Titulatuur

Brief

Bij het doorkijken van een map met oude papieren viel me de adressering op van een brief, als volgt:

De Heer [voorletter en achternaam] sstt.,
[straat en huisnummer],
[woonplaats]. 

Allereerst die komma’s en de punt, alsof ze er een complete volzin van hadden willen maken. Die leestekens laten we bij adressen tegenwoordig, en al heel lang, weg. Maar in die tijd – de brief dateert van 23 maart 1970 – werd het vaak zo gedaan, in elk geval met die punt aan het eind.

Postcodes waren er toen nog niet.

Er staat dan weer niet ‘Aan den Heer’, met de kunstmatige naamvalsvormen die tot ca. 