeestrand
plagia, ~ de scolios : klippenstrand
plagia, ~ de/pro nudistas : naaktstrand
plagia, ~ deserte/solitari : eenzaam/verlaten strand
plagia, vita de ~ : strandleven
plagia, moda de ~ : strandmode
plagia, vestimentos de ~ : strandkleding
plagia, cappello de ~ : strandhoed
plagia, sacco de ~ : strandtas
plagia, stand (A)/barraca de ~ : strandtent
plagia, cabana de ~ : strandhuisje
plagia, carretta de ~ : bolderkar
plagia, vista/scena de ~ : strandgezicht
plagia, (bon) tempore de ~ : strandweer
plagia, ir al ~ : naar het strand gaan
plan /adj/ : vlak, effen, glad, plat
plan, geometria (geometria) ~ : vlakke meetkunde
plan, superficie ~ : plat vlak
plan, vitro ~ : vlakglas
plan, speculo ~ : vlakke spiegel
plan, talon ~ : platte hak
plan /adj/ : duidelijk, begrijpelijk
plan /adj/ : BOTANICA vlakbladig
plan, eryngio ~ : vlakbladige kruisdistel
plana (I) /sub/ : schaaf
plana (I), ~ de mano : handschaaf
plana (I), ~ de placage : fineerschaaf
plana (I), ~ profilate : profielschaaf, sponningschaaf
plana (I), ~ de cornice : kornisschaaf, lijstschaaf
plana (I), ~ a/de cannellar : rabatschaaf, ploegschaaf
plana (I), ferro de ~ : schaafijzer
plana (I) /sub/ : troffel
plana(II) /sub/ : vlakte, open veld
plana(II), ~ basse : laagvlakte
plana(II), ~ herbose : grasvlakte
plana(II), ~ alluvial : aanslibbingsvlakte
plana(II), ~ costari : kustvlakte
plana(II), ~ aride : kale vlakte
plana(II), ~ undulose : golvende vlakte
plana(II), ~ extense : uitgestrekte vlakte
plana(II), ~ fertile : vruchtbare vlakte
planar(I) /v/ : voorstellen dmv een kaart/diagram, etc.
planar(I) /v/ : ontwerpen, een plan maken van, plannen maken
planar(II) /v/ : effen/vlak/plat glad maken, gladschaven, gladhameren, uitdeuken
planar(II), martello a/de ~ : planeerhamer
planar(II), machina (machina) a/de ~ : planeermachine
planar(II), ~ plancas : planken schaven
planar(II), plancas non planate : ongeschaafde planken
planar(III) /v/ : zweven, zeilen (door de lucht), planeren (van vliegtuig/zeilboot)
planar(III), volo planate : glijvlucht
planar(III), le aquila plana super (super) su alas : de adelaar zweeft op zijn vleugels
planca /sub/ : plank
planca, ~ a pan : broodplank
planca, ~ a vela/de surfing (A)/de resacca : surfplank
planca, ~ de designo : tekenplank/bord
planca, ~ de lecto : beddenplank
planca, ~ a/de repassar : strijkplank
planca, ~ a lavar : wasbord
planca, ~ de libros : boekenplank
planca, ~ rugose : ruwe plank
planca, clausura/barriera de ~s : schutting, hek
planca, pariete de ~s : plankenbeschot
planca /sub/ : (leg/boeken)plank
planeta /sub/ : planeet
planeta, orbita (orbita) de un ~ : baan van een planeet
planeta, conjunction de ~s : conjunctie van planeten
planeta, position de un ~/del ~s : planeetstand
planeta, curso del ~s : planetenloop
planeta, ~s interior/inferior : binnenplaneten
planeta, ~s exterior/superior : buitenplaneten
planger, 1 ~ se de : klagen over
plano (I) /sub/ : landkaart, plattegrond
plano (I), ~ del urbe : plattegrond van de stad
plano (I) /sub/ : ontwerp, bouwtekening
plano (I), ~ de un edificio : tekening van een gebouw
plano (I), leger un ~ : een tekening lezen
plano (I), secundo le ~ : volgens tekening
plano (I) /sub/ : plan, schema, opzet, programma
plano (I), ~ de travalio/de labor : werkplan
plano (I), ~ de creation de empleos : banenplan
plano (I), ~ de financiamento : financieringsplan
plano (I), ~ economic central : centraal economisch plan
plano (I), Officio Central del Plano : Centraal Planbureau
plano (I), ~ de volo : vluchtplan, vluchtschema
plano (I), ~ defensive/de defensa : verdedigingsplan
plano (I), ~ offensive/de attacco : aanvalsplan
plano (I), ~ de guerra : krijgsplan
plano (I), ~ de construction : bouwplan
plano (I), ~ de campania : plan de campagne
plano (I), ~ de urbanisation : stadsuitbreidingsplan
plano (I), ~ Delta : Deltaplan
plano (I), ~ de adjuta : hulpplan
plano (I), ~ de urgentia : noodplan
plano (I), ~ anti-inflation : plan ter bestrijding van de inflatie
plano (I), ~ de sparnios : spaarplan
plano (I), ~ de sparnios a premios : premiespaarplan
plano (I), ~ pluriannual : meerjarenplan
plano (I), ~ quinquennal : vijfjarenplan
plano (I), ~ ambitiose : ambitieus/groots plan
plano (I), ~ astutiose : uitgekiend plan
plano (I), ~ irrealisabile : onuitvoerbaar plan
plano (I), elaborar un ~ : een plan opstellen/uitwerken
plano (I), elaboration de un ~ : opstelling/uitwerking van een plan
plano (I), ~ de un roman : opzet/opbouw van een roman
plano (I), ~s univoc (univoc) : vastomlijnde plannen
plano (I), ordir ~s : plannen smeden
plano (I), realisar/executar/exequer/effectuar un ~ : een plan uitvoeren
plano (I), realisation/execution/effuctuation de un ~ : uitvoering van een plan
plano (I), nutrir un ~ : een plan koesteren
plano (I), favorar/favorir un ~ : een plan steunen, voor een plan zijn
plano (I), een ~ uitdenken : conciper un plano
plano (I), een ~ opperen : proponer un plano
plano (II) /sub/ : plat vlak
plano (II), ~ de tabula : tafelblad
plano (II), ~ de cauda : staartvlak (van vliegtuig)
plano (II), ~ stabilisatori : stabilisatievlak
plano (II), ~ de polarisation : polarisatievlak
plano (II), ~ de fractura : breukvlak
plano (II), ~ de reflexion : terugkaatsingsvlak
plano (II), ~ perpendicular/normal : loodrecht vlak
plano (II), ~ inclinate : hellend vlak
plano (II), ~ diagonal : diagonaalvlak
plano (II), ~ median : mediaanvlak
plano (II), ~ de projection : projectievlak
plano (II), ~ de oscillation : slingervlak
plano (II), ~ de division : scheidingsvlak
plano (II), ~ de reflexion : reflectievlak
plano (II), ~ secante : snijvlak
plano (II), ~ tangente/osculatori : raakvlak
plano (II), ~ meridian : meridiaanvlak
plano (II) /sub/ : plan (gedeelten waarin men mbt het perspectief een schilderij of vergezicht verdeelt)
plano (II), prime ~ : eerste plan, voorgrond
plano (II), secunde ~ : tweede plan, achtergrond
plano (II), relegar al secunde ~ : op de achtergrond schuiven
plano (II), mantener se in secunde ~ : zich op de achtergrond houden
planta /sub/ : plant, gewas
planta, ~ aquatic : waterplant
planta, ~ silvatic/silvestre : bosplant
planta, ~ desertic/del deserto : woestijnplant
planta, ~ bacifere : besdragende plant
planta, ~ de aqua dulce : zoetwaterplant
planta, ~ marin/de mar : zeeplant
planta, ~ fluvial : rivierplant
planta, ~ litoral : littorale plant
planta, ~ salin : zoutplant
planta, ~ hydrophile : waterminnende plant
planta, ~ salvage : wilde plant
planta, ~ palustre/del paludes : moerasplant
planta, ~ scandente : klimplant
planta, ~ volubile : slingerplant
planta, ~ pensile : hangplant
planta, ~ fibrose/a fibra : vezelplant
planta, ~ oleaginose : olieplant
planta, ~ caulescente : van stengels voorziene plant
planta, ~ lignose : houtige plant
planta, ~ hirsute/hispide : ruwharige plant
planta, ~ limose : op slijk groeiende plant
planta, ~ fluviatile/ripari : fluviatiele plant, oeverplant
planta, ~ semperverde : altijd groene plant
planta, ~ indigena (indigena)/endemic : inheemse plant
planta, ~ exotic : uitheemse plant
planta, ~ lactifere : melkplant
planta, ~ grasse : vetplant
planta, ~ bulbose/de bulbo : bolgewas
planta, ~ tuberose : knolgewas
planta, ~ saxicole/rupestre : rotsplant
planta, cultura de ~s bulbose : bloembollenteelt
planta, ~ parietari : muurplant
planta, ~ cultivate : gekweekte plant
planta, ~ estive/de estate : zomerplant/gewas
planta, ~ hibernal/hyemal/de hiberno : winterplant/gewas
planta, ~ exotic : exotische plant
planta, ~ spinose : doornige plant
planta, ~ monogame/dioic : tweehuizige plant
planta, ~ carnivore : vleesetende plant
planta, ~ insectivore : insectenetende plant
planta, ~ alimentari : voedingsgewas
planta, ~ alpin/alpicole : Alpenplant
planta, ~ robuste/vigorose : sterke plant
planta, ~ febrifuge : koortskruid
planta, ~ de camera/de appartamento : kamerplant
planta, ~ ornamental/decorative : sierplant
planta, ~ commercial/mercantil : handelsgewas
planta, Syndicato de Productores de Plantas Ornamental : Bedrijfschap voor Siergewassen
planta, ~ venenose : gifplant
planta, ~ de tabaco : tabaksplant
planta, ~ textile : textielplant
planta, jardin de ~s : botanische tuin, hortus
planta, ~ de forrage : voedergewas
planta, ~ annual : éénjarige plant
planta, ~ pluriannual : meerjarige plant
planta, ~ officinal : geneeskrachtige plant
planta, ~ de estufa : kasplant
planta, ~ matre : moederplant
planta, ~ fossile : fossiele plant
planta, ~s superior : hogere planten
planta, ~s inferior : lagere planten
planta, nomine de ~ : plantenaam
planta, cultivar ~s : planten kweken
planta, rigar le ~s : de planten (be)gieten/water geven
planta /sub/ : voetzool
planta, ~ del pede : voetzool
plantar /adj/ : ANATOMIA voetzool...
plantar, nervo ~ : voetzoolzenuw
plantar, musculo ~ : zoolspier
plantar, region ~ : voetzool
plantar /v/ : planten, poten, inplanten, beplanten
plantar, ~ arbores : bomen planten
plantar, ~ patatas : aardappels poten
plantar, ~ un jardin : een tuin aanleggen
plantar /v/ : plaatsen, (neer)zetten, oprichten, vestigen, opstellen, installeren
plantar, ~ un scala contra un muro : een ladder tegen een muur zetten
plantar, ~ un tenta : een tent opzetten
plastic /adj/ : plastisch (anque MEDICINA), kneedbaar
plastic, argilla ~ : boetseerklei
plastic, materia ~ : kunststof, plastic
plastic, material ~ : plastisch materiaal
plastic, scuma ~ : schuimplastic
plastic, deformation ~ : plastische vervorming
plastic, chirurgia (chirurgia) ~ : plastische chirurgie
plastic /adj/ : ARTE beeldend, plastisch
plastic, effecto ~ : plastisch effect
plastic, artes ~ : beeldende kunsten
plastic, Syndicato de Professionales del Artes Plastic, S.P.A.P : Beroepsvereniging voor Beeldende Kunstenaars, B.B.K.
plastic, description ~ : beeldende beschrijving
plastic, facer un description ~ de un cosa : iets aanschouwelijk beschrijven
plastico /sub/ : plastic, plastiek, kunststof
plastico, ~ (auto)adhesive : plakplastic
plastico, sacco/sacchetto de ~ : plastic zak
plastico, bomba al ~ : plasticbom
platte /adj/ : plat, effen, vlak
platte, pedes ~ : platvoeten
platte, nodo ~ : platte knoop
platte, lima ~ : platte vijl
platte, cisorio ~ : steenbeitel
platte, mar ~ : gladde zee
platte /adj/ : alledaags, banaal
platto /sub/ : (etens)bord, schotel, schaal
platto, ovo super (super) le ~ : spiegelei
platto, lavar le ~s : de afwas doen
platto, ~s de un balancia : schalen van een weegschaal
platto, ~ mural : wandbord
platto, ~ a barba : scheerbekken
platto, ~ volante : vliegende schotel
platto /sub/ : spijs, gerecht, gang
platto, ~ del die/jorno : dagschotel
platto, ~ de carne : vleesgerecht
platto, ~ de ris : rijstschotel/gerecht
platto, ~ crude : rauwkost
platto, ~ deliciose : heerlijk gerecht
platto, ~ insipide : smakeloos/flauw gerecht
platto, ~ saporose : smakelijk gerecht
platto, ~ favorite/preferite : lievelingskost
platto, ~ exquisite/raffinate : uitgelezen gerecht
platto, ~ regional : plaatselijke specialiteit
platto, lista de ~s : menu
platto, ~ principal : hoofdschotel
platto, ~ frigide : koude schotel
platto, delicatessa de un ~ : verfijndheid van een gerecht
platto, preparar/apprestar un ~ : een gerecht klaarmaken
plen /adj/ : vol, gevuld, volledig
plen, a ~ manos : met handenvol
plen, a ~ voce : met luider stemme
plen, in ~ jorno/die : op klaarlichte dag
plenar /v/ : vullen, vol maken
plenar, ~ un fossato : een sloot dichtgooien
plenar, ~ un lacuna : een lacune vullen
plenar, ~ un vacuo : een leegte opvullen
plenar, ~ un vacantia : een vacature vervullen
plenar, un canal plenate : een gedempt kanaal
plenar, isto me plena de allegressa : dat doet mij machtig veel plezier
plica /sub/ : vouw, plooi
plica, ~ del pelle : huidplooi
plica, ~ de terreno : terreinplooi
plica, ~ de flexion : buigingsplooi
plica, ~s de un cortina : plooien van een gordijn
plica, gonna/gonnella a ~s : plooirok
plica, cader in ~s : in plooien vallen
plica /sub/ : MEDICINA Poolse (haar)vlecht
plicar /v/ : (op)vouwen, dubbelvouwen, (om)buigen, plooien
plicar, ~ un folio de papiro : een blad papier (om)vouwen
plicar, ~ filo de ferro : ijzerdraad ombuigen
plicar, ~ in duo : dubbelvouwen
plicar, ~ a supra le manicas : de mouwen opstropen
plicar, le fortias que plica le crusta terrestre : de krachten die de aardkorst plooien
plicar, le planca se plicava sub le pila de libros : de plank boog door onder de stapel boeken
plicar /v/ : FIGURATE (doen) buigen, (doen) zwichten
plicar, ~ se : FIGURATE (doen) buigen, (doen) zwichten
plorar /v/ : huilen, wenen
plorar, facer ~ : aan het huilen maken
plorar, ~ un pauco/un poco : een deuntje huilen
pluma /sub/ : veer, veder
pluma, ~ de gallina : kippeveer
pluma, ~ de laro : meeuweveer
pluma, ~ de oca : ganzeveer
pluma, ~ caudal : staartveer
pluma, ~ alar : vleugelveer
pluma, peso ~ : vedergewicht
plumbo /sub/ : lood (metaal)
plumbo, ~ in folios : bladlood
plumbo, ~ in barras : staaflood
plumbo, ~ in blocos : bloklood
plumbo, ~ laminate : platlood
plumbo, ~ a/pro vitros : ruitenlood
plumbo, morsello de ~ : blok lood
plumbo, avantal de ~ : loodschort NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES
plumbo, ~ de sonda : dieplood, peillood
plumbo, mineral de ~ : looderts
plumbo, composito (composito) de ~ : loodverbinding
plumbo, sulfato de ~ : loodsulfaat
plumbo, acetato de ~ : loodacetaat
plumbo, carbonato de ~ : loodcarbonaat
plumbo, nitrato de ~ : loodnitraat
plumbo, filo de ~ : looddraad
plumbo, alligato de ~ : loodlegering
plumbo, cinere de ~ : loodas
plumbo, chloruro/chlorido de ~ : loodchloride
plumbo, sal de ~ : loodzout
plumbo, lana de ~ : loodwol
plumbo, vena/filon de ~ : loodader
plumbo, jacimento de ~ : loodlaag
plumbo, accumulator al ~ : loodaccu
plumbo, soldatos de ~ : loden soldaatjes
plumbo, revestimento de ~ : loodbekleding, loodmantel
plumbo, aceto de ~ : loodazijn
plumbo, tenor in ~ : loodgehalte
plumbo, pesante como le ~ : loodzwaar
plumbo, funderia (funderia) de ~ : loodsmelterij
plumbo, funder ~ : lood smelten/gieten
plumbo, filo a ~ : schietlood
plumbo, a ~ : loodrecht, in het lood
plumbo /sub/ : (loden) kogel, hagel
plumbo, ~s de chassa : jachthagel
plumbo, grano de ~ : hagelkorrel
plumbo /sub/ : loodje, loden zegel
plural /adj/ : meervoudig
plural, voto ~ : meervoudige stem
plural, derecto ~ de voto/de votar : meervoudig stemrecht
plural /adj/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA meervouds...
plural, forma/numero (numero) ~ : meervoudsvorm
plural, subjecto ~ : meervoudig onderwerp
plural /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA meervoud
plural, ~ emphatic : emfatisch meervoud
plural, ~ majestatic : pluralis ma-jestatis
plural, prime persona del ~ : eerste persoon meervoud
plural, termination del ~ : meervoudsuitgang
plural, forma del ~ : meervoudsvorm
plural, formation del ~ : meervoudsvorming
plural, mitter in le ~ : in het meervoud zetten
plure /adj/ : verscheiden, veel
plus, 1 : mooier dan
plus, ~ grande que : groter dan
plus, ~ tosto : eerder, vroeger
plus, le ~ sovente : meestal
plus, ~ de vinti annos : meer dan twintig jaren
plus, le ~ belle : het mooist
plus, le ~ grande : het grootst
plus, le ~ possibile : zoveel mogelijk
plus, de ~ : verder, voorts, bovendien
plus, de ~ in ~ : meer en meer, steeds meer
plus, al ~ : op zijn hoogst, hoogstens
plus, in ~ : bovendien, daarbij
plus, reciper in ~ : toekrijgen
plus, saper ~ de un cosa : er meer van weten
plus, isto costa ~ de lo que io pensava : dat kost meer dan ik dacht
plus, ration de ~ pro : reden te meer om
plus, ~ de un vice : meer dan eens
plus, isto occurre ~ de duo vices per septimana : dit gebeurt meer dan twee keer per week
plus, quanto ~ ... tanto ~ .. : hoe meer ... des te ...
plus, ~ o minus (minus) : min of meer
plus, ~ (de) moneta : meer geld
plus, non... plus : 1 niet meer, 2 niet langer
plus /adv/ : plus, en
plus, tres ~ quatro : drie plus vier
plus /sub/ : (het teken +) plus
plus, tu ha oblidate le (signo) ~ : je hebt de plus vergeten
pluver /v/ : regenen
pluver, ~ finmente/tenuemente : motregenen
pluver, ~ torrentialmente : stortregenen, hozen
pluver, il pare que il va ~ : er zit regen in de lucht
pluvia /sub/ : regen, bui
pluvia, tempore de ~ : regenweer
pluvia, aqua de ~ : regenwater
pluvia, ~ primaveral : voorjaarsregen
pluvia, ~ autumnal : herfstregen
pluvia, ~ forte/torrential/abundante : stortregen, stortbui, plensbui, wolkbreuk
pluvia, ~ fin/tenue/minute : motregen
pluvia, ~ fecunde : groeizame regen
pluvia, ~ tropical : tropische regen
pluvia, ~ de stellas : sterrenregen
pluvia, ~ de ballas : kogelregen, regen van kogels
pluvia, ~ meteoric : meteorenregen
pluvia, ~ orographic/de ascendentia : stijgingsregen
pluvia, ~ local : plaatselijke buien, hier en daar een bui
pluvia, ~ frontal : frontregen
pluvia, ~s occasional : af en toe een bui
pluvia, ~ dulce : milde regen
pluvia, ~ acide : zure regen
pluvia, die/jorno de ~ : regendag
pluvia, vestimentos de ~ : regenkleding
pluvia, gutta de ~ : regendruppel
pluvia, fronte de ~ : regenfront, buienfront
pluvia, cortina de ~ : regengordijn
pluvia, cadita de ~ : regenval
pluvia, nube de ~ : regenwolk
pluvia, assecurantia contra le ~ : regenverzekering
pluvia, povre in ~s : regenarm
pluvia, le ~s persiste : het regent aanhoudend, het blijft regenen
pneu /sub/ : luchtband
pneu, ~ de auto(mobile) : autoband
pneu, ~ de bicycletta : fietsband
pneu, ~ posterior : achterband
pneu, ~ anterior : voorband
pneu, ~ radial : radiaalband
pneu, ~ a carcassa diagonal : diagonaalband
pneu, ~ a clavos : spijkerband
pneu, ~ de cauchu (cauchu) : rubberband
pneu, ~ de reserva/de succursa : reserveband
pneu, ~ disinflate : lekke band
pneu, freno sur ~ : bandrem
pneu, pression del ~ : bandspanning
pneu, panna de ~ : bandenpech
pneu, fabrica de ~s : bandenfabriek
pneu, fabricante de ~s : bandenfabrikant
pneu, poner un ~ a un rota : een band om een wiel leggen
pneu, cambiar un ~ : een nieuwe band omleggen
poc ( /)/ : weinig, niet veel
poc (, in ~ tempore : in korte tijd
poco ( /)/ : (een) weinig, (een) beetje
poco (, un ~ de : een weinig, een beetje
poco (, ~ a ~ : van lieverlede, allengs, langzamerhand
poco (, un infante se contenta de ~ : een kinderhand is gauw gevuld
poco (, in ~ : binnenkort, spoedig, weldra
poco ( /)/ : een weinig, in geringe mate
poco (, ~ interessante : weinig/niet erg interessant
poco (, un question ~ importante : een zaak van weinig belang
poco (, ~ populate : dun bevolkt
poco (, ~ natural : onnatuurlijk
poco (, ~ sympathic : onsympathiek
poco (, ~ san : ongezond
poema /sub/ : gedicht, dichtwerk
poema, ~ cyclic : cyclisch gedicht
poema, ~ epic : episch gedicht, epos, heldendicht
poema, ~ lyric : lyrisch gedicht
poema, ~ didactic : leerdicht
poema, ~ satiric : hekeldicht
poema, ~ elegiac (elegiac) : treurdicht
poema, ~ bucolic : herdersdicht
poema, ~ symphonic : symfonisch gedicht
poema, ~ allegoric : allegorisch gedicht
poema, ~ in prosa : prozagedicht
poema, ~ illustrate : rijmprent
poema, facer/scriber ~s : gedichten maken
poema, recitar un ~ : een gedicht opzeggen/voordragen
poema, dedicar un ~ a un persona : een gedicht aan iemand opdragen
poesia (poesia) /sub/ : poëzie, dichtkunst
poesia (poesia), ~ lyric : lyrische poëzie
poesia (poesia), ~ pastoral/bucolic : herderspoëzie
poesia (poesia), ~ natural/del natura : natuurpoëzie
poesia (poesia), ~ burlesc : kolderpoëzie
poesia (poesia), ~ concrete : concrete poëzie
poesia (poesia), ~ cerebral : cerebrale poëzie
poesia (poesia), ~ gnomonic : gnonomische poëzie
poesia (poesia), le ~ del paisage : de poëzie van het landschap
poesia (poesia) /sub/ : gedicht
policia (policia) /sub/ : politieapparaat, politiecorps, politie
policia (policia), ~ de circulation : verkeerspolitie
policia (policia), ~ de securitate : veiligheidspolitie
policia (policia), ~ de mores : zedenpolitie
policia (policia), ~ fluvial : rivierpolitie
policia (policia), ~ militar : militaire politie, marechaussee
policia (policia), ~ ferroviari : spoorwegpolitie
policia (policia), ~ motorisate : motorpolitie
policia (policia), ~ secrete : geheime politie
policia (policia), ~ national : rijkspolitie
policia (policia), ~ municipal : gemeentepolitie
policia (policia), ~ montate : bereden politie
policia (policia), ~ auxiliar : hulppolitie
policia (policia), ~ portual/del porto : havenpolitie
policia (policia), message/communicato de ~ : politiebericht
policia (policia), inspector de ~ : politie-inspecteur
policia (policia), commissariato de ~ : politiebureau
policia (policia), ordinantia de ~ : politieverordening
policia (policia), posto de ~ : politiepost
policia (policia), agente de ~ : politieagent
policia (policia), placa de ~ : politiepenning
policia (policia), intervention del ~ : politieoptreden/ingrijpen
policia (policia), cavallo de ~ : politiepaard
policia (policia), escorta del ~ : politie-escorte, politiebegeleiding
policia (policia), cordo del ~ : politieafzetting/cordon
policia (policia), inquesta/investigation del ~ : politie-onderzoek
policia (policia), patrulia de ~ : politiepatrouille
policia (policia), cella de ~ : politiecel
policia (policia), informar/advertir/prevenir le ~ : de politie waarschuwen
policia (policia), ~ : de dief bij de politie aangeven
policia (policia), per ordine/mandato del ~ : op last van de politie
polir /v/ : polijsten, slijpen, glanzen, (op)poetsen
polir, pasta a ~ : slijppasta
polir, pulvere a ~ : slijppoeder
polir, lente non polite : ongeslepen lens
polir /v/ : FIGURATE bijschaven, zorgvuldig bewerken (tekst/stijl)
polir, ~ le education de un persona : iemand enige beschaving bijbrengen
politic /adj/ : politiek, staatkundig
politic, homine ~ : politicus
politic, corpore ~ : diplomatiek corps
politic, economia (economia) ~ : staathuishoudkunde
politic, situation ~ : politieke toestand
politic, prisionero ~ : politieke gevangene
politic, scandalo ~ : politiek schandaal
politic, demonstration ~ : politieke demonstratie/betoging
politic, partito ~ : politieke partij
politic, combination ~ : politieke combinatie
politic, action ~ : politieke aktie
politic, horizonte ~ : politieke horizon
politic, equilibrio politic : politiek evenwicht
politic, independentia ~ : politieke onafhankelijkheid
politic, considerationes ~ : politieke overwegingen
politic, complicationes ~ : politieke verwikkelingen
politic, climate ~ : politiek klimaat
politic, immobilitate ~ : politieke verstarring
politic, actualitate ~ : politieke gebeuren
politic, crimine ~ : politieke misdaad
politic, assassinato ~ : politieke moord
politic, geographia (geographia) ~ : politieke aardrijkskunde/geografie
politic /adj/ : FIGURATE handig, voorzichtig, tactisch, diplomatiek
politic, responsa ~ : diplomatiek antwoord
politica /sub/ : politiek, staatkunde, politieke wetenschap
politica /sub/ : politiek, beleid, gedragslijn
politica, ~ mundial : wereldpolitiek
politica, ~ national : landspolitiek
politica, ~ de blocos : blokvorming
politica, ~ de neutralitate : neutraliteitspolitiek
politica, ~ de relaxation/de relaxamento : ontspanningspolitiek
politica, ~ de defensa : defensiebeleid
politica, ~ de fortia : machtspolitiek
politica, ~ monetari : geldpolitiek
politica, ~ expansionista/de expansion : expansiepolitiek
politica, ~ de coexistentia pacific : politiek gericht op vreedzame coëxistentie
politica, ~ de non-ingerentia : niet-inmengingspolitiek
politica, ~ racial : rassenpolitiek
politica, ~ conjunctural : conjunctuurpolitiek
politica, ~ cultural : cultuurpolitiek
politica, ~ imperialista/imperialistic : imperialistische politiek
politica, ~ colonial : koloniale politiek
politica, ~ colonialistic : kolonialistische politiek
politica, ~ de colonisation : kolonisatiepolitiek/beleid
politica, ~ municipal : gemeentebeleid
politica, ~ salarial/del salarios : salarisbeleid
politica, ~ de precios : prijspolitiek
politica, ~ del salarios e del precios : loon- en prijsbeleid
politica, ~ doanal/doaner : douanebeleid
politica, ~ exterior : buitenlandse politiek/beleid
politica, ~ interior : binnenlandse politiek/beleid
politica, ~ national : nationale politiek
politica, ~ international : internationale politiek
politica, ~ nationalista : nationalistische politiek
politica, ~ socialista/socialistic : socialistische politiek
politica, ~ ambitiose : ambitieuze politiek
politica, ~ commercial : handelspolitiek
politica, ~ financiari : financieel beleid
politica, ~ ambiental : milieubeleid
politica, ~ subsidiari : subsidiebeleid
politica, ~ de disconto : discontopolitiek
politica, ~ obstructionista/obstructionistic : obstructiepolitiek
politica, ~ dur : harde politiek
politica, sequer un ~ dur : een harde lijn volgen
politica, ~ de (ave)struthio : struisvogelpolitiek
politica, reorientation del ~ : beleidsombuiging
politica, conducer un ~ : een beleid voeren
politica, lancear se in le politica : zich in de politiek storten
politica /sub/ : vrouwelijke politicus, politica
pollice (pollice) /sub/ : ANATOMIA duim
pollice (pollice), articulation/junctura del ~ : duimgewricht
pollice (pollice), ungue/ungula del ~ : duimnagel
pollice (pollice), opponibilitate del ~ : opponeerbaarheid van de duim
pollice (pollice), Parve Pollice : Klein Duimpje
pollice (pollice), impression de ~ : duimafdruk
pollice (pollice), sugar su ~ : duimzuigen, op zijn duim zuigen
pollice (pollice) /sub/ : duim (lengtemaat)
polo (I) /sub/ : pool
polo (I), ~ de un magneto : polen van een magneet
polo (I), ~ negative : negatieve pool, kathode
polo (I), ~ positive : positieve pool, anode
polo (I), ~s del mesme signo : gelijknamige polen
polo (I), ~ terrestre : aardpool
polo (I), ~ celeste : hemelpool
polo (I), ~s geographic : geografische polen
polo (I), ~s magnetic : magnetische polen
polo (I), ~ arctic/boreal/nord : noordpool
polo (I), ~ antarctic/austral/sud : zuidpool
polo (I), altura de ~ : poolshoogte
polo (II) /sub/ : SPORT polo
polo (II), club (A) de ~ : poloclub
polo (II), campion de ~ : polokampioen
polo (II), campionato de ~ : polokampioenschap
polo (II), jocator de ~ : polospeler
polo (II), equipa/team (A) de ~ : poloteam
pomo /sub/ : pitvrucht
pomo /sub/ : appel
pomo, succo de ~(s) : appelsap
pomo, ~ acide : zure appel
pomo, ~ dulce : zoete appel
pomo, ~ silvestre : wilde appel
pomo, ~ farinose : melige appel
pomo, ~ a cocer : moesappel
pomo, ~ de Adam : adamsappel
pomo, ~ de discordo/de discordia : twistappel
pomo, vino de ~s : appelwijn, cider
pomo, succo de ~s : appelsap
pomo, bolletta de ~s : appelbol
pomo, torta de ~s : appeltaart, appelgebak
pomo, puree (F)/compota de ~s : appelmoes
pomo, melassa de ~s : appelstroop
pomo, pellar ~s : appels schillen
pomo /sub/ : knop, bol, bal
pomo, ~ de un canna : knop van een wandelstok
pomo, ~ de un spada : knop van een degen
poner /v/ : plaatsen, (neer)leggen, (neer)zetten
poner, ~ minas : mijnen leggen
poner, ~ ovos : eieren leggen
poner, ~ un cablo : een kabel leggen
poner, ~ le fundamentos de : de fundamenten leggen voor
poner, ~ le punctos super (super) le i(s) : de puntjes op de i zetten
poner, ~ le accento super (super) : de klemtoon/nadruk leggen op
poner, ~ le base de : de grondslag leggen voor
poner, ~ un pedica : een val(strik) zetten
poner, ~ un avion : een vliegtuig aan de grond zetten
poner, ~ le regulas : de regels opstellen
poner, ~ un question : een vraag stellen
poner, ~ limites (limites) a : paal en perk stellen aan
poner, ~ trabes/traves a : bemoeilijken
poner, ~ un equation : een vergelijking opstellen
poner, ~ su candidatura pro : zich kandidaat stellen voor
poner, ~ se a (facer) : beginner te (doen)
poner, le sol se pone : de zon gaat onder
poner, le luna se pone : de maan gaat onder
poner, le ~ del sol : de zonsondergang
poner, ~ in marcha {sj} /in movimento : op gang brengen
poner, ~ le motor in marcha : de motor starten
poner, ~ se al labor/travalio : aan het werk gaan
poner, ~ se in marcha : zich in beweging zetten, op weg gaan
poner, ~ in circulation : in omloop brengen
poner, ~ extra le lege : buiten de wet stellen
poner, ~ in musica : op muziek zetten
poner, ~ in scena : ensceneren, op het toneel brengen, de regie voeren
poner, ~ se de accordo : het eens worden, tot overeenstemming komen
poner, ~ a morte : ter dood brengen, terechtstellen
poner, ~ a dieta : op dieet stellen
poner, ~ in dubita (dubita) : in twijfel trekken
poner, ~ fin a : een eind maken aan
poner, ~ in juxtaposition : naast elkaar plaatsen
poner, ~ in periculo : in gevaar brengen
poner, ~ in ordine : in orde maken, op orde stellen
poner, ~ in evidentia/in relievo : doen uitkomen
poner, ~ le tabula : de tafel dekken
poner, ~ su veto a : zijn veto uitspreken over
poner, ~ un marca : aanstrepen (op lijst, etc.)
ponte /sub/ : brug (in vele betekenissen)
ponte, ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia) : spoorbrug
ponte, ~ suspendite/pendente : hangbrug
ponte, ~ bascular/basculante/de bascula/de balancia : basculebrug, klapbrug
ponte, ~ pedestre/pro pedones : voetgangersbrug, loopbrug
ponte, ~ aeree : luchtbrug
ponte, ~ fixe : vaste brug
ponte, ~ mobile : beweegbare brug
ponte, ~ rolante : rolbrug
ponte, ~ giratori/tornante : draaibrug
ponte, ~ levatori : hefbrug
ponte, ~ flottante/de barcas/de pontones : schipbrug
ponte, ~ catenari : kettingbrug
ponte, ~ tubular : kokerbrug
ponte, ~ provisional/provisori/temporari : noodbrug, hulpbrug
ponte, ~ volante : gierbrug
ponte, ~ Bailey : Baileybrug
ponte, ~ de Wheatstone : meetbrug van Wheatstone
ponte, ~ de hydrogeno (hydrogeno) : waterstofbrug
ponte, ~ posterior : achterbrug (van auto)
ponte, ~ de cargamento : laadbrug
ponte, ~ bascula : weegbrug
ponte, ~ de discargamento : losbrug
ponte, ~ de asino (asino)/del asinos (asinos) : ezelsbrug
ponte, construer ~s : bruggen bouwen
ponte, construction de ~s : bruggenbouw
ponte, constructor de ~s : bruggenbouwer
ponte, jectar un ~ super (super) : een brug slaan over, overbruggen
ponte, pila de ~ : brugpijler
ponte, testa/capite (capite) de ~ : bruggenhoofd
ponte, guarda/guardiano de ~ : brugwachter
ponte, transversar/passar un ~ : een brug overgaan
ponte, servir de ~ inter (inter) : als brug fungeren tussen
ponte /sub/ : brug (in gebit)
ponte /sub/ : brug (in muziekinstrument)
ponte /sub/ : dek (op schip)
ponte, nave con quatro ~s : schip met vier dekken
ponte, ~ de promenada : promenadedek
ponte, ~ de commando : commandobrug
ponte, ~ de poppa : achterdek
ponte, ~ superior : bovendek
ponte, ~ inferior : benedendek
ponte, ~ de volo : vliegdek
ponte, ~ del imbarcationes : sloependek
ponte, ~ reservate al vehiculos automobile : rijdek
popular /adj/ : van het volk, volks...
popular, arte ~ : volkskunst
popular, concerto ~ : volksconcert
popular, divertimento ~ : volksvermaak
popular, classe ~ : volksklasse
popular, democratia (democratia) ~ : volksdemocratie
popular, republica ~ : volksrepubliek
popular, soveranitate ~ : volkssouvereiniteit
popular, voluntate ~ : volkswil
popular, favor ~ : volksgunst
popular, theatro ~ : volkstoneel
popular, sagessa ~ : volkswijsheid
popular, credentia ~ : volksgeloof
popular, festa ~ : volksfeest
popular, tribunal ~ : volksgericht
popular, universitate ~ : volksuniversiteit, volkshogeschool
popular, canto ~ : volkslied
popular, militia ~ : volksmilitie
popular, partito ~ : volkspartij
popular, consultation ~ : volksraadpleging
popular, orator ~ : volksredenaar
popular, edition ~ : goedkope uitgave
popular, lingua/linguage ~ : volkstaal
popular, etymologia (etymologia) ~ : volksetymologie
popular, fronte ~ : volksfront
popular, spirito (spirito) ~ : volksgeest
popular, uso/usage ~ : volksgebruik
popular, fortia ~ : volkskracht
popular, massa ~ : volksmassa
popular, opinion ~ : volksmening
popular, inseniamento ~ : volksonderwijs
popular, rebellion/sublevamento~ : volksopstand
popular, quartiero ~ : volksbuurt
popular, commissario ~ : volkscommissaris
popular, schola ~ : volksschool
popular, typo ~ : volkstype
popular, termino (termino)/expression ~ : volksuitdrukking
popular, imagination ~ : volksverbeelding
popular, assemblea (assemblea) ~ : volksvergadering
popular, conto ~ : volksverhaal
popular, tono ~ : volkstoon
popular, representante ~ : volksvertegenwoordiger
popular, representation ~ : volksvertegenwoordiging
popular, cholera (cholera)/ira/furor/rabie ~ : volkswoede
popular, anima (anima) ~ : volksziel
popular, musica ~ : volksmuziek
popular, dansa ~ : volksdans
popular, poeta ~ : volksdichter
popular, movimento ~ : volksbeweging
popular, biblitheca ~ : volksbibliotheek
popular, maxima (maxima) ~ : volksgezegde
popular, governamento ~ : volksregering
popular /adj/ : populair, bij het volk geliefd
popular, canto ~ : populair lied
popular /v/ : bevolken
popular, ~ le terra : de aarde bevolken
population /sub/ : bevolking
population, augmento/augmentation/accrescimento/crescentia del ~ : bevolkingstoename/aanwas
population, excesso/surplus/excedente de ~ : bevolkingsoverschot
population, densitate del ~ : bevolkingsdichtheid
population, nucleo de ~ : bevolkingskern
population, registro del ~ : bevolkingsregister
population, censo/censimento del ~ : volkstelling
population, ~ dense : dichte bevolking
population, ~ active : beroepsbevolking
population, ~ agricole : agrarische bevolking, boerenbevolking
population, ~ civil : burgerbevolking
population, ~ urban : stadsbevolking
population, ~ rural : plattelandsbevolking
population, ~ suburban : voorstadbevolking
population, ~ mundial : wereldbevolking
population, ~ costari : kustbevolking
population, ~ sedentari : gezeten bevolking
population /sub/ : SCIENTIFIC populatie
populo /sub/ : volk, natie
populo, le ~s de Europa : de volkeren van Europa
populo, le ~ nederlandese : het Nederlandse volk
populo, le ~ de Deo : het volk Gods
populo, ~ civilisate : beschaafd volk
populo, ~ primitive : primitief volk
populo, ~ nomade (nomade) : nomadenvolk
populo, ~ fratre : broedervolk
populo, ~ judee (judee) : joodse volk, jodendom
populo, ~ pacific : vredelievend volk
populo, voluntate del ~ : volkswil
populo, anima (anima) del ~ : volksziel
populo, representante del ~ : volksvertegenwoordiger
populo, le voce del ~ : de stem des volks
populo, migration del ~s : volksverhuizing
populo, tribuno del ~ : volkstribuun
populo /sub/ : de mensen, volk(sklasse), gewone volk
populo, ~ minute/basse : mindere volk
populo, homine del ~ : man uit het volk
populo, femina (femina) del ~ : volksvrouw
porco /sub/ : varken, zwijn
porco, ~ salvage : wild zwijn
porco, ~ de India : Guinees biggetje
porco, capite (capite)/testa de ~ : varkenskop
porco, cauda de ~ : varkensstaart
porco, vesica de ~ : varkensblaas
porco, macelleria (macelleria) de ~s : varkensslagerij
porco, trencho {sj} de ~ : varkenslapje
porco, cotelette (F) de ~ : varkenscarbonade
porco, carne de ~ : varkensvlees
porco, carne hachate {sj} de ~ : varkensgehakt
porco, gambon de ~ : varkensham
porco, filet de ~ : varkensfilet, varkenshaas
porco, ficato (ficato) de ~ : varkenslever
porco, costa de ~ : varkensrib
porco, grassia de ~ : varkensvet
porco, pelle de ~ : varkenshuid, varkensleer
porco, seta de ~ : varkenshaar
porco, guardar ~s : varkens hoeden
porta /sub/ : deur, portier (van auto), poort
porta, ~ de un auto(mobile) : autoportier
porta, ~ de communication : tussendeur
porta, ~ de entrata : ingang
porta, ~ de corridor : gangdeur
porta, ~ del casa/del strata : huisdeur
porta, ~ del celo : hemelpoort
porta, ~ rolante : schuifdeur
porta, ~ interior : binnendeur
porta, ~ lateral : zijdeur
porta, ~ vitrate : glazen deur
porta, ~ anterior/de avante : voordeur
porta, ~ posterior/de detra : achterdeur
porta, ~ secrete : geheime deur
porta, ~ giratori : draaideur
porta, ~ basculante : kanteldeur
porta, ~ articulate/plicabile/plicante : vouwdeur
porta, ~ duple/duplice (duplice) : dubbele deur
porta, ~ de accesso : toegangsdeur/poort
porta, ~ in accordion : harmonikadeur
porta, ~ fenestra : openslaande (terras)deur
porta, ~ de securitate/de succurso/de emergentia/de urgentia : nooddeur, branddeur
porta, ~ de esclusa : sluisdeur
porta, ~ de castello : slotpoort
porta, le ~s del citate : de poorten van de stad
porta, Porta de Ferro : IJzeren Poort
porta, pannello de ~ : deurpaneel
porta, matta de ~ : deurmat
porta, a ~s claudite/clause : met gesloten deuren
porta, martello de ~ : deurklopper
porta, limine de ~ : drempel
porta, cardine de ~ : deurscharnier
porta, cortina de ~ : deurgordijn
porta, apertura/inquadramento del ~ : deuropening
porta, edificio de ~ : poortgebouw
porta, aperir un ~ : een deur openen
porta, clauder un ~ : een deur sluiten
porta, monstrar le ~ a un persona : iemand (het gat van) de deur wijzen
portar /v/ : dragen, hebben, meevoeren, bij zich hebben
portar, ~ su cruce : zijn kruis dragen
portar, ~ le responsabilitate : de verantwoordelijkheid dragen
portar, ~ un insignia : een speldje dragen/ophebben
portar, ~ lucto : in de rouw zijn, rouwen
portar /v/ : brengen
portar, ~ via : wegbrengen
portion /sub/ : portie (deel van een geheel), onderdeel, gedeelte, stuk, hoeveelheid voedsel, portie
portion, ~ abundante : ruime portie
portion, ~ juste : afgepaste portie
portion, ~ de carne : portie vlees
portion /sub/ : (aan)deel
portion, reciper su ~ : zijn deel krijgen
porto /sub/ : het dragen, het bij zich hebben, het voeren
porto, le ~ de armas : het dragen van wapens
porto, haber un permisso de ~ de armas : een wapenvergunning hebben
porto, ~ de armas prohibite : verboden wapenbezit
porto /sub/ : vervoer, transport, vracht, tonnage
porto /sub/ : vervoerskosten, frankering, port, porto
porto, costos de ~ : portokosten
porto, exempte/franc de ~ : franco, portvrij
porto, ~ aeree : luchtport
porto, ~ pagate : frankering bij abonnement
porto /sub/ : haven
porto, ~ aeree : luchthaven
porto, ~ franc : vrijhaven
porto, ~ maritime (maritime)/de mar : zeehaven
porto, ~ fluvial : rivierhaven
porto, ~ a/de marea (marea) : getijhaven
porto, ~ natural : natuurlijke haven
porto, ~ artificial : kunstmatige haven
porto, ~ de accesso facile : gemakkelijk te bereiken haven
porto, ~ de destination : haven van bestemming
porto, ~ de origine : haven van herkomst
porto, ~ industrial : industriehaven
porto, ~ de exportation : uitvoerhaven
porto, ~ piscatori/de pisca : vissershaven
porto, ~ interne/interior : binnenhaven
porto, ~ externe/exterior : buitenhaven
porto, ~ de transito (transito) : transitohaven
porto, ~ de transbordo : overslaghaven
porto, ~ a containers : containerhaven
porto, ~ de discarga : loshaven
porto, ~ emporio/de scala : tussenhaven/aanleghaven
porto, ~ de yachts : jachthaven
porto, ~ mundial : wereldhaven
porto, ~ de quarantena : quarantainehaven
porto, ~ de refugio : vluchthaven
porto, ~ commercial/mercantil/de commercio : handelshaven
porto, ~ militar/naval/de guerra : marinehaven
porto, ~ petroler : petroleumhaven
porto, bucca/entrata del ~ : havenmond
porto, bassino de un ~ : havenbekken/kom
porto, lumines/luces del ~ : havenlichten
porto, policia (policia) del ~ : havenpolitie
porto, officio del ~ : havenkantoor
porto, quartiero del ~ : havenwijk, havenkwartier
porto, autoritates de ~ : havenautoriteiten
porto, capitano de ~ : havenmeester
porto, servicio del ~ : havendienst
porto, lancha {sj} del ~ : havenbootje
porto, derectos de ~ : havenkosten/geld
porto, entrar in le ~ : de haven binnenlopen
porto, facer entrar in le ~ : binnenloodsen
porto, facer scala a un ~ : een haven aandoen
position /sub/ : plaats, ligging, positie, stand, MILITAR stelling
position, foco de ~ : navigatie/boord/parkeerlicht
position, ~ fortiate : dwangpositie
position, ~ del sol : zonnestand
position, occupar un ~ clave : een sleutelpositie innemen
position, guerra de ~es : loopgravenoorlog
position, position de ~s : loopgravenstelling
position, prisa de ~ : stellingname
position, ~ inclinate : scheve stand NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES AVIATION
position, indicar su ~ : zijn positie opgeven
position, prender ~ contra : stelling nemen tegen
position /sub/ : houding, stand, positie (anque DANSA), ABSTRACTE standpunt
position, ~ de reposo : ruststand
position, exponer su ~ : zijn standpunt uiteenzetten
position /sub/ : situatie, toestand, staat, stand (van zaken)
position, ~ delicate : hachelijke toestand
position, ~ desperate : wanhopige toestand
position, ~ economic : economische toestand
position, ~ financiari : financiële toestand
position /sub/ : sociale positie, rang, stand, klasse
position, occupar un alte ~ : een hoge positie innemen, een belangrijke functie hebben
positive /adj/ : positief, bevestigend, gunstig, opbouwend
positive, rolo ~ : positieve rol
positive, responsa ~ : positief/gunstig antwoord
positive, proposition ~ : bevestigende zin
positive /adj/ : positief, zeker, vast(staand), tastbaar, werkelijk, reëel
positive, (a)melioration ~ : tastbare/reële verbetering
positive, derecto ~ : positief recht, geschreven recht
positive, spirito (spirito) ~ : realistisch/nuchter mens
positive, facto ~ : vaststaand feit
positive, grado ~ : stellende trap
positive, philosophia (philosophia) ~ : positieve wijsbegeerte
positive /adj/ : MATHEMATICA ELECTRICITATE etc., positief
positive, electron ~ : positief elektron, positron PHOTOGRAPHIA
positive, imagine/proba/prova ~ : positief beeld, positief
positive, electricitate ~ : positieve elektriciteit
positive, polo ~ : positieve pool, anode, pluspool
positive, carga ~ : positieve lading
positive, numero (numero) ~ : positief getal
posseder /v/ : bezitten, hebben, in bezit hebben
posseder, ~ un fortuna : een fortuin bezitten
posseder, ~ un bon memoria : een goed geheugen hebben
posseder, illa es possedite per un demonio : zij is bezeten door een demon
posseder /v/ : grondig kennen, beheersen
posseder, ~ Interlingua : Interlingua beheersen
possession /sub/ : bezit, bezitting, bezitsrecht, eigendom
possession, esser in ~ de : in het bezit zijn van
possession, esser in plen ~ de su facultates mental : in het volle bezit van zijn geestelijke vermogens zijn
possession, haber in su ~ : in zijn bezit hebben
possession, prender ~ de : bezit nemen van
possession, venir/entrar in ~ de : in bezit komen van
possession, ~es ultramarin/de ultramar : overzeese gebiedsdelen
possession, ~ hereditari : erfbezit
possession, derecto de ~ : bezitsrecht
possession, in ~ particular : in particulier bezit
possession, esser in ~ del ballon : in balbezit zijn
possession /sub/ : het grondig kennen, het beheersen
possession, ~ de Interlingua : beheersing van Interlingua
possession /sub/ : bezetenheid
possibile /adj/ : mogelijk
possibile, le melio ~ : zo goed mogelijk
possibile, le minus (minus) ~ : zo weinig mogelijk
possibile, le plus ~ : zo veel mogelijk
possibile, le plus presto/tosto ~ : zo spoedig mogelijk
possibile, le plus rapidemente ~ : zo snel mogelijk
possibile, le plus tarde ~ : zo laat mogelijk
possibile, concurrente ~ : potentiële concurrent
possibile /sub/ : het mogelijke
possibile, facer le ~ : het mogelijke doen, zijn best doen
possibilitate /sub/ : mogelijkheid, kans
possibilitate, vider le ~ de : zijn kans schoon zien om
possibilitate, admitter le ~ : de mogelijkheid openlaten
possibilitate, pagar secundo ~ : naar vermogen/draagkracht betalen
possibilitate, il ha/existe un grande ~ que : de kans is groot dat
possibilitate, vider le ~ de : de kans schoon zien om
possibilitate, il non ha necun ~ : daar is geen kans op
possibilitate, ille non ha le plus minime (minime) ~ : hij heeft geen schijn van kans
post /prep/ : achter, na
post, ~ reflexion : bij nader inzien
post /adv/ : achter, achteraan
post /adv/ : daarna
post, ~ que : aangezien, daar
posta /sub/ : HISTORIA pleisterplaats, wisselplaats (voor postpaarden)
posta /sub/ : post, posterijen
posta, ~ restante : poste restante
posta, ~ aeree : luchtpost
posta, papiro pro ~ aeree : luchtpostpapier
posta, ~ militar : veldpost
posta, ~ per pipiones : duivenpost
posta, servicio de ~ : postdienst
posta, empleato del ~ : postbeambte
posta, mandato de ~ : postwissel
posta, expedir per (le) ~ : per post verzenden
posta, cornetta de ~ : posthoorn
posta, museo (museo) del ~ : postmuseum
posta /sub/ : postkantoor
posta, officio del ~ : postkantoor
posta, officio central del ~, ~ central : hoofdpostkantoor
postar /v/ : posteren, opstellen, plaatsen
postar, ~ le sentinellas : de schildwachten uitzetten
postar /v/ : posten, op de bus doen
postea /adv/ : daarna, later
postea, controlar/verificar ~ : nachecken
posterior /sub/ : zitvlak, achterste, achterwerk
posterior, cader super (super) su ~ : op zijn gat vallen
posterior /adj/ : volgend (op), plaats hebben (na), later (dan), achterste, achter...
posterior, le documento es ~ a 1900 : het document is van na 1900
posterior, a un momento ~ : op een later tijdstip
posterior, parte ~ : achterzijde
posterior, parte ~ del corpore : achterlijf
posterior, parte ~ del casa : achterhuis
posterior, faciada ~ : achtergevel
posterior, pariete ~ : achterwand
posterior, camera (camera) ~ : achterkamer
posterior, lumine/luce ~ : achterlicht
posterior, gamba ~ : achterpoot
posterior, porta ~ : achterdeur
posterior, sedia ~ : achterzitplaats, achterbank, duozitting, buddy-seat
posterior, axe ~ : achteras
posterior, rota ~ : achterrad/wiel
posterior, tasca ~ : achterzak
posterior, pneu(matico) ~ : achterband
posterior, platteforma ~ : achterbalkon (van tram)
posterior, entrata ~ : achteringang
posterior, effecto ~ : nawerking
posterior, novas recipite posteriormente : nagekomen berichten
posterior, haber un effecto ~ : nawerken
postmeridie /sub/ : (na)middag
postmeridie, heri ~ : gistermiddag
postmeridie, a tres horas del ~ : om drie uur 's middags
postmeridie, edition del ~ : middageditie
postmeridie, jornal del ~ : middagkrant
postmeridie, oration/prece/precaria del ~ : middaggebed
postmeridie, servicio del ~ : middagdienst
postmeridie, calor del ~ : middaghitte
postmeridie, veste/roba del ~ : middagjapon
postmeridie, equipa del ~ : middagploeg
postmeridie, programma del ~ : middagprogramma
postmeridie, session del ~ : middagzitting
postmeridie, reunion del ~ : middagvergadering
postmeridie, promenada del ~ : middagwandeling
posto /sub/ : post, standplaats, wachthuis, (politie)post, plaats waar bepaalde installaties/machines zijn opgesteld
posto, ~ de pumperos : brandweerpost
posto, ~ avantiate : vooruitgeschoven post, voorpost
posto, ~ de ascolta : (af)luisterpost
posto, ~ de observation : observatiepost, waarnemingspost
posto, ~ de commandamento : commandopost
posto, ~ de policia (policia) : politiepost
posto, ~ de frontiera : grenspost
posto, ~ de succurso : hulppost, E.H.B.O.
posto, ~ clave : sleutelpositie
posto, ~ de controlo/de surveliantia : controlepost
posto, ~ de honor : ereplaats
posto, ~ isolate : buitenpost
posto, ~ missionari : missiepost, zendingspost
posto, ~ de Cruce Rubie : rodekruispost
posto /sub/ : functie, ambt, betrekking, plaats
posto, ~ de labor/de travalio : arbeidsplaats
posto, ~ de ministro : ministerspost
posto, ~ de Secretario General del U.M.I : functie van Secretaris Generaal van de U.M.I.
posto, ~ vacante : vakante betrekking, vacaturepost
posto, conservar su ~ : zijn betrekking behouden, aanblijven
postponer /v/ : uitstellen (tot), opschorten (tot)
postponer, ~ un reunion : een vergadering uitstellen
postponer, ~ un appunctamento : een afspraak verschuiven
postponer, ~ pro tempore illimitate : voor onbepaalde tijd uitstellen
postponer, ~ un decision : een besluit opschorten
postponer /v/ : achter iets anders plaatsen, achteraan plaatsen
potente /adj/ : machtig, invloedrijk, machthebbend
potente, rege ~ : machtige koning
potente, personage : invloedrijk personnage
potente /adj/ : krachtig, sterk, doeltreffend
potente, armea (armea) ~ : sterk leger
potente, motor ~ : krachtige motor
potente, frenos ~ : krachtige remmen
potente, remedio ~ : sterk/krachtig geneesmiddel
potente, voce ~ : krachtige stem
potente, somnifero (somnifero) ~ : krachtig werkend slaapmiddel
potente, personalitate ~ : krachtige/sterke persoonlijkheid
potente, reconforto ~ : grote troost
potente /adj/ : (sexueel) potent
potente /sub/ : machtige
potente, le ~s del terra/de iste mundo : de machtigen der aarde
potentia /sub/ : macht, kracht, vermogen, sterkte, potentie
potentia, ~ de imagination : verbeeldingskracht, fantasie
potentia, ~ de travalio/de labor : werkcapaciteit
potentia, ~ de un armea (armea) : sterkte van een leger
potentia, ~ de un machina (machina) : vermogen van een machine
potentia, ~ de 60 c.v./h.p : vermogen van 60 pk
potentia, ~ real : werkelijk vermogen
potentia, ~ elevatori : hefvermogen
potentia, ~ indicate : aangegeven vermogen
potentia, ~ de frenage : remvermogen
potentia, ~s occulte : verborgen krachten/machten
potentia, ~ paterne : vaderlijke macht
potentia, ~ parental : ouderlijke macht
potentia, ~ electric : electrische kracht
potentia, ~s celeste : hemelse machten
potentia, ~s infernal : helse machten
potentia, ~ diabolic : duivelse macht
potentia, sentimento de su ~ : machtsgevoel
potentia /sub/ : MATHEMATICA, macht
potentia, ~s homogenee : gelijksoortige machten
potentia, elevar un numero (numero) al tertie ~ : een getal tot de derde macht verheffen
potentia, serie de ~s : machtreeks
potentia /sub/ : POLITICA, mogendheid, macht
potentia, le grande ~s : de grote mogendheden
potentia, ~ mundial : wereldmogendheid, wereldmacht
potentia, ~ maritime (maritime) : zeemogendheid
potentia, ~ colonial : koloniale mogendheid
potentia, ~ occidental : westerse mogendheden
potentia, ~s del axe : spil/asmogendheden
potentia, ~s belligerente : oorlogvoerende mogendheden
poter /v/ : kunnen, in staat zijn, vermogen
poter /v/ : mogen, toestemming hebben, het recht hebben
poter /v/ : kunnen, mogelijk zijn
poter /sub/ : vermogen, kracht
poter, ~ absorbente/de absorption : absorptievermogen PHYSICA
poter, ~ calorific : verwarmingsvermogen, calorische waarde
poter, ~ rotatori : draaiingsvermogen
poter, ~ creator : scheppingsvermogen
poter, ~ acustic : geluidvermogen
poter, ~ de accommodation : aanpassingsvermogen
poter, ~ de observation : waarnemingsvermogen, opmerkingsgave
poter, ~ refractive : straalbrekend vermogen
poter, ~ de assimilation : assimilatievermogen
poter, ~ imaginative : verbeeldingskracht
poter, ~ seductor : verleidingskracht
poter, ~ persuasive : overredingskracht
poter, ~ nutritive : voedingswaarde
poter /sub/ : macht, gezag
poter, aviditate de ~ : machtsbegeerte
poter, monopolio de ~ : machtsmonopolie
poter, formation del ~ : machtsvorming
poter, usurpation del ~ : machtsusurpatie
poter, plen ~(es) : blanco volmacht
poter, dar plen ~(es) a un persona : iemand onbeperkte volmacht geven
poter, abuso de ~ : machtsmisbruik
poter, excesso de ~ : machtsoverschrijding
poter, bloco de ~ : machtsblok
poter, apparato del ~ : machtsapparaat
poter, organo (organo) del ~ : machtsorgaan
poter, separation/division del ~es : machtenscheiding
poter, ~ statal : staatsmacht
poter, ~ central : central gezag, centrale overheid
poter, ~ constituente : grondwetgevende macht
poter, ~ executive : uitvoerende macht
poter, ~ judiciari/judicial : rechterlijke macht
poter, ~ legislative : wetgevende macht
poter, ~ absolute : absolute macht/gezag
poter, ~ temporal : wereldlijke macht (van de paus)
poter, ~ de decision : beslissingsbevoegdheid
poter, arrogantia del ~ : arrogantie van de macht
poter, acceder al ~ : tot de macht komen
poter, aspirar al ~ : naar macht streven
poter, centralisar le ~ : de macht concentreren
poter, discentralisar le ~ : de macht spreiden
poter, discentralisation del ~ : spreiding van de macht
poter, avide de ~ : begerig naar macht
poter, appetito/aviditate de ~ : machtswellust
poter, equilibrio/balancia de ~ : machtsevenwicht
poter, detentor del ~ : machthebber
poter, prender/assumer le ~ : de macht overnemen/grijpen
poter, esser al ~ : aan de macht zijn
poter, esser al apice (apice) de su ~ : op het toppunt van zijn macht zijn
potto /sub/ : pot, (stop)fles(je)
potto, ~ pro confitura/pro confectura : jampot
potto, ~ a/de flores : bloempot
potto, ~ a/de bira : bierpul
potto, ~ de vitro : glazen pot
potto, ~ de gres : aarden pot
potto, ~ de gres de Colonia : Keulse pot
potto, ~ de crema : pot crème
potto, ~ de escappamento : knalpot, uitlaat
potto, ~ fumigene : rookpot/bus
potto, planta in ~ : potplant
potto, diantho in ~ : potanjer
potto, cambiar de ~ : verpotten
povre /adj/ : arm, behoeftig, schamel, karig, sjofel, pover
povre, quartiero ~ : achterbuurt, armenwijk
povre, ~ in calorias : caloriearm
povre, ~ in proteinas : eiwitarm
povre /adj/ : arm, zielig, beklagenswaardig
povre /sub/ : arme BIBLIA
povre, ~s de spirito (spirito) : armen van geest
povre, domo/casa/asylo de ~s : armenhuis
practic /adj/ : praktisch, bruikbaar, op de praktijk gericht, utilitair
practic, experientia ~ : praktijkervaring
practic, examine ~ : praktijkexamen
practic, formation ~ : praktijkopleiding
practic, exemplo ~ : praktijkvoorbeeld
practic /adj/ : gemakkelijk, handig, gunstig, doelmatig
practic /adj/ : realistisch, praktisch
practic, ~amente necuno : praktisch niemand
practica /sub/ : praktijk, ervaring, oefening, vaardigheid
practica, theoria (theoria) e ~ : theorie en praktijk
practica, in le ~ : in de praktijk
practica, in le ~ isto es difficile de realisar : dat is in de praktijk moeilijk uitvoerbaar
practica, poner/mitter in ~ : in praktijk brengen, toepassen
practica, perder le ~ de : afleren
practica, un representante con multe ~ : een geroutineerde vertegenwoordiger
practica, le ~ face le maestro : oefening baart kunst
practica, facer ~s : stage lopen
practica /sub/ : uitoefening, beoefening, het uitoefenen, het beoefenen
practica /sub/ : toepassing, aanwending, gebruik
practica, ~s criminal : misdadige praktijken
practica, ~s illegal : illegale praktijken
practica, ~s ceremonial : ceremoniële praktijken
practica, ~s obscur : duister praktijken
practica, ~ obsolete/antiquate : verouderd gebruik
practica, ~ establite : gebruikelijke praktijk
practicar /v/ : uitoefenen, beoefenen, in praktijk brengen, praktiseren
practicar, ~ un sport : een sport beoefenen
practicar, ~ un profession : een beroep uitoefenen
practicar, ~ un mestiero : een ambacht uitoefenen
practicar, ~ le piano : piano studeren
practicar, ~ le arte de pinger : de schilderkunst beoefenen
practicar, ~ le virtute : de deugd beoefenen
practicar, ~ le caritate : liefdadigheid bedrijven, aalmoezen geven
practicar /v/ : voortdurend gebruiken, in de praktijk toepassen
practicar, ~ Interlingua : Interlingua gebruiken
precar /v/ : bidden
precar, precar con fervor : vurig bidden
precar /v/ : bidden (om), dringend verzoeken
prece /sub/ : gebed, bede, smeekbede
prece, ~ jaculatori : schietgebed
preceder /v/ : voorgaan, vooraf (laten) gaan, de voorrang hebben
preceder, facer ~ : doen voorafgaan
preceder, le fama del artista le habeva precedite : de roep van de kunstenaar was hem vooruitgegaan
preceder, recapitulation de lo que precede : korte inhoud van het voorafgaande
preceder, le existentia precede le essentia : de existentie gaat vooraf aan de essentie (Sartre)
precio /sub/ : prijs, waarde
precio, augmentar/altiar le ~s : de prijzen verhogen
precio, augmento/augmentation/altiamento del ~s : prijsverhoging EC
precio, formation del ~s : prijsvorming
precio, bassar/reducer/diminuer le ~s : de prijzen verlagen/afslaan
precio, reduction/diminution del ~s : prijsverlaging
precio, blocar le ~s : een prijzenstop afkondigen
precio, le ~s monta : de prijzen stijgen
precio, a medie ~ : voor half geld
precio, a ~ de costo : tegen kostprijs
precio, a ~ reducite : tegen gereduceerde prijs, met korting
precio, benzina/gasolina a ~ reducite : witte benzine
precio, magazin a ~s reducite : discountzaak, kortingswinkel
precio, catalogo (catalogo)/lista de ~s : prijslijst
precio, nivello de ~s : prijspeil
precio, politica de ~s : prijspolitiek
precio, battalia del ~s : prijzenslag
precio, oscillation/variation/fluctuation de ~s : prijsschommeling
precio, movimento de ~s : prijsbeweging
precio, cartel de ~s : prijskartel
precio, index (index)/indice (indice) de ~s : prijzenindex
precio, etiquetta de ~ : prijskaartje
precio, mechanismo del ~s : prijsmechanisme
precio, evolution del ~s : prijsontwikkeling
precio, spiral del ~s : prijsspiraal
precio, stabilisation del ~s : prijsstabilisatie
precio, blocamento de ~s : prijsstop
precio, accordo de/super (super) le ~s : prijsafspraak
precio, calculo del ~s : prijsberekening
precio, adjustamento del ~s : prijsaanpassing
precio, ~ avantagiose : voordelige/gunstige prijs
precio, ~ exorbitante : buitensporige/exorbitante prijs
precio, ~s competitive/concurrential : concurrerende prijzen
precio, ~ fixe : vaste prijs
precio, ~ maximal/maxime (maxime) : hoogste prijs
precio, ~ minimal/minime (minime) : minimumprijs
precio, ~ de favor : speciale prijs
precio, ~ medie : gemiddelde prijs
precio, ~ moderate : matige prijs
precio, ~ astronomic : zeer hoge prijs
precio, ~ de fabrica : fabrieksprijs
precio, ~ de location : huurprijs
precio, ~ de bursa : beursprijs
precio, ~ de tritico : tarweprijs
precio, ~ de benzina/gasolina : benzineprijs
precio, ~ indicative/consiliate : richtprijs, adviesprijs
precio, ~ global : totaalprijs
precio, ~ de introduction : introductieprijs
precio, ~ de garantia : garantieprijs
precio, ~ de reclamo : reclameprijs
precio, ~ demandate : vraagprijs
precio, ~ unic/unitari : eenheidsprijs
precio, ~ de taxation : taxatieprijs
precio, ~ de catalogo : catalogusprijs
precio, ~ agricole/agricultural : landbouwprijs
precio, ~ de inscription : intekenprijs
precio, ~ nette : nettoprijs
precio, ~ brute : brutoprijs
precio, ~ de apertura : openingsprijs
precio, ~ de entrata/ingresso : entreeprijs
precio, ~ de vendita (vendita) : verkoopprijs, winkelprijs
precio, ~ de factura : factuurprijs
precio, ~ de emission : emissieprijs
precio, ~ de mercato : marktprijs
precio, ~ unitari : eenheidsprijs
precio, ~ usurari : woekerprijs
precio, ~s autumnal : najaarsprijzen
precio, ~ de limine : drempelprijs
precio, ~ currente : geldende prijs
precio, ~ derisori/irrisori : spotprijs
precio, a ~ vil : voor/tegen een spotprijs
precio, comprar a ~ de fabrica : tegen fabrieksprijs kopen
precio, a medietate de ~ : tegen/voor halve prijs
precio, a qualcunque ~ : tot elke prijs
precio, a necun ~ : voor geen prijs
precio, al/pro le ~ de : tegen de prijs van
precio /sub/ : prijs, beloning, premie
precio, ~ Nobel : Nobelprijs
precio, distribution del ~s : prijsuitreiking
precio, conceder un ~ : een prijs toekennen
precio, een ~ halen/winnen : ganiar un premio
preciose /adj/ : kostbaar, waardevol
preciose, objectos ~ : kostbaarheden
preciose, petra ~ : edelsteen
preciose, metallos ~ : edele metalen
preciose, tempore ~ : kostbare tijd
preciose /adj/ : gemaakt, gezocht, geaffecteerd
precipitar /v/ : naar beneden gooien/storten
precipitar, ~ se super (super) le inimico (inimico) : zich op de vijand storten
precipitar, le feminas se ha precipitate super le occasiones : de vrouwen vlogen op de koopjes af
precipitar /v/ : naar beneden vallen
precipitar, ~ del scala : van de trap vallen
precipitar /v/ : versnellen, verhaasten, bespoedigen
precipitar, ~ su passos/su marcha : sneller gaan lopen
precipitar, ~ le eventos : de gebeurtenissen verhaasten
precipitar, ~ le ruina : de ondergang verhaasten
precipitar, io non vole ~ me : ik wil niet voorbarig zijn
precipitar /v/ : CHIMIA neerslaan
precipitar /v/ : METEOROLOGIA condenseren en neervallen (als sneeuw en regen)
precipitio /sub/ : afgrond, steile rots, klif
precipitio, ~s in le montanias : steile rotsen in de bergen
precipitio, ~ multo scarpate : zeer steile afgrond
precipitio, ~ aperte : gapende afgrond
precipitio, cader in un ~ : in een afgrond vallen
precipitio /sub/ : FIGURATE ondergang, verderf
precise /adj/ : precies, nauwkeurig, duidelijk
precise, a duo horas ~ : om klokslag twee uur
precise, traduction ~ : nauwkeurige vertaling
preferentia /sub/ : voorkeur
preferentia, ~s musical : muzikale voorkeur
preferentia, ~ marcate/clar : duidelijke/uitgesproken voorkeur
preferentia, isto es de mi ~ : dit geniet mijn voorkeur
preferentia, dar le ~ a : de voorkeur geven aan
preferentia, a/de ~ : bij voorkeur
preferentia, derecto de ~ : voorkeursrecht
preferentia, tarifa de ~ : voorkeurstarief
preferentia, voto de ~ : voorkeursstem
preferentia, per ordine de ~ : in volgorde van voorkeur
preferentia, dar le ~ a : de voorkeur geven aan
preferentia, tractar un persona con ~ : iemand met voorrang behandelen
preferer /v/ : verkiezen, de voorkeur geven aan, prefereren
preferer, ~ un cosa super (super) qualcunque altere cosa, ~ un cosa a toto : iets boven alles verkiezen
preferer, nos prefere partir : wij gaan liever weg
premer /v/ : drukken, druk uitoefenen op
premer, il es sufficiente ~ le button : een druk op de knop is voldoende
premio /sub/ : premie, prijs, beloning
premio, ~ annue/annual : jaarpremie
premio, ~ Nobel : Nobelprijs
premio, laureato del ~ Nobel : winnaar van de Nobelprijs
premio, ~ de honor : ereprijs
premio, ~ de consolation : troostprijs
premio, ~ de exportation : uitvoerpremie
premio, ~ de recrutamento : aanbrengpremie
premio, ~ de incoragiamento : aanmoedigingspremie
premio, ~ de sparnio : spaarpremie
premio, prime ~ : eerste prijs
premio, exemplar ~ : premie-exemplaar
premio, reciper/obtener un ~ : een prijs krijgen
premio, attribuer un ~ : een prijs toekennen
premio, attribution de un ~ : toekenning van een prijs
premio /sub/ : (verzekerings)premie
premio, ~ de base : basispremie
premio, amonta del ~ : premiebedrag
premio, periodo (periodo) del ~ : premieperiode/tijdvak
premio, augmento/augmentation del ~ : premieverhoging
premio, reduction/diminution del ~ : premieverlaging/reductie
prender /v/ : nemen, grijpen, pakken
prender, ~ le armas : naar de wapens grijpen, de wapens opvatten
prender, ~ un decision/un determination/un partito : een beslissing/een besluit nemen
prender, ~ mesuras : maatregelen nemen
prender, ~ le initiativa : het initiatief nemen
prender, ~ le mano de un persona : iemand bij de hand nemen
prender, ~ un medicamento/medicina : een medicijn innemen
prender, ~ le parola : het woord nemen
prender, ~ un photo(graphia (graphia)) : een foto maken
prender, ~ position : stelling nemen
prender, ~ le poter : de macht overnemen
prender, ~ precautiones : voorzorgsmaatregelen nemen
prender, ~ multe tempore : veel tijd in beslag nemen
prender, ~ un repasto : een maaltijd gebruiken
prender, ~ un attitude/un posa : een houding aannemen
prender, ~ le defensa de : de verdediging op zich nemen van
prender, ~ parte in : deelnemen aan/in
prender, ~ cura de : de zorg op zich nemen voor
prender, ~ le parte/le partito de : de zijde kiezen van, het opnemen voor
prender, ~ in location : huren (van)
prender, ~ con un rete : vangen in een net
prender, ~ le mesuras de un persona : iemand de maat nemen
prender, ~ frigido : kou vatten
prender, ~ al hamo : aan de haak slaan
prender, ~ le offensiva : tot het offensief overgaan, in het offensief gaan
prender, ~ effecto : in werking treden, ingaan (wet, etc.)
prender, ~ notas : aantekeningen maken
prender, ~ le sol : in het zonnetje gaan zitten
prender, ~ de assalto : stormenderhand (in)nemen
prender, ~ ballast : ballast innemen
prender, ~ aqua : water innemen
prender, ~ un banio : een bad nemen
prender, ~ carbon : kolen innemen, bunkeren
prender, ~ carga/cargo : lading innemen
prender, ~ corage : moed vatten
prender, ~ le cosas como illos son : de zaken nemen zoals ze zijn
prender, ~ exemplo de : een voorbeeld nemen aan
prender, ~ femina (femina) : tot vrouw nemen
prender, ~ le fuga : op de vlucht slaan
prender, ~ un persona per le gorga : iemand bij de keel grijpen
prender, ~ un persona per le collo : iemand bij de kraag grijpen
prender, ~ le habitude : de gewoonte aannemen
prender, ~ lectiones : les(sen) nemen
prender, ~ su nomine de : zijn naam ontlenen aan
prender, ~ le occasion : de gelegenheid aangrijpen
prender, ~ pavor : bang worden
prender, ~ al serio : ernstig nemen
prender, ~ le tauro per le cornos : de koe bij de horens vatten
prender, ~ le temperatura de un persona : de temperatuur van iemand opnemen
prender, ~ le traino : de trein nemen
prender, ~ un forte/un urbe : een fort/een stad innemen
prender, ~ le velo : het klooster ingaan, non worden
prender, ~ le vela : onder zeil gaan, uitzeilen
prender, ~ vindicantia super (super) : wraak nemen op
prender, ir a ~ un bottilia : een fles (gaan) halen
preparar /v/ : gereedmaken, klaarmaken, voorbereiden, (toe)bereiden
preparar, ~ le the/le caffe : thee/koffie zetten
preparar, ~ un repasto : een maaltijd bereiden
preparar, ~ se a/pro un examine : zich voorbereiden op een examen
preparar, ~ un attentato : een aanslag beramen
preparar, ~ le via : de weg bereiden
preparar, tener preparate : gereed houden
preparation /sub/ : het gereedmaken, het klaarmaken, het voorbereiden, voorbereiding, (toe)bereiding
preparation, tempore de ~ : voorbereidingstijd
preparation, in ~ : in voorbereiding
preparation, le tertie edition es in ~ : de derde druk is in bewerking
preparation, facer ~es : voorbereidingen treffen
preparation, servir de ~ : ter voorbereiding dienen
preparation /sub/ : preparaat
preparation, ~ mercurial : kwikpreparaat
presentar /v/ : presenteren, (aan)bieden, aangeven, voorleggen, uiteenzetten, tonen
presentar, ~ le armas : het geweer presenteren
presentar, ~ un projecto : een plan ontvouwen/uiteenzetten/voorleggen
presentar, ~ un petition/un requesta : een verzoekschrift indienen
presentar, ~ un projecto de lege : een wetsontwerp indienen
presentar, ~ un motion : een motie indienen
presentar, ~ le nota : de rekening aanbieden
presentar, ~ su felicitationes : zijn gelukwensen aanbieden
presentar, ~ su excusas : zijn verontschuldigingen maken
presentar, ~ su condolentias : zijn deelneming betuigen
presentar, ~ le bracio a un persona : iemand een arm aanbieden
presentar, ~ su permisso de conducer : zijn rijbewijs laten zien
presentar, ~ un attestation : een verklaring overleggen
presentar, ~ le armas : het geweer presenteren
presentar, ~ un sedia a un persona : iemand een stoel aanbieden
presentar /v/ : bieden, opleveren
presentar, ~ difficultates : moeilijkheden opleveren
presentar, ~ differentias : verschillen vertonen
presentar, ~ avantages : voordelen vertonen
presentar /v/ : voorstellen, aankondigen, voordragen, aanmelden, vertonen
presentar, ~ un persona a un altere : iemand aan iemand anders voorstellen
presentar, ~ un film : een film vertonen
presentar, ~ un emission : een uitzending aankondigen
presentar, ~ un persona pro un empleo (empleo) : iemand voordragen voor een baan
presentar, ille se ha presentate sin cravata : hij verscheen zonder das
presentar, ~ se candidato : zich kandidaat stellen
presentar, ~ se al electiones municipal : zich voor de gemeenteraad kandidaat stellen
presente /adj/ : present, aanwezig
presente, haber ~ un cosa : iets in gedachten hebben
presente, tener ~ un cosa : iets in gedachten houden
presente, le ~ littera (littera) : de onderhavige brief
presente /adj/ : huidig, tegenwoordig (anque LINGUISTICA E GRAMMATICA)
presente, generation ~ : huidige/deze generatie
presente, anno ~ : lopend jaar
presente, mense ~ : lopende maand
presente, seculo ~ : deze eeuw
presente, participio ~ : tegenwoordig deelwoord
presente, tempore ~ : tegenwoordige tijd
presente, in le circumstantias ~ : in de huidige omstandigheden
presente /sub/ : het heden, het tegenwoordige
presente, al ~ : nu, op dit ogenblik, tegenwoordig
presente, pro le ~ : voor het moment, voorlopig
presente /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA tegenwoordige tijd, presens
presente, ~ del indicativo : tegenwoordige tijd van de aantonende wijs
presente, ~ historic : presens historicum
presente, forma del ~ : presensvorm
presente, mitter un verbo al ~ : een werkwoord in de tegenwoordige tijd zetten
presente /sub/ : geschenk, cadeau, gift, schenking
presente, ~ de anniversario : verjaarscadeau
presente, ~ de Sancte Nicolaus (Nicolaus) : sinterklaasgeschenk
presente, dar como ~ : ten geschenke geven
presente, reciper como ~ : ten geschenke krijgen
presente, contribuer al ~ : meedoen met het cadeau
presentia /sub/ : aanwezigheid, tegenwoordigheid, bijzijn
presentia, in mi ~ : in mijn bijzijn
presentia, in ~ de : in aanwezigheid van
presentia, ~ del spirito (spirito) : tegenwoordigheid van geest
presentia, ~ de carbon in un loco : voorkomen van steenkool op een plaats
presentia, lista/folio de ~ : presentielijst
presentia, apparato de ~ : prikklok
presentia, facer acto de ~ : acte de présence geven, persoonlijk aanwezig zijn
presentia /sub/ : gedrag, houding, optreden, manier van doen, voorkomen, uiterlijk, persoonlijkheid
presentia, ille manca de ~ : er gaat niets van hem uit
preservar /v/ : behoeden, bewaren (voor), beschermen (tegen)
preservar, que Deo nos preserva! : God behoede ons!
