De reizigers wordt verzocht

Hofland

De VPRO zendt op zondagsochtend altijd het geschiedenisprogramma OVT uit. Gisteren hoorde ik daarin de column van Henk Hofland (1927). De precieze formulering weet ik niet meer, maar hij vertelde over Trotski iets als:

“In Mexico werd hij op last van Stalin met een pikhouweel de hersens ingeslagen.”

Er ging bij mij meteen een alarmlampje branden. Voor mijn gevoel is deze zin namelijk fout en moet het zijn:

“In Mexico werden hem op last van Stalin met een pikhouweel de hersens ingeslagen.”

“Hersens” of “hersenen”, dat maakt me verder niet uit.

Dat ik spontaan op gevoel reageerde, niet beredeneerd overwegend, laat zien dat dit in mijn taalgevoel zit ingebouwd *).

Maar of het deel is van het oorspronkelijke taalgevoel is dat ik als klein kind heb aangeleerd, of een latere toevoeging, die toen misschien wel op theoretische overwegingen stoelde, dat weet ik niet. Het is wel mogelijk stukjes spontaan taalgevoel later aan te leren, weet ik sinds mijn onderdompeling in het Duits: dat was ergens rond 1986, drie maanden lang vier dagen in de week mijn hele wakende leven in een uitsluitend Duitstalige omgeving. Sindsdien ‘voel’ ik vaak naamvallen en geslachten aan. Zo feilloos als een taalgevoel uit de kindertijd wordt zo'n later aangeleerde handigheid nooit meer: vergissingen maak ik wel. Maar toch vaker niet dan wel.

Mogelijk ben ik me toen, door het opgedane gevoel voor Dativ en Akkusativ, ook een gevoel voor een actieve, reëel bestaande datief in het Nederlands gaan inbeelden. Maar misschien bestaat die naamval en dat gevoel in onze taal ook echt, ik weet het niet.

Hoe dit ook zij, de heersende mening is tegenwoordig dat zowel “De reizigers worden verzocht bij het volgende station allen uit of over te stappen” even correct is als “De reizigers wordt verzocht [...]”.

Peter-Arno Coppen schreef erover in het ‘Elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek Neder-L’, namelijk in de miniatuurtjes nummer 95 en 97.

Hij noemt daarin ook het boek Nederlandsche spraakkunst van door C.H. den Hertog. Deze schreef ruim 100 jaar geleden al over het onderwerp, in paragraaf 27.

Het genootschap Onze taal verwijst hier naar de artikelen van Peter-Arno Coppen. Zie ook de Taaladviesdienst.

Ook in de usenet-group nl.taal (waarin het soms wel degelijk over taal gaat is het onderwerp al diverse keren aan de orde geweest:


*) Noot: Betrapt! Nu doe ik het zelf fout!