Weerwoord!

Van leer

Gisteren en ook vorig jaar trok ik weer flink van leer tegen een stuk Peter Breedveld, en ook op Twitter wond ik me gisteravond weer eens flink op. (Waarom eigenlijk? Is het dat waard? Nauwelijks. Maar toch.)

Maar @frontaalnaakt alias Peter Breedveld blockt me op Twitter, dus hij ziet mijn mentions niet. Vandaag vond ik het een beetje vals van mezelf, dat ik weer stuk aan stuk over hem schreef, zonder het hem recht in zijn gezicht te vertellen.

Geen achterbaks geroddel

Dus stuurde ik onder de titel “Het kan” een e-mail aan het adres dat op de site Frontaalnaakt.nl genoemd staat en dat bedoeld is voor “uw fan- en dreigmail”. Ik heb geen van beide te bieden, maar toch.

Stalking?

Voordat iemand me van stalking gaat beschuldigen: dit was mijn hele al lange leven lang welgeteld het tweede mailtje dat ik naar dat adres stuurde. Het vorige dateerde van 13 december 2011. Meer mails sturen is duidelijk zinloos dus ik denk ook niet dat dat ervan komt.

Korte mededeling

Mijn mailtje luidde als volgt:

Ter overweging:
Niks aan de hand http://rudhar.com/recensie/pbreedv/2120101a.htm
'Strawman' http://rudhar.com/recensie/pbreedv/2120101b.htm

Weerwoord!

Wat nu zo bijzonder is: er kwam antwoord!

Een bijzonder knap geschreven, erudiete en interessante punt-voor-punt weerlegging van mijn argumentatie, waar ik toch wel even stil van werd. Ik weet niet of ik daar nog wel tegenop kan, of dat ik mijn debatnederlaag zal moeten erkennen. Soms zijn andere mensen gewoon beter en intelligenter. Daar moet ik dan mee om leren gaan en me er misschien uiteindelijk maar bij neerleggen.

Eerst heb ik tijd nodig om van de klap te herstellen. In de tussentijd publiceer ik alvast integraal de gehele e-mailtekst van Peter Breedveld in zijn totaliteit.

Komt-ie:

Bespaar je de moeite, fanatiekeling. Ik ben hoegenaamd niet geïnteresseerd in je obsessieve gebazel.


Naschrift 3 januari 2012

Ik schreef hierboven:

[...] dit was welgeteld het tweede mailtje dat ik naar dat adres stuurde”.

Maar het zijn er inmiddels drie. Meteen na het lezen van het uitgebreide weerwoord dat ik vlak hierboven citeerde, mailde ik namelijk nog terug: “Dat mag in de krant.

Dat was een speelse verwijzing (die aan Peter Breedveld uiteraard niet besteed is) naar mijn eerdere stuk Eindelijk waarin ik die uitdrukking voor jongere en toekomstige lezers verklaarde.

Het grappige (vind ik dan) was dat ik de uitdrukking hier niet figuurlijk, maar letterlijk, en dan toch weer in gemoderniseerde zin bezigde. Want meteen daarna begon ik bovenstaand blog van 2 januari te tikken.