preservar, ~ se del contagion : oppassen dat men niet besmet wordt
preservar, ~ un specie animal del disparition : een diersoort voor verdwijning/uitsterven behoeden
presidente /sub/ : president, voorzitter
presidente, ~ del tribunal : president van de rechtbank
presidente, ~ honorari/de honor : erevoorzitter
presidente, voormalige ~ : ex-presidente
presidente, palatio del ~ : presidentieel paleis
presidente, martello del ~ : voorzittershamer
presidente, campanetta del ~ : voorzittersbel
pressa /sub/ : menigte, gewoel, drukte, gedrang
pressa /sub/ : haast
pressa, facer ~ : zich haasten
pressa /sub/ : pers (toestel)
pressa, ~ de vino : wijnpers
pressa, ~ de lino : linnenpers
pressa, ~ a/de fructos : vruchtenpers
pressa, ~ a/de caseo : kaaspers
pressa, ~ monetari : muntpers
pressa, ~ manual : handpers
pressa, ~ a cylindro : cilinderpers
pressa, ~ pro collar : lijmpers
pressa /sub/ : drukpers
pressa, ~ typographic/de imprimer/de imprimeria (imprimeria) : drukpers
pressa, ~ rotative/de rotation : rotatiepers
pressa, ~ lithographic : steendrukpers
pressa, libertate de ~ : vrijheid van drukpers
pressa, esser sub ~ : ter perse zijn
pressa /sub/ : pers, persmedia, journalisten
pressa, ~ a scandalo : schandaalpers
pressa, musella/jugular le ~ : de pers muilkorven/breidelen
pressa, agentia de ~ : persbureau, nieuwsagentschap
pressa, agente de ~ : persagent
pressa, attaché (F) de ~ : persattaché
pressa, reunion de ~ : persbijeenkomst
pressa, correspondente de ~ : perscorrespondent
pressa, organo (organo) de ~ : persorgaan
pressa, servicio de ~ : persdienst
pressa, conferentia de ~ : persconferentie
pressa, commentario al ~ : perscommentaar
pressa, revista del ~ : persoverzicht
pressa, censura del ~ : perscensuur
pressa, tribuna del ~ : perstribune
pressa, photo de ~ : persfoto
pressa, photographia (photographia) de ~ : 1 persfotografie, 2 persfoto
pressa, photographo (photographo) de ~ : persfotograaf
pressa, libertate de ~ : persvrijheid
pressa, campania de ~ : perscampagne
pressa, carta de ~ : perskaart
pressa, delicto de ~ : persdelict
pressa, sala reservate al ~ : perskamer
pressa, telegramma de ~ : perstelegram
pressa, representante del ~ : persvertegenwoordiger
pressa, informator de ~ : persvoorlichter
pressa, centro de ~ : perscentrum
pressa, ~ de opinion : opiniebladen
pressa, ~ de information : nieuwsbladen
pressa, ~ de sensation : sensatiepers
pressa, ~ quotidian : dagbladpers, dagbladen
pressa, ~ national : de landelijke dagbladen
pressa, ~ hebdomadari/septimanal : weekbladen
pressa, ~ mensual : maandbladen
pressa, ~ feminin : vrouwenbladen
pressa, retalio de ~ : kranteknipsel
pressa, haber (un) bon/mal ~ : een goede/slechte pers hebben
pressar /v/ : druk uitoefenen, (samen)drukken, platdrukken
pressar, ~ un button : op een knop drukken, een knop indrukken
pressar, ~ un citro : een citroen uitknijpen
pressar, ~ un spongia : een spons uitknijpen
pressar /v/ : onder druk zetten, dwingen, pressen, nopen
presso /adv/ : dichtbij
presso, de ~ e de lontan : van heinde en ver
presso /prep/ : bij, dichtbij
presso, ille habita ~ un amico (amico) : hij woont bij een vriend
presso, trovar hospitalitate ~ un persona : bij iemand gastvrijheid genieten
presso, succes hebben ~ het grote publiek : haber successo presso le grande publico
presso, ~/a ~ de Bilthoven : bij Bilthoven
presso, a ~ del nederlandeses : bij de Nederlanders
prestar /v/ : verschaffen, geven, verlenen, schenken
prestar, ~ su adjuta/auxilio a un persona : iemand hulp verlenen
prestar, ~ asylo : asiel verlenen
prestar, ~ un servicio a : een dienst bewijzen aan
prestar, ~ attention a : aandacht schenken aan
prestar, ~ le aure a : het oor lenen aan
prestar, ~ fide a : geloof hechten aan
prestar, ~ juramento : een eed afleggen
prestar /v/ : (uit)lenen
prestar, ~ un cosa a un persona : iemand iets lenen
prestar, facer se ~ : lenen (van)
prestar, iste texto se presta a diverse interpretationes : deze tekst leent zich voor verschillende interpretaties
preste /adj/ : behendig, vlug, snel
preste, haber le mano ~ : handig zijn
preste /adj/ : gereed, klaar
preste, ~ pro le/al uso/empleo (empleo) : gebruiksklaar
preste, ~ pro le/al combatto : strijdvaardig
preste, ~ pro le/al viage : klaar voor de reis
preste, ~ pro le attacco : gereed voor de aanval
preste, ~ pro mangiar : hapklaar
preste, ~ pro partir : reisvaardig
preste, tener se ~ : zich gereed houden
presto /adv/ : snel, vlug, voortvarend
presto, tanto ~ quanto possibile, si ~ como possibile : zo snel mogelijk
presto /adv/ : onverwijld, dadelijk, terstond
presto /adv/ : MUSICA presto, snel
presto /sub/ : lening
presto, ~ de stato : staatslening
presto, ~ hypothecari : hypothecaire lening
presto, ~ bancari : banklening
presto, ~ fortiate : gedwongen lening
presto, ~ flottante : vlottende lening
presto, ~ amortisabile : aflosbare lening
presto, ~ privilegiate/preferential/de prioritate : prioriteitslening
presto, ~ con interesse : lening op rente
presto, ~ sin interesse : renteloos voorschot
presto, ~ in obligationes : obligatielening
presto, amonta de ~ : leningsbedrag
presto, contracto de ~ : leningsovereenkomst
presto, condition de ~ : leningsvoorwaarde
presto, fondo de ~ : leningsfonds
presto, bibliotheca de ~ : uitleenbibliotheek
presto, durata/duration de ~ : uitleentermijn
presto, in ~ : te leen
presto, prender in ~ : lenen (van)
presto, reciper in ~ : lenen (van)
presto, dar in ~ : te leen geven
presto, haber in ~ : te leen hebben
presto, facer/contractar/contraher un ~ : een lening sluiten
presto, dar/conceder un ~ a basse interesse a un persona : iemand een laag rentende lening verstrekken
presto, repagar le ~ : het geleende terugbetalen
presto, emitter un ~ : een lening uitschrijven
presto, amortisar un ~ : een lening aflossen
preter (preter) /prep/ : voorbij, langs
preter (preter), le nubes passa con rapiditate ~ le luna : de wolken jagen voorbij/langs de maan
preter (preter) /prep/ : behalve, uitgezonderd
preter (preter) /prep/ : met inbegrip van
preter (preter) /adv/ : voorbij
prevenir /v/ : voorkómen, verhinderen, verhoeden
prevenir, ~ difficultates : moeilijkheden ondervangen
prevenir, ~ es melio que curar/remediar : voorkomen is beter dan genezen
prevenir /v/ : vóór zijn
prevenir /v/ : verwittigen, waarschuwen, inlichten, laten weten
prevenir, ~ le policia (policia) : de politie waarschuwen
previe /adj/ : voorafgaand, vorig, vroeger
previe, ~ deduction de costos : na aftrek van kosten
previe, ~ notitia : voorafgaande kennisgeving
previe, cognoscentias/cognoscimentos ~ : voorkennis
previe, stadio ~ : voorstadium
previe, reunion ~ : voorvergadering
previe, tractamento ~ : voorbehandeling
previe, le errores que nos ha jam indicate ~mente : de al eerder door ons gesignaleerde fouten
previe, sin ~ discussion : zonder van te voren een discussie te houden
primavera /sub/ : lente, voorjaar
primavera, ~ precoce : vroege lente
primavera, ~ tardive : late lente
primavera, messageros/indicios del ~ : voorboden van de lente
primavera, nascentia del ~ : ontluiken van de lente
primavera, al entrata del ~ : bij het begin van de lente
primavera, equinoctio de ~ : lentepunt
primavera, die/jorno de ~ : lentedag
primavera, vespere/vespera (vespera) de ~ : lenteavond
primavera, matino/matinata de ~ : lentemorgen/ochtend
primavera, verdura de ~ : lentegroen
primavera, flor de ~ : lentebloem
primavera, celo de ~ : lentehemel
primavera, mense de ~ : lentemaand
primavera, nocte de ~ : lentenacht
primavera, fragrantia/perfumo de ~ : lentegeur
primavera, pluvia de ~ : lenteregen
primavera, aere de ~ : lentelucht
primavera, sol de ~ : lentezon
primavera, canto de ~ : lentelied, lentezang
primavera, collection de ~ : voorjaarscollectie
primavera, butyro (butyro) de ~ : lenteboter
primavera, campania de ~ : voorjaarscampagne
primavera, offerta de ~ : voorjaarsaanbieding
primavera, feria de ~ : voorjaarsbeurs
primavera, moda de ~ : voorjaarsmode
primavera, offensiva de ~ : voorjaarsoffensief
primavera, saldos de ~ : voorjaarsopruiming
primavera /sub/ : BOTANICA sleutelbloem
prime /numeral ordinal/ : eerst
prime, ~ succurso : E.H.B.O.
prime, ~ incontro : kennismaking
prime, ~ dentatura : melkgebit
prime, ~ representation : première
prime, ~ violino : eerste viool
prime, ~ guerra mundial : eerste wereldoorlog
prime, ~ persona del singular : eerste persoon enkelvoud
prime, poner le auto(mobile) in ~ (velocitate) : de auto in z'n eerste zetten
prime, numero (numero) ~ : de auto in z'n eerste zetten
prime, materias ~ : grondstoffen
prime, a ~ vista : op het eerste gezicht
prime, de ~ ordine : eerste klas, voortreffelijk
prime, de ~ importantia : van het allergrootste belang
prime, in ~ loco, primo : in de eerste plaats, ten eerste
prime, de ~ mano : uit de eerste hand
prime, del ~ al ultime (ultime) : van de eerste tot de laatste
prime, ille joca in le ~ equipa : hij speelt in het eerste
prime, ~ ministro : eerste minister
prime, ~ juventute : prille jeugd
prime, ~ obrero : voorman
prime, al ~ occasion : bij de eerste gelegenheid
prime, al ~ opportunitate que se presenta : bij de eerste de beste gelegenheid
principal /adj/ : hoofd..., voornaamst, belangrijkst, eerst
principal, infirmera ~ : hoofdzuster
principal, currente ~ : hoofdstroom (van rivier; anque FIGURATE)
principal, axe ~ : hoofdas
principal, clausula ~ : hoofdbepaling
principal, ingrediente/componente ~ : belangrijkste bestanddeel, hoofdingrediënt
principal, porta/entrata ~ : hoofdingang
principal, locatario ~ : hoofdbewoner
principal, director ~ : hoofddirecteur, hoofdbestuurder
principal, direction ~ : hoofddirectie, hoofdbestuur
principal, maestro ~ : hoofdonderwijzer
principal, rolo/parte ~ : hoofdrol
principal, articulo ~ : hoofdartikel
principal, personage ~ : hoofdpersoon
principal, strata ~ : hoofdstraat
principal, phrase/proposition ~ : hoofdzin
principal, accento ~ : hoofdaccent
principal, occupation ~ : hoofdbezigheid
principal, objection ~ : hoofdbezwaar
principal, defecto ~ : hoofdgebrek
principal, film (A) ~ : hoofdfilm
principal, inspector ~ : hoofdinspecteur
principal, inspection ~ : hoofdinspectie
principal, agente ~ : hoofdagent
principal, agentia ~ : hoofdagentschap
principal, commissario ~ : hoofdcommissaris
principal, commissariato ~ : hoofdcommissariaat
principal, dica ~ : hoofddijk
principal, objecto ~ : hoofddoel
principal, contento ~ : hoofdinhoud
principal, characteristica ~ : hoofdkenmerk
principal, nave ~ : (van kerk) hoofdschip
principal, sede ~ : hoofdzetel, hoofdkantoor
principal, motivo ~ : hoofdmotief
principal, factor ~ : hoofdfactor
principal, officiero ~ : hoofdofficier
principal, differentia ~ : hoofdonderscheid
principal, causa ~ : hoofdoorzaak
principal, producto ~ : hoofdprodukt
principal, platto ~ : hoofdschotel
principal, regula ~ : hoofdregel
principal, station ~ : hoofdstation
principal, tribuna ~ : hoofdtribune
principal, alimento/nutrimento ~ : hoofdvoedsel
principal, condition ~ : hoofdvoorwaarde
principal, section ~ : hoofdafdeling
principal, cammino ~ : hoofdweg
principal, puncto ~ : kardinaal punt
principal, conducto/canal ~ : hoofdleiding/buis
principal, a titulo ~ : ten principale
principal /sub/ : hoofdzaak, voornaamste, belangrijkste
principal /sub/ : directeur, hoofd, chef
principal /sub/ : hoofdsom, kapitaal
prisa /sub/ : het grijpen, greep, vat, houvast
prisa, ~ de judo : judogreep
prisa, ~ lateral : kantengrip
prisa, haber ~ : houvast hebben
prisa /sub/ : CHIMIA het stollen, stolling
prisa /sub/ : prijs(schip), oorlogsbuit
prisa, ~ de chassa : jachtbuit
prisa /sub/ : aansluiting
prisa, ~ mascule : stekker
prisa, ~ triple : driewegstekker
prisa, ~ multiple (multiple) : stekkerdoos
prisa, ~ de currente : stopcontact
prisa, ~ de terra : aarding, aardleiding
prisa, ~ de antenna : aansluiting voor de antenne
prisa, ~ de aqua : tappunt
prisa, ~ de vapor : stoominlaat
prisa, ~ de tabaco : snuifje tabak
prisa, tabaco de ~ : snuiftabak
prision /sub/ : gevangenis
prision, ~ aperte : open gevangenis
prision, ~ cellular : cellulaire gevangenis
prision, ~ de stato : staatsgevangenis
prision, ~ subterranee : kerker
prision, guarda/guardator/guardiano de ~ : gevangenbewaarder, cipier
prision, mitter in ~ : gevangen zetten
prision, esser in ~ : in de gevangenis zitten
prision, evader del ~ : uit de gevangenis ontsnappen
prision, evasion del ~ : ontsnapping uit de gevangenis
prision, ~ preventive : voorlopige hechtenis
prision, director de ~ : gevangenisdirecteur
prision, medico de ~ : gevangenisarts
prision, personal de ~ : gevangenispersoneel
prision, predicante/pastor de ~ : gevangenispredikant/dominee
prision, pena de ~ : gevangenisstraf
prision, vestimentos de ~ : gevangeniskleren
prision, visita (visita) de ~ : gevangenisbezoek
prision, nutrimento de ~ : gevangeniskost
prision, duo annos de ~ : twee jaar gevangenisstraf
prision, esser condemnate a ~ : tot gevangenisstraf veroordeeld zijn
prision, compler su pena de ~ : zijn gevangenisstraf uitzitten
private /adj/ : privaat, privé, persoonlijk, particulier
private, persona ~ : privépersoon
private, lection ~ : privéles
private, interprisa ~ : particuliere onderneming
private, schola ~ : particuliere school
private, inseniamento ~ : particulier onderwijs
private, hospital ~ : particulier ziekenhuis
private, clinica ~ : privékliniek
private, officio/bureau (F) ~ : privékantoor
private, conversation ~ : privégesprek
private, uso ~ : privégebruik
private, proprietate ~ : privébezit
private, detective ~ : privédetective
private, collection ~ : privéverzameling
private, capital ~ : privékapitaal
private, avion ~ : privévliegtuig
private, camera ~ : privévertrek
private, vita ~ : privéleven
private, expensas/dispensas ~ : privéuitgaven, privébestedingen
private, initiativa ~ : particulier initiatief
private, derecto ~ : privaatrecht
private, de derecto ~ : privaatrechtelijk
private, conto ~ : privérekening
private, vista ~ : persoonlijke kijk/mening
private, patiente con camera (camera) ~ : klassepatiënt
private, consumo/consumption ~ : kleinverbruik
private, consumitor ~ : kleinverbruiker
private, adresse ~ : privéadres
private, audientia ~ : particuliere audiëntie
private, sector ~ : particuliere sector, privésector
private, in ~ : afzonderlijk, in het geheim
private, assecurar se privatemente : zich particulier verzekeren
private, prender un assecurantia ~ : zich particulier verzekeren
private, locar un camera (camera) in un casa ~ : bij particulieren een kamer huren
pro /sub/ : (het) voor
pro, examinar/considerar le ~ e le contra de un cosa : het voor en het tegen van iets afwegen
pro /prep/ : voor (niet tegen)
pro /prep/ : in ruil voor, in plaats van, voor
pro /prep/ : om
pro, io veni ~ travaliar : ik kom om te werken
pro, partir ~ Bilthoven : naar Bilthoven vertrekken
proba /sub/ : bewijs, bewijsstuk, bewijsmiddel
proba, ~ formal : formeel bewijs
proba, ~ palpabile/tangibile : tastbaar bewijs
proba, ~ irrefutabile : onweerlegbaar/hard bewijs
proba, ~ documental : op documenten gebaseerd bewijs
proba, ~ convincente/evidente : doorslaand bewijs
proba, ~ insufficiente : ontoereikend bewijs
proba, ~ apparente : schijnbewijs
proba, ~ testimonial/per testes : getuigenbewijs
proba, ~ directe : direct bewijs
proba, ~ indirecte : indirect bewijs
proba, ~ contrari : tegenbewijs
proba, ~ ontologic del existentia de Deo : ontologisch godsbewijs
proba, material de ~ : bewijsmateriaal
proba, medio de ~ : bewijsmiddel
proba, methodo (methodo) de ~ : bewijsmethode
proba, fornir/dar/subministrar ~s : bewijzen leveren
proba, adducer ~s : bewijzen aanvoeren
proba, infirmar un ~ : een bewijs ontzenuwen
proba, haber ~s : bewijzen hebben
proba, facer le ~ que : het bewijs leveren dat
proba, facer ~ de corage : moed tonen
proba /sub/ : toets, proef, proefneming
proba, ~ de frenage : remproef
proba, ~ de foco : vuurproef
proba, ~ atomic/nuclear : atoomproef
proba, ~ scripte : proefwerk
proba, ~ de laboratorio : laboratoriumproef
proba, cursa de ~ : proefrit
proba, banco de ~s : testbank, proefbank
proba, cabina/cubiculo de ~ : paskamer, pashokje
proba, tempore/periodo (periodo) de ~ : proeftijd, proefperiode
proba, viage de ~ : proefreis, proeftocht
proba, campo de ~ : proefveld
proba, volo de ~ : proefvlucht
proba, poner a ~ le fidelitate de un persona : iemands trouw op de proef stellen
proba, resister al ~ : de proef doorstaan
proba, a ~ de bomba : bomvrij
proba, a ~ de ballas : kogelvrij
proba, a ~ de incendio/de foco : brandvrij
proba, a ~ de aere : luchtdicht
proba, a ~ de aqua : waterdicht
proba, a ~ de acido : zuurbestendig
proba, a ~ de ruitos : geluiddicht
proba, a ~ de calor : hittebestendig
proba, a ~ de effraction : inbraakvrij
proba /sub/ : TYPOGRAPHIA, PHOTOGRAPHIA etc., drukproef, proef
proba, ~ prime/de impression : drukproef
proba, leger le ~s : de drukproeven lezen/corrigeren
proba, lectura del ~s : correctie van de drukproeven
proba, lector del ~s : corrector
proba /sub/ : THEATRO repetitie
proba, ~ general : generale repetitie
probabile /adj/ : bewijsbaar
probabile /adj/ : waarschijnlijk, vermoedelijk
probabile, causa ~ : vermoedelijke oorzaak
probabile, multo probabile : hoogstwaarschijnlijk
probar /v/ : bewijzen, aantonen
probar /v/ : beproeven, testen, toetsen, op de proef stellen
probar, ~ le fortuna : het geluk beproeven
probar /v/ : THEATRO repeteren
problema /sub/ : probleem, moeilijkheid, vraagstuk
problema, solver un ~ : een probleem oplossen
problema, ~ del alcoholismo : alcoholprobleem
problema, ~ del disoccupation : werkloosheidsvraagstuk
problema, ~ del allogios/habitationes : woningprobleem
problema, ~ del stercore : mestprobleem
problema, ~ de moneta : geldprobleem
problema, ~ racial : rassenvraagstuk/probleem
problema, ~ complexe : ingewikkeld vraagstuk
problema, ~ insolubile : onoplosbaar probleem/vraagstuk
problema, ~ spinose : heet hangijzer
problema, le clave del ~ : de oplossing van het probleem
problema, le fundo de un ~ : de kern van een probleem
problema, ~ clave : kernvraag, hamvraag, belangrijkste probleem
problema /sub/ : opgave, som, vraagstuk
problema, ~ mathematic/de mathematica : wiskundevraagstuk
problema, ~ arithmetic/de arithmetica : rekenkundig vraagstuk, (reken)som
problema, ~ de chacos : schaakprobleem
problematic /adj/ : problematisch, twijfelachtig, onzeker
problematic, situation ~ : problematische situatie
problematic, caso ~ : probleemgeval
problematic, le resultato es ~ : het resultaat is twijfelachtig
procession /sub/ : optocht, lange stoet, rij
procession, ~ nuptial : trouwstoet
procession, ~ allegoric : allegorische optocht
procession /sub/ : CATHOLICISMO processie, ommegang
procession, ~ solemne : plechtige ommegang
procession, ~ silente/silentiose : stille omgang
procession, ~ dansante : springprocessie
procession, facer un ~ : een processie houden
procession, exhiber le imagine del Virgine in ~ : het Mariabeeld in processie ronddragen
processo /sub/ : (ver)loop, (voort)gang, ontwikkeling, proces
processo, ~ de crescentia/de crescimento : groeiproces
processo, ~ de production : produktieproces
processo, ~ de fabrication : fabricageproces
processo, ~ de communication : communicatieproces
processo, ~ de assimilation : assimilatieproces
processo, ~ de maturation : rijpingsproces
processo, ~ de fermentation : fermentatieproces
processo, ~ de consolidation : consolidatieproces
processo, ~ de pace : vredesproces
processo, ~ digestive : verteringsproces
processo, ~ de disintegration : ontbindingsproces
processo, ~ de combustion : verbrandingsproces
processo, ~ de erosion : erosieproces
processo, ~ evolutive : ontwikkelingsproces
processo, ~ vital : levensproces
processo, ~ economic : economische ontwikkeling
processo, ~ creator/creative/de creation : scheppingsproces
processo, ~ curative/de curation : genezingsproces
processo, ~ pathologic/morbose : ziekteproces, ziekteverloop
processo, ~s synchrone : gelijktijdige processen
processo /sub/ : procédé, methode, procedure
processo, ~ de fabrication : bereidingswijze
processo, CHIMIA ~ hydrolytic : hydrolyseproces
processo /sub/ : ANATOMIA processus, uitsteeksel
processo, ~s spinal/del columna vertebral : uitsteeksels van de ruggegraat
processo /sub/ : JURIDIC proces, rechtsgeding, procedure
processo, ~ verbal : proces verbaal, protokol, akte
processo, ~ pendente : hangend proces
processo, rediger/establir un ~ verbal : een proces verbaal opmaken
processo, ~ civil : civiel proces
processo, ~ penal/criminal : strafproces, strafzaak
processo, simulacro de ~ : schijnproces
processo, pecia/documento del ~ : processtuk
processo, costos de ~ : proceskosten
processo, sin forma de ~ : zonder vorm van proces
processo, facer/intentar un ~ contra un persona : iemand een proces aandoen, een proces tegen iemand aanspannen
processo /sub/ : COMPUTATOR (data)verwerking, (data)processing
processo /sub/ : COMPUTATOR processor
processo, ~ de textos : tekstverwerker
processo, ~ central : centrale verwerker
processo, ~ graphic : grafische processor
pro domo /LATINO/ : pro domo, voor eigen gebruik, in eigen belang
producer /v/ : produceren, voortbrengen
producer, iste fabrica produce 24 000 bottilias per die/cata die : deze fabriek produceert 24 000 flessen per dag
producer, ~ in serie : in serie produceren
producer, ~ in massa : massaal produceren
producer /v/ : opbrengen, (op)leveren
producer /v/ : veroorzaken, teweegbrengen
producer, ~ un cambiamento : een verandering teweegbrengen
producer, ~ un sensation disagradabile : onaangenaam aandoen
producer /v/ : overleggen, tonen, laten zien
producer, ~ un carta de identitate : een identiteitsbewijs laten zien
producer, ~ un attestation/certificato medical : een doktersverklaring overleggen
producer /v/ : THEATRO, FILM, TELEVISION etc., produceren (financieren)
producer, ~ un emission de television : producer zijn van een televisieuitzending
producer, ~ un film (A) : een film produceren
producer, ~ un disco : een plaat produceren
production /sub/ : het produceren, produktie, het voortbrengen, voortbrenging
production, medios de ~ : produktiemiddelen
production, apparato de ~ : produktieapparaat
production, excesso/excedente/surplus (F) de ~ : produktieoverschot
production, processo de ~ : produktieproces
production, factor de ~ : productiefaktor
production, catena/linea de ~ : produktieketen/lijn
production, costos de ~ : produktiekosten
production, modello de ~ : produktiemodel
production, direction de ~ : produktieleiding
production, methodo (methodo) de ~ : produktiemethode
production, nivello de ~ : produktieniveau/peil
production, phase de ~ : produktiefase
production, hall (A) de ~ : produktiehal
production, anno de ~ : produktiejaar
production, capital de ~ : produktiekapitaal
production, cartel (A) de ~ : produktiekartel
production, possibilitates de ~ : produktiemogelijkheden
production, curva de ~ : produktiecurve/kromme
production, plano de ~ : produktieplan
production, programma de ~ : produktieprogram(ma)
production, evalutation/estimation/supputation del ~ : produktieraming
production, stadio de ~ : produktiestadium
production, statistica de ~ : produktiestatistiek
production, systema de ~ : produktiesysteem
production, augmento/augmentation del ~ : produktieverhoging
production, diminution/reduction del ~ : produktievermindering
production, technologia (technologia) de ~ : produktietechnologie
production, maniera/modo de ~ : produktiewijze
production, premio de ~ : produktiepremie
production, strategia (strategia) de ~ : produktiestrategie
production, direction de ~ : produktieleiding
production, director/chef (F) de ~ : produktieleider
production, ~ lactifere : melkproduktie
production, ~ de aciero : staalproduktie
production, ~ de carbon : (steen)kolenproduktie
production, ~ in massa : massaproduktie
production, ~ serial/in serie : serieproduktie
production, societate de ~ : produktiemaatschappij
production, cooperativa de ~ : produktiecoöperatie
production /sub/ : produktie, opbrengst
production, ~ de un terra : opbrengst van een stuk land
production /sub/ : óverlegging, het tonen
production, ~ de un carta de identitate : overlegging van een identiteitsbewijs
production /sub/ : THEATRO, FILM, TELEVISION etc., produktie
producto /sub/ : produkt, voortbrengsel
producto, ~ del industria : industrieprodukt
producto, ~s chimic : chemicaliën
producto, ~ de fission : splijtingsprodukt
producto, ~ finite/final : eindprodukt, afgewerkt produkt
producto, ~ secundari/derivate : bijprodukt
producto, ~ agricole/agricultural : landbouwprodukt
producto, ~ horticole : tuinbouwprodukt
producto, ~ lactee : melkprodukt
producto, ~ congelate : diepvriesprodukt
producto, ~ de substitution : vervangingsmiddel
producto, ~ de exportation : exportprodukt
producto, ~ antigelo : antivries(middel)
producto, ~ artificial : kunstprodukt
producto, ~ brute : bruto-opbrengst
producto, ~ nette : netto-opbrengst ECONOMIA
producto, Producto National Brute, PNB : Bruto Nationaal Produkt, adj P
producto, ~ de un cooperation stricte : produkt van een nauwe samenwerking
producto, lancear un nove ~ al mercato : een nieuw produkt op de markt brengen
producto /sub/ : MATHEMATICA produkt
producto, ~ continue/de plure factores : gedurig produkt
producto, ~ remarcabile : merkwaardig produkt
profession /sub/ : belijdenis, verklaring, CATHOLICISMO professie
profession, ~ de amicitate : vriendschapsbetuiging
profession, ~ de fide : geloofsbelijdenis
profession /sub/ : beroep, ambt, professie
profession, ~ paramedical : paramedisch beroep
profession, ~ de advocato : beroep van advocaat
profession, ~ liberal : vrij beroep
profession, ~ principal : hoofdberoep
profession, ille es medico de (su) ~ : hij is arts van beroep
profession, mendico de ~ : beroepsbedelaar
profession, delinquente de ~ : beroepsmisdadiger
profession, assassino de ~ : beroepsmoordenaar
profession, ~ supplementari : bijbaantje
profession, exercer un ~ : een beroep uitoefenen
professional /sub/ : beroeps(kracht), professional
professional, nove ~ : neoprof
professional, Syndicato del ~es del Arte Plastic, APAP : Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars, BBK
professional /adj/ : beroeps..., van/voor beroep
professional, occupationes/activitates ~ : beroepsbezigheden
professional, travalio/labor ~ : beroepswerk/arbeid
professional, formation ~ : beroepsopleiding
professional, schola ~ : school voor beroepsonderwijs
professional, inseniamento ~ : beroepsonderwijs
professional, deber/obligation ~ : beroepsplicht
professional, sport (A) ~ : beroepssport
professional, equipa ~ : beroepsploeg/elftal
professional, football (A) ~ : beroepsvoetbal
professional, boxator ~ : profbokser
professional, dansator ~ : beroepsdanser
professional, SPORT jocator ~ : beroepsspeler
professional, jocator ~ de football (A) : beroepsvoetballer
professional, actor ~ : beroepsspeler
professional, armea (armea) ~ : beroepsleger
professional, secreto ~ : beroepsgeheim
professional, violar le secreto ~ : het beroepsgeheim schenden
professional, ethica ~ : beroepsethiek
professional, politico ~ : beroepspoliticus
professional, soldato ~ : beroepssoldaat
professional, assassino ~ : beroepsmisdadiger
professional, aptitude ~ : beroepsbekwaamheid
professional, photographo (photographo) ~ : beroepsfotograaf
professional, categoria (categoria) ~ : beroepsgroep
professional, deformation ~ : beroepstic
professional, cantor/cantator ~ : beroepszanger
professional, maladia (maladia) ~ : beroepsziekte
professional, prestigio ~ : beroepsprestige
professional, juramento ~ : ambtseed
professional, delinquente ~ : beroepsmisdadiger
professional, mendico (mendico) ~ : beroepsbedelaar
professional, vita ~ : beroepsleven
professional, competentia ~ : vakbekwaamheid
professional, cognoscentia/cognoscimento ~ : vakkennis
professional, habilitate ~ : vakmanschap
professional, circulos ~ : vakkringen
professional, revista ~ : vakblad, vaktijdschrift
professor /sub/ : leraar, hoogleraar, professor
professor, ~ de lingua(s) : taalleraar
professor, ~ de canto : zangleraar
professor, ~ de piano : pianoleraar
professor, ~ de musica : muziekleraar
professor, ~ de designo : tekenleraar
professor, ~ universitari/de universitate : hoogleraar, professor
professor, ~ distracte : verstrooide professor
profito /sub/ : voordeel, profijt, baat, nut
profito, al ~ de : ten bate van
profito /sub/ : winst
profito, ~s eventual : eventuele winsten
profito, ~s excessive : buitensporige winsten
profito, margine de ~ : winstmarge
profito, saldo de ~ : winstsaldo
profito, repartition del ~s : winstdeling
profito, realisar ~s : winsten maken
profito, participar al/in le ~s : in de winsten delen
profito, participation al/in le ~s : aandeel in de winsten
profito, mi parte del ~ : mijn deel in de winst
profito, ~ commercial/mercantil : handelswinst
profito, ~s e perditas (perditas) : verlies en winst
profito, ~ nette : netto-winst
profito, ~ brute : bruto-winst
profito, ~ usurari : woekerwinst
profito, ~ de guerra : oorlogswinst
profito, privation de ~ : winstderving
profito, analyse (analyse) (-ysis) del costos e ~s : kosten-batenanalyse
pro forma /sub/ : pro forma, voor de vorm
pro forma, factura ~ : pro formafactuur
profunde /adj/ : diep, diepliggend ANATOMIA
profunde, arteria ~ : diepliggende ader
profunde, plaga ~ : diepe wond
profunde, armario ~ : diepe kast
profunde, silentio ~ : diepe stilte
profunde, le casa non es ~ : het huis is niet diep
profunde, penetrar profundemente : diep doordringen
profunde, respirar profundemente : diep ademhalen
profunde, reflecter profundemente : diep nadenken
profunde /adj/ : diep, diepgaand, grondig, diepzinnig
profunde, pensatas/pensamentos ~ : diepzinnige gedachten
profunde, studio ~ : grondige studie
profunde, signification ~ de un cosa : diepere betekenis van iets
profunde, con ~ respecto : met diepe eerbied
profunditate /sub/ : diepte, het diep zijn
profunditate, bomba de ~ : dieptebom
profunditate, ~ de un trenchea (trenchea) : diepte van een loopgraaf
profunditate, ~ de campo/de foco : scherptediepte
profunditate, qual es le ~ de ...? : hoe diep is ...?
programma /sub/ : programma
programma, ~ de un ceremonia official : programma van een officiële plechtigheid
programma, ~ de television : televisieprogramma
programma, ~ radiophonic/de radio : radioprogramma
programma, ~ de reformas : hervormingsprogramma
programma, ~ de excambio : uitwisselingsprogramma
programma, ~ de action : actieprogramma
programma, ~ de adjuta/de succurso : hulpprogramma
programma, ~ de lavage : wasprogramma
programma, un machina (machina) a lavar con dece ~s : een wasmachine met tien programma's
programma, ~ scholar : schoolprogramma, leerplan
programma, ~ de governamento : regeringsprogramma
programma, ~ de travalio/labor : werkprogramma
programma, ~ electoral : verkiezingsprogramma
programma, ~ politic : politiek programma
programma, ~ de partito : partijprogramma
programma, ~ social : sociaal programma
programma, ~ de urgentia : urgentieprogramma
programma, ~ de computator : computerprogramma
programma, ~ sportive : sportprogramma
programma, ~ cargate : druk programma
programma, musica de ~ : programmamuziek
progreder /v/ : vooruitgaan/komen, vorderen, vorderingen maken
progresso /sub/ : voorwaartse beweging, het zich uitbreiden
progresso, le ~ del incendio : het zich uitbreiden van de brand
progresso /sub/ : voortgang, vooruitgang, vordering, ontwikkeling
progresso, ~ industrial : industriële vooruitgang
progresso, ~ economic : economische vooruitgang
progresso, ~ explosive : onstuimige vooruitgang
progresso, ~ fulgurante : bliksemsnelle vooruitgang
progresso, facer ~s : vorderingen maken, vooruitgaan
progresso, il non ha necun ~ in le negotiationes : er zit geen voortgang in de onderhandelingen
progresso, ~ technic : vooruitgang van de techniek, technische vooruitgang
progresso, facilitar le ~ : de vooruitgang bevorderen
prohibir /v/ : verbieden, verhinderen, beletten
promissa /sub/ : belofte, toezegging, woord
promissa, ~ absolute : onvoorwaardelijke belofte
promissa, ~ de scout : padvindersbelofte
promissa, ~ de matrimonio/de maritage : huwelijksbelofte
promissa, ~ baptismal/de baptismo : doopbelofte
promissa, ~ preelectoral : verkiezingsbelofte
promissa, ~ verbal : mondelinge belofte
promissa, ~s false : loze beloften
promissa, le populo del ~ : het uitverkoren volk
promissa, tener/complir/mantener/realisar su ~ : zijn belofte houden/nakomen
promissa, mancar a/non complir su ~ : zijn belofte niet nakomen
promissa, retractar un ~ : een belofte herroepen/intrekken
promissa, renovar su ~ : zijn belofte hernieuwen
promissa, sigillar un ~ : een belofte bezegelen
promissa, ruptura de ~ : woordbreuk
promissa /sub/ : COMMERCIO promesse
promissa /sub/ : verloofde
promitter /v/ : een belofte doen, beloven, toezeggen
promitter, ~ un cosa a un persona : iemand iets beloven
promitter, ~ un grande recompensa : een hoge beloning uitloven
promitter, ~ montes e meravilias : gouden bergen beloven
promitter, ~ un recompensa : een beloning uitloven
promitter, terra promittite : beloofde land
promitter /v/ : beloven, voorspellen, (veel)belovend zijn
promitter, ~ un carriera brillante : een schitterende carrière voorspellen
promover /v/ : bevorderen, in rang verhogen
promover, ~ un colonello al grado de general : een kolonel tot generaal bevorderen
promover /v/ : bevorderen, stimuleren, aanmoedigen, aanzet geven tot
promover, ~ bon relationes : goede betrekkingen bevorderen
promover, ~ le incremento del production national : de groei van de nationale produktie bevorderen
pronunciar /v/ : uitspreken, verklaren, zeggen
pronunciar, ~ se contra/in favor de un persona : zich in iemands nadeel/voordeel uitspreken
pronunciar, ~ un sententia/condemnation : een uitspraak doen, een vonnis vellen, een veroordeling uitspreken
pronunciar, ~ un discurso : een redevoering houden
pronunciar, ~ un sermon : een preek houden
pronunciar, non ~ super (super) un cosa : zich over iets niet uitspreken, iets in het midden laten
pronunciar /v/ : uitspreken (articuleren)
pronunciar, ~ correctemente un parola : een woord goed uitspreken
pronunciation /sub/ : uitspraak (articulatie)
pronunciation, ~ correcte de Interlingua : correcte uitspraak van Interlingua
pronunciation, ~ erasmian : Erasmiaanse uitspraak
pronunciation, ~ defectuose : gebrekkige/slechte uitspraak
pronunciation, exercitios corrective de ~ : oefeningen ter verbetering van de uitspraak
pronunciation /sub/ : JURIDIC uitspraak (van rechter)
pronunciation /sub/ : proclamatie, manifest
pro patria /LATINO/ : pro patria, voor het vaderland
pro patria /LATINO/ : (adv/prep ) in de nabijheid, dichtbij, nabij
proponer /v/ : voorstellen, een voorstel doen (om te)
proponer /v/ : voorstellen, voorleggen, aanbieden
proponer, ~ un projecto : een plan opperen
proponer, ~ un suggestion : een suggestie inbrengen
proponer, ~ un alternativa : een alternatief inbrengen
proponer, ~ un successor : een opvolger voordragen
proponer, ~ modificationes : wijzigingen voorstellen
proponer, ~ se un cosa : iets van plan zijn, iets beogen
proponer, ~ se de facer un cosa : zich voornemen iets te doen
proponer, homine propone e Deo dispone : de mens wikt en God beschikt
proposition /sub/ : voorstel, initiatief, aanbod
proposition, ~ de lege : wetsvoorstel
proposition, ~ de governamento : regeringsvoorstel
proposition, ~ de pace : vredesvoorstel
proposition, ~ de compromisso : compromisvoorstel
proposition, ~ conciliatori/de conciliation : bemiddelingsvoorstel
proposition, ~ honeste : eerbaar voorstel
proposition, ~ dishoneste : oneerbaar voorstel
proposition, presentar un ~ : een voorstel indienen
proposition, acceptar/approbar un ~ : een voorstel aannemen/aanvaarden
proposition, repeller/repulsar/rejectar un ~ : een voorstel verwerpen
proposition, a ~ de : op voorstel van
proposition /sub/ : LOGICA propositie
proposition, logica del ~es : propositielogica
proposition /sub/ : MATHEMATICA stelling
proposition /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA zin, propositie
proposition, ~ principal : hoofdzin
proposition, ~ incidente/intercalari : tussenzin
proposition, ~ subordinate : bijzin
proposition, ~ affirmative/positive : bevestigende zin
proposition, ~ negative : ontkennende zin
proposition, ~ enunciative : verklarende zin
proposition, ~ conditional : voorwaardelijke bijzin
proprie /adj/ : geschikt, juist, passend, geëigend
proprie, le parola ~ : het juiste woord
proprie /adj/ : eigen, kenmerkend, persoonlijk, typisch
proprie, benes ~ : persoonlijk bezit
proprie, senso ~ : eigenlijke/letterlijke betekenis
proprie, nomine ~ : eigennaam
proprie, amor ~ : eigenliefde, eigendunk
proprie, movimento ~ de un astro : eigen beweging van een hemellichaam
proprie, haber qualitates ~ : specifieke eigenschappen hebben
proprie, de ~ initiativa, de mi/tu/su, etc. impulso : uit eigen beweging
proprie, per experientia ~ : uit eigen ervaring
proprie, le ~ laude pute : eigen roem stinkt
proprietate /sub/ : eigendom(srecht) (anque JURIDIC)
proprietate, derecto de ~ : eigendomsrecht
proprietate, ~ national/del stato : staatseigendom
proprietate, ~ communal/municipal : gemeenschapseigendom
proprietate, ~ legitime (legitime) : rechtmatige eigendom
proprietate, ~ particular/private : particulier eigendom, privé bezit
proprietate, ~ litterari : auteursrecht
proprietate, ~ intellectual : intellectuele eigendom
proprietate, ~ artistic : artistiek eigendom
proprietate, transmission del ~ : eigendomsoverdracht
proprietate, reciper in ~ : in eigendom verkrijgen
proprietate /sub/ : bezit, bezittingen
proprietate, communitate de ~ : gemeenschap van goederen
proprietate /sub/ : (land)goed, grondbezit, landerij
proprietate /sub/ : eigenschap, hoedanigheid
proprietate, ~s chimic : scheikundige eigenschappen
proprietate, ~s mechanic : mechanische eigenschappen
proprietate, ~ hereditari : erfelijke eigenschap
proque /adv/ : waarom
proque /conj/ : waarom
proque /conj/ : omdat
prosa /sub/ : proza
prosa, ~ narrative : verhalend proza
prosa, ~ rhythmic : ritmisch proza
prosa, ~ lyric : lyrisch proza
prosa, ~ poetic : poëtisch proza
prosa, ~ floride : bloemrijk proza
prosa, ~ administrative : ambtenarentaal
prosa, adaptation in ~ : prozabewerking
prosa, scriptor in ~ : prozaschrijver
prosa, scripto in ~ : prozageschrift
prosa, texto in ~ : prozatekst
prosa, poema in ~ : prozagedicht
prosa, traduction in ~ : prozavertaling
prosa, litteratura in ~ : prozaliteratuur
prosa, conto/narration in ~ : prozaverhaal
prosa, stilo de ~ : prozastijl
prosa, rhythmo del ~ : prozaritme
prosa, scriber in ~ : in proza schrijven
protection /sub/ : bescherming, beschutting, het beschermen, het beschutten
protection, ~ del ambiente (ecologic) : milieubescherming
protection, ~ del monumentos : monumentenzorg
protection, ~ del infantes : kinderbescherming
protection, ~ del animales : dierenbescherming
protection, ~ del natura : natuurbescherming
protection, ~ del derectos : rechtsbescherming
protection, ~ de convoyo (convoyo) : konvooibescherming
protection, ~ antiaeree : luchtbescherming
protection, ballon de ~ : sperballon
protection, mesuras de ~ : beschermende maatregelen
protection, rail/guarda de ~ : vangrails
protection, color de ~ : schutkleur
protection, masca/mascara (mascara) de ~ : beschermingsmasker, spuitmasker
protection, berillos de ~ : stofbril, veiligheidsbril, lasbril
protection, sin ~ : onbeschermd, onbeschut
protection /sub/ : bescherming, hulp, steun, protectie, beschermheerschap
protection, obtener un posto per ~ : een baan krijgen dankzij een kruiwagen
protection, sub le ~ de : onder protectie van
proteger /v/ : beschermen, beschutten
proteger, crema que protege le pelle : crème die de huid beschermt
proteger, ~ contra periculo : tegen gevaar beschermen
proteger, ~ le industria textile : tegen gevaar beschermen
proteger /v/ : begunstigen, bevorderen
proteger, ~ le artes : de kunsten begunstigen
proteger /v/ : veilig stellen, beveiligen, dekken
protestar /v/ : verklaren, betuigen, (plechtig) verzekeren
protestar, ~ su innocentia : zijn onschuld betuigen
protestar /v/ : COMMERCIO protesteren
protestar, facer ~ un littera (littera) de cambio : een wissel laten protesteren
protestar /v/ : protesteren, zich verzetten, opkomen (tegen), protest aantekenen
protesto /sub/ : protest, bezwaar
protesto, ~ public : openbaar protest
protesto, ~ silentiose : stil protest
protesto, movimento de ~ : protestbeweging
protesto, demonstration de ~ : protestdemonstratie
protesto, action de ~ : protestactie
protesto, littera (littera) de ~ : protestbrief
protesto, telegramma de ~ : protesttelegram
protesto, defilata de ~ : protestoptocht
protesto, reunion de ~ : protestbijeenkomst
protesto, meeting (A) de ~ : protestmeeting
protesto, exopero (exopero) de ~ : proteststaking
protesto, nota de ~ : protestnota
protesto /sub/ : JURIDIC, COMMERCIO protest
prova /sub/ : bewijs, bewijsstuk, bewijsmiddel
prova, ~ formal : formeel bewijs
prova, ~ palpabile/tangibile : tastbaar bewijs
prova, ~ directe : direct bewijs
prova, ~ convincente/evidente : doorslaand bewijs
prova, ~ irrefutabile : onweerlegbaar/hard bewijs
prova, ~ insufficiente : ontoereikend bewijs
prova, ~ apparente : schijnbewijs
prova, ~ legal : wettig bewijs
prova, ~ decisive : afdoend bewijs
prova, ~ indirecte : indirect bewijs
prova, ~ contrari : tegenbewijs
prova, ~ testimonial/per testes : getuigenbewijs
prova, ~ ontologic del existentia de Deo : ontologisch godsbewijs
prova, material de ~ : bewijsmateriaal
prova, medio de ~ : bewijsmiddel
prova, methodo (methodo) de ~ : bewijsmethode
prova, per manco de ~s : wegens gebrek aan bewijs
prova, haber ~s : bewijzen hebben
prova, fornir/dar/subministrar ~s : bewijzen leveren
prova, adducer ~s : bewijzen aanvoeren
prova, infirmar un ~ : een bewijs ontzenuwen
prova, facer le ~ que : het bewijs leveren dat
prova, facer ~ de corage : moed tonen
prova /sub/ : toets, proef, proefneming
prova, banco de ~s : testbank, proefbank
prova, cabina/cubiculo de ~ : paskamer, pashokje
prova, tempore/periodo (periodo) de ~ : proeftijd, proefperiode
prova, viage de ~ : proefreis, proeftocht
prova, campo de ~ : proefveld
prova, volo de ~ : proefvlucht
prova, ~ de foco : vuurproef
prova, ~ de frenage : remproef
prova, ~ atomic : atoomproef
prova, ~ de laboratorio : laboratoriumproef
prova, ~ scripte : proefwerk
prova, poner a ~ le fidelitate de un persona : iemands trouw op de proef stellen
prova, resister al ~ : de proef doorstaan
prova, a ~ de bombas : bomvrij
prova, a ~ de aere (aere) : luchtdicht
prova, a ~ de aqua : waterdicht
prova, a ~ de incendio/de foco : brandvrij
prova, a ~ de acido : zuurbestendig
prova, a ~ de ruitos : geluiddicht
prova, a ~ de balla : kogelvrij
prova, a ~ de calor : hittebestendig
prova, a ~ de effraction : inbraakvrij
prova /sub/ : TYPOGRAPHI, PHOTOGRAPHIA etc., drukproef, proef
prova, ~ prime/de impression : drukproef
prova, leger le ~s : de drukproeven lezen/corrigeren
prova, lectura del ~s : correctie van de drukproeven
prova, lector del ~s : corrector
provar /v/ : bewijzen, aantonen
provar, ~ un cosa scientificamente : iets wetenschappelijk bewijzen
provar /v/ : beproeven, testen, toetsen, op de proef stellen
provar, ~ le fortuna : het geluk beproeven
provider /v/ : vooruitzien, voorzieningen treffen
provider /v/ : zorgen voor, voorzien
provider, ~ de : voorzien van
provider, ~ de victualias : bevoorraden
provider, ~ de un cellario : onderkelderen
provider, ~ un elucidation : opheldering verschaffen
provider, ~ a un posto vacante : voorzien in een vacature
provider, obligation de ~ information : informatieplicht
provider, iste decision provide un precedente pro casos similar : informatieplicht
provider /v/ : in het onderhoud voorzien, verzorgen
provider, ~ a : onderhouden
provision /sub/ : het voorzien, voorziening, levering, toevoer
provision, ~ de viveres : levensmiddelenvoorziening
provision, ~ de aqua potabile : drinkwatervoorziening
provision /sub/ : voorraad, reserve
provision, ~es : (ook) levensmiddelen, mondvoorraad, proviand, leeftocht
provision, sacco a/de ~es : boodschappentas
provision, corbe/corbetta a/de ~es : boodschappenmand
provision, rete a/de ~es : boodschappennet
provision, facer ~es : voorraad opdoen
provisori /adj/ : tijdelijk, voorlopig, provisorisch, nood...
provisori, solution ~ : noodoplossing
provisori, ponte ~ : noodbrug
provisori, dica ~ : nooddam
provisori, governamento ~ : voorlopige regering
provisori, mesuras ~ : provisorische maatregelen
provisori, reparar un cosa provisorimente : iets provisorisch repararen
provisori /adj/ : JURIDIC provisioneel, voorlopig
provisori, detention ~ : voorlopige hechtenis
proxime (proxime) /adj/ : nabij(gelegen), naburig, naast(bijzijnd)
proxime (proxime), futuro ~ : nabije toekomst
proxime (proxime), parente ~ : naaste verwant
proxime (proxime), esser plus ~ al populo : dichter bij het volk staan
proxime (proxime), esser plus ~ al veritate : dichter bij de waarheid zijn
proxime (proxime) /adj/ : eerstvolgend, komend, aanstaand
proxime (proxime), lunedi ~ : aanstaande maandag
proxime (proxime), le septimana ~ : de volgende week
proxime (proxime), un ~ vice : een volgende keer
proxime (proxime) /adj/ onmiddellijk, direct PHILOSOPHIA
proxime (proxime), causa ~ : directe/onmiddellijke oorzaak
prudente /adj/ : voorzichtig, omzichtig, behoedzaam
prudente, valutation/estimation ~ : voorzichtige raming/schatting
prudente /adj/ : met inzicht, verstandig, wijs
prudente, un judicio/judicamento ~ : een bezonnen oordeel
public /adj/ : openbaar, algemeen, publiek, staats..., overheids...
public, ben ~ : openbaar welzijn
public, edificio ~ : openbaar gebouw
public, proprietate ~ : openbaar/publiek bezit
public, stabilimento/establimento ~ : openbare instelling
public, divertimento ~ : openbare vermakelijkheid
public, accusator ~ : openbare aanklager
public, adjudication ~ : openbare/publieke aanbesteding
public, vendita (vendita) ~ : openbare/publieke verkoping
public, cammino/via ~ : openbare weg
public, debita ~ : staatsschuld
public, assistentia ~ : bijstand, steun, ondersteuning
public, ordine ~ : openbare orde
public, tribuna ~ : publieke tribune
public, Ministerio Public : Openbaar Ministerie
public, sanitate ~ : openbare gezondheid
public, inseniamento/instruction ~ : openbaar onderwijs
public, transporto ~ : openbaar vervoer
public, labores/travalios/obras ~ : openbare werken
public, function ~ : overheidsfunctie
public, homine ~ : bekend persoon
public, interesse ~ : algemeen belang
public, opinion ~ : publieke opinie, openbare mening
public, relationes ~ : "public relations"
public, moneta ~ : gemeenschapsgeld
public, cargas ~ : gemene lasten
public, sector ~ : publieke sector
public, scandalo ~ : publiek schandaal
public, JURIDIC derecto ~ : publiek recht, staatsrecht
public, vergoniar publicamente un persona : iemand publiekelijk te schande maken
publicar /v/ : afkondigen, bekendmaken, openbaar maken
publicar /v/ : publiceren
publico /sub/ : de mensen, de bevolking
publico /sub/ : publiek, lezers, toeschouwers, toehoorders, bezoekers, goe gemeente
publico, ~ mixte : gemengd publiek
publico, ~ exigente : veeleisend/verwend publiek
publico, aperte/accessibile al ~ : toegankelijk voor het publiek
publico, iste film (E) es apte pro tote le ~s : deze film is geschikt voor alle leeftijden
publico, non apte pro un ~ tanto juvene : niet geschikt voor een zo jong publiek
publico, apparer in - : in het openbaar verschijnen
publico, parlar in ~ : in het publiek spreken
public relations /ANGLESE/ : public relations, contacten met het publiek
puera (puera) /sub/ : meisje
puera (puera), ~ de schola : schoolmeisje
puera (puera), schola de ~s : meisjesschool
puero (puero) /sub/ : jongen
puero (puero), ~ de schola : schooljongen
puero (puero), ~ de strata : straatjongen
puero (puero), schola de ~s : jongensschool
puero (puero), bicycletta de ~ : jongensfiets
puero (puero), lectura de ~ : jongenslectuur
puero (puero), vita de ~ : jongensleven
puero (puero), nomine de ~ : jongensnaam
puero (puero), visage/facie de ~ : jongensgezicht
pulmon /sub/ : long
pulmon, apice (apice)/summitate de ~ : longtop
pulmon, lobo del ~ : longkwab
pulmon, hilo del ~ : longhilus, longpoort
pulmon, cancere/carcinoma del ~(es) : longkanker
pulmon, tumor del ~ : longtumor/gezwel
pulmon, abscesso al ~ : longabces
pulmon, hemorrhagia (hemorrhagia) del ~ : longbloeding
pulmon, edema del ~ : longoedeem
pulmon, ~ de aciero : ijzeren long
pulmon, haber ~es debile : zwakke longen hebben
pulmon, examine del ~es : longonderzoek, borstonderzoek
pulmon, critar a plen ~es : luidkeels schreeuwen, zich de longen uit het lijf schreeuwen
pulsar /adj/ : (voort)duwen/stuwen/persen/blazen
pulsar, ~ un auto(mobile) : een auto aanduwen
pulsar, ~ un persona in un angulo : iemand in een hoek dringen
pulsar, ~ le pessulo al porta : de grendel op de deur schuiven
pulsar /adj/ : pulseren, ritmisch bewegen, trillen
pulsar /adj/ : kloppen (van hart/pols)
pulsar (pulsar) /sub/ : ASTRONOMIA pulsar
pulsata /sub/ : duw
pulvere /sub/ : stof
pulvere, ~ cosmic : kosmisch stof
pulvere, aspirator de ~ : stofzuiger
pulvere, morder le ~ : in het stof bijten
pulvere, jectar ~ in le oculos de un persona : iemand zand in de ogen strooien
pulvere, succuter le ~ de su calceos : het stof van zijn schoenen schudden
pulvere, remover le ~ : stof afnemen
pulvere, disfacer se/converter se in ~ : tot stof vergaan
pulvere, nubes de ~ : wolken stof
pulvere, tu es de ~ e in pulvere tu te convertera : van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren
pulvere /sub/ : poeder, slijpsel, stof (van metalen)
pulvere, ~ sternutatori/a sternutar : niespoeder
pulvere, ~ laxative : laxeerpoeder
pulvere, ~ vomitive : braakpoeder
pulvere, ~ purgative : purgeerpoeder
pulvere, ~ vulnerari : wondpoeder
pulvere, ~ abrasive/de smerilio/a polir : schuurpoeder, slijppoeder
pulvere, ~ a lavar : waspoeder
pulvere, ~ de auro : stofgoud
pulvere, ~ de magnesium (magnesium) : magnesiumpoeder
pulvere, ~ de diamante : diamantslijpsel
pulvere, ~ de carbon : steenkolengruis
pulvere, ~ de ligno/de serra : zaagsel
pulvere, ~ de levatura : bakpoeder
pulvere, ~ de lacte, lacte in ~ : melkpoeder
pulvere, sucro in ~ : poedersuiker
pulvere, cacao (cacao) in ~ : cacaopoeder
pulvere, chocolate {sj} in ~ : poederchocolade
pulvere, caffe in ~ : poederkoffie
pulvere, ovos in ~ : eipoeder
pulvere, tabaco in ~ : snuif(tabak)
pulvere, sapon in ~ : zeeppoeder
pulvere, extinctor a ~ : poederblusser
pulvere, reducer in/a ~ : poederblusser
pulvere /(/ : PHARMACIA etc., poeder
pulvere, cossinetto de ~ : (poeder)dons
pulvere /(/ : kruit, buskruit
pulvere, fabrica de ~ : kruitfabriek
pulvere, fumo de ~ : kruitdamp
pulvere, magazin de ~ : kruitkamer, kruitmagazijn
pulvere, barril de ~ : vaatje kruit, kruitvat
pulvere, ille non ha inventate le ~ : hij heeft het buskruit niet uitgevonden
pumpa /sub/ : pomp
pumpa, ~ de bicycletta : fietspomp
pumpa, ~ de circulation : circulatiepomp
pumpa, ~ de acceleration : acceleratiepomp
pumpa, ~ de compression : drukpomp
pumpa, ~ pneumatic/a/de aere : luchtpomp
pumpa, ~ a/de aere (aere) comprimite : perspomp
pumpa, ~ a/de alte pression : hogedrukpomp
pumpa, ~ aspirante/aspiratori : zuigpomp
pumpa, ~ aspirante e premente : zuigperspomp
pumpa, ~ hydraulic : hydraulische pomp
pumpa, ~ spiral : spiraalpomp
pumpa, ~ a/de mano : handpomp
pumpa, ~ con pedal : voetpomp
pumpa, ~ cardiac (cardiac) : hartpomp
pumpa, ~ centrifuge (centrifuge) : centrifugaalpomp
pumpa, ~ rotative : rotatiepomp
pumpa, ~ axial : axiaalpomp
pumpa, ~ thermic/thermal : warmtepomp
pumpa, ~ a piston : zuigerpomp
pumpa, ~ a siphon : hevelpomp
pumpa, ~ ionic : ionenpomp
pumpa, ~ elevatori : jaknikker
pumpa, ~ a/de aqua : waterpomp
pumpa, ~ a/de carburante : brandstofpomp
pumpa, ~ a/de benzina/gasolina : benzinepomp
pumpa, ~ a/de oleo : oliepomp
pumpa, ~ a/de/pro bira : bierpomp
pumpa, ~ minerari : mijnpomp
pumpa, ~ a incendio : brandpomp/spuit
pumpa, ~ Norton : nortonpomp
pumpa, aqua de ~ : pompwater
pumpa, bracio/manivella de ~ : pompzwengel
pumpa, valvula de ~ : pompklep
pumpa, cylindro de ~ : pompcilinder
pumpa, constructor de ~s : pompmaker
pumpa, piston de ~ : pompzuiger
pumpa, installation de ~s : pompinstallatie
pumpa, fabrica de ~s : pompenfabriek
pumpa, cellario del ~s : pompenkelder
pumpa, puteo de ~ : pompput
pumpa, capacitate del ~ : pompcapaciteit
pumpar /v/ : pompen
puncta /sub/ : spits, top, punt (puntig uiteinde van voorwerp)
puncta, ~ del digito (digito) : vingertop
puncta, ~ de agulia/aco : naaldpunt
puncta, ~ de turre : torenspits
puncta, ~ de sabla : sabelpunt
puncta, ~ de sagitta/flecha : pijlpunt
puncta, ~ del naso : neuspunt
puncta, ~ del iceberg (E) : puntje van de ijsberg
puncta, ~ de cultello : mespunt
puncta, ~ de sal : (mes)puntje zout
puncta, ~ de allio : teentje knoflook
puncta, ~ fin de un stilo (de graphite) : fijne punt van een potlood
puncta, ~ obtuse : stompe punt
puncta, barba in/a ~ : puntbaard
puncta, scarpas a ~s : spikes
puncta, (stilo a) puncta fin : fijnschrijver
puncta, martello a duo ~s : pikhamer
puncta, super (super) le ~ del pedes : op de tenen
puncta, finir/terminar in ~ : spits toelopen
puncta, arma a ~ : steekwapen
puncta, vulnere facite per un arma a ~ : steekwond
puncta, io ha le parola super (super) le ~ del lingua : het woord ligt mij op de tong
puncta, mangiar con le ~ del labios : met lange tanden eten
puncta, 2 : topindustrie
puncta, hora de ~ : spitsuur
puncta, hora de ~ del matino : ochtendspitsuur
puncta /sub/ : GEOGRAPHIA (land)punt, landtong
puncta /sub/ : steek, rake opmerking, pointe
puncto /sub/ : stip, punt (anque MUSICA, MORSE)
puncto, in anglese on usa un ~ decimal in loco de un comma : in het Engels gebruikt men een punt in plaats van een komma
puncto, poner le ~s super (super) le i(s) : de puntjes op de i zetten
puncto /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA interpunctieteken
puncto, ~ final : punt (aan het eind van een zin)
puncto, ~ e virgula/comma : puntkomma, kommapunt
puncto, duo ~s : dubbele punt
puncto, ~ de interrogation : vraagteken
puncto, ) poner/mitter (un) ~ final a un cosa : ergens een punt achter zetten
puncto, ~ de exclamation : uitroepteken
puncto /sub/ : punt, zaak, onderwerp, kwestie
puncto, ~ per ~ : punt voor punt, puntsgewijs
puncto, ~ de honor : erezaak
puncto, ~ capital : hoofdzaak
puncto, ~ critic/calde/calide : punt waar het om gaat, heet hangijzer
puncto, ~ debile : zwak punt
puncto, ~ de discussion : discussiepunt
puncto, ~ contentiose/litigiose/discutite/de disaccordo/de controversia/de dissension : geschilpunt
puncto, ~ de detalio : detailpunt
puncto /sub/ : MATHEMATICA, PHYSICA, CHIMIA, ASTRONOMIA, etc., punt, plaats
puncto, ~ luminose/de lumine/de luce : lichtpunt
puncto, ~ de appoio (appoio) : steunpunt
puncto, ~ de suspension : ophangpunt
puncto, ~ de ruptura : breekpunt
puncto, ~ morte : dood punt
puncto, ~ final : eindpunt
puncto, ~ de orientation : orienteringspunt, oriëntatiepunt
puncto, (~ de) junction : knooppunt
puncto, TECHNICA ~ de connexion : contact/(aan)sluitklem
puncto, ~ de partita : punt van vertrek, vertrekpunt, uitgangspunt
puncto, ~ strategic : strategisch punt
puncto, ~ de contacto : contactpunt
puncto, ~ radiante : radiatiepunt
puncto, ~ vernal : lentepunt
puncto, ~ de strangulation : bottleneck (in het verkeer)
puncto, ~ de vista : bottleneck (in het verkeer)
puncto, ~ de referentia/referimento : referentiepunt
puncto, le quatro ~s cardinal : de vier windstreken
puncto, ~ tangential/de tangentia : raakpunt
puncto, ~ de intersection : snijpunt
puncto, ~ de impacto : plaats van inslag
puncto, ~ giratori : draaipunt
puncto, ~ material : stoffelijk punt
puncto, esser al ~ : stipt (op tijd) zijn
puncto, esser super (super) le ~ de : op het punt staan om
puncto /sub/ : toestand, staat, maat, graad, moment
puncto, ~ de fusion : smeltpunt
puncto, ~ de ebullition : kookpunt
puncto, ~ de congelation : vriespunt
puncto, ~ de solidification : stol(lings)punt
puncto, ~ de saturation : verzadigingspunt
puncto /sub/ : (brei/naai)steek
puncto, ~ cruciate/de cruce/a cruce : kruissteek
puncto, ~ de crochet : haaksteek
puncto, ~ de catenetta : kettingsteek
puncto, ~ de feston : festonsteek, knoopsgatensteek
puncto, ~ de sutura : naaisteek
puncto, ~ de flanella : flanelsteek
puncto, ~ decorative : siersteek
puncto, ~ de zigzag : zigzagsteek
puncto /sub/ : SPORT punt
puncto, ganiar al/per ~s : op punten winnen
puncto, obtener le duo ~s : de beide punten behalen
punger /v/ : prikken, steken
punger, urticas (urticas) punge : brandnetels prikken
punger, ~ se con un spina : zich aan een doorn prikken
punger /v/ : pijn doen, bijten, branden
punir /v/ : straffen, bestraffen
punir, ~ un infante : een kind straffen
punir, ~ un infraction : een overtreding bestraffen
punir, ~ severmente : streng straffen
punition /sub/ : het bestraffen, straf, bestraffing
punition, ~ physic/corporal/corporee : lijfstraf
punition, ~ disciplinari : displinaire straf
punition, ~ juste : gerechte straf
punition, ~ rigorose/sever : zware straf
punition, ~ legier : lichte straf
punition, medio de ~ : strafmiddel
punition, imponer/infliger un ~ : een straf opleggen
punition, levar un ~ : een straf kwijtschelden
punition, suffrer un ~ : een straf ondergaan
pur /adj/ : rein, zuiver, louter, onvermengd, puur (anque FIGURATE)
pur, vino ~ : onversneden wijn
pur, un (cavallo de) ~ sanguine : een volbloed(paard)
pur, lana ~ : zuivere wol
pur, aere (aere) ~ : zuivere/niet vervuilde lucht
pur, aqua ~ : helder water
pur, auro ~ : zuiver goud
pur, celo ~ : heldere/onbewolkte hemel
pur, reputation ~ : onaangetaste reputatie
pur, animales ~ : reine dieren
pur, per ~ invidia : uit louter nijd
pur, per ~ compassion : uit louter medelijden
purpuree /adj/ : purperkleurig, purperen, purperrood
purpuree, hairon ~ : purperreiger
purpuree, salice (salice) ~ : kortwilg, bitterwilg
purpuree, habito (habito) ~ : purperen gewaad
purpuree, mantello/cappa ~ : purperen mantel
quadrate /adj/ : vierkant
quadrate, tabula ~ : vierkante tafel
quadrate, jardin ~ : vierkante tuin
quadrate, bandiera ~ : vierkante vla
quadrate, mento ~ : vierkante kin
quadrate, vela ~ : vierkant zeil, razeil
quadrate, centimetro (centimetro) ~ : vierkante centimeter
quadrate, radice ~ : vierkantswortel, kwadraatwortel
quadrate, numero (numero) ~ : kwadraatgetal
quadrate, bottilia ~ : kelderfles
quadrate, scriptura ~ : vierkant handschrift
quadrato /sub/ : vierkant
quadrato, ~ magic : magisch vierkant
quadrato /sub/ : MATHEMATICA kwadraat, vierkant, tweede macht
quadrato, numero (numero) al ~ : getal in het kwadraat
quadrato, elevar al ~ : kwadrateren
quadrato /sub/ : TYPOGRAPHIA vierkantje, kwadraat
quadrato /sub/ : bed (in tuin)
quadrato, ~ de lactuca : slabed
quadrato, ~ de verduras : groentebed
quadro /sub/ : lijst (van schilderij/spiegel, etc.), omlijsting, kader, raam
quadro, ~ del fenestra : raamkozijn
quadro, ~ a brodar : borduurraam
quadro, ~ de referentia : referentiekader
quadro, magazin de ~s : lijstenwinkel
quadro, in le ~ de : in het kader/raam van
quadro, ~ radiogoniometric : peilraam
quadro, mitter un photo(graphia (graphia)) in un ~ : een foto inlijsten
quadro, antenna a/de ~ : raamantenne
quadro, accordo ~ : raamakkoord
quadro, plano ~ : raamplan
quadro, lege ~ : raamwet, kaderwet
quadro, tractar un autor in le ~ de su epocha : een schrijver in het raam van zijn tijd behandelen
quadro, iste plano entra in le ~ del reforma general : dit plan valt in het kader van de algemene hervorming
quadro, le bosco es un ~ ideal pro un picnic : het bos is een ideale setting voor een piknik
quadro /sub/ : frame (van een fiets/bed)
quadro /sub/ : ruiten (bij het kaartspel)
quadro, asse de ~ : ruitenaas
quadro, rege de ~ : ruitenheer
quadro, dece de ~ : ruiten tien
quadro /sub/ : MILITAR kader
quadro /sub/ : staf, kader
quadro, formation de ~s : kaderopleiding
quadro, curso de formation de ~ : kadercursus
quadro, reunion del ~ : kadervergadering
quadro, entrar in le ~ : tot het kader/de staf toetreden
quadro /sub/ : bed (in tuin)
quadro, ~ de lactuca : slabed
quadro, ~ de verduras : groentebed
qual 1, ~ hora es il? : hoe laat is het?
qual 1 /pron interr pron adj / : pron interr welk(e), wat voor (een)
qual, 1 le ~ : welke, dewelke, hetwelk, die
qualcosa /pron indef/ : iets
qualcosa, ~ altere : iets anders
qualcosa, ~ de insolite (insolite) : iets bijzonders
qualcunque /pron indef/ : welke dan ook
qualcunque, de ~ maniera : hoe dan ook
qualcunque, a ~ offerta acceptabile : tegen elk aanemelijk bod
qualcunque, isto excede ~ description : dat gaat elke beschrijving te boven
qualcunque, ille non es uno/un persona ~ : hij is niet de eerste de beste, hij is niet zomaar iemand
qualcunque, esser preparate pro ~ cosa : op alle eventualiteiten voorbereid zijn
qualcunque, ille pote venir a/in ~ momento : hij kan elk moment komen
qualcunque, a ~ precio : tot elke prijs
qualitate /sub/ : kwaliteit, hoedanigheid, gesteldheid
qualitate, adverbio de ~ : bijwoord van hoedanigheid
qualitate, ~ del ambiente/milieu : gesteldheid van het milieu
qualitate, ~ del sono : geluidskwaliteit
qualitate /sub/ : eigenschap, functie, bevoegdheid, titel, aanzien
qualitate, ~ essential : hoofdeigenschap
qualitate, in ~ de : in de hoedanigheid van, als
qualitate, ~ de membro : lidmaatschap
qualitate, homine de ~ : man van aanzien
qualitate /sub/ : kwaliteit, waarde, 't goede
qualitate, ~ del vita : kwaliteit van het bestaan
qualitate, de melior ~ : kwalitatief beter, beter van kwaliteit
qualitate, de minor ~ : kwalitatief minder, van mindere kwaliteit
qualitate, vino de ~ : zeer goede wijn
qualitate, carne de prime ~ : eerste kwaliteit vlees
qualitate, ~ superfin : extrafijne kwaliteit
qualitate, de ~ superior : van uitmuntende kwaliteit, hoogwaardig
qualitate, de ~ inferior : van slechte kwaliteit
qualitate, controlo de ~ : kwaliteitscontrole
qualitate, jornal de ~ : kwaliteitskrant
qualitate, indicator de ~ : kwaliteitsaanduiding
qualque /pron indef/ : enige, enkele, een paar
qualque, in/a ~ parte : ergens
qualque, in ~ modo : in zekere mate
quando /conj/ : wanneer
quando, justo ~ : juist op het ogenblik dat
quando, io esseva un adolescente de dece-sex annos, ~ le guerra ha erumpite : ik was een knaap van zestien jaar, toen de oorlog
quando /adv/ : wanneer
quandocunque /adv/ : wanneer dan ook
quandocunque /conj/ : wanneer dan ook
quante /pron interr adjec/ : hoeveel
quante, ~ vices? : hoe vaak
quante, ~ tempore? : hoe lang?
quantitate /sub/ : hoeveelheid, grootheid, kwantiteit
quantitate, adverbio de ~ : bijwoord van hoeveelheid
quantitate, ~ vocalic : klinkerlengte
quantitate, in parve ~s : in kleine hoeveelheden
quantitate, in grande ~s : in grote hoeveelheden
quantitate, superpassar in ~ : in kwantiteit overtreffen
quantitate /sub/ : MATHEMATICA, PHYSICA grootheid
quantitate, ~ algebraic (algebraic)/algebric : algebraïsche grootheid
quantitate, ~ cognite (cognite)/date : bekende grootheid
quantitate, ~ incognite (incognite) : onbekende grootheid
quantitate, ~ variabile/mutabile : veranderlijke/variabele grootheid
quantitate, ~ invariabile/constante : onveranderlijke grootheid
quantitate, ~ integre (integre) : gehele grootheid
quantitate, ~s equal : gelijksoortige grootheden
quantitate, ~s proportional : evenredige grootheden
quantitate, ~ me(n)surabile : meetbare grootheid
quanto /sub/ : kwantum, onbepaalde hoeveelheid
quanto /sub/ : PHYSICA quant, quantum (quantum)
quanto, theoria (theoria) del ~s : quantentheorie, quantumtheorie
quanto /adv/ : hoe, hoezeer, hoeveel
quanto, ~ plus vetule tanto plus belle : hoe ouder hoe mooier
quanto, ~ costa isto? : hoeveel kost dit?
quanto, ~ calcula vos pro illo? : hoeveel rekent u daarvoor?
quanto, ~ ha tu mangiate? : hoeveel heb je gegeten?
quanto, ~ fuma tu? : hoeveel rook jij?
quanto, ~ a : wat betreft, over, betreffende
quanto, ~ a me : wat mij betreft, voor mijn part
quanto, dicer qualcosa ~ a su projectos : iets over zijn plannen zeggen
quanto, ~ pesa iste machina (machina)? : hoe zwaar is/hoeveel weegt deze machine?
quaranta /sub num card/ : veertig
quarte /num ord/ : vierde
quarte, le ~ parte : het vierde (deel)
quarte, le ~ stato : de vierde stand
quarte, matre ~ : betoudovergrootmoeder
quarte, patre ~ : betoudovergrootvader
quasi /adv/ : bijna, nagenoeg, zo goed als
quasi, ~ nigre : bij zwart af
quasi, ~ que : alsof
quasi, il es ~ sex horas : het loopt tegen zessen
quatro /sub num card/ : vier
quatro, pro ~ manos : voor vier handen
quatro, le ~ stationes : de vier jaargetijden
quatro, le ~ punctos cardinal : de vier windstreken
quatro, le ~ Grande Potentias : de Grote Vier
que /conj/ : dat
que, Io sape que il venira (venira) : Ik weet dat hij zal komen
que /conj/ : dan
que, minus (minus) belle que : minder mooi dan
que /pron interr adj/ : welk, wat
que, a ~ distantia? : hoever?
que, ~ hora es? : hoe laat is het?
que /pron rel/ : die, dat, welke
que, le lingua ~ io apprende : de taal die ik leer
que, lo ~ : dat wat, hetgeen
que, lo ~ io apprende es un lingua : wat ik leer is een taal
quecunque {ke-, kwe-} /pron rel/ : wat/welke dan ook, om het even wat/welke
querela /sub/ : klacht, weeklacht
querela /sub/ : JURIDIC aanklacht
querela /sub/ : twist, geschil, onenigheid, ruzie
querela, ~ de parolas : woordenstrijd
querela, ~ de familia : familietwist
querela, ~ inter fratres : broedertwist
querela, ~ inter vicinos : burenruzie
querela, ~ religiose : kerktwist
querela, ~ theologic/doctrinal : leergeschil
querela, ~ del investituras : investituurstrijd
querela, calmar un ~ : een twist/ruzie sussen
querela, regular un ~ : een geschil beslechten
querelar /v/ : twisten, ruzie maken
question /sub/ : vraag
question, ~ aperte : open vraag
question, ~ intempestive : ongepaste vraag
question, ~ indirecte : indirecte vraag
question, ~ rhetoric : retorische vraag
question, poner un ~ : een vraag stellen
question, responder a un ~ per un ~ : een tegenvraag stellen
question, ~ insidiose : strikvraag
question /sub/ : kwestie, probleem, geschil(punt)
question, ~ de confidentia : kwestie van vertrouwen
question, ~ pecuniari/de moneta : geldkwestie
question, ~ litigiose/de litigio : strijdvraag
question, ~ de bursa : beurskwestie
question, ~ de tempore : kwestie van tijd
question, ~ de gusto(s) : kwestie van smaak
question, ~ linguistic : taalkwestie
question, ~ fundamental : fundamentele kwestie
question, ~ pendente : hangende kwestie
question, ~ delicate : delicate kwestie
question, ~ spinose : netelige kwestie
question, ~ eterne : slepende kwestie
question, ~ racial : rassenkwestie
question, le persona in ~ : de betrokken persoon, de persoon in kwestie
question, le libro in ~ : het bewuste boek
question, discuter un ~ : een kwestie behandelen
question /sub/ : ondervraging op de pijnbank, foltering, pijniging
questionar /v/ : vraagtekens zetten bij, in twijfel trekken, aanvechten
questionar /v/ : (onder)vragen, vragen stellen aan
qui {ki, kwi} /pron interr/ : wie
qui, de ~ : van wie, wiens, wier
quiete /adj/ : vredig, rustig, kalm, bedaard, stil, zacht
quiete, sia ~! : wees stil!
quiete, sia ~ con le pedes! : hou je voeten stil!
quiete /sub/ : rust, stilte, kalmte
quiete, le ~ del mar : de rust van de zee
quiete, amar le ~ del familia : van de rust van het gezin houden
quiete, iste region spira ~ : deze streek ademt rust
quiete, disturbar le ~ public : de openbare rust verstoren
quinte /num ord/ : vijfde
quinte, le ~ parte : het vijfde (deel)
quinte, ~ columna/colonna : vijfde colonne
quinte, Carolo Quinte : Karel de Vijfde
quinte, in ~ loco : ten vijfde, in de vijfde plaats
quinte, le ~ rota del carrossa/del carro/del carretta : het vijfde wiel aan de wagen
quitantia /sub/ : kwitantie, kwijting, kwijtbrief
quitantia, timbro de ~ : kwitantiezegel
quitantia, quaderno de ~s : kwitantieboekje
quitantia, talon de ~ : kwitantiestrookje
quitantia, dar un ~ : een kwitantie geven
quitantia, facer un ~ : een kwitantie schrijven
quitantia, incassar un ~ : een kwitantie innen
quitar /v/ : ontheffen (van verplichting), JURIDIC, ECONOMIA kwiteren
quitar /v/ : verlaten, weggaan uit
quitar, ~ le governamento : uit de regering treden
quitar, ~ le solo : opstijgen (vliegtuig)
racia /sub/ : ras
racia, ~ human : mensenras
racia, ~ de negros : negerras
racia, ~ caucasian : Kaukasische/blanke ras
racia, ~ alpin : alpiene ras
racia, ~ felin : katteras
racia, ~ bovin : runderras
racia, (a)melioration del ~ bovin : rasveredeling van runderen
racia, ~ blanc/nigre/jalne : blanke/zwarte/gele ras
racia, ~ bastarde : bastaardras
racia, animal/bestia de ~ : rasdier
racia, cavallo de ~ : raspaard
racia, lucta del ~s : rassenstrijd
racia, fusion de ~s : rassenvermenging
racia, puressa de ~ : raszuiverheid
racia, de ~ pur : raszuiver, ras...
racia, can de ~ : rashond
radical /adj/ : tot de wortel behorend, wortel...
radical, folio ~ : wortelblad
radical /adj/ : POLITICA, MATHEMATICA etc., radicaal
radical, signo ~ : wortelteken
radical, axe ~ : machtlijn
radical, centro ~ : machtpunt
radical, partito ~ : radicale partij
radical, vocal ~ : stamklinker
radical, linguas ~ : radicale talen
radical, medicina/medicamento ~ : radicaal geneesmiddel
radical, curation ~ : grondige genezing
radical, modificationes ~ : ingrijpende veranderingen
radical, reforma ~ : radicale hervorming
radical, mesuras ~ : radicale maatregelen
radical /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA stamwoord, stamvorm
radical, vocal del ~ : stamklinker
radical, consonante del ~ : stammedeklinker
radical /sub/ : POLITICA, MATHEMATICA etc., radicaal
radical, ~ libere : vrije radicaal
radical, ~ acide : zuurrest
radice /sub/ : wortel
radice, ~ dental/dentari/de dente : tandwortel
radice, ~ de naso : neuswortel
radice, ~ tuberose : wortelknol
radice, ~ aeree : luchtwortel
radice, ~ principal : hoofdwortel
radice, ~ lateral : bijwortel
radice, extirpar un cosa usque al ~ : iets met wortel en tak uitroeien
radice /sub/ : FIGURATE wortel, oorsprong, uitgangspunt
radice, attaccar le mal a su ~ : het kwaad in de wortel aantasten
radice /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA wortel, stam, woordkern
radice /sub/ : MATHEMATICA wortel
radice, ~ quadrate/quadratic : vierkantswortel
radice, ~ cubic : derdemachtswortel
radice, extraher le ~ : worteltrekken
radice, extraction del ~ : het worteltrekken, worteltrekking
radice, determinar le ~s de un equation : de wortels van een vergelijking bepalen
radice /sub/ : radijs
radice, ~ nigre : rammenas
radice, fasce de ~s : bos radijs
radice, quadro/quadrato de ~s : radijsbed
radice, gusto de ~ : radijssmaak
radice, semine de ~ : radijszaad
radice, seminar ~s : radijs zaaien
radio (I) /sub/ : straal (van licht, etc.)
radio (I), ~ luminose/de lumine/de luce : lichtstraal
radio (I), ~ de luna : manestraal
radio (I), ~ solar/de sol : zonnestraal
radio (I), ~ actinic : actinische lichtstraal
radio (I), ~ de neutrones : neutronenstraal
radio (I), ~ incidente : invallende straal
radio (I), ~s infrarubie : infrarode stralen
radio (I), ~s cosmic : kosmische stralen
radio (I), ~s-X : X-stralen, röntgenstralen
radio (I), ~s alpha : alfastralen
radio (I), ~s gamma : gammastralen
radio (I), ~ laser (A) : laserstraal
radio (I), ~ de sperantia : straal van hoop
radio (I), corona de ~s : stralenkrans
radio (I), circumferer de ~s : omstralen
radio (I) /sub/ : ANATOMIA spaakbeen
radio (I) /sub/ : ZOOLOGIA vinstraal
radio (I) /sub/ : MATHEMATICA straal
radio (I), ~ de un circulo : straal van een cirkel
radio (I), ~ vector : radius vector, voerstraal
radio (I) /sub/ : radius, bereik
radio (I), ~ visual : gezichtskring
radio (I), ~ de action : actieradius, werkterrein, vliegbereik, vaarbereik, etc.
radio (I), intra un certe ~ : binnen een zekere radius
radio (I) /sub/ : spaak (van wiel)
radio (I), rota a ~s : spaakwiel
radio(II) /sub/ : radio, radio-omroep
radio(II), ~ scholar : schoolradio
radio(II), ~ de bordo : boordradio
radio(II), programma de ~ : radioprogramma
radio(II), auditor/ascoltator de ~ : radioluisteraar
radio(II), musica de ~ : radiomuziek
radio(II), orchestra del ~ : radio-orkest, omroeporkest
radio(II), concerto de ~ : radioconcert
radio(II), reporter (A) de ~ : radioreporter
radio(II), collaborator de ~ : radiomedewerker
radio(II), rubrica de ~ : radiorubriek
radio(II), apparato/receptor de ~ : radiotoestel
radio(II), communication per ~ : radioverbinding
radio(II), antenna de ~ : radio-antenne
radio(II), annunciator de ~ : radio-omroeper
radio(II), emission de ~ : radio-uitzending
radio(II), licentia de ~ : luistervergunning
radio(II), choral del ~ : radiokoor
radio(II), iets via de ~ verspreiden : diffunder un cosa per le radio
radio(II), audir un cosa per le ~ : iets via de radio horen
radio(II) /sub/ : radio(toestel)
radio(II), ~ de auto(mobile) : autoradio
radio(II), fabrica de ~s : radiofabriek
radio(II), fabricante de ~s : radiofabrikant
radio(II), fabrication de ~s : radiofabricage
radio(II), button de ~ : radioknop
radio(II), partes de ~ : radio-onderdelen
radio(II), connecter/aperir le ~ : de radio aandoen/aanzetten
radio(II), disconnecter/clauder le ~ : de radio uitdoen/afzetten
rango /sub/ : MILITAR gelid
rango, sortir del ~ : uit het gelid treden
rango /sub/ : plaats, rang, rangorde
rango, al prime/primer ~ : op de eerste rang
rango, ascender in ~ : in rang opklimmen
rango /sub/ : rang, stand
rango, differentias de ~ : standsverschillen
rango, de alte ~ : hooggeplaatst
rapide /adj/ : snel, vlug
rapide, traino ~ : sneltrein
rapide, tramvia (tramvia) ~ : sneltram
rapide, pulso ~ : snelle pols
pista ~, pellicula ~ : snelle/gevoelige film
pista ~, decision ~ : snelgenomen/snelle beslissing
pista ~, lectura ~ : haastige/vluchtige lezing
pista ~, medicina/medicamento ~ : snelwerkend medicijn
pista ~, tiro ~ : snelvuur
pista ~, a effecto ~ : snelwerkend
pista ~, ~ como le fulmine : bliksemsnel
pista ~, ~ como un sagitta : pijlsnel
rar /adj/ : zeldzaam, zelden, schaars, dungezaaid
rar, caso ~ : zeldzaam geval
rar, objecto ~ : zeldzaam voorwerp
rar, planta ~ : zeldzame plant
rar, visitatores ~ : zeldzame bezoekers
rar, le paneteros son ~ in iste quartiero : er zijn maar enkele bakkers in deze buurt
rar, terras ~ : zeldzame aardmetalen
rar, ave ~ : witte raaf
rar /adj/ : dun, niet dicht op elkaar staand
rar, capillatura ~ : dunne haardos
rar /adj/ : ongebruikelijk, vreemd, verbazingwekkend, buitengewoon
rasar /v/ : scheren, afscheren, gladscheren
rasar, ~ se le mustachio : zijn snorharen afscheren
rasar, crema a/de/pro ~ : scheercrème
rasar, corio/corregia a ~ : aanzetriem
rasar, villuto rasate : geschoren fluweel
rasar /v/ : slechten, met de grond gelijk maken
rasorio /sub/ : scheermes, scheerapparaat
rasorio, lamina (lamina) de ~ : scheermesje
rasorio, ~ de securitate : veiligheidsscheermes
rasorio, ~ electric : elektrisch scheerapparaat, shaver
rasorio, corio/corregia a ~ : scheerriem, aanzetriem
rata /sub/ : aandeel
rata, pagar le prime ~ : aanbetalen
rata, pagar per ~s : afbetalen
rata, pagamento per ~s : afbetaling
rata, in/per ~ : op afbetaling
ration /sub/ : rede, ratio
ration, ~ theoric/pur : theoretische/zuivere rede
ration /sub/ : rede, verstand, oordeel
ration, ~ human : menselijke rede, mensenverstand
ration, recovrar su ~ : zijn verstand terugkrijgen
ration, matrimonio/maritage de ~ : verstandshuwelijk
ration, dotate de ~ : met rede begaafd
ration, haber tote su ~ : bij zijn volle verstand zijn
ration, annos del ~ : jaren des onderscheids
ration /sub/ : oorzaak, reden, grond, drijfveer
ration, ~ de esser/de existentia : reden van bestaan
ration, haber mille ~es pro : alle aanleiding hebben om
ration /sub/ : gelijk
ration, haber ~ : gelijk hebben
ration, tu ha tote le ~ del mundo : je hebt schoon gelijk
ration, dar ~ a un persona : iemand gelijk geven
ration, 5 ~ social : firmanaam
ration /sub/ : argument, reden
ration, ~es sanitari/de sanitate : gezondheidsredenen
ration, ~es fundate : gegronde redenen
ration, ~ dominante : voornaamste reden
ration, pro iste/ille ~ : daarom, hierom
ration, con ~ : met reden
ration, adducer/allegar ~es : redenen aanvoeren
ration /sub/ : MATHEMATICA reden, verhouding
ration, a ~ de un dollar le hora : tegen de prijs van een dollar per uur
ration /sub/ : rantsoen, portie
ration, ~ de carne : portie vlees
ration, ~ supplementari : extrarantsoen
ration, ~ de reserva : noodrantsoen
ration, un ~ extra de verdura : een extra portie groente
rationar /v/ : redeneren, argumenteren
rationar, ~ per le absurdo : uit het ongerijmde redeneren
rationar /v/ : rantsoeneren, op rantsoen stellen
rationar, on ha comenciate a ~ le sucro : suiker ging op de bon
ratto /sub/ : ZOOLOGIA rat
ratto, ~ nigre : zwarte rat
ratto, ~ brun/del cloacas : bruine rat
ratto, ~ pestose : pestrat
ratto, ~ de aqua : waterrat
ratto, ~ de hotel : hotelrat
ratto, ~ de bibliotheca : boekenwurm
ratto, plaga/invasion de ~s : rattenplaag
ratto, nido de ~s : rattennest
ratto, veneno pro ~s : rattengif
ratto, trappa pro ~s : rattenval
ratto, morsura de ~ : rattenbeet
ratto, cauda de ~ : rattenstaart (anque soort vijl)
ratto, chassator {sj} de ~s : rattenjager/vanger
re /prep/ : betreffende, aangaande, over
re /sub/ : MUSICA re, de noot D
reaction /sub/ : reactie (anque MEDICINA, PHYSICA, PSYCHOLOGIA , CHIMIA etc.) reflex, respons
reaction, ~ chimic : scheikundige/chemische reactie
reaction, ~ endothermic : endotherme reactie
reaction, ~ nuclear/atomic : kernreactie
reaction, ~ irreversibile : onomkeerbare reactie
reaction, ~ catenari/in catena : kettingreactie
reaction, ~ de defensa : afweerreactie
reaction, ~ de pavor : schrikreactie
reaction, ~ affective : gevoelsreactie
reaction, action e ~ : actie en reactie
reaction, tempore/durata/duration de ~ : reactietijd/duur
reaction, velocitate de ~ : reactiesnelheid
reaction, provocar ~es : reacties opwekken
reaction, motor a/de ~ : straalmotor
reaction, turbina a/de ~ : straalturbine
reaction, avion a/de ~ : straalvliegtuig
reaction, bombardero a/de ~ : straalbommenwerper
reaction, propulsion per ~ : straalaandrijving
reaction, tubo de ~ : reageerbuisje
reaction /sub/ : POLITICA reactie, behoudende krachten, conservatieven
reaction, partito de ~ : conservatieve partij
real /adj/ : reëel, werkelijk, wezenlijk, tastbaar, echt
real, avantages ~ : tastbare voordelen
real, facto ~ : reëel feit
real, personage ~ : bestaande figuur
real, placer ~ : echt plezier
real, numero (numero) ~ : reëel getal
real, presentia ~ : werkelijke aanwezigheid
real /adj/ : JURIDIC zakelijk (tgov persoonlijk)
real, derecto ~ : zakelijk recht
real, imposto ~ : zakelijke belasting
real /sub/ : HISTORIA reaal
realitate /sub/ : realiteit, werkelijkheid
realitate, senso del ~(s) : realiteitszin/gevoel
realitate, conscientia del ~ : realiteitsbewustzijn/besef
realitate, iste representation non corresponde al ~ : dit is geen juiste voorstelling van zaken
realitate, le dur ~s del vita : de harde werkelijkheden van het leven
realitate, in ~ : inwerkelijkheid, in feite
realitate /sub/ : JURIDIC zakelijk karakter (tgov persoonlijk)
recente /adj/ : recent, kort geleden, nieuw, vers
recente, passato ~ : jongste verleden
recente, evento ~ : recente gebeurtenis
recente, de ~ construction : pas gebouwd
recente, casas de ~ construction : nieuwbouwhuizen
recente, lacte recentemente cocite : vers gekookte melk
recente, recentemente pingite! : nat!
receptaculo /sub/ : verzamelplaats, vergaarbak, container, stortvat
receptaculo, ~ de immunditias : vuilnisbak
receptaculo /sub/ : BOTANICA bloembodem
reciper /v/ : ontvangen, in ontvangst nemen, krijgen
reciper, ~ un littera (littera) : een brief ontvangen
reciper, ~ instructiones : instructies krijgen
reciper, ~ un colpo : een klap krijgen
reciper, ~ in presto de : lenen van
reclamo /sub/ : TYPOGRAPHIA custos, bladwachter
reclamo /sub/ : reclame
reclamo, ~ luminose : lichtreclame
reclamo, ~ per posta : postreclame, mailing
reclamo, ~ fallace/deceptive : misleidende reclame
reclamo, ~ non commercial : ideële reclame
reclamo, film (A) de ~ : reclamefilm
reclamo, folio de ~ : reclameblaadje
reclamo, officio de ~ : reclamebureau
reclamo, campania de ~ : reclamecampagne
reclamo, codice (codice) de ~ : reclamecode
reclamo, brochure (F) de ~ : reclamefolder
reclamo, truco/stratagema de ~ : reclamestunt
reclamo, imprimitos de ~ : reclamedrukwerk
reclamo, columna/colonna de ~ : reclamezuil
reclamo, pagina (pagina) de ~ : pagina de reclamo
reclamo, avion de ~ : reclamevliegtuig
reclamo, volo de ~ : reclamevlucht
reclamo, precio ~ : reclameprijs
reclamo, facer le ~ pro un cosa : reclame voor iets maken
recognition /sub/ : herkenning
recognition, choc de ~ : schok van de herkenning
recognoscer /v/ : herkennen, onderkennen, identificeren
recognoscer, ~ un loco : een plaats herkennen
recognoscer, io le recognosceva per su ambulatura : ik herkende hem aan zijn gang
recognoscer /v/ : erkennen
recognoscer, ~ le superioritate de un persona : iemands superioriteit erkennen
recognoscer, ~ un governamento : een regering erkennen
recognoscer, ~ le competentia de un tribunal : de bevoegdheid van een rechtbank erkennen
recognoscer, ~ su error : zijn fout/dwaling inzien
recognoscer, ~ un infante : een kind erkennen
recognoscer, ~ de jure le existentia de un stato : het bestaan van een staat de jure erkennen
recognoscer, installator recognoscite : erkend installateur
recognoscer /v/ : verkennen, onderzoeken
recognoscer, ~ un terreno : een terrein verkennen
recognoscer /v/ : dankbaar zijn, erkentelijk zijn
recommendar /v/ : aanbevelen, aanraden, adviseren
recommendar, ~ un producto : een produkt aanbevelen
recommendar, io te lo recommenda : dat kan ik je aanbevelen
recompensa /sub/ : vergoeding, schadeloosstelling
recompensa /sub/ : beloning
recompensa, ~ conveniente/appropriate : passende beloning
recompensa, ~ juste/meritate : juiste beloning
recompensa, ~ generose : royale/ruime beloning
recompensa, ~ condigne/ben meritate : welverdiende beloning
recompensa, promitter/offerer un ~ : een beloning uitloven
recompensa, reciper un ~ : een beloning krijgen
recompensa, in ~ de : als beloning voor
recompensar /v/ : vergoeden, schadeloosstellen
recompensar /v/ : belonen
recompensar, ~ con generositate : gul belonen
record /sub/ : record
record, ~ de velocitate : snelheidsrecord
record, ~ de altura/de altitude : hoogterecord
record, ~ mundial/del mundo : wereldrecord
record, ~ europee (europee) : Europees record
record, ~ olympic : Olympisch record
record, ~ de pista : baanrecord
record, ~ de patinage : schaatsrecord
record, ~ de durata/de duration : duurrecord
record, velocitate ~ : recordsnelheid
record, tempore ~ : recordtijd, toptijd
record, numero (numero) ~ : recordaantal
record, volo ~ : recordvlucht
record, cifra ~ : recordcijfer
record, temperatura ~ : recordtemperatuur
record, amonta/summa ~ : recordbedrag
record, visita ~ : recordbezoek
record, recolta ~ : recordoogst
record, anno ~ : recordjaar, topjaar
record, mense ~ : recordmaand, topmaand
record, consumo/consumption ~ : topverbruik
record, production ~ : recordproduktie
record, affluentia ~ : recorddrukte, topdrukte
record, tentativa de ~ : recordpoging
record, establir un ~ : een record vestigen
record, detener un ~ : een record hebben/houden
record, detentor de un ~ : recordhouder
record, batter un ~ : een record slaan/breken/verbeteren
record, pulverisar un ~ : een record vermorzelen
record, pulverisation de un ~ : vermorzeling van een record
record, le hiberno de 1963 ha battite tote le ~s : de winter van 1963 sloeg alle records
recte /adj/ : recht (niet gebogen)
recte, linea ~ : rechte lijn
recte, angulo ~ : rechte hoek
recte, latere de angulo ~ : rechthoekszijde
recte, formar un angulo ~ : rechthoekig op elkaar staan
recte, ascension ~ : rechte klimming
recte /adj/ : rechtvaardig
rectificar /v/ : rectificeren, rechtzetten, herstellen, corrigeren
rectificar, ~ un procedura : een procedure rectificeren
rectificar, ~ un error : een vergissing herstellen
rectificar, ~ un omission : een verzuim goedmaken
rectificar /v/ : CHIMIA rectificeren, verder zuiveren
rectificar, ~ alcohol : alcohol verder zuiveren
rectificar /v/ : ELECTRICITATE gelijkrichten
redaction /sub/ : het redigeren, het opstellen, opstelling, redactie
redaction /sub/ : redactie, de redacteuren
redaction, secretario de ~ : redactiesecretaris
redaction, reunion del ~ : redactievergadering
redaction, membro del ~ : redactielid
redaction, tabula de ~ : redactietafel
redaction /sub/ : redactie (gebouw, kamer)
rediger /v/ : redigeren, (op)stellen, schrijven, opmaken
rediger, ~ un brochure : een brochure samenstellen
rediger, ~ un processo verbal : een proces verbaal opmaken
rediger /v/ : redigeren, de redactie voeren van
reducer /v/ : terugbrengen (tot), verminderen, verkleinen, reduceren
reducer, ~ le precios : de prijzen afslaan/verlagen
reducer, ~ al minimo (minimo) : tot een minimum terugbrengen
reducer, ~ le effortio : de krachtsinspanning verminderen
reducer, ~ le pression : de druk verminderen
reducer, ~ un cosa a su proportiones real : iets tot zijn ware proporties terugbrengen
reducer, ~ le expensas : de uitgaven besnoeien
reducer, ~ le inflation : de inflatie terugdringen
reducer, ~ le (intensitate del) luce(s)/lumine(s) : dimmen
reducer, ~ in morsellos : kleinmaken, fijnmaken
reducer, ~ le passo : de gang vertragen
reducer, iste berillos reduce : deze bril verkleint
reducer /v/ : brengen (tot), dwingen (tot)
reducer, ~ al sclavitude : knechten, onderwerpen
reducer, ~ al mendicitate/al miseria : tot de bedelstaf brengen
reducer, ~ un persona al silentio : iemand het zwijgen opleggen, iemand tot zwijgen brengen
reducer /v/ : terugbrengen, omzetten
reducer, ~ un fraction : een breuk herleiden/vereenvoudigen
reducer, ~ fractiones al mesme denominator : breuken onder dezelfde noemer brengen, breuken gelijknamig maken
reducer, ~ in pulpa : tot moes maken
reducer, ~ a/in pulvere : tot stof doen vergaan, vernietigen
reducer /v/ : MEDICINA zetten (been)
reducer, ~ un fractura : een beenbreuk zetten
reducer /v/ : CHIMIA reduceren
reduction /sub/ : vermindering, verkleining, verlaging, verkorting, korting, reductie
reduction, ~ del disconto : discontoverlaging
reduction, ~ de precios : prijsverlaging
reduction, ~ de pena : strafvermindering
reduction, ~ del expensas : bestedingsbeperking
reduction, ~ de salario : loonsverlaging
reduction, ~ del luce/del lumine : het dimmen
reduction, ~ del horas de travalio/de labor : arbeidstijdverkorting
reduction, ~ del demanda : vermindering van de vraag
reduction, ~ del proportiones : schaalverkleining
reduction, division de ~ : reductiedeling
reduction, carta de ~ : kortingskaart
reduction, commutator pro le ~ del luce/del lumine : dimschakelaar
reduction, dar/conceder un ~ : een reductie toestaan
reduction /sub/ : voorwerp op verkleinde schaal, verkleining
reduction /sub/ : terugbrenging, herleiding, omrekening
reduction, tabella de ~ : herleidingstabel
reduction, formula de ~ : herleidingsformule
reduction /sub/ : MEDICINA zetting (been), inbrenging, induwing
reduction /sub/ : CHIMIA reductie
reduction, reaction de ~ : reductiereactie
reduction /sub/ : MATHEMATICA herleiding
reduction, ~ de un fraction : vereenvoudiging van een breuk
refusar /v/ : weigeren, afwijzen, afslaan
refusar, ~ de obedir : weigeren te gehoorzamen
refusar, ~ de accompaniar un persona : weigeren met iemand mee te gaan
refusar, ~ un candidato : een kandidaat afwijzen
refusar, esser refusate a un examine : afgewezen worden, zakken voor een examen
refusar, ~ un invitation : een uitnodiging afslaan
refusar, ~ un offerta : een aanbod afslaan
refusar, ~ un succession : een nalatenschap verwerpen
regal /adj/ : koninklijk, konings...
regal, familia ~ : koninklijke familie
regal, dynastia (dynastia) ~ : koningsdynastie
regal, par ~ : koningspaar
regal, titulo ~ : koninklijke titel, koningstitel
regal, decreto ~ : koninklijk besluit
regal, missiva ~ : koninklijk schrijven
regal, autoritate ~ : koninklijk gezag
regal, poter ~ : koningsmacht
regal, palatio ~ : koninklijk paleis
regal, diadema ~ : koninklijke diadeem
regal, bibliotheca ~ : koninklijke bibliotheek
regal, casa ~ : koninklijk huis, koningshuis
regal, corona ~ : koningskroon
regal, prerogativa ~ : regaal voorrecht
regal, sceptro ~ : koningsstaf
regal, filio ~ : koningszoon
regal, tumba ~ : koningsgraf
regal, tigre ~ : koningstijger
regal, aquila ~ : koningsadelaar
regal, pinguin ~ : koningspinguin
regal, aqua ~ : koningswater
regal, standardo ~ : koninklijke standaard/vlag
regal, obtener le approbation/autorisation ~ : de koninklijke goedkeuring krijgen
regal /sub/ : koninklijk recht of privilege
regal, ~es : regalia, regaliën
regalo /sub/ : onthaal, tractatie, gastmaal, feest
regalo, esser un ~ pro le oculos : een lust voor het oog zijn
regalo, esser un ~ pro le aure : een streling voor het oor zijn
rege /sub/ : koning
rege, ~ tsigan : zigeunerkoning
rege, ~ del tiratores : schutterskoning
rege, ~ sin corona : ongekroonde koning
rege, le ~ del ~s : de koning der koningen
rege, coronar un ~ : een koning kronen
rege, in nomine del ~ : in naam des konings
rege /sub/ : JOCO DE CARTAS koning, heer
rege, ~ de quadro : ruitenheer
rege /sub/ : CHACO koning
rege, pedon del ~ : koningspion
rege, ala del ~ : koningsvleugel
rege, chaco {sj} al ~! : de koning schaak!
rege, mitter le ~ in chaco : de koning schaak zetten
reger /v/ : regelen
reger /v/ : regeren, besturen
reger /v/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA regeren
reger, iste prepositiones rege le accusativo : deze voorzetsels regeren de vierde naamval
reger, le regulas que rege le construction del phrase : de regels die aan de zinsbouw ten grondslag liggen
regina /sub/ : (anque CHACO) koningin
regina, ~ matre : koningin moeder
regina, esser tractate como un ~ : als een koningin behandeld worden
regina, (que) vive le ~! : leve de koningin!
regina, titulo de ~ : koninginnetitel
registrar /v/ : in een register opnemen, registreren, inschrijven, boeken
registrar, ~ super (super) discos : op de plaat zetten
registrar, ~ un littera (littera) : een brief aantekenen
registrar, littera (littera) registrate : aangetekende brief
registrar, ~ resultatos : resultaten boeken
registro /sub/ : register, lijst, boek, inhoudsopgave
registro, ~ criminal/penal : strafregister
registro, ~ commercial/mercantil/del commercio : handelsregister
registro, ~ catastral : grondregister, kadaster
registro, ~ del impostos : belastingkohier
registro, ~ del matrimonios/del maritages : huwelijksregister
registro, ~ del nascentias : geboortenregister
registro, ~ del baptismos : doopregister
registro, ~ del population : bevolkingsregister
registro, ~ del hypothecas : hypotheekregister
registro, ~ del obligationes : obligatieregister
registro, ~ del guilda : gildeboek
registro, ~ del stato civil : register van de burgelijke stand
registro, ~ genealogic : geslachtsregister
registro, ~ de bordo/maritime/nautic : scheepsregister
registro, ~ de reclamationes : klachtenboek
registro, ~ de reception : gastenboek (in hotel)
registro /sub/ : orgelregister
registro /sub/ : MUSICA register (deel van de toonomvang van een instrument/stem)
registro, ~ del voce : stemregister
registro, ~ basse del clarinetto : laag register van de klarinet
registro, button de ~ : registerknop
registro, tirar tote le ~s : alle registers opentrekken
registro /sub/ : regelschuif, klep (in oven/kachel, etc.) trekschuif
registro /sub/ : TYPOGRAPHIA register
regno /sub/ : regering, bewind, bestuur
regno, le ~ de Napoleon : de regering van Napoleon
regno, sub/durante le ~ de Juliana : onder de regering van Juliana
regno /sub/ : koninkrijk, rijk
regno, ~ animal : dierenrijk
regno, ~ vegetal : plantenrijk
regno, ~ floral : bloemenrijk
regno, ~ mineral : delfstoffenrijk
regno, ~ de Deo : Godsrijk
regno, ~ celeste/del celo : koninkrijk der hemelen
regno, ~ millenari : duizendjarig rijk
regno, Regno Unite de Grande Britannia e Irlanda del Nord : Verenigd Koninkrijk van Groot Britannië en Noord-Ierland
regratiar /v/ : danken, bedanken, zijn dankbaarheid tonen voor
regratiar, nos regratia le publico pro su attention : wij danken het publiek voor de aandacht
regret /sub/ : spijt, berouw
regret, plen de ~ : vol spijt
regret, exprimer su ~es a un persona : iemand zijn leedwezen betuigen
regrettar /v/ : het verlies betreuren, terug verlangen naar, missen
regrettar, nos regrettara su absentia : node zullen wij hem missen
regrettar, ~ su juventute : terug verlangen naar zijn jeugd
regrettar /v/ : betreuren, spijt hebben van
regrettar, ~ un error : een vergissing betreuren
regrettar, tu va ~ lo : daar zul je spijt van krijgen
reguardar /v/ : kijken naar, (be)kijken
reguardar, ~ le horologio : op zijn horloge kijken
reguardar, ~ un persona fixemente : iemand strak aankijken
reguardar, ~ fixemente ante se : strak voor zich uitkijken
reguardar /v/ : beschouwen, bekijken, letten op
reguardar, ~ como : beschouwen als
reguardar /v/ : betreffen, aangaan
reguardar, isto non me reguarda : dat gaat me niet aan, dat is ver van mijn bed
reguardo /sub/ : het kijken, blik
reguardo, a prime ~ : op het eerste gezicht
reguardo, ~ diffidente : argwanende blik
reguardo, ~ frigide : koude blik
reguardo, ~ malevole/malevolente : boosaardige blik
reguardo, ~ interrogatori : vragende blik
reguardo, ~ penetrante : doordringende blik
reguardo, ~ accusatori : beschuldigende blik
reguardo, ~ amical : vriendelijke blijk
reguardo, ~ inamical : onvriendelijke blik
reguardo, ~ imperative/imperiose : gebiedende blik
reguardo, ~ dominator : heersersblik
reguardo, ~ incisive : vlijmscherpe blik
reguardo, ~ anxiose : angstige blik
reguardo, ~ inexpressive : uitdrukkingsloze blik
reguardo, ~ fixe : strakke blik
reguardo, ~ oblique : zijdelingse blik
reguardo, ~ furtive/subrepticie : steelse/verholen blik
reguardo, ~ luminose : stralende blik
reguardo, ~ confidente : blik vol vertrouwen
reguardo, ~ de intelligentia : blik van verstandhouding
reguardo, ~ aquilin : arendsblik
reguardo, ~ timide : schuchtere blik
reguardo, ~s lascive/concupiscente : wellustige blikken
reguardo, ~ sever : strenge blik
reguardo, ~ distracte/absente : afwezige blik
reguardo, ~ de reproche : verwijtende blik
reguardo, ~ scrutator : vorsende blik
reguardo, con le ~ perdite : met de blik op oneindig
reguardo, attraher tote le ~s : veel bekijks hebben
reguardo /sub/ : zorg, aandacht, egard
reguardo, sin ~ de : ongeacht, zonder rekening te houden met
regula /sub/ : regel, voorschrift, richtsnoer
regula, ~s del joco : spelregels
regula, ~ del avantage : voordeelregel
regula, ~s del grammatica : spraakkunstregels
regula, ~ de orthographia (orthographia) : spellingregel
regula, ~ de conducta/comportamento : gedragsregel
regula, ~ de selection : selectieregel
regula, ~ de vita : levensregel
regula, ~ de derecto : rechtsregel
regula, ~ mnemonic : ezelsbruggetje
regula, ~ fundamental : grondregel
regula, ~ principal : hoofdregel
regula, ~ monachal/monastic/claustral/religiose : kloosterregel, orderegel, ordevoorschrift
regula, le exceptiones confirma le ~ : de uitzonderingen bevestigen de regel
regula, respectar/observar le ~s : de regels in acht nemen, zich aan de regels houden
regula, secundo tote le ~s del arte : volgens alle regels van de kunst
regula /sub/ : MATHEMATICA bewerking, regel
regula, le quatro ~ : de vier hoofdbewerkingen
regula, ~ de tres : regel van drieën
regula /sub/ : liniaal, meetlat, duimstok
regula, ~ de calculo : rekenliniaal
regula, ~ de designo : tekenliniaal
regula, ~ adjustabile : stelliniaal
regula, 4 ~s : menstruatie
regular /adj/ : regelmatig, volgens de regels, volgens de normen, volgens de wet
regular, verbo ~ : regelmatig werkwoord
regular, versos ~ : gebonden verzen
regular, vita ~ : geregeld leven
regular /adj/ : regelmatig, gelijkmatig, met vaste tussenpozen plaats hebbend of bewegend
regular, pulso ~ : regelmatige pols(slag)
regular, progresso ~ : gestadige vooruitgang
regular, taxi de servicio ~ : lijntaxi
regular, volo ~ : lijnvlucht
regular, respiration ~ : regelmatige ademhaling
regular, pulso ~ : regelmatige pols(slag)
regular, scriptura ~ : regelmatig handschrift
regular, a intervallos ~ : op gezette tijden
regular /adj/ : nauwkeurig, stipt
regular /adj/ : RELIGION, MILITAR regulier, geregeld
regular, armea (armea) ~ : geregeld leger
regular, truppas ~ : geregelde troepen
regular, clero ~ : reguliere geestelijkheid, ordegeestelijken
regular /v/ : onderstrepen, strepen trekken (onder)
regular /v/ : regelen, vaststellen, bepalen, organiseren
regular, ~ su jorno : zijn dag indelen
regular, ~ le circulation/le traffico : het verkeer regelen
regular, mania de ~ : regelzucht
regular /v/ : regelen, bijstellen, aanpassen
regular, ~ un motor : een motor afstellen
regular, ~ le frenos : de remmen stellen
regular /v/ : regelen, vereffenen, afwikkelen, bijleggen
regular, ~ un querela/un litigio : een geschil beslechten
relation /sub/ : relaas, verslag, verhaal, bericht
relation, ~ de viage : reisverslag, reisverhaal
relation, interrumper su ~ : zijn relaas onderbreken
relation, facer ~ de : verslag doen van
relation /sub/ : relatie, betrekking, verband, verhouding
relation, le ~ inter le duo eventos : de samenhang van de twee gebeurtenissen
relation, ~ causal : causaal/oorzakelijk verband
relation, ~ de parentato : verwantschapsbetrekking
relation, in ~ con, con ~ a : in relatie tot
relation /sub/ : omgang, verkeer, betrekking, relatie
relation, ~es amorose : liefdesbetrekkingen
relation, ~es sexual : sexuele omgang
relation, ~es extramarital : overspel
relation, ~es de amicitate : vriendschappelijke betrekkingen
relation, ~es cordial : hartelijke betrekkingen
relation, ~es diplomatic : diplomatieke betrekkingen
relation, ~es cultural : culturele betrekkingen
relation, ~es human : intermenselijke betrekkingen
relation, ~es politic : politieke betrekkingen
relation, ~es public : public relations
relation, ~es de familia : familiebetrekkingen
relation, ~es de travalio/de labor : arbeidsverhoudingen
relation, ~es epistolari : briefwisseling
relation, ~ fixe/stabile : vaste relatie
relation, circulo de ~es : kennissenkring
relation, entrar in ~es con : relaties aanknopen met
relation, mantener bon ~es con : goede betrekkingen onderhouden met
relative /adj/ : relatief, betrekkelijk
relative, humiditate ~ : relatieve vochtigheid
relative, majoritate ~ : relatieve meerderheid
relative, notion/concepto ~ : relatief begrip
relative, competentia ~ : relatieve competentie
relative /adj/ : betrekking hebbend (op)
relative, ~ a : betreffende
relative, le leges ~ al divorcio : de wetten betreffende de echtscheiding
relative /adj/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA betrekkelijk, naar een antecedent verwijzend
relative, pronomine ~ : betrekkelijk voornaamwoord
relative, proposition ~ : betrekkelijke bijzin
religion /sub/ : religie, geloof, godsdienst
religion, libertate de ~ : godsdienstvrijheid
religion, ~ del natura : natuurgodsdienst
religion, ~ de stato : staatsgodsdienst
religion, ~ catholic : katholieke godsdienst
religion, ~ protestante/reformate : hervormde/protestantse godsdienst
religion, ~ revelate : geopenbaarde godsdienst
religion, ~ formalista : vormelijk geloof
religion, philosophia (philosophia) del ~ : godsdienstfilosofie
religion, psychologia (psychologia) del ~ : godsdienstpsychologie
religion, phenomenologia (phenomenologia) del ~ : godsdienstfenomenologie
religion, historia del ~ : godsdienstgeschiedenis/historie
religion, historico del ~ : godsdiensthistoricus
religion, sociologia (sociologia) del ~ : godsdienstsociologie
religion, odio de ~ : godsdiensthaat
religion, guerras de ~ : godsdienstoorlogen
religion, abjurar un ~ : een geloof verzaken
religion, converter se a un ~ : zich tot een godsdienst bekeren
religion, professar/practicar un ~ : een godsdienst belijden
religiose /adj/ : godsdienstig, religieus, geloofs..., kerkelijk
religiose, arte ~ : religieuze kunst, kerkelijke kunst
religiose, festas ~ : kerkelijke feesten
religiose, institution ~ : kerkelijke instelling
religiose, autoritates ~ : kerkelijke gezagsdragers
religiose, reformator ~ : kerkhervormer
religiose, indifferentia ~ : onverschilligheid in godsdienstzaken
religiose, coercition/compulsion ~ : godsdienstdwang
religiose, odio ~ : godsdiensthaat
religiose, maritage/matrimonio ~ : kerkelijk huwelijk
religiose, musica ~ : gewijde muziek
religiose, persecutiones ~ : geloofsvervolgingen
religiose, scientias ~ : godsdienstwetenschappen
religiose, secta ~ : godsdienstige sekte
religiose, deber ~ : godsdienstplicht
religiose, controversia/disputa/dissension ~ : godsdiensttwist
religiose, divergentia ~ : godsdienstgeschil
religiose, pace ~ : godsdienstvrede
religiose, libertate ~ : godsdienstvrijheid
religiose, inseniamento/instruction ~ : godsdienstonderwijs/onderricht
religiose, deber ~ : godsdienstplicht
religiose, sentimento ~ : godsdienstzin
religiose, follia (follia)/delirio/mania (mania) ~ : godsdienstwaanzin
religiose, crise/crisis (crisis) ~ : geloofscrisis
religiose, question ~ : geloofskwestie
religiose, meditationes ~ : godsdienstige overdenkingen
religiose, doctrina ~ : geloofsleer
religiose, vita ~ : geloofsleven
religiose, servicio ~ : godsdienstoefening
religiose, fervor/zelo ~ : geloofsijver
religiose, association ~ : godsdienstige vereniging
religiose, reunion ~ : godsdienstige samenkomst
religiose, opponente/adversario ~ : godsdienstige tegenstander
religiose, ceremonias/ritos ~ : godsdienstige plechtigheden
religiose, education ~ : godsdienstige opvoeding
religiose, lor convictiones ~ non lo permitte : dat mag niet volgens hun godsdienstige overtuiging
religiose /adj/ : van het klooster, klooster...
religiose, congregation ~ : religieuze congregatie
religiose, ordines ~ : geestelijke orden
religiose, regula ~ : kloosterregel
religiose /adj/ : scrupuleus, gewetensvol, stipt, nauwgezet
religiose, con exactitude ~ : met pijnlijke nauwgezetheid
religiose, sequer religiosemente le indicationes : de aanwijzingen stipt opvolgen
remaner /v/ : VERBO COPULATIVE blijven
remaner, ~ san : gezond blijven
remaner /v/ : blijven, verblijven, zich ophouden
remaner /v/ : overblijven, overschieten, over zijn, achterblijven, resten
remaner, ~ sin medios : onverzorgd achterblijven
remaner, ~ le bucca aperte : sprakeloos zijn
remar /v/ : roeien
remar, ~ verso le ripa opponite/opposite (opposite) : naar de overkant roeien
remarca /sub/ : opmerking
remarca, ~ subtil : subtiele opmerking
remarca, ~ spiritual : geestige opmerking
remarcabile /adj/ : opmerkelijk, opvallend
remarcabile, transformation/cambiamento ~ : opmerkelijke verandering
remarcar /v/ : opnieuw merken, opnieuw van een merk voorzien
remarcar /v/ : (op)merken, bemerken, waarnemen, bespeuren, acht slaan op, aandacht schenken aan
remediar /v/ : verhelpen, iets vinden op, voorzien in
remediar, ~ a un defecto : een gebrek verhelpen/herstellen
remediar, ~ a un deficit (deficit) : voorzien in een tekort
remediar, ~ a un abuso : een einde maken aan een misbruik
remediar, ~ a un inconveniente : een bezwaar verhelpen
remediar /v/ : genezen
remedio /sub/ : middel om iets te verhelpen, (hulp)middel, redmiddel, remedie
remedio, ~ efficace : afdoend middel
remedio, ~ caustic : bijtmiddel
remedio, ~ universe/universal : universeel middel
remedio /sub/ : (genees)middel, remedie
remedio, ~ purgative : purgeermiddel
remedio, ~ specific : specifiek geneesmiddel
remedio, ~ salutar : heilzaam middel
remedio, ~ contra le tusse : hoestmiddel
remedio, ~ domestic : huismiddel(tje)
rememorar /v/ : weer in herinnering brengen, herinneren
rememorar, ~ un cosa a un persona : iemand aan iets herinneren
rememorar, ~ se : zich herinneren
rememorar, ~ se un festa de anniversario con placer : met genoegen op een verjaardag terugzien
remover /v/ : verplaatsen, een andere plaats geven, anders zetten
remover /v/ : verwijderen, wegnemen
remover, ~ obstaculos : hindernissen uit de weg ruimen
remover, ~ del lista : van de lijst afvoeren
remover, ~ le stercore : de mest verwijderen, uitmesten
remover, ~ le nive : sneeuw ruimen
remover, ~ le tappo : de stop/dop verwijderen
remover, ~ le causa : de oorzaak wegnemen
remover /v/ : afzetten, ontslaan, ontheffen (uit functie)
render /v/ : teruggeven, geven, vergelden
render, ~ le libertate a un persona : iemand de vrijheid teruggeven
render, ~ le mal pro le mal : kwaad met kwaad vergelden
render, ~ le vista a un ceco : een blinde weer ziende maken
render, ~ le salute : teruggroeten
render /v/ : overgeven, overleveren, prijsgeven
render, ~ se : zich overgeven, capituleren
render, ~ se sin combatto : zich zonder slag of stoot overgeven
render /v/ : weergeven, uitdrukken, vertolken, vertalen
render /v/ : (+ adj ) maken
render, ~ felice : gelukkig maken
render, ~ responsabile : aansprakelijk stellen
renta /sub/ : jaargeld, rente
renta, ~ a vita : lijfrente
renta, viver de su ~s : rentenieren
reparar /v/ : repareren, herstellen, weer in orde brengen, maken
reparar, ~ un machina (machina) : een machine repareren
reparar, ~ un damno : een schade herstellen
reparar, ~ un omission : een verzuim herstellen/goedmaken
reparar /v/ : (weer) goed maken, compenseren, vergoeden, schadeloosstellen
reparar, ~ un perdita (perdita) : een verlies goedmaken
reparar, ~ le honor de un persona : iemand in zijn eer herstellen
reparation /sub/ : reparatie, herstel(ling)
reparation, costos de ~ : reparatiekosten
reparation, factura/nota de ~ : reparatierekening
reparation, officina de ~ : reparatiewerkplaats
reparation, interprisa de ~es : reparatiebedrijf
reparation, labores/travalios de ~ : herstelwerkzaamheden
reparation, ~ provisori : noodreparatie
reparation, ~ de honor : eerherstel
reparation, ~s de guerra : herstelbetalingen
reparation /sub/ : het vergoeden, het compenseren, het schadeloosstellen
reparation /sub/ : genoegdoening, vergoeding, schadeloosstelling, compensatie
repasto /sub/ : maal(tijd), eten
repasto, ~ de regime : dieetmaaltijd
repasto, horo de ~ : etenstijd
repasto, ~ cal(i)de : warme maaltijd
repasto, ~ frigide : koude maaltijd
repasto, ~ principal : hoofdmaaltijd
repasto, ~ legier : lichte maaltijd
repasto, ~ frugal : sobere maaltijd
repasto, ~ copiose : overvloedige maaltijd
repasto, ~ gustose : smakelijke maaltijd
repasto, ~ substantial : stevige/voedzame maaltijd
repasto, ~ del vespera (vespera)/vespere : avondeten
repasto, ~ de Natal : kerstmaaltijd
repasto, ~ sacrificial : offermaal
repasto, ~ sabbatic : sabbat(s)maal
repasto, durante le ~ : onder het eten
repasto, prender un ~ : een maaltijd gebruiken
repasto, preparar/apprestar/facer le ~ : de maaltijd bereiden, het eten klaarmaken/koken
repasto, servir le ~ : de maaltijd/het eten opdienen
reper /v/ : kruipen
repeter /v/ : herhalen, repeteren, weer zeggen, opzeggen
repeter, ~ su rolo : zijn rol repeteren
repeter, le historia se repete : de geschiedenis herhaalt zich
repeter /v/ : doorvertellen, weergeven, napraten
repeter, ~ un nova : een nieuwtje doorvertellen
repeter /v/ : overdoen, herhalen
repeter, ~ le provas/probas : de proefnemingen herhalen
repeter /v/ : JURIDIC terugeisen, terugvorderen
repetition /sub/ : herhaling, het terugkeren
repetition, fusil de ~ : repeteergeweer
repetition, mechanismo de ~ : repetitiemechanisme
repetition, cader in ~es : in herhalingen vervallen
repetition /sub/ : repetitie, het repeteren
repetition, le ~ de un rolo/parte : het repeteren van een rol
repetition /sub/ : JURIDIC terugvordering
repetition, ~ contra un creditor : terugvordering tegen een schuldeiser
reportar /v/ : terugbrengen, terugplaatsen
reportar /v/ : verslaan, een verslag maken/uitbrengen
reporto /sub/ : verslag, rapport
reporto, ~ annual : jaarverslag
reporto, ~ septimanal/hebdomadari : weekrapport
reporto, ~ ben documentate : goed gedocumenteerd rapport
reporto, ~ succincte/concise : kort/beknopt verslag
reporto, ~ stenographic : stenografisch verslag
reporto, ~ metereologic : weerrapport
reposar /v/ : rusten, uitrusten, liggen
reposar, ille non dormi, ille reposa : hij slaapt niet, hij ligt te rusten
reposar, hic reposa : hier rust (op grafsteen)
reposar /v/ : (be)rusten (op), steunen (op)
reposar, rationamento que reposa super un hypothese (hypothese) : redenering die op een veronderstelling berust
reposar /v/ : laten rusten, rust geven
reposar, ~ su gamba super (super) un sede : zijn been op een stoel laten rusten
reposo /sub/ : rust, rusttijd, pauze, onbeweeglijkheid, stilte
reposo, die/jorno de ~ : rustdag
reposo, ~ dominical : zondagsrust
reposo, ~ nocturne : nachtrust
reposo, ~ eternal : eeuwige rust
reposo, prender ~ : rust nemen, gaan rusten
reposo, cura de ~ : rustkuur
reposo, casa de ~ : rusthuis
reposo, sedia de ~ : ruststoel
reposo, lecto de ~ : rustbed
reposo, loco de ~ : rustoord
reposo, oase de ~ : oase van rust
reposo, momento de ~ : ogenblik rust
reposo, jorno de ~ : rustdag
reposo, hora de ~ : rustuur
reposo, periodo (periodo) de ~ : rustperiode
reposo, tempore de ~ : rusttijd
reposo, absentia de ~ : rusteloosheid
reposo, mancantia de ~ : gebrek aan rust
reposo, position de ~ : ruststand
reposo, lassar un persona in ~ : iemand met rust laten
reposo, terra in ~ : braakliggende grond
reposo, machina (machina) in ~ : stilstaande machine, machine buiten werking
representar /v/ : opnieuw aanbieden/voorleggen
representar /v/ : (anque DIPLOMATIA, POLITICA, JURIDIC) vertegenwoordigen
representar /v/ : uitbeelden, weergeven, voorstellen
representar, le scena representa un foreste : het toneel stelt een bos voor
representar, ~ un periculo : een gevaar opleveren
representar /v/ : een voorstelling geven van, opvoeren (toneelstuk, etc.), vertonen
representar, ~ un ballet : een ballet uitvoeren
reprimendar /v/ : berispen, terechtwijzen, een standje geven
reprochar {sj} /v/ : verwijten, kwalijk nemen, voor de voeten werpen, aanrekenen
reprochar, ~ un cosa a un persona : iemand iets verwijten
republica /sub/ : gemenebest, staat, rijk
republica /sub/ : republiek
republica, ~ federal : bondsrepubliek
republica, ~ popular : volksrepubliek
republica, Republica Arabe (Arabe) Unite : Verenigde Arabische republiek
republica, Republica del Paises Basse Unite : Republiek der Verenigde Nederlanden
republica, instaurar le ~ : de republiek vestigen/stichten
republica, proclamar le ~ : de republiek uitroepen
reserva /sub/ : reserve, (nood)voorraad, apart gehouden zaken
reserva, ~ bancari : bankreserve
reserva, ~ monetari : monetaire reserve
reserva, ~ auree/in auro/de auro : gouddekking, goudreserve
reserva, ~ de devisas : deviezenreserve
reserva, ~ statutari : statutaire reserve
reserva, ~ de dividendo : dividendreserve
reserva, ~s de gas : gasreserves
reserva, ~s de gas natural : aardgasreserves
reserva, ~ physic : fysische reserve
reserva, ~ mental : geestelijke reserve
reserva, ~ de capitales : kapitaalreserve
reserva, ~ celate/occulte/latente : stille reserve
reserva, capital de ~ : reservekapitaal
reserva, personal de ~ : reservepersoneel
reserva, pneu(matico) de ~ : reserveband
reserva, rota de ~ : reservewiel
reserva, ancora de ~ : noodanker
reserva, artilleria (artilleria) de ~ : reservegeschut
reserva, pumpa de ~ : reservepomp
reserva, locomotiva de ~ : reservelocomotief
reserva, material de ~ : reservemateriaal
reserva, cavallo de ~ : reservepaard
reserva, conto de ~ : reserverekening
reserva, installation de ~ : noodinstallatie
reserva, lampa de ~ : reservelamp
reserva, viveres/ration de ~ : noodrantsoen
reserva, generator de ~ : noodaggregaat
reserva, fundo de ~ : bufferfonds, reservefonds
reserva, haber/tener un cosa in ~ : iets achter de hand houden
reserva, recurrer a su ~s : zijn reserves aanspreken
reserva, il le resta/remane ancora ~s : hij heeft nog niet alle reserves aangesproken
reserva, ~ de mano de obra : arbeidsreserve, reservoir van arbeidskrachten
reserva, jocator de ~ : reservespeler
reserva, banco del jocatores de ~ : reservebank
reserva, lipides de ~ : reservevetstoffen
reserva /sub/ : MILITAR reserve (leger/troepen)
reserva, officiero de ~ : reserveofficier
reserva, capitano de ~ : reservekapitein
reserva, quadro de ~ : reservekader
reserva, truppas de ~ : reservetroepen
reserva, esser de ~ : bij de reserves ingedeeld
reserva /sub/ : SPORT reserve(speler)
reserva, esser de ~ : op de reservebank zitten
reserva /sub/ : voorbehoud, beding, reserve
reserva, con le major ~ : met het grootste voorbehoud
reserva, con le ~s usual/normal : met het gebruikelijke voorbehoud
reserva, sin alicun ~ : zonder enig voorbehoud
reserva, sub ~ de modificationes : wijzigingen voorbehouden
reserva, facer ~s : voorbehoud maken
reserva, un certe ~ es requirite, isto require un certe ~ : enige reserve is hierbij geboden
reserva /sub/ : gereserveerdheid, terughoudendheid
reserva /sub/ : reservaat
reserva, ~ natural : beschermd natuurgebied, natuurreservaat
reserva, ~ ornithologic : vogelreservaat
reservar /v/ : reserveren, bewaren, wegleggen, achterhouden, opzij leggen
reservar, ~ moneta pro le vacantias : geld voor de vakantie reserveren
reservar, ~ le beneficios del interprisa : de bedrijfswinst reserveren
reservar, ~ se pro : zich (het recht) voorbehouden om
reservar /v/ : reserveren, bespreken (plaats, etc.)
reservar, ~ un viage : een reis bespreken
reservar, ~ un tabula : een tafel reserveren
reservar, ~ per telephono (telephono) : telefonisch reserveren
resider /v/ : resideren, verblijf houden, wonen, zetelen
resider /v/ : gebaseerd zijn (op), liggen (in), bestaan (in/uit)
resorto /sub/ : veer, springveer
resorto, ~s dur : stugge vering
resorto, ~ laminate/a laminas (laminas) : bladveer
resorto, ~ a filo : draadveer
resorto, ~ (a) spiral : spiraalveer
resorto, ~ a (com)pression : drukveer
resorto, ~ de traction : trekveer
resorto, ~ de securitate : borgveer
resorto, ~ de horologio : horlogeveer
resorto, ~ de freno : remveer
resorto, ~ anterior : voorveer
resorto, ~ giratori/rotatori : draaiveer
resorto, lamina (lamina) de ~ : veerblad
resorto, suspension a ~ : veerophanging
resorto, mechanismo a ~ : veermechanisme
resorto, propulsion a ~ : veeraandrijving
resorto, serratura a ~ : veerslot
resorto, pessulo a ~ : veergrendel
resorto, cardine a ~ : veerscharnier
resorto, matras a/de ~s : springveermatras
respectabile /adj/ : achtenswaardig, eerbiedwaardig, respectabel
respectabile, femina (femina) ~ : achtenswaardige vrouw
respectabile /adj/ : aanzienlijk, behoorlijk, respectabel
respectabile, haber un numero (numero) ~ de decorationes : een respectabel aantal onderscheidingen hebben
respectar /v/ : respecteren, eerbiedigen, eren, (hoog)achten
respectar, ~ su parentes : zijn ouders eren, eerbied voor zijn ouders hebben
respectar, ~ le tradition : de traditie in ere houden
respectar /v/ : respecteren, eerbiedigen, naleven, in acht nemen, zich houden aan
respectar, ~ le regulas : zich aan de regels houden
respectar, ~ le formas/le convenientias : de vormen/de fatsoensnormen in acht nemen
respectar, facer ~ le lege : het gezag handhaven
respectar /v/ : respecteren, ontzien, sparen, rekening houden met, ongemoeid laten
respecto /sub/ : eerbied, (hoog)achting, ontzag, respect
respecto, ~ al/pro le vita : eerbied voor het leven
respecto, imponer/infunder ~ : eerbied afdwingen
respecto, con tote ~ : met alle eerbied
respecto, con le debite (debite) ~ : met verschuldigde eerbied
respecto, haber ~ pro : eerbied hebben/koesteren voor
respecto, illa merita mi ~ : ik ben haar eerbied verschuldigd
respecto, 2 ~s : betuigingen van hoogachting, (beleefde) groeten
respecto, presentar su ~s a un persona : iemand de groeten doen
respecto /sub/ : betrekking, relatie, verhouding, opzicht
respecto, in omne ~s : in alle opzichten
respecto, in iste ~ : in dit opzicht
respecto, con ~ a, in ~ de : met betrekking tot, wat betreft
respectuose /adj/ : eerbiedig, respectvol
respectuose, silentio ~ : eerbiedige stilte
respectuose, restar a distantia ~ : op eerbiedige afstand blijven
respirar /v/ : (in)ademen, ademhalen
respirar, ~ aere (aere) : lucht inademen
respirar, ~ constantemente : doorademen
respirar, ~ per le bucca : door de mond ademen/ademhalen
respirar, ~ de novo : herademen
respirar, ~ profundemente : diep ademhalen
respirar, difficultate de ~ : benauwdheid
respirar, iste vulnerato respira ancora : die gewonde ademt nog
respirar, reguardar sin ~ : ademloos toekijken
respirar, su parolas respira amor e sinceritate : zijn woorden ademen liefde en oprechtheid
respirar /v/ : weer op adem komen, uitblazen
respirar, da me le tempore de ~ un pauco/un poco : laat me nou even op verhaal komen
respirar /v/ : herademen, zich opgelucht voelen
respirar /v/ : uitwasemen, uitdampen, exhaleren
respiration /sub/ : het ademhalen, ademhaling
respiration, ~ thoracic/costal : borstademhaling
respiration, ~ cutanee : huidademhaling
respiration, ~ nasal/per le naso : neusademhaling
respiration, ~ abdominal : buikademhaling
respiration, ~ pulmonar : longademhaling
respiration, ~ artificial : kunstmatige ademhaling
respiration, ~ regular/equal : regelmatige ademhaling
respiration, ~ tranquille : rustige ademhaling
respiration, ~ agitate : onrustige ademhaling
respiration, ~ bucca a bucca : mond-op-mond beademing
respiration, tubo de ~ : luchtpijp
respiration, organos (organos) del ~ : ademhalingsorganen
respiration, exercitios de ~ : ademhalingsoefeningen
respiration, centro de ~ artificial : beademingscentrum
respiration, perder le ~ : de adem kwijtraken, buiten adem raken
respiration, reprender su ~ : weer op adem komen
respiration, retener su ~ : zijn adem inhouden
responder /v/ : antwoorden, antwoord geven
responder, ~ evasivemente : een ontwijkend antwoord geven
responder /v/ : beantwoorden, antwoorden (op), beantwoorden (aan)
responder, ~ a un persona/un littera (littera)/un question : iemand/een brief/een vraag beantwoorden
responder, ~ al amor de un persona : iemands liefde beantwoorden
responder, ~ a un besonio : in een behoefte voorzien
responder, ~ a un description : met een beschrijving overeenkomen
responder, ~ a un invitation : aan een uitnodiging gehoor geven
responder /v/ : instaan (voor), garant staan (voor), borg staan (voor)
responder, ~ del debitas (debitas) de un persona : voor iemands schulden garant staan
responder, ~ pro un debitor : borg staan voor een debiteur
responsa /sub/ : antwoord
responsa, ~ exacte : juist antwoord
responsa, ~ directe : rechtstreeks antwoord
responsa, ~ premeditate : weloverwogen antwoord
responsa, ~ ambigue : dubbelzinnig antwoord
responsa, ~ discortese : onbeleefd antwoord
responsa, ~ evasive/dilatori : ontwijkend antwoord
responsa, ~ laconic : laconiek antwoord
responsa, ~ insolente : brutaal antwoord
responsa, ~ pagate : betaald antwoord
responsa, ~ affirmative/positive/favorabile : bevestigend/gunstig antwoord
responsa, ~ negative : ontkennend antwoord
responsa, ~ clarificante : verhelderend antwoord
responsa, ~ explicite : expliciet antwoord, klaar en duidelijk antwoord
responsa, ~ caustic : sarcastisch antwoord
responsa, ~ brusc : bars antwoord
responsa, ~ argute : snedig antwoord
responsa, ~ spiritual : geestig antwoord
responsa, ~ diplomatic/politic : diplomatiek antwoord
responsa, in ~ a : in antwoord op
responsa, carta ~ : antwoordkaart
responsa, coupon (F) ~ : antwoordcoupon
responsa, inveloppe ~ : antwoordenveloppe
responsabile /adj/ : verantwoordelijk, rekenschap verschuldigd
responsabile, le ministro ~ : de verantwoordelijke minister
responsabile, esser ~ del bon marcha {sj} del cosas : verantwoordelijk zijn voor de goede gang van zaken
responsabile, esser ~ del infantes : de verantwoordelijkheid voor de kinderen hebben
responsabile /adj/ : JURIDIC aansprakelijk
responsabile, render un persona ~ : iemand aansprakelijk stellen
restar /v/ : VERBO COPULATIVE blijven
restar /v/ : blijven, verblijven, zich ophouden
restar /v/ : overblijven, overschieten, over zijn, resten
restar, ~ sin medios : onverzorgd achterblijven
restar, ~ le bucca aperte : sprakeloos zijn
restaurante /sub/ : restaurant, eetgelegenheid
restaurante, ~ vegetarian : vegetarisch restaurant
restaurante, ~ macrobiotic : macrobiotisch restaurant
restaurante, ~ universitari : mensa
restaurante, ~ stellate/con stella(s) : sterrenrestaurant
restaurante, ~ a tres stellas : driesterrenrestaurant
restaurante, ~ del station : stationsrestauratie
restaurante, personal de ~ : restaurantpersoneel
restaurante /adj/ : herstellend, restaurerend
resto /sub/ : rest, overblijfsel, overschot, restant
resto, ~ del material utilisate : rest van het gebruikte materiaal
resto, tu divina le ~ : de rest kun je wel raden
resto, del ~ : overigens
resto, 2 -s : overblijfselen, ruïnes, resten
resto, 3 -s (mortal) : stoffelijk overschot
resto /sub/ : MATHEMATICA rest
resto, le division es sin ~, le division non lassa un ~ : de deling gaat op
resultar /v/ : resulteren, volgen (uit), voortvloeien (uit), resulteren (uit/in)
resultar, ~ de un cosa : uit iets voortvloeien, een gevolg zijn van iets
resultar, ~ in un cosa : iets tot gevolg hebben, in iets resulteren
resultar, de illo resulta que : dat heeft tot gevolg dat
resultato /sub/ : uitkomst (van rekensom)
resultato /sub/ : resultaat, uitkomst, uitslag, afloop
resultato, ~ felice : gelukkige afloop
resultato, ~ final : eindresultaat, einduitslag, eindscore
resultato, ~ previste : verwacht resultaat
resultato, ~s sportive : sportuitslagen
resultato, ~s de football (A) : voetbaluitslagen
resultato, ~s de exploitation {plwa} : bedrijfsresultaten
resultato, ~ del electiones : verkiezingsuitslag
resultato /sub/ : resultaat, gevolg, effect, uitvloeisel, uitwerking, voortvloeisel
resultato, registrar ~s : resultaten boeken
resultato, ~ palpabile : tastbaar resultaat
resultato, ~ magre : mager resultaat
resultato, sin ~ : zonder resultaat, vruchteloos, tevergeefs
resultato, isto da como ~ : daaruit vloeit voort
retardo /sub/ : vertraging, oponthoud, achterstand
retardo, un hora de ~ : een uur vertraging
retardo, ~ de un hora : vertraging van een uur
retardo, ~ de un traino : vertraging van een trein
retardo, arrivar/venir in ~ : te laat komen
retardo, ~ mental : geestelijke achterstand
retardo, ~ linguistic : taalachterstand
retardo, tempore de ~ : vertragingstijd
retardo, esser in ~ a un rendez-vous : te laat komen op een afspraak
retardo, disculpa mi ~ : neemt u mij niet kwalijk dat ik te laat ben
retardo, haber travalio/labor in ~ : achterstallig werk hebben
retardo, sin ~ : zonder oponthoud, zonder dralen, onverwijld
retardo, con ~ : met vertraging
retardo, isto non admitte ~ : het kan geen uitstel lijden
retardo /sub/ : het achterlopen (van uurwerk)
rete /sub/ : net, draagnetje, haarnetje, bagagenet
rete, ~ de pisca/de pisce : visnet
rete, ~ a/de/pro le capillos : haarnetje
rete, ~ flottante : drijfnet
rete, ~ de tennis : tennisnet
rete, ~ lateral : zijnet
rete, ~ a/de/pro bagages : bagagenet
rete, ~ a crangones : garnalennet
rete, ~ de camouflage : helmnet
rete, balla in/de ~ : netbal
rete, prender in un ~ : in een net vangen
rete, malias de un ~ : mazen van een net
rete, maliar un ~ : een net knopen/breien
rete, inviar le ballon in le ~ : de bal in het net trappen
rete /sub/ : netwerk, net
rete, ~ de camminos/de vias : wegennet
rete, ~ de canales : kanalennet
rete, ~ fluvial/de fluvios : rivierstelsel
rete, ~ de lineas : lijnennet
rete, ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia) : spoorwegennet
rete, ~ urban : stadsnet
rete, ~ de television : t.v.-zendernet
rete, ~ telephonic : telefoonnet
rete, ~ telephonic aeree/subterranee : bovengronds/ondergronds telefoonnet
rete, ~ telegraphic : telegraafnet
rete, ~ de connexion : koppelnet
rete, ~ electric : elektrisch net
rete, connexion al ~ electric : netaansluiting
rete, ~ de basse tension/voltage : laagspanningsnet
rete, ~ del luce/de lumine electric : lichtnet
rete, ~ de condensatores : condensatornetwerk
rete, ~ de communicationes aeree : luchtnet
rete, ~ commercial : verkoopapparaat
rete, ~ de spionage : spionagenet(werk)
rete, ~ de intrigas : netwerk van intriges
rete, ~ de tubos : buizennet, buizenstelsel
rete, ~ de filo metallic : kippegaas
rete, spectroscopio a ~ : roosterspectroscoop
retener /v/ : tegenhouden, terughouden, weerhouden
retener, ~ su respiration/sufflo/halito (halito) : zijn adem inhouden
retener /v/ : behouden, in stand houden, bewaren, vasthouden
retener, ~ un cosa pro se ipse : iets voor zichzelf houden
retener /v/ : onthouden
retener, ~ un cosa in le memoria : iets in gedachten houden
retener /v/ : in bedwang houden, weerhouden, inhouden
retener, ~ se : zich inhouden, zich bedwingen
retornar /v/ : teruggeven, terugbrengen, terugsturen, retourneren
retornar /v/ : terugkeren, teruggaan, terugkomen
retornar, ~ currente : terugrennen
retornar, ~ volante : terugvliegen
retornar, ~ al fide : tot het geloof terugkeren
retornar, ~ a su occupationes : zijn werkzaamheden hervatten
retornar, ~ super (super) su passos : op zijn schreden terugkeren
retornar, io va ~ a isto : straks meer hierover
retorno /sub/ : het terugkeren, terugkeer, terugkomst, terugreis
retorno, viage de ~ : terugreis, reis terug
retorno, volo de ~ : retourvlucht
retorno, esser de ~ : terug zijn
retorno, via de ~ : terugweg
retorno, ~ a casa : thuiskomst
retorno, puncto de non-retorno : point of no return, punt waarop geen terugkeer meer mogelijk is
retorno, billet de ~ : retourbiljet, retourkaartje
retorno, match (A)/partita de ~ : returnwedstrijd
retorno, per ~ del currero/del posta : per kerende post, per ommegaande
retorno, desi(de)rar le ~ de : terugwensen
retorno /sub/ : beloning, vergoeding
retro /adv/ : achter, achteruit
retro, a ~ : naar achteren, achterwaarts
retro, reguardar (a) ~ : terugkijken, terugblikken
retro, tener se a ~ : zich op de achtergrond houden
retro /adv/ : geleden
retro, multe annos ~ : vele jaren geleden
retro, pauc/poc tempore ~ : onlangs, kort geleden
retro /adv/ : terug
retro, dar ~ : teruggeven
retro, a ~! : terug!, ga achteruit!
retro, billet de ir e ~ : retourbiljet, retourkaartje
revider /v/ : weerzien, terugzien
revider, a ~! : tot ziens!
revider /v/ : opnieuw onderzoeken, opnieuw bekijken
revider /v/ : herzien, verbeteren, corrigeren
revider, ~ leges : wetten herzien
rhythmo /sub/ : ritme, tempo, maat
rhythmo, ~ cardiac (cardiac) : ritme van de hartslag, hartritme
rhythmo, ~ respiratori : ritme van de ademhaling
rhythmo, ~ vital/del vita : levensritme
rhythmo, sequer le ~ : het tempo volgen
rhythmo, augmentar le ~ : het tempo verhogen
rhythmo, marcar le ~ : het ritme aangeven
rhythmo, mantener le ~ : het tempo volhouden
rhythmo, al ~ de : op de maat van
ric /adj/ : rijk, vermogend, welgesteld
ric, pais ~ : rijk land
ric /adj/ : rijk, weelderig, overvloedig
ric, lingua ~ : rijke taal
ric, iste casa es riccamente mobilate : dat huis is rijk gemeubileerd
ric /adj/ : rijk, kostbaar
ricchessa /sub/ : rijkdom
ricchessa /sub/ : kostbaarheid, weelde, pracht
ricchessa, ~ de colores : weelde van kleuren, kleurenpracht
ricchessa /sub/ : kostbaar voorwerp
ricchessa, ~s natural de un pais : natuurlijke rijkdommen van een land
ricchessa, amassar ~s : rijkdommen vergaren
ricchessa, repartition del ~s : verdeling van de rijkdommen
ricchessa, ~s de un museo (museo) : schatten van een museum
rider /v/ : lachen
rider, ~ (se) de un persona : iemand uitlachen
rider, facer ~ un persona : iemand aan het lachen maken
rider, torquer se de ~ : zich kromlachen
rider, morir de ~ : zich doodlachen
rider, pro ~ : voor de grap
rigide /adj/ : stijf, hard, onbuigzaam
rigide, corio ~ : stug leer
rigide, tela de lino ~ : stijflinnen
rigide, collar ~ : stijve boord
rigide, movimentos ~ : stijve bewegingen
rigide /adj/ : streng, star, onverbiddelijk, rigide
rigide, education ~ : strenge opvoeding
ris /sub/ : rijst
ris, ~ decorticate : gepelde rijst
ris, ~ integre (integre)/integral/non decorticate : ongepelde rijst
ris, ~ con/al lacte/bullite in lacte : rijstebrij
ris, ~ safranate : saffraanrijst
ris, ~ al cari/curry (A) : kerrierijst
ris, farina de ~ : rijstemeel
ris, flor de farina de ~ : rijstebloem
ris, torta al/de ~ : rijstetaart
ris, floccos de ~ : rijstvlokken
ris, pasta de ~ : rijstedeeg
ris, biscuit al ~ : rijstkoekje
ris, crema dulce al/de ~ : rijstpudding
ris, suppa al/de ~ : rijstsoep
ris, aqua al/de ~ : rijstwater, rijstnat
ris, bolla de ~ : rijstbal
ris, platto de ~ : rijstschotel/gerecht
ris, grano de ~ : rijstkorrel
ris, recolta de ~ : rijstoogst
ris, palea de ~ : rijststro
ris, cultura del ~ : rijstcultuur
ris, campo de ~ : rijstveld
ris, papiro de ~ : rijstpapier
ris, tabula de ~ : rijsttafel
ris, mallear ~ : rijst stampen
riscar /v/ : riskeren, wagen, het risico lopen van
riscar, ~ le morte : de dood riskeren
riscar, ~ le pelle : zijn hachje wagen
riscar, ~ toto super (super) un carta : alles op een kaart zetten
riscar, ~ multo : grote risico's nemen
riscar, ille risca tote su fortuna : hij riskeert zijn hele vermogen
riscar, ille risca un dimission : hij riskeert ontslag
riscar, interprisa riscate : gewaagde onderneming, gok
risco /sub/ : risico, gevaar, kans op gevaar
risco, currer le ~ : het risico/de kans lopen
risco, ~ professional : beroepsrisico
risco, ~s del mar : gevaren van de zee
risco, ~ de morte : doodsgevaar
risco, ~ de incendio : brandgevaar
risco, ~ de inflation : inflatiegevaar
risco, ~ de transporto : transportrisico
risco, ~ de radiation : stralingsgevaar
risco, ~ conditional : voorwaardelijk risico
risco, disproviste de ~s : safe
risco, a ~ de : op gevaar af van
risco, a ~ del vita : met levensgevaar
risco, al ~ del proprietario : voor het risico van de eigenaar
risco, al ~ del expeditor : op risico van de afzender
risco, gruppo a/de alte ~ : risicogroep
risco, assecurantia contra ~s : risicoverzekering
risco, assecurantia (contra) tote ~s : all-riskverzekering
risco, exponer se a un ~ : zich aan een risico blootstellen
risco, coperir le ~ : het risico dekken
risco, repartition/distribution del ~s : risicospreiding
risco, repartir le ~s : de risico's spreiden
riso /sub/ : het lachen, gelach, lach
riso, ~ sardonic : sardonische lach
riso, ~ irresistibile : onbedaarlijke lach
riso, ~ contagiose : aanstekelijke lach
riso, ~ convulsive : lachstuip
riso, ~ reprimite : onderdrukte lach
riso, ~ de Judas (Judas) : judaslach
riso, ~ mephistophelic : duivelse lach
riso, film de ~ : lachfim
riso, accesso de ~ : lachbui
riso, explosion de ~ : lachsalvo
riso, reprimer/continer un ~ : een lach onderdrukken
riso, non poter tener le ~ : zijn lachen niet kunnen houden
riviera /sub/ : rivier, stroom
riviera, ~ crescite : gezwollen rivier
riviera, ~ de marea (marea) : getijrivier
riviera, bracio de ~ : rivierarm
riviera, tructa de ~ : rivierforel
riviera, arena/sablo de ~ : rivierzand
riviera, ~ de lacrimas (lacrimas) : stortvloed van tranen
rivo /sub/ : beek, stroompje
rivo, ~ de bosco : bosbeek
rivo, valle de ~ : beekdal
roba /sub/ : kleding, kledingstuk
roba, ~ de camera (camera) : kamerjas/japon
roba, ~ de vespera (vespera)/vespere : avondjapon
roba, ~ de graviditate : positiejurk
roba, ~ de banio : badmantel
roba /sub/ : (ambts)gewaad
roba, ~ de advocato : toga
roba, ~ de prestre : soutane
robar /v/ : stelen, roven
robar, ~ un banca : een bank beroven
robar, objectos robate : gestolen voorwerpen
rocca (I) /sub/ : (spin)rokken
rocca (II) /sub/ : rots, gesteente
rocca (II), ~ nude : naakte rots
rocca (II), ~ punctate/punctute : puntige rots
rocca (II), ~ cretacee/calcari/calcaree : kalkgesteente
rocca (II), ~ clastic : klastisch gesteente
rocca (II), ~ endogene : endogeen gesteente
rocca (II), ~ fluviatile : fluviatiel gesteente
rocca (II), ~ sedimentari : sedimentgesteente
rocca (II), ~ eruptive : eruptief gesteente
rocca (II), ~ vulcanic : vulkanisch gesteente
rocca (II), ~ abyssal : abyssaal gesteente
rocca (II), ~ granitic : granietrots
rocca (II), ~ quarzifere : kwartshoudend gesteente
rocca (II), ~ de intrusion : intrusiegesteente
rocca (II), ~ plutonic/plutonie : plutonisch gesteente
rocca (II), ~ organogene : organogeen gesteente
rocca (II), ~ aquifere : waterhoudend gesteente
rocca (II), ~ permeabile : doorlatend gesteente
rocca (II), ~ matre : moedergesteente
rocca (II), Rocca de Gibraltar : Rots van Gibraltar
rocca (II), stratification de ~ : gelaagdheid van gesteente
rocca (II), firme como un ~ : rotsvast
rocca (II), bloco de ~ : rotsblok
rocca (II), puncta de ~ : rotspunt
rocca (II), crystallo de ~ : bergkristal
rocca (II), lana de ~ : steenwol
rocca (II), pariete de ~ : rotswand
rocca (II), pipion de ~ : rotsduif
rocca (II), corde de ~ : hart van steen
rocca (II), formation de ~s : rotsvorming
rocca (II), scalar le ~s : bergbeklimmen
rocca (II), scalada de ~s : het bergbeklimmen
rocca (II), scalator de ~s : bergbeklimmer
rocca (II), paisage de ~s : rotslandschap
rolar /v/ : OVERG doen rollen, rollen, voortrollen, oprollen
rolar, ~ un cigarretta : een sigaret rollen
rolar /v/ : ONOVERG rollen, voortrollen
rolar /v/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES slingeren
rolar, le nave rola : het schip slingert
rolar /v/ : rollen, roffelen, grommen
rolar, le tambur rola : de trom roffelt
rolar, le tonitro (tonitro) rola : de donder rolt
rolo /sub/ : rol (iets dat is opgerold)
rolo, ~ de tabaco : rolletje tabak
rolo, ~ de papiro : rol papier
rolo, ~ de papiro hygienic : rol closetpapier
rolo, ~ de papyro : papyrusrol
rolo, ~ de pellicula (photographic) : fotorolletje
rolo, ~ de liquiritia : rolletje drop
rolo, ~ de mentha piperate : rolletje pepermunt
rolo /sub/ : rol, cylinder, wals
rolo, ~ de un machina (machina) a/de scriber : schrijfmachinerol
rolo, ~ de un piano mechanic : rol van een pianola
rolo, ~ de imprimeria (imprimeria) : drukrol/wals
rolo, ~ a vapor : stoomwals
rolo, ~ a color : verfrol(ler)
rolo /sub/ : deegrol
rolo, ~ de pastisseria (pastisseria) : deegrol
rolo /sub/ : rol, register, lijst
rolo, ~ de equipage : scheepsrol
rolo /sub/ : rol, functie, taak
rolo, ~ secundari : nevenrol
rolo, ~ subalterne : ondergeschikte rol
rolo, ~ preponderante : overwegende rol
rolo, ~ decorative : onbelangrijke rol
rolo, ~ clave : sleutelrol
rolo, ~ de Judas (Judas) : judasrol
rolo, le ~ de benefactor : de rol van weldoener
rolo, attribuer un ~ : een rol toewijzen
rolo, inverter le ~s : de rollen omdraaien/omkeren
rolo /sub/ : THEATRO rol
rolo, ~ principal : hoofdrol
rolo, ~ secundari : nevenrol
rolo, ~ masculin : mannenrol
rolo, ~ de figurante : figurantenrol
rolo, ~ mute : stomme rol
rolo, facer/jocar/interpretar un ~ : een rol spelen
rolo, apprender su ~ : zijn rol instuderen
rolo, distribuer le ~s : de rollen verdelen
rolo, distribution del ~s : rolverdeling, rolbezetting
ronde /adj/ : rond, bol(vormig)
ronde, ventro ~ : dikke buik, bolbuik
ronde, genas ~ : bolle wangen
ronde /adj/ : rond, cirkelvormig
ronde, tabula ~ : ronde tafel
ronde /adj/ : rond, gebogen, gewelfd
ronde, arco ~ : rondboog
rosa /sub/ : roos (bloem), rozeplant, rozestruik
rosa, ~ rugose : rimpelroos
rosa, ~ tomentose : viltroos
rosa, ~ canin : hondsroos
rosa, ~ de the : theeroos
rosa, ~ de Natal : kerstroos
rosa, ~ pomifere : bottelroos
rosa, aqua de ~ : rozenwater
rosa, jardin de ~s : rozentuin
rosa, button de ~ : rozenknop
rosa, odor/perfumo/flagrantia/aroma de ~s : rozengeur
rosa, folio de ~ : rozenblad
rosa, fructo de ~ : rozenbottel
rosa, galla de ~ : rozengal, rozenspons
rosa, planton de ~ : rozenstek
rosa, corona de ~s : rozenkrans
rosa, cultivator de ~s : rozenkweker
rosa, cultura de ~s : het rozenkweken, rozenkwekerij
rosa, oleo/essentia de ~s : rozenolie
rosa, saison (F) del ~s : rozentijd
rosa, mense de ~s : rozenmaand
rosa, guerra del duo ~s : Rozenoorlog
rosa, fresc como un ~ : zo fris als een hoentje
rosa, esser super (super) un lecto de ~s : op rozen zitten
rosa /sub/ : rozegeur, rose
rosa /sub/ : roosvormig voorwerp
rosa, ~ del ventos : windroos
rosa, ~ nautic : kompasroos
rosa /sub/ : ARTE DE CONSTRUER roosvenster, vensterrozet, rozetvenster, radvenster
rosa /sub/ : MEDICINA erysipelas, roos, belroos, wondroos
rosa /sub/ : diamantroosje
rosee /adj/ : roze
rosee, althea (althea) ~ : stokroos, herfstroos
rota /sub/ : wiel, rad
rota, ~ dentate/a dentes : tandrad, tandwiel
rota, ~ helicoidal : schroefrad
rota, ~ dentate helicoidal : schroeftandwiel
rota, ~ cylindric : cilinderrad
rota, ~ a radios : spaakwiel
rota, ~ a catenas : kettingrad
rota, ~ a palas : scheprad
rota, ~ a/de filar : spinnewiel
rota, ~ del fortuna : rad van fortuin
rota, ~ de recambio/de reserva/de succurso : reservewiel
rota, ~ posterior : achterwiel
rota, traction del ~s posterior : voorwielaandrijving
rota, ~ anterior : voorwiel
rota, traction del ~s anterior : voorwielaandrijving
rota, ~ volante : vliegwiel
rota, ~ de molino : molenrad
rota, ~ del timon : stuurrad
rota, ~ libere : freewheel
rota, ir a ~ libere : freewheelen
rota, circulo de ~ : velg
rota, nave/vapor a/de ~s : raderboot, raderschip
rota, remolcator a/de ~s : radersleepboot
rota, grassia/lubricante/lubrificante pro ~s : radersmeer
rota, flangia de ~ : radflens
rota, radio de ~ : spaak
rota, sedia a/de ~s : rolstoel
rota, tracia de ~ : wagenspoor, karrespoor
rota, suspension del ~s : wielophanging
rota, transmission per ~s : raderoverbrenging
rota, centrar un ~ : een wiel uitbalanceren
rota, equilibrar le ~s : de wielen uitlijnen
rota, mitter un baston in le ~ : een spaak in het wiel steken
rota, patin de ~s : rolschaats
rota, patinar super (super) ~s : rolschaatsen
rota, patinage super (super) ~s : het rolschaatsen
rota, cambiar un ~ : een wiel verwisselen (van auto)
rota, quinte ~ del carrossa/carro/carretta : vijfde wiel aan de wagen
rota /sub/ : rad (folterwerktuig)
rota, le supplicio del ~ : het radbraken
rota, submitter al supplicio del ~ : radbraken
rota /sub/ : rota (middeleeuws tokkelinstrument)
rota /sub/ : CATHOLICISMO Rota
rotar /v/ : roteren, om een as draaien, wentelen
rotar, porta rotante : draaideur
rotation /sub/ : omwenteling, draaiing, rotatie, draaiende beweging
rotation, axe de ~ : draaias
rotation, ~ del terra : draaiing van de aarde
rotation, movimento de ~ : ronddraaiende beweging
rotation, senso de ~ : draairichting
rotation, angulo de ~ : draaiingshoek
rotation, plano de ~ : draaiingsvlak
rotation, velocitate de ~ : omwentelingsnelheid
rotation, axe de ~ : rotatieas
rotation, vector de ~ : rotatievector
rotation, pressa de ~ : rotatiepers
rotation, periodo (periodo) de ~ : omwentelingstijd
rotation, numero (numero) de ~es : toerental
rotation, contator de ~es : toerenteller
rotation, executar un ~ : een omwenteling maken
rotunde /adj/ : rond, cirkelvormig
rotunde, un numero (numero) ~ : een rond getal
rubie /adj/ : rood
rubie, ~ clar/pallide : lichtrood
rubie, cupro ~ : rood/zuiver koper
rubie, auro ~ : rood goud
rubie, corallo ~ : roodkoraal, bloedkoraal
rubie, crusta ~ : roodkorst
rubie, pisce ~ : goudvis
rubie, Cruce Rubie : Rode Kruis
rubie, Armea (Armea) Rubie : Rode Leger
rubie, Cappucietto Rubie : Roodkapje
rubie /sub/ : rood, rode kleur
rubie, ~ de chromo : chromaatrood
rubie /sub/ : rode, rooie (socialist, communist)
rubie, ille vota le ~s : hij stemt rood
rude /adj/ : ruw, grof, plomp, bars, onbeleefd, onbehouwen
rude, voce ~ : barse stem
rude, observation ~ : botte opmerking
rude, homine ~ : kinkel
rude /adj/ : ruw, onbewerkt
ruina (ruina) /sub/ : ruïne, bouwval
ruina (ruina), cader in ~(s) : vervallen, instorten
ruina (ruina), converter se in ~s : verkrotten
ruina (ruina) /sub/ : verval, neergang, ondergang, ineenstorting
ruina (ruina), ir a su ~ : zich te gronde richten
ruina (ruina), causar le ~ de un persona : iemand te gronde richten
ruina (ruina), esser menaciate de un ~ total : door een totale ondergang bedreigd worden
ruina (ruina), salvar del ~ : van de ondergang redden
ruinar /v/ : de ondergang veroorzaken van, ruïneren, te gronde richten, verwoesten, vernietigen
ruinar, ~ le sperantias de un persona : iemands hoop de grond inboren
ruinar, ~ su sanitate : zijn gezondheid ruïneren
ruinar, ~ le reputation de un persona : iemands reputatie vernietigen
ruito /sub/ : geluid, gedruis, lawaai
ruito, ~ surde : zacht geluid, geroezemoes
ruito, ~ legier : zwak geluid
ruito, ~ de un motor : motorgeronk
ruito, ~ stridente : doordringend geluid
ruito, ~ metallic : blikkerig geluid
ruito, ~ de sablas : sabelgekletter
ruito, ~s cardiac (cardiac) : hart(ge)ruis
ruito, ~ assurdante : oorverdovend lawaai
ruito, ~ infernal/de inferno : hels lawaai
ruito, filtro (reductor) de ~ : ruisfilter
ruito, facer ~ : lawaai maken
ruito, coperir le ~ : het lawaai overstemmen
ruito, a proba/prova de ~s : geluiddicht
ruito /sub/ : gerucht, praatje(s)
ruito, facer circular un ~, propagar un ~ : een gerucht verbreiden
ruito, secundo ~s non confirmate : volgens niet bevestigde geruchten
rumper /v/ : breken, stuk maken, verbreken
rumper, ~ le capite/cranio a un persona : iemand de hersens inslaan
rumper, ~ se le capite (capite)/le testa : zich het hoofd breken
rumper, ~ se le collo : zijn hals breken
rumper, ~ le silentio : de stilte verbreken/doorbreken
rumper, ~ le equilibrio : het evenwicht verbreken
rumper, ~ le filas : de gelederen breken
rumper, ~ con un persona : met iemand breken
rumper, ~ con un habitude : met een gewoonte breken
rumper, ~ le strata : de straat opbreken
rumper, ~ le pan : het brood breken
rumper, ~ le contacto : het contact verbreken
rumper, ~ un pacto : een pact verbreken
rumper, ~ le communication/connexion : de (telefoon)verbinding verbreken
rumper, ~ le negotiationes : de onderhandelingen afbreken
rumper, ~ (se) : stuk gaan, stuk vallen, etc., breken
rumper, ~ con le dentes : stukbijten
rumper, ~ un exopero (exopero) : een staking breken
rumper, ~ un fidantiamento : een verloving uitmaken
rumper, ~ le relationes diplomatic : de diplomatieke betrekkingen verbreken
rumper, ~ su catenas : zijn ketenen/boeien verbreken
rumper, ~ un sigillo : een zegel verbreken
rumper, ~ le barriera del sono : de geluidsbarrière doorbreken
rumper, ~ le corde de un persona : iemands hart breken
rumper, ~ le solite (solite) rhythmo : de sleur doorbreken
rumper, distachar {sj} per ~ : losbreken
ruptura /sub/ : het breken, breuk
ruptura, ~ de un contracto : contractbreuk
ruptura, ~ de parola : woordbreuk
ruptura, ~ de axe : asbreuk
ruptura, ~ de dica : dijkbreuk, dijkdoorbraak
ruptura, ~ del equilibrio : verstoring van het evenwicht
ruptura, ~ del relationes diplomatic : verbreking van de diplomatieke betrekkingen
ruptura, ~ inter (inter) amicos (amicos) : breuk tussen vrienden
ruptura, ~ inter le passato e le presente : breuk tussen heden en verleden
ruptura, ~ de tono : plotselinge verandering van toon
ruptura, ~ del electricitate : stroomstoring
ruptura, ~ del corde : hartscheur
ruptura, puncto de ~ : breekpunt
ruptura, linea de ~ : breuklijn
ruptura, limite (limite) de ~ : breukgrens, breekpunt
ruptura, damnos de ~ : breekschade
ruptura, resistente al ~ : breukvast
ruptura, resistentia al ~ : breukvastheid
ruptura, essayar de provocar un ~ : op een breuk aansturen
sabbato (sabbato) /sub/ : sabbat
sabbato (sabbato), celebration/observantia del ~ : sabbat(s)viering
sabbato (sabbato), celebrar/observar le ~ : de sabbat vieren
sabbato (sabbato), profanation del ~ : sabbatschennis
sabbato (sabbato), profanator del ~ : sabbatschenner
sabbato (sabbato), die de ~ : sabbatdag
sabbato (sabbato) /sub/ : zaterdag
sabbato (sabbato), ~ sancte : paaszaterdag
sablo /sub/ : zand
sablo, ~ aurifere : goudzand, goudhoudend zand
sablo, ~ argentifere : zilverhoudend zand
sablo, ~ argillose : zavel
sablo, ~ ferruginose : ijzerzand
sablo, ~ mobile : drijfzand
sablo, ~ movente : stuifzand
sablo, ~ fluvial/de riviera/de fluvio : rivierzand
sablo, ~ fin : fijn zand
sablo, ~ abrasive/de mundar/de nettar : schuurzand
sablo, terreno de ~ movente : stuifzand(gebied)
sablo, grano de ~ : zandkorrel
sablo, horologio a ~ : zandloper
sablo, banio de ~ : zandbad
sablo, castello de ~ : zandkasteel
sablo, carrettata de ~ : kar zand
sablo, banco de ~ : zandbank
sablo, cammino de ~ : zandweg
sablo, collina de ~ : zandheuvel
sablo, sentiero de ~ : zandpad
sablo, plagia de ~ : zandstrand
sablo, jecto de ~ : zandstraal
sablo, papiro de ~ : schuurpapier
sablo, deserto de ~ : zandwoestijn
sablo, tempesta/huracan de ~ : zandstorm
sablo, strato de ~ : zandlaag
sablo, transporto/transportation de ~ : zandvervoer/transport
sablo, carrettata de ~ : kar zand
sablo, construer super (super) le ~ : op zand bouwen
sacco /sub/ : zak, tas, buidel
sacco, ~ de/pro sablo : zandzak
sacco, ~ a/de mano : handtas
sacco, ~ a/de dorso : rugzak
sacco, ~ postal : postzak
sacco, ~ de banio : badtas
sacco, ~ de viage : reistas
sacco, ~ a/de pan : broodzak
sacco, ~ a/de provisiones : boodschappentas
sacco, ~ de dormir : slaapzak
sacco, ~ isotherme : koeltas
sacco, ~ de sport : sporttas
sacco, ~ de plastico : plasticzak
sacco, cursa in ~ : zaklopen
sacco /sub/ : ANATOMIA, BOTANICA, ZOOLOGIA zakje
sacco, ~ lacrimal : traanzakje
sacco, ~ embryonari : embryozak
sage {zj} /adj/ : wijs, verstandig, van inzicht getuigend, bezonnen
saison /sub/ : seizoen, (geschikte) tijd
saison, ~ de vacantias : vakantietijd
saison, ~ de viages : reisseizoen
saison, ~ touristic : toeristenseizoen
saison, ~ theatral : theaterseizoen
saison, ~ hibernal/de hiberno : winterseizoen
saison, ~ estive/de estate : zomerseizoen
saison, ~ balneari/del banios : badseizoen
saison, ~ de chassa : jachtseizoen
saison, ~ de pisca : visseizoen, hengelseizoen
saison, ~ del ceresias : kersentijd
saison, ~ del prunas : pruimentijd
saison, ~ del rubos : bramentijd
saison, ~ del rosas : rozentijd
saison, ~ del pluvias : regenseizoen
saison, ~ del musculos : mosselseizoen
saison, ~ del migrationes : trektijd
saison, ~ de patinage : schaatsseizoen
saison, offerta de ~ : seizoenaanbieding
sal /sub/ : keukenzout
sal, ~ commun/de cocina : keukenzout
sal, ~ de tabula : tafelzout
sal, ~ de terra : zout der aarde
sal, ~ gemma : klipzout, steenzout
sal, ~ marin : zeezout
sal, filon/vena de ~ : zoutader
sal, mina de ~ : zoutmijn
sal, domo de ~ : zoutkoepel
sal, raffineria (raffineria) de ~ : zoutraffinaderij
sal, extraction de ~ : zoutwinning
sal, production de ~ : zoutproduktie
sal, consumo de ~ : zoutverbruik
sal, statua de ~ : zoutpilaar
sal, concentration de ~ : zoutconcentratie, zoutgehalte
sal, con un grano de ~ : met een korreltje zout
sal, adjunger/adder ~ : zout toevoegen
sal /sub/ : CHIMIA zout
sal, ~ de plumbo : loodzout
sal, ~ duple/bibasic : dubbelzout
sal, ~ calcic/calcari/de calce : kalkzout
sal, ~ auric : goudzout
sal, ~ metallic : metaalzout
sal, ~ ammoniac : salmiak
sal, ~ de Glauber : Glauberzout, natriumsulfaat
sal, ~ purgative : zuiveringszout
sal, ~ volatile : vlugzout
sal, ~ de banio : badzout
sal, ~ pro fixar : fixeerzout
sal, ~ agricultural : landbouwzout
sal, ~ nutritive : voedingszout
sal, precipitato de ~ : zoutneerslag
sal, crystallo de ~ : zoutkristal
sal, molecula de ~ : zoutmolecuul
sala /sub/ : zaal, lokaal, ruimte
sala, ~ de reuniones : vergaderzaal
sala, ~ de attender : wachtkamer
sala, ~ de lectura : leeszaal
sala, ~ de studio : studiezaal
sala, ~ de musica : muziekzaal
sala, ~ de dansa : danszaal
sala, ~ de ballo : balzaal
sala, ~ de theatro : schouwburgzaal
sala, ~ de joco(s) : speelzaal
sala, ~ de gymnastica : gymnastiekzaal
sala, ~ de banio : badkamer
sala, ~ de ducha : douchelokaal
sala, ~ de classe : klaslokaal
sala, ~ de dissection : snijkamer
sala, ~ de palatio : paleiszaal
sala, ~ de conferentia : conferentiezaal, vergaderzaal
sala, ~ de reception(es) : receptiezaal, ontvangstzaal
sala, ~ del throno : troonzaal
sala, ~ del tribunal : (ge)rechtszaal
sala, ~ nuptial : trouwzaal
sala, ~ de compositores : zetterij
sala, sport (A) in ~ : zaalsport, binnensport
sala, handball (A) in ~ : zaalhandbal
sala, hockey (A) in ~ : zaalhockey
sala, football (A) in ~ : zaalvoetbal
salon /sub/ : kamer, ontvangkamer, salon
salon, ~ de the : tearoom
salon, ~ de fumar : rooksalon
salon, wagon ~ : salonwagen
salon, ~ de beltate : schoonheidssalon
salon, ~ de exposition/de demonstration : toonkamer
salon, tabula de ~ : salontafel
salon, socialista de ~ : salonsocialist
salon /sub/ : kunstzaal, expositieruimte
salon, ~ de pictura(s) : galerie
salsicia /sub/ : worst
salsicia, ~ de ficato (ficato) : leverworst
salsicia, ~ de sanguine : bloedworst, bloedbeuling
salsicia, ~ de lingua de bove : tongworst
salsicia, ~ de/al allio : knoflookworst
salsicia, ~ fresc : verse worst, braadworst
salsicia, ~ rostite/frite : gebraden worst, braadworst
salsicia, ~ fumate : rookworst
salsicia, ~ cocite : gekookte worst
salsicia, pelle del ~ : velletje om de worst
salsicia, morsello de ~ : stuk worst
salsicia, rondo/rondella de ~ : plakje worst
salsicia, fabrica de ~s : worstfabriek
salsicia, fabrication de ~s : worstfabricage
saltar /sub/ : springen, een sprong maken, sprongen maken
saltar, ~ al corda : touwtje springen
saltar, ~ al pertica : polstokhoogspringen
saltar, corda a/de/pro ~ : springtouw
saltar, ~ al oculo/al vista : in het oog springen
saltar, ~ in avante : vooruit springen
saltar, ~ in pedes : opspringen
saltar, ~ de un cosa al altere : van de hak op de tak springen
saltar, ~ in le Mosa : de Maas inspringen
saltar, ~ de un cosa a un altere : van de hak op de tak springen
saltar /sub/ : springen over
saltar, ~ trans le muro : over de muur springen
saltar /sub/ : exploderen, ontploffen, in de lucht vliegen
saltar, facer ~ : tot ontploffing brengen, doen springen
saltar, facer ~ un banca : een bank laten springen
saltar /sub/ : overslaan, weglaten
saltar, ~ un pagina (pagina) : een bladzijde overslaan
saltar, ~ un repasto : een maaltijd overslaan
salto /sub/ : sprong
salto, ~ in alto/de altura/de altor : hoogtesprong
salto, ~ de longor/de longitude : versprong
salto, practicar le salto de longor/de longitude : aan verspringen doen
salto, ~ tripli/triplice (triplice) : driesprong, hinkstapsprong
salto, ~ mortal : salto mortale
salto, ~ triple : driesprong, hinkstapsprong
salto, ~ con paracadita : parachutesprong
salto, ~ lateral/al latere : zijsprong
salto, ~ de ski : skisprong
salto, ~ de panthera : pantersprong
salto, pertica de ~ : polsstok
salto, ~ con pertica : polsstokhoogsprong
salto, facer un ~ : een sprong maken
salto /sub/ : waterval, stroomversnelling
salto, ~ de aqua : waterval
salutar /v/ : (be)groeten, MILITAR salueren
salutar, obligation de ~ : groetplicht
salutar, ~ con risadas de derision : op hoongelach onthalen
salutar /adj/ : weldadig, heilzaam, gezond
salutar, remedio ~ : heilzaam middel
salutar, consilio ~ : heilzame raad
salutar, le aere (aere) ~ del montania : de gezonde berglucht
salutar, haber un effecto ~ : heilzaam werken
salute /sub/ : heil, welzijn, behoudenis, RELIGION redding, zaligheid
salute, Armea (Armea) del Salute : Leger des Heils
salute, via del ~ : heilsweg
salute, fonte de ~ : heilbron
salute /sub/ : groet
salute, ~s cordial : hartelijke groeten
salute, Salute! : Dag!, Gegroet!, Saluut!
salute, ~ militar : militaire groet
salute, ~ hitlerian : hitlergroet
salute, retornar le ~ : teruggroeten
salvage /adj/ : in het wild levend of voorkomend, wild, ongetemd
salvage, anate (anate) ~ : wilde eend
salvage, porco ~ : wild zwijn
salvage, tribo ~ : wilde stam
salvage, planta ~ : wilde plant
salvage, anemone ~ : bosanemoon
salvage, melle ~ : wilde honing
salvage, exopero (exopero) ~ : wilde staking
salvage /adj/ : niet gecultiveerd, wild, natuurlijk, ongerept
salvage /adj/ : woest, ruig, verlaten
salvage /sub/ : wilde
salvage, ille crita/se comporta como un ~ : hij gaat als een wildeman tekeer
salvar /v/ : redden, behouden
salvar, ~ le vita : er het leven afbrengen
salvar, ~ le vita de un persona : iemands leven redden
salvar, ~ le pelle : het vege lijf redden
salvar, ~ le situation : de situatie redden
salvar, ~ le facie : het gezicht redden
salvar, ~ le honor : de eer redden/hoog houden
salvar, ~ le apparentias : de schijn bewaren/ophouden
salvar, ~ se : vluchten, zich uit de voeten maken, er snel van door gaan
salvar, ~ se del prision : uit de gevangenis ontsnappen
salvar, ~ lo que es ancora salvabile : redden wat er te redden valt
salvar /v/ : RELIGION redden, verlossen, zaligmaken
salvo /prep/ : behalve, uitgezonderd, behoudens
salvo, ~ error : vergissing voorbehouden
salvo, ~ error e omission : behoudens vergissingen en weglatingen
salvo, ~ recurso : behoudens regres
salvo, ~ aviso contrari : behoudens tegenbericht
salvo, ~ indication contrari : tenzij anders is aangegeven
salvo, ~ complicationes : als zich geen complicaties voordoen
salvo, ~ lo stipulate in le articulo 10 : onverminderd het bepaalde in artikel 10
salvo, ~ que : behalve dat
san /adj/ : gezond, in goede lichamelijke staat verkerend)
san, mente ~ : gezonde geest
san, corpore ~ : gezond lichaam
san, mente ~ in corpore ~ : een gezonde geest in een gezond lichaam
san, stomacho (stomacho) ~ : gezonde maag
san, ~ e salve : gezond en wel
san, ~ como un pisce : gezond als een vis
san /adj/ : gezond, heilzaam
san, somno ~ : gezonde slaap
san /adj/ : (geestelijk) gezond
sancte /adj/ : heilig, sint
sancte, spirito ~ : heilige geest
sancte, ~ patre : heilige vader, paus
sancte, loco ~ : heilige plaats, heiligdom
sancte, terra ~ : heilige land
sancte, scriptura ~ : heilige schrift
sancte, anno ~ : heilig jaar
sancte, historia ~ : bijbelse geschiedenis
sancte, missa ~ : heilige mis
sancte, Sabbato Sancte : paaszaterdag
sancte, Jovedi Sancte : Witte Donderdag
sancte, Venerdi Sancte : Goede Vrijdag
sancte, Septimana Sancte : Goede Week
sancte, le Familia Sancte : de Heilige Familie
sancte, Sancte Sede : Heilige Stoel
sancte, Sancte Communion : Heilige Communie
sancte, Sancte Nicolaus : Sinterklaas, Kerstman
sancte, Sancte Laurentio : Sint Laurentius
sancte, Sancte Bernardo : Sint Bernard
sancte, Grande Sancte Bernardo : Grote Sint Bernard
sancte, Bernardo : Kleine Sint Bernard
sancte, can de Sancte Bernardo : St.Bernard(hond)
sancte, Sancte Gotthard : Sint Gotthard
sancte, tote le ~ die : de godganse dag
sanguinar /v/ : bloeden, bloed verliezen
sanguinar, ~ a morte : doodbloeden, leegbloeden
sanguinar, il me sanguina le naso : ik heb een bloedneus
sanguine /sub/ : bloed (anque FIGURATE)
sanguine, dator/donator de ~ : bloeddonor
sanguine, prisa de ~ : bloedafname, bloedproef
sanguine, banca de ~ : bloedbank
sanguine, tension/pression de ~ : bloeddruk
sanguine, sedimento/sedimentation de ~ : bloedbezinking
sanguine, sete/aviditate de ~ : bloeddorst
sanguine, avide/ebrie de ~ : bloeddorstig
sanguine, vomito (vomito)/expectoration de ~ : bloedspuwing
sanguine, perdita (perdita) de ~ : bloedverlies
sanguine, fluxo de ~ : bloeduitstorting
sanguine, analyse (analyse) (-ysis)/examine de ~ : bloedonderzoek
sanguine, cancere del ~ : bloedkanker
sanguine, tracia de ~ : bloedspoor
sanguine, banio de ~ : bloedbad
sanguine, sucro/glucosa del ~ : bloedsuiker
sanguine, circulation del ~ : bloedsomloop
sanguine, coagulation de ~ : bloedstolling
sanguine, coagulo de ~ : bloedstolsel
sanguine, transfusion de ~ : bloedtransfusie
sanguine, servicio del transfusion de ~ : bloedtransfusiedienst
sanguine, effusion de ~ : bloedvergieten
sanguine, infection/invenenamento/intoxication de ~ : bloedvergiftiging
sanguine, morbo/maladia (maladia) del ~ : bloedziekte
sanguine, depuration del ~ : bloedzuivering
sanguine, voce del ~ : stem van het bloed
sanguine, macula de ~ : bloedvlek
sanguine, plasma del ~ : bloedplasma
sanguine, vesicula de ~ : bloedblaar
sanguine, gutta de ~ : druppel bloed
sanguine, fluxo de ~ : stroom bloed
sanguine, coperte de ~ : onder het bloed
sanguine, esser scribite in litteras (litteras) de ~ : met bloed geschreven staan
sanguine, un esser de carne e ~ : een mens van vlees en bloed
sanguine, un mar de ~ : een grote plas bloed
sanguine, de color de ~ : bloedkleurig
sanguine, dar su ~ pro le patria : zijn leven voor het vaderland geven
sanguine, animal de ~ frigide : koudbloedig dier
sanguine, animal de ~ cal(i)de : warmbloedig dier
sanguine, haber le ~ cal(i)de : heethoofdig/opvliegend zijn
sanguine, ~ blau/azur : blauw bloed
sanguine, prince/principe (principe) del ~ : prins van den bloede
sanguine, esser de ~ regal/royal : van koninklijken bloede zijn
sanguine, voce del ~ : stem van het bloed
sanguine, ligamines/vinculos del ~ : banden des bloeds
sanguine, ~ arterial : slagaderlijk bloed
sanguine, ~ venose : aderlijk bloed
sanguine, ~ coagulate : geronnen bloed
sanguine, ~ pur : zuiver bloed
sanguine, ~ fresc : nieuw/jong bloed
sanguine, de ~ mixte : van gemengd bloed
sanguine, injectate de ~ : met bloed belopen
sanguine, a ~ frigide : koelbloedig
sanguine, al ~ : niet helemaal gaar (vlees)
sanguine, salsicia de ~ : bloedworst
sanguine, rubie como le ~ : bloedrood
sanguine, versar/effunder ~ : bloed vergieten
sanguine, expectorar/sputar ~ : bloed opgeven
sanguine, extraher ~ a un persona : iemand bloed afnemen
sanguine, perder ~ del naso : uit zijn neus bloeden
sanguine, vomitar ~ : bloed spuwen
sanguine, non poter supportar le vision de ~ : geen bloed kunnen zien
sanguine, natar in su proprie ~ : in zijn bloed baden
sanguine /sub/ : sanguine (rood krijt)
sanguine /sub/ : sanguine (tekening in rood krijt)
sanitate /sub/ : gezondheid(stoestand)
sanitate, ~ public : volksgezondheid
sanitate, stato de ~ : gezondheidstoestand
sanitate /sub/ : (goede) gezondheid
sanitate, ~ mental : geestelijke gezondheid
sanitate, ~ robuste/vigorose : robuuste gezondheid
sanitate, ~ de ferro : ijzeren gezondheid
sanitate, ~ delicate : zwakke gezondheid
sanitate, ~ menaciate : wankele gezondheid
sanitate, plen de ~ : kerngezond
sanitate, le ~ es un ben preciose : gezondheid is een kostbaar bezit
sanitate, rationes de ~ : gezondheidsredenen
sanitate, le ~ personificate : een toonbeeld van gezondheid
sanitate, certificato/patente de ~ : gezondheidsattest, gezondheidspas
sanitate, servicio de ~ : gezondheidsdienst, sanitaire dienst, gezondheidszorg
sanitate, servicio de ~ de prime linea : eerstelijns gezondheidszorg
sanitate, Organisation Mundial del Sanitate, O.M.S : Wereldgezondheidsorganisatie
sanitate, Jorno Mundial del Sanitate : Wereldgezondheidsdag
sanitate, biber al ~ de un persona : op iemands gezondheid drinken
sanitate, gauder de bon ~ : een goede gezondheid genieten
sanitate, il ha problemas de ~ : zijn gezondheid laat te wensen over
sanitate, negliger su ~ : zijn gezondheid verwaarlozen
sanitate, minar su ~ : zijn gezondheid ondermijnen
sanitate, ruinar su ~ : zijn gezondheid verwoesten
sanitate, compromitter su ~ : zijn gezondheid schaden/in gevaar brengen
sanitate, recovrar/recuperar su ~ : zijn gezondheid terugkrijgen
sanitate, dar su dimission pro rationes de ~/a causa de su ~ : om gezondheidsredenen aftreden
saper /v/ : weten, kennen
saper, ~ su nomine : zijn naam weten/kennen
saper, ~ su rolo de memoria : zijn rol van buiten kennen
saper, ~ un lingua : een taal kennen
saper, ~ facer un cosa : iets weten te doen
saper, ~ per experientia : uit ervaring weten
saper, ~ mal digerite : halfbegrepen wijsheid
saper, non ~ que facer : zich geen raad meer weten
saper, facer ~ un cosa a un persona : iemand iets laten weten/iets meedelen
saper, qui sape! : wie weet!
saper, a ~ : te weten, namelijk
saper /v/ : kunnen (de kunst verstaan)
saper, ~ natar : kunnen zwemmen
saper, ~ manear un cosa : met iets overweg kunnen
saper /sub/ : kennis, wetenschap
saper, ~ scholar : schoolkennis
saper, ~ libresc : boekenkennis, boekenwijsheid
saper, ~ encyclopedic : encyclopedische kennis
saper, sete de ~ : dorst naar kennis
saper, exhiber su ~ : zijn kennis etaleren
sapon /sub/ : zeep
sapon, ~ a/de/pro barba : scheerzeep
sapon, ~ in pulvere : zeeppoeder
sapon, ~ molle : zachte zeep
sapon, ~ dur : harde zeep
sapon, ~ liquide : vloeibare zeep
sapon, ~ de toilette : toiletzeep
sapon, ~ de banio : badzeep
sapon, ~ al catran : teerzeep
sapon, ~ a oleo de coco : kokoszeep
sapon, ~ a lavendula : lavendelzeep
sapon, ~ perfumate : reukzeep
sapon, ~ carbolic : carbolzeep
sapon, ~ camphorate : kampferzeep
sapon, ~ de odor : reukzeep
sapon, solution de ~ : zeepoplossing
sapon, cassa pro ~ : zeepdoos
sapon, aqua de ~ : zeepwater
sapon, pecia/barra/tabletta/pan de ~ : stuk zeep
sapon, scuma/spuma de ~ : zeepschuim
sapon, flocco de ~ : zeepvlok
sapon, fabrica de ~ : zeepfabriek
sapon, fabricante de ~ : zeepfabrikant
sapon, fabrication de ~ : zeepfabricage
sapor /sub/ : smaak, smaakje
sapor, ~ amar : bittere smaak
sapor, ~ dulce : zoete smaak
sapor, ~ dulciastre : zoetige smaak
sapor, ~ forte : sterke smaak
sapor, ~ ferruginose : ijzersmaak
sapor, ~ de vanilla : vanillesmaak
sapor, ~ acidule : zurige smaak
sapor, ~ detestabile : afschuwelijke smaak
sapor, ~ nauseabunde/abominabile : walgelijke smaak
sapor, ~ anticipate : voorsmaak
sapor, le ~ de aqua salin/salmastre : de smaak van brak water
sapor, haber un ~ dulce/acide : zoet/zuur smaken
sasir /v/ : grijpen, vangen, zich meester maken van, aangrijpen, aanvatten, waarnemen, gebruik maken van
sasir, ~ le occasion/le opportunitate : de kans/de gelegenheid aangrijpen
satisfacer /v/ : voldoen, toereikend zijn
satisfacer, ~ al conditiones : aan de voorwaarden voldoen
satisfacer, le fabrica non pote ~ le demanda : de fabriek kan de vraag niet bijhouden
satisfacer /v/ : voldoen, genoegen schenken, tevreden stemmen, tevreden stellen
satisfacer, ~ al desiros/desiderios de un persona : iemand terwille zijn
satisfacer /v/ : nakomen
satisfacer, ~ a un obligation : een verplichting nakomen
satisfacer /v/ : bevredigen (behoefte/gevoel)
satisfacer, ~ le curiositate de un persona : iemands nieuwsgierigheid bevredigen
satisfacer, ~ (al exigentias de) su creditores : zijn schuldeisers bevredigen
satisfaction /sub/ : voldoening, tevredenheid, genoegen
satisfaction, con ~ evidente : met kennelijk genoegen
satisfaction, manifestar su ~ : zijn tevredenheid betuigen
satisfaction, al ~ general : tot tevredenheid van allen
satisfaction, isto me plena de ~ : dat stemt me tot tevredenheid
satisfaction, dar motivos de ~ : redenen tot tevredenheid geven
satisfaction, sentimento/sensation de ~ : voldaan gevoel
satisfaction /sub/ : genoegdoening
satisfaction, exiger ~ : genoegdoening eisen
satisfaction, dar ~ : genoegdoening geven, tevreden stellen
satisfaction, obtener ~ : genoegdoening verkrijgen
satisfaction, procurar se ~ : zich genoegdoening verschaffen
satisfaction /sub/ : bevrediging
satisfaction, ~ del besonios : bevrediging van de behoeften
satisfaction, ~ del desiro/desiderio : stilling van het verlangen
satisfactori /adj/ : toereikend, voldoende, (goed) genoeg
satisfactori /adj/ : voldoening schenkend, bevredigend, tevredenstellend
satisfactori, disveloppamento ~ : verheugende ontwikkeling
satisfactori, resultatos non ~ : onbevredigende resultaten
satisfactori, travaliar/laborar satisfactorimente : werk naar tevredenheid verrichten
satisfactori /adj/ : RELIGION toereikend, als (voldoende) boete dienend
satisfactori, sacrificio ~ : toereikend offer
scala /sub/ : trap, ladder
scala, ~ de incendio/de succurso/de salvamento/de urgentia/de emergentia : brandladder/trap
scala, ~ de corda(s)/de fun : touwladder
scala, ~ duple : trapladder
scala, ~ de assalto : stormladder
scala, ~ mobile/rolante : roltrap
scala, ~ tornante/helicoide/in helice/a caracol/a limace/a vite/(in) spiral : wenteltrap
scala, ~ extensibile/extendibile : schuifladder
scala, ~ de servicio : diensttrap
scala, ~ de Jacob : Jakobsladder
scala, ~ secrete : geheime trap
scala, ~ de accesso/de entrata : toegangstrap
scala, ~ de succurso : noodtrap
scala, grados de un ~ : treden van een trap
scala, cavia de ~s : trappenhuis
scala, grado de ~ : traptrede
scala, tapis (F)/tapete de ~ : traploper
scala, plantar un ~ contra un muro : een ladder tegen een muur zetten
scala, descender le ~ : de trap afgaan
scala, montar le ~ : de trap opgaan
scala, descender le ~ : de trap afgaan
scala, precipitar del ~ : van de trap vallen
scala /sub/ : toonschaal, toonladder
scala, ~ de sonos : toonladder
scala, ~ diatonic : diatonische toonladder
scala, ~ chromatic : chromatische toonladder
scala, ~ harmonic : harmonische toonladder
scala, ~ descendente : afdalende toonladder
scala, ~ ascendente : stijgende toonladder
scala, ~ temperate : getempereerde toonladder
scala, ~ minor : moltoonschaal
scala, ~ major : durtoonladder
scala, facer ~s : toonladders spelen
scala /sub/ : schaal, schaalverdeling, maat, maatstaf
scala, ~ centesimal : honderddelige schaal
scala, ~ logarithmic : logaritmische schaal
scala, ~ de duressa : hardheidsgraad
scala, ~ limnimetric : peilschaal
scala, ~ de un carta : schaal van een kaart
scala, carta a/in grande ~ : kaart op grote schaal
scala, al ~ de duo pro cinquanta milles : op de schaal 2 : 50 000
scala, ~ barometric : barometerschaal
scala, ~ thermometric/de un thermometro (thermometro) : gradenaanduiding van een thermometer, thermometerschaal
scala, facer un designo a ~ reducite : iets op verkleinde schaal tekenen
scala, ~ de Beaufort : Beaufortschaal
scala, ~ de Richter : schaal van Richter
scala, ~ de Fahrenfort : schaal van Fahrenfort
scala, ~ de Beranek : schaal van Beranek
scala /sub/ : reeks, schaal, rangorde, gamma, FIGURATE ladder
scala, ~ social : maatschappelijke ladder
scala, ille es ancora in le parte basse del ~ social : hij staat nog laag op de maatschappelijke ladder
scala, ~ mobile : glijdende schaal
scala, ~ de valores : hiërarchie van waarden
scala, ~ de colores : kleurengamma
scala, ~ de salarios : loonschaal
scala /sub/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES aanlegplaats, ankerplaats, tussenhaven, aanloophaven
scala, facer ~ in un porto : een haven aandoen
scala /sub/ : AVIATION tussenlanding
scala, facer ~ a Schiphol : een tussenlanding in Schiphol maken
scala, sin ~ : non-stop, zonder onderbreking
scala, volo sin ~ : non-stopvlucht
scalia /sub/ : ZOOLOGIA, BOTANICA, MEDICINA etc., schub (van vis/reptiel), hard
scalia, ~ de ovo : eierschaal
scalia, ovo con ~ rupte : kneus(je)
scalia, ~ de ostrea : oesterschelp
scalia, ~ de tortuca : schildpad (als stof)
scalia /sub/ : ketelsteen
scarpa /sub/ : schoen
scarpa, ~ de gymnastica : gymnastiekschoen
scarpa, ~ de sport (A) : sportschoen
scarpa, ~ de dansa : dansschoen
scarpa, ~ de banio : badschoen
scarpa, ~ de football (A) : voetbalschoen
scarpa, ~ de tennis (A) : tennisschoen
scarpa, ~ de ligno : klomp
scarpa, ~ orthopedic : orthopedische schoen
scarpa, ~ de infante : kinderschoen
scarpa, ~ de femina (femina) : damesschoen
scarpa, ~ de homine : herenschoen
scarpa, ~ (facite) al mesura : maatschoen
scarpa, ~ a talon alte : schoen met hoge hak
scarpa, ~ a talon platte : schoen met platte hak
scarpa, ~ basse : lage schoen
scarpa, ~s a punctas/con clavos : spikes
scarpa, ~s confortabile/commode (commode) : gemakkelijke schoenen
scarpa, ~s deformate : afgetrapte schoenen
scarpa, bucla de un ~ : gesp van een schoen
scarpa, corio a ~s : schoenleer
scarpa, cordon/lacetto de ~(s) : schoenveter
scarpa, corno a ~s : schoenhoorn
scarpa, clavo de ~ : schoenspijker
scarpa, boteca de ~s : schoenwinkel
scarpa, brossa a/pro ~s : schoenborstel
scarpa, pasta/crema a/de/pro ~ : schoenpoets
scarpa, fabrica de ~s : schoenfabriek
scarpa, fabricante de ~s : schoenfabrikant
scarpa, le reparation de ~s : het schoenmaken
scarpa, reparator de ~s : schoenhersteller, schoenmaker
scarpa, forma pro ~s : (schoen)leest
scarpa, tenditor pro ~s : schoenspanner
scarpa, ~ pro frenar : remschoen
scarpa, mitter su ~s : zijn schoenen aantrekken
scarpa, cambiar de ~s : andere schoenen aantrekken
scarpa, laciar se le ~s : zijn schoenen vastmaken
scarpa, dislaciar se le ~s : zijn schoenen losmaken/losrijgen
scarpa, su ~s cracca : zijn schoenen kraken
scarpa, succuter le pulvere de su ~s : het stof van zijn schoenen schudden
scarpa, solear ~s : schoenen verzolen
scarpa /sub/ : helling, glooiing
scarpa /sub/ : FORTIFICATION binnentalud, escarp
scena /sub/ : toneel (van een schouwburg)
scena, ~ tornante : draaitoneel
scena, le ~ representa un foreste : het toneel stelt een bos voor
scena, apparer in ~ : op het toneel verschijnen
scena, entrar in ~ : op het toneel komen
scena, disparer del ~ : van het toneel verdwijnen
scena, director de ~ : toneelregisseur
scena, technica de ~ : toneeltechniek
scena, foras de ~ : (anque FIGURATE) achter de schermen
scena /sub/ : deel van een bedrijf, scène
scena /sub/ : plaats van handeling, locatie, toneel, omlijsting, achtergrond
scena, ~ stratal/de strata : straatscène
scena, ~s violente/de violentia : gewelddadige scènes
scena, ~ de massa : massascène
scena, ~ idyllic : idyllisch tafereel
scena, le ~ politic : het politieke toneel
scena, poner in ~ : in scène zetten
scena /sub/ : scène, ophef, misbaar, ruzie
schola /sub/ : school
schola, ~ agrari/de agricultura : landbouwschool
schola, ~ commercial/de commercio : handelsschool
schola, ~ polytechnic : polytechnische school
schola, ~ forestal : bosbouwschool
schola, ~ de horticultura : tuinbouwschool
schola, ~ industrial : nijverheidsschool
schola, ~ de scherma : schermschool
schola, ~ de navigation : zeevaartschool
schola, ~ de aviation/de volo : luchtvaartschool
schola, ~ de policia (policia) : politieschool
schola, ~ de natation : zwemschool
schola, ~ veterinari : veeartsenijschool
schola, ~ culinari/de cocina : kookschool
schola, ~ de cocineros : koksschool
schola, ~ de tiro : schietschool
schola, ~ de canto : zangschool
schola, ~ de musica : muziekschool
schola, ~ de dansa : dansschool, dansacademie
schola, ~ de arte dramatic : toneelschool
schola, ~ de menage/de artes domestic : huishoudschool
schola, ~ de studios pedagogic : kweekschool, normaalschool
schola, ~ de arte : kunstacademie
schola, ~ de equitation : ruiterschool, rijschool
schola, ~ hoteler/de hoteleria (hoteleria) : hotel(vak)school
schola, ~ de stato : rijksschool
schola, ~ public : openbare school
schola, ~ laic : lekenschool
schola, ~ popular : volksschool
schola, ~ municipal/communal : gemeenteschool
schola, ~ private : particuliere school
schola, ~ neutre : neutrale school
schola, ~ superior : hogeschool
schola, ~ de village : dorpsschool
schola, ~ parochial : parochieschool
schola, ~ maternal : kleuterschool, bewaarschool
schola, ~ al aere (aere) libere : openluchtschool
schola, ~ elementari/primari : lagere school, basisschool
schola, ~ secundari : middelbare school
schola, ~ rural : plattelandsschool
schola, ~ del die/del jorno : dagschool
schola, ~ del vespera (vespera)/vespere : avondschool
schola, ~ del dominica : zondagsschool
schola, ~ conventual/monastic/monachal/claustral : kloosterschool
schola, ~ de pueros (pueros) : jongensschool
schola, ~ de pueras (pueras)/de juvenas (juvenas) : meisjesschool
schola, ~ mixte : gemengde school
schola, ~ confessional : confessionele school
schola, ~ protestante : christelijke school
schola, ~ catholic : katholieke school
schola, ~ de conducta/de guidar : autorijschool
schola, ~ de belle artes : school voor schone kunsten
schola, banco de ~ : schoolbank
schola, jornal de ~ : schoolkrant
schola, construction de ~s : scholenbouw
schola, die de ~ : schooldag
schola, libro de ~ : schoolboek
schola, campana de ~ : schoolbel
schola, maestro de ~ : schoolmeester
schola, local de ~ : schoollokaal
schola, corte/placia de ~ : schoolplein
schola, jardin de ~ : schooltuin
schola, puero (puero) de ~ : schooljongen
schola, puera (puera) de ~ : schoolmeisje
schola, amico (amico) de ~ : schoolvriend
schola, amica (amica) de ~ : schoolvriendin
schola, costos de ~ : schoolgeld
schola, inspection de ~ : schooltoezicht
schola, director de ~ : schoolhoofd, hoofd der school, directeur
schola, direction de ~ : schoolleiding
schola, ir al ~ : naar school gaan
schola, frequentation del ~ : schoolbezoek
schola, frequentar un ~ : een school bezoeken, schoolgaan, op een school zitten
schola, aperir un ~ : een school openen
schola, fundar/eriger un ~ : een school stichten/oprichten
schola, fundation de un ~ : stichting/oprichting van een school
schola /sub/ : school, stroming
schola, ~ de pictura : schilderschool
schola, ~ de Rubens : school van Rubens
schola, ~ de Praga : Praagse school
schola, ~ classic : klassieke school
schola, ~ romantic : romantische school
schola, ~ poetic : dichterschool
schola, facer ~ : school maken
scientia /sub/ : kennis, kunde
scientia, arbore del ~ del ben e del mal : boom der kennis des goeds en des kwaads
scientia, un puteo de ~ : een wonder van geleerdheid
scientia /sub/ : wetenschap
scientia, ~ pur : zuivere wetenschap
scientia, ~ exacte : exacte wetenschap
scientia, ~ applicate : toegepaste wetenschap
scientia, ~ experimental : experimentele wetenschap
scientia, ~ auxiliar : hulpwetenschap
scientia, ~ juridic/del derecto : rechtswetenschap
scientia, ~s del spirito : geesteswetenschappen
scientia, ~s natural/physic : natuurwetenschappen
scientia, ~ litterari/del litteratura : literatuurgeschiedenis
scientia, ~s occulte : occulte wetenschappen
scientia, ~ libresc : boekenwijsheid
scientia, ~s del terra : aardwetenschappen
scientia, ~ militar : krijgswetenschap
scientia, ~ juridic : rechtswetenschap
scientia, ~s geologic : geowetenschappen
scientia, ~ actuarial : actuariële wetenschap
scientia, ~s del comportamento : gedragswetenschappen
scientia, ~s human/del homine : menswetenschappen
scientia, ~s social : sociale wetenschappen
scientia, ~ del nutrition : voedingsleer
scientia, homine de ~ : wetenschapper
scientia, campo/terreno del ~ : terrein van de wetenschap
scientia, branca del ~ : tak van wetenschap
scientia, le ~s e le artes : kunsten en wetenschappen
scientia, impersonalitate del ~ : objectiviteit van de wetenschap
scientia, Academia Royal Nederlandese del Scientias : Koninklijke Nederlandese Academie van Wetenschappen
scientia, consecrar se al ~ : de wetenschap beoefenen
scientific /adj/ : wetenschappelijk
scientific, recerca ~ : wetenschappelijk onderzoek
scientific, expedition ~ : wetenschappelijke expeditie
scientific, termino (termino) ~ : wetenschappelijke term
scientific, theoria (theoria) ~ : wetenschappelijke theorie
scientific, revista ~ : wetenschappelijk tijdschrift
scientific, discoperta ~ : wetenschappelijke ontdekking
scientific, methodos (methodos) ~ : wetenschappelijke methoden
scientific, discopertas ~ : wetenschappelijke ontdekkingen
scientific, congresso ~ : wetenschappelijk congres
scientific, terminologia (terminologia) ~ : wetenschappelijke terminologie
scientific, phraseologia (phraseologia)/linguage ~ : wetenschappelijk taalgebruik/jargon
scientific, socialismo ~ : wetenschappelijk socialisme
scientista /sub/ : wetenschapper, wetenschapsbeoefenaar, geleerde
scientista, ~ de reputation/fama mundial : geleerde van wereldnaam
scopo /sub/ : doel, schietschijf
scopo /sub/ : plan, voornemen, oogmerk
scopo, ~ final : einddoel
scopo, ~ del vita : levensdoel
scopo, sin ~ lucrative : zonder winstdoel
scopo, attinger un ~ : een doel bereiken
scopo, persequer un ~ : een doel najagen
scopo, haber un ~ fixe : een vast doel hebben
scriber /v/ : schrijven
scriber, ~ un littera : een brief schrijven
scriber, ~ un libro : een boek schrijven
scriber, tabula a/de ~ : schrijftafel
scriber, tinta a/de/pro ~ : schrijfinkt
scriber, papiro a/de/pro ~ : schrijfpapier
scriber, bloco de ~ : schrijfblok
scriber, ardesia a ~ : schrijflei(tje)
scriber, penna a/de/pro ~ : schrijfpen
scriber, arte de ~ : schrijfkunst
scriber, machina (machina) a/de ~ : schrijfmachine
scriber, passion de ~ : schrijfwoede
scriber, ~ un dissertation : een dissertatie schrijven
scriber, ~ per le mano sinistre/leve : links(handig) schrijven
scriber, ~ con tinta rubie : met rode inkt schrijven
scriptorio /sub/ : schrijftafel, bureau
scriptorio, sedia de ~ : bureaustoel
scriptura /sub/ : schrift, het schrijven
scriptura /sub/ : (hand)schrift, wijze van schrijven
scriptura, ~ phonetic : fonetisch schrift
scriptura, ~ syllabic : lettergreepschrift
scriptura, ~ levogyr/invertite/specular/a speculo : spiegelschrift
scriptura, ~ de catto : krabbelpootje
scriptura, ~ calligraphic : schoonschrift
scriptura, ~ musical : muziekschrift
scriptura, ~ cifrate : cijferschrift
scriptura, ~ secrete/cifrate : geheimschrift
scriptura, ~ decorative : sierschrift
scriptura, ~ illegibile : onleesbaar schrift
scriptura, ~ fin : fijn schrift
scriptura, ~ regular : regelmatig handschrift
scriptura, ~ deformate : verdraaid handschrift
scriptura, ~ currente : lopend schrift
scriptura, ~ nette : duidelijk handschrift
scriptura, ~ Braille : blindenschrift
scriptura, ~ gothic : gotisch schrift
scriptura, ~ arabe : Arabisch schrift
scriptura, ~ chinese : Chinees schrift
scriptura, ~ runic : runenschrift
scriptura, ~ figurative : figuratief schrift
scriptura, ~ demotic : demotisch schrift
scriptura, ~ hieroglyphic : hiëroglyfisch schrift
scriptura, ~ punctute : hoekig handschrift
scriptura, ~ hieratic : hiëratisch schrift
scriptura, exemplo de ~ : schrijfvoorbeeld
scriptura, character (character)/littera (littera) de ~ : schrijfletter
scriptura, exercitio de ~ : schrijfoefening
scriptura, haber un belle ~ : een mooie hand hebben
scriptura, vostre ~ es simplemente/francamente illegibile : uw handschrift is gewoonweg onleesbaar
scriptura, cambiar/disguisar su ~ : zijn handschrift verdraaien
scriptura /sub/ : JURIDIC, COMMERCIO etc., geschrift, document, oorkonde, akte, stuk
scriptura, ~ de vendita (vendita) : verkoopakte
scriptura /sub/ : Schrift (Bijbel)
scriptura, Sacre/Sancte Scriptura, Scriptura Sacre/Sancte : Heilige Schrift
scriptura, passage del ~ : bijbelplaats/tekst
scriptura, parola del ~ : schriftwoord
scuto /sub/ : schild, wapenschild
scuto, ~ de bronzo : bronzen schild
scuto, ~ thermic : hitteschild
scuto, ~ spatial : ruimteschild
se /pron rec/ : zich, zichzelf
secar /v/ : snijden, afsnijden
secar, ~ le herba : het gras maaien
secar, ~ le gazon : het gazon maaien
secar, ~ le capillos : haarknippen
secar, facer ~ se le capillos : zijn haar laten knippen
secar, ~ le capillos in quatro : haarkloven
secrete /adj/ : geheim, verborgen, geheim...
secrete, agente ~ : geheim agent
secrete, societate/association ~ : geheim genootschap
secrete, scriptura ~ : geheimschrift
secrete, documentos ~ : geheime documenten/stukken
secrete, session ~ : besloten zitting/vergadering
secrete, conferentia ~ : geheime bijeenkomst
secrete, policia ~ : geheime politie
secrete, scala ~ : geheime trap
secrete, porta ~ : geheime deur
secrete, armario ~ : geheime kast
secrete, numero (numero) de telephono (telephono) ~ : geheim telefoonnummer
secrete, alliantia ~ : geheim verbond
secrete, tractato ~ : geheim verdrag
secrete, servicio ~ : geheime dienst
secrete, votation/voto ~ : geheime stemming
secrete /adj/ : onmededeelzaam, gesloten
secrete, homine ~ : gesloten man
secreto /sub/ : geheim(houding)
secreto, ~ del confession : biechtgeheim
secreto, ~ del stato : staatsgeheim
secreto, ~ de fabrication : fabrieksgeheim
secreto, ~ postal/epistolar : briefgeheim
secreto, ~ bancari : bankgeheim
secreto, ~ public : publiek geheim, allemansgeheim
secreto, ~s del natura : geheimen van de natuur
secreto, ~ professional : beroepsgeheim
secreto, ~ del corde : hartsgeheim
secreto, ~ aperte : publiek geheim
secreto, ~ del confessional : geheim van de biechtstoel
secreto, ~ commercial/mercantil : handelsgeheim
secreto, ~s del natura : geheimen van de natuur
secreto, divulgar un ~ : een geheim onthullen
secreto, trair/revelar/disvelar un ~ : een geheim prijsgeven/verklappen
secreto, divulgation de un ~ : onthulling van een geheim
secreto, guardar un ~ : een geheim bewaren
secreto, guardar le ~ de su nomine : zijn naam verzwijgen
secreto, imponer ~ : geheimhouding opleggen
secreto, trair un ~ : een geheim verraden
secreto, violar un ~ : een geheim schenden
secreto, detener un ~ : een geheim bezitten
secreto, in ~ : in het geheim, onopgemerkt
secreto, sub le sigillo del ~ : onder het zegel der geheimhouding
secreto, ille cognosce le ~s del mestiero : hij kent het klappen van de zweep
secreto /sub/ : geheime lade/veer/cijfercombinatie, etc.
section /sub/ : het snijden (anque MEDICINA), sectie
section /sub/ : sectie (anque MILITAR), paragraaf, onderdeel, afdeling, baanvak, traject (tram/bus), district,
section, chef (F) de ~ : sectiecommandant
section, capitulos dividite in ~es : hoofdstukken die in paragrafen zijn verdeeld
section, ~ electoral : kiesdistrict
section, ~ de publicitate : reclameafdeling
section, ~ rhythmic : ritmesectie (van jazzband)
section, ~ local de un partito politic : plaatselijke afdeling van een politieke partij
section, tote le ~es del societate : alle geledingen van de maatschappij
section, ~ de linea : baanvak
section /sub/ : GEOMETRIA etc., snede, snijvlak, doorsnede
section, ~ conic : kegelsnede
section, puncto de ~ : snijpunt
section, ~ horizontal : horizontale doorsnede
section, ~ vertical : verticale doorsnede
section, ~ transversal : dwarsdoorsnede
section, ~ longitudinal : lengtedoorsnede, langsdoorsnede
section, ~ stratigraphic : stratigrafische doorsnede
section, ~ transverse/transversal del valle/vallea (vallea) : dalprofiel
sectura /sub/ : snede
sectura, un ~ in le digito (digito) : een snede in de vinger
seculo /sub/ : eeuw
seculo, ~s medie : middeleeuwen
seculo, ~ de auro : gouden eeuw
seculo, ~ presente : deze eeuw
seculo, Seculo del Lumines/del Luces : Eeuw van de Verlichting
seculo, bravar le ~s : de eeuwen (kunnen) trotseren
seculo, durante ~s : eeuwenlang
seculo /sub/ : wereld, wereldse zaken
secunda /sub/ : seconde (tijdseenheid)
secunda, in un fraction de ~ : in een fractie van een seconde
secunda, agulia del ~s : secondewijzer, kleine wijzer
secunda /sub/ : seconde (1/3600 van de graad van een hoek)
secunda /sub/ : MUSICA seconde, interval
secunde /num ord/ : tweede
secunde, in ~ loco : in de tweede plaats
secunde, de ~ mano : tweedehands
secunde, ~ violino : tweede viool
secunde, ~ intention : bijbedoeling
secunde, ~ votation : herstemming
secunde, omne ~ jorno/die : om de andere dag
secundo /sub/ : tweede man, assistent, secondant (bij duel)
secundo /prep/ : vlak achter
secundo /prep/ : langs
secundo /prep/ : overeenkomstig, volgens, naar
secundo, ~ le littera (littera) del lege : naar de letter van de wet
secundo, ~ tote le apparentias : naar alle schijn
secundo, ~ le besonios : naar behoefte
secundo, ~ le circumstantias : naar bevind van zaken
secundo, ~ mi habitude : zoals ik gewoon ben
secundo, ~ le desiro/le desiderio de : op wens van
secundo, ~ mi calculos : naar mijn berekening
secundo, proceder ~ le instructiones : overeenkomstig de instructies handelen
secundo, io agera (agera) ~ mi conscientia : il zal naar eer en geweten handelen
secundo, ~ que : al naar gelang dat, naarmate dat
secur /adj/ : zeker, veilig, betrouwbaar, feilloos
secur, loco ~ : veilige plaats
secur, amico (amico) ~ : betrouwbare vriend
secur, base ~ : solide basis
secur, intuition ~ : feilloze intuïtie
secur, in manos ~ : in veilige handen
secur, le mano ~ del dentista : de vaste hand van de tandarts
secur /adj/ : zeker, overtuigd
secur /adj/ : zeker, vaststaand
sed /conj/ : maar
sed, non solmente ~ etiam : niet alleen maar ook
sede /sub/ : zitplaats, zetel, stoel
sede, ~ posterior/de detra : achterzitplaats/achterbank/duozitting, buddyseat
sede, ~ balanciante/a bascula : schommelstoel
sede, ~ de bracios : leunstoel, armstoel
sede, ~ giratori : draaistoel
sede, ~ presidential : presidentszetel
sede, ~ vacante : vacante zetel
sede, haber un ~ in le consilio directive : een zetel in het bestuur hebben
sede, repartition del ~s : zetelverdeling
sede /sub/ : zetel, (administratief, etc.) centrum, hoofdkantoor
sede, ~ central/principal : hoofdzetel/kantoor
sede, Sancte Sede : Heilige Stoel
sede, ~ Apostolic : Apostolische Stoel
sede, ~ governamental/de governamento : regeringszetel
sede, ~ del Statos Provincial : provinciehuis
sede, con ~ in : gevestigd te/in
sede /sub/ : ECCLESIA diocees, bisschoppelijk gebied, bisdom
seder /v/ : zitten
seder, esser sedite : zitten
seder, ~ se : gaan zitten
seder, prefere tu ~ te hic? : wil je misschien hier zitten?
seder, votar per ~ e levar : stemmen door zitten en opstaan
seder /v/ : zitting hebben
seder, ~ in le parlamento : in het parlement zitten
seder /v/ : passen, zitten (van kleding/schoenen)
sedia /sub/ : stoel
sedia, ~ alte : hoge stoel
sedia, ~ basse : lage stoel
sedia, ~ cannate : rieten stoel
sedia, ~ balanciante/a/de bascula : schommelstoel
sedia, ~ commode/confortabile : gemakkelijke stoel
sedia, ~ de bracios : armstoel, leunstoel
sedia, ~ plicante : vouwstoel
sedia, ~ superponibile : stapelstoel
sedia, ~ ejectabile/de ejection : schietstoel
sedia, ~ rolante/a rotas : rolstoel
sedia, ~ de plagia : strandstoel
sedia, ~ de cocina : keukenstoel
sedia, ~ de infante : kinderstoel
sedia, ~ de piscator : visstoeltje
sedia, ~ del camino : hoekje bij de haard
sedia, ~ electric : elektrische stoel
sedia, pede/gamba de ~ : stoelpoot
sedia, tapissar un ~ : een stoel bekleden/stofferen
sedia gestiatora /LATINO/ : CATHOLICISMO sedia gestiatora
selection /sub/ : selectie, keuze, keur
selection, ~ aleatori : willekeurige selectie
selection, ~ de poesias (poesias) : keur van gedichten
selection, ~ de plattos deliciose : keur van lekkernijen
selection, ~ natural : natuurlijke selectie
selection, SPORT ~ de base : basisopstelling
selection, commission de ~ : keuzecommissie
selection, procedura/procedimento de ~ : selectieprocedure
selection, regula de ~ : selectieregel
selection, match (A) de ~ : selectiewedstrijd
selection, test (A) a ~ multiple (multiple) : meerkeuzetoets
selection, question a ~ multiple (multiple) : meerkeuzevraag
selection, ~ natural : natuurlijke teeltkeus/selectie
selection, criterio de ~ : selectiecriterium
selection, methodo (methodo) de ~ : selectiemethode
selection, facer un ~ : een selectie maken, selecteren
seliger /v/ : een keuze maken, (uit)kiezen, uitzoeken, selecteren
seliger, parlar in terminos ben seligite : spreken in welgekozen bewoordingen
semblar /v/ : schijnen, lijken, de indruk wekken
semblar, il me sembla : het schijnt me toe, ik heb de indruk
semine /sub/ : zaad
semine, ~ de trifolio : klaverzaad
semine, ~ de coton : katoenzaad
semine, ~ de radice : radijszaad
sempre /adv/ : altijd
sempre, pro ~ : voor altijd
sempre, un vice pro ~ : eens en voor altijd
senior /adj/ : senior, ouder
senior, Jan Jansen ~ : Jan Jansen senior
senior /sub/ : senior, oudste, oudere
senior /sub/ : SPORT senior
senior /sub/ : RELIGION Heer
senior, Nostre Senior : Onze Lieve Heer
senior, le casa del Senior : het huis des Heren
senior, cantar le laudes del Senior : Gods lof zingen
senior /sub/ : heer, meneer
senior, ~ Jansen : meneer Jansen
seniora /sub/ : mevrouw, dame
seniora, ~ Jansen : mevrouw Jansen
senioretta /sub/ : (me)juffrouw
senioretta, ~ Jansen : (me)juffrouw Jansen
sensate /adj/ : redelijk, verstandig, wijs, zinnig, zinvol, doordacht
sensate, parolas ~ : zinnige woorden
sensate, discurso ~ : zinnig betoog
sensate, rationamento ~ : doordachte redenering
sensate, proposition ~ : doordacht voorstel
sensation /sub/ : sensatie, indruk, gewaarwording, gevoel, waarneming
sensation, ~ auditive : gehoorindruk/waarneming
sensation, ~ visual : gezichtsindruk/waarneming
sensation, ~ gustative : smaakgewaarwording
sensation, ~ de disgusto : gevoel/gewaarwording van afkeer
sensation, ~ de dolor : pijngewaarwording
sensation, ~ de satisfaction : voldaan gevoel
sensation, ~ de benesser : aangenaam gevoel, gevoel van welbehagen
sensation, ~es hallucinatori : hallucinatorische gewaarwordingen
sensation /sub/ : sensatie, beroering, opschudding
sensation, facer/causar/producer/suscitar ~ : sensatie verwekken, opzien baren
sensation, notitia de ~ : sensatiebericht
sensation, pressa de ~ : sensatiepers
sensation, roman a ~ : sensatieroman
senso /sub/ : zin, zintuig
senso, le cinque ~s : de vijf zintuigen
senso, ~ olfactive : reukzin
senso, ~ tactile/de tacto : gevoelszin
senso, ~ auditori/auditive : gehoorzin
senso, ~ visual/del vista : gezichtszin
senso, acuitate/acutessa del ~s : scherpte van de zintuigen
senso, perder le ~s : het bewustzijn verliezen
senso, reprender/recovrar/recuperar le ~s : weer bijkomen, weer tot bewustzijn komen
senso, ~ de humor : gevoel voor humor
senso, ~ de impotentia : gevoel van onmacht
senso, ~ de justitia : rechtsgevoel
senso, ~ del realitate(s) : realiteitszin
senso, ~ del norma : normbesef
senso, ~ del deber : plichtsgevoel
senso, ~ de culpa : schuldgevoel
senso, ~ de orientation : richtinggevoel
senso, ~ rhythmic/del rhythmo/del mesura : maatgevoel
senso, ille non ha le ~ del mesura/moderation : hij weet van geen maathouden
senso /sub/ : verstand, onderscheidingsvermogen, oordeelsvermogen
senso, ~ commun, bon ~ : gezond verstand
senso /sub/ : zin, betekenis
senso, ~ de un parola : woordbetekenis
senso, ~ del vita : zin van het leven
senso, ~ figurate : figuurlijke betekenis
senso, ~ principal : hoofdbetekenis
senso, ~ accessori/secundari : bijbetekenis
senso, ~ original : grondbetekenis
senso, ~ proprie : eigenlijke/letterlijke betekenis
senso, ~ etymologic : oerbetekenis
senso, ~ celate : verborgen betekenis
senso, ~ pejorative : ongunstige betekenis
senso, in certe ~ : in zekere zin
senso, in le plus large ~ del parola : in de ruimste zin van het woord
senso, disproviste de ~ : nietszeggend, zonder betekenis
senso /sub/ : zin, richting, kant
senso, ~ longitudinal : lengterichting
senso, ~ de rotation : draairichting
senso, ~ obligatori : verplichte (rij)richting
senso, ~ del marcha : looprichting
senso, in ~ inverse/contrari/opposite : in tegengestelde richting
senso, circulation in ~ inverse : tegemoetkomend verkeer
senso, ~ de un texito : vleug van een stof
senso, in ~ horologic : met de wijzers van de klok mee
senso, in ~ antihorologic : tegen de wijzers van de klok in
senso, via/cammino/strata de ~s separate : weg met gescheiden rijbanen
senso, via/cammino/strata a/de ~ unic : weg met éénrichtingsverkeer
sentiero /sub/ : pad
sentiero, ~ forestal : bospad
sentiero, ~ pro pedones : voetpad
sentiero, ~ de promenada : wandelpad
sentiero, ~ de dunas : duinslag/pad
sentiero, ~ tortuose/sinuose/serpentin/in zigzag : kronkelpad
sentiero, ~ transverse : dwarspad
sentiero, ~ sablose/de sablo/de arena : zandpad
sentiero, ~ herbose : graspad
sentiero, ~ de gravella : grindpad
sentiero, ~ de montania : bergpad
sentiero, ~ cavalcabile : ruiterpad
sentiero, ~ de guerra : oorlogspad
sentiero, cruciar le ~ de vita de un persona : iemands levenspad kruisen
sentiero, sequer un ~ : een pad volgen
sentiero, sequer le ~ del virtute : het pad der deugd bewandelen
sentimento /sub/ : gevoel, gewaarwording
sentimento /sub/ : gevoel, besef, bewustzijn
sentimento, ~ de culpa/de culpabilitate : schuldbesef
sentimento, ~ de justitia : rechtsgevoel
sentimento, ~ de amicitate : gevoel van vriendschap
sentimento, ~ de vergonia : schaamtegevoel
sentimento, ~ de vengiantia : wraakgevoel
sentimento, ~ de inferioritate : minderwaardigheidsgevoel
sentimento, ~ de collectivitate : gemeenschapszin
sentimento, ~ de delivrantia : gevoel van opluchting/bevrijding
sentimento, ~ del natura : natuurgevoel
sentimento, ~ del deber : plichtsgevoel
sentimento, ~ religiose : godsdienstzin
sentimento, ~ occulte : latent gevoel
sentimento, ~ national : nationaliteitsgevoel
sentimento, ~ esthetic/artistic/del arte : kunstgevoel
sentimento, con ~s mixte/contrari : met gemengde gevoelens
sentimento, exprimer/manifestar/exteriorisar su ~s : zijn gevoelens uiten
sentir /v/ : voelen, gewaar worden
sentir, ~ se mal/ben : zich slecht/goed voelen
separar /v/ : scheiden, uit elkaar halen
separar, ~ le carne del ossos : het vlees van de beenderen scheiden
separar, usque le morte nos separa : tot de dood ons scheidt
separar, ~ duo combattentes : twee vechtenden scheiden
separar /v/ : scheiden, gescheiden houden
separar, le Pyreneos (Pyreneos) separa Francia e Espania : de Pyreneeën scheiden Frankrijk en Spanje
separate /adj/ : gescheiden, afzonderlijk, apart
separate, pace ~ : afzonderlijke vrede
separate, camera (camera) ~ : aparte kamer
separate, le differente partes pote esser comprate separatemente : de verschillende delen zijn apart verkrijgbaar
separation /sub/ : het scheiden, scheiding
separation, linea de ~ : scheidslijn, scheidingslijn
separation, muro de ~ : scheidsmuur, scheidingsmuur
separation, ~ de benes : huwelijkse voorwaarden
separation, ~ del ecclesia e del stato : scheiding van Kerk en Staat
separation, ~ del poteres : machtenscheiding
separation, ~ del isotopos (isotopos) : isotopenscheiding
separation, infundibulo a/de ~ : scheitrechter
separation, transformator de ~ : scheidingstransformator
septanta /sub num card/ : zeventig
septe /sub num card/ : zeven
septembre /sub/ : september
septimana /sub/ : week
septimana, le ~ proxime (proxime) : de volgende week
septimana, le ~ passate : de vorige week, verleden week
septimana, fin de ~ : weekend
septimana, medio del ~ : midweek
septimana, ~ de feria : kermisweek
septimana, ~ de pascha : paasweek
septimana, ~ de pentecoste : pinksterweek
septimana, ~ de Natal : kerstweek
septimana, ~ Sancte : Goede Week
septimana, durante ~s e ~s : wekenlang
septime (septime) /num ord/ : zevende
sequente /adj/ : volgend
sequente, le die/jorno ~ : de volgende dag
sequente, indorsator ~ : volgende endossant
sequer /v/ : volgen
sequer, ~ un persona : iemand volgen, achter iemand aanlopen/rijden, etc.
sequer, ~ le guida : de gids volgen
sequer, ~ un cammino : een weg volgen
sequer, ~ un curso : een cursus volgen
sequer, ~ un consilio : een raad opvolgen
sequer, ~ le exemplo de : het voorbeeld volgen van
sequer, ~ le actualitate : bijhouden wat er gebeurt
sequer, ~ un match (A) al television : naar een wedstrijd op de televisie kijken
sequer, ~ le voce de su corde : de stem van zijn hart volgen
sequer, ~ un linea de conducta : een gedragslijn volgen
sequer, ~ le instructiones : de instructies volgen
sequer, ~ un linea dur : een harde lijn/koers volgen
sequer, ~ un regime (F) pro magrir : een vermageringsdieet volgen
sequer, ~ un sentiero : een pad volgen
sequer, ~ le sentiero del virtute : het pad der deugd bewandelen
sequer, ~ un politica dur : een harde lijn volgen
sequer, le cammino seque le fluvio/riviera : de weg loopt langs de rivier
serie /sub/ : serie, reeks, rij, opeenvolging
serie, ~ de timbros : postzegelserie
serie, ~ de photo(graphia (graphia))s : fotoserie
serie, ~ de accidentes : reeks ongevallen
serie, ~ de aventuras : serie avonturen
serie, ille me ha prestate un ~ de libros : ik heb een stel boeken van hem geleend
serie, fabricar/producer in ~ : in serie produceren
serie, fabrication/production in ~ : serie/massaproduktie
serie, construction in ~ : seriebouw
serie, numero (numero) de ~ : serienummer
serie, uniforme foras (foras) de ~ : buitenmodel(uniform)
serie, film (A) de ~ B : B-film
serie, in ~ : in serie, seriegeschakeld
serie, connexion/accupulamento in ~ : serieschakeling
serie /sub/ : MATHEMATICA reeks
serie, ~ arithmetic : rekenkundige reeks
serie, ~ geometric : serie geometric
serie, ~ descendente : afdalende reeks
serie, ~ ascendente : klimmende reeks
serie, ~ convergente : convergerende reeks
serie, ~ recurrente : teruglopende reeks
serie, ~ harmonic : harmonische reeks
serie, ~ homologe (homologe) : homologe reeks
serie, ~ finite : eindige reeks
serie, ~ infinite : oneindige reeks
serie, ~ divergente : divergerende reeks
serie /adj/ : ernstig, serieus
serie, homine ~ : ernstige man
serie, restar ~ : ernstig blijven
serie, haber rationes ~ pro : gegronde redenen hebben om
serie, un tractamento pauco/poco ~ : een onzorgvuldige behandeling
serie, considerar seriemente un cosa : iets ernstig overwegen
seriose /adj/ : ernstig, serieus
seriose, offerta ~ : serieus aanbod
serpente /sub/ : ZOOLOGIA slang
serpente, pelle de ~ : slangenhuid, slangenleer
serpente, ~ aquatic : waterslang
serpente, ~ de mar : zeeslang
serpente, ~ arboricole : boomslang
serpente, ~ venenose : gifslang
serpente, ~ a sonalias : ratelslang
serpente, morsura de ~ : slangenbeet
serpente, partes de un ~ : geledingen van een slang
serpente, veneno de ~ : slangengif
serpente, ovo de ~ : slangenei
serpente, capite (capite)/testa de ~ : slangenkop
serpente, nido de ~s : slangengebroed
serpente, incantator de ~s : slangenbezweerder
serpente, homine ~ : slangenmens
serpente, le ~ se occulta inter le flores : er schuilt een addertje onder het gras
serpente, ~ monetari : muntslang
serpente, Serpente : Slang
serpente /sub/ : boosaardig wijf, serpent
serpente /sub/ : serpent (blaasinstrument)
serrar (I) /v/ : zagen
serrar (I), ~ ligno : hout zagen
serrar (I), ~ plancas : planken zagen
serrar (I), machina (machina) a/de ~ circular : cirkelzaagmachine
serrar (II) /v/ : sluiten (een slot), op slot doen
serrar (II) /v/ : opsluiten, wegsluiten
serrar (II) /v/ : (vast)drukken, (stevig) vasthouden, (vast)klemmen
serrar (II), ~ le dentes : de tanden op elkaar klemmen
serrar (II), ~ le labios : de lippen samendrukken
serrar (II), ~ le manos : de handen samendrukken
serrar (II), ~ un vite : een schroef aandraaien
serrar (II), ~ le freno : aan de rem trekken
serrar (II), ~ le filas : de rijen sluiten
serrar (II), ~ troppo : te nauw zijn
serrar (II), ~ le cinctura : de broekriem aanhalen
serrar (II), ~ le pugno : de vuist ballen
serrar (II), bulones mal serrate : slobberende bouten
serratura /sub/ : slot (van deur, etc.), sluiting
serratura, ~ fulmine : ritssluiting
serratura, oculo/foramine del ~ : sleutelgat
serratura, mirar/reguardar per le oculo del ~ : door het sleutelgat kijken
serratura, ~ pendente : hangslot
serratura, ~ a litteras (litteras)/a combination (de litteras (litteras))/a combinationes : letterslot, combinatieslot
serratura, ~ a cylindro : cilinderslot
serratura, ~ a cifras : cijferslot
serratura, ~ a tempore : tijdslot
serratura, ~ a pessulo : grendelslot
serratura, ~ a resorto : veerslot
serratura, ~ de securitate : veiligheidsslot, nachtslot
serratura, ~ de porta : deurslot
serratura, ~ de armario : kastslot
serratura, fortiar/fracturar un ~ : een slot openbreken
serratura, introducer/facer entrar le clave in le ~ : de sleutel in het slot steken
servicio /sub/ : het dienen, dienst, dienstplicht, diensttijd, dienstuitoefening
servicio, ~ militar : krijgsdienst, militaire dienst
servicio, obligate al ~ militar : dienstplichtig
servicio, entrata in ~ : indiensttreding
servicio, in ~ active : in actieve/werkelijke dienst
servicio, ~ de labor/de travalio : arbeidsdienst
servicio, esser in ~ pagate : in loondienst zijn
servicio, non haber ~ : geen dienst hebben, vrij van dienst zijn
servicio, ~ funebre (funebre)/mortuari : rouwdienst
servicio, ~ estive/de estate : zomerdienst
servicio, ~ de hiberno : winterdienst
servicio, ~ nocturne/de nocte : nachtdienst
servicio, ~ dominical/del dominica : zondagsdienst
servicio, ~ horari : uurdienst
servicio, ~ de amico (amico) : vriendendienst
servicio, ~ reciproc (reciproc) : wederdienst
servicio, ~ al solo : gronddienst
servicio, ~ aulic/del corte : hofdienst
servicio, gamma de ~s : dienstenpakket
servicio, viage de ~ : dienstreis
servicio, horas de ~ : diensturen
servicio, porta/entrata de ~ : dienstingang
servicio, appartamento/domicilio de ~ : dienstwoning
servicio, ordine de ~ : dienstorder, dienstbevel
servicio, tempore de ~ : diensttijd
servicio, regulamento de ~ : dienstreglement
servicio, zelo in le ~ : dienstijver
servicio, spirito (spirito) de ~ : dienstopvatting
servicio, telephono (telephono) de ~ : diensttelefoon
servicio, scala de ~ : diensttrap
servicio, bicycletta de ~ : dienstfiets
servicio, auto(mobile) de ~ : dienstauto
servicio, offerer su ~s : zijn diensten aanbieden
servicio, entrar in le/al ~ de : in dienst treden bij
servicio, render/prestar un ~ a un persona : iemand een dienst bewijzen
servicio, prestation de ~s : dienstverlening
servicio, mitter/poner foris (foris) de/foras (foras) de ~ : buiten dienst stellen
servicio, mantener un persona in su ~ : iemand in dienst houden
servicio, prender un persona in su ~ : iemand in dienst nemen
servicio, offerta de ~s : dienstaanbieding
servicio /sub/ : dienst, instantie, afdeling
servicio, chef (F) de ~ : hoofd van dienst, afdelingschef
servicio, ~ de ordine : ordedienst
servicio, ~ auxiliar/de succurso/de assistentia : hulpdienst
servicio, ~ de pressa : persdienst
servicio, ~ de autobus : busdienst
servicio, ~ de charters (A) : charterdienst
servicio, ~ de information(es) : inlichtingendienst
servicio, ~ de documentation : documentatiedienst
servicio, ~ de spionage : spionagedienst
servicio, ~ del stato : staatsdienst
servicio, ~ governamental de information(es) : regeringsvoorlichtingsdienst
servicio, ~ telephonic/de telephono (telephono) : telefoondienst
servicio, ~ telegraphic/de telegrapho (telegrapho) : telegraafdienst
servicio, ~ de expedition : besteldienst
servicio, ~ de exportation : exportafdeling
servicio, ~ del clientela : klantendienst
servicio, ~ del damnos : schadeafdeling
servicio, ~ de advertimento : waarschuwingsdienst
servicio, ~ de remolcage : sleepdienst
servicio, ~ hydrographic : hydrografische dienst
servicio, ~ de libros : boekendienst
servicio, ~ sanitari/de sanitate : gezondheidsdienst, geneeskundige dienst
servicio, ~ de securitate national : binnenlandse veiligheidsdienst, B.V.D.
servicio, ~ de disinfection : ontsmettingsdienst
servicio, ~ de passageros : passagiersdienst
servicio, ~ de linea/regular : lijndienst
servicio, ~ de propaganda : propagandadienst
servicio, ~ interior : binnendienst
servicio, ~ exterior : buitendienst
servicio, magazin de libere ~ : zelfbedieningswinkel
servicio, ~s public : openbare diensten
servicio, ~ de obras public : openbare werken
servicio, ~ technic : technische dienst
servicio, ~ postal/de posta : postdienst
servicio, ~ aeropostal/postal aeree : luchtpostdienst
servicio, ~ de paccos/pacchettos postal : pakketpost, postpakketdienst
servicio, ~ de giro : girodienst
servicio, ~ de labor/de travalio : arbeidsdienst
servicio, ~ aeree : luchtvaartdienst
servicio, ~ de incendios : brandweer
servicio, auto(mobile) del ~ de incendios : brandweerauto
servicio, ~ de controlo/de surveliantia : controle/bewakingsdienst
servicio, ~ de surveliantia/vigilantia nocturne/de nocte : nachtveiligheidsdienst
servicio, ~ secrete : geheime dienst
servicio, station de ~ : servicestation, benzinestation
servicio /sub/ : bediening
servicio, ~ immediate : prompte bediening
servicio, dece percentos de ~ : tien procent bediening(sgeld)
servicio, primari ~ : eerste ronde (maaltijden in trein/kantines)
servicio /sub/ : servies
servicio, ~ de the/de caffe/de tabula : thee/koffie/eetservies
servicio, ~ de porcellana : porseleinen servies
servicio, ~ de vitros : glasservies
servicio, ~ complete : gaaf servies
servicio, ~ de trenta pecias : 30-delig servies
servicio /sub/ : RELIGION dienst
servicio, ~ divin : kerkdienst
servicio, ~ paschal : paasdienst
servicio, hora de ~ divin : kerktijd
servicio, ~ mortuari/funebre : rouwdienst
servicio /sub/ : SPORT serve
servicio, haber le ~ : aan serve zijn
servir /v/ : dienen, bedienen
servir, ~ un persona : iemand dienen
servir, ~ le interesses de un persona : iemands belangen dienen
servir, ~ su patria : zijn vaderland dienen
servir, ~ de : dienen als, dienst doen als, fungeren als
servir, ~ de combustibile : als brandstof dienst doen
servir, ~ de guida : als gids dienen/dienst doen
servir, ~ a/pro : dienen voor/tot
servir, isto non servi a/pro nihil (nihil) : dit dient nergens voor
servir, le fenestras servi a/pro lassar passar le luce/le lumine e le aere : vensters dienen om licht en lucht toe te laten
servir, ~ se de : zich bedienen van, gebruik maken van
servir, ille se servi de un serra : hij gebruikt een zaag
servir /v/ : serveren, opdienen, inschenken
servir, ~ un repasto : een maaltijd serveren
servir, ~ vino : wijn inschenken
seta /sub/ : borstel, lang en stijf haar (van varkens)
seta, scopa de ~s : borstel (van varkenshaar)
seta, pincel de ~s : kwast (van varkenshaar)
seta /sub/ : zijde
seta, ~ crude : ruwe zijde
seta, ~ natural : natuurzijde
seta, ~ artificial/synthetic : kunstzijde, rayon
seta, ~ a/de brodar : borduurzijde
seta, ~ a/de crochetar : haakzijde
seta, ~ a/de suer : naaizijde
seta, ~ pro buttonieras : knoopsgatenzijde
seta, texitos/stoffas de ~ : zijden stoffen
seta, galon de ~ : zijdegalon
seta, filo de ~ : zijdegaren
seta, papiro de ~ : zijdepapier
seta, guarnitura de ~ : zijden garneersel
seta, larva/verme a/de ~ : zijderups
seta, texitor de ~ : zijdewever
seta, tincturero de ~ : zijdeverver
seta, tinctureria (tinctureria) de ~ : zijdeververij
seta, fabrica de ~ : zijdefabriek
seta, fabricante de ~ : zijdefabrikant
seta, industria de ~ : zijde-industrie
seta, filanda/filatura/filanderia (filanderia) de ~ : zijdespinnerij
sete /sub/ : dorst
sete, haber ~ : dorst hebben, dorstig zijn
sete, appaciar/satiar su ~ : zijn dorst lessen
sete, ~ insatiabile/inappaciabile/inextinguibile : onlesbare dorst
sete, iste tempore da ~ : dit weer maakt dorstig
sete, morir de ~ : van dorst versmachten
sete /sub/ : FIGURATE dorst, begeerte, hevig verlangen
sete, ~ de vengiantia : dorst naar wraak
sete, ~ de gloria : dorst naar roem
sete, ~ de justitia : dorst naar gerechtigheid
sete, ~ de saper : dorst naar kennis
sete, ~ de auro : gouddorst
sete, ~ de sanguine : bloeddorst
sever /adj/ : streng, hard
sever, critica ~ : scherpe kritiek
sever, mesura ~ : strenge maatregel
sever, reguardo ~ : strenge blik
sever, tono ~ : strenge toon
sever, education ~ : strenge opvoeding
sever, verdicto ~ : hard vonnis
sever, reprehension ~ : scherpe berisping
sever, condemnar un cosa severmente : iets scherp veroordelen
sever, judicar severmente : streng oordelen
sever /adj/ : ernstig, sober
sever, architectura ~ : sobere architectuur
sever, beltate ~ : ingetogen schoonheid
sever /adj/ : ernstig, zwaar
sever, perditas (perditas) ~ : zware verliezen
sex /sub num card/ : zes
sexanta /sub num card/ : zestig
sexanta /sub num card/ : (een) zestigtal, stuk of zestig, ongeveer zestig
sexo /sub/ : geslacht, kunne, sekse
sexo, infante de ~ masculin/feminin : kind van het mannelijk/vrouwelijk geslacht
sexo, belle ~, ~ belle : schone geslacht
sexo, ~ debile : zwakke geslacht
sexo, persona del mesme ~ : seksegenoot
sexo, de ambe ~s : van beiderlei kunne
sexo, le altere ~ : de andere sekse
sexo, SPORT test (A) del ~ : geslachtstest
sexo, cambiamento de ~ : geslachtsverandering
sexo /sub/ : seks
sexo, haber ~ : aan seks doen
sexo, ~ de gruppo : groepsseks
sexo, ~ libere : vrije seks
sexo, ~ oral : orale seks
sexte /num ord/ : zesde
sexte, le ~ parte : het zesde (deel)
sexual /adj/ : seksueel, geslachts...
sexual, acto ~ : geslachtsdaad
sexual, instincto ~ : geslachtsdrift
sexual, excitation/excitation ~ : sexuele opwinding
sexual, partes ~ : geslachtsdelen
sexual, organo (organo) ~ externe/interne : uitwendig/inwendig geslachtsorgaan
sexual, glandulas ~ : geslachtsklieren
sexual, chromosoma ~ : geslachtschromosoom
sexual, dimorphismo ~ : geslachtsdimorfisme
sexual, differentia ~ : geslachtsonderscheid
sexual, hormon ~ : geslachtshormoon
sexual, contacto/union ~ : geslachtsgemeenschap
sexual, maturitate ~ : geslachtsrijpheid
sexual, vita ~ : geslachtsleven
sexual, inclination ~ : geslachtsneiging
sexual, characteres (characteres) ~ : geslachtskenmerken
sexual, differentias ~ : geslachtelijke verschillen
sexual, relationes ~ : geslachtsverkeer, seksuele omgang
sexual, education ~ : sexuele opvoeding
sexual, maniaco (maniaco) ~ : seksmaniak
sexual, revolution ~ : seksuele revolutie
sexual, contacto ~ : seksueel contact
sexual, differentias ~ : seksuele verschillen
sexual, reproduction ~ : geslachtelijke voortplanting
si /adv/ : zo, zo zeer
si, un ~ grande casa : zo'n groot huis
si, ille se monstra sempre/semper (semper) ~ rebarbative : hij doet altijd zo stug
si, ~ grande como : zo/even groot als
si /conj/ : als, indien
si, si il vos place : alstublieft
si, ~ non : A. zo niet, anders, B. behalve, anders
si /conj/ : of
si, io non sape ~ mi amico (amico) veni : ik weet niet of mijn vriend komt
si /sub/ : MUSICA si, de noot B
si /interj/ : ja
sia /v/ : aanvoegende wijs van "ser"
sia, sia ... sia ... : hetzij ... hetzij ..., of ... of ...
sia /v/ : gebiedende wijs van "esser"
sia, ~ caute! : wees voorzichtig!
sia, non ~ tanto disagradabile! : wees niet zo onaardig!
sia, Deo diceva: ~ le lumine! : God zei: Daar zij licht!
sia, Sia! : Het zij zo!
sibilo (sibilo) /sub/ : het fluiten, gefluit
sibilo (sibilo) /sub/ : fluit (niet MUSICA)
sibilo (sibilo), ~ a vapor : stoomfluit
sibilo (sibilo), ~ del policiero : politiefluitje
sibilo (sibilo), colpo de ~ : fluitsein, fluitsignaal
sibilo (sibilo) /sub/ : het sissen, gesis
sibilo (sibilo), ~ de serpente(s) : slangegesis
sic /adj/ : droog, gedroogd, uitgedroogd, dor
sic, vino ~ : droge wijn
sic, pisce ~ : gedroogde vis
sic, pan ~ : droog brood
sic, ramos ~ : rijshout, sprokkelhout
sic, tusse ~ : droge hoest
sic, pelle ~ : droge huid
sic, gutture ~ : droge keel
sic, stilo ~ : dorre stijl
sic, valle ~ : droogdal
sic, shampooing (A) ~ : droogshampo
sic, le pumpa es ~ : de pomp is lens
sic /adv/ : sic
siccar /v/ : drogen, droog maken
siccar, corda a ~ : drooglijn
siccar, ~ se le lacrimas (lacrimas), ~ su lacrimas (lacrimas) : zijn tranen drogen
siccar, ~ per centrifuge : centrifugeren
siccar, ~ un marisco : een moeras droogleggen
siccar /v/ : drogen, droog worden, opdrogen
siccar, iste lacca sicca in tres horas : deze lak droogt in drie uur
signal /sub/ : signaal, sein, teken
signal, ~ luminose/optic : lichtsignaal
signal, ~ sonor/acustic : geluidsignaal
signal, ~ de nebula : mistsignaal
signal, ~ de fumo : rooksignaal
signal, ~ bitonal : tweetonig signaal
signal, ~ de alarma : alarmsignaal
signal, ~ de urgentia : noodsignaal
signal, ~ de advertimento : waarschuwingssignaal
signal, ~ de partita : startsein/teken/schot
signal, ~ de arresto/de stop : stopteken
signal, isto es un ~ de pluvia : dat is een teken dat er regen komt
signal, emitter/transmitter un ~ : een signaal uitzenden
signal, non dar ~es de vita : geen teken van leven geven, taal noch teken geven
signalar /v/ : seinen, een teken geven, signaleren
signalar /v/ : aankondigen, aanduiden, aangeven, signaleren
signalar /v/ : wijzen op, opmerkzaam maken op, doen opmerken
signalar, ~ un problema : een probleem signaleren
signalar, ~ un abuso : op een misstand wijzen
signalar, ~ se : zich onderscheiden, opvallen
signalar /v/ : (ver)melden, gewag maken van
signalar, ~ le disparition de un persona : iemand als vermist opgeven
signar /v/ : (onder)tekenen, zijn handtekening plaatsen onder
signar, ~ un tractato : een verdrag ondertekenen
signar, ~ un contracto : een contract ondertekenen
signar, presentar pro ~ : ter tekening voorleggen
signar, adjunger pro ~ : ter tekening insluiten
signar /v/ : signeren
signar, 3 ~ se : een kruisteken maken, een kruis slaan
signatura /sub/ : het ondertekenen, ondertekening
signatura, ~ de un tractato : ondertekening van een verdrag
signatura /sub/ : handtekening
signatura, ~ legal/legalisate : gelegaliseerde handtekening
signatura, ~ illegibile : onleesbare handtekening
signatura, le authenticitate de un ~ : de echtheid van een handtekening
signatura, poner su ~ al pede de : zijn handtekening zetten onder
signatura, contrafacer un ~ : een handtekening vervalsen
signatura, colliger/reassemblar ~s : handtekeningen verzamelen
signatura, campania de ~s : handtekeningenactie
signatura /sub/ : TYPOGRAPHIA signatuur
significantia /sub/ : belang, betekenis, significantie
significantia, de ~ mundial/global : van wereldomvattende betekenis
significar /v/ : mededelen, te kennen geven, kenbaar maken, beduiden
significar /v/ : betekenen, beduiden, willen zeggen, uitdrukken
significar, isto significa nihil (nihil) : dit heeft niets te betekenen
significar /v/ : JURIDIC betekenen, aanzeggen
signo /sub/ : (merk)teken, merk
signo, ~s zodiacal/del Zodiaco : tekens van de Dierenriem
signo, ~ de punctuation : leesteken
signo, ~ de accentuation : accentteken
signo, ~ de exclamation : uitroepteken
signo, ~ de interrogation : vraagteken
signo, ~ negative : minteken
signo, ~ plus/positive : plusteken
signo, ~ de equation : gelijkteken
signo, ~ orthographic : spellingteken
signo, ~ diacritic : klankteken
signo, ~ linguistic : taalteken
signo, ~ musical : muziekteken
signo, ~ plus : plusteken
signo, ~ radical : wortelteken
signo, ~s characteristic/distinctive : kentekens, kenmerken
signo, studio del ~s : tekenstudie, semiotiek
signo /sub/ : teken, aanwijzing
signo, ~ precursor : voorteken, voorbode
signo, bon ~ : goed teken
signo, ~ clinic : klinische verschijnselen
signo, dar ~s de impatientia : tekenen van ongeduld geven
signo /sub/ : teken, gebaar, wenk, sein
signo, facer ~ : een teken geven, gebaren, wenken
signo, ~ de vita : levensteken
signo, non dar un ~ de vita : geen teken van leven geven, taal noch teken geven
signo, facer un ~ de cruce : een kruis slaan
signo, ~ de capite (capite)/de testa : hoofdknik
signo, facer un ~ affirmative de capite (capite)/testa : jaknikken
signo, facer un ~ negative de capite/testa : neeschudden
signo, ~ plus : plusteken
silentio /sub/ : stilte, geluidloosheid
silentio, zona de ~ : stiltezone
silentio, ~ mortal : dodelijke stilte
silentio, ~ funebre (funebre)/de morte : doodse stilte
silentio, ~ sepulcral : grafstilte
silentio, ~ profunde : diepe stilte
silentio, ~ elequente : veelzeggende stilte
silentio, ~ absolute : volmaakte stilte
silentio, ~ glacial : ijzige stilte
silentio, turbar/rumper le ~ : de stilte verstoren/verbreken/doorbreken
silentio /sub/ : stilte, stilzwijgen
silentio, minuta de ~ : minuut stilte
silentio, ~ respectuose : eerbiedige stilte
silentio, silentio! : Wees stil!, Stilte!, Stil!
silentio, guardar/observar le ~ : het stilzwijgen in acht nemen
silentio, claustrar se in le ~ : zich in stilzwijgen hullen
silentio, rumper le ~ : het stilzwijgen verbreken
silentio, optar pro le ~ : er het zwijgen toe doen
silentio, imponer ~ a un persona : iemand geheimhouding/het zwijgen opleggen
silentio, facer le ~ super : doodzwijgen
silentio, passar in ~ un cosa : ergens stilzwijgend aan voorbijgaan
silentio, precio del ~ : zwijggeld
silentio /sub/ : MUSICA rustteken
simia /sub/ : ZOOLOGIA aap
simia, ~ argentate : zilveraap
simia, homine ~ : aapmens
simia, ~s anthropoide : antropoïde apen
simia, le ~ es semper (semper)/sempre un ~, anque vestite de seta : al draagt de aap een gouden ring, etc.
simia, cavia a/de/pro ~s : apenkooi
simia, pilo de ~ : apenhaar
simile /adj/ : gelijk(waardig), eender, gelijk(soortig), soortgelijk, gelijkvormig
simile, in ~ casos : in soortgelijke gevallen
simile, triangulos ~ : gelijkvormige driehoeken
simile /sub/ : vergelijking (stijlfiguur)
simple /adj/ : enkelvoudig
simple, interesse ~ : enkelvoudige rente/interest
simple /adj/ : eenvoudig, niet ingewikkeld, simpel
simple /adj/ : eenvoudig, natuurlijk, gewoon, ongekunsteld
simple /adj/ : eenvoudig, bescheiden
simple /adj/ : argeloos, onschuldig
simple /adj/ : onnozel, naïef
simular /v/ : simuleren, veinzen, doen alsof, voorwenden, fingeren
simular, alumno qui simula un maladia (maladia) : schoolzieke leerling
simular /v/ : (anque TECHNICA) simuleren, nabootsen
sin /prep/ : zonder
sin, ~ scopo lucrative : zonder winstoogmerk/doel
sin, ~ labor/travalio : werkloos
sincer /adj/ : eerlijk, (wel)gemeend, oprecht, ongeveinsd, rondborstig
sincer, dar un responsa ~ : een eerlijk antwoord geven
singular /adj/ : enkel(voudig), enig, van één, alleenstaand
singular, (numero (numero)) ~ : enkelvoud
singular, iste verbo es in ~ : dit werkwoord staat in het enkelvoud
singular /adj/ : opvallend, bijzonder, eigenaardig, vreemd, ongewoon
singular, typo ~ : buitenbeentje, zonderling
singular, un par ~ : Jut en Jul
sinistre /adj/ : links, linker
sinistre, ripa ~ : linkeroever
sinistre, aure ~ : linkeroor
sinistre, gamba ~ : linkerbeen
sinistre, mano ~ : linkerhand
sinistre, bracio ~ : linkerarm
sinistre, spatula/humero (humero) ~ : linkerschouder
sinistre, genu (genu)/geniculo ~ : linkerknie
sinistre, oculo ~ : linkeroog
sinistre, pede ~ : linkervoet
sinistre, via ~ : linker rijstrook
sinistre, latere ~ : linkerzijde, linkerkant
sinistre, SPORT ala ~ : linkervleugel
sinistre, scriber con le mano ~ : links(handig) schrijven
sinistre /adj/ : onheilspellend, sinister
sinistre /adj/ : boosaardig, onguur
si-nominate /adj/ : zogenaamd
situar /v/ : plaatsen, situeren
situar, ~ un scena : een plaats van handeling ergens situeren
situar, Rotterdam es situate al bordos del Mosa : Rotterdam is gelegen aan de Maas
situar, iste remarca se situa in le prolongamento de iste rationamento : die opmerking ligt in het verlengde van deze
situation /sub/ : ligging (van gebouw/stad, etc.)
situation, ~ geographic : geografische ligging
situation /sub/ : situatie, toestand, omstandigheden
situation, ~ actual : huidige situatie
situation, ~ explosive : explosieve situatie, gespannen toestand
situation, ~ sin perspectiva : uitzichtloze situatie
situation, ~ irremediabile : hopeloze situatie
situation, ~ politic : politieke toestand
situation, ~ economic : economische toestand
situation, ~ financiari : financiële toestand
situation, ~ precari/periculose : hachelijke toestand
situation, ~ critic : kritieke toestand
situation, ~ alarmante : zorgelijke toestand
situation, ~ desperate : wanhopige toestand
situation, ~ de equilibrio : evenwichtstoestand
situation, ~ conflictual : conflictsituatie
situation, ~ de crise/crisis (crisis) : crisissituatie
situation, ~ humiliante : vernederende situatie
situation, ~ intolerabile/inadmissibile : onduldbare toestand
situation, gravitate del ~ : ernst van de toestand
situation, dominar le ~ : de toestand beheersen
situation, esser maestro del ~ : de toestand beheersen
situation, iste ~ appella/require un action immediate : in deze toestand is onmiddellijk handelen geboden
situation /sub/ : (lichaams)houding
situla /sub/ : emmer
situla, ~ a/pro le carbon : kolenkit
situla, ~ pro immunditias : vuilnisemmer
situla, ~ de/pro mulger, ~ a lacte : melkemmer
situla, ~ a champagne : champagnekoeler
situla, ~ hygienic : toiletemmer
situla, ansa de un ~ : hengsel van een emmer
skeleto (skeleto) /sub/ : ANATOMIA skelet, geraamte
skeleto (skeleto), ~ human : mensengeraamte
skeleto (skeleto), ~ de un pede : voetskelet
skeleto (skeleto), ~ calcari : kalkskelet
skeleto (skeleto), ~ cartilaginose : kraakbeenskelet
skeleto (skeleto), ~ ambulante : wandelend geraamte
skeleto (skeleto), ~ discarnate : ontvleesd skelet
skeleto (skeleto) /sub/ : geraamte (van een gebouw, etc.)
skeleto (skeleto), ~ de un tenta : geraamte van een tent
skeleto (skeleto) /sub/ : (ruwe) schets, schema
social /adj/ : sociaal, maatschappelijk
social, animales ~ : in groepen levende dieren
social, assecurantias ~ : sociale verzekeringen
social, cargas ~ : sociale lasten
social, controlo ~ : sociale controle
social, movimento ~ : sociale beweging
social, agitation/perturbation ~ : sociale onrust
social, programma ~ : sociaal programma
social, conflicto ~ : sociaal conflict
social, climate ~ : sociaal klimaat
social, leges ~ : sociale wetten
social, legislation ~ : sociale wetgeving
social, justitia ~ : sociale rechtvaardigheid
social, intelligentia ~ : sociale intelligentie
social, reformas ~ : sociale hervormingen
social, scala ~ : maatschappelijke ladder
social, structura ~ : sociale structuur
social, scientias ~ : sociale wetenschappen
social, critico ~ : maatschappijkriticus
social, critica ~ : maatschappijkritiek
social, societate ~ : burgerlijke maatschappij
social, vita ~ : maatschappelijk leven
social, virtutes ~ : maatschappelijke deugden
social, obligationes/deberes ~ : sociale verplichtingen
social, phenomeno (phenomeno) ~ : maatschappelijk verschijnsel
social, reformator (del structura) ~ : maatschappijhervormer
social, adjuta ~ : sociale bijstand
social, travaliator/laborator/assistente ~ : sociaal werker
social, partners (A) ~ : sociale partners
social, Cassa de Securitate Social : Sociale Verzekeringsbank
social /adj/ : firma..., van een firma
social, ration ~ : firmanaam, handelsnaam
social, capital ~ : maatschappelijk kapitaal
social, sede ~ : hoofdkantoor (van een firma)
social, anno ~ : boekjaar (van een firma)
societate /sub/ : maatschappij, samenleving, gemeenschap
societate, ~ de abundantia : welvaartsmaatschappij
societate, ~ de consumo/consumption : consumptiemaatschappij
societate, ~ de classes : klassenmaatschappij
societate, ~ sin classes : klassenloze maatschappij
societate, ~ feudal : feodale samenleving
societate, ~ matriarchal : matriarchale maatschappij
societate, ~ postindustrial : postindustriële maatschappij
societate, ~ capitalista : kapitalistische maatschappij
societate, ~ social : burgerlijke maatschappij
societate, ~ ordinate/organisate : geordende samenleving
societate, ~ perverse : verdorven maatschappij
societate, le ~ permissive : de tolerante maatschappij
societate, le basse fundo del ~ : de onderste lagen van de maatschappij
societate, al margine/al frontiera del ~ : aan de zelfkant van de samenleving
societate, typo de ~ : maatschappijvorm
societate, imagine de ~ : maatschappijbeeld
societate, critica del ~ : maatschappijkritiek
societate /sub/ : vereniging, maatschappij, genootschap, club, sociëteit
societate, ~ pro Interlingua : Interlingua-vereniging
societate, ~ veterinari : maatschappij voor diergeneeskunde
societate, Societate de Jesus Christo : Sociëteit van Jesus
societate, Societate del Nationes : Volkenbond
societate, Societate Historic : Historisch Genootschap
societate, ~ sportive : sportvereniging
societate, ~ choral : zangvereniging
societate, ~ de tiro : schietvereniging
societate, ~ secrete : geheim genootschap
societate, ~ pro le protection del animales : vereniging voor dierenbescherming
societate, ~ litterari : letterkundig genootschap
societate, constituer un ~ : een vereniging oprichten/stichten
societate /sub/ : COMMERCIO maatschappij, (handels)vennootschap, onderneming, firma
societate, ~ per actiones : vennootschap op aandelen
societate, ~ a responsabilitate limitate : besloten vennootschap
societate, ~ filial : dochtermaatschappij
societate, ~ de financiamento : financieringsmaatschappij
societate, ~ de production : produktiemaatschappij
societate, ~ immobiliari : bouwfonds
societate, ~ armatorial/de armatores : rederij
societate, ~ de investimento : beleggingsmaatschappij
societate, ~ commanditari : commanditaire vennootschap
societate, ~ anonyme (anonyme)/per actiones : naamloze vennootschap, maatschappij op aandelen
societate, ~ de disveloppamento regional : gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij
societate, ~ horticole : tuinbouwmaatschappij
societate, ~ de construction naval/de naves : scheepsbouwmaatschappij
societate, ~ petrolifere : petroleummaatschappij
societate, ~ maritime (maritime)/de navigation : scheepvaartmaatschappij
societate, ~ (de navigation) aeree : luchtvaartmaatschappij
societate, ~ commercial/de commercio : handelsmaatschappij
societate, ~ cooperative : coöperatieve vereniging
societate, ~ statal/de stato : staatsbedrijf
societate /sub/ : gezelschap, nabijheid
societate, ~ heteroclite (heteroclite) : bont gezelschap
societate, in le ~ de un persona : in iemands gezelschap
societate, joco de ~ : gezelschapsspel
societate /sub/ : "society", hogere kringen
societate, le alte ~ : de hoogste kringen
socio /sub/ : deelhebber, vennoot, compagnon
socio, ~ commanditari : commanditaire vennoot
socio, ~ gerente : beherend vennoot
socio /sub/ : lid (van een vereniging/gezelschap)
socio, ~ honorari/de honor : erelid
socio, numero (numero) de ~s : ledental
socio, perdita (perdita) de ~s : ledenverlies
socio, recrutar ~s : leden werven
socio, solo accessibile pro ~ : alleen toegankelijk voor leden
sojornar /v/ : (tijdelijk) verblijven, verblijf houden, vertoeven
sojornar, permisso de ~ : verblijfsvergunning
sojorno /sub/ : (tijdelijk) verblijf
sojorno, costos de ~ : verblijfskosten
sojorno, indemnitate de ~ : verblijfsvergoeding
sojorno, un ~ prolongate al campania : een langdurig verblijf op het platteland
sol /adj/ : alleen(staand)
sol, viver ~ : alleen leven
sol, sentir se ~ : zich alleen voelen
sol /adj/ : één, enkel, enig
sol, mi ~ preoccupation : mijn enige zorg
sol, un ~ vice : één keer
sol, ~ in su genere : enig in zijn soort
sol (I) /sub/ : MUSICA sol, de noot g
sol (I), clave de ~ : g-sleutel, solsleutel
sol (I), isto es in ~ minor : dat staat in g kleine terts
sol (II) /sub/ : zon, zonlicht, zonneschijn
sol (II), banio de ~, exposition al ~ : zonnebad
sol (II), cappello de ~ : zonnehoed
sol (II), berillos de ~ : zonnebril
sol (II), adorator del ~ : zonaanbidder
sol (II), lumine/luce del ~ : zonlicht
sol (II), colpo de ~ : zonnesteek
sol (II), levar del ~ : zonsopkomst
sol (II), poner del ~ : zonsondergang
sol (II), deo del ~ : zonnegod
sol (II), culto del ~ : zonnecultus
sol (II), position del ~ : zonnestand
sol (II), eclipse/eclipsis (eclipsis) del ~ : zonsverduistering
sol (II), templo del ~ : zonnetempel
sol (II), calor del ~ : zonnewarmte
sol (II), ardor del ~ : zonnebrand, hitte van de zon
sol (II), radio de ~ : zonnestraal
sol (II), macula del ~ : zonnevlek
sol (II), bronzate per le ~ : door de zon verbrand
sol (II), ~ artificial : hoogtezon
sol (II), ~ matinal : morgenzon
sol (II), ~ autumnal/de autumno : herfstzon
sol (II), ~ de medie nocte : middernachtzon
sol (II), ~ primaveral/vernal/de primavera : lentezon
sol (II), Imperio del Sol Levante/Nascente : Land van de Rijzende Zon
sol (II), il face ~ : de zon schijnt
sol (II), prender le ~, poner/mitter se al ~ : in de zon gaan zitten/gaan staan
sol (II), exponer al ~ : op de zon zetten
sol (II), prender le altor del ~ : de hoogte van de zon bepalen
sol (III) /sub/ : CHIMIA sol, colloïdale oplossing
sol (IV) /sub/ : sol (munteenheid van Peru)
soldato /sub/ : soldaat, militair, krijgsman
soldato, ~ professional/de mestiero/de carriera : beroepssoldaat
soldato, ~ de infanteria (infanteria) : infanterist
soldato, ~ mercenari : huursoldaat
soldato, ~ simplice (simplice) : gewoon soldaat
soldato, vita de ~ : soldatenleven
soldato, jocar al ~ : soldaatje spelen
soldato, le tumba del Soldato Incognoscite/Incognite (Incognite) : het graf van de Onbekende Soldaat
solemne /adj/ : plechtig, feestelijk, solemneel
solemne, communion ~ : plechtige communie
solemne, procession ~ : plechtige ommegang
solemne, missa ~ : solemnele mis
solemne /adj/ : plechtig, ernstig, statig
solemne, linguage ~ : plechtige taal
solemne, inauguration ~ : plechtige inhuldiging
solemne, declaration ~ : plechtige verklaring
solemne, in/con tono ~ : op gedragen toon
solemne, ille entrava solemnemente in le camera : plechtstatig trad hij de kamer binnen
soler /v/ : gewoon zijn, plegen
soler, como io sole facer : zoals ik gewoon ben
soler, como on sole dicer : zoals men pleegt te zeggen
soler, ille soleva venir hic frequentemente : hij placht hier veel te komen
soler, nos sole mangiar a sex horas : wij eten gewoonlijk om zes uur
soler, iste cosa sole finir mal : zo iets loopt meestal verkeerd af
solide /adj/ : PHYSICA vast (niet vloeibaar of gasvormig)
solide, corpore ~ : vast lichaam
solide, alimentos ~ : vast voedsel
solide /adj/ : ((persoon) stevig, sterk (gebouwd)
solide, haber le corde ~ : een sterk hart hebben
solide /adj/ : sterk, stevig, solide, degelijk
solide, education ~ : gedegen opvoeding
solide, cognoscentias/cognoscimentos ~ : degelijke kennis
solide, amicitate ~ : hechte vriendschap
solide, argumento ~ : steekhoudend argument
solide, nervos ~ : sterke zenuwen
solide, construction ~ : stevige constructie
solide, tela ~ : solide stof
solide, qualitate ~ : solide kwaliteit
solmente /adv/ : alleen, slechts, maar
solmente, a ~ cinque kilometros : op slechts vijf kilometer
solmente, non solmente ... sed etiam (etiam) ... : niet alleen ... maar ook ...
solo /adv/ : slechts, pas
solo, ille ha ~ cinquanta annos : hij is nog maar vijftig jaar
solo, isto es ~ le initio : dit is pas het begin
solo (I) /sub/ : solo, solo-optreden
solo (I), instrumento ~ : solo-instrument
solo (I), concerto ~ : soloconcert
solo (I), voce ~ : solostem
solo (I), soprano de ~ : sopraansolo
solo (I), carriera ~ : solocarrière
solo (I), ~ de piano : pianosolo
solo (I), ~ de flauta : fluitsolo
solo (I), ~ de tenor : tenorsolo
solo (I), cantar un ~ : een solo zingen
solo (I), interpretar un ~ : als solist optreden, soleren
solo (II) /sub/ : grond, bodem
solo (II), ~ natal : geboortegrond
solo (II), ~ arabile/cultivabile : bouwgrond (voor landbouw geschikte grond)
solo (II), ~ sablose/arenose : zandgrond
solo (II), ~ argillose/argillacee : kleigrond
solo (II), ~ salin : brakke grond
solo (II), ~ humifere : humusgrond
solo (II), ~ terrestre : aardbodem
solo (II), ~ firme : harde/stevige bodem
solo (II), ~ legier : lichte grond
solo (II), ~ petrose : steengrond
solo (II), ~ paupere/povre/sterile/infertile : onvruchtbare/schrale/arme grond
solo (II), paupertate/povressa/sterilitate del ~ : onvruchtbaarheid van de grond
solo (II), ~ fertile : vruchtbare/vette grond
solo (II), acidification del ~ : bodemverzuring
solo (II), fertilitate del ~ : vruchtbaarheid van de grond
solo (II), humiditate del ~ : vochtigheid van de bodem
solo (II), analyse (analyse) (-ysis) del ~ : grondonderzoek
solo (II), erosion del ~ : bodemerosie
solo (II), structura del ~ : bodemstructuur
solo (II), exploitation {plwa} del ~ : bodemexploitatie
solo (II), superficie del ~ : bodemoppervlak
solo (II), profilo del ~ : bodemprofiel
solo (II), temperatura del ~ : bodemtemperatuur
solo (II), pollution del ~ : bodemverontreiniging/vervuiling
solo (II), scandalo del pollution del ~ : gifschandaal
solo (II), formation del ~ : bodemvorming
solo (II), servicio al ~ : gronddienst
solo (II), personal al ~ : grondpersoneel
solo (II), exercitio al ~ : grondoefening
solo (II), typo de ~ : grondsoort
solo (II), (a)melioration del ~ : grondverbetering
solo (II), tapis (F)/tapete de ~ : grondzeil
solo (II), bacterio del ~ : bodembacterie
solo (II), producto del ~ : bodemprodukt
solo (II), fauna del ~ : bodemfauna
solo (II), protection del ~ : bodembescherming
solo (II), quitar le ~ : opstijgen (van vliegtuigen)
solo (II) /sub/ : vloer (van kamer, etc.)
solo (II), ~ de beton : betonvloer
solo (II), ~ marquetate/de mosaico (mosaico) : mozaïekvloer
solo (II), calefaction per le ~ : vloerverwarming
solution /sub/ : PHYSICA het oplossen
solution, calor de ~ : oploswarmte
solution /sub/ : PHYSICA oplossing (vloeistof met opgeloste stof)
solution, saturar un ~ : een oplossing verzadigen
solution, ~ saturate : verzadigde oplossing
solution, ~ concentrate : geconcentreerde/sterke oplossing
solution, concentration de un ~ : concentratie/sterkte van een oplossing
solution, ~ colloidal : colloïdale oplossing
solution, ~ de cloruro de calce : bleekwater
solution, ~ aquose : oplossing in water
solution, ~ tampon : bufferoplossing
solution, ~ salin : zoutoplossing
solution, ~ de gumma : solutie (plakmiddel)
solution /sub/ : FIGURATE het oplossen (van vraagstuk, etc.)
solution /sub/ : FIGURATE oplossing (van vraagstuk, etc.)
solution, ~ del enigma : oplossing van het raadsel
solution, ~ alternative : nevenoplossing
solution, ~ pacific : vreedzame oplossing
solution, ~ provisional/transitori : voorlopige oplossing
solver /v/ : PHYSICA oplossen
solver /v/ : FIGURATE oplossen (van vraagstuk, etc.)
solver, een raadsel ~ : solver un enigma
solver, een probleem ~ : solver un problema
somno /sub/ : slaap
somno, ~ eterne/eternal : eeuwige slaap, doodsslaap
somno, ~ san : gezonde slaap
somno, ~ hypnotic : hypnotische slaap
somno, ~ hibernal/hyemal : winterslaap
somno, ~ legier : lichte slaap
somno, ~ profunde : diepe slaap
somno, ~ agitate/intranquille/inquiete : onrustige slaap
somno, mancantia (mancantia) de ~ : gebrek aan slaap
somno, maladia (maladia)/morbo de ~ : slaapziekte
somno, haber ~ : slaap hebben, slaperig zijn
somno, facer un ~ curte/legier : een dutje doen
somno, luctar contra le ~ : tegen de slaap vechten
somno, turbar le ~ : de slaap verstoren
somno, turbation del ~ : verstoring van de slaap
somno, tirar un persona de su ~ : iemand uit zijn slaap halen
sonar /v/ : luiden, klinken, rinkelen, slaan (uurwerk), gaan (bel), schallen
sonar, le hora de libertate ha sonate : het uur der vrijheid heeft geslagen
sonar, su ultime (ultime) hora ha sonate : zijn laatste uur heeft geslagen
sonar, il sona dece horas : het slaat tien uur
sonar, su crito sonava in tote le casa : zijn kreet klonk het hele huis door
sonar /v/ : luiden, bellen, slaan
sonar, ~ le campana : de klok luiden
sonar, ~ le alarma : alarm slaan
sonar, ~ le tambur : op de trommel slaan
sonar /v/ : spelen (op een muziekinstrument), bespelen (een muziekinstrument)
sonar, ~ le piano : pianospelen
sonar /sub ANGLESE/ : PHYSICA sonar
sonar, installation (a) ~ : sonarinstallatie
sonar, detection per ~ : echopeiling
soniar /v/ : dromen
sonio /sub/ : droom
sonio, ~ diurne : dagdroom
sonio, ~ de un nocte estive/de estate : zomernachtsdroom
sonio, pais del ~s : droomland
sonio, palatio de ~s : droompaleis
sonio, mundo del ~s : droomwereld
sonio, fabrica de ~s : droomfabriek
sonio, femina (femina) de su ~s : vrouw van zijn dromen
sonio, explicar/interpretar ~s : dromen uitleggen
sonio, interprete (interprete) de ~s : droomuitlegger
sonio, explication/interpretation de ~s : droomuitlegging
sonio, facer un ~ : een droom hebben
sonio, vider un cosa in su ~s : iets in z'n dromen zien
sono /sub/ : geluid, klank, toon
sono, ~ de campana : klokgelui
sono, ~ metallic : metaalklank
sono, ~ mat : dof geluid
sono, ~ nasal : neusgeluid/klank
sono, ~ lingual : tongklank
sono, ~ imperceptibile : onhoorbaar geluid
sono, ~ de gitarras/guitarras : klank van gitaren
sono, ~ vocal : spraakklank
sono, ~s dulce : zoete klanken
sono, prisa/registration del ~ : geluidsopname
sono, technico/ingeniero del ~ : geluidstechnicus
sono, technica del ~ : geluidstechniek
sono, muro del ~ : geluidsmuur
sono, archivo de ~s : geluidsarchief
sono, qualitate del ~ : geluidskwaliteit
sono, generator del ~s : toongenerator
sono, amplificator del ~ : geluidsversterker
sono, barriera del ~ : geluidsbarriëre
sono, fortia del ~ : geluidssterkte
sono, fonte de ~ : geluidsbron
sono, celeritate/velocitate del ~ : geluidssnelheid
sono, intensitate/fortia del ~ : geluidssterkte
sono, reproduction del ~ : geluidsweergave
sono, similitude del ~s : overeenkomst in klanken
sono, association de ~s : klankassociatie
sono, transmission del ~ : geluidsoverbrenging
sono, theoria (theoria) del ~ : leer van het geluid
sono, ~ articulate/inarticulate : gearticuleerde/ongearticuleerde klank
sono, ~ guttural : keelklank
sono, ~s audibile : hoorbare klanken
sono, ~s discordante : valse tonen
sono, ~s musical : muzikale klanken
sono, ~s simple : enkelvoudige tonen
sono, ~s complexe : meervoudige tonen
sono, emitter/producer/proferer un ~ : een geluid voortbrengen
sono, ampliar/intensificar le ~ : het geluid versterken
sono, propagar le ~ : het geluid voortplanten
sono, propagation del ~ : voortplanting van het geluid
soror /sub/ : zuster
soror, ~ affin : schoonzuster
soror, ~ adoptive : pleegzuster
soror, ~ gemine : tweelingzuster
soror, ~ de matre : halfzuster (van moederszijde)
soror, ~ consanguinee/de patre : halfzuster (van vaderszijde)
soror, medie ~ : halfzuster
soror, societate/compania (compania) ~ : zustermaatschappij
soror, organisation ~ : zusterorganisatie
soror, cellula ~ : zustercel
soror /sub/ : ECCLESIA zuster, non
soror, ~ laic : lekenzuster
soror, Sorores Blanc : Witte Zusters
sorta /sub/ : soort, slag
sorta, cosas del mesme ~ : soortgelijke dingen
sorta, tote ~ de : allerhande, allerlei
sorta, de un altere ~ : andersoortig
sorta, de tres ~s : drieërlei
sorta, de mille ~s : duizenderhande, duizenderlei
sorta, de ~ que : zo(danig) dat
sortir /v/ : weggaan, uitgaan, naar buiten gaan, komen (uit)
sortir, ~ victoriose del combatto : als overwinnaar uit de strijd te voorschijn komen
sovente /adv/ : van tijd tot tijd, vaak, dikwijls, herhaaldelijk
sovente, le plus ~ : meestal
sparniar /v/ : sparen
sparniar, ~ un summa de moneta : een som geld sparen
sparniar, ~ pro su vetulessa : sparen voor zijn oude dag
sparniar, ~ pro comprar un nove bicycletta : sparen voor een nieuwe fiets
sparniar /v/ : besparen (op), bezuinigen (op)
sparniar, ~ super (super) le nutrimento : besparen op het voedsel
sparniar /v/ : sparen, ontzien, besparen (iets)
sparniar, ~ fortias : zijn krachten sparen
sparniar, ~ su adversario : zijn tegenstander sparen
sparniar, ~ un cosa a un persona : iemand iets besparen
sparniar, ille ha sparniate nemo in su critica : hij heeft niemand gespaard in zijn kritiek
spatio /sub/ : ruimte, tussenruimte, open plek
spatio, ~ vital : levensruimte
spatio, ~ cosmic : kosmische ruimte
spatio, ~ interstellari/intersideral : interstellaire ruimte
spatio, ~ interplanetari : interplanetaire ruimte
spatio, ~ intergalactic : intergalactische ruimte
spatio, ~ vacue : lege ruimte
spatio, ~ curve : gekromde ruimte
spatio, ~ metric : metrische ruimte
spatio, ~ immense : onmetelijke/onafzienbare ruimte
spatio, ~ a quatro dimensiones : vierdimensionele ruimte
spatio, ~ intercostal : ruimte tussen de ribben
spatio, ~ verde : groenstrook
spatio, ~ libere : open plek (in het bos, etc.)
spatio, ~ subterranee : kelderruimte, kruipruimte
spatio, ~ aeree : luchtruim
spatio, ~ infinite : eindeloze ruimte
spatio, ~ punctual : puntenruimte
spatio, infinitate del ~ : oneindigheid van de ruimte
spatio, ~ pro le gambas : beenruimte (in auto)
spatio, un breve ~ de tempore : een korte spanne tijds
spatio, promenada in le ~ : ruimtewandeling
spatio, manco/mancantia de ~ : ruimtegebrek
spatio, economia (economia) de ~ : ruimtebesparing
spatio, concepto del ~ : ruimtebegrip
spatio, senso del ~ : ruimtegevoel
spatio, problema de ~ : ruimteprobleem
spatio, medicina del ~ : ruimtevaartgeneeskunde
spatio, effecto de ~ : ruimtewerking
spatio, non usar le ~ hic infra! : de ruimte hieronder niet beschrijven!
spatio, un quartiero con multe ~s verde : een buurt met veel groen
spatio /sub/ : TYPOGRAPHIA spatie
spatula /sub/ : ANATOMIA schouder
spatula, ~ dextre/dextere/derecte : rechterschouder
spatula, ~ a ~ : schouder aan schouder
spatula, movimento de ~ : schouderbeweging
spatula, largor de ~ : schouderbreedte
spatula, colpo de ~ : schouderduw/stoot
spatula, gambon de ~ : schouderham
spatula, altor de ~ : schouderhoogte
spatula, fractura de ~ : schouderbreuk
spatula, luxation del ~ : schouderontwrichting
spatula, altiar/levar le ~s : de schouders ophalen
spatula, altiamento del ~s : het schouderophalen
spatula, con le ~s large : breedgeschouderd
spatula, fusil al ~ : geweer in de aanslag
spatula /sub/ : spatel, (op)strijk/plamuur/paletmes
spatula /sub/ : ZOOLOGIA lepelaar
spatula, ~ clypeate : slobeend
special /adj/ : speciaal, bijzonder, uitzonderlijk, apart, extra
special, caso ~ : speciaal geval
special, traino ~ : extratrein
special, edition ~ : extra-editie
special, offerta ~ : speciale aanbieding
special /adj/ : speciaal, specialistisch, vak...
special, cognoscentias/cognoscimentos ~ : specialistische kennis, vakkennis
special, 3 ille es un typo ~ : hij is een aparte figuur
spectaculo /sub/ : aanblik, gezicht
spectaculo, offerer un ~ de desolation : een troosteloze aanblik opleveren/bieden
spectaculo, ~ insipide : kleurloze vertoning
spectaculo /sub/ : schouwspel, vertoning
spectaculo, ~ carnavalesc : grotesk schouwspel
spectaculo, ~ edificante : geestverheffend schouwspel
spectaculo, ~ fascinante : fascinerend schouwspel
spectaculo, ~ phantastic : fantastisch schouwspel
spectaculo /sub/ : (toneel)voorstelling, opvoering, vertoning
spectaculo, ~ de gala : galavoorstelling
spectaculo, ~ de circo : cirkusvoorstelling
spectaculo, ~ pyrotechnic : vuurwerk(voorstelling)
spectaculo, ~ de varietates : varietévoorstelling
spectaculo, ~ in plen aere (plen aere) : openluchtvoorstelling/spel
spectaculo, industria del ~ : vermakelijkheidsindustrie, "showbizz"
speculo /sub/ : spiegel
speculo, ~ plan : vlakke spiegel
speculo, ~ spheric : sferische spiegel
speculo, ~ concave (concave) : holle spiegel
speculo, ~ convexe : bolle spiegel
speculo, ~ parabolic : parabolische spiegel
speculo, ~ panoramic : panoramaspiegel
speculo, ~ magic/incantate : magische spiegel, toverspiegel
speculo, ~ deformante : lachspiegel
speculo, ~ telescopic : telescopische spiegel
speculo, vitro de ~ : spiegelglas
speculo, inquadramento del ~ : spiegellijst
speculo, scriptura a ~ : spiegelschrift
speculo, lisie como un ~ : spiegelglad
speculo, armario a ~ : spiegelkast
speculo, fabrica de ~s : spiegelfabriek
speculo, fabrication de ~s : spiegelfabricage
speculo, mirar/reguardar in le ~ : in de spiegel kijken
speculo, brillar como un ~ : blinken als een spiegel
speculo /sub/ : MEDICINA speculum
speculo, ~ anal : anaalspeculum
speculo, ~ nasal : neusspeculum
speculo, ~ rectal : rectumspeculum
speculo, ~ vaginal : vaginaalspeculum
speculo, ~ otologic : oorspeculum
sperar /v/ : hopen
spero /sub/ : hoop, verwachting
spero, dar/inspirar ~ a un persona : iemand hoopvol stemmen
spina /sub/ : ruggengraat
spina, ~ dorsal : ruggengraat
spina, ~ bifide : open rug, spina bifida
spina /sub/ : (vis)graat
spina /sub/ : doorn, stekel (anque ANATOMIA)
spina, ~ foliar : bladdoorn
spina, ~ piccante : scherpe doorn/stekel
spina, esser un ~ in le oculo : een doorn in het oog zijn
spina, esser super (super) le ~s : op hete kolen zitten
spina, haga/sepe de ~s : doornhaag
spina, ~ de omoplate : schouderkam
spina, corona de ~s : doornenkroon
spinula /sub/ : speld
spinula, ~ a/de/pro capillos : haarspeld
spinula, curva in ~ de capillos : haarspeldbocht
spinula, ~ de securitate : veiligheidspeld
spinula, ~ a/de/pro cappello : hoedenspeld
spinula, pelota a ~s : speldenkussen
spinula, testa/capite (capite) de ~ : speldenknop
spinula, punctura de ~ : speldenprik
spinula, fabrica de ~s : speldenfabriek
spinula, fabricante de ~s : speldenfabrikant
spinula, fabrication de ~s : speldenfabricage
spinula /sub/ : dorentje, stekeltje
spirito (spirito) /sub/ : geest, verstand, gave
spirito (spirito), ~ de initiativa/de interprisa : ondernemingsgeest
spirito (spirito), ~ human : menselijke geest
spirito (spirito), ~ forte : vrijdenker
spirito (spirito), ~ critic : kritische geest
spirito (spirito), ~ malade : gestoorde geest
spirito (spirito), ~ subtil : scherpe geest
spirito (spirito), ~ stricte : bekrompen geest
spirito (spirito), ~ delicate : fijnbesnaarde geest
spirito (spirito), ~ lente : trage geest, domoor
spirito (spirito), ~s vital : levensgeesten
spirito (spirito), donos del ~ : geestesgaven
spirito (spirito), maturitate de ~ : rijpheid van geest
spirito (spirito), inricchir su ~ : zijn geest verrijken
spirito (spirito), inricchimento de su ~ : verrijking van zijn geest
spirito (spirito), stato de ~ : geestesgesteldheid
spirito (spirito), presentia de ~ : tegenwoordigheid van geest
spirito (spirito), debilitate de ~ : geesteszwakte
spirito (spirito), vita del ~ : geestesleven
spirito (spirito), oculo del ~ : geestesoog
spirito (spirito), parentato/analogia (analogia) de ~ : geestverwantschap
spirito (spirito), libertate del ~ : geestesvrijheid
spirito (spirito), scientias del ~ : geesteswetenschappen
spirito (spirito), disposition del ~ : gemoedsgesteldheid/stemming
spirito (spirito), fortia de(l) ~ : geestkracht
spirito (spirito), haber le ~ de analyse (-ysis) : een analytische geest hebben
spirito (spirito), haber le ~ logic : logisch denken
spirito (spirito), haber le ~ lucide : helder van geest zijn
spirito (spirito) /sub/ : geest, karakter, wezen
spirito (spirito), ~ del lege : geest/strekking van de wet
spirito (spirito), ~ del epocha (epocha) : geest van de tijd
spirito (spirito), ~ de corpore : corpsgeest, groepsgevoel
spirito (spirito), ~ de club (A) : clubgeest
spirito (spirito), ~ sectari : sectegeest, sectarisme
spirito (spirito), ~ commercial/mercantil : handelsgeest
spirito (spirito), ~ de contestation/de rebellion/de revolta/de sedition : oproerigheid
spirito (spirito), ~ heroic (heroic) : heldengeest
spirito (spirito), ~ de casta : kastegeest
spirito (spirito), ~ de sacrificio : opofferingsgezindheid
spirito (spirito), ~ popular : volksgeest
spirito (spirito), ~ de destruction : vernielzucht
spirito (spirito), ager in le ~ de un persona : in iemands geest handelen
spirito (spirito) /sub/ : geest, onstoffelijk/bovennatuurlijk wezen, genius
spirito (spirito), ~ maligne : boze/kwade geest
spirito (spirito), Spirito (Spirito) Sancte : Heilige Geest
spirito (spirito), ~s vital : levensgeesten
spirito (spirito), evocar ~s : geesten oproepen
spirito (spirito) /sub/ : geest, vluchtige stof, alcohol
spirito (spirito) /sub/ : geest, geestigheid
spirito (spirito), le ~ de Voltaire : de geestigheid van Voltaire
spisse /adj/ : dik
spisse, muro ~ : dikke muur
spisse, suppa ~ : gebonden soep
spisse, oleo ~ : dikke olie
spisse, vitro ~ e opac : dik en ondoorzichtig glas
spisse, papiro ~ : dik papier
spisse /adj/ : dicht
spisse, foliage ~ : dicht gebladerte
spisse, capillatura ~ : dichte haardos
spisse, nebula/bruma ~ : dichte mist
spisse, fumo ~ : dichte rook
spongia /sub/ : spons
spongia, ~ metallic : schuurspons, pannespons
spongia, ~ synthetic/artificial : kunstspons
spongia, ~ de banio : badspons
spongia, ~ de platino : platinaspons
spongia, ~ de ferro : sponsijzer
spongia, ~ abrasive : schuurspons
spongia, piscator de ~s : sponzenvisser
spongia, pressar un ~ : een spons uitknijpen
spongia, nos passa le ~ super (super) iste error de juventute : wij halen de spons over die jeugdfout
spongia, dar un colpo de ~ : de spons halen over
spongia, nettar/mundar/lavar con un ~ : sponsen, afsponsen
sport /sub/ : sport
sport, ~ de football (A) : voetbalsport
sport, ~ estive/de estate : zomersport
sport, ~ de hiberno : wintersport
sport, ~ pedestre : wandelsport
sport, ~ scholar : schoolsport
sport, ~ nautic/equatic : watersport
sport, ~ equestre/hippic : paardensport, ruitersport
sport, ~ submarin : onderwatersport
sport, ~ professional : beroepssport
sport, ~ national : volkssport
sport, ~ de equipa : teamsport
sport, ~s de montania : bergsport
sport, ~s de campo : veldsporten
sport, ~ de combatto : vechtsport
sport, ~ competitive/de competition : wedstrijdsport
sport, ~ in sala : binnensport, zaalsport
sport, ~ de alte nivello : topsport
sport, terreno/campo de ~(s) : sportterrein
sport, avion de ~ : sportvliegtuig
sport, bracas de ~ : sportbroek
sport, calceo/scarpa de ~ : sportschoen
sport, costume de ~ : sportkostuum
sport, vestimentos de ~ : sportkleding
sport, articulo de ~ : sportartikel
sport, auto de ~ : sportauto/wagen
sport, bicycletta de ~ : sportfiets
sport, photo(graphia (graphia)) de ~ : sportfoto
sport, camisa de ~ : sporthemd/shirt
sport, jachetta de ~ : sportjasje
sport, rubrica (rubrica) del ~s : sportrubriek
sport, calcetta de ~ : sportkous
sport, palatio del ~s : sportpaleis
sport, jornal/magazine (A)/revista de ~ : sportblad
sport, pagina (pagina) del ~s : sportpagina
sport, amator de ~ : sportliefhebber
sport, sacco de ~ : sporttas
sport, branca del ~ : tak van sport
sport, mundo del ~ : sportwereld
sport, jornal del ~ : sportkrant/blad
sport, facer ~ : aan sport doen, sporten
sport, practicar un ~ : een sport beoefenen
sportive /adj/ : sportief, sport...
sportive, pauco/poco ~ : onsportief
sportive, societate/association/club (A) ~ : sportvereniging/club
sportive, pisca ~ : sportvisserij
sportive, piscator ~ : sportvisser
sportive, incontro ~ : sportontmoeting, wedstrijd
sportive, jornal/revista/magazine (A) ~ : sportblad
sportive, demonstration ~ : sportdemonstratie
sportive, manifestation ~ : sportmanifestatie
sportive, festa ~ : sportfeest
sportive, jorno/die ~ : sportdag
sportive, complexo ~ : sportcomplex/park
sportive, camisa ~ : sporthemd, sportshirt
sportive, pagina (pagina) ~ : sportpagina
sportive, insignia ~ : sportinsigne
sportive, jornalista ~ : sportjournalist
sportive, redactor ~ : sportredacteur
sportive, reportage ~ : sportreportage
sportive, calceo/scarpa de ~ : sportschoen
sportive, tropheo ~ : sporttrofee
sportive, jachetta ~ : sportjasje
sportive, informationes/novas ~ : sportberichten
sportive, resultatos ~ : sportuitslagen
sportive, avion ~ : sportvliegtuig
sportive, aviation ~ : sportvliegerij
sportive, aviator ~ : sportvlieger
sportive, mundo ~ : sportwereld
sportive, association/societate/club : sportvereniging
sportive, federation ~ : sportfederatie, sportbond
sportive, evento ~ : sportevenement
sportive, hygiene (hygiene) ~ : sporthygiëne
sportive, programma ~ : sportprogramma
sportive, rubrica ~ : sportrubriek
sportive, medico ~ : sportarts
sportive, medicina ~ : sportgeneeskunde
sportive, calendario ~ : sportkalender
sportive, campo/terreno ~ : sportterrein/veld
sportive, actualitate ~ : sportgebeuren
sportive, disciplina ~ : tak van sport
sportive, modello ~ : sportmodel
sportive, organisation ~ : sportorganisatie
sportive, bicycletta ~ : sportfiets
sportive, vestimentos ~ : sportkleding
sposa /sub/ : bruid
sposa /sub/ : echtgenote
sposa, ~ infidel : ontrouwe echtgenote
sposo /sub/ : bruidegom
sposo /sub/ : echtgenoot
sposo, le ~s : de echtgenoten, man en vrouw
sposo, ~ infidel : ontrouwe echtgenoot
sposo, trovar un ~ : aan de man komen
sr. : zie senior
sra. : zie seniora
srta. : zie senioretta
stadio /sub/ : SPORT stadion
stadio, ~ olympic : olympisch stadion
stadio, ~ de football (A) : voetbalstadion
stadio, ~ de glacie/patinage : ijsstadion
stadio, le tribunas del ~ : de tribunes van het stadion
stadio /sub/ : stadium, fase, periode
stadio, ~ evolutive/de evolution : ontwikkelingsstadium, evolutiestadium
stadio, ~ initial : aanvangsstadium
stadio, ~ experimental : proefstadium
stadio, ~ critic : kritiek stadium
stadio, un ~ avantiate : een gevorderd stadium
stadio, le processo se trova al/in le prime ~ : het proces bevindt zich in het eerste stadium
stadio /sub/ : HISTORIA stadie (afstandsmaat)
stagno /sub/ : vijver, plas (met stilstaand water)
stampar /v/ : stempelen, stansen, (in)persen, opdrukken, afdrukken, indrukken
stampar, machina (machina) a/de ~ : stempel/stansmachine, stempelpers
stampar, ligatura stampate : stempelband
stampar, ~ monetas : munten snijden
standard /sub/ : standaard, peil, niveau, norm, maat
standard, ~ de argento : zilveren standaard
standard, ~ de vita : levensstandaard
standard /adj/ : standaard..., eenheids..., model...
standard, modello ~ : standaardmodel
standard, precio ~ : standaardprijs
standard, nederlandese ~ : algemeen beschaafd nederlands
standard, dimension ~ : standaardafmeting
standard, deviation ~ : standaarddeviatie
standard, linguage ~ : standaardtaal
standard, contracto ~ : standaardcontract
standard, formulario ~ : standaardformulier
standard, error ~ : standaardfout
standard, mesura ~ : standaardmaat
standard, formato ~ : standaardformaat, normaal formaat
standard, moneta ~ : standaardmunt
standard, repertorio/repertoire (F) ~ : standaardrepertoire
standard, equipamento ~ : standaarduitrusting
standard, procedura/procedimento ~ : bodemprocedure
standard, conditiones ~ : standaardvoorwaarden
standard, exemplar ~ : standaardexemplaar
standard, collection ~ : standaardcollectie
standard, quantitate ~ : standaardhoeveelheid
standard, qualitate ~ : standaardkwaliteit
standard, polissa (polissa) ~ : standaardpolis
standard, imballage ~ : standaardverpakking
standard, typo ~ : standaardtype
standard, monstra ~ : standaardmonster
standard, error ~ : standaardfout
stanno /sub/ : tin
stanno, ~ a/de/pro soldar : soldeertin
stanno, ~ in folios : bladtin
stanno, folio de ~ : tinfolie
stanno, mineral de ~ : tinerts
stanno, amalgama de ~ : tinamalgaam
stanno, alligato de ~ : tinlegering
stanno, barra de ~ : tinstaaf
stanno, residuos de ~ : tinafval
stanno, commercio de ~ : tinhandel
stanno, commerciante de ~ : tinhandelaar
stanno, exportation de ~ : tinexport/uitvoer
stanno, mina de ~ : tinmijn, tingroeve
stanno, extraction de ~ : tinwinning
stanno, productor de ~ : tinproducent
stanno, production de ~ : tinproduktie
stanno, soldatura de ~ : tinsoldeer
stanno, vena de ~ : tinader
stanno, funditor de ~ : tingieter
stanno, funderia (funderia) de ~ : tingieterij
stanno, funder ~ : tin gieten
stanno, lot/partita de ~ : partij tinwerk
star /v/ : staan
star, como (vos) sta? : hoe gaat het met U/jullie?
star, ~ de faction : op wacht staan
star, ~ con un pede in le fossa : met een been in het graf staan
star /sub/ : filmster, ster
star, ~ pop : popster
station /sub/ : het (stil)staan, pauze, onderbreking
station /sub/ : halte(plaats), stopplaats, RELIGION statie
station, ~ facultative : halte
station, descender al sequente ~ : bij de volgende halte uitstappen
station, ~es del Cruce : kruiswegstaties
station /sub/ : station (spoorwegen, radio, t.v., etc.), station (voor benzine, etc.), depot (voor
station, ~ de arrivata : station van aankomst
station, ~ de partita : station van vertrek
station, ~ de benzina/de gasolina : benzinestation
station, ~ (de) servicio : benzinestation, servicestation
station, ~ (de) libere servicio : benzinestation met zelfbediening
station, ~ de autobus : busstation
station, ~ de taxis : standplaats voor taxi's
station, ~ agricole experimental/agronomic : landbouwproefstation
station, ~ de observation : waarnemingsstation
station, ~ experimental/de experimentation : proefstation
station, ~ emissori/radiophonic/de radiodiffusion : radio(zend)station
station, ~ de telediffusion : televisiestation
station, ~ (de investigationes) spatial : ruimtestation
station, ~ ferroviari/de ferrovia (ferrovia) : spoorwegstation
station, ~ central/principal : centraalstation, hoofdstation
station, ~ de termino (termino)/de capite (capite)/de testa : kopstation
station, ~ intermedie/intermediari : tussenstation
station, ~ de frontiera : grensstation
station, ~ de manovra(s) : rangeerstation
station, ~ final/terminal/terminus : eindstation
station, ~ de taxis : taxistandplaats
station, ~ de radar : radarstation
station, ~ balneari : badplaats
station, ~ thermal : kuuroord, badplaats (bij bron)
station, ~ de purification : rioolwaterzuiveringsinrichting
station, ~ emissori/de emission : zendstation
station, chef (F) de ~ : stationschef
station, functionario de ~ : stationsbeambte
station, portator de ~ : stationskruier
station, strata del ~ : stationsstraat
station, cammino del ~ : stationsweg
station, restaurante/restaurant (F) del ~ : stationsrestauratie
station /sub/ : jaargetijde, seizoen
station, ~ del anno : jaargetijde
station, le quatro ~es : de vier jaargetijden
station wagon /sub/ : stationcar
stato /sub/ : toestand, staat, stand, gesteldheid
stato, ~ emotional/de anima (anima) : gemoedstoestand
stato, ~ on(e)iric : droomtoestand
stato, ~ de velia : waaktoestand
stato, ~ crepuscular : schemertoestand
stato, ~ de su financias : toestand van zijn financiën
stato, ~ de equilibrio : evenwichtstoestand
stato, ~ de aggregation : aggregatietoestand
stato, ~ solide : vaste toestand
stato, ~ liquide : vloeibare toestand
stato, ~ gasose/gasiforme : gasvormige toestand
stato, ~ actual del scientia : huidige stand van de wetenschap
stato, ~ del camminos : toestand van de wegen
stato, ~ de cosas : stand van zaken
stato, ~ de exception/de urgentia/de emergentia : uitzonderingstoestand, noodtoestand
stato, ~ de assedio : staat van beleg
stato, ~ de guerra : staat van oorlog
stato, ~ sanitari/de sanitate : gezondsheidstoestand
stato, ~ de gratia : staat van genade
stato, ~ nascente : statu nascendi
stato, in bon/mal ~ : in goede/slechte staat
stato, le ~ del malado/patiente es multo critic : de toestand van de patiënt is zeer kritiek
stato, esser in ~ de : in staat zijn om
stato, in un ~ de anarchia (anarchia) perfecte : in een toestand van volmaakte anarchie
stato, in ~ de ebrietate : in staat van dronkenschap
stato, in ~ de intoxication : in benevelde toestand
stato, in ~ de arresto : onder arrest
stato, in ~ de accusation : in staat van beschuldiging
stato, in ~ de fallimento : in staat van faillissement
stato, le vetere edificio esseva ancora in un ~ perfecte de preservation : het oude gebouw verkeerde nog in een uitstekende staat
stato /sub/ : POLITICA staat, rijk, land
stato, ~ de derecto : rechtstaat
stato, ~ affiliate/membro : lidstaat
stato, colpo de ~ : staatsgreep
stato, Statos Unite (de America) : Verenigde Staten (van Amerika)
stato, ~s baltic : Baltische staten, Oostzeestaten
stato, ~s provincial : provinciale staten
stato, ~ policiari : politiestaat
stato, ~ totalitari : totalitaire staat
stato, ~ autoritari : autoritaire staat
stato, ~ unitari : eenheidsstaat
stato, ~ sovietic : sovjetstaat
stato, ~ assistential : verzorgingsstaat
stato, ~ tampon/cossinetto : bufferstaat
stato, ~ limitrophe (limitrophe) : randstaat
stato, ~ satellite (satellite) : satellietstaat
stato, ~ costari : kuststaat
stato, ~ corporative : corporatieve staat
stato, ~ federal : federale staat
stato, ~ autonome (autonome)/independente : onafhankelijke/zelfstandige staat
stato, ~ vassallo : vazalstaat
stato, omnipotentia del ~ : staatsalmacht
stato, nave del ~ : schip van staat
stato, functionario del ~ : rijksambtenaar
stato, procurator del ~ : officier van justitie
stato, archivo del ~ : rijksarchief
stato, banca del ~ : staatsbank
stato, presto de ~ : staatslening
stato, empleato del ~ : staatsbeambte
stato, empleo (empleo) del ~ : staats/rijksbetrekking
stato, exploitation {plwa} forestal del ~ : staatsbosbeheer
stato, imposto de ~ : rijksbelasting
stato, servicio del ~ : staatsdienst, rijksdienst
stato, cassa de ~ : staatskas
stato, capite (capite)/chef (F) de ~ : staatshoofd
stato, examine del ~ : staatsexamen
stato, secreto de ~ : staatsgeheim
stato, prision de ~ : staatsgevangenis
stato, religion de ~ : staatsgodsdienst
stato, capitalismo de ~ : staatskapitalisme
stato, socialismo de ~ : staatssocialisme
stato, credito (credito) de ~ : staatskrediet
stato, societate/interprisa de ~ : staatsbedrijf
stato, apparato de ~ : staatsapparaat
stato, interesse del ~ : staatsbelang
stato, immixtion/ingerentia del ~ : staatsbemoeiing, staatsbemoeienis
stato, proprietate del ~ : staatseigendom
stato, fundo de ~ : staatsfonds
stato, ecclesia de ~ : staatskerk
stato, organo (organo) de ~ : staatsorgaan
stato, costos del ~ : staatskosten
stato, cargas del ~ : staatslasten
stato, organisation del ~ : staatsinrichting
stato, consilio de ~ : staatsraad (college)
stato, consiliero de ~ : staatsraad (persoon)
stato, secretario de ~ : staatssecretaris
stato, subsecretario de ~ : onderstaatssecretaris
stato, soveranitate de ~ : staatssouvereiniteit
stato, expensas del ~ : staatsuitgaven
stato, forma de ~ : staatsvorm
stato, doctrina de ~ : staatsleer
stato, homine de ~ : staatsman
stato, obligation de ~ : staatsobligatie
stato, controlo del ~ : staatscontrole
stato, territorio del ~ : rijksgebied
stato, edificio del ~ : rijksgebouw
stato, museo (museo) del ~ : rijksmuseum
stato, schola de ~ : rijksschool
stato, universitate de ~ : rijksuniversiteit
stato, lege de ~ : rijkswet
stato, cosas de ~ : staatszaken
stato, advocato del ~ : landsadvocaat
stato, servicio de securitate de ~ : staatsveiligheidsdienst
stato, hostil al ~ : staatsvijandelijk
stato, periculose pro le ~ : staatsgevaarlijk
stato, al costos del ~ : op staatskosten
stato /sub/ : POLITICA
stato, Statos General : Staten Generaal
stato /sub/ : stand, klasse, status, positie
stato, le tertie ~ : de derde stand
stato, ~ de nobilitate : adellijke stand, adel
stato, ~ sacerdotal : priesterstand
stato, ~ ecclesiastic/religiose : geestelijke stand
stato, ~ major : staf
stato, ~ major naval/del marina : marinestaf
stato, officiero de ~ major : stafofficier
stato, ~ civil : burgelijke stand
stato, officio/bureau (F) de ~ civil : bureau van de burgelijke stand
stato, registro del ~ civil : register van de burgelijke stand
stato, acto del ~ civil : akte van de burgelijke stand
stato, ~ conjugal/marital : huwelijkse staat
stato, carta/mappa (typographic) de ~ major : stafkaart
stato /sub/ : staat, lijst, register
stato, ~ nominal/nominative : naamlijst
statura /sub/ : gestalte, lichaamslengte
statura, alte ~ : lange gestalte
statura, basse ~ : korte gestalte
statura, median ~ : middelmatige gestalte
statura, ~ gigantesc : reuzengestalte
stella /sub/ : ASTRONOMIA ster
stella, ~ duple/duplice (duplice)/binari : dubbelster
stella, ~ fixe : vaste ster
stella, ~ variabile : veranderlijke ster
stella, ~ periodic : periodiek veranderlijke ster
stella, ~ nano : dwergster
stella, ~ gigante : reuzenster
stella, ~ cadente : vallende ster
stella, ~ circumpolar : circumpolaire ster
stella, ~ circumzenital : circumzenitale ster
stella, ~ del matino : morgenster
stella, ~ del vespera (vespera)/vespere : avondster
stella, ~ polar : poolster
stella, ~ de Bethlehem (Bethlehem) : ster van Bethlehem
stella, ~ neutronic/de neutrones : neutronenster
stella, systema de ~s : sterrenstelsel
stella, pluvia de ~s : sterrenregen
stella, association de ~s : sterrenassociatie
stella, catalogo (catalogo) de ~s : sterrencatalogus
stella, lista de ~ : sterrenlijst
stella, in forma de ~ : stervormig
stella, movimento/curso del ~s : beweging der sterren
stella /sub/ : gesternte
stella, esser nascite sub un bon ~ : onder een gelukkig gesternte geboren zijn
stella /sub/ : stervormig voorwerp, stervormig motief, asterisk
stella, ~ jalne/de David : gele ster, Davidster
stella, ~ de mar : zeester
stella, hotel (F) a/de tres ~s : driesterrenhotel
stella, restaurante/restaurant (F) a/de tres ~s : driesterrenrestaurant
stella, un general de cinque ~s : een generaal met vijf sterren
stella, marcar con un ~ : met een sterretje aanduiden
stella /sub/ : ster
stella, ~ de cinema (cinema) : filmster
stella, ~ de opera (opera) : operaster
stella, ~ ascendente : rijzende ster
stella /sub/ : bles (van paard)
stella, cavallo blanc con ~ in le fronte : schimmelbles
sternutar /v/ : niezen
sternutar, herba a ~ : nieskruid
sternutar, pulvere a ~ : niespoeder
stilo /sub/ : stift, ANTIQUITATE stylus
stilo, ~ (de graphite) : potlood
stilo, puncta del ~ (de graphite) : punt van de potlood
stilo, ~ a/de feltro : viltstift/pen/potlood
stilo, ~ multicolor/pluricolor : meerkleurenpotlood
stilo, ~ de carmino : lippenstift
stilo, ~ luminose : lichtpen
stilo, ~ a retocco : retoucheerstift/potlood
stilo, ~ a tinta : inktpotlood
stilo /sub/ : stijl (manier van schrijven/spreken/bouwen/doen, etc.)
stilo, haber ~ : stijl hebben
stilo, mobiles de ~ : stijlmeubelen
stilo, ~ de vita : levensstijl
stilo, ~ de action : stijl van handelen
stilo, ~ epistolari : briefstijl
stilo, ~ poetic : dichtstijl
stilo, ~ gothic : Gotische stijl
stilo, ~ mauresc : Moorse stijl
stilo, ~ evocatori : beeldende stijl
stilo, ~ musculate/nervose/energic : gespierde stijl
stilo, ~ sophisticate : gekunstelde stijl
stilo, ~ del corte : hofstijl
stilo, ~ de narration : verteltrant
stilo, ~ elegante : sierlijke stijl
stilo, ~ ornamental : decoratieve stijl
stilo, ~ caste : gekuiste stijl
stilo, ~ academic : academische stijl
stilo, ~ culte/ornate/asiatic : beeldrijke/bloemrijke stijl
stilo, ~ emphatic/declamatori : gezwollen/hoogdravende stijl
stilo, ~ aphoristic : aforistische stijl
stilo, ~ archaisante : archaïserende stijl
stilo, ~ affectate : gemaakte stijl
stilo, ~ elevate/sublime/nobile : verheven stijl
stilo, ~ recitative : verhalende stijl
stilo, ~ sic : dorre stijl
stilo, ~ burlesc : burleske stijl
stilo, ~ fluide : vlotte/soepele stijl
stilo, ~ impersonal : onpersoonlijke stijl
stilo, ~ redundante : wijdlopige stijl
stilo, ~ sobrie : sobere stijl
stilo, ~ julian : Juliaanse stijl
stilo, ~ concise/dense : beknopte stijl
stilo, concision del ~ : beknoptheid van stijl
stilo, exercitio de ~ : stijloefening
stilo, fioritura de ~ : stijlbloempje
stilo, ruptura de ~ : stijlbreuk
stilo, concepto de ~ : stijlbegrip
stilo, elemento de ~ : stijlelement
stilo, defecto/imperfection de ~ : stijlfout
stilo, variante de ~ : stijlvariant
stilo, similantia/analogia (analogia) de ~ : stijlovereenkomst
stilo, problema de ~ : stijlprobleem
stilo, procedimento de ~ : stijl procédé
stilo, typo de ~ : stijlsoort
stilo, differentia de ~ : stijlverschil
stilo, in ~ telegraphic : in telegramstijl
stilo, al ~ de : in de stijl van
stilo /sub/ : BOTANICA stijl
stirpe /sub/ : stam, stronk
stirpe /sub/ : stam, geslacht, afkomst
stirpe, de ~ divin : van goddelijke afkomst
stomacho (stomacho) /sub/ : ANATOMIA maag
stomacho (stomacho), ~ san : gezonde maag
stomacho (stomacho), ~ delicate : zwakke maag
stomacho (stomacho), ~ cave/vacue : holle maag
stomacho (stomacho), ~ bilocular : dubbele maag
stomacho (stomacho), ~ de ferro : ijzeren maag
stomacho (stomacho), ~ muscular : spiermaag
stomacho (stomacho), con le ~ vacue : met een lege maag, op nuchtere maag
stomacho (stomacho), dilatation del ~ : maagvergroting
stomacho (stomacho), haber un ~ de struthio : een sterke maag hebben
stomacho (stomacho), spasmo/convulsion/crampo de ~ : maagkramp
stomacho (stomacho), dolor de ~ : maagpijn
stomacho (stomacho), maladia (maladia) de ~ : maagkwaal
stomacho (stomacho), cancere del ~ : maagkanker
stomacho (stomacho), perforation del ~ : maagperforatie
stomacho (stomacho), examine del ~ : maagonderzoek
stomacho (stomacho), suffrer de ~ : het aan zijn maag hebben
stomacho (stomacho), pesar super (super) le ~, cargar le ~ : zwaar op de maag liggen
stomacho (stomacho), isto causa dolor de ~ : daar krijg je buikpijn van
stomacho (stomacho), isto servi solo pro dupar le ~ : dat is slechts maagvulling
stoppar /v/ : met (hennep)werk opvullen, dichtstoppen, breeuwen (van scheepswanden)
stoppar /v/ : tot stilstand brengen, (laten) stoppen
stoppar, ~ un machina (machina) : een machine stopzetten
stoppar, ~ le inflation : de inflatie een halt toeroepen
stoppar /v/ : tot stilstand komen, stoppen
stoppar, interdiction/prohibition de ~ : stopverbod
strata /sub/ : straat, weg
strata, ~ principal : hoofdstraat
strata, ~ lateral : zijstraat
strata, ~ transversal : dwarsstraat
strata, ~ circular/perimetral : ringweg
strata, ~ de deviation : omleiding
strata, ~ parallel : parallelstraat
strata, ~ sin exito : doodlopende straat
strata, ~ stricte : smalle/nauwe straat
strata, ~ large : brede straat
strata, ~ deserte : stille/verlaten straat
strata, ~ animate : drukke straat
strata, le prime ~ a mano dext(e)re : de volgende straat rechts
strata, vita del ~ : straatleven
strata, photographo (photographo) del ~ : straatfotograaf
strata, puta/putana/prostituta del ~ : straathoer
strata, cruciata de ~s : kruispunt
strata, mundification public del ~s : straatreiniging
strata, puero (puero)/pupo de ~ : straatjongen
strata, placa de ~ : straatnaambord
strata, carta/mappa de ~s : plattegrond
strata, lanterna/lampa de ~ : straatlantaarn
strata, combatto/battalia de ~ : straatgevecht
strata, musica de ~ : straatmuziek
strata, musico de ~ : straatmuzikant
strata, al angulo del ~ : op de hoek van de straat
strata, scopar le ~s : straatvegen
strata, scopator de ~s : straatveger
strata, clauder un ~ : een straat afzetten
strata, rumper un ~ : een straat opbreken
strata, prolongar un ~ : een straat verlengen
strata, transversar un ~ : een straat oversteken
strata /sub/ : (bewoners van een straat) straat
strata, tote le ~ pote vider lo : de hele straat kan het zien
stricte /adj/ : nauw, smal
stricte, bordo ~ : smalle rand
stricte, strata ~ : nauwe straat
stricte, passage ~ : knelpunt
stricte, spirito (spirito) ~ : bekrompen geest
stricte, nodo ~ : strak aangetrokken knoop
stricte, limites (limites) ~ : nauwe grenzen
stricte, margines ~ : smalle marges
stricte, BIBLIA porta ~ : nauwe poort
stricte, BIBLIA le via ~ : de smalle weg
stricte, circulo ~ de amicos (amicos) : klein vriendenkringetje
stricte, in ~ collaboration con : in nauwe samenwerking met
stricte, in ~ confidentia, strictemente confidential : strikt vertrouwelijk
stricte, facer respectar strictemente : streng de hand houden aan
stricte, strictemente ligate con : nauw verbonden met
stricte, surveliar strictemente un persona : iemand streng in de gaten houden
stricte /adj/ : nauw, nauwsluitend, strak
stricte, vestimento troppo ~ : te nauw kledingstuk
stricte, gambas ~ : smalle pijpen (van broek)
stricte /adj/ : precies, nauwkeurig, strikt, stipt
stricte, catholico ~ : strenge katholiek
stricte /adj/ : streng
stricte, education ~ : strenge opvoeding
stricte, interdiction/prohibition ~ : streng verbod
stricte, doctrina ~ : strenge leer
stricte, controlo ~ : scherpe controle
structura /sub/ : structuur, (op)bouw, organisatie
structura, ~ de un obra litterari : structuur van een letterkundig werk
structura, ~ corporal/corporee/del corpore : lichaamsbouw
structura, ~ de superficie : oppervlaktestructuur
structura, ~ del solo : bodemstructuur
structura, ~ social : sociale structuur
structura, ~ economic : economische structuur
structura, ~ molecular : moleculaire structuur
structura, ~ demographic : bevolkingsopbouw
structura, ~ subjacente : dieptestructuur
structura, ~ crystallin/de crystallos : kristalstructuur
structura, ~ crystalloide : kristalachtige structuur
structura, ~ interne : inwendige structuur
structura, ~ nuclear : nucleaire structuur
structura, ~ del poter : gezagspatroon
structura, ~ del phrase : zinstructuur
structura, cambio de ~ : structuurverandering
structura, differentia de ~ : structuurverschil
structura /sub/ : bouwwerk, constructie
studiar /v/ : studeren, bestuderen, instuderen, leren
studiar, ~ scientias economic : economie studeren
studio /sub/ : studie, het (be)studeren, het instuderen, het leren
studio, ~ del derecto : studie van het recht, rechtenstudie
studio, ~ del piano : pianostudie
studio, ~ del natura : bestudering van de natuur, natuurstudie
studio, ~ biblic : bijbelstudie
studio, ~ linguistic : taalstudie
studio, ~ de fontes : bronnenstudie
studio, ~ profunde/exhaustive : grondige studie
studio, ~ preliminar : voorstudie
studio, ~ preparatori : voorbereidende studie
studio, ~ comparative : vergelijkende studie
studio, ~s universitari : universitaire stuies
studio, sala de ~(s) : studiezaal
studio, centro de ~s : studiecentrum
studio, libro de ~ : studieboek
studio, gruppo de ~ : studiegroep
studio, material de ~ : studiemateriaal
studio, commission de ~ : studiecommissie
studio, consiliero de ~s : studiementor
studio, bursa de ~ : studiebeurs
studio, anno de ~ : studiejaar
studio, viage de ~(s) : studiereis
studio, durata/duration del ~s : studieduur
studio, plano/programma del ~s : leerplan, studieprogramma
studio, certificato/diploma de fin de ~s : einddiploma
studio, applicar se al ~ : zich op de studie toeleggen
studio, prosequer/continuar su ~s : zijn studie voortzetten
studio, reprender su ~ : zijn studie weer opvatten
studio, abandonar le ~s : de studie staken/opgeven
studio, terminar su ~s : afstuderen, de studie afronden
studio /sub/ : studeerkamer
studio /sub/ : ARTE LITTERATURA studie
studio /sub/ : studio, werkplaats, atelier (van kunstenaar)
studio /sub/ : radiostudio, studio
studio, discussion in le ~ : studiogesprek
studio, invitato in le ~ : studiogast
stupide /adj/ : sprakeloos, versteld, verstomd, verbluft
stupide /adj/ : dom, stompzinnig, stupide
su /pron poss adjec/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA zijn, haar
sub /prep/ : onder, beneden
sub, ~ le nivello del mar : beneden de zeespiegel
sub, le catto es ~ le sedia : de kat zit onder de stoel
subite (subite) /adj/ : plotseling, onverwacht, subiet
subite (subite), cambiamento ~ : plotselinge verandering
subite (subite), morte ~ : plotselinge/onverwachte dood
subito (subito) /adv/ : plotseling, opeens, onverwachts
subjecto /sub/ : onderwerp, stof, thema
subjecto, ~ complexe : ingewikkeld onderwerp
subjecto, ~ de disaccordo : onderwerp van onenigheid
subjecto, ~ de actualitate : actueel onderwerp
subjecto, abordar un ~ : een onderwerp aansnijden
subjecto, esser maestro de/dominar su ~ : zijn onderwerp beheersen
subjecto /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA onderwerp, subject
subjecto, ~ grammatical : grammaticaal onderwerp
subjecto /sub/ : PHILOSOPHIA subject
subjecto /sub/ : onderdaan
subjecto /sub/ : persoon, figuur
sublevar /v/ : optillen, oplichten, opheffen
sublevar, ~ pesos : gewichtheffen
sublevar, le tempesta sublevava le undas : de storm zweepte de golven op
sublevar, ~ nubes de pulvere : stofwolken opjagen
sublevar, ~ objectiones : tegenwerpingen maken/opwerpen
sublevar /v/ : opruien, oproerig maken, tot opstand aanzetten
sublevar, ~ se : in opstand komen, muiten
substantia /sub/ : PHILOSOPHIA substantie
substantia /sub/ : substantie, materie, stof
substantia, ~ organic : organische stof
substantia, ~ inorganic/anorganic : anorganische stof
substantia, ~ synthetic : synthetische stof
substantia, ~ combustibile : brandstof
substantia, ~ nutritive/alimentari : voedingsstof
substantia, ~ liquide : vloeistof
substantia, ~ solide : vaste stof
substantia, ~ volatile : vluchtige stof
substantia, ~ malleabile : kneedbare stof
substantia, ~ proteic : eiwitstof
substantia, ~ agglutinante : kleefstof, kleefmiddel
substantia, ~ toxic : gifstof
substantia, ~s componente : bestanddelen
substantia, composition de un ~ : samenstelling van een stof
substantia /sub/ : materiële bezittingen, eigendommen
substantia /sub/ : hoofdinhoud, hoofdzaak, hoofdbestanddeel, kern, pit
substantia, ~ de un discussion : kern van een discussie
substantia, in ~ : in hoofdzaak, in wezen
succeder /v/ : slagen, gelukken, succes hebben
succeder, ~ a distachar {sj}/disfacer le nodo : de knoop loskrijgen
succeder /v/ : (op)volgen, komen na
succeder, le colpos de tonitro (tonitro) se succedeva : de ene donderslag volgde op de andere
succeder, le nocte succede al jorno : de nacht volgt op de dag
successo /sub/ : resultaat, gevolg, uitslag
successo /sub/ : succes, welslagen, goed resultaat, goede uitslag
successo, ~ clamorose : daverend/denderend succes
successo, ~ enorme : overweldigend succes
successo, ~ complete : volledig succes
successo, con ~ : succesvol
successo, con ~ cambiante : met wisselend succes
successo, desirar/desiderar ~ a un persona : iemand succes wensen
successo, terminar con (bon) ~ : met succes afsluiten
successo, obtener/haber ~ : succes boeken/hebben
succo /sub/ : sap, vocht, nat
succo, ~ de carne : vleesnat
succo, ~ de un fructo : sap van een vrucht
succo, ~ vegetal : plantesap
succo, ~ de pira : peresap
succo, ~ de citro : citroensap
succo, ~ de frambese : frambozesap
succo, ~ de tomate : tomatesap
succo, ~ de uva : druivesap
succo, ~ de papavere : heilsap
succo, ~s nutritive : voedingssappen
succo, ~ digestive/del digestion : verteringssap
succo, ~ intestinal : darmsap
succo, ~ gastric/stomachal : maagsap
succo, ~ pancreatic : pancreassap
succo, ~ de malos/de pomos : appelsap
succo, plen de ~ : sappig, saprijk
succo, exprimer le ~ de un citro : het sap uit een citroen knijpen
succo /sub/ : het wezenlijke, het essentiële, het beste
succussa /sub/ : schudding, schok, stoot
succussa, ~ telluric/seismic : aardschok
succussa, ~ electric : elektrische schok
succussa, ~ nervose : zenuwschok
succussa, transportator automatic a ~s : schudgoot
succussa, a/per ~s : schoksgewijs, met horten en stoten
succussa, sin ~s : geleidelijk, zonder schokken
succuter /v/ : schudden, uitschudden, afschudden, doen schudden
succuter, ~ le salata : de sla uitslaan
succuter, ~ le tapis (F)/tapete/carpetta : het kleed (uit)kloppen
succuter, ~ le capite (capite)/testa : het hoofd schudden
succuter, ~ le catenas : de ketens afschudden
succuter, ~ le coperturas : de dekens uitschudden
succuter, ~ se : zich uitschudden (hond)
succuter, ~ le pulvere de su calceos/scarpas : het stof van zijn schoenen schudden
succuter, ~ le cinere del cigarro : de as van zijn sigaar kloppen
succuter, ~ le nive de su vestimentos : de sneeuw van zijn kleren schudden
succuter, ~ le jugo del sclavitude : het juk van de slavernij van zich afschudden
sucro /sub/ : suiker
sucro, ~ brute/crude : ruwe suiker
sucro, ~ raffinate : geraffineerde suiker
sucro, ~ de beta(rapa) : bietsuiker
sucro, ~ de canna : rietsuiker
sucro, ~ de lacte : melksuiker
sucro, ~ de malt : moutsuiker
sucro, ~ in pulvere : poedersuiker
sucro, ~ in cubos : suikerklontjes/blokjes
sucro, morsello/cubo de ~ : suikerblokje
sucro, ~ crystallisate : kristalsuiker
sucro, ~ vanillate : vanillesuiker
sucro, ~ de hordeo : gerstesuiker
sucro, ~ candite : (stukje) kandij
sucro, ~ de saturno : loodsuiker
sucro, gusto de ~ : suikersmaak
sucro, solution de ~ : suikeroplossing
sucro, sirop de ~ : suikerstroop
sucro, beta de ~ : suikerbiet
sucro, canna de ~ : suikerriet
sucro, fabricante de ~ : suikerfabrikant
sucro, fabrica de ~ : suikerfabriek
sucro, production de ~ : suikerproduktie
sucro, raffineria (raffineria) de ~ : suikerraffinaderij
sucro, consumo/consumption de ~ : suikerverbruik
sucro, campo de ~ : suikerveld
sucro, crystallo de ~ : suikerkristal
sucro, carbon de ~ : suikerkool
sucro, glacie de ~ : suikerglazuur
sucro, sacchetto de ~ : suikerzakje
sucro, pincia(s) a ~ : klontjestang
sucro, clarificar ~ : suiker klaren
sud /sub/ : zuiden
sud, le ~ de Anglaterra : Zuid-Engeland
sud, ir al ~ : naar het zuiden gaan
sud, vento del ~ : zuidenwind
sud, vicino del ~ : zuiderbuur
sud, europeo (europeo) del ~ : Zuideuropeaan
sud, Corea (Corea) del Sud : Zuid-Korea
sud, Vietnam del Sud : Zuid-Vietnam
sud, Moluccas del Sud : Zuid-Molukken
sud, molucco/moluccano del ~ : Zuidmolukker
sud, polo ~ : zuidpool
sud, latitude ~ : zuiderbreedte
sud, frontiera ~ : zuidgrens
sud, Cruce del Sud : Zuiderkruis
sud /adj/ : zuidelijk, zuid...
sud, polo ~ : zuidpool
sue /pron poss/ : zijne, hare
suer /v/ : naaien, stikken
suer, filo a/de ~ : naaigaren
suer, seta a/de ~ : naaizijde
suer, machina (machina) a/de ~ : naaimachine
suer, aco/agulia a/de ~ : naainaald
suer, curso a/de ~ : naaicursus
suer, cassa a/de ~ : naaidoos
suer, ~ un button : een knoop aannaaien/aanzetten
suer, ~ un manica : een mouw aanzetten
sufficer /v/ : genoeg/voldoende zijn, volstaan, voldoen
sufficer, ~ amplemente : ruim voldoende zijn
sufficer, il suffice un gesto e ille veni : ik hoef maar te kikken en hij komt
sufflar /v/ : blazen, uitblazen, opblazen
sufflar, ~ un candela : een kaars uitblazen
sufflar, ~ un ballon : een ballon opblazen
sufflar, ~ al aures de un persona : iemand in de oren fluisteren
sufflar, ~ (se) le naso : zijn neus snuiten
sufflar, ~ vitro : glasblazen
sufflar, ~ un ovo : een ei uitblazen
sufflar, ~ via : wegblazen
sufflar, ~ le (foco del) discordo/discordia : het vuur van de tweedracht aanblazen
sufflar /v/ : blazen, waaien
sufflar, le vento suffla : de wind waait
sufflar, le vento suffla del est : de wind is oost
sufflar, le vento suffla in le camino : de wind blaast in de schoorsteen
sufflar, ille reguarda/mira de qual latere suffla le vento : hij kijkt de kat uit de boom
sufflar /v/ : souffleren
sufflar /v/ : (DAMSPEL) blazen
sufflo /sub/ : adem, ademhaling
sufflo, in/de un ~, in le mesme ~ : in één adem
sufflo, perder le ~ : buiten adem raken
sufflo, retener le ~ : de adem inhouden
sufflo, ~ vital/del vita : levensadem
sufflo, ~ cardiac (cardiac) : hart(ge)ruis
sufflo /sub/ : zuchtje, het blazen (van de wind), luchtstroom
suffrer /v/ : lijden, ondergaan, ondervinden
suffrer, ~ le mesme sorte : hetzelfde lot ondergaan
suffrer, ~ le consequentias de un cosa : de onaangename gevolgen ondervinden van, de wrange vruchten plukken van
suffrer /v/ : verdragen, dulden
suffrer, deber ~ le fame e le sete : honger en dorst moeten verdragen
suffrer, non poter ~ un persona : iemand niet kunnen verdragen
suffrer /v/ : pijn/verdriet hebben, te lijden hebben (van), lijden (aan)
suffrer, ~ dolor : pijn lijden
suffrer, ~ in silentio : in stilte lijden
suffrer /v/ : lijden, schade lijden, beschadigd worden
suger /v/ : zuigen, opzuigen, uitzuigen
suger, pastilla a ~ : zuigtablet
suger, ~ su pollice (pollice) : duimzuigen, op zijn duim zuigen
suggerer /v/ : suggereren, doen denken aan, ingeven, opperen, voorstellen
suggerer, ~ un idea (idea) : een denkbeeld opperen
suggerer, ~ un nomine : een naam laten vallen
suggerer, ~ un supposition : een vermoeden opperen
suggerer, ~ a un persona que ille es malade : iemand een ziekte aanpraten
suggerer, ~ le idea (idea) de partir : de suggestie doen om te vertrekken
suggestion /sub/ : suggestie, ingeving, voorstel, denkbeeld, idee
suggestion, ~ hypnotic : hypnotische suggestie
suggestion, le ~es del diabolo (diabolo) : de inblazingen van de duivel
suggestion, ~ collective : massasuggestie
suggestion, proponer un ~ : een suggestie inbrengen
summa /sub/ : MATHEMATICA som, optelling
summa, facer le ~ de : optellen
summa /sub/ : som, bedrag
summa, ~ de moneta : geldsom
summa, ~ total : totaalbedrag
summa, ~ colossal/enorme : geweldig bedrag
summa, ~ fabulose : fabelachtig bedrag
summa, ~ maxime (maxime) : hoogste bedrag
summa, ~ capital : kapitale som
summa /sub/ : hoofdinhoud, kort begrip, samenvatting
summa, in ~ : alles samengenomen, per slot van rekening, kort gezegd
summa /sub/ : som, totaal, geheel
summitate /sub/ : uiteinde, punt, top
summitate, angulo del ~ : tophoek
summitate, ~ de un triangulo : top van een driehoek
summitate, al ~ de un monte/de un montania : boven op een berg
summitate, ~ de su gloria : hoogtepunt van zijn roem
summitate, conferentia al ~ : topconferentie
summitate, ~ del filetto : schroefdraadkruin
summitate, esser al ~ del lista de candidatos : als nummer één op de kandidatenlijst staan
summitate /sub/ : kopstuk, man van invloed/aanzien, topfiguur, topman
summitate, ~ del medicina : prominente figuur uit de medische wereld
summitate, ~ de Unilever : topman van Unilever
super (super) /prep/ : op
super (super) /prep/ : boven, over
super (super), ~ toto : boven alles, vooral
super (super) /prep/ : over, betreffende
super (super) /adv/ : boven, bovenaan
super (super) /adj/ : van uitstekende kwaliteit
super (super), benzina ~ : super(benzine)
super(e)valutar /v/ : overschatten, overwaarderen
super(e)valutation /sub/ : overschatting, overwaardering
superar /v/ : overwinnen, te boven komen, de baas worden
superar, haber superate le disillusion : over de teleurstelling heen zijn
superar /v/ : overtreffen, uitsteken boven
superar, ~ le sperantias : de verwachtingen overtreffen
superar, isto supera mi fortias : dat gaat mijn draagkracht te boven
superficie /sub/ : oppervlak(te), buitenzijde, vlak
superficie, ~ plan : plat vlak
superficie, ~ curve : gebogen vlak
superficie, ~ convexe : convex vlak
superficie, ~ disveloppabile : ontwikkelbaar vlak
superficie, ~ spheric : boloppervlak
superficie, ~ circular/de circulo : cirkeloppervlak
superficie, ~ cylindric : cilinderoppervlak
superficie, ~ de friction : wrijf/strijkvlak
superficie, ~ de fractura : breukvlak
superficie, ~ de contacto : loopvlak
superficie, ~ del mar : zeespiegel
superficie, ~ del solo : bodemoppervlak
superficie, ~ del aqua : waterspiegel/oppervlak
superficie, ~ terrestre/del terra : aardoppervlak
superficie, ~ lunar/del luna : maanoppervlak
superficie, ~ de appoio (appoio) : steunvlak, draagvlak
superficie, ~ rugose : oneffen/ongelijk oppervlak
superficie, ~ sustentori : draagvlak
superficie, mesura de ~ : oppervlaktemaat
superficie, pression de ~ : oppervlaktedruk
superficie, tension de ~ : oppervlaktespanning
superficie, aquas de ~ : oppervlaktewater
superficie, structura de ~ : oppervlaktestructuur
superficie, mantener se al ~ : bovenblijven (niet zinken)
superior /adj/ : boven..., bovenste, hoogste
superior, parte ~ : bovendeel, bovenste gedeelte
superior, parte ~ del bracio : bovenarm
superior, drappo ~ : bovenlaken
superior, claviero ~ : bovenmanuaal
superior, Laco Superior : Bovenmeer
superior, plano ~ : bovenvlak
superior, etages ~ de un casa : bovenverdiepingen van een huis
superior, labio ~ : bovenlip
superior, ponte ~ : bovendek
superior, extremitate ~ : boveneinde
superior, angulo ~ : bovenhoek
superior, passage ~ : viaduct
superior, mandibula ~ : bovenkaak
superior, parte/latere ~ : bovenzijde/kant
superior, dente ~ : boventand/kies
superior, ponte ~ : bovendek (op schip)
superior, limite ~ : bovengrens
superior, strato ~ : bovenlaag
superior, bordo ~ : bovenrand
superior, citate/urbe ~ : bovenstad
superior, vento ~ : bovenwind
superior, strato ~ : bovenlaag
superior, curso ~ de un fluvio : bovenloop van een rivier
superior, ~ al media : boven het gemiddelde
superior, isto es ~ a mi fortias : dat gaat boven mijn macht
superior, sentir se ~ a un persona : zich de meerdere voelen van iemand
superior /adj/ : FIGURATE hoger
superior, animales ~ : hogere dieren
superior, inseniamento ~ : hoger onderwijs
superior, mathematica ~ : hogere wiskunde
superior, officiero ~ : hoofdofficier
superior, corte ~ : hogere rechtbank
superior, isto es ~ a mi fortias : dit gaat mijn krachten te boven
superior, ~ a omne elogio : onvolprezen
superior /adj/ : beter, superieur, uitstekend
superior, intelligentia ~ : uitmuntend verstand
superior, producto de qualitate ~ : produkt van uitstekende kwaliteit
superior, un vino ~ : een uitgelezen wijn
superior /sub/ : meerdere, superieur, hogere in rang, chef
superior /sub/ : overste, superieur
superior, ~ de un monasterio : abt
superior, matre ~a : moederoverste
superviver /v/ : overleven, in leven blijven, voortbestaan, het leven er afbrengen, voortleven
superviver, ~ a un persona : iemand overleven
superviver, ~ a un catastrophe (catastrophe) : een ramp overleven
superviver, ~ a su gloria : zijn roem overleven
suppa /sub/ : soep
suppa, ~ de patatas : aardappelsoep
suppa, ~ de fabas/de phaseolos : bonensoep
suppa, ~ de pisos : erwtensoep, snert
suppa, ~ de legumines/de verdura : groentesoep
suppa, ~ de tomates : tomatensoep
suppa, ~ de carne : vleessoep
suppa, ~ de pan : broodsoep
suppa, ~ de allio : knoflooksoep
suppa, ~ de cibollas : uiesoep
suppa, ~ de tortuca : schildpadsoep
suppa, ~ de bira : biersoep
suppa, ~ al cari/curry (A) : kerriesoep
suppa, ~ spisse : gebonden soep
suppa, ~ clar : heldere soep
suppa, ~ grasse : vette soep
suppa, platto a/de ~ : soepbord
suppa, cub(ett)o a ~ : soepblokje
suppa, coclear a/de ~ : soeplepel
suppa, carne de ~ : soepvlees
suppa, herbas pro le ~ : soepgroente
supplemento /sub/ : aanvulling, toevoegsel
supplemento, un ~ de moneta de tasca : extra zakgeld
supplemento, pagar un ~ : bijbetalen
supplemento, pagar un ~ de dece euros, pagar dece euros de ~ : tien euro bijbetalen
supplemento, pagante un ~ de : tegen bijbetaling van
supplemento /sub/ : bijvoegsel, bijblad, supplement
supplemento, ~ litterari : letterkundig bijvoegsel
supplemento, ~ cultural : cultureel supplement
supplemento, ~ artistic : kunstbijlage
supplemento, ~ gratuite (gratuite) : gratis bijvoegsel
supplemento /sub/ : MATHEMATICA supplement
supplemento, ~ de un angulo : supplement van een hoek
supponer /v/ : veronderstellen, menen, aannemen, vermoeden, geloven, denken
supponer, on suppone que ille es morte : men neemt aan dat hij dood is
supponer /v/ : vooronderstellen
supponer, cata effecto suppone un causa : elk effect vooronderstelt een oorzaak
supporto /sub/ : steun, stut, drager, houder, voet, statief, console, draagbalk, FIGURATE hulp
supporto, ~ de un statua : voetstuk van een standbeeld
supporto, ~ del angulo : hoeksteun
supporto, ~ de/pro bicyclettas : fietsenrek/stander
supporto, ~ de imagine(s) : beelddrager
supporto, ~ de microphono (microphono) : microfoonstatief
supporto, ~ de lampa : lamparm
supporto, ~ de planca : plankdrager
supporto, ~ de/pro tubos de essayo (essayo) : reageerbuishouder
supporto, ~ sonor/audio : geluidsdrager
supporto, ~ in U : zwaanshals, zwanenhals
supporto, abonamento de ~ : steunabonnement
supporto, action de ~ : steunactie
supporto, dar ~ moral a un persona : iemand morele steun geven
supra /prep/ : boven, over
supra /adv/ : boven, bovenaan
supra, plicar a ~ : opstropen (mouwen)
supreme /adj/ : opper...opperst, hoogst, grootst, uiterst
supreme, autoritate ~ : oppergezag
supreme, corte/tribunal ~ : oppergerechtshof, hooggerechtshof
supreme, Esser Supreme : Opperwezen
supreme, Judice (Judice) Supreme : Opperste Rechter
supreme, poter ~ : oppermacht, hoogste macht
supreme, Soviet Supreme : Opperste Sovjet
supreme, le ~ ben, le ben ~ : het hoogste goed
supreme, in le ~ grado : in de hoogste mate, uiterst
supreme, disdigno/contempto ~ : supreme minachting
supreme /adj/ : laatst, uiterst
supreme, effortio ~ : uiterste inspanning
supreme, hora ~ : laatste uur
supreme, honores ~ : laatste eer
supreme, voluntate ~ : laatste wil
supreme, ~ tentativa : uiterste poging
supreme, facer un ~ effortio : alle krachten inspannen
sur /prep/ : op
sur /prep/ : boven, over
sur /prep/ : over, betreffende
surde /adj/ : doof, slechthorend
surde, ~ nate/de nascentia : doofgeboren
surde, ~ de un aure : doof aan één oor
surde, facer le aure ~ a : doof zijn voor, niet willen luisteren naar
surde /adj/ : dof
surde, sono/ruito ~ : dof geluid, geroezemoes
surde, colpo ~ : doffe klap
surde, dolor ~ : doffe/vage pijn
surde /adj/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA stemloos
surde, consonante ~ : stemloze medeklinker
surger /v/ : opwellen, ontspringen, te voorschijn komen (water)
surger /v/ : plotseling verschijnen, opduiken, oprijzen
surger, il ha surgite un conflicto : er is een conflict gerezen
surger, il ha surgite tote sorta de problemas : allerlei problemen kwamen om de hoek kijken
surger, il surgeva difficultates ubique : overal ontstonden er moeilijkheden
surger, un difficultate ha surgite : er deed zich een moeilijkheid voor
surger, questiones que surge al leger del texto : vragen die opkomen bij het lezen van de tekst
surger, ~ como fungos : als paddestoelen uit de grond schieten
surprender /v/ : verrassen, betrappen, (toevallig) ontdekken
surprender, ~ un secreto : een geheim (bij toeval) ontdekken
surprender, ~ un fur/un robator : een dief betrappen
surprender /v/ : overvallen, overrompelen
surprender, ~ le inimico (inimico) : de vijand overrompelen
surprender /v/ : verbazen, verwonderen, verrassen
surprender, su comportamento/conducta non me surprende : zijn optreden verwondert me niet
surprender, isto surprende : dat wekt verbazing
surprisa /sub/ : verrassende gebeurtenis, verrassing
surprisa, exopero de ~ : onaangekondigde staking
surprisa, attacco de/per ~ : verrassingsaanval
surprisa, effecto de ~ : verrassingseffect
surprisa, per ~ : bij verrassing
surprisa /sub/ : verrassing, verwondering, verbazing
surprisa, exclamation de ~ : uitroep van verbazing
surprisa, ~ (dis)agradabile : (on)aangename verrassing
surprisa, ir de ~ in ~ : van de ene verbazing in de andere vallen
surprisa, exprimer su ~ : zijn verwondering te kennen geven
surprisa, a su grande ~ : tot zijn grote verbazing
surprisa /sub/ : surprise, onverwacht geschenk
surprisa /sub/ : s. superprofito, superbeneficio
surrider /v/ : glimlachen
surrider, facer ~ un persona : iemand een glimlach ontlokken
surrider, ~ ironicamente : grijnzen, meesmuilen
surrider, iste perspectiva me surride : dit vooruitzicht lacht me toe
surriso /sub/ : glimlach
surriso, ~ condescendente : smalende glimlach
surriso, ~ ironic/sardonic : grijns
surriso, ~ cynic : cynisch lachje
surriso, ~ constringite : gedwongen lachje
surriso, ~ de disdigno : laatdunkend lachje
surriso, ~ beate : gelukzalige glimlach
surriso, ~ dissimulate : verholen glimlach
surriso, ~ radiante : surriso radiante
surriso, ~ disarmante : ontwapenende glimlach
surriso, ~ allegre : blije glimlach
surriso, ~ constringite/fortiate : gedwongen glimlach
surriso, ~ amabile : vriendelijke glimlach
surriso, ~ malevole : kwaadaardige glimlach
surriso, su ~ eterne/invariabile/immutatabile : haar eeuwige glimlach
surriso, distribuer ~s : tegen iedereen glimlachen
suspirar /v/ : zuchten, verzuchten
susurro /sub/ : gefluister, gemompel
susurro /sub/ : gemurmel, geritsel, geruis, het ruisen, het zoemen
sympathia (sympathia) /sub/ : sympathie, affiniteit, (gevoel van) genegenheid
sympathia (sympathia), ~s communista : communistische sympathieën
sympathia (sympathia), non gauder del ~ de un persona : bij iemand niet erg gezien zijn
sympathia (sympathia), sentir ~ pro un persona : sympathie voor iemand voelen, iemand goed gezind zijn
sympathia (sympathia) /sub/ : sympathie, medevoelen, deelneming, medeleven
sympathia (sympathia), exprimer su ~ : zijn medeleven tonen
sympathia (sympathia), testimonio/demonstration de ~ : betuiging van sympathie
sympathia (sympathia) /sub/ : MEDICINA sympathie
sympathic /adj/ : sympathiek, innemend
sympathic /adj/ : prettig, plezierig, aangenaam, leuk
sympathic /adj/ : onzichtbaar
sympathic, tinta ~ : onzichtbare/sympatische inkt
sympathic /adj/ : MEDICINA sympatisch
sympathic, nervo ~ : sympathische zenuw
sympathic, systema nervose/de nervos ~ : sympatisch zenuwstelsel
sympathic, dolor ~ : weerpijn
systema /sub/ : systeem, stelsel
systema, ~ juridic : rechtsstelsel
systema, ~ pedagogic/de education : opvoedingssysteem
systema, ~ de inseniamento : onderwijssysteem
systema, ~ scholar : schoolsysteem
systema, ~ cerebro-spinal : centraal zenuwstelsel
systema, ~ nervose : zenuwstelsel
systema, ~ ossose : beendergestel
systema, ~ muscular : spierstelsel
systema, ~ lymphatic : lymf(e)vatenstelsel
systema, ~ enzymatic : enzymensysteem
systema, ~ dentari : tandstelsel
systema, ~ vascular : vaatstelsel
systema, ~ phonetic : klankstelsel
systema, ~ penal : strafstelsel
systema, ~ de normas : normenstelsel
systema, ~ de salarios : loonstelsel
systema, ~ defensive/de defensa : verdedigingsstelsel
systema, ~ fiscal/de impostos : belastingstelsel
systema, ~ de pagamentos : betalingssysteem
systema, ~ de radar (radar) : radarsysteem
systema, ~ de antenna central : centraal antennesysteem
systema, ~ decimal : tientallige/decimale stelsel
systema, ~ numeric : talstelsel
systema, ~ prohibitori/prohibitive : prohibitiestelsel
systema, ~ solar : zonnestelsel
systema, ~ stellar : sterrenstelsel
systema, ~ cosmogonic : kosmogonisch stelsel
systema, ~ feudal : feodaal stelsel, leenstelsel
systema, ~ economic : economisch systeem
systema, ~ governamental : staatsbestel
systema, ~ electoral : kiesstelsel
systema, ~ de lentes : lenzenstelsel
systema, ~ de irrigationes : bevloeiingssysteem
systema, ~ fluvial : rivierstelsel
systema, ~ crystallin/de crystallos : kristalstelsel
systema, ~ de cloacas : rioolstelsel
systema, ~ de controlo : controlesysteem
systema, ~ consistente : consistent systeem
systema, CHIMIA ~ periodic (del elementos) : periodiek systeem
systema, ~ capitalista : kapitalistisch systeem
systema, ~ cosmogonic : kosmogonisch stelsel
systema, ~ metric : metriek stelsel
systema, ~ de/per elimination : afvalsysteem
systema, absentia de ~ : stelselloosheid
tabletta /sub/ : MEDICINA tablet(je)
tabletta, ~ de aspirina : aspirientje
tabletta, ~ de vitaminas : vitaminetablet
tabletta, ~ somnifere/de dormir : slaaptablet
tabletta, ~ effervescente : bruis/schuimtablet
tabletta /sub/ : tablet, plak, stuk, blokje
tabletta, ~ de chocolate : plak/reep/tablet chocola
tabletta, ~ de argilla : kleitablet
tabletta, ~ de marmore : marmertablet
tabula /sub/ : tafel (plat vlak van steen, etc.) plaat, plak, bord, platform
tabula, ~ de commutatores : schakelbord
tabula, ~ a/de claves : sleutelbord
tabula, Tabulas del Lege : Tafelen der Wet
tabula, ~ rase : tabula rasa
tabula, ~ nigre : schoolbord
tabula, ~ de flanella : flanelbord
tabula, ~ superior : bovenblad
tabula, ~ del fenestra : vensterbank
tabula, ~ de marmore/de cupro/de ferro : marmeren/koperen/ijzeren plaat
tabula, ~ de lanceamento : lanceerplatform
tabula /sub/ : tafel (meubelstuk)
tabula, ~ de designo : tekentafel
tabula, ~ a/de scriber : schrijftafel
tabula, ~ de labor/de travalio : werktafel
tabula, ~ anatomic/de dissection/de autopsia : snijtafel
tabula, ~ rolante : serveertafel, serveerboy
tabula, ~ de imballage : paktafel
tabula, ~ a/de repassar : strijktafel
tabula, ~ operatori/de operation : operatietafel
tabula, ~ de projection : projectietafel
tabula, ~ de tennis : tennistafel
tabula, tennis (A) de ~ : tafeltennis
tabula, ~ de lectura : leestafel
tabula, ~ de biliardo : biljarttafel
tabula, ~ de joco : speeltafel
tabula, ~ de toilette : toilettafel
tabula, ~ de nocte : nachtkastje
tabula, ~ de cocina : keukentafel
tabula, ~ plicante/plicabile/basculante : klaptafel, vouwtafel
tabula, ~ extendibile/extensibile/allongibile : uittrektafel
tabula, ~ ronde/rotunde : ronde tafel, FIGURATE ronde-tafelgesprek, ronde-tafelconferentie
tabula, ~ de ris : rijsttafel
tabula, Montania del Tabula : Tafelberg
tabula, utensiles de ~ : eetgerei
tabula, plano del ~ : tafelblad
tabula, football (A) de ~ : tafelvoetbal
tabula, conversation de ~ : tafelgesprek
tabula, vicino de ~ : tafelgenoot, tafelbuurman
tabula, vicina de ~ : tafeldame
tabula, musica de ~ : tafelmuziek
tabula, discurso de ~ : tafelrede
tabula, servicio de ~ : eetservies
tabula, bibita (bibita)/biberage de ~ : tafeldrank
tabula, aqua de ~ : tafelwater
tabula, uva de ~ : tafeldruif
tabula, tiratorio de ~ : tafellade
tabula, vino de ~ : tafelwijn
tabula, bira de ~ : tafelbier
tabula, sal de ~ : tafelzout
tabula, placeres del ~ : tafelgenoegens
tabula, tapis (F)/tapete de ~ : tafelkleed
tabula, accenditor de ~ : tafelaansteker
tabula, campanetto de ~ : tafelbel/schel
tabula, panno de ~ : tafellaken
tabula, gamba de ~ : tafelpoot
tabula, biliardo de ~ : tafelbiljart
tabula, seder se a ~ : aan tafel gaan
tabula, poner le ~ : de tafel dekken
tabula, levar le ~ : de tafel afruimen
tabula, allongar le ~ : de tafel uittrekken/uitschuiven
tabula, reservar un ~ pro sex personas : een tafel voor zes personen reserveren
tabula /sub/ : tafel, tabel, lijst, register, overzicht
tabula, ~ logarithmic/de logarithmos : logaritmentafel
tabula, ~ goniometric : goniometrische tafel
tabula, ~ de multiplication : tafel van vermenigvuldiging
tabula, ~ de dece : tafel van tien
tabula, ~s mathematic : wiskundige tabellen
tabula, ~ astronomic : astronomische tabel
tabula, ~ de marea (marea) : getijtafel
tabula, ~ alphabetic : alfabetisch register/index
tabula, ~ chronologic : tijdtafel
tabula, ~ genealogic : geslachtsregister
tabula, ~s selenographic : maantafels
tabula /sub/ : GEOLOGIA tafelland, plateau
tabula rasa /sub/ : tabula rasa
tabula rasa, facer ~ : schoon schip maken
tabuliero /sub/ : bord, blad
tabuliero, ~ de servicio : dienblad
tabuliero, ~ de/pro the : theeblad
tabuliero, ~ de/pro caffe : koffieblad
tabuliero, ~ de designo : tekenbord
tabuliero, ~ de chacos : schaakbord
tabuliero, jocar al chacos {sj} sin ~ : blind schaken
tabuliero, ~ de damas : dambord
tabuliero, ~ de domino (domino) : dominoplankje
tabuliero, ~ de instrumentos : dashboard
tacer /v/ : zwijgen, stil/rustig zijn
tacer, facer ~ le conscientia : zijn geweten sussen
tacer /v/ : verzwijgen
tacer, ~ su affliction : zijn verdriet niet uiten
tacer, ~ un secreto : een geheim verzwijgen
tacer, ~ un cosa : ergens stilzwijgend aan voorbij gaan
tal /adj/ : zulk, zo, dergelijk
tal, un ~ persona : zo iemand
tal, senior un ~ : meneer die en die
tal, ~ e ~ : dat en dat, die en die
tal(l)eth /sub/ : RELIGION tallith (Joodse gebedsmantel)
taliar /v/ : snijden, snoeien, hakken, slijpen, houwen
taliar, ~ arbores : bomen snoeien
taliar, ~ le haga/le sepa : de heg snoeien
taliar, ~ un diamante : een diamant slijpen
taliar, ~ un brillante : een briljant slijpen
taliar, ~ un bloco de marmore : een blok marmer bewerken
taliar, ~ ligno : hout hakken
taliar, ~ un stilo de graphite : een potlood slijpen
taliar, ~ le capillos : het haar knippen
taliar, ~ se le capillos : zijn haar knippen
taliar, facer se ~ le capillos : zijn haar laten knippen
taliar, ~ in bisello/obliquemente : schuin afwerken, afschuinen
taliar, ~ le nodo gordian : de Gordiaanse knoop doorhakken
taliar, ~ via : wegsnijden
taliar, ~ in pecias : stuksnijden
taliar /v/ : uitsnijden, uitknippen (stof)
taliar, ~ un vestimento : een kledingstuk (uit een lap stof) knippen
taliar /v/ : JOCO DE CARTAS de bank houden
talon /sub/ : hiel, hak
talon, ~es punctute/agulia : naaldhakken
talon, ~es alte : hoge hakken
talon, ~es platte/plan : platte hakken
talon, ~ de Achilles (Achilles) : Achilleshiel
talon, osso del ~ : hielbeen
talon, ~ de gumma/de cauchu (cauchu) : gummi/rubberhak
talon, tendon del ~ : hakpees
talon, corregia de ~ : hakband
talon, monstrar le ~es : zijn hielen lichten, er vandoor gaan
talon, persequer un persona sur le ~es : iemand op de hielen zitten
talon /sub/ : hiel (van sok/kous)
talon /sub/ : TECHNICA hiel, hak, achterstuk van voorwerp
talon /sub/ : ARTE DE CONSTRUER talon
talon /sub/ : souche (aan chequeboek, etc.), strookje
talon, ~ de controlo : controlestrook
talon, ~ de quitantia : kwitantiestrookje
tamen (tamen) /adv/ : toch, echter, evenwel, desondanks
tante /adj/ : zoveel
tante, non face ~ complicationes! : doe niet zo moeilijk!
tante, ~ per cento : zoveel procent
tante, cento e ~ euros : honderd en zoveel euros
tanto /adv/ : zo, zoveel, zozeer
tanto, ~ melio : des te beter
tanto, tres vices ~ : drie keer zoveel
tanto, ~ plus que : des te meer daar
tanto, ~ pauco/poco como : net zo min als
tanto, quanto plus vetule tanto plus belle : hoe ouder hoe mooier
tanto, amar ~ A como B : evenveel houden van A als van B
tardar /v/ : lang uitblijven, op zich laten wachten, dralen, talmen, lang over iets doen
tardar, il tardara (tardara) un pauco/un poco : het duurt nog wel even
tardar, ~ in reager : traag reageren
tardar, non ~ a vider : al gauw merken
tarde /adv/ : laat
tarde, plus ~ : 1. later, 2. vervolgens, nadien, daarna, 3. naderhand, verderop
tarde, al plus ~ : op zijn laatst
tarde, tosto o ~ : vroeg of laat
tarde, il es jam ~ : het is al laat
tarde, facer se ~ : laat worden
tarde, postponer un cosa usque a plus ~ : iets tot een later tijdstip uitstellen
tarde /adj/ : langzaam, traag, achterblijvend
tarde, progresso ~ : trage vooruitgang
tasca /sub/ : zak (in kleding, etc.)
tasca, ~ posterior/de detra : achterzak
tasca, ~ interne/interior : binnenzak
tasca, ~ exterior : buitenzak
tasca, ~ de pantalon(es) : broekzak
tasca, ~ genal : wangzak
tasca, horologio de ~ : zakhorloge
tasca, calendario de ~ : zakkalender
tasca, formato de ~ : zakformaat
tasca, edition de ~ : zakeditie, pocketeditie
tasca, dictionario de ~ : zakwoordenboek
tasca, biblia de ~ : zakbijbel
tasca, agenda de ~ : zakagenda
tasca, cultello de ~ : zakmes
tasca, transistor de ~ : zakradio
tasca, pectine de ~ : zakkammetje
tasca, atlas de ~ : zakatlas
tasca, almanac de ~ : zakalmanak
tasca, libro de ~ : pocket(boek)
tasca, moneta de ~ : zakgeld
tasca, lanterna/lampa de ~ : zaklamp, zaklantaarn
tasca, tener le manos in le ~ : de handen in zijn zak houden
tasca, illa non ha su lingua in su ~ : zij is niet op haar mondje gevallen
tasca, venir a casa con le ~ vacue : platzak thuiskomen
tassa /sub/ : kopje
tassa, ~ de caffe/de the/de chocolate : kopje koffie/thee/chocola
taxa /sub/ : vastgestelde prijs
taxa, ~ supplementari : toeslag
taxa, ~ de interesse : rentekoers, rentevoet
taxa, ~ de (ex)cambio : ruilvoet
taxa, ~ de disconto : discontovoet
taxa /sub/ : belasting, tax
taxa, ~ radiophonic/del apparatos de radio : luistergeld, luisterbijdrage
taxa, ~ del apparatos de television : kijkgeld
taxa, ~ de parcamento/de stationamento : parkeergeld
taxa, ~ de valor adjuncte, T.V.A. : B.T.W
taxa, ~ de pilotage : loodsbelasting
taxa, ~ de canes : hondebelasting
taxa, exempte de ~ : taxfree
taxa, imponer ~s : belastingen opleggen
taxa /sub/ : percentage, cijfer, getal, gehalte
taxa, ~ de glucosa sanguinee : bloedsuikergehalte
taxa, ~ de mortalitate : sterftecijfer
taxa, ~ de crescentia/de crescimento : groeicijfer
taxar /v/ : (de prijs) vaststellen, taxeren
taxar, ~ le valor de un casa : de waarde van een huis vaststellen
taxar /v/ : (iets) belasten, met accijns belasten
taxar, ~ le biberages : accijns heffen op dranken
taxar /v/ : FIGURATE (iemand) beschuldigen
taxar, ~ un persona de negligentia : iemand van nalatigheid beschuldigen
taxi (taxi) /sub/ : taxi
taxi (taxi), conductor/chauffeur (F) de ~ : taxichauffeur
taxi (taxi), passagero de ~ : taxipassagier
taxi (taxi), station de ~s : taxistandplaats
taxi (taxi), ~ aeree : luchttaxi
taxi (taxi), ~ de servicio regular : lijntaxi
taxi (taxi), cursa in ~ : taxirit
taxi (taxi), tarifa de ~ : taxitarief
taxi (taxi), appellar un ~ : een taxi aanroepen
te /pron pers/ : je, jou
te /pron refl/ : je, jezelf
technica /sub/ : techniek
technica, ~ del sono : geluidstechniek
technica, ~ de refrigeration : koeltechniek
technica, ~ de mesura : meettechniek
technica, ~ de reanimation : reanimatietechniek
technica, ~ del illumination : verlichtingstechniek
technica, ~ pictural : schildertechniek
technica, ~ pianistic : pianistiek
technica, ~ sophisticate : geavanceerde techniek
technica, ~ dramatic/de scena : toneeltechniek
technica, ~ microscopic : microtechniek
technica, ~ de un jocator de tennis : techniek van een tennisser
technica, ~ narrative : verteltechniek
technica, ~s avantiate/sophisticate : geavanceerde technieken
technica, meravilias del ~ : wonderen van de techniek
technica, apprender un ~ : een techniek aanleren
technica, applicar un ~ : een techniek toepassen
technica, posseder ~s insufficiente : over onvoldoende techniek beschikken
technica, le ~ non ha limites (limites) : de techniek staat voor niets
tecto /sub/ : dak
tecto, ~ protector : afdak, luifel
tecto, ~ de palea : strodak
tecto, ~ de ardesia : leien dak
tecto, ~ de vitro : glazen dak
tecto, ~ a cupola (cupola) : koepeldak
tecto, ~ plan/a terrassa : plat dak
tecto, ~ in forma de sella : zadeldak
tecto, trabe/trave de ~ : dakbint
tecto, latte de ~ : daklat
tecto, bordo del ~ : dakrand
tecto, longor del ~ : daklengte
tecto, copertor de ~ de ardesia : leidekker
tecto, fenestr(ett)a de ~ : dakraam
tecto, tenta a ~ duple : dubbeldakstent
tecto, culmine de ~ : nok
tecto, linea del ~ : daklijn
tecto, ventilator de ~ : dakventilator
tecto, terrassa super (super) le ~ : dakterras
tecto, ornamento de ~ : dakversiering
tecto, isolation/isolamento del ~ : dakisolatie
tecto, auto(mobile) a ~ pulsabile : auto met schuifdak
tecto, viver sub le mesme ~ : onder één dak wonen
tecto, trovar un ~ : onderdak vinden, onder dak komen
tecto, critar del ~s/super (super) omne tectos : van de daken schreeuwen
tecto, predicar del ~s : van de daken verkondigen
tecto /sub/ : plafond
tela /sub/ : weefsel, geweven stof, (stuk) doek, linnen
tela, ~ de matras : (bedden)tijk
tela, ~ cerate : wasdoek
tela, ~ catranate : geteerd zeildoek
tela, ~ de coton : graslinnen, katoen
tela, ~ de Jeans : spijkerstof
tela, ~ metallic : kippengaas
tela, ~ de tenta : tentdoek
tela, ~ a calcar : calqueerlinnen
tela, ~ de smerilio : schuurlinnen
tela, ~ a vela : zeildoek (weefsel voor zeilen)
tela, button de ~ : stofknoop
tela, ligatura in/de ~ de un libro : linnen band van een boek
tela, canto de ~ : spinnenlied
tela /sub/ : schilderij, doek
tela /sub/ : THEATRO doek, gordijn
tela /sub/ : (spinnen)web
tela, ~ de aranea : spinnenweb
telephono (telephono) /sub/ : telefoon, telefoontoestel
telephono (telephono), ~ interne/interior : huistelefoon
telephono (telephono), ~ sin fila(s) : draadloze telefoon
telephono (telephono), ~ mobile : draagbare telefoon
telephono (telephono), per ~ : telefonisch
telephono (telephono), numero (numero) de ~ : telefoonnummer
telephono (telephono), numero (numero) de ~ secrete : geheim telefoonnummer
telephono (telephono), apparato de ~ : telefoontoestel
telephono (telephono), servicio de ~ : telefoondienst
telephono (telephono), nota de ~ : telefoonrekening
telephono (telephono), colpo de ~ : telefoontje
telephono (telephono), poste/palo de ~ : telefoonpaal
telephono (telephono), tarifa de ~ : telefoontarief
telephono (telephono), cabina de ~ : telefooncel
telephono (telephono), le ~ sona : er wordt gebeld
telephono (telephono), disdicer per ~ : afbellen
telephono (telephono), communicar per ~ : telefonisch contact hebben
telephono (telephono), on vos demanda al ~ : er is telefoon voor U
telephono (telephono), facer/componer/formar un numero de ~ : een telefoonnummer draaien
telephono (telephono), connecter/installar un ~ : een telefoon aansluiten
telephono (telephono), trenchar {sj} le ~ : de telefoon afsnijden
telephono (telephono), le ~ non ha cessate de sonar : de telefoon staat roodgloeiend
telephono (telephono), esser collate al ~ : aan de telefoon hangen
television /sub/ : (het medium) televisie
television, camera (camera) de ~ : televisiecamera
television, rete de ~ : televisienet
television, antenna de ~ : televisie-antenne
television, schermo de ~ : televisiescherm
television, apparato de ~ : televisietoestel
television, receptor de ~ : televisie-ontvanger
television, circuito (circuito) de ~ : televisiecircuit
television, canal de ~ : televisiekanaal
television, emission de ~ : televisieuitzending
television, programma de ~ : televisieprogramma
television, realisator de programmas de ~ : televisiemaker
television, serie de ~ : televisieserie
television, vespera (vespera)/vespere de ~ : televisieavond
television, adaptation pro le ~ : televisiebewerking
television, tubo de ~ : televisiebuis
television, studio de ~ : televisiestudio
television, ~ a/in colores : kleurentelevisie
television, ~ per cablos : kabeltelevisie
television, connecter al ~ per cablos : op het kabelnet aansluiten
television, ~ scholar : schooltelevisie
television, ~ pagante : abonneetelevisie
television, ~ per satellite : satelliettelevisie
television, emitter per ~ : per televisie uitzenden
television, reguardar/mirar le ~ : naar de televisie kijken
television, comprar per medio de ~ : telewinkelen
television /sub/ : televisie(toestel)
television, ~ portabile/portative : draagbare televisie
television, connecter/aperir le ~ : de televisie aanzetten/aandoen
television, disconnecter/clauder le ~ : de televisie afzetten/uitdoen
temperatura /sub/ : temperatuur
temperatura, ~ estive/de estate : zomertemperatuur
temperatura, ~ de hiberno : wintertemperatuur
temperatura, ~ exterior : buitentemperatuur
temperatura, ~ ambiente/de ambiente/de appartamento : kamertemperatuur, omgevingstemperatuur
temperatura, ~ de fusion : smelttemperatuur
temperatura, ~ de solidification : stollingstemperatuur
temperatura, ~ corporee : lichaamstemperatuur
temperatura, ~ absolute : absolute temperatuur
temperatura, ~ critic : kritische temperatuur
temperatura, ~ de color : kleurtemperatuur
temperatura, ~ dulce : milde temperatuur
temperatura, ~ glacial : ijzige temperatuur
temperatura, ~ medie : gemiddelde temperatuur
temperatura, ~ maximal/maxime (maxime) : maximumtemperatuur
temperatura, ~ minimal/minime (minime) : minimumtemperatuur
temperatura, curva de ~ : temperatuurkromme
temperatura, descendita (descendita) de ~ : temperatuursdaling
temperatura, variation de ~ : temperatuurschommeling
temperatura, cambiamento de ~ : temperatuurswisseling
temperatura, ~ in grados Celsius (Celsius)/Fahrenheit (Fahrenheit) : temperatuur in graden Celsius/Fahrenheit
temperatura, animales a/de ~ fixe/cal(i)de : warmbloedige dieren
temperatura, animales a/de ~ variabile/frigide : koudbloedige dieren
temperatura, haber ~ : verhoging/koorts hebben
temperatura, bassar/abassar le ~ : de temperatuur verlagen
temperatura, leger le ~ : de temperatuur aflezen
temperatura, prender su ~ : zijn temperatuur meten/opnemen
temperatura, le ~ bassa : de temperatuur daalt
temperatura, le ~ monta : de temperatuur stijgt
tempesta /sub/ : storm
tempesta, ~ de nive : sneeuwstorm
tempesta, ~ de tonitro (tonitro) : onweersbui
tempesta, ~ de autumno : najaarsstorm
tempesta, ~ intense : zware storm
tempesta, ~ magnetic : magnetische storm
tempesta, le ~ de tonitro (tonitro) approcha {sj}/se approxima : het onweer komt opzetten
tempesta, le ~ de tonitro (tonitro) passa : het onweer drijft over
tempesta, ~ de arena/sablo : zandstorm
tempesta, vento de ~ : stormwind
tempesta, bolla/cono de ~ : stormbal
tempesta, le ~ se discatena : de storm barst los
tempesta, le ~ se calma/se placa : de storm luwt
tempesta, provovar un ~ de protestationes : een storm van protesten ontketenen
tempesta, ~ in un vitro de aqua : storm in een glas water
tempesta, le ~ se discatena : de storm barst los
tempesta, le ~ persisteva : het bleef stormen
tempesta, resistente al ~ : stormvast
tempesta, marea (marea) basse de ~ : stormeb
tempesta, die de ~ : stormdag
tempesta, le barometro (barometro) indica ~ : de barometer staat op storm
tempore /sub/ : tijd, tijdstip
tempore, de ~ a ~ : van tijd tot tijd, nu en dan, af en toe
tempore, a ~ : op tijd, bijtijds
tempore, justo a ~ : juist op tijd, op het nippertje
tempore, a ~ debite (debite) : te zijner tijd
tempore, al/in mesme ~ : meteen, tegelijkertijd
tempore, in ~ opportun : te gelegener tijd
tempore, ante le ~ : te vroeg, vroegtijdig
tempore, parlar ex ~ : onvoorbereid spreken
tempore, ~ medie de Greenwich : middelbare Greenwich tijd
tempore /sub/ : tijd, tijdsduur, tijdperk, periode
tempore, unitate de ~ : eenheid van tijd
tempore, in ~ de guerra : in tijd van oorlog
tempore, in ille ~ : toenmaals
tempore, de ille ~ : toenmalig
tempore, ~ de posa/de exposition : belichtingstijd
tempore, ~ de crise/crisis (crisis) : crisistijd
tempore, ~ de proba/de prova/de essayo (essayo) : proeftijd
tempore, ~ de vacantias : vakantietijd
tempore, ~ de lucto : rouwtijd
tempore, ~ record : recordtijd
tempore, ~ de emission : zendtijd
tempore, ~ de reaction : reactietijd
tempore, haber ~ libere : vrije tijd hebben
tempore, ~ passate : verleden (tijd)
tempore, ~ presente : tegenwoordige tijd
tempore, le prime ~ : de eerste helft
tempore, le secunde ~ : de tweede helft
tempore, ante multe ~ : lang geleden
tempore, quante ~? : hoe lang?
tempore, notion de ~ : tijdsbesef
tempore, bomba a ~ : tijdbom
tempore, manco/mancantia de ~ : tijdgebrek
tempore, lapso de ~ : tijdruimte, tijdsverloop
tempore, injuria del ~ : tand des tijds
tempore, perdita (perdita) de ~ : tijdverlies/verspilling
tempore, perder le ~ : zijn tijd verknoeien/verdoen
tempore, ganio de ~ : tijdwinst
tempore, ganiar ~ : tijd winnen
tempore, occider/facer passar le ~ : de tijd doden
tempore, occupar/consumer multe ~ : veel tijd vragen/in beslag nemen
tempore, limitation de ~ : tijdslimiet, tijdsbeperking
tempore, sparnio/economia (economia) de ~ : tijdbesparing
tempore, realisar/registrar un bon ~ : een goede tijd neerzetten
tempore, in un minimo (minimo) de ~ : in een mum van tijd
tempore, le ~ porta consilio : komt tijd, komt raad
tempore /sub/ : maatdeel, tel (eenheid), slag
tempore, mesura a/de quatro ~s : vierkwartsmaat
tempore, dansa a/de tres ~s : dans in driekwartsmaat
tempore, motor a/de duo/quatro ~s : twee/viertaktmotor
tempore, a ~ de musica : op de maat van de muziek
tempore, esser foris (foris) de ~ : uit de maat zijn
tempore /sub/ : weer, weersgesteldheid
tempore, ~ primaveral : lenteweer
tempore, ~ exquisite/magnific/splendide : heerlijk/prachtig/prima weer
tempore, ~ radiose : stralend weer
tempore, ~ pluviose/de pluvia : regenachtig weer
tempore, ~ nivose/de nive : sneeuwweer
tempore, ~ tempestuose : stormweer
tempore, ~ abominabile : rot weer
tempore, ~ inclemente : ruig weer
tempore, ~ de canes : hondeweer
tempore, ~ inconstante/instabile/variabile/cambiante/capriciose : veranderlijk/onbestendig/wisselvallig weer
tempore, inconstantia/instabilitate del ~ : veranderlijkheid/wisselvalligheid/onbestendigheid van het weer
tempore, il face belle/bon ~ : het is mooi/goed weer
tempore, le ~ cambiara (cambiara) : er is ander weer op komst
tempore /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA tijd
tempore, ~s composite (composite) : samengestelde tijden
tempore, ~s simple : enkelvoudige tijden
tempore, proposition (subordinate) de ~ : bijzin van tijd
tendentia /sub/ : neiging, tendens, strekking, tendentie, geneigdheid
tendentia, ~ de un libro : strekking van een boek
tendentia, ~ politic : politieke richting/stroming
tendentia, ~ artistic : kunststroming, kunstrichting
tendentia, ~s perverse : tegennatuurlijke neigingen
tendentia, ~ bisexual : biseksuele gerichtheid
tendentia, ~ a exaggerar : neiging tot overdrijven
tendentia, ~ perverse : perverse neiging
tendentia, politico de clar ~s de dext(e)ra : politicus van uitgesproken rechtse signatuur
tendentia, haber ~ a : de neiging vertonen om
tendentia /sub/ : COMMERCIO stemming (op de beurs)
tendentia, ~ del mercato : stemming op de markt
tendentia, ~s e cursos : stemmingen en koersen
tendentia, ~ hesitante : lusteloze stemming
tendentia, ~ firme : vaste stemming
tender /sub/ : FERROVIA tender, kolenwagen (van locomotief)
tender /v/ : (aan)spannen, strak trekken, rekken
tender, ~ un arco/un resorto : een boog/een veer spannen
tender, ~ su musculos : zijn spieren spannen
tender, ~ un rete : een net uitzetten
tender, ~ un corda : een touw spannen
tender, ~ chordas : snaren spannen
tender, ~ un resorto con un clave : een veer met een sleutel opdraaien
tender /v/ : uitstrekken, uitspannen, uitspreiden
tender, ~ le mano : de hand reiken
tender, ~ le bracio : de arm uitsteken
tender, ~ le collo : de hals uitstrekken, reikhalzen
tender, ~ le aures : de oren spitsen (hond), FIGURATE scherp toeluisteren
tender, 3 ~ a : A. streven naar, beogen, gericht zijn op, leiden tot, strekken tot, B. een neiging vertonen/hebben om
tender, ~ al perfection : naar volmaaktheid streven
tender, ~ al mesme resultato : naar hetzelfde resultaat leiden
tender, ~ al mal : naar het kwade overhellen, neiging tot het kwade vertonen
tender, io tende a pensar que vos ha ration : ik neig ertoe te geloven dat U gelijk hebt
tener /v/ : houden, vasthouden, hebben, bezitten
tener, ~ a un cosa : gehecht zijn aan iets
tener, ~ a un opinion : een mening zijn toegedaan
tener, ~ a un persona : aan iemands zijde staan
tener, ~ conto de : rekening houden met
tener, ~ nota de : aantekening houden van
tener, ~ in mente/in memoria : in gedachten houden
tener, ~ in deposito (deposito) : in bewaring houden
tener, ~ in movimento : in beweging houden
tener, ~ a distantia : op een afstand houden
tener, ~ se preparate : zich gereed houden
tener, ~ se a retro : zich op de achtergrond houden
tener, ~ un boteca/un magazin : een winkel houden
tener, ~ un tassa inclinate : een kopje scheef houden
tener, ~ su parola : zijn woord houden
tener, ~ un promissa : een belofte houden
tener, ~ le sinistra : links houden
tener, ~ le dext (dext)(e)ra : rechts houden
tener, iste colla non tene : deze lijm houdt niet
tenere /adj/ : teder, gevoelig, innig, lief(devol), zacht(aardig)
tenere, amor ~ : tedere liefde
tenere, reguardo ~ : liefdevolle blik
tenere, a corde ~ : teerhartig
tenere, reguardar un persona teneremente : iemand teder aankijken
tenere, amar un persona teneremente : iemand innig liefhebben
tenere /adj/ : teer, zacht, mals, week
tenere, pan ~ : zacht brood
tenere, carne ~ : zacht/mals vlees
tenere, ~ como le butyro (butyro) : boterzacht
tenere, rocca ~ : zacht gesteente
tenere, ligno ~ : zachthout
tenere, galera ~ : kaneelklokje
tenere /adj/ : zacht (van kleur), licht
tenere, colores ~ : zachte kleuren
tentar /v/ : proberen, beproeven, op de proef stellen, de proef nemen
tentar, ~ le fortuna : het geluk beproeven
tentar, ~ le patientia de un persona : iemands geduld op de proef stellen
tentar, ~ non noce : baat het niet, het schaadt ook niet
tentar /v/ : in verleiding brengen, verleiden, RELIGION verzoeken
tentar, ~ Deo : God verzoeken
tentar /v/ : pogen, trachten, proberen
tentar, ~ le impossibile : het onmogelijke proberen
tentativa /sub/ : poging
tentativa, ~ de (re)conciliation : poging tot verzoening
tentativa, ~ de fuga/de evasion : ontsnappingspoging
tentativa, ~ de assassinato : poging tot moord
tentativa, ~ de homicidio : poging tot doodslag
tentativa, ~ de suicidio : zelfmoordpoging
tentativa, ~ de mediation : bemiddelingspoging
tentativa, ~ de pace : vredespoging
tentativa, ~ de corruption : poging tot omkoping
tentativa, ~ de record (A) : recordpoging
tentativa, ~ de automutilation : poging tot zelfverminking
tentativa, ~ de conversion : bekeringspoging
tentativa, ~ de intimidation : intimidatiepoging
tentativa, ~ van : vruchteloze poging
tentativa, ~ desperate : wanhoopspoging
tentativa, ~ ultime (ultime)/supreme : uiterste poging
tentativa, facer ~s : pogingen aanwenden
tenue /adj/ : fijn, dun, ijl, teer
tenue, pluver tenuemente : motregenen
tenue, intestino ~ : dunne darm
tenue /adj/ : subtiel
tenue /adj/ : klein, gering, nietig, onaanzienlijk, onbeduidend, zwak
tenue, un ~ sperantia : een lichte hoop
tenue /adj/ : PHONETICA
tenue, consonante ~ : tenuis
tenue /sub/ : PHONETICA tenuis
terra /sub/ : aarde, aardbol, wereld
terra, tremor de ~ : aardbeving
terra, orbita (orbita) de ~ : aardbaan
terra, axe del ~ : aardas
terra, curvatura del ~ : aardkromming
terra, inter (inter) celo e ~ : tussen hemel en aarde
terra, mover celo e ~ : hemel en aarde bewegen
terra, BIBLIA le sal del ~ : het zout der aarde
terra, scientias del ~ : aardwetenschappen
terra /sub/ : aarde, vast oppervlak, vasteland, wal, vaste grond
terra, lingua de ~ : landtong
terra, vento de ~ : landwind
terra, fame de ~ : landhonger
terra, armeas (armeas)/fortias de ~ : landmacht
terra, ~ fixe/firme : vaste wal/grond
terra, ~ basse : laagland
terra, ~ austral : zuidland
terra, mitter pede a ~ : voet aan wal zetten
terra /sub/ : grond, bodem, land, veld, akker
terra, ~ arabile : bouwland
terra, ~ inculte : woeste grond
terra, ~s inundate : verdronken land
terra, productos de nostre ~ : producten van eigen bodem
terra, morsello de ~ : stuk grond
terra, tortuca de ~ : landschildpad
terra, ~ benedicte : gewijde aarde
terra, cultivar le ~ : de grond bebouwen
terra, cader per ~ : op de grond vallen
terra, jectar per terra : op de grond gooien
terra, seder per ~ : op de grond zitten
terra, seder se per ~ : op de grond gaan zitten
terra /sub/ : grond, grondbezit, landbezit, landgoed, landerij
terra, proprietario de ~s : grondbezitter
terra, ~ senioral : heerlijkheid, gebied van een heer
terra, viver de su ~s : leven van de opbrengst van zijn land
terra /sub/ : land, landstreek, gebied
terra, ~ de election : uitverkoren vaderland
terra, Terra Sancte : Heilige Land
terra, ~ promittite/de promission : beloofde land, land van belofte
terra, Terra del Foco : Vuurland
terra, Terra Nove : Newfoundland
terra, (can del ) terra nove : Newfoundlander (hond)
terra, ~s arctic : noordpoolgebieden
terra, ~ antarctic/austral : zuidpoolgebieden
terra, ~ natal/native : geboorteland/streek
terra, ~ de nemo/de necuno : niemandsland
terra, fortias de ~ : landstrijdkrachten, landleger
terra /sub/ : aarde
terra, ~ cocte : terracotta
terra, urceo de ~ cocte : terracotta kruik
terra, ~ de pipa : pijpaarde
terra, ~ micacee : glimmeraarde
terra, ~ cretose : krijtaarde
terra, ~ ferruginose : ijzeraarde
terra, ~ argillose/argillacee : kleigrond
terra, patata de ~ argillose : kleiaardappel
terra, ~ jalne : löss
terra, ~ nigre : zwarte grond/aarde
terra, ~ vegetal : teelaarde, bladaarde, humus
terra, strato de ~ : aardlaag
terra, verme de ~ : aardworm
terra, cammino de ~ : onverharde weg
terra, odor de ~ : grondlucht
terra /sub/ : aarde, massa
terra, prisa de ~ : aarde, contactdoos met aardverbinding
terra, filo de ~ : aardedraad, aardleiding
terra, placa de ~ : aardplaat
terra, connecter al ~ : aarden
terrer /v/ : angst/schrik aanjagen, verschrikken, afschrikken, bang maken
terribile /adj/ : verschrikkelijk, vreselijk, ontzettend, schrikwekkend
terribile, catastrophe (catastrophe) ~ : vreselijke ramp
terribile /adj/ : verschrikkelijk, buitengewoon, in hoge mate, geweldig, enorm
terribile, ruito ~ : held kabaal
terribile, appetito ~ : ontzettende honger
terribile, vento ~ : keiharde wind
tertie /num ord/ : derde
tertie, le ~ parte : het derde (deel)
tertie, reducer al ~ parte : tiërceren
tertie, ~ stato : derde stand
tertie, ~ mundo : derde wereld
tertie, pais del ~ mundo : derde-wereldland
tertie, caffe del ~ mundo : derde-wereldkoffie
tertie, studente de ~ anno : derdejaarsstudent
test /sub/ : test, toets(ing), proef
test, ~ scholar : schooltoets
test, ~ de intelligentia : intelligentietest
test, ~ a selection multiple (multiple) : merkeuzetoets
test, ~ de comprehension oral : luistervaardigheidstoets
test, ~ de laboratorio : laboratoriumproef
test, ~ de frenage : remtest
test, ~ de fission : splijtproef
test, ~ antidoping : dopingtest
test, ~ sexuologic : geslachtstest
test, ~ de ingresso/entrata : instaptest
test, ~ del sexo : geslachtstest
test, auto(mobile) de ~ : testauto, testwagen
test, pista/percurso de ~ : testbaan
test, pilota de ~ : testpiloot
test, laboratorio de ~ : testlaboratorium
test, methodo (methodo) de ~ : testmethode
test, systema de ~ : testsysteem
test, resultato de ~ : testresultaat
test, submitter a un ~ : aan een toets onderwerpen
testamento /sub/ : JURIDIC testament
testamento, ~ nuncapative : mondeling testament
testamento, ~ (h)olographe : eigenhandig geschreven testament
testamento, ~ reciproc (reciproc) : wederkerig testament
testamento, forma de ~ : testamentsvorm
testamento, registro de ~s : testamentenregister
testamento, codicillo de un ~ : aanhangsel bij een testament
testamento, validation de un ~ : verificatie van een testament
testamento, lectura de un ~ : voorlezing van een testament
testamento, apertura de un ~ : opening van een testament
testamento, cassar/annullar un ~ : een testament nietig verklaren
testamento, cassation/annullation de un ~ : nietigverklaring van een testament
testamento, facer un ~ : een testament maken
testamento, legar per ~ : per testament vermaken
testamento, revocar un ~ : een testament herroepen
testamento, aperir un ~ : een testament openen
testamento, mitter un persona in su ~ : iemand in zijn testament zetten
testamento, 2 Vetule/Vetere/Antique Testamento : Oude Testament
testamento, Nove Testamento : Nieuwe Testament
teste (I) /sub/ : getuige
teste (I), ~ a/de carga : getuige à charge
teste (I), ~ a/de discarga : getuige à décharge
teste (I), ~ visual/ocular : ooggetuige
teste (I), ~ auricular : oorgetuige
teste (I), ~ principal : hoofdgetuige, kroongetuige, stergetuige
teste (I), ~ jurate : beëdigd getuige
teste (I), ~s matrimonial : getuigen bij een huwelijk
teste (I), ~s in un duello : getuigen bij een duel
teste (I), ~ biblic : bijbelse getuige
teste (I), ~s de Jehovah : Jehova's getuigen
teste (I), ~ sub juramento : getuige onder ede
teste (I), illes presentava ~s false : zij stelden valse getuigen
teste (I), indemnisation del ~s : getuigengeld
teste (I), declaration de(l) ~s : getuigenverklaring
teste (I), audir/ascoltar/examinar/interrogar le ~s : een getuigenverhoor afnemen, getuigen horen
teste (I), audition/interrogatorio de(l) ~ : getuigenverhoor
teste (I), esser ~ de : getuige zijn van
teste (I), declarar como ~ : als getuige verklaren
teste (I), ante duo ~s : ten overstaan van twee getuigen
teste (I), banco/tribuna del ~s : getuigenbank
teste (II) /sub/ : ANATOMIA testis, teelbal, zaadbal, testikel
testimoniar /v/ : getuigenis afleggen, getuigen, betuigen
testimoniar, ~ su amicitate a un persona : iemand zijn vriendschap betuigen
testimonio /sub/ : getuigenis, (getuigen)verklaring, betuiging
testimonio, ~ de sympathia (sympathia) : blijk/betuiging van sympathie
testimonio, ~ de adhesion : adhesiebetuiging
testimonio, ~ ver : waarheidsgetrouw getuigenis
testimonio, ~ oral : mondeling getuigenis
testimonio, ~ jurate : beëdigd getuigenis
testimonio, ~ irrecusabile : onwraakbare getuigenis
testimonio, ~ false : valse getuigenis
testimonio, ~ suspecte : verdacht getuigenis
testimonio, render ~ de : getuigenis afleggen van
texer /v/ : weven
texer, arte de ~ : weefkunst
texito /sub/ : (geweven) stof, weefsel
texito, ~ de lana/de coton/de lino : wollen/katoenen/linnen stof
texito, ~ de fibras synthetic : synthetisch weefsel
texito, ~ de feltro : vilt
texito, ~ vegetal : plantaardig weefsel
texito, ~ metallic : metaalgaas
texito, mercante de ~s : manufacturier
texito, magazin de ~s : manufacturenwinkel
texito /sub/ : ANATOMIA weefsel
texito, ~ muscular : spierweefsel
texito, ~ cutanee : huidweefsel
texito, ~ organic : organisch weefsel
texito, ~ glandular : klierweefsel
texito, ~ cellular : celweefsel
texito, ~ ossose : beenweefsel, botweefsel
texito, ~ adipose : vetweefsel
texito, ~ erectile : erectiel weefsel
texito, ~ cicatricial : littekenweefsel
texito, ~ vascular : vaatweefsel
texito, ~ cancerose : kankerweefsel
texito, cultura de ~s : weefselkweek
texito /sub/ : FIGURATE aaneenschakeling
texito, ~ de contradictiones : web van tegenstrijdigheden
texito, ~ de absurditates : aaneenschakeling van dwaasheden
texto /sub/ : tekst
texto, ~ original : oorspronkelijke tekst, grondtekst
texto, ~ de base : basistekst
texto, ~ de un canto : tekst van een lied
texto, ~ de un lege : wettekst
texto, ~ de un opera (opera) : operatekst, libretto
texto, ~ biblic/del biblia : bijbeltekst
texto, ~ sacrate : heilig geschrift
texto, ~ in prosa : prozatekst
texto, ~ publicitari : reclametekst
texto, ~ condensate : samenvatting
texto, tractamento de ~s : tekstverwerking
texto, machina (machina) de tractamento de ~s : tekstverwerker
texto, analyse (analyse) (-ysis) de ~ : tekstanalyse
texto, libro de ~ : leerboek
texto, critica de ~s : tekstkritiek
texto, edition de (un) ~ : tekstuitgave
texto, restituer un ~ : de oorspronkelijke tekst reconstrueren
texto, falsificar un ~ : een tekst vervalsen
texto, corrumper un ~ : een tekst verminken
the /sub/ : thee
the, ~ forte : sterke thee
the, ~ legier : slappe thee
the, ~ nigre : zwarte thee
the, ~ verde : groene thee
the, ~ con lacte : thee met melk
the, ~ al/con citro : citroenthee
the, ~ al fructos de rosa : rozebottelthee
the, sacchetto de ~ : theezakje
the, aqua pro le ~ : theewater
the, tassa a/de ~ : theekopje
the, servicio a/de ~ : theeservies
the, coclear/coclearetto a/de ~ : theelepeltje
the, cassa a/pro ~ : theebus
the, tabuliero de ~ : theeblad
the, mixtura de ~ : theemelange
the, hora del ~ : thee-uurtje, theetijd
the, importation de ~ : thee-import/invoer
the, importator de ~ : thee-importeur
the, exportation de ~ : thee-export/uitvoer
the, exportator de ~ : thee-exporteur
the, commercio de ~ : theehandel
the, interprisa de ~ : theeonderneming
the, cultura de ~ : theecultuur
the, plantation de ~ : theeplantate
the, plantator de ~ : theeplanter
the, recolta de ~ : theepluk
the, rosa de ~ : theeroos
the, casa de ~ : theehuis
the, colatorio de ~ : theezeefje
the, salon de ~ : theesalon
the, consumo/consumption de ~ : theeverbruik
the, pais productor de ~ : theeland
the, facer/preparar ~ : thee zetten
the, servir ~ : thee serveren/schenken
the, lassar infunder le ~ : de thee laten trekken
the, io ha ordinate duo ~s : ik heb twee thee besteld
the, prender/biber ~ : thee drinken
the, invitar un persona a prender le ~ : iemand op de thee vragen
theatro /sub/ : schouwburg, theater, toneel
theatro, ~ de marionettes : marionettentheater
theatro, ~ de varietates : varietétheater
theatro, ~ baroc : baroktoneel
theatro, ~ de umbras : schimmenspel
theatro, ~ al/in aere (aere) libere : openluchttheater
theatro, ~ radiophonic : hoorspel
theatro, ~ de repertoire (F)/de repertorio : repertoiretheater
theatro, ~ municipal : stadsschouwburg
theatro, ~ complete : uitverkochte schouwburg
theatro, billet de ~ : kaartje voor de schouwburg
theatro, abonamento de ~ : schouwburgabonnement
theatro, sala de ~ : schouwburgzaal
theatro, servitrice de ~ : ouvreuse
theatro, publico de ~ : schouwburgpubliek
theatro, agentia de ~ : theaterbureau
theatro, incendio de ~ : schouwburgbrand
theatro, director de ~ : schouwburgdirekteur
theatro, inventario de ~ : schouwburginventaris
theatro, mobiliario de ~ : schouwburgmeubilair
theatro, personal de ~ : schouwburgpersoneel
theatro, ir al ~ : naar de schouwburg gaan
theatro, frequentator de ~s : regelmatige schouwburgbezoeker
theatro, representar un pecia/obra de ~ : een toneelstuk opvoeren
theatro, dar representationes in un ~ : een schouwburg bespelen
theatro /sub/ : toneel, toneelkunst, theater
theatro, pièce (F)/pecia/obra de ~ : toneelstuk
theatro, ~ classic : klassiek toneel
theatro, ~ total : totaaltheater
theatro, ~ experimental : experimenteel theater
theatro, ~ absurde/del absurdo : absurdistisch toneel
theatro, ~ existentialista : existentialistisch toneel
theatro, ~ popular : volkstoneel
theatro, critico de ~ : toneelkriticus
theatro, critica de ~ : toneelkritiek
theatro, masca/mascara (mascara) de ~ : toneelmasker
theatro, compania (compania) de ~ : toneelgezelschap
theatro, representation de ~ : toneelvoorstelling
theatro, ~ filmate : verfilmd toneel
theatro, scientia del ~ : theaterwetenschap
theatro, historia del ~ : toneelgeschiedenis
theatro, adaptar pro le ~ : voor het toneel bewerken
theatro /sub/ : toneel, toneelwerk
theatro /sub/ : toneelgezelschap
theatro, ~ del riso : theater van de lach
theatro /sub/ : toneelspeelkunst, kunst van het acteren
theatro /sub/ : aanstellerij, gemaakte vertoning
theatro, de ~ : theatraal, gemaakt, overdreven
theatro, voce de ~ : theatrale stem
theatro, facer ~ : zich aanstellen
theatro /sub/ : FIGURATE schouwtoneel, terrein, toneel
theatro, le ~ del mundo : het schouwtoneel der wereld
theatro, le ~ del crimine : de plaats van de misdaad
theatro, ~ del guerra/de lucta : krijgstoneel
thema /sub/ : thema, onderwerp, stof, punt van behandeling
thema, ~ fundamental : grondthema
thema, ~ de conversation : onderwerp van gesprek
thema, ~ preferite : stokpaardje
thema, abordar un ~ : een onderwerp aansnijden
thema, esser ~ de discussion : onderwerp van bespreking zijn
thema /sub/ : MUSICA thema, motief
thema, variationes super (super) un ~ : variaties op een thema
thema /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA thema, grondvorm, basis, stam
theoria (theoria) /sub/ : RELIGION GREC gezantschap afgevaardigd naar plechtige feesten
theoria (theoria) /sub/ : theorie, leer
theoria (theoria), ~ e practica : theorie en praktijk
theoria (theoria), ~ de litteratura : literatuurtheorie
theoria (theoria), ~ del cognoscimento/del cognoscentia : kennisleer, kennistheorie
theoria (theoria), ~ del perspectiva : leer van het perspectief
theoria (theoria), ~ del evolution : evolutietheorie
theoria (theoria), ~ del relativitate : relativiteitstheorie
theoria (theoria), ~ undulatori/del undas : golftheorie
theoria (theoria), ~ quantic/del quantos : quantumtheorie
theoria (theoria), ~ del sono : leer van het geluid
theoria (theoria), ~ moral : moraaltheorie
theoria (theoria), ~ corpuscular del lumine/luce : corpusculaire theorie van het licht
theoria (theoria), ~ atomic/nuclear : atoomtheorie
theoria (theoria), ~ cellular : celtheorie
theoria (theoria), ~ demographic : bevolkingstheorie
theoria (theoria), ~ de Newton : theorie van Newton
theoria (theoria), ~ darwinian : Darwinleer
theoria (theoria), ~ domino (domino) : domino-theorie
theoria (theoria), ~ consistente : consistente theorie
theoria (theoria), ~ inconsistente : niet consistente leer
theoria (theoria), ~ fragile : slecht gefundeerde theorie
theoria (theoria), ~ cosmogonic : kosmogonische theorie
theoria (theoria), fundamento de un ~ : grondprincipe van een theorie
theoria (theoria), formular/elaborar un ~ : een theorie opstellen
theoria (theoria), defender un ~ : een theorie verdedigen
theoria (theoria), applicar un ~ : een theorie toepassen
theoria (theoria), oppugnation de un ~ : bestrijding van een theorie
theoria (theoria), in ~ isto es possibile : in theorie is dat mogelijk
theoria (theoria), isto ha un explication in ~ : dat is theoretisch verklaarbaar
theoria (theoria), maestrar/dominar le ~ de un technica : een techniek theoretisch beheersen
theoria (theoria), in ~ isto pare multo facile, ma le realitate es altere : in theorie lijkt dat heel makkelijk, maar in de praktijk valt dat tegen
timbro /sub/ : toonkleur, timbre
timbro, ~ de un sono : timbre van een klank
timbro, ~ del voce : stemtimbre
timbro /sub/ : stempel (gereedschap)
timbro, ~ de cauchu (cauchu) : rubberstempel
timbro, ~ de cupro : koperstempel
timbro, ~ de/pro sigillar : lakstempel
timbro /sub/ : stempel(afdruk)
timbro /sub/ : postmerk, poststempel
timbro, ~ de data : dagtekeningstempel
timbro /sub/ : zegel, (post)zegel
timbro, ~ de rebatto : spaarzegel
timbro, ~ de quitantia : kwitantiezegel
timbro, ~ (postal) : postzegel
timbro, ~ (postal) de Natal : kerstzegel
timbro, bloco de ~s (postal) : blok postzegels
timbro, collectionar ~s (postal) : postzegels verzamelen
timbro, obliterar un ~ (postal) : een postzegel afstempelen
timbro, le obliteration de un ~ (postal) : het afstempelen van een postzegel
timbro, ~ (postal) de avion : luchtpostzegel
timbro, ~ (postal) commemorative : herdenkingszegel
timbro, album de ~s (postal) : postzegelalbum
timbro, collection de ~s (postal) : postzegelverzameling
timbro, derecto de ~ : zegelrecht
timer /v/ : vrezen, duchten
timer, ~ le morte : de dood vrezen
timer, ~ le periculo : het gevaar vrezen
timer, ~ le lumine/le luce : het licht schuwen
timer, non ~ ni Deo ni Diabolo : nergens voor terugschrikken
timer, non ~ nihil (nihil) e nemo : voor niets en niemand bang zijn, voor geen kleintje vervaard zijn
timide /adj/ : schuchter, bedeesd, verlegen, geremd, beschroomd, schroomvallig, angstvallig
timide, voce ~ : bedeesde stem
timide, reguardo ~ : schuchtere blik
timide, protestation ~ : voorzichtig/zwak protest
timor /sub/ : vrees, schroom
timor, sperantia e ~ : hoop en vrees
timor, ~ injustificate/infundate/non fundate : ongerechtvaardigde vrees, koudwatervrees
timor, per ~ de : uit vrees voor
timor, de ~ que : uit vrees dat
timor, infunder/causar ~ a un persona : iemand vrees inboezemen
timor, le infusion de ~ : het inboezemen van vrees
tinta /sub/ : kleur(schakering), tint
tinta, ~ autumnal/de autumno : herfsttint
tinta /sub/ : inkt
tinta, ~ a/de/pro scriber : schrijfinkt
tinta, ~ a/de/pro copiar : copieerinkt
tinta, ~ a/de/pro polycopiar : stencilinkt
tinta, ~ a/de/pro timbrar : stempelinkt
tinta, ~ de China : Oostindische inkt
tinta, ~ typographic/de imprimeria (imprimeria) : drukinkt
tinta, ~ stilographic : vulpeninkt
tinta, ~ lithographic : lakinkt
tinta, ~ autographic : autografische inkt
tinta, ~ sympathic : onzichtbare inkt
tinta, ~ delibile : uitwisbare inkt
tinta, ~ indelibile : onuitwisbare inkt
tinta, scriber con ~ rubie : met rode inkt schrijven
tinta, bottilia de ~ : inktfles
tinta, gumma de/pro ~ : inktgom
tinta, macula de ~ : inktvlek
tinta, stilo a ~ : inktpotlood
tinta, fabrica de ~ : inktfabriek
tinta, fabricante de ~ : inktfabrikant
tirar /v/ : (aan)trekken, optrekken, voorttrekken
tirar, ~ le carro : de kar trekken
tirar, ~ su calcettas : zijn sokken optrekken
tirar, ~ le cordon : aan het touw trekken, FIGURATE aan de touwtjes trekken
tirar, ~ le cortinas : de gordijnen opentrekken/dichttrekken
tirar, ~ le campanetta : aan de bel trekken
tirar, ~ le attention : de aandacht trekken
tirar, ~ al sorte : lootsjes trekken, loten
tirar /v/ : uittrekken, onttrekken, halen uit, ontlenen
tirar, ~ su bursa : zijn beurs te voorschijn halen
tirar, ~ su lingua : zijn tong uitsteken
tirar, ~ le spada/le cultello : het zwaard/het mes trekken
tirar, ~ del oblido/del oblivion : aan de vergetelheid onttrekken/ontrukken
tirar, ~ conclusiones : conclusies trekken
tirar /v/ : schieten, (af)vuren
tirar, ~ al aere (aere) : in de lucht schieten
tirar, ~ con le/al arco : boogschieten
tirar, ~ un colpo de foco : een schot lossen, vuren
tirar, ~ un foco de artificio : vuurwerk afsteken
tirar, ~ a goal : op doel schieten
tirar /v/ : trekken, tekenen, (af)drukken
tirar, ~ un linea : een lijn trekken
tirar, ~ le horoscopio : de horoscoop trekken
tiratorio /sub/ : (schuif)lade
tiratorio, ~ de tabula : tafellade
tiratorio, ~ a cultellos : messenla
tiratorio, ~ a pipas : pijpenla
tiratorio, ~ secrete : geheime lade
tiratorio, aperir/tirar le ~ : de la uitschuiven
titulo /sub/ : titel, hoedanigheid, benaming (van rang/ambt/waardigheid, etc.)
titulo, ~ de conte : titel van graaf
titulo, ~ imperial : keizerstitel
titulo, ~ regal/royal : koningstitel
titulo, ~ de doctor : doctorstitel
titulo, ~ de campion : kampioenstitel
titulo, ~ nobile/nobiliari : adellijke titel
titulo, ~ universitari : academische titel
titulo, ~ honorific/honorari/de honor : eretitel
titulo, detentor del ~ : titelhouder
titulo, obtener un ~ : een titel behalen/verwerven
titulo, conferer un ~ : een titel verlenen
titulo, conservar le ~ : de titel behouden
titulo, defender le ~ : de titel verdedigen
titulo, dar le ~ de : betitelen
titulo, a ~ de : in de hoedanigheid van, bij wijze van, op grond van, als
titulo, a ~ de comparation : bij wijze van vergelijking
titulo, a ~ personal : op persoonlijke titel
titulo /sub/ : aanspraak, recht, rechtstitel, akte, bewijsstuk, titel
titulo, authenticitate de un ~ : echtheid van een titel
titulo, ~s de proprietate : eigendomsbewijzen
titulo, ~ hypothecari : hypotheekbewijs
titulo /sub/ : titel (van een boek/hoofdstuk/lied/lezing, etc.), kop (in krant)
titulo, ~ evocatori : suggestieve titel
titulo, pagina (pagina) de ~ : titelpagina
titulo, catalogo (catalogo) de ~s : titelcatalogus
titulo /sub/ : CHIMIA etc., titer (normaliteit van een oplossing), gehalte
titulo, ~ de argento : zilvergehalte
titulo, ~ de un moneta : gehalte van een munt
titulo /sub/ : JURIDIC titel, onderdeel van een wet
titulo, contracto a ~ onerose : contract onder bezwarende titel
titulo /sub/ : effect, waardestuk, waardepapier
titulo, ~ de action : aandeelbewijs
titulo, ~ hypothecari : pandbrief
titulo, ~ negotiabile : verhandelbaar stuk
titulo, ~s de crescimento, ~s con perspectivas de crescentia : groeifondsen
titulo /sub/ : PALEOGRAPHIA tittel, afkortingsstreepje boven woord
toalia {alja} /sub/ : handdoek
toalia, ~ continue : handdoek op rol
toccar /v/ : aanraken, beroeren, betasten, (be)voelen
toccar, ~ un objecto : een voorwerp aanraken
toccar, ~ le chordas de un gitarra/guitarra : op een gitaar tokkelen
toccar, ~ un clave : een toets aanslaan
toccar, non ~! : niet aankomen!, afblijven!
toccar /v/ : bereiken, raken, grenzen aan, in contact komen, treffen,
toccar, ~ un porto : een haven aandoen
toccar, lor jardines se tocca : hun tuinen grenzen aan elkaar
toccar, que tocca le celo : hemelhoog
toccar /v/ : treffen, aan het hart gaan, (ont)roeren
toccar, ~ le chorda sensibile : de gevoelige snaar raken
toccar /v/ : betreffen, aangaan
toccar, iste cosa non me tocca : deze zaak gaat me niet aan
tolerante /adj/ : toegeeflijk, verdraagzaam, tolerant, inschikkelijk
tolerantia /sub/ : verdraagzaamheid, toegeeflijkheid, tolerantie
tolerantia, ~ religiose : godsdienstige verdraagzaamheid
tolerantia, ~ repressive : repressieve tolerantie
tolerantia /sub/ : het dulden, het toestaan
tolerantia /sub/ : TECHNICA etc., tolerantie, toegestane afwijking, speling
tolerantia, ~ dimensional : maattolerantie
tolerantia, ~ immunologic : immunotolerantie
tolerantia /sub/ : MUSICA tolerantie
tolerar /v/ : verdragen, dulden, toelaten, toestaan, tolereren, gedogen
tolerar, ~ certe infractiones al regulamento : bepaalde inbreuken op het reglement toestaan
tolerar, le policia (policia) tolera le vendita (vendita) de drogas legier : de politie gedoogt de verkoop van softdrugs
tolerar /v/ : MEDICINA verdragen (van geneesmiddelen)
tonar /v/ : bulderen, donderen
tonar, il tona : het dondert, het onweert
tonitro (tonitro) /sub/ : donder
tonitro (tonitro), tempesta de ~ : onweer, onweersbui
tonitro (tonitro), borrasca de ~ : onweersvlaag
tonitro (tonitro), le ~ rola : de donder rolt
tonitro (tonitro), le (tempesta de) ~ se discatena : het onweer barst los
tono /sub/ : toon, toonhoogte, klank (van de stem), intonatie
tono, cambiamento de ~ : verandering van toon, stembuiging
tono, ~ equal : vlakke toon
tono, ~ frigide : kille toon
tono, ~ de commandamento : commandotoon
tono, ~ de disputa : ruzietoon
tono, ~ dispreciante : smalende toon
tono, ~ sever : strenge toon
tono, ~ oratori/de orator : redenaarstoon
tono, ~ de conversation : conversatietoon
tono, ~ popular : volkstoon
tono, ~ inaudibile : onhoorbare toon
tono, ~ declamatori : hoogdravende toon
tono, ~ planctive : klagende toon
tono, ~ pur : zuivere toon
tono, ~ derivate : afgeleide toon
tono, lingua a ~ : toontaal
tono, ~s cardiac (cardiac) : harttonen
tono, generator de ~s : toongenerator
tono /sub/ : PICTURA toon, tint, kleur(schakering)
tono, ~s cal(i)de : warme tinten/tonen/kleuren
tono, ~s frigide : koele/koude kleuren
tono /sub/ : PHYSIOLOGIA tonus, spanning (van spieren), FIGURATE veerkracht, energie
tono, ~ muscular : musculaire tonus, spiertonus
tono, ~ vascular : vaattonus
tono /sub/ : MUSICA toon(aard), toonsoort, toonhoogte, interval, grondtoon
tono, ~ major : grote hele toon, majeur
tono, ~ minor : kleine hele toon, mineur
tono, ~s harmonic : boventonen
tono, dar le ~ : de toon aangeven (anque FIGURATE)
tornar /v/ : (rond)draaien
tornar, le motor torna : de motor loopt
tornar, le testa/capite (capite) me torna : het duizelt me, ik ben duizelig
tornar, facer ~ le testa/capite (capite) a un persona : iemand duizelig maken
tornar, facer ~ un disco : een plaat draaien/afspelen
tornar /v/ : omdraaien
tornar, ~ le clave : de sleutel omdraaien
tornar, ~ un pagina : een bladzijde omslaan
tornar, ~ pagina! : zie ommezijde!
tornar /v/ : draaien, op een draaibank bewerken
tornar, ~ le ebure : ivoor bewerken (op de draaibank)
tornar /v/ : draaien, van richting veranderen
tornar, ~ mal : een ongunstige wending nemen
tornar, ~ (circum (circum)) le angulo : de hoek omgaan/omslaan
tornar, le vento torna : de wind draait
torno /sub/ : draaibank, draaimachine
torno, ~ de vapor : stoomdraaibank
torno, travaliar al ~ : aan de draaibank werken/staan
torno, ~ a/de revolver : revolverdraaibank
torno, ~ de pottero : pottenbakkersschijf/wiel
torno /sub/ : omloop, omwenteling (van een wiel, etc.), slag, toer (van een motor)
torno, contator de ~s : toerenteller
torno, numero (numero) de ~s : toerental
torno, in un ~ de mano : in een handomdraai
torno, (disco de) trenta-tres ~s : drieëndertigtoerenplaat, langspeelplaat, l.p.
torno, (disco de) quaranta-cinque ~s : vijfenveertigtoerenplaat, single
torno /sub/ : beurt, slag (kaartspel), toer, ronde
torno, cata uno a su ~ : ieder/elk op zijn beurt
torno, a qui le ~? : wie is aan de beurt?
torno, a/per ~ : bij toerbeurt
torno, ~ de leger : leesbeurt
torno, ~ de nocte : nachtdienst
torno, le signal del ultime (ultime) ~ : de bel voor de laatste ronde
torquer /v/ : wringen, draaien, twijnen, ineendraaien
torquer, ~ un corda : een touw slaan
torquer, ~ tabaco : tabak spinnen
torquer /v/ : verdraaien (anque FIGURATE), verwringen, omdraaien
torquer, ~ le bracio de un persona : iemands arm omdraaien
torquer, ~ le collo a un persona : iemand de nek omdraaien
torquer, ~ le pulsos de un persona : iemands polsen verwringen
torquer, ~ se le pede : zijn voet verstuiken
torquer, ~ se un musculo : een spier verrekken
torquer, ~ se de rider : zich kromlachen, zich een bult lachen
torquer, ~ le collo a un gallina : een kip de nek omdraaien
torquer, ~ su visage in un grimasse : zijn gezicht tot een grimas plooien
torquer, ~ le bucca in un rictus (rictus) : de mond tot een grijns vertrekken
torquer, ~ le parolas de un persona : iemands woorden verdraaien
torquer /v/ : buigen, ombuigen, verbuigen, krommen, krom slaan
torquer, ~ un barra de ferro : een ijzeren staaf buigen
torquer, un rota torquite : een verbogen wiel
torquer /v/ : uitwringen
torquer, ~ su calcettas molliate : zijn natte sokken uitwringen
torta /sub/ : taart, koek, pastei
torta, ~ al/de crema : (slag)roomtaart
torta, ~ de avena : haverkoek
torta, ~ al/de fructos : vruchtentaart
torta, ~ al/de prunas : pruimentaart
torta, ~ al/de malos : appeltaart
torta, ~ al/de ris : rijstetaart
torta, ~ al/de amandolas (amandolas) : amandelgebak
torta, ~ de gelato : ijstaart
torta, ~ caseo blanc : kwarktaart
torta, ~ de patella : pannenkoek
torta, ~ de patella al lardo : spekpannenkoek
torta, ~ foliate : gebak van bladerdeeg
torta, ~ de lino : lijnkoek
torta, ~ de mais : maïskoek
torta, ~ nuptial : bruidstaart
torta, fundo de ~ : taartbodem
torta, pasta a/de ~ : taartdeeg
torta, paletta a/de ~ : taartschep
torta, campana a/de ~ : taartstolp
torta, furchetta a/de ~ : taartvorkje
torta, facer un ~ : een taart bakken
torto /sub/ : iets dat gedraaid/verdraaid is
torto /sub/ : draai, buiging, kromming, bocht, knik
torto /sub/ : aangedaan onrecht, nadeel, schade
torto, reparar un ~ : een onrecht ongedaan maken
torto, a ~ : ten onrechte
torto /sub/ : ongelijk
torto, le absentes habeva ~ : de thuisblijvers hadden ongelijk
tosto /adv/ : vroeg(tijdig)
tosto, ~ o tarde : vroeg of laat
tosto, le plus ~ serea le melior : hoe vroeger/eerder hoe beter
tosto, plus ~ : A. nogal, tamelijk, B. liever, eerder
tosto /adv/ : spoedig, weldra, snel, gauw
tosto, si ~ que : zodra, onmiddellijk nadat
total /adj/ : totaal, geheel, volkomen, algeheel
total, summa ~ : totaalbedrag
total, guerra ~ : totale oorlog
total, football (A) ~ : totaalvoetbal
total, theatro ~ : totaaltheater
total, confidentia ~ : volledig vertrouwen
total, liquidation ~ : totale uitverkoop
total, eclipse/eclipsis (eclipsis) ~ del sol : totale zonsverduistering
total, additionar le ~es : de totalen bij elkaar optellen
total /sub/ : totaal, geheel, som
total, le ~ del population : het geheel der bevolking
total, columna/colonna del ~es : totaalkolom
tote /adj/ : (ge)heel
tote, esser ~ aures : geheel en al oor zijn
tote, ~ le caseo : de hele kaas
tote, de ~ (le) corde : van ganser harte
tote /adj/ : alle
tote, ~ le homines : alle mensen
tote, ~ (le) duo : allebei, beiden
tote, ~ le alteres : alle anderen
tote /adj/ : elk, ieder
tote, ~ homine : elk mens
totevia (totevia) /adv/ : toch, echter, evenwel
toto /pron indef/ : alles
toto, le ~ : het geheel
toto, parte/portion de un ~ : deel van een geheel
toto, super (super) ~ : bovenal, vooral
toto, ante ~ : voor alles
toto, in ~ : in zijn geheel, in totaal
toto, non del ~ : in het geheel niet
toto /adv/ : heel, helemaal
toto, ~ aperte : wijd open
tour /sub/ : trip, uitstapje, excursie, uitje
tour de force /sub/ : krachttoer, FIGURATE schitterende prestatie
tour de force, un ~ intellectual : een intellectueel hoogstandje
toxico /sub/ : (ver)gif, toxicum
toxico, ~ animal : dierlijk gif
toxico, ~ vegetal : plantaardig gif
toxico, ~ gasose : gifgas
trabe /sub/ : dat waarmee men voorwerpen samenvoegt/aan elkander verbindt: (verbindings)balk, dwarsbalk, spantouw,
trabe, ~ transversal : dwarsbalk
trabe, ~ posterior/de detra : achterspant
trabe, ~ principal : hoofdbalk
trabe, ~ de equilibrio : evenwichtsbalk
trabe, armatura de ~s : gebint(e), dakkap, dakspant
trabe, le ~ reposa super (super) le muro : de balk rust op de muur
trabe, poner ~s a : bemoeilijken
tracia /sub/ : spoor (anque FIGURATE), indruk, voetspoor, merkteken
tracia, ~s de civilisationes ancian : overblijfselen/sporen van oude beschavingen
tracia, ~s de frenage : remsporen
tracia, ~ de sanguine : bloedspoor
tracia, ~ de rota : wagenspoor, karrespoor
tracia, non le minime (minime) ~ de : geen spoor van
tracia, lassar ~s : sporen achterlaten
tracia, sin (lassar) ~ : spoorloos
tracia, perder le ~ : het spoor bijster worden
tracia, haber perdite le ~ : het spoor bijster zijn
traciar /v/ : het spoor volgen van, opsporen
traciar, ~ personas disparite : vermiste personen opsporen
traciar, ~ un criminal : een misdadiger opsporen
traciar /v/ : schetsen, (af)tekenen, uitzetten, trekken
traciar, ~ le via : de weg uitstippelen
traciar, ~ un linea : een lijn trekken
traciar, ~ un linea divisori : een scheidingslijn trekken
traciar, ~ le grande lineas : de grote lijnen aangeven
traciar, ~ un percurso de marathon : een parcours voor een marathon uitzetten
traciar, cammino/via traciate : tracé
tractar /v/ : onderhandelen (over)
tractar, ~ del pace : over de vrede onderhandelen
tractar /v/ : handelen (over)
tractar, il se tracta de : het gaat over, het betreft
tractar /v/ : behandelen (anque MEDICINA), bejegenen
tractar, ~ un malado : een zieke behandelen
tractar, ~ un persona con mano dur : iemand hard aanpakken
tractar /v/ : behandelen, bespreken, spreken over
tractar, ~ un subjecto : een onderwerp behandelen/bespreken
tractar, ~ un cosa superficialmente : iets vluchtig/oppervlakkig behandelen
tractar /v/ : TECHNICA bewerken, behandelen, verwerken
tractar, ~ un mineral : een erts bewerken
tractar, iste fabrica tracta mille tonnas de aciero per anno : die fabriek verwerkt duizend ton staal per jaar
tracto /sub/ : het trekken
tracto, pisca al ~ : sleepvisserij
tracto, animal/bestia de ~ : trekdier
tracto, bestial/bestias de ~ : trekvee
tracto, bove de ~ : trekos
tracto, can de ~ : trekhond
tracto, cavallo de ~ : trekpaard
tracto /sub/ : ruimte tussen twee plaatsen
tracto /sub/ : tijdruimte, tijdsverloop
tracto, de un ~ : pardoes, ineens
tracto, aperir de un ~ : openspringen
tracto /sub/ : tractus (liturgisch gezang)
tracto /sub/ : ANATOMIA tractus, kanaal
tracto, ~ gastrointestinal : maag-darmkanaal
tracto, ~ nervose : zenuwbaan
tracto /sub/ : gelaatstrek
tracto, ~s regular : regelmatige gelaatstrekken, regelmatig gezicht
tracto, ~s nobile : edele gelaatstrekken
tracto, ~ contemptuose circa le bucca : minachtende trek om de mond
tracto, le pavor convulsava su ~s : de angst verkrampte zijn gelaatstrekken
tracto /sub/ : trek, kenmerk, karakteristiek
tracto, ~ principal : hoofdtrek
tracto, ~ racial : raskenmerk
tracto, ~ familial/de familia : familietrek
tracto, ~s caricatural : karikaturale trekken
tracto, ~s characteristic/de character (character) : karaktertrekken/eigenschappen
tracto, ~ permanente : relevante trek/kenmerk
tracto, ~ dominante : grondtrek
tracto, ~ distinctive : onderscheidingsteken
tracto /sub/ : lijn, streep(je), streek
tracto, ~ de union : verbindingsstreepje, koppelteken
tracto, ~ de penna : pennestreek
tracto, ~ de creta : krijtstreep
tracto, ~ de serra : zaaglijn
tracto, ~ separative : scheidingsstreepje
tracto, marcar per un ~ : aanstrepen
tradition /sub/ : traditie (anque RELIGION), overlevering, (overgeleverd) gebruik
tradition, ~ de familia : familietraditie
tradition, ~ de gruppo : groepstraditie
tradition, ~ oral : mondelinge overlevering
tradition, ~ scripte : schriftelijke overlevering
tradition, ~es ecclesiastic : kerkelijke tradities
tradition, fidel al ~(es) : traditiegetrouw
tradition, un homine de ~s : een man van tradities
tradition, fidel al ~ : traditiegetrouw
tradition, offensa al ~ : vergrijp tegen de traditie
tradition, continuar un ~ : een traditie voortzetten
tradition, mantener/perpetuar un ~ : een traditie in stand/ere houden
tradition, perpetuation de ~es : instandhouding van tradities
tradition, isto ha un longe ~, isto es le resultato/fructo de un longe ~ : daar is een lange traditie aan verbonden
traducer /v/ : veranderen van plaats, overbrengen, vervoeren
traducer /v/ : vertalen
traducer, ~ in Interlingua : in Interlingua vertalen
traducer, ~ ab Interlingua : uit Interlingua vertalen
traducer, ~ liberemente : vrij vertalen
traducer, ~ litteralmente : letterlijk vertalen
traducer, derecto de ~ : vertaalrecht
traducer, arte de ~ : vertaalkunst
traffico /sub/ : handel, koophandel
traffico, ~ de merces/de mercantias (mercantias) : goederenhandel/verkeer
traffico, ~ de drogas/narcoticos : drugshandel
traffico, ~ de indulgentias : aflaathandel
traffico, ~ de contrabando : smokkelhandel
traffico, ~ del heroina : heroïnehandel
traffico /sub/ : verkeer (anque van goederen)
traffico, ~ maritime (maritime) : scheepvaartverkeer
traffico, ~ fluvial : scheepvaartverkeer (op rivieren)
traffico, ~ portuari : scheepvaartverkeer (in de haven)
traffico, ~ ferroviari : spoorwegverkeer, treinverkeer
traffico, ~ automobile : autoverkeer
traffico, prohibite/interdicte al ~ automobile : autovrij
traffico, ~ motorisate : gemotoriseerd verkeer
traffico, ~ stratal : verkeer op straat/in de straten
traffico, ~ rapide : snelverkeer
traffico, ~ aeree : luchtverkeer
traffico, ~ contrari/in senso contrari/in senso inverse/in senso opposite : tegemoetkomend/naderend verkeer
traffico, ~ urban : stadsverkeer
traffico, ~ local : lokaalverkeer, plaatselijk verkeer
traffico, ~ de ir e venir : pendelverkeer
traffico, ~ postal : postverkeer
traffico, ~ telephonic : telefoonverkeer
traffico, ~ de passageros : personenverkeer
traffico, ~ commercial : handelsverkeer
traffico, ~ de transito (transito) : transitoverkeer
traffico, ~ de frontiera : grensverkeer
traffico, ~ de pagas/de pagamentos : betalingsverkeer
traffico, ~ animate/intense : druk verkeer
traffico, ~ transversal : dwarsverkeer
traffico, ~ interinsular : interinsulair verkeer
traffico, ~ interplanetari : interplanetair verkeer
traffico, delicto de ~ : verkeersdelict, verkeersovertreding
traffico, arteria del ~ : hartader van het verkeer
traffico, accidente de ~ : verkeersongeluk
traffico, policiero/agente de ~ : verkeersagent
traffico, policia (policia) de ~ : verkeerspolitie
traffico, lumine/luce de ~ : verkeerslicht
traffico, regulation del ~ : verkeersregeling
traffico, congestion/paralyse (paralyse) (-ysis) del ~ : verkeersopstopping
traffico, signo/signal de ~ : verkeersteken
traffico, augmentation del ~ : verkeerstoename
traffico, ~ de direction unic/de senso unic : éénrichtingsverkeer
traffico, ~ in le duo sensos : tweerichtingverkeer
traffico, regular/diriger le ~ : het (straat)verkeer regelen
traffico, blocar/paralysar le ~ : het verkeer blokkeren/lamleggen
traffico, arrestar le ~ : het verkeer stopzetten
traffico, deviar le ~ : het verkeer omleiden
traffico, claudite al ~ : afgesloten voor het verkeer
trainar /v/ : trekken, voorttrekken, slepen, meeslepen, voortslepen
trainar, ~ un valise pesante : een zware koffer slepen
trainar, ~ un persona in le fango : iemands naam door het slijk sleuren
trainar /v/ : trainen
trainar, ~ un equipa de football (A) : een voetbalelftal trainen
trainar, un natator trainate : een geoefend zwemmer
traino /sub/ : sleep (van japon)
traino /sub/ : reeks, opeenvolging, sleep, rij, stel
traino /sub/ : stoet, optocht, gevolg
traino /sub/ : MILITAR trein, tros
traino /sub/ : trein, spoortrein
traino, ~ de dece horas : trein van tien uur
traino, ~ electric : elektrische trein
traino, ~ international : traino international
traino, ~ in marcha : rijdende trein
traino, ~ de personas/de viagiatores/de passageros : personentrein
traino, ~ directe : doorgaande trein
traino, ~ correspondente : aansluitende trein
traino, ~ expresse/rapide : sneltrein, exprestrein
traino, ~ omnibus : stoptrein, boemeltrein
traino, ~ local/suburban : lokaaltrein
traino, ~ de mercantias (mercantias)/de merces : goederentrein
traino, ~ de carbon : kolentrein
traino, ~ de metro : metrotrein
traino, ~ postal : posttrein
traino, ~ hospitalari/sanitari : hospitaaltrein
traino, ~ diurne : dagtrein
traino, ~ nocturne/de nocte : nachttrein
traino, ~ complete : volledig bezette trein
traino, ~ a vapor : stoomtrein
traino, ~ (a traction) diesel : dieseltrein
traino, ~ blindate/cuirassate : pantsertrein
traino, ~ miniatura : miniatuurtrein
traino, ~ supplementari : extra/ingelaste trein
traino, ~ de corridor : harmonikatrein
traino, transporto per ~ : spoorwegvervoer
traino, chef (F) de ~ : hoofdconducteur
traino, personal de ~ : treinpersoneel
traino, robator de ~ : treinrover
traino, viage in ~ : treinreis
traino, billet de ~ : treinkaartje
traino, retardo del ~ : treinvertraging
traino, derailamento {e} de un ~ : treinontsporing
traino, sinistro/disastro/catastrophe (catastrophe) de ~ : treinramp
traino, ir in ~, prender le ~ : met de trein reizen
traino, montar in le ~ : in de trein stappen
traino, cambiar de ~ : overstappen
traino, mancar/perder su ~ : zijn trein missen
traino, haber su ~ : zijn trein halen
traino, accompaniar al ~ : naar de trein brengen
traino, jectar se sub le ~ : zich voor de trein gooien
trans /prep/ : over, voorbij, aan de andere kant van
trans, scander ~ un muro : over een muur klauteren
trans, saltar ~ fossatos : slootjespringen
transmitter /v/ : overbrengen, overdragen, overleveren, overmaken, doen toekomen, (TELEVISION, RADIO) uitzenden
transmitter, ~ un message a un persona : een boodschap aan iemand overbrengen
transmitter, ~ le salutes a un persona : iemands groeten overbrengen
transmitter, ~ un nova per telephono (telephono) : een bericht telefonisch doorgeven
transmitter, ~ traditiones al posteritate : tradities aan het nageslacht overleveren
transmitter, iste tradition se transmitte de patres a filios : deze traditie wordt van vader op zoon doorgegeven
transmitter /v/ : MEDICINA overbrengen, overdragen, besmetten
transmitter, ~ un morbo/maladia (maladia) contagiose : een besmettelijke ziekte overbrengen
transparente /adj/ : doorzichtig, doorschijnend, transparant
transparente, texitos ~ : doorschijnende stoffen
transparente, papiro ~ : doorzichtig papier, overtrekpapier, calqueerpapier
transparente, folio ~ : transparant(je)
transparente, vitro ~ : helder glas
transparente, allusion ~ : doorzichtige toespeling
transparente /sub/ : transparant, voorwerp of gordijn dat doorschijnt op bepaalde plaatsen
transparente, ~ pro retroprojector : overheadsheet
transportar /v/ : vervoeren, overbrengen, transporteren
transportar, ~ merces/viagiatores : goederen/reizigers vervoeren
transportar, ~ un roman al scena : een roman voor toneel bewerken
transportar, ~ per via : over de weg/per as vervoeren
transportar, ~ per aqua : over het water vervoeren
transportar, ~ a un altere epocha (epocha) : naar en ander tijdperk verplaatsen
transportar /v/ : meeslepen, verrukken, in vervoering brengen
transporto /sub/ : transport, vervoer
transporto, ~ de bestial/de bestias : veevervoer
transporto, ~ mercantil/de merces/de mercantias (mercantias) : goederenvervoer
transporto, ~ de personas/de viagiatores/de passageros : personen/reizigers/passagiersvervoer
transporto, ~ de truppas : troepenvervoer/transport
transporto, le ~ de truppas se faceva per avion : troepen werden per vliegtuig aangevoerd
transporto, ~s de petroleo : tankvaart
transporto, ~ aeree : luchtvervoer
transporto, ~ per aqua : vervoer te water
transporto, ~ ferroviari/per ferrovia/per via ferree/per traino/per rail : spoorwegvervoer
transporto, ~ maritime (maritime)/per mar : vervoer over zee, zeetransport
transporto, ~ per via : vervoer over de weg/per as
transporto, ~ postal : postvervoer
transporto, ~ urban : stadsvervoer
transporto, ~s public : openbaar vervoer
transporto, ~ de grande velocitate : snelvervoer
transporto, material de ~ : transportmateriaal
transporto, assecurantia de ~ : transportverzekering
transporto, facilitates de ~ : transportmogelijkheden
transporto, section/departimento de ~s : transportafdeling
transporto, obrero de ~(s) : transportarbeider
transporto, costos de ~ : transportkosten
transporto, grue de ~ : transportkraan
transporto, avion de ~ : transportvliegtuig, vrachtvliegtuig
transporto, nave de ~ : transportschip
transporto, contracto de ~ : vervoersovereenkomst
transporto, interprisa/compania (compania) de ~s : vervoermaatschappij, transportbedrijf
transporto, interprenditor de ~s : transportondernemer
transporto, risco de ~ : transportrisico
transporto, medio de ~ : vervoermiddel, transportmiddel
transporto /sub/ : vervoering, extase, enthousiasme, uitbarsting
transporto, ~s amorose : hartstocht
transporto, ~ de cholera (cholera) : woede-uitbarsting
transversar /v/ : oversteken, overgaan, overtrekken
transversar, ~ un ponte : een brug overgaan
transversar, ~ le strata : de straat oversteken
transversar, ~ in diagonal : schuin oversteken
transversar, ~ le riviera/fluvio : de rivier oversteken
transversar, ~ le oceano : de oceaan oversteken
transversar, ~ le montanias : de bergen overtrekken
transversar, le riviera transversa le parc : de rivier stroomt door het park heen
transversar, ~ le Rubicon (Rubicon) : de Rubicon overtrekken
transversar /v/ : doorboren, doordringen, gaan (dwars) door
transversar, le clavo transversa le planca : de spijker gaat door de plank heen
transversar, le balla transversa le mur : de kogel doorboort de muur
transversar, le aqua transversa le tela : het water gaat door het doek heen
transversar, ~ le multitude : zich een weg banen door de menigte
transversar /v/ : dwarsbomen, tegenwerken
transversar, mille obstaculos me ha transversate : duizend hindernissen hebben me gedwarsboomd
transverso /sub/ : breedte, wijdte
transverso, ~ de digito (digito) : vingerbreedte
transverso, a ~ : door, dwarsdoor
transverso, le luce/lumine filtrava a ~ le cortinas : het licht filterde door de gordijnen
transverso, a ~ le etates : door de eeuwen heen, in de loop der tijden
transverso, passar a ~ le malias de un rete : door de mazen van een net glippen
transverso, reguardar/mirar a ~ le vitro : door het raam kijken
transverso, de ~ : scheef, schuin, verkeerd
transverso, taliar de ~ : verkerven
transverso, reguardar/mirar de ~ : scheef kijken (anque FIGURATE)
transverso, rationar de ~ : krom redeneren
transverso, responder de ~ : een verkeerd/onjuist antwoord geven
transverso, glutir de ~ : zich verslikken
trappa /sub/ : val, valkuil, klem, valstrik
trappa, ~ de mures/muses : muizenval
trappa, ~ de vulpe : vossenklem
trappa /sub/ : (val)luik, valdeur, klep
trappa, ~ de succurso : noodluik
trappa, ~ de discarga/de discargamento : stortluik
trappa, ~ pro bombas : bommenluik
trappar /v/ : vallen zetten, strikken, (in de val) vangen
trappar /v/ : FIGURATE in de val laten lopen
travaliar /v/ : hard/zwaar werken, zwoegen
travaliar /v/ : arbeid verrichten, werken, arbeiden
travalio /sub/ : zware arbeid, gezwoeg
travalio /sub/ : werk, arbeid, karwei
travalio, ~ professional : beroepsarbeid
travalio, ~ corporal : lichamelijke arbeid
travalio, ~ de precision : precisiewerk
travalio, ~ administrative : administratief werk
travalio, ~ lucrative : winstgevende arbeid
travalio, ~ salariate : loonarbeid
travalio, ~ domiciliari/a domicilio : huisarbeid
travalio, ~(s) fortiate : dwangarbeid
travalio, ~s public : openbare werken
travalio, ~s public del municipalitate : gemeentewerken
travalio, ~ collective/in equipa : groepswerk, werk in groepsverband
travalio, ~s annexe/accessori/secundari : nevenwerkzaamheden
travalio, ~s domestic : huishoudelijke werkzaamheden
travalio, ~s de irrigation : irrigatiewerken
travalio, ~ nocturne/de nocte : nachtarbeid/werk
travalio, ~ ingrate : ondankbaar werk
travalio, ~ cerebral/intellectual : intellectuele arbeid
travalio, ~ manual : hand(en)arbeid
travalio, ~ corporal/corporee : lichaamsarbeid, lichamelijke arbeid
travalio, ~ gigantesc : reuzenarbeid
travalio, ~ de sclavo : slavenarbeid
travalio, ~ saisonal : seizoenarbeid
travalio, ~ nigre/clandestin : zwart werk
travalio, ~ sedentari : zittend werk
travalio, ~ occasional : los werk
travalio, ~es de restauration : restauratiewerkzaamheden
travalio, incapace de /inhabile al ~ : arbeidsongeschikt
travalio, incapacitate de/inhabilitate al ~ : arbeidsongeschiktheid
travalio, lege general super (super) le incapacitate de ~ : algemene arbeidsongeschiktheidswet
travalio, contracto/convention de ~ : arbeidscontract
travalio, contracto/convention collective de ~ : collectieve arbeidsovereenkomst, C.A.O.
travalio, productivitate del ~ : arbeidsproduktiviteit
travalio, penuria/scarsitate de ~ : arbeidsschaarste
travalio, reduction del tempore/del horas de ~ : arbeidstijdverkorting
travalio, servicio de ~ : arbeidsdienst
travalio, officio del ~ : arbeidsbureau
travalio, inspection/inspectorato del ~ : arbeidsinspectie
travalio, inspector de ~ : arbeidsinspecteur
travalio, conflicto de ~ : arbeidsconflict
travalio, bursa de ~ : arbeidsbeurs
travalio, die/jorno/jornata de ~ : arbeidsdag, werkdag
travalio, duration/durata (del jornata/del horas) de ~ : arbeidsduur
travalio, capacitate de ~ : arbeidsvermogen
travalio, mercato de ~ : arbeidsmarkt
travalio, methodo (methodo) de ~ : arbeidsmethode
travalio, accidente de ~ : arbeidsongeval
travalio, banco de ~ : werkbank
travalio, visita (visita) de ~ : werkbezoek
travalio, consilio de ~ : arbeidsraad
travalio, derecto de ~ : arbeidsrecht
travalio, aversion/repugnantia pro le ~ : arbeidsschuwheid
travalio, lunch (A)/prandio de ~ : werklunch
travalio, suspension/interruption/arresto del ~ : werkonderbreking
travalio, schema de ~ : werkschema
travalio, horas de ~ : arbeidstijd
travalio, conditiones de ~ : arbeidsvoorwaarden
travalio, relationes de ~ : arbeidsverhoudingen
travalio, division del ~ : arbeidsverdeling
travalio, legislation del ~ : arbeidswetgeving
travalio, posto de ~ : arbeidsplaats
travalio, gaudio/joia del ~ : arbeidsvreugde
travalio, application al ~ : arbeidzaamheid
travalio, ~ al catena : lopende band werk
travalio, gruppo de ~ : werkgroep
travalio, camera/cabinetto de ~ : werkkamer
travalio, excesso de ~ : te veel werk
travalio, dator de ~ : werkgever
travalio, conductor/surveliante de ~ : opzichter
travalio, plano de ~ : werkplan
travalio, programma de ~ : werkprogramma
travalio, horario de ~ : werkrooster
travalio, pecia de ~ : werkstuk
travalio, permisso/certificato de ~ : werkvergunning
travalio, tabula de ~ : werktafel
travalio, campo de ~ : arbeidskamp, werkkamp
travalio, vestimentos de ~ : bedrijfs/werkkleding
travalio, ambiente de ~ : werkklimaat, werkmilieu
travalio, mitter se/poner se al ~ : aan het werk gaan
travalio, esser al ~ : aan het werk zijn
travalio, cercar ~ : werk zoeken
travalio, dar ~ a : werk verschaffen aan
travalio, sin ~ : werkloos
tremer /v/ : beven, bibberen, sidderen, trillen, flakkeren, flikkeren
tremer, ~ como un canna : beven als een riet
tremer, le terra ha tremite iste nocte : er is vannacht een aardbeving geweest
tremer, ~ de febre : rillen van de koorts
tremer, ~ de frigido : rillen/huiveren van de kou
tremer, le lumine treme : het licht flikkert
tremer, su voce treme : zijn stem trilt
tremer /v/ : FIGURATE huiveren, beven, in angst zitten
trenta /sub num card/ : dertig
tres /sub num card/ : drie
tres, de ~ sortas : drieërlei
tres, nos esseva ~ : wij waren met zijn drieën
tres, regula de ~ : regel van drieën
tres, regula del ~ unitates : regel van de drie eenheden
tresor /sub/ : schat (anque JURIDIC, ARCHEOLOGIA), kunstschat, kerkschat, rijkdom
tresor, cercator de ~es : schatzoeker/graver
tresor, ~es del Louvre : kunstschatten van het Louvre
tresor, ~ de libros : boekenschat
tresor, ~ linguistic/de un lingua : taalschat
tresor, bono del ~ : schatkistpapier
tresor, interrar un ~ : een schat begraven/ingraven
tresor, cercar ~es : schatzoeken, schatgraven
tresor, disinterrar/exhumar ~es : schatten opgraven/opdelven
triste /adj/ : triest, treurig, droevig, verdrietig, bedroefd
triste, historia ~ : droevige geschiedenis
triste, reguardo ~ : treurige blik
triste, visage ~ : verdrietig gezicht
triste, cavallero del ~ figura : ridder van de droevige figuur
triste /adj/ : triest, naargeestig, troosteloos, somber, neerslachtig
triste, colores ~ : sombere kleuren
triste, vita ~ : troosteloos leven
tritico /sub/ : tarwe
tritico, ~ de panification : broodkoren/graan
tritico, ~ de hiberno : wintertarwe
tritico, ~ estive/de estate : zomertarwe
tritico, ~ turgide : engelse tarwe
tritico, ~ dur : harde tarwe
tritico, ~ polonic : poolse tarwe
tritico, ~ repente : kweek, duinreep, lidgras, leedgras
tritico, recolta de ~ : tarweoogst
tritico, pan de ~ : tarwebrood
tritico, spica de ~ : tarweaar
tritico, pedunculo de ~ : tarwehalm
tritico, germine de ~ : tarwekiem
tritico, campo de ~ : tarweveld
tritico, farina de ~ : tarwemeel
tritico, flor de farina de ~ : tarwebloem
tritico, precio de ~ : tarweprijs
tritico, grano de ~ : tarwekorrel
tritico, bran de : tarwezemel
tritico, palea de ~ : tarwestro
tritico, vannatura de ~ : tarwekaf
tritico, fasce de ~ : tarweschoof
tritico, cultura de ~ : tarweteelt/bouw
tritico, importation de ~ : tarwe-import/invoer
tritico, exportation de ~ : tarwe-export/uitvoer
tritico, importator de ~ : tarwe-importeur
tritico, exportator de ~ : tarwe-exporteur
tritico, ligar le ~ in fasces : de tarwe tot schoven binden
tritico, precio del ~ : tarweprijs
tritico, quotation del ~ : tarwenotering (op de beurs)
troppo /adv/ : te, teveel, tezeer, al te
troppo, ~ (de) aqua : teveel water
troppo, ~ (de) libros : teveel boeken
troppo, un libro de ~ : een boek teveel
trottoir /sub/ : trottoir
trottoir, bordura/bordo del ~ : trottoirband
trottoir, quadrello del ~ : trottoirtegel
trovar /v/ : vinden
trovar, ~ se : zich bevinden
tu /sub/ : pron pers jij, je
tu /sub/ : pron poss adjec jouw, je
tubo /sub/ : pijp, buis (anque RADIO etc.), (ANATOMIA) kanaal
tubo, ~ de disaquamento/de discarga/de discargamento : afvoerpijp
tubo, ~ de admission/de adduction/de entrata : inlaat, toevoerpijp
tubo, ~ de escappamento : uitlaat (van auto, etc.)
tubo, ~ de calefaction : verwarmingsbuis
tubo, ~ de refrigeration : koelbuis
tubo, ~ de estufa : kachelpijp
tubo, ~ aerifere/de aere (aere) : luchtbuis
tubo, ~ de aqua : water(leiding)pijp
tubo, ~ de aspirina : buisje aspirine
tubo, ~ de essayo (essayo)/de reaction : reageerbuis
tubo, ~ de lanceamento : lanceerbuis
tubo, ~ de un cannon : loop van een kanon
tubo, ~ de direction : stuurkolom (in auto)
tubo, ~ cathodic/de imagine : beeldbuis
tubo, ~ de neon : neonbuis
tubo, ~ electronic : elektronenbuis
tubo, ~ de organo (organo) : orgelpijp
tubo, ~ de pipa : pijpesteel
tubo, ~ de respiration : luchtpijp
tubo, ~ a jecto : spuitstuk
tubo, ~ de laton : geelkoperen pijp
tubo, ~ cloacal/de cloaca : rioolbuis
tubo, ~ de cauchu (cauchu)/de gumma : rubber/gummislang
tubo, ~ luminescente/fluorescente : T.L.-buis
tubo, ~ lanceatorpedos (lanceatorpedos) : torpedolanceerbuis
tubo, ~ pollinic : stuifmeelbuis
tubo, ~ digestive/digerente/cibari/alimentari : spijsverteringskanaal, darmkanaal
tubo, ~ de Fallopio : eileider
tubo, rete de ~s : buisleiding, buizenstelsel, buizennet
tubo, clave a/de ~ : dopsleutel, pijpsleutel
tubo /sub/ : tube
tubo, ~ de dentifricio : tube tandpasta
tubo, ~ de color : tube verf
tue /pron poss/ : (het/de) jouwe
tumer /v/ : MEDICINA gezwollen zijn
tumer /v/ : MEDICINA (op)zwellen
tunc /adv/ : toen, op dat ogenblik
tunc /adv/ : toen, alsdan, daarna, daarop, hierop
turre /sub/ : toren (hoog bouwwerk)
turre, ~ de luce : vuurtoren
turre, ~ de aqua : watertoren
turre, ~ de Babylon : toren van Babylon
turre, ~ de sondage : boortoren
turre, ~ de controlo : verkeerstoren
turre, ~ de observation : uitkijktoren
turre, ~ de ecclesia : kerktoren
turre, ~ de guarda : wachttoren
turre, ~ a cupola (cupola) : koepeltoren
turre, ~ angular/de angulo : hoektoren
turre, ~ de radar : radartoren
turre, ~ inclinate : scheve toren
turre, ~ truncate : stompe toren
turre, ~ de ebore : ivoren toren
turre, ~ de cubos : blokkentoren
turre, ~ blindate : gevechtstoren
turre, altor/altura de un ~ : hoogte van een toren
turre, puncta de ~ : torenspits
turre, guardiano de ~ : torenwachter
turre, construction de un ~/de ~s : torenbouw
turre, incendio in un ~ : torenbrand
turre, camera (camera) in un turre : torenkamer
turre, horologio del ~ : torenklok, torenuurwerk
turre, cruce de ~ : torenkruis
turre, fenestra de ~ : torenraam
turre, entrata de ~ : toreningang
turre, tecto de ~ : torendak
turre, scala de ~ : torentrap
turre, alte como un ~ : torenhoog
turre /sub/ : CHACO turre
turre, sacrificio de un ~ : torenoffer
tusse /sub/ : hoest, kuch
tusse, ~ sic : droge hoest
tusse, ~ irritative : prikkelhoest
tusse, ~ matinal : ochtendhoest
tusse, ~ catarrhal : slijmhoest
tusse, ~ persistente : hardnekkige hoest
tusse, ~ rauc/latrante : blafhoest
tusse, ~ spasmodic : kramhoest
tusse, ~ asthmatic : astmatische hoest
tusse, accesso/colpo de ~ : hoestbui
tusse, sirop contra le ~ : hoestsiroop
tusse, remedio contra le ~ : hoestmiddel
tusse, pastilla contra le ~ : hoestpastille
tusse, caramello contra le ~ : hoestbonbon
tusse, comprimito contra le ~ : hoesttablet
tusse, guttas contra le ~ : hoestdruppels
tussir /v/ : hoesten, kuchen, zijn keel schrapen
typic /adj/ : typisch, karakteristiek, kenmerkend
typic, caso ~ : typisch geval
typic, exemplo ~ : typisch voorbeeld
typic, typicamente danese : typisch Deens
typic, un cosa typicamente hollandese : iets specifiek Hollands
typo /sub/ : type, model, (school)voorbeeld, typische vertegenwoordiger
typo, ~ human : mensentype
typo, nove ~ de sedia : nieuw model stoel
typo /sub/ : TYPOGRAPHIA (letter)type, drukletter
typo, ~ de character (character) : lettertype, lettersoort
typo, imprimite per ~s grasse : vergedrukt
typo /sub/ : grondvorm, soort, type
typo, ~ de solo : grondsoort
typo, ~ de caseo : kaassoort
typo, ~ de mesura : maatsoort
typo, ~ de societate : maatschappijvorm
typo, ~ de schola : schooltype
typo /sub/ : ZOOLOGIA, BOTANICA, PHILOSOPHIA, MEDICINA type
typo /sub/ : (rare) vent, type, kerel
typo, ~ curiose : typische vent
typo, ~ choleric : driftig heertje
typo, ~ indifferente : onverschillige kerel
typo, ~ extravagante : snaak, vreemde snuiter
typo, ille es un ~ curiose/particular/special : hij is een aparte figuur
ubi /adv/ : waar
ubi, a ~ : waarheen, waar naar toe
ubi, de ~ : van waar, waar vandaan, waaruit
ubi /conj/ : waar
ubique /adv/ : waar dan ook, waar het ook mag zijn, overal
ubique, insinuar se ~ : zich overal indraaien
ubique, il surgeva difficultates ~ : overal ontstonden er moeilijkheden
ubicunque /adv/conj/ : waar dan ook, waar het ook zij, overal
ulle /pron dem/ : enig, welk dan ook
ulle /pron dem/ : wie dan ook
ulterior /adj/ : verder gelegen, aan gene zijde
ulterior /adj/ : later, komende na, volgend, verder
ulterior, informationes ~ : nadere mededelingen
ulterior, detalios ~ : meerdere bijzonderheden
ulterior, novas ~ : nadere/latere berichten
ulterior, discussion ~ : nabespreking
ulterior, tractamento ~ : nabehandeling
ulterior, in annos ~ : in latere jaren
ultime (ultime) /adj/ : laatst, uiterst
ultime (ultime), ~ hora : doodsuur
ultime (ultime), ~ demora : laatste rustplaats
ultime (ultime), ~ tentativa : uiterste poging
ultime (ultime), ~ sacramentos : laatste sacramenten
ultime (ultime), studente/studiante del ~ anno : laatstejaars
ultime (ultime), al ~ minuta : op het laatste ogenblik, op de valreep
ultime (ultime), usque al ~ suspiro : tot de laatste zucht
ultime (ultime), ~ limite (limite), data ~ : tijdslimiet, deadline, uiterste (lever)datum
ultime (ultime), dar le ~ mano a : de laatste hand leggen aan
ultra /prep/ : aan gene zijde van, over
ultra /prep/ : behalve, buiten, naast
ultra, ~ omne sperantia : boven alle verwachting
ultra, ~ illo : bovendien, daarenboven, daarnaast
ultra, ~ toto : bovenal
ultra, ~ que : behalve dat
ultra /adv/ : aan de andere kant, verder, verderop
ultra, in ~ : bovendien
umbra (I) /sub/ : duister, duisternis, donker
umbra (I) /sub/ : schim, schaduw, schaduwbeeld, spoor
umbra (I), theatro de ~s : schimmenspel
umbra (I), ~ de sperantia : vleugje hoop
umbra (I), ~ de dubita (dubita) : spoor/schijn van twijfel
umbra (I), ~ de sperantia : zweempje hoop
umbra (I), nulle ~ de : geen schaduw van
umbra (I), ille non es plus que le ~ de lo que ille ha essite : hij is nog maar een schaduw van wat hij is geweest
umbra (I) /sub/ : schaduw
umbra (I), latere del/in le ~ : schaduwzijde/kant
umbra (I), joco del ~ e del lumine : spel van licht en schaduw
umbra (I), ~s del nocte : schaduwen der nacht, diepe duisternis
umbra (I), ASTRONOMIA cono de ~ : schaduwkegel
umbra (I), ~ acustic/sonor : geluidsschaduw
umbra (I), ~s impalpabile : ontastbare schaduwen
umbra (I), esser sedite al ~ : in de schaduw zitten
umbra (I), jectar/projicer/projectar un ~ super un cosa : een schaduw op iets werpen
umbra (I), arbores que da ~ : bomen die schaduw geven/bieden
umbra (I), sequer un persona como su ~, esser (como) le ~ de un persona : iemand als zijn schaduw volgen
umbra (I), governamento/cabinetto ~ : schaduwkabinet
umbra (I), ministro ~ : schaduwminister
umbra (I), planta de ~ : schaduwplant
umbra (I), arbore de ~ : schaduwboom
umbra (II) /sub/ : MINERALOGIA omber
umbra (II), terra de ~ : omberaarde
umbra (II) /sub/ : omberkleur
umbrar /v/ : schaduw geven, beschaduwen
un /sub num card/ : één
un /art indef/ : een
un, le ~ le altere : elkaar, elkander
un, le ~es le alteres : elkaar, elkander
unda /sub/ : golf (anque PHYSICA)
unda, ~ de calor : hittegolf
unda, ~ sonor : geluidsgolf
unda, ~ luminose : lichtgolf
unda, ~ de frigido : koudegolf
unda, ~ de calor : hittegolf
unda, ~ electromagnetic : elektromagnetische golf
unda, ~ longitudinal : longitudinale golf
unda, ~ transversal : transversale golf
unda, ~ continue : continue golf
unda, ~ pulsatori : pulserende golf
unda, ~ seismic : seismische golf
unda, ~ de emigration : emigratiegolf
unda, ~ de immigration : immigratiegolf
unda, ~ de exoperos (exoperos) : stakingsgolf
unda, ~ de choc : schokgolf
unda, ~ explosive : ontploffingsgolf
unda, ~ de assalto : aanvalsgolf
unda, ~ de inflation : inflatiegolf
unda, ~ demographic : geboortengolf
unda, ~s tanto alte como un casa : huizenhoge golven
unda, theoria (theoria) del ~s : golftheorie
unda, ~ curte : korte golf
unda, receptor a ~s curte : kortegolfontvanger
unda, emissor a ~s curte : kortegolfzender
unda, ~ ultracurte : ultrakorte golf
unda, ~ medie/median : middengolf
unda, ~ longe : lange golf
unda, gamma de ~s : golfbereik
unda, longor/longitude de ~ : golflengte
unda, movimento de ~s : golfslag
unda, crista/cresta de un ~ : golftop
unda, cavo de ~ : golfdal
unda, piscina a ~s (artificial) : golfslagbad
unda, le joco del vento e del ~s : het spel van wind en golven
ungue /sub/ : nagel (van vinger of teen)
ungue, ~ del pede : voetnagel
ungue, ~ retractile : intrekbare nagel
ungue, retractar/retraher le ~s : de nagels intrekken
ungue, pinger se le ~s : de nagels lakken
ungue, resister se con ~s e dentes : zich met hand en tand verzetten
unic /adj/ : enig (in aantal), uniek
unic, edition ~ : éénmalige uitgave
unic, exemplaar ~ : uniek exemplaar
unic, filio ~ : enige zoon
unic, ~ in su genere : enig in zijn soort
unic, magazin a precio ~ : eenheidsprijzenwinkel
unic, hereditario ~ : enige erfgenaam
unic, representante ~ : alleenvertegenwoordiger
unic, illo ha unicamente un valor practic : het heeft louter praktische waarde
unic /adj/ : uniek, onvergelijkelijk
unic, libro ~ : uniek boek
unic, occasion ~ : unieke gelegenheid
unic, talento ~ : buitengewoon talent
uniforme /adj/ : uniform, eenvormig, eentonig
uniforme /adj/ : uniform, gelijk(soortig), identiek, gelijkvormig, gelijkaardig
uniforme, precios ~ : uniforme prijzen
uniforme, tarifa ~ : uniform tarief
uniforme, convergentia ~ : uniforme convergentie
uniforme /adj/ : gelijkmatig, onveranderlijk, zonder afwisseling, eenparig
uniforme, movimento ~ : eenparige beweging
uniforme, movimento uniformemente retardate/accelerate : eenparig vertraagde/versnelde beweging
uniforme /sub/ : uniform, dienstkleding, beroepskleding
uniforme, ~ khaki : khaki-uniform
uniforme, ~ de guarda : garde-uniform
uniforme, ~ de infirmera : verpleegstersuniform
uniforme, ~ de gala : gala-uniform
union /sub/ : unie, (ver)bond, vereniging, genootschap
union, ~ de statos : statenbond
union, ~ de syndicatos : vakcentrale
union, ~ touristic : toeristenbond
union, ~ postal : postunie
union, ~ doanal/doaner : douane-unie
union, ~ monetari : muntunie
union, ~ personal : personele unie
union, Union Atlantic : Atlantische Unie
union, Union Europee (Europee) de pagamentos : Europese Betalingsunie
union, Union del Republicas Socialista Sovietic : Unie van Socialistische Sovjetrepublieken
union /sub/ : vereniging, samenvoeging, verbinding
union, tracto de ~ : verbindingsstreepje, koppelteken
union /sub/ : eensgezindheid, eendracht(igheid), eenheid
union, le ~ face le fortia, ~ es le fortia : eendracht maakt macht
union /sub/ : TECHNICA verbinding, koppelstuk
union /sub/ : huwelijk(sverbintenis)
union, 6 le ~ mystic : de mystieke eenwording
unir /v/ : verenigen, samenvoegen, samenbundelen, één maken
unir, ~ le effortios/fortias : de krachten bundelen, de handen ineen slaan
unir, ~ le action al parola : de daad bij het woord voegen
unir, ~ le fortias : de krachten samenbundelen, de handen ineenslaan
unir, uniente le fortias : met vereende krachten
unitate /sub/ : eenheid, innerlijke samenhang, harmonie
unitate, ~ de puncto de vista : eensgezind standpunt
unitate, ~ de jurisprudentia : eenheid van rechtspraak
unitate, ~ de principios : eenheid van beginselen
unitate, ~ de corpore e anima (anima) : eenheid van lichaam en ziel
unitate, ~ linguistic : eenheid van taal
unitate, regula del tres ~s : regel van de drie eenheden
unitate, le tres ~s aristotelic : de drie eenheden van Aristoteles
unitate /sub/ : eenheid, onderdeel, stuk
unitate, ~ de production : produktie-eenheid (in fabriek)
unitate, constituer un ~ : een eenheid vormen
unitate /sub/ : (meet)eenheid, grootheid
unitate, ~ de longor/de longitude : lengteëenheid
unitate, ~ de peso : eenheid van gewicht
unitate, ~ de volumine : ruimte-eenheid
unitate, systema de ~s : eenhedensysteem
unitate, ~ monetari : monetaire eenheid, munteenheid
unitate, ~s e decenas : eenheden en tientallen
unitate /sub/ : MILITAR eenheid, onderdeel, afdeling
unitate, ~ militar : legereenheid, legeronderdeel
unitate, ~ de combatto : gevechtseenheid
unitate, ~ policiari mobile/de policia mobile : mobiele eenheid
universal /adj/ : universeel, algemeen, algemeen geldend
universal, clave ~ : Engelse sleutel
universal, pincia(s) ~ : combinatietang
universal, remedio ~ : universeel middel, panacee
universal, phenomeno (phenomeno) ~ : universeel verschijnsel
universal, suffragio ~ : algemeen kiesrecht
universal, herede/hereditario ~ : universeel erfgenaam
universal, gravitation ~ : universele aantrekkingskracht
universal, declaration ~ del derectos del homine : universele verklaring van de rechten van de mens
universal /adj/ : allesomvattend, alzijdig, veelzijdig
universal, homine ~ : alzijdig ontwikkeld mens/man
universal, cargator ~ : universeel laadwerktuig
universal /adj/ : wereld..., wereldomvattend
universal, lingua ~ : wereldtaal
universal, exhibition/exposition ~ : wereldtentoonstelling
universal, pace ~ : wereldvrede
universal, historia ~ : wereldgeschiedenis
universal, reputation ~ : wereldvermaardheid
universal, de fama ~ : wereldberoemd
universitate /sub/ : universiteit
universitate, bibliotheca del ~ : universiteitsbibliotheek
universitate, these/thesis (thesis) de ~ : academisch proefschrift
universitate, consilio del ~ : universiteitsraad
universitate, professor (de ~) : professor
universitate, ~ statal/del stato : rijksuniversiteit
universitate, ~ agronomic/agrari/agricultural/de agricultura : landbouwuniversiteit
universitate, ~ popular : volksuniversiteit
universitate, ~ aperte : open universiteit
universitate, studer/studiar in le ~ : aan de universiteit studeren
universo /sub/ : heelal, universum
universo, creation del ~ : schepping van het heelal
universo, expansion del ~ : uitdijing van het heelal
universo, immensitate del ~ : onmetelijkheid/oneindigheid van het heelal
uno /pron indef/ : men
uno, como on complica le vita a ~! : wat maken ze het iemand toch lastig!
unquam (unquam) /adv/ : eenmaal, eens, ooit
urbe /sub/ : stad
urbe, ~ industrial : industriestad
urbe, ~ minerari : mijnstad
urbe, ~ portuari : havenstad
urbe, ~ de frontiera : grensstad
urbe, ~ morte : dode stad
urbe, centro del ~ : stadscentrum, binnenstad
urbe, foris (foris)/foras (foras) del ~ : buiten de stad
urgente /adj/ : urgent, dringend, spoedeisend
urgente, besonio ~ : dringende behoefte
urgente, motivo ~ : dringende reden
urgente, caso ~ : urgent geval, spoedgeval
urgente, operation ~ : spoedoperatie
urgente, reunion ~ : spoedvergadering
urgente, travalio/labor ~ : werk waar haast bij is
urgente, littera (littera) ~ : expresbrief
urgente, message ~ : spoedbericht
urgente, invio ~ : spoedzending
urgente, esser ~ : dringend zijn, dringen
urgente, per posta ~ : per expresse
urgente, necessitar urgentemente esser reimplaciate : hard aan vervanging toe zijn
usar /v/ : gebruiken, aanwenden, zich bedienen van, gebruik maken van
usar, ~ violentia : gewelddadig te werk gaan
usar /v/ : verbruiken, opgebruiken
usar /v/ : gewoon zijn, plegen
uso /sub/ : het gebruiken, gebruik, aanwending
uso, ~ improprie de un parola : verkeerd gebruik van een woord
uso, ~ del lingua : taalgebruik
uso, ~ idiomatic : idiomatisch gebruik
uso, ~ como substantivo : zelfstandig gebruik
uso, ~s establite : bestaande gewoontes
uso, con ~ del cocina : met gebruik van keuken
uso, objecto de ~ currente : gebruiksvoorwerp
uso, pro ~ scholar : voor schoolgebruik
uso, pro ~ domestic : voor huishoudelijk gebruik
uso, articulo de ~ domestic : huishoudelijk artikel
uso, pro su/mi/tu, etc. ~ particular/personal/proprie : voor eigen gebruik
uso, pro ~ currente : voor dagelijks gebruik
uso, pro ~ medicinal : voor medisch gebruik
uso, pro ~ externe : voor uitwendig gebruik
uso, pro ~ personal : voor persoonlijk gebruik
uso, pro ~ general : voor algemeen gebruik
uso, apte pro le ~ : geschikt voor gebruik
uso, esser in ~ : in gebruik zijn
uso, esser foris (foris) de/sin ~ : buiten gebruik zijn
uso, preste al/pro le ~, pro (le) ~ immediate : gereed voor gebruik, gebruiksklaar
uso, instructiones pro le ~ : gebruiksaanwijzing
uso, facer ~ del coercition : dwang gebruiken
uso, facer bon ~ de : een goed gebruik maken van
uso, perder le ~ del audition : het gehoor verliezen
uso, facer un ~ discrete de : een gepast gebruik maken van
uso, retirar del ~ : buiten gebruik stellen
uso /sub/ : gewoonte, gebruik, usance
uso, ~ popular : volksgebruik
uso, ~s judaic (judaic) : joodse gebruiken
uso, ~ local/del loco : plaatselijk gebruik
uso, ~s e costumes : zeden en gebruiken
usque /prep/ : tot (plaats en tijd)
usque, ~ nunc/ora : tot nu toe, tot dusver
usque, ~ a : tot aan
usque, ~ al presente : tot op heden
usque, ~ al fin : tot het einde
usque, ~ al ultime (ultime) momento : tot het laatste ogenblik
usual /adj/ : gewoonlijk, gebruikelijk
usual, objecto ~ : gebruiksvoorwerp
usual, expression ~ : gangbare uitdrukking
usual, scriptura ~ : gangbaar schrift
usual, lingua ~ : omgangstaal
usual, como on face usualmente, como (il) es ~ : zoals (te doen) gebruikelijk is
utensile /sub/ : stuk gerei, werktuig, stuk gereedschap
utensile, ~s de cocina : keukengerei
utensile, ~s de tabula : eetgerei
utensile, ~s de jardinage : tuingereedschap
utensile, ~s de toilette : toiletgerei
utensile, ~s de rasura : scheerspullen
utensile, ~s de aciero : stalen gereedschap
utensile, ~s lithic : stenen werktuigen
utensile, molinetto de ~s : gereedschapsmolen
utile /adj/ : nuttig, voordelig, bruikbaar, van dienst
utile, effecto ~ : nuttig effect
utile, render se ~ : zich nuttig maken
utile, esser ~ a un persona : nuttig zijn voor iemand, iemand van nut zijn
va /v/ : ga, gaat, gaan (O.T.T. en GEB W van vader)
va /v/ : zal, zult, zullen (HULPv van de TOEK TIJD)
vacantia /sub/ : vacature, vacante post
vacantia, plenar un ~ : een vacature vervullen
vacantia, ~s : vakantie
vacantia, ~s estive/de estate : zomervakantie
vacantia, ~s paschal/de pascha : paasvakantie
vacantia, ~s de pentecoste : pinkstervakantie
vacantia, ~s de natal : kerstvakantie
vacantia, ~s scholar : schoolvakantie
vacantia, ~s active : doe-vakantie
vacantia, ~s parlamentari : reces (van het parlement)
vacantia, ~s non pagate : onbetaalde vakantie
vacantia, casa de ~s : vakantiehuis
vacantia, colonia de ~s : vakantiekolonie
vacantia, pais de ~s : vakantieland
vacantia, tempore/saison (F)/periodo (periodo) de ~s : vakantieperiode/tijd/seizoen
vacantia, curso de ~s : vakantiecursus
vacantia, campo de ~s : vakantiekamp
vacantia, scalonar le ~s : de vakanties spreiden
vacca /sub/ : koe
vacca, butyro (butyro) de ~ : echte boter
vacca, lacte de ~ : koemelk
vacca, carne de ~ : rundvlees
vacca, corno de ~ : koehoorn
vacca, ubere de ~ : koeie-uier
vacca, stabulo de/pro ~s : koeiestal
vacca, mercato de ~s : koemarkt
vacca, ~ a/de lacte : melkkoe
vacca, ~ a ingrassiar : mestkoe
vacca, ~ marin : zeekoe
vacca, ~ sacrate : heilige koe
vacca /sub/ : koeleder, rundleer
vacuar /v/ : ledigen, leeg maken
vacuar, ~ un cloaca : een riool leegzuigen
vacuar, ~ le cassa a litteras (litteras) : de brievenbus lichten
vacuar, ~ con un coclear : uitlepelen
vacuar, ~ un ovo : een ei uitblazen
vacue /adj/ : ledig, leeg
vacue, nuce ~ : loze noot
vacue, spatio ~ : lege ruimte
vacue, parolas ~ : holle woorden
vacue, slogans (A) ~ : loze kreten
vacue, stomacho (stomacho) ~ : holle maag
vader /v/ : gaan
vader, ~ via : weggaan
vader, ~ in tram (A) : met de tram gaan
vader, ~ a terra : aan land gaan
vader, ~ a cavallo : paardrijden
vader, ~ al deriva : op drift gaan
vader, ~ de bucca a bucca : van mond tot mond gaan
vader, ~ contra (le) vento : de wind tegen hebben
vader, ~ curvate sub le peso de : gebukt gaan onder
vagar /v/ : ronddolen, zwerven, rondzwerven, ronddwalen
valer /v/ : waard zijn
valer, le cosa non vale le pena : het is de moeite niet waard
valer, facer ~ se : zich doen gelden
valer, besonio de facer ~ se : geldingsdrang
valer, ~ como norma : als norm gelden
valer, in le joco de cartas le rege e le regina vale vinti (punctos) : in het kaartspel tellen de heer en de vrouw voor twintig
valer /v/ : evenveel waard zijn (als)
valer /v/ : moedig zijn
valide /adj/ : gezond, krachtig, valide
valide /adj/ : (rechts)geldig, valabel, valide
valide, argumentos ~ : valide argumenten
valide, passaporto ~ : geldig paspoort
valide, iste regula non es ~ hic : deze regel geldt hier niet
valide, isto non es ~ pro le riccos : dat gaat niet op voor de rijken
valle /sub/ : dal
valle, lilio del ~s : lelietje der dalen
valle, ~ fluvial : rivierdal
valle, ~ glaciari/glacial : gletsjerdal
valle, ~ de montania : bergdal
valle, ~ sic : droogdal
valle, ~ transverse/transversal : dwarsdal
valle, ~ lateral : zijdal
valle, ~ longitudinal : lengtedal
valle, per montes e per ~s : over bergen en dalen, langs berg en dal
valle, ~ de lacrimas (lacrimas) : tranendal
valle, a ~ : stroomafwaarts
valor /sub/ : waarde
valor, ~ nutritive/energetic : voedingswaarde
valor, ~ auro : goudwaarde
valor, ~ liminal : drempelwaarde
valor, ~ de usage : gebruikswaarde
valor, ~ locative : huurwaarde
valor, ~ pecuniari/monetari : geldswaarde
valor, ~ nominal/contabile : boekwaarde
valor, ~ approximative : approximatieve waarde
valor, ~ genetic : genetische waarde
valor, ~es moral : morele waarden
valor, ~ combattive/militar : gevechtswaarde
valor, ~ artistic : kunstwaarde
valor, ~ affective/emotive : gevoelswaarde
valor, ~ esthetic : schoonheidswaarde
valor, ~ effective : effectieve waarde
valor, ~ symbolic : symbolische waarde
valor, ~ sonor/phonetic : klankwaarde
valor, ~ marginal : grenswaarde
valor, ~ residual/residuari : residuwaarde, restwaarde
valor, ~ de substitution/de reimplaciamento : vervangingswaarde
valor, ~ absolute : absolute waarde
valor, ~ numeric/numeral : numerieke waarde
valor, ~ nominal/intrinsec de un moneta : nominale/intrinsec de un moneta
valor, ~ fiduciari : fiduciaire waarde
valor, ~ fictive : aangenomen waarde
valor, ~ inestimabile : onschatbare waarde
valor, ~ vital : levenswaarde
valor, ~ litterari de un obra : literaire waarde van en werk
valor, judicamento de ~ : waardeoordeel
valor, determination del ~ : waardebepaling
valor, scala de ~es : waardeschaal
valor, sin ~ : waardeloos
valor, nulle e sin ~ : nul en generlei waarde
valor, ~ de bursa : beurswaarde
valor, ~ de taxation : taxatiewaarde
valor, ~ del die : dagwaarde
valor, perder su ~ : zijn waarde verliezen
valor, perder de su ~ : aan waarde inboeten
valor, guardar su ~ : zijn waarde houden
valor, prestar/attachar {sj} ~ a un cosa : waarde aan iets hechten
valor, estimar un cosa in su juste ~ : iets naar waarde schatten
valor /sub/ : waardepapier, effect
valor, ~ transferibile : transferabel waardepapier
valor, bursa de ~es : effectenbeurs
valor, commercio de ~es : effectenhandel
valor, commerciante de ~es : effectenhandelaar
valor, compra de ~es : effectenaankoop
valor, angulo del ~es : effectenhoek
valor, transaction de ~es : effectentransactie
valor, banca de ~es : effectenbank
valor, mercato de ~es : effectenmarkt
valor /sub/ : moed, dapperheid, durf, koenheid
valor, le ~ me abandona : de moed ontzinkt me
valor, isto testifica de su ~ : dat getuigt van zijn moed
valvula /sub/ : ANATOMIA klep(vlies)
valvula, ~s cardiac (cardiac)/del corde : hartkleppen
valvula, ~ venose : aderklep
valvula /sub/ : klep, spon, stop, tap, kraan, ventiel
valvula, ~ de securitate : veiligheidsklep
valvula, ~ de pumpa : pompklep
valvula, ~ de pression : drukventiel
valvula, ~ de superpression : overdrukventiel
valvula, ~ de aspiration : zuigklep/ventiel
valvula, ~ de vapor : stoomklep
valvula, ~ de admission : inlaatklep
valvula, ~ de escappamento : uitlaatklep
valvula, ~ de strangulation : smoorklep
valvula, ~ de aere (aere) : luchtklep
valvula, ~ a duo vias : tweewegskraan
valvula, ~ de un pneu (F) de bicycletta : ventiel van een fietsband
valvula, ~ de un matras pneumatic : ventiel van een luchtbed
valvula, tubetto pro le ~ : ventielslangetje
valvula, adjustar le ~ : de kleppen bijstellen
valvula /sub/ : RADIO, ELECTRICITATE buis, lamp
valvula, ~ de amplification : versterkerbuis
van /adj/ : ijdel, vruchteloos, nutteloos, vergeefs
van, effortio/tentativa ~ : vergeefse poging
van, in ~ : tevergeefs, voor niets
van, tote le effortios ha essite in ~ : alle inspanningen bleven tevergeefs
van /adj/ : ijdel, ongegrond, hol, leeg
van, parola ~ : hol/leeg woord
van /adj/ : ijdel, verwaand
vapor /sub/ : damp, stoom, nevel
vapor, ~ aquee/de aqua : stoom, waterdamp
vapor, ~ de mercurio : kwikdamp
vapor, ~ de benzina/gasolina : benzinedamp
vapor, ~ de carbon : kolendamp
vapor, ~ sulfuree : zwaveldamp
vapor, ~ pestilential : pestdamp/walm
vapor, ~ consumite : afgewerkte stoom
vapor, ~es toxic : giftige dampen
vapor, caldiera a/de ~ : stoomketel
vapor, sibilo (sibilo) a ~ : stoomfluit
vapor, prisa de ~ : stoominlaat
vapor, valvula a ~ : stoomklep
vapor, traction a ~ : stoomtractie, stoomaandrijving
vapor, machina (machina) a/de ~ : stoommachine
vapor, calefaction a/de/per ~ : stoomverwarming
vapor, traino a ~ : stoomtrein
vapor, tram (A)/tramway (A) a ~ : stoomtram
vapor, nave/barca a/de ~ : stoomboot/schip
vapor, rolo a ~ : stoomwals
vapor, banio a/de ~ : stoombad, zweetbad
vapor, locomotiva a ~ : stoomlocomotief
vapor, navigation a ~ : stoomvaart
vapor, pression/tension del ~ : stoomdruk
vapor, a tote ~ : op/met volle kracht
vapor /sub/ : stoomboot/schip
vapor, ~ a/de turbina : turbineboot
vapor, ~ a/de rotas : raderschip/boot
vapor, compania (compania) de ~es : stoomvaartmaatschappij
variar /v/ : veranderen, veranderlijk/verschillend zijn, variëren
variar, le precios varia de cento a mille florinos : de prijzen lopen van honderd tot duizend gulden
variar, le temperatura de ebullition varia con le pression : de kooktemperatuur varieert met de druk
variar /v/ : afwisselen, afwisseling/variatie brengen in, variaties maken op, variëren
variar, pro ~ : voor de variatie/afwisseling
varie /adj/ : verschillend, uiteenlopend, gevariëerd
varie /adj/ : verscheiden, talrijk, divers
varie, ~ vices : meerdere keren
varie, in ~ aspectos : in menig opzicht
varie /adj/ : veranderlijk, onbestendig
varietate /sub/ : afwisseling, verandering, variatie
varietate /sub/ : verscheidenheid, diversiteit
varietate, ~ de colores : kleurschakering
varietate, ~ de culturas : verscheidenheid aan culturen
varietate, ~ selecte de plattos deliciose : keur van lekkernijen
varietate, un grande ~ de precios : een grote verscheidenheid aan prijzen
varietate, grande ~ de modellos : grote keus aan modellen
varietate /sub/ : BIOLOGIA variëteit, (onder)soort
varietate, 4 spectaculo de ~s : varietévoorstelling
varietate, theatro de ~s : varietétheater
varietate, numero (numero) de ~ : variéténummer
varietate, compania (compania) de ~s : variétégezelschap
varietate, artista de ~s : variété-artiest
varietate, programma de ~s : variétéprogramma
vasculo /sub/ : vat, bus
vasculo, ~ pro/a conservas : inmaakpot
vasculo /sub/ : botaniseertrommel
vasculo /sub/ : BIOLOGIA (bloed)vat, vat (in planten)
vasculo, ~ abdominal : ruggevat
vasculo, ~ lymphatic : lymfevat
vasculo, ~ tracheal : luchtpijpvat
vasculo, constriction del ~s sanguinee : vernauwing van de bloedvaten
vaso /sub/ : vat
vaso, ~s communicante : communicerende vaten
vaso, ~ sanguinee/sanguinari : bloedvat
vaso, ~ lymphatic : lymfevat
vaso, ~s afferente : afferente vaten
vaso, ~ de expansion : expansievat
vaso, ~ de haurir : hoosvat
vaso /sub/ : vaas, pot
vaso, ~ a/de flores : bloemenvaas, bloempot
vaso, ~ de onice (onice) : onyxvaas
vaso, ~ de nocte : po
vaso, ~ campaniforme : klokbeker
vaso, ~ antique : antieke vaas
vaso, ~ de election : uitverkoren vat
vaste /adj/ : uitgestrekt, groot, wijd, ruim
vaste, un ~ assortimento : een ruim assortiment
vaste, un publico : een breed publiek
vaste, de ~ proportiones : van grote afmetingen
vegetal /adj/ : plante(n)..., plant..., plantaardig
vegetal, oleo ~ : plantaardige olie
vegetal, butyro (butyro) ~ : plantenboter
vegetal, texitos ~ : plantaardige weefsels
vegetal, fibra ~ : plantenvezel
vegetal, alimentos/nutrimento ~ : plantaardig voedsel/voeding
vegetal, productos ~ : plantaardige produkten
vegetal, odor ~ : plantengeur
vegetal, succo ~ : plantensap
vegetal, lacte ~ : melksap
vegetal, carbon ~ : houtskool
vegetal, cera ~ : plantenwas
vegetal, seta ~ : plantenzijde
vegetal, sal ~ : plantenzout
vegetal, acido ~ : plantenzuur
vegetal, pathologia (pathologia) ~ : plantenziektenkunde
vegetal, physiologia (physiologia) ~ : plantenfysiologie
vegetal, pigmento/colorante ~ : plantenkleurstof
vegetal, vita ~ : plantenleven
vegetal, resina ~ : boomhars
vegetal, proteina ~ : planteneiwit
vegetal, grassia ~ : plantenvet
vegetal, tapis (F)/tapete ~ : plantendek/kleed, bodembedekking
vegetal, specie ~ : plantensoort
vegetal, toxico/veneno ~ : plantengif
vegetal, mundo ~ : plantenwereld
vegetal, terra ~ : teel/bladaarde
vegetal, regno ~ : plantenrijk
vegetal, cellula ~ : plantencel
vegetal, ebore ~ : plantenivoor
vegetal, virologia (virologia) ~ : plantenvirologie
vegetal /sub/ : plant, gewas
vegetal, morphologia (morphologia) del ~es : plantenmorfologie
vegetal, (a)melioration genetic de ~es : plantenveredeling
vehicular /adj/ : van het vervoer, vervoer...
vehicular, parte ~ del cammino : rijbaan
vehicular, lingua ~ : voertaal
vehicular /v/ : vervoeren, transporteren, overbrengen
vehiculo /sub/ : voertuig, vervoermiddel
vehiculo, ~ spatial : ruimtevaartuig
vehiculo, ~ a motor : motorvoertuig
vehiculo, ~ amphibio : amfibievoertuig
vehiculo, ~ a erucas : rupsvoertuig
vehiculo /sub/ : middel om iets over te brengen (geluid/ziekte, etc.)
vehiculo, le lingua es le ~ del pensata/pensamento : de taal is het voertuig der gedachten
vehiculo /sub/ : PHARMACIA oplosmiddel, bindmiddel
vela /sub/ : zeil (van schip)
vela, ~ de cappa : stormzeil
vela, ~ major, grande ~ : grootzeil
vela, ~ basse : onderzeil
vela, ~ de trinchetto : fokkezeil
vela, ~ anterior : voorzeil
vela, ~ latin : Latijns zeil
vela, ~ quadrate : razeil
vela, ~s tannate : getaande zeilen
vela, vela de ~ : loggerzeil
vela, tela a ~ : zeildoek (weefsel voor zeilen)
vela, planca a/de ~ : zeilplank
vela, yacht (A) a/de ~s : zeiljacht
vela, barca a/de ~(s) : zeilboot
vela, nave a/de ~(s) : zeilschip
vela, schola de ~ : zeilschool
vela, facer ~ : (uit)zeilen, (uit)varen
vela, poner al/prender le ~ : onder zeil gaan
vela, esser sub ~ : onder zeil zijn
vela, a plen ~ : met volle zeilen
vela, navigar a ~ : zeilen
vela, navigation a ~ : zeilvaart
vela, displicar le ~s : de zeilen losgooien
vela, altiar le ~s : de zeilen hijsen
vela, abassar le ~s : de zeilen strijken
vela, le abassamento del ~s : het strijken van de zeilen
velocitate /sub/ : snelheid, rapheid, gezwindheid
velocitate, ~ initial : beginsnelheid
velocitate, ~ final : eindsnelheid
velocitate, ~ medie : gemiddelde snelheid
velocitate, ~ minime (minime) : minimumsnelheid
velocitate, ~ maxime (maxime) : maximumsnelheid
velocitate, ~ de reaction : reactiesnelheid
velocitate, ~ rotational/de rotation : rotatiesnelheid, draaisnelheid, omwentelingsnelheid
velocitate, ~ del sono : geluidssnelheid
velocitate, ~ del lumine/luce : lichtsnelheid
velocitate, ~ del vento : windsnelheid
velocitate, ~ de volo : vliegsnelheid
velocitate, ~ de dictato : dicteersnelheid
velocitate, ~ angular : hoeksnelheid
velocitate, ~ ascensional : stijgsnelheid
velocitate, ~ circumferential : omtreksnelheid
velocitate, ~ vertiginose : duizelingwekkende snelheid
velocitate, ~ recommendate/consiliate : adviessnelheid
velocitate, ~ record (A) : rekordsnelheid
velocitate, reduce vostre ~! : matig uw snelheid!
velocitate, contator/indicator de ~ : snelheidsmeter
velocitate, excesso de ~ : snelheidsoverschrijding
velocitate, cursa de ~ : snelheidsrace
velocitate, record (A) de ~ : snelheidsrekord
velocitate, cambio/cambiamento de ~ : snelheidswisseling
velocitate, limitation del ~ : snelheidsbeperking
velocitate, limitator/restringitor de ~ : snelheidsbegrenzer
velocitate, variationes de ~ : snelheidsveranderingen
velocitate, cassa de ~s : versnellingsbak (van auto)
velocitate, retrogradar del tertie ~ al secunde : terugschakelen van de derde naar de tweede versnelling
velocitate, de alte ~ : met grote snelheid
velocitate, a tote ~ : met volle snelheid, met een noodgang
velocitate, cambiar de ~ : schakelen (in auto)
velocitate, cambiamento de ~s : schakeling (in auto)
vena /sub/ : ANATOMIA ader (anque FIGURATE)
vena, ~ porta : poortader
vena, ~ coronari : kransader
vena, ~ cave : holle ader
vena, ~ pulmonar : longader
vena, ~ tracheal : luchtpijpader
vena, ~ cerebral : hersenader
vena, ~ scapular : schouderader
vena, ~ abdominal : buikader
vena, ~ spermatic : zaadader
vena, ~ cutanee : huidader
vena, ~ jugular : kropader
vena, ~ crural/femoral : dijader
vena, ~ sural/peronee/peroneal : kuitader
vena, ~ tracheal : luchtpijpader
vena, ~ mesenteric : darmader
vena, ~ pelvic : bekkenader
vena, ~ iliac : heupader
vena, ~ vesical : blaasader
vena, ~ thotacic/mammari : borstader
vena, ~ lingual : tongader
vena, ~ poetic : dichtader
vena, ruptura de un ~ : aderbreuk
vena, apertura de ~ : aderlating
vena, incider/aperir un ~ : aderlaten
vena /sub/ : BOTANICA ader, nerf
vena /sub/ : GEOLOGIA, MINERALOGIA etc., (erts/steen/mijn)ader
vena, ~ de aqua : waterader
vena, ~ de marmore : marmerader
vena, ~ de sal : zoutader
vena, ~ metallifere/de metallo : metaalader
vena, ~ stannifere/de stanno : tinader
vena, ~ argentifere/de argento : zilverader
vena, ~ cuprifere/de cupro : koperader
vena, ~ aurifere/de auro : goudader
vena, ~ carbonifere/de carbon : kolenader
vena, ~ plumbifere/de plumbo : loodader
vender /v/ : verkopen
vender, ~ a credito : op krediet verkopen
vender, ~ a precio de costo : tegen kostprijs verkopen
vender, ~ al detalio : en detail verkopen
vender, ~ in grosso : en gros verkopen
vender, ~ per pecia : per stuk verkopen
vender, ~ al peso : bij het gewicht verkopen
vender, ~ le/su anima (anima) al diabolo (diabolo) : zijn ziel aan de duivel verkopen
vender, ~ publicamente : publiek verkopen
vender, ~ judicialmente : gerechtelijk verkopen
vender, ~ car : duur verkopen
vender, ~ car le/su vita : zijn leven duur verkopen
vender, ~ le pelle del urso ante que on lo ha prendite : de huid van de beer verkopen voordat men hem heeft geschoten
vender, saper ~ ben su planos : zijn plannen goed weten te verkopen
vender, iste libro se vende ben : dat boek verkoopt goed
vender, a ~ : te koop
vendita (vendita) /sub/ : het verkopen, verkoop
vendita (vendita), in ~ : te koop, verkrijgbaar
vendita (vendita), in ~ in le librerias (librerias) : verkrijgbaar bij/via de boekhandel
vendita (vendita), ~ postal : postorder(verkoop)
vendita (vendita), precio de ~ : verkoopprijs
vendita (vendita), volumine del ~s : omzet
vendita (vendita), ~ public : openbare verkoping
vendita (vendita), ~ al detalio : detailverkoop
vendita (vendita), ~ exclusive, monopolio de ~ : alleenverkoop
vendita (vendita), ~ nocturne : avondverkoop
vendita (vendita), ~ judiciari/judicial : gerechtelijke verkoop
vendita (vendita), ~ de libros : boekverkoping
vendita (vendita), ~ de liquidation : opheffingsuitverkoop
vendita (vendita), banco de ~ : toonbank
vendita (vendita), central de ~ : verkoopcentrale
vendita (vendita), methodo (methodo) de ~ : verkoopmethode
vendita (vendita), conditiones de ~ : verkoopvoorwaarden
vendita (vendita), imposto super le ~s : omzetbelasting
vendita (vendita), contracto de ~ : verkoopcontract
vendita (vendita), acto/scriptura de ~ : verkoopakte
vendita (vendita), libro de ~s : verkoopboek
vendita (vendita), data de ~ : verkoopdatum
vendita (vendita), puncto de ~ : verkooppunt
vendita (vendita), rete de ~ : verkoopnet
vendita (vendita), servicio/section/departimento del ~s : verkoopafdeling
veneno /sub/ : vergif, gif
veneno, ~ vegetal : plantengif, plantaardig gif
veneno, ~ de serpente : slangengif
veneno, ~ de bufon : paddenvergif
veneno, ~ pro rattos : rattengif
veneno, ~ sagittari : pijlgif
veneno, ~ cadaveric : lijkegif
veneno, ~ active : snelwerkend gif
veneno, ~ mortal/mortifere/lethal : dodelijk gif
veneno, ~ de contacto : contactvergif
veneno, ~ lente/de effecto retardate : langzaam werkend gif
veneno, ~ (de effecto) rapide/de action rapide : snel werkend gif
veneno, dente a ~ : giftand
veneno, glandula a ~ : gifklier
veneno, cuppa de ~ : gifbeker
veneno, sin ~ : gifvrij
veneno, reguardos cargate de ~ : venijnige blikken
venerdi (venerdi) /sub/ : vrijdag
venerdi (venerdi), Venerdi Sancte : Goede Vrijdag
venir /v/ : komen
venir, ~ a un accordo/un compromisso : tot een vergelijk komen
venir, ~ al mundo : ter wereld komen, geboren worden
venir, ~ al manos : tot een handgemeen komen, op de vuist gaan
venir, ~ al parolas : woorden krijgen
venir, facer ~ : laten komen
venir, facer ~ le medico : de dokter roepen
venir, ir e ~ : heen en weer lopen, rondlopen
venir, ~ in mente : te binnen schieten
venir, le idea (idea) non me ha venite : ik ben er niet op gekomen
ventar /v/ : waaien
ventar, il venta : het waait
vento /sub/ : wind
vento, ~ boreal/septentrional/del nord : noordenwind
vento, ~ del est : oostenwind
vento, velocitate del ~ : windsnelheid
vento, intensitate/fortia del ~ : windkracht/sterkte
vento, direction del ~ : windrichting
vento, ~ contrari/adverse : tegenwind
vento, ~ de proa : tegenwind
vento, energia (energia) del ~ : windenergie
vento, rosa del ~s : windroos
vento, ~ de terra : landwind
vento, ~ marin/del mar/del largo : zeewind
vento, ~ polar : poolwind
vento, ~ del sud : zuidenwind
vento, ~ alisee : passaatwind
vento, ~ in poppa : de wind mee
vento, ~ de detra : rugwind
vento, ~ superior : bovenwind
vento, ~ descendente : valwind
vento, ~ anabatic : opstijgende wind
vento, ~ forte : harde wind
vento, ~ fortissime (fortissime) : keiharde wind
vento, ~ moderate : matige wind
vento, ~ favorabile : gunstige wind
vento, ~ glacial/gelide : ijzige wind
vento, ~ aspere : gure wind
vento, ~ variabile/mutabile : veranderlijke wind
vento, asperitate del ~ : guurheid van de wind
vento, ~ de tempesta : stormwind
vento, ~ vorticose/cyclonal : wervelwind
vento, ~ regnante/dominante/prevalente : meest voorkomende/heersende wind
vento, molino de ~ : windmolen
vento, latere sub le ~ : lagerwal, lijzijde
vento, le canto del ~ : het lied van de wind
vento, le joco del ~ e del undas : het spel van wind en golven
vento, le vento cambia/torna : de wind draait
vento, le ~ se leva : de wind steekt op
vento, le ~ se ha calmate : de wind is gaan liggen
vento, sensibile al ~ : windgevoelig
vento, resistente al ~ : windvast
vento, exponite al ~ : op de wind liggend
vento, ir contra (le) ~ : de wind tegen hebben
vento, tornar (se) a tote le ~s : met alle winden meewaaien
vento, le ~ gira/torna con le sol : de wind ruimt
vento, le ~ gira/torna contra le sol : de wind krimpt
vento, fusil a/de ~ : windbuks
vento, colpo de ~ : windvlaag/stoot
vento, reguardar/mirar de qual latere suffla le ~ : de kat uit de boom kijken
vento /sub/ : wind (ontsnappend darmgas)
vento, ~ vaginal : schedewind
vento, laxar un ~ : er een laten vliegen
ventre /sub/ : buik (anque PHYSICA, TECHNICA)
ventre, ~ de un bottilia : buik van een fles
ventre, ~ de un musculo : buik van een spier
ventre, ~ hydropic : waterbuik
ventre, operation del ~ : buikoperatie
ventre, examine del ~ : buikonderzoek
ventre, organo (organo) del ~ : buikorgaan
ventre, mal de ~ : buikpijn
ventre, fluxo de ~ : buikloop, schijterij
ventre, atterrage super (super) le/de ~ : buiklanding
ventre, parte inferior del ~, basse ~ : onderbuik
ventre, dansa del ~ : buikdans
ventre, dansatrice del ~ : buikdanseres
ventre, dur de ~ : hardlijvig
ventre, ~ de un urceo/gitarra/nave : buik van een kruik/gitaar/schip
ventre, PHYSICA ~s e nodos de un unda : buiken en knopen van een golf
ver /sub/ : lente, voorjaar
ver /adj/ : waar, echt (in overeenstemming met de waarheid of werkelijkheid)
ver, testimonio ~ : waarheidsgetrouw getuigenis
ver, historia ~ : waar verhaal (werkelijk gebeurd)
ver, costas ~ : ware ribben
ver, le ~ nomine de un persona : iemands ware naam
ver, un ~ artista : een echte/ware kunstenaar
ver, su casa es un ~ palatio : zijn huis is een waar paleis
verde /adj/ : groen, vers, jeugdig
verde, haringo ~ : groene haring
verde, le annos ~ : de jeugdjaren
verde /adj/ : kras
verde, vetulo ~ : krasse grijsaard
verde, vetulessa ~ : krasse ouderdom
verde /adj/ : groen (kleur)
verde, ~ clar/pallide : lichtgroen
verde, forrage ~ : groenvoer
verde, caule ~ : groene kool
verde, pico ~ : groene specht
verde, carta ~ : groene kaart
verde, cinctura/zona ~ : groenzone, groengordel
verde, colorar in ~ : groen kleuren/verven
verde, dar le lumine/luce ~ : het groene licht geven
verde /adj/ : groen, onrijp, wrang
verde, fructo ~ : onrijpe vrucht
verde, vino ~ : wrange wijn
verde /sub/ : (de kleur) groen
verdura /sub/ : groen, loof, gebladerte
verdura /sub/ : groente
verdura, ~s fresc : verse groente
verdura, ~s de folio : bladgroente
verdura, ~s in latta : blikgroente
verdura, ~s biologic : biologische groenten
verdura, ~s congelate : diepvriesgroenten
verdura, ~s pro proprie consumo/consumption : groenten voor eigen gebruik
verdura, ~s de estufa : kasgroente
verdura, ~s guastate : stek
verdura, mercato de ~s : groentemarkt
verdura, venditor/mercante/mercator de ~s : groenteman, groentehandelaar
verdura, carro/carretta al/de ~s : groentekar
verdura, cultura de ~s : groenteteelt
verdura, cultor/cultivator de ~s : groentekweker
verdura, cultivar ~s : groenten kweken/telen
verdura, jardin de ~s : groentetuin
verdura, suppa de ~ : groentesoep
vergonia /sub/ : schaamte
vergonia, ~ false : valse schaamte
vergonia, ~ vicariante/substitutive : plaatsvervangende schaamte
vergonia, haber ~ : beschaamd zijn, zich schamen
vergonia, inspirar ~ a : beschamen
vergonia, sentimento de ~ : schaamtegevoel
vergonia, morir de ~ : zich dood schamen
vergonia, oblidar omne ~ : alle schaamte van zich afzetten
vergonia, mentitor sin ~ : schaamteloze leugenaar
vergonia, rubie de ~ : met beschaamde kaken
vergonia, non saper lo que es ~ : geen schaamte meer kennen
vergonia /sub/ : schande
vergonia, il es ~ que vos procede assi (assi) : het is godgeklaagd dat u zo handelt
vergoniose /adj/ : beschamend, schandelijk
vergoniose /adj/ : verlegen, schuchter, bedeesd
verificar /v/ : verifiëren, de waarheid/juistheid onderzoeken/nagaan van, controleren
verificar, ~ un calculo : een berekening controleren
verificar, ~ un conto : een rekening controleren
verificar, ~ le peso de un cosa : iets nawegen
verificar, ~ le pesos e mesuras : ijken
verificar, ~ le functionamento de : proefdraaien
verificar, ~ si un cosa non contine errores : iets op fouten controleren
verificar /v/ : waarmaken, staven, bevestigen
verisimile /adj/ : waarschijnlijk, aannemelijk
veritate /sub/ : waarheid
veritate, ~ fundamental : grondwaarheid
veritate, ~ nude e crude/pur e simple : naakte waarheid
veritate, ~ irrefutabile : onomstotelijke waarheid
veritate, ~ evidente : waarheid als een koe
veritate, ~ vital : levenswaarheid
veritate, ~ de fide : geloofswaarheid
veritate, ~s cognoscibile : kenbare waarheden
veritate, medie ~ : halve waarheid
veritate, hora del ~ : uur der waarheid
veritate, amor de ~ : waarheidsliefde
veritate, sero de ~ : waarheidsserum
veritate, nucleo de ~ : kern van waarheid
veritate, le recerca del ~ : het zoeken naar de waarheid
veritate, conforme al ~ : in overeenstemming met de waarheid, naar waarheid (opgetekend)
veritate, tacer le ~ : de waarheid verzwijgen
veritate, dicer le ~ : de waarheid spreken
veritate, a dicer le ~ : om de waarheid te zeggen
veritate, disguisar le ~ : de waarheid verhullen
veritate, violentar le ~ : de waarheid geweld aandoen
veritate, in ~ : waarlijk, heus, inderdaad
veritate, le ~ es in le medio : de waarheid ligt in het midden
veritate, le ~ es que : de waarheid is dat, het komt er eigenlijk op neer dat
veritate, in honor al ~ io debe dicer que : de waarheid gebiedt mij te zeggen dat
verme /sub/ : ZOOLOGIA worm, pier
verme, ~ de terra : aardworm, regenworm
verme, ~ de ligno : houtworm
verme, ~ de farina : meelworm
verme, ~ de caseo : kaasmijt/made
verme, ~ de seta : zijderups
verme, ~ intestinal : darmworm
versar (I), 1 ~ se in : vertrouwd worden met
versar (II) /v/ : (over)gieten, (in), (uit)storten, (in)schenken
versar (II), ~ lacrimas (lacrimas) : tranen vergieten/storten
versar (II), ~ sanguine : bloed vergieten
versar (II) /v/ : overmaken, storten, uitbetalen, uitkeren
versar (II), ~ le amonta juste : het juiste bedrag overmaken
versar (II), ~ le abonamento : het abonnement betalen
versar (II), capital versate : gestort kapitaal
version /sub/ : het (om)keren, (om)kering (anque MEDICINA)
version /sub/ : vertaling, overzetting
version, le ~es del Biblia : de overzettingen van de Bijbel
version /sub/ : lezing, versie, redactie
version, un altere ~ del historia : een andere versie van het verhaal
version, il circula differente ~es de iste cosa : van deze zaak zijn verschillende lezingen in omloop
version, film (A) in ~ original : niet-nagesynchroniseerde film
version, le prime ~ esseva melior : de eerste redactie was beter
verso /sub/ : vers, versregel, dichtregel, bijbelvers
verso, ~ libere/blanc : rijmloos vers
verso, ~ metric : metrisch vers
verso, ~ rhythmic : ritmisch vers
verso, ~ catalectic : catalectisch vers
verso, ~ dicatalectic : dicatalectisch vers
verso, ~ dactylic : dactylisch vers
verso, ~ leonin : versregel waarvan de beide halfverzen rijmen
verso, ~ intercalari : herhalingsvers
verso, ~ initial : aanvangsregel
verso, componer/facer ~s : dichten
verso /sub/ : TYPOGRAPHIA etc., linkerpagina in open boek, ommezijde, keerzijde (van munt, etc.),
verso /prep/ : naar, in de richting van, de kant op van
verso, ~ le urbe : stadwaarts
verso, ~ le interior del pais : landinwaarts
verso /prep/ : omstreeks, tegen
verso, ~ duo horas : tegen tweeën, om ongeveer twee uur
verso, ~ 1900 : omstreeks 1900
verter /v/ : draaien, keren, wenden, buigen
vertical /adj/ : verticaal, loodrecht, rechtstandig
vertical, movimento ~ : verticale beweging
vertical, linea ~ : loodlijn
vertical, pariete ~ : rechtstandige wand
vertical, section ~ : verticale doorsnede
vertical, controlo ~ del precios : verticale prijsbinding
vertical, organisation ~ de un interprisa : verticale bedrijfsorganisatie
vertical, levar se verticalmente : loodrecht omhoog rijzen
vertical /sub/ : loodlijn, verticaal(lijn), normaal
vespere (vespere) /sub/ : avond
vespere (vespere), ~ de hiberno : winteravond
vespere (vespere), ~ de estate : zomeravond
vespere (vespere), ~ de gala : gala-avond
vespere (vespere), ~ musical : muziekavond(je)
vespere (vespere), ~ theatral : toneelavond
vespere (vespere), jornal del ~ : avondblad
vespere (vespere), edition del ~ : avondeditie
vespere (vespere), repasto/dinar del ~ : avondeten
vespere (vespere), precaria del ~ : avondgebed
vespere (vespere), roba del ~ : avondjapon
vespere (vespere), schola/cursa del ~ : avondcursus, avondschool
vespere (vespere), aere (aere) de ~ : avondlucht
vespere (vespere), programma del ~ : avondprogramma
vespere (vespere), stella del ~ : avondster
vespere (vespere), representation del ~ : avondvoorstelling
vespere (vespere), meditation del ~ : avondwijding
vespere (vespere), iste ~ : vanavond
vespere (vespere), le ~ : 's avonds
vespere (vespere), heri ~ : gisteravond
vespere (vespere), ~s : vespers
vestimento /sub/ : kledingstuk
vestimento, ~ sacerdotal : priesterkleed/gewaad
vestimento, ~ de camouflage : camouflagekleding/pak
vestimento, ~ pressurisate : drukpak
vestimento, ~s : kleren
vestimento, ~s de confection : confectiekleding
vestimento, ~s de/pro femina(s) : dameskleding
vestimento, ~s de/pro homine(s) : herenkleding
vestimento, ~s de/pro infante(s) : kinderkleding
vestimento, ~s de pupa : poppekleren
vestimento, ~s de lucto : rouwkleren
vestimento, ~s de travalio/de labor : bedrijfs/werkkleding
vestimento, ~s de tote le dies : daagse kleren
vestimento, ~s de securitate : veiligheidskleding
vestimento, ~s de pluvia : regenkleding
vestimento, ~s de prision : gevangeniskleding
vestimento, ~s de plagia : strandkleding
vestimento, ~s de sport (A) : sportkleding
vestimento, ~s de estate : zomerkleding
vestimento, ~s de hiberno : winterkleding
vestimento, magazin de ~s : kledingzaak
vestimento, cambiar de ~s : zich verkleden
vestimento, in ~s civil : in burger(kleren)
vestimento, stringer un ~ : een kledingstuk vernauwen
vestimento, levar un ~ : een kledingstuk afleggen
vestimento /sub/ : ECCLESIA liturgisch gewaad
vestir /sub/ : (aan)kleden, van kleren voorzien
vestir, ~ un infante : een kind aankleden
vestir, ~ un morto : een dode afleggen
vestir, ir vestite al moda occidental : westers gekleed gaan
vestir, illes es vestite del mesme maniera : zij zijn eender gekleed
vestir /sub/ : aantrekken (kledingstuk)
vestir, ~ se : zijn kleren aandoen
vestir, ~ se rapidemente : zijn kleren aanschieten
vetere /adj/ : oud (niet jong, niet nieuw)
vetere, le Vetere Testamento : het Oude Testament
vetere, le Vetere Mundo : de Oude Wereld
vetule /adj/ : oud (niet jong, niet nieuw)
vetule, le ~ Adam : de oude Adam
vetule, ~ guarda : oude garde
vexar /v/ : kwetsen, ergeren, irriteren
via /sub/ : weg, rijweg, rijbaan
via, ~ tramviari : trambaan
via, ~ ferree : spoorweg, spoorbaan
via, ~ aeree : luchtweg
via, ~ private : eigen weg
via, ~ de entrata/de accesso : toegangsweg
via, ~ public : openbare weg
via, ~ principal : hoofdweg
via, ~ lateral : zijweg
via, ~ betonate/de beton : betonweg
via, ~ de retorno : terugweg
via, ~ de deviation : omleidingsroute
via, ~ de communication : verbindingsweg
via, ~ maritime (maritime) : zeeweg
via, ~ a/de senso unic : weg met éénrichtingsverkeer
via, ~ a/de sensos separate : weg met gescheiden rijbanen
via, ~ sacre : kruisweg
via, ~ commercial : handelsweg
via, ~ indirecte : omweg
via, ~ cec : doodlopende weg
via, ~ del perdition : weg des verderfs
via, ~ Lactee : Melkweg
via, ~s aquatic/de aqua/fluvial/navigabile : waterwegen
via, cruciamento/cruciata de ~s : wegkruising
via, rete de ~s : wegennet
via, per ~ aeree : per luchtpost
via /sub/ : weg, wijze, middel om tot een doel/resultaat te komen
via, ~ sic/humide : droge/natte weg
via, ~s de Deo : Gods wegen
via, ~s del Providentia : wegen der Voorzienigheid
via, per ~ de armas : gewapenderhand
via, per ~s pacific : langs vreedzame weg, met vreedzame middelen
via, per ~ diplomatic : langs diplomatieke weg
via, per ~ administrative : langs administratieve weg
via /sub/ : ANATOMIA weg, baan, kanaal, buis
via, ~s respiratori/aerifere : luchtwegen
via, ~s digestive : spijsverteringskanalen
via, ~s urinari : urinewegen
via, ~ acustic : gehoorbuis, gehoorgang
via, ~ sanguinee : bloedbaan
via, JURIDIC ~s de facto : gewelddaden
via /prep/ : via, langs, door, over, door middel van
via, partir pro Bilthoven ~ Den Dolder : naar Bilthoven vertrekken via Den Dolder
via, communication ~ satellite (satellite) : satellietcommunicatie
via /adv/ : weg
via, ir ~ : weggaan
via, volar ~ : wegvliegen
via, jectar ~ : weggooien
via, traher ~ : wegtrekken
via, portar ~ : wegdragen, wegbrengen
via, sufflar ~ : wegblazen
via, taliar ~ : wegsnijden
viage /sub/ : reis
viage, ~ aeree : luchtreis
viage, ~ maritime (maritime)/per mar/de mar : zeereis
viage, ~ spatial : ruimtereis
viage, ~ commercial : zakenreis
viage, ~ cultural : culturele reis
viage, ~ organisate : georganiseerde reis
viage, ~ nuptial/de nuptias : huwelijksreis
viage, ~ pedestre/a/de pede : voetreis
viage, ~ de exploration/de discoperta : ontdekkingsreis
viage, ~ de proba/de prova : proeftocht, proefreis
viage, ~ de studio(s) : studiereis
viage, ~ de propaganda : propagandatocht
viage, ~ scholar : schoolreis
viage, ~ circular : rondreis
viage, ~ de retorno : terugreis
viage, ~ gratuite : lift
viage, ~ de inspection : inspectiereis
viage, compania (compania) de ~ : reisgezelschap
viage, aventura de ~ : reisavontuur
viage, agentia de ~s : reisbureau
viage, cheque (A) de ~ : reischeque
viage, guida de ~ : reisgids
viage, costos/expensas/dispensas de ~ : reiskosten
viage, lectura pro le ~ : reislectuur
viage, projecto de ~ : reisplan
viage, chronica de un ~ : reisverslag
viage, saison (F) de ~s : reisseizoen
viage, durata/duration de ~ : reisduur
viage, billet de ~ : reisbiljet
viage, scopo de ~ : reisdoel
viage, copertura de ~ : reisdeken
viage, sacco de ~ : reistas
viage, cuna de ~ : reiswieg
viage, pharmacia (pharmacia) de ~ : reisapotheek
viage, documentos de ~ : reisdokumenten
viage, eveliator de ~ : reiswekker
viage, agente de ~ : reisagent
viage, apprestos de un ~ : toebereidselen voor een reis
viage, facer un ~ : een reis maken
viage, partir pro/in un ~ : op reis gaan
viage, reservar un ~ : een reis bespreken/boeken
viage, annullar/cancellar un ~ : een reis annuleren
viage, abbreviar le ~ : de reis verkorten
viage, preparar se pro le ~ : zich reisvaardig maken
viage, continuar/prosequer le ~ : de reis voortzetten
viagiar /v/ : reizen
viagiar, ~ clandestinmente/sin billet : zwartrijden (in bus, trein)
viagiar, ~ per via de terra : over land reizen
viagiar, ~ per via de mar : over zee reizen
vice /sub/ : beurt
vice, colpar a su ~ : terugslaan
vice /sub/ : keer, maal
vice, le prime ~ : de eerste keer
vice, le ultime (ultime) ~ : de laatste keer
vice, alicun/a ~s : af en toe, nu en dan, soms
vice, un ~ pro semper (semper) : eens en voor al
vice, un ~ : A. eens, één maal, B. eens, ooit
vice, un ~ que : een keer dat, eens toen
vice, in ~ de : in plaats van
vice, cata ~ : telkens
vice, altere ~ : nog eens, weer
vice, plure/numerose ~s : vaak, dikwijls, herhaaldelijk, menigmaal
vice, plus de un ~ : meer dan eens, menigmaal
vice, un ~ que on ha comenciate : als je eenmaal bezig bent
vice versa /adv/ : vice versa, heen en terug, FIGURATE over en weer, omgekeerd
vicin /adj/ : naburig, nabij, aangrenzend
vicin, villages ~ : naburige dorpen
vicin, pais ~ : buurland
vicin, restaurante ~ : nabijgelegen restaurant
vicin, ille habita le casa ~ : hij woont hiernaast, hij woont in het huis ernaast
vicin, star multo ~ : dicht bijeen staan
vicin, isto es ~ al veritate : dat komt in de buurt van de waarheid
victima (victima) /sub/ : slachtoffer
victima (victima), ~s de un catastrophe (catastrophe) : slachtoffers van een ramp
victima (victima), ~s del guerra : oorlogsslachtoffers
victima (victima), ~s del traffico : verkeersslachtoffers
victima (victima), ~ expiatori : zoenoffer
victima (victima), cader ~ de : ten offer vallen aan
victima (victima), esser ~ de : het slachtoffer/de dupe zijn van
victima (victima), numero (numero) de ~s : dodental
victoria /sub/ : overwinning, zege, victorie
victoria, ~ electoral : verkiezingszege
victoria, ~ final : eindoverwinning
victoria, ~ naval : overwinning op zee
victoria, ~ gloriose : glorierijke overwinning
victoria, ~ brillante/magnific : glansrijke overwinning
victoria, ~ decisive : beslissende overwinning
victoria, ~ monstro/mammut : monsterzege
victoria, ~ costose : overwinning die duur betaald is
victoria, ~ moral : morele overwinning
victoria, ~ apparente : schijnoverwinning
victoria, ~ per punctos : overwinning op punten
victoria, palma del ~ : zegepalm
victoria, euphoria del ~ : overwinningsroes
victoria, crito de ~ : zegekreet
victoria, hymno/canto de ~ : zegezang
victoria, goal (A) de ~ : winnende doelpunt
victoria, critar/cantar ~ : victorie kraaien
victoria, ganiar/obtener le ~ : de overwinning behalen
victoria, celebrar le ~ : de overwinning vieren
victoria /sub/ : victoria (soort rijtuig)
victoria regia /LATINO/ : BOTANICA victoria regia
video /adj/ : video..., beeld
video, banda (magnetic) ~ : videoband
video, registrar super banda ~ : op videoband opnemen
video, camera (camera) ~ : videocamera
video, disco ~ : videoplaat
video, apparato ~ : videotoestel
video, equipamento ~ : videoapparatuur
video, imagine ~ : videobeeld
video, joco ~ : video-spelletje
video, technica ~ : videotechniek
video /sub/ : beeld(signaal)
video /sub/ : videorecorder
vider /v/ : zien
vider, vidite que : gezien het feit dat, in aanmerking genomen dat
vigilar /v/ : wakker zijn
vigilar /v/ : (be)waken, een waakzaam oog houden (op)
vigilar, ~ super (super) : waken over
vigilar, ~ strictemente : streng bewaken
vigile /adj/ : wakker, wakend, waaks, waakzaam
vigile, stato ~ : wakende toestand
vigile, can ~ : waakzame hond
vigile, sub le oculo ~ de su patre : onder het waakzame oog van zijn vader
vigilia /sub/ : waakzaamheid, oplettendheid
vigilia /sub/ : waak, wake
vigilia, ~ de un malado : het waken bij een zieke
vigilia, ~ del matino : ochtendwake
vigilia /sub/ : vooravond (van), dag voor (gebeurtenis/feest, etc.)
vigilia, ~ de su morte : dag voor zijn dood
vigilia, ~ de Natal : kerstavond
vigilia, ~ de Sancte Silvestre/de Nove Anno : Oudejaarsavond
vigilia, ~ de Omne Sanctos : Avond voor Allerheiligen
vigilia, al ~ del battalia : aan de vooravond van de slag
village /sub/ : dorp
village, ~ piscatori/de piscatores : vissersdorp
village, ~ de montania : bergdorp
village, ~ allongate : streekdorp
village, schola de ~ : dorpsschool
vincer /v/ : overwinnen, zegevieren (over), verslaan
vincer, ~ le inimico (inimico) : de vijand verslaan
vincer, ~ un maladia (maladia) ~ : een ziekte te boven komen
vincer, ~ su pavor : zijn angst overwinnen
vino /sub/ : wijn
vino, ~ del pais : landwijn
vino, ~ del Rheno : Rijnwijn
vino, ~ del Capo : Kaapse wijn
vino, ~ francese : Franse wijn
vino, ~ de tabula : tafelwijn
vino, ~ de pomos/de malos : appelwijn, cider
vino, ~ de fructos : vruchtenwijn
vino, ~ blanc : witte wijn
vino, ~ sic : droge wijn
vino, ~ feculente : drabbige wijn
vino, ~ dulce/sucrate : zoete wijn
vino, ~ liquorose/de liquor : likeurwijn
vino, ~ clarette : lichtrode wijn
vino, ~ potabile : drinkbare wijn
vino, marca de ~ : wijnmerk
vino, ~ de marca : uitstekende wijn
vino, production de ~ : wijnproduktie
vino, degustation de ~ : wijnproef
vino, fece/deposito (deposito) de ~ : wijnmoer, wijnbezinksel
vino, cellario a/de/pro ~s : wijnkelder
vino, mercato de ~s : wijnmarkt
vino, acescentia de ~s : wijnverzuring
vino, carta/lista de ~s : wijnkaart
vino, spirito (spirito) de ~ : wijngeest
vino, mesura de ~ : maat wijn
vino, macula de ~ : wijnvlek
vino, pressa de ~ : wijnpers
vino, bibitor de ~ : wijndrinker
vino, commercio de ~s : wijnhandel
vino, mercante/negotiante de ~s : wijnhandelaar
vino, clarificar/decantar ~ : wijn klaren
vino, biber ~ : wijn drinken
vino, acidificar ~ : zijn zuur maken
vinti /sub num card/ : twintig
vinti, io te lo ha dicite ~ vices : ik heb het je twintig keer gezegd
vinti, le annos ~ : de jaren twintig
vinti, illa ja jam plus de ~ annos : ze is al in de twintig
violar /v/ : overtreden (wet/recht/regel), schenden (belofte/eed), breken (woord)
violar, ~ un secreto : eeen geheim verraden
violar, ~ un tractato : een verdrag schenden
violar, ~ un tregua : een bestand schenden
violar, ~ le neutralitate : de neutraliteit schenden
violar, ~ le lege : de wet schenden
violar, ~ le parola : zijn woord breken
violar, ~ derectos : rechten schenden
violar /v/ : ontwijden, ontheiligen (tempel/graf)
violar /v/ : verkrachten
violar, ~ un juvena (juvena) : een meisje verkrachten
violente /adj/ : heftig, onstuimig
violente, illes ha un disputa ~ : zij hebben een hooglopende ruzie
violente /adj/ : gewelddadig
violente, revolution ~ : gewelddadige revolutie
violente, morte ~ : gewelddadige dood
violente, gruppo ~ : gewelddadige groepering
violentia /sub/ : heftigheid, onstuimigheid, felheid
violentia /sub/ : geweld, gewelddadigheid
violentia, ~ racial : rassengeweld
violentia, ~ psychic : psychisch geweld
violentia, ~ verbal : verbaal geweld
violentia, ~ in le strata : straatgeweld
violentia, spiral del ~ : geweldsspiraal
violentia, acto de ~ : gewelddaad
violentia, aggression con ~ : gewelddadige aanslag
violentia, robamento con ~ : diefstal met geweldpleging
violentia, usar ~ : gewelddadig te werk gaan
violentia, facer ~ a un persona : iemand geweld aandoen
violentia, facer ~ a un texto : een tekst verdraaien
violentia, ceder al ~ : voor het geweld zwichten/wijken/op zij gaan
violentia, responder al ~ per le ~ : geweld met geweld beantwoorden
violentia, on debeva recurrer al ~ : men moest overgaan tot geweld, er moest geweld aan te pas komen
virga /sub/ : roede, sta(a)f, stok, stang
virga /sub/ : NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES ra
virga, ~ inferior, basse ~ : onderra
virga, ~ de artimon : bezaansra
virga /sub/ : penis
visar /v/ : mikken, richten (op doel/schietschijf)
visar /v/ : FIGURATE beogen, ten doel hebben
visar /v/ : viseren, voor gezien tekenen, van een visum voorzien
viscose /adj/ : viskeus, stroperig, taai vloeibaar
viscose, strato ~ : viskeuze laag
viscose, phlegma ~ : taai slijm
viscose /adj/ : kleverig, slijmerig
visibile /adj/ : zichtbaar, waarneembaar
visibile, horizonte ~ : zichtbare horizon
visibile, stellas ~ a oculo nude : het het blote oog zichtbare sterren
visibile, ille se ha calmate visibilemente : hij is merkbaar kalmer geworden
visibile /adj/ : duidelijk, in het oog lopend
visibile, ille esseva ~mente surprendite : hij was zichtbaar verrast
visita (visita) /sub/ : bezoek, visite
visita (visita), facer ~ a un persona : iemand een bezoek brengen
visita (visita), ~ de cortesia (cortesia)/politessa : beleefdheidsbezoek
visita (visita), ~ de adeo (adeo)/de adieu (F)/de congedo : afscheidsbezoek
visita (visita), ~ a domicilio : huisbezoek
visita (visita), ~ de labor/de travalio : werkbezoek
visita (visita), ~ importun : ongelegen bezoek
visita (visita), ~ fulmine : bliksembezoek
visita (visita), jorno de ~ : bezoekdag
visita (visita), derecto de ~ : bezoekrecht
visita (visita), regulamento de ~ : bezoekregeling
visita (visita), regulamento del derecto de ~ : omgangsregeling
visita (visita), hora de ~ : bezoekuur
visita (visita), horas de ~ : bezoektijd
visita (visita), carta/billet de ~ : visitekaartje
visita (visita) /sub/ : bezoek, bezoeker(s)
visita (visita) /sub/ : bezoek, het bezichtigen
visita (visita), ~ de un museo (museo) : bezoek aan een museum
visita (visita), ~ guidate : rondleiding
visita (visita) /sub/ : inspectie, controle, visitatie
visita (visita), ~ domiciliari : huiszoeking
visita (visita), ~ doanal/doaner/de doana : douaneonderzoek
visita (visita), ~ episcopal : herderlijk bezoek, inspectiebezoek (van bisschop)
visitar /v/ : bezoeken, opzoeken, op bezoek gaan bij
visitar, ~ un amico (amico) : een vriend bezoeken
visitar, honorar un persona con un ~ : iemand met een bezoek vereren
visitar /v/ : bezoeken, bezichtigen, bekijken
visitar, ~ un museo (museo) : een museum bezoeken
visitar /v/ : inspecteren, nazien, onderzoeken, visiteren
visitar, ~ le valises : de koffers doorzoeken
vista /sub/ : het zien, gezicht, gezichtvermogen
vista, organo (organo) del ~ : gezichtsorgaan
vista, a ~ : op zicht
vista, pagabile a ~ : betaalbaar op zicht
vista, a prime ~ : op het eerste gezicht
vista, perder le ~ : het gezichtsvermogen verliezen
vista, perdita (perdita) del ~ : gezichtsverlies, verlies van het gezichtsvermogen
vista, recuperar/recovrar le ~ : het gezichtsvermogen terugkrijgen
vista, haber le ~ acute : een scherpe blik hebben
vista, secunde ~ : tweede gezicht, helderziendheid
vista, in ~ de : met het oog op
vista, curte de ~ : bijziend
vista, de ~ acute : scherpziend
vista, acuitate/acutessa del ~ : scherpte van het gezichtsvermogen
vista, foras (foras) de mi ~! : (verdwijn) uit mijn ogen!
vista /sub/ : wat men kan zien: gezicht, uitzicht, vergezicht
vista, ~ de plagia : strandgezicht
vista, ~ de detra : achteraanzicht
vista, ~ de fronte/de facie : vooraanzicht
vista, ~ general : overzicht
vista, ~ exterior : buitenaanzicht
vista, ~ panoramic : wijds uitzicht
vista, a perdita (perdita) de ~ : zo ver het oog reikt
vista, a ~ de oculo : zienderogen
vista, terra in ~! : land in zicht!
vista, portata de ~ : gezichtsafstand
vista, haber in ~ : het oog hebben op
vista, haber le ~ del mar : het uitzicht op zee hebben
vista, perder de ~ : uit het gezicht verliezen
vista, saltar al ~ : in het oog springen
vista, cognoscer un persona de ~ : iemand van gezicht kennen
vista, naufragar al/in ~ del porto : schipbreuk lijden in het gezicht van de haven
vista, illa non supporta le ~ del sanguine : zij kan niet tegen het zien van bloed
vista, perspectiva a ~ de ave : vogelperspectief
vista, ~ de Amsterdam : gezicht op Amsterdam
vista, impedir le ~ : het uitzicht belemmeren
vista /sub/ : inzicht, standpunt, mening, denkbeeld
vista, ~s politic : politieke opvattingen
vista, puncto de ~ : gezichts/standpunt
vista, differentia(s) de ~ : verschil van inzicht
vista, exponer su ~s : zijn opvattingen/ideeën uiteenzetten
vista, aperir nove ~s : nieuwe gezichtspunten openen
viste /prep/ : gezien
viste, ~ (le facto) que : gezien het feit dat, in aanmerking genomen dat
vita /sub/ : leven, bestaan, existentie
vita, lucta pro le ~ : strijd om het bestaan
vita, curso/carriera del ~ : levensloop
vita, scopo del ~ : levensdoel
vita, arbore del ~ : levensboom
vita, lumine/luce de ~ : levenslicht
vita, ~ vegetative : vegetatief leven
vita, ~ organic : organisch leven
vita, ~ frugal/sobrie : sober/eenvoudig leven
vita, ~ commode : gerieflijk leven
vita, ~ opulente : zeer rijk leven
vita, ~ exemplar : voorbeeldig leven
vita, ~ incolor : kleurloos leven
vita, ~ gris : grijs/eentonig leven
vita, ~ felice : gelukkig leven
vita, ~ infelice : ongelukkig leven
vita, ~ private : privéleven
vita, ~ irregular : ongeregeld leven
vita, ~ eterne/eternal : eeuwig leven
vita, ~ intellectual : geestelijk leven
vita, ~ intrauterin : intra-uterien leven
vita, ~ militar/de soldato : soldatenleven
vita, ~ guerrier : krijgsleven
vita, ~ active/laboriose : werkzaam leven
vita, ~ agitate : bewogen/woelig leven
vita, ~ dissolute : zedeloos/losbandig leven
vita, ~ retirate : teruggetrokken leven
vita, ~ aventurose/accidentate : avontuurlijk/veelbewogen leven
vita, ~ musical : muziekleven
vita, ~ de circo : circusleven
vita, ~ de corte : hofleven
vita, ~ scholar/de schola : schoolleven
vita, ~ de plagia : strandleven
vita, ~ urban : stadsleven
vita, ~ cultural : cultuurleven
vita, ~ theatral : toneelleven
vita, ~ vagabunde/ambulante : zwerversleven, zwervend bestaan
vita, ~ misere/miserabile : ellendig leven/bestaan
vita, ~ sedentari : zittend leven
vita, ~ celibatari : vrijgezellenleven
vita, ~ del spirito (spirito) : geestesleven
vita, ~ religiose : geloofsleven
vita, ~ cenobitic : cenobietenleven, kloosterleven
vita, ~ sexual : geslachtsleven
vita, ~ fetal : ongeboren leven
vita, ~ intime (intime)/interior/affective/sensitive/emotive : innerlijk leven, gemoedsleven, gevoelsleven
vita, ~ duple : dubbelleven
vita, ~ civil : burgerleven
vita, ~ domestic/familial/de familia : huiselijk leven, gezinsleven
vita, ~ professional : beroepsleven
vita, ~ public : openbaar leven
vita, ~ campestre/rustic : landleven
vita, ~ regular : geregeld leven
vita, ~ conjugal/matrimonial/marital : huwelijksleven
vita, ~ de sancto : heiligenleven
vita, ~ de sclavo : slavenleven
vita, ~ feminin : vrouwenleven
vita, ~ infantil : kinderleven
vita, ~ animal : dierlijk leven
vita, ~ human : menselijk leven
vita, ~ parasite : parasietenleven
vita, durata/duration de ~ : levensduur
vita, durata/duration del ~ human : mensenleeftijd
vita, sin ~ : levenloos
vita, a ~ o morte : op leven en dood
vita, risco/periculo de ~ : levensgevaar
vita, a risco del ~ : met levensgevaar
vita, femina (femina) de mal ~ : straatmeid, vrouw van lichte zeden
vita, periculo de ~ : lijfsgevaar
vita, renta a ~ : lijfrente
vita, ideal de(l) ~ : levensideaal
vita, termino (termino)/fin del ~ : levenseinde
vita, besonios/necessitates del ~ : levensbehoeften
vita, commoditates del ~ : gemakken van het leven
vita, crepusculo/declino del ~ : levensavond
vita, historia del ~ : levensgeschiedenis
vita, principio de ~ : levensbeginsel
vita, conservation del ~ : levensbehoud, lijfsbehoud
vita, conception/vision del ~ : levensbeschouwing, levensvisie
vita, fonte de ~ : levensbron
vita, fugacitate del ~ : vergankelijkheid van het leven
vita, filo de ~ : levensdraad
vita, trenchar {sj} le filo de ~ : de levensdraad doorsnijden
vita, instincto de ~ : levensdrift
vita, phase del ~ : levensfase
vita, spiritos (spiritos) del ~ : levensgeesten
vita, experientia del ~ : levenservaring
vita, linea de ~ : levenslijn
vita, circumstantias/conditiones de ~ : levensomstandigheden
vita, rhythmo del ~ : levensritme
vita, stilo/genere/modo/maniera/tenor de ~ : levensstijl, levenswijze
vita, forma de ~ : levensvorm
vita, doctrina de ~ : levensleer
vita, norma de ~ : levensnorm
vita, phenomeno (phenomeno) de ~ : levensverschijnsel
vita, habitudes de ~ : levensgewoonten
vita, anno de ~ : levensjaar
vita, companion de ~ : levensgezel
vita, fortia de ~ : levenskracht
vita, regula de ~ : levensregel
vita, signo de ~ : levensteken
vita, mar de ~ : levenszee
vita, assecurantia super (super) le ~ : levensverzekering
vita, societate/compania de assecurantia super (super) le ~ : levensverzekeringsmaatschappij
vita, origine del ~ : oorsprong van het leven
vita, expectation/sperantia de ~ : levensverwachting
vita, nivello/standard de ~ : levensstandaard
vita, medios de ~ : middelen van bestaan
vita, qualitate del ~ : kwaliteit van het leven/bestaan
vita, tedio del ~ : levensmoeheid
vita, RELIGION pan del ~ : brood des levens
vita, in le flor de su ~ : in de kracht van zijn leven
vita, le gaudios/le joias del ~ : de geneugten des levens
vita, ganiar su ~ : de kost verdienen
vita, hasardar/riscar su ~ : zijn leven wagen
vita, restar/remaner in ~ : in leven blijven
vita, cambiar su ~ : zijn leven veranderen
vita, tener in ~ : in leven houden
vita, deber le ~ a : het leven te danken hebben aan
vita, esser inter (inter) le ~ e le morte : tussen leven en dood zweven
vita, abbreviar su ~ : zijn leven verkorten
vita, dar le ~ a : het leven schenken aan
vita, dar ~ a : bezielen
vita, vender car su ~ : zijn leven duur verkopen
vita, si te es car le ~ : als het leven je lief is
vita, menar un ~ confortabile : een gemakkelijk leven leiden
vita, exponer su ~ : zijn leven in de waagschaal stellen
vita, perder le ~ : het leven verliezen, om het leven komen
vita, salvar le ~ : er het leven afbrengen
vita, salvar le ~ de un persona : iemands leven redden
vita, amar le ~ : van het leven houden
vita, passar a un altere ~ : sterven
vita, privar se del ~ : zich van het leven beroven
vita, esser al margine del ~ : buiten het leven staan
vita, fluctuar/esser inter le ~ e le morte : tussen dood en leven zweven
vita, attentar al ~ de un persona : iemand naar het leven staan, een aanslag doen op iemand
vita, mitter in joco le ~ de un persona : iemands leven op het spel zetten
vita, costar le ~ a : het leven kosten aan
vita, question de ~ e de morte : zaak van leven en dood
vita, le aurora del ~ : de dageraad des levens
vita, obra de su ~ : zijn levenswerk
vita, su ~ pende a un filo : zijn leven hangt aan een zijden draadje
vita, complicar se le ~ : het zich zelf moeilijk maken
vita, invenenar le ~ a un persona : iemand het leven vergallen
vita, le bursa o le ~! : je geld of je leven!
vital /adj/ : het leven betreffend, levens..., vitaal
vital, functiones ~ : vitale functies
vital, energia (energia) ~ : levensenergie
vital, fortia ~ : levenskracht
vital, spiritos (spiritos) ~ : levensgeesten
vital, principio ~ : levensbeginsel
vital, besonios/necessitates ~ : levensbehoeften
vital, conditiones/circumstantias ~ : levensomstandigheden
vital, forma ~ : levensvorm
vital, curso/carriera ~ : levensloop
vital, phase ~ : levensfase
vital, processo ~ : levensproces
vital, curva ~ : levenscurve
vital, cyclo ~ : levenscyclus
vital, experientia ~ : levenservaring
vital, rhythmo ~ : levensritme
vital, modo ~ : levenswijze
vital, spatio ~ : levensruimte, leefruimte
vital, phenomeno (phenomeno) ~ : levensverschijnsel
vital, minimo (minimo) ~ : bestaansminimum
vital, question ~ : levensvraag
vital, allegressa ~ : levensvreugde
vital, angustia ~ : levensangst
vital, valor ~ : levenswaarde
vital, conflicto ~ : levensconflict
vital, instincto ~ : levensinstinct
vital, veritate ~ : levenswaarheid
vital, voluntate ~ : levenswil
vital, halito/sufflo ~ : levensadem
vital, partes ~ : vitale delen
vital, calor ~ : vitale warmte
vital, importantia ~ : levensbelang
vital, de importantia ~ : van vitaal belang
vital, non dar/monstrar signo ~ : geen teken van leven geven/vertonen
vital /adj/ : van levensbelang, vitaal, essentieel
vital, problema/question ~ : vitale kwestie
vitar /v/ : wijnstok planten
vitar /v/ : (aan)schroeven, vastschroeven
vitar, bulones mal vitate : slobberende bouten
vite /sub/ : wijnstok
vite, ~ sarmentose : rankende wijnstok
vite /sub/ : schroef
vite, ~ tenditor : spanschroef
vite, ~ de pression : klemschroef
vite, ~ a metallos : metaalschroef
vite, ~ de regulation/de adjustamento/de adjustage : stelschroef
vite, ~ de securitate : borgschroef
vite, ~ cruciforme : kruiskopschroef
vite, ~ micrometric : micrometerschroef
vite, testa/capite (capite) de ~ : schroefkop
vite, testa/capite (capite) de ~ cruciforme : kruiskop (van schroef)
vite, ~ ad alettas/alas : vleugelschroef
vite, ~ a/de ligno : houtschroef
vite, ~ micrometric : microschroef
vite, ~ de compasso : passerschroef
vite, ~ perpetual/sin fin : schroef zonder einde, worm
vite, ~ dextrorse : rechtsdraaiende schroef
vite, ~ anular : ringschroef, ringbout
vite, ~ de fixation : bevestigingsschroef
vite, ~ de controlo : regelschroef
vite, ~ de Archimedes (Archimedes) : tonmolen
vite, ~ con passo a d+ext(e)ra, ~ a filetto dext(e)re : rechtse schroef
vite, ~ con passo a sinistra, ~ a filetto sinistre : linkse schroef
vite, spira/passo de ~ : schroefgang
vite, matre ~, ~ femina (femina) : moer
vite, matre ~ con alettas/alas : vleugelmoer
vite, coperculo a ~ : schroefdeksel
vite, tappo/capsula a ~ : schroefdop
vite, cavilia/bulon a ~ : schroefbout
vite, forator a ~ : schroefboor
vite, clausura a ~ : schroefsluiting
vite, clave a/pro matre ~ : moersleutel
vite, fixar un cosa con ~s : iets met schroeven bevestigen
vite, serrar un ~ : een schroef aandraaien
vite, dar un torno de ~ : de schroef een slag aandraaien
vite, disserrar un ~ : een schroef losdraaien
vite, iste ~ se disserra : deze schroef laat los
vitro /sub/ : glas (stof)
vitro, ~ plan polite, ~ de speculo : spiegelglas
vitro, ~ colorate/de color : gekleurd glas
vitro, ~ a bottilias : flesseglas
vitro, ~ opac/dispolite : matglas
vitro, ~ irisate : geïriseerd glas
vitro, ~ fumate : gerookt glas
vitro, ~ infrangibile : onbreekbaar glas
vitro, ~ armate : draadglas
vitro, ~ plan : vlakglas
vitro, ~ cuirassate/antiballas : pantserglas, kogelvrij glas
vitro, ~ de securitate : veiligheidsglas, onsplinterbaar glas
vitro, ~ artificial/synthetic : kunstglas
vitro, ~ de berillos : brilleglas
vitro, ~s a duple foco : dubbelfocusglazen
vitro, ~ pressate/comprimite : persglas
vitro, in ~ : in de reageerbuis
vitro, oculo de ~ : glazen oog
vitro, perla de ~ : glasparel
vitro, placa de ~ : glasplaat
vitro, lana/watta de ~ : glaswol
vitro, fibra de ~ : glasfiber, glasvezel
vitro, berillos (a ~) bifocal : bifocale bril
vitro, gravure (F) sub ~ : ets achter glas
vitro, electrodo de ~ : glaselektrode
vitro, sufflar ~ : glasblazen
vitro, sufflator de ~ : glasblazer
vitro, fabrication de ~ : glasfabricage
vitro, fabrica de ~ : glasfabriek
vitro, fabricante de ~ : glasfabrikant
vitro, fabrication de ~ : glasfabricage
vitro, politor de ~s : glasslijper
vitro, servicio de ~s : glasservies
vitro, harmonica a ~s : glasharmonica
vitro, cultura in ~ : vitrocultuur
vitro, fragilitate de ~ : breekbaarheid van glas
vitro, furno/fornace de ~ : glasoven
vitro, cultello pro ~ : glasmes
vitro, lima pro ~ : glasvijl
vitro, colla pro ~ : glaslijm
vitro, poner sub ~ : achter glas zetten
vitro /sub/ : (drink)glas
vitro, ~ a/pro bira : bierglas
vitro, ~ a/pro liquor : likeurglas
vitro, tempesta in un ~ de aqua : storm in een glas water
vitro /sub/ : (voorwerp van) glas
vitro, ~ de lampa : lampeglas
vitro /sub/ : (glas)ruit, raam
vitro, ~ duplic : dubbele beglazing, dubbele ramen
vitro, ~ de auto(mobile) : autoruit
vitro, lavar le ~s : de ramen wassen/lappen
vitro, lavator de ~s : glazenwasser
vitro, rumper/fracassar un ~ : een ruit inslaan/indrukken
vive /adj/ : levend
vive, carne ~ : levend vlees
vive, aqua ~ : levend/stromend water
vive, peso ~ : levend gewicht
vive, lingua ~ : levende taal
vive, le lingua es un organismo ~ : de taal is een levend organisme
vive, esser plus morte que ~ : meer dood dan levend zijn
vive, nulle anima ~ : geen levende ziel
vive, morte o ~ : dood of levend
vive, comburer ~ : levend verbranden
vive /adj/ : levendig
vive, imagination ~ : levendige verbeelding
vive, interesse ~ : levendige belangstelling
vive, intelligentia ~ : scherp/helder verstand
vive, marcha {sj} ~ : vlugge tred
vive, gesto ~ : levendig gebaar
vive, movimento ~ : vlugge beweging
vive, commercio ~ : levendige handel
vive, reguardo ~ : alerte blik
vive, temperamento ~ : opvliegende aard
vive, color ~ : heldere/levendige kleur
vive, critica ~ : felle kritiek
vive, lumine/luce ~ : schel/scherp licht
vive, curiositate ~ : sterke nieuwsgierigheid
vive, discussion ~ : levendige discussie
vive /sub/ : levend vlees, het levende
vive, taliar in le/al ~ : in het levend vlees snijden
viver /v/ : leven
viver, placer/gaudio/joia de ~ : levenslust, levensvreugde
viver, modo/maniera de ~ : levenswijze
viver, ~ secundo su medios : de tering naar de nering zetten
viver, ~ in exilio : in ballingschap leven
viver, ~ in otio : een lui leven leiden
viver, ~ su proprie vita : zijn eigen leven leiden
viver, ille vive pro su infantes : hij leeft voor zijn kinderen
viver, ille vive de ris con lacte : hij leeft van rijst met melk
viver, ille vive un vita multo solitari : hij leeft een zeer eenzaam leven
viver /v/ : wonen
vocabulario /sub/ : vocabulaire, woordenschat, woordenlijst, terminologie
vocabulario, inricchir/ampliar su ~ : zijn woordenschat uitbreiden
vocabulario, inricchimento/ampliation de su vocabulario : uitbreiding van zijn woordenschat
vocal /adj/ : van de stem, de stem betreffend, stem...
vocal, organos (organos) ~ : stemorganen
vocal, chordas ~ : stembanden
vocal /adj/ : vocaal, door de stem voortgebracht/uitgevoerd
vocal, musica ~ : vocale muziek
vocal, concerto ~ : zanguitvoering
vocal, sono ~ : spraakklank
vocal /sub/ : PHONETICA klinker, vocaal
vocal, ~ nasal : neusklinker
vocal, ~ oral : mondklinker
vocal, ~ assonante : assonant
vocal, ~ diphthongate : gediftongeerde klinker
vocal, ~ atone/mute : stomme/toonloze klinker
vocal, ~ tonic/accentuate : beklemtoonde klinker
vocal, ~ breve : korte klinker
vocal, ~ longe : lange klinker
vocal, ~ semilonge : halflange klinker
vocal, ~ aperte : open klinker
vocal, ~ clause : gesloten klinker
vocal, ~ anterior/palatal : voorklinker
vocal, ~ medie/median/central : middenklinker
vocal, ~ radical/thematic/del radical : stamklinker
vocal, ~ initial : beginklinker
vocal, allongar/prolongar un ~ : een klinker verlengen
vocal, allongamento de un ~ : verlenging van een klinker
vocar /v/ : roepen
vocar, ~ per telephono (telephono) : opbellen
voce /sub/ : stem
voce, ~ del sanguine/del natura : stem van het bloed
voce, ~ interne/interior/del conscientia : stem van het geweten
voce, ~ del populo : stem van het volk, volksmond
voce, ~ de tenor : tenorstem
voce, ~ de testa/de capite (capite) : kopstem
voce, ~ sepulcral/cavernose : grafstem
voce, ~ feminin/de femina (femina) : vrouwenstem
voce, ~ infantin/infantil/de infante : kinderstem
voce, ~ angelic : engelenstem
voce, ~ human : mensenstem
voce, ~ clar : heldere stem
voce, ~ acute : schelle stem
voce, ~ rude : barse stem
voce, ~ guttural : keelstem
voce, ~ interne/interior : innerlijke stem
voce, ~ tremulante : beverige stem
voce, ~ stridente : scherpe stem
voce, ~ stentoree/de stentor : stentorstem
voce, ~ tonitruante : donderstem
voce, ~ aspere : ruwe/rauwe stem
voce, ~ sonor/musical : sonore/welluidende stem
voce, ~ alte : harde/luide stem
voce, parlar in ~ alte : hardop/luid spreken
voce, parlar in ~ basse : zacht(jes) spreken
voce, portata del ~ : stembereik
voce, a portata de ~ : te beroepen
voce, sono del ~ : stemgeluid
voce, elevation del ~ : stemverheffing
voce, a medie ~ : halfluid
voce, a duo/tres/quatro ~s : twee/drie/vierstemmig
voce, muta/mutation del ~ : stemwisseling
voce, registro del ~ : stemregister
voce, volumine del ~ : stemvolume
voce, inflecter su ~ : zijn stem buigen
voce, inflexion del ~ : stembuiging
voce, cambiar su ~ : zijn stem veranderen
voce, elevar/altiar le voce : zijn stem verheffen
voce /sub/ : LINGUISTICA E GRAMMATICA vorm
voce, ~ active/passive/pronominal : bedrijvende/lijdende/wederkerende vorm
voga /sub/ : het varen, het roeien, het voortbewegen
voga /sub/ : mode, zwang, trek, populariteit
voga, moda in ~ : heersende mode
voga, venir in ~ : in zwang/trek/mode komen
voga, esser in ~ : in zwang/trek/de mode zijn
volar /v/ : vliegen
volar, ~ circa : rondvliegen
volar, interdiction de ~ : vliegverbod
volatile /adj/ : vliegend, kunnend vliegen
volatile /adj/ : vluchtig (anque FIGURATE), snel vervliegend
volatile, substantias ~ : vluchtige stoffen
volatile, sal ~ : vlugzout
volatile, oleo ~ : etherische olie
volatile /sub/ : gevleugeld dier
volatile, ~s : gevogelte
voler /v/ : willen, wensen, verlangen
voler, ~ facer un cosa : iets willen doen
voler, ~ un cosa : iets willen
voler, ~ dicer : bedoelen
voler /sub/ : het willen, wil
volo /sub/ : het vliegen, vlucht
volo, ~ nocturne/de nocte : nachtvlucht
volo, ~ diurne/de jorno : dagvlucht
volo, ~ de altura : hoogtevlucht
volo, ~ oceanic/transoceanic : oceaanvlucht
volo, ~ transatlantic : transatlantische vlucht
volo, ~ spatial : ruimtevlucht
volo, ~ de retorno : retourvlucht
volo, ~ experimental/de proba/de prova/de essayo (essayo) : proefvlucht
volo, ~ de instruction : oefenvlucht
volo, ~ de demonstration : demonstratievlucht
volo, ~ de recognoscentia : verkenningsvlucht
volo, ~ regular/de linea : lijnvlucht
volo, ~ planate : glijvlucht
volo, ~ radente : scheervlucht
volo, ~ charter (A) : chartervlucht
volo, ~ prenuptial : bruidsvlucht (van bijen)
volo, a ~ de ave : in vogelvlucht
volo, perspectiva a ~ de ave : vogelperspectief
volo, horas de ~ : vlieguren
volo, velocitate de ~ : vliegsnelheid
volo, interdiction de ~ : vliegverbod
volo, plano de ~ : vluchtplan/schema
volo, simulator de ~ : vluchtnabootser, vluchtsimulator
volo, personal de ~ : vliegend personeel
volo, schola de ~ : vliegschool
volo, ponte de ~ : vliegdek
volo, altitude/altor de ~ : vlieghoogte
volo /sub/ : met vliegen afgelegde afstand, vliegafstand, vlucht
volo, ~ sin scala : vlucht zonder tussenlanding
volo /sub/ : vlucht, troep samenvliegende vogels, zwerm
volo, ~ de aves : vlucht vogels
volo, ~ de anates : toom eenden
voluntate /sub/ : wil, wens, verlangen
voluntate, ~ popular : volkswil
voluntate, ~ vital : levenswil
voluntate, ~ ferree/de ferro/inflexibile : ijzeren wil
voluntate, ~ indomabile : ontembare wil
voluntate, ~ implicite (implicite) : onuitgesproken wil
voluntate, a ~ : naar believen, naar goeddunken, zoveel men wil
voluntate, bon/mal ~ : goede/kwade wil
voluntate, de bon ~ : graag, met plezier, met genoegen
voluntate, con le melior ~ del mundo : met de beste wil van de wereld
voluntate, homines de bon ~ : mensen van goede wil
voluntate, de mal ~ : met tegenzin
voluntate, isto es un question de mal ~ : het is een kwestie van onwil
voluntate, manco de ~ : gebrek aan wilskracht
voluntate, ultime ~ : laatste wil(sbeschikking)
voluntate, complir le ~ de Deo : Gods wil doen
voluntate, imponer/facer prevaler su ~ : zijn wil doordrijven/opleggen
voluntate, facer le ~ de un persona : iemands wens vervullen
voluntate, respectar le ~ de un persona : iemands wens respecteren
volver /v/ : draaien, omdraaien, ronddraaien, wentelen, omkeren
volver, ~ le pagina (pagina)/le folio : het blad omdraaien
vos /pron pers/ : u (enk, mv), jullie
vos /pron refl/ : u (enk, mv)
vostre /pron poss adjec/ : Uw, jullie
vostre /pron poss/ : het/de Uwe, die/dat van jullie
votar /v/ : plechtig beloven
votar /v/ : wijden, bestemmen
votar /v/ : stemmen, een stem uitbrengen
votar, ~ in favor de un lege : vóór een wet stemmen
votar, ~ in blanco : blanko stemmen
votar, ~ contra/negativemente : tegenstemmen
votar, ~ verbalmente : mondeling stemmen
votar, machina (machina) a/de ~ : stemmachine
votar, derecto de ~ : stemrecht
votar, ~ per appello nominal : hoofdelijk stemmen
votar, ~ per seder e levar : stemmen door zitten en opstaan
votar, ~ a mano levate : stemmen bij handopsteken
votar, competente pro ~ : stembevoegd, stemgerechtigd
votar /v/ : voteren, aannemen, stemmen voor
votar, ~ un summa : een som voteren
votar, ~ creditos (creditos) : kredieten toestaan
votar, ~ un projecto de lege : een wetsontwerp aannemen
voto /sub/ : gelofte, plechtige belofte
voto, ~ baptismal : doopbelofte
voto, facer ~ de : plechtig beloven
voto /sub/ : stem
voto, ~ preferential/de preferentia : voorkeurstem
voto, ~ decisive : beslissende stem
voto, ~ consultative : raadgevende/adviserende stem
voto, le ~s del electores : de stemmen van de kiezers
voto, dar su ~ a un candidato : zijn stem aan een kandidaat geven
voto, numero (numero) de ~s : aantal stemmen
voto, paritate de ~s : staking van stemmen
voto, excesso de ~s : stemmenoverschot
voto, transferentia/transferimento de ~s : stemmenoverdracht
voto, incremento de ~s : stemmenwinst
voto, local/bureau de ~ : stembureau/lokaal
voto, derecto de ~ : stemrecht
voto, dar le ~ contrari : tegenstemmen
voto, a unanimitate de ~s : met algemene stemmen
voto, le pluralitate del ~s decide : de meeste stemmen gelden
voto, contar le ~s : de stemmen tellen
voto, contator de ~s : stemmenteller
voto, obtener tote le ~s : alle stemmen op zich verenigen
voto, sollicitar ~s : lobbyen
voto /sub/ : stemming, het stemmen
voto, ~ individual/per appello nominal : hoofdelijke stemming
voto, ~ per seder e levar : stemming door zitten en opstaan
voto, ~ a mano levate : stemming bij handopsteken
voto, ~ secrete : geheime stemming
voto, motivation/explication del ~ : stemverklaring
voto, ~ directe : rechtstreekse stemming
voto, ~ indirecte : getrapte stemming
voto, ~ universal : algemeen kiesrecht
voto, ~ obligatori : stemplicht
voto, scheda/bulletin de ~ : stembriefje, stembiljet
voto, abstention del ~ : stemonthouding
voto, abstiner se del ~ : zich van stemming onthouden
voto, ~ de censura : motie van afkeuring
voto, ~ de fiducia/de confidentia : motie van vertrouwen
vulgar /adj/ : gewoon, alledaags, gangbaar
vulgar, nomine ~ de un planta : gewone/alledaagse/gebruikelijke naam van een plant
vulgar, lingua ~ : volkstaal
vulgar, latino ~ : vulgair/gesproken latijn
vulgar, lysimachia ~ : jodenkruid
vulgar, limonio ~ : lamsoor
vulgar /adj/ : vulgair, onbeschaafd, plat
vulgar, expression ~ : vulgaire/platte uitdrukking
vulgar, manieras ~ : onbeschaafde manieren
vulgar, humor ~ : platte humor
vulnerar /v/ : (ver)wonden, kwetsen (anque FIGURATE)
vulnerar, ~ le aure : het oor kwetsen
vulnerar, legiermente/levemente vulnerate : licht gewond
vulnerar, gravemente vulnerate : zwaar gewond
vulnerar, gravissimemente (gravissimemente) vulnerate : zeer zwaar gewond
vulnerar, ~ le amor proprie de un persona : iemands eigenwaarde kwetsen
vulnere /sub/ : wond, verwonding
vulnere, ~ per balla : kogelwond
vulnere, ~ facite per un arma a puncta : steekwond
vulnere, ~ superficial : oppervlakkige wond
vulnere, ~ anodin : onbetekenende wond
vulnere, ~ dolorose : pijnlijke wond
vulnere, ~ de gamba : beenwond
vulnere, ~ mortal : dodelijke verwonding
vulnere, suturar un ~ : een wond hechten
vulnere, le ~ sana/se cicatrisa lentemente : de wond gaat langzaam dicht
vulnere, cicatrisation de un ~ : heling/genezing van een wond
W.C. /sub/ : wc
west /sub/ : westen
west, ir al ~ : naar het westen gaan
west, vente de(l) ~ : westenwind
zelo /sub/ : vlijt, ijver, enthousiasme, geestdrift
zelo, ~ inconsiderate : onbezonnen ijver
zelo, excesso de ~, ~ excessive : overmatige ijver
zelo, con ~ : ijverig, vlijtig
zelo, laborar/travaliar con ~ : ijverig werken
zelo, stimular le ~ de un persona : iemands ijver aanwakkeren
zelo, 2 ~ (religiose) : geloofsijver
zero /sub/ : nul (cijfer)
zero, amonta con sex ~s : bedrag met zes nullen
zero, le anno ~ : het jaar nul
zero /sub/ : nul, nulpunt
zero, linea de ~ : nullijn
zero, position ~ : nulstand
zero, crescimento/crescentia ~ : nulgroei
zero, partir de ~ : van niets beginnen
zero, reducer a ~ : tot nul terugbrengen
zero, ~ absolute : absolute nulpunt
zero, option ~ : nuloptie
zero, il face/le thermometro (thermometro) indica dece grados super (super)/sub ~ : het is tien graden boven/onder nul, het is
zero, ille es un ~ : hij is een nul (waardeloze figuur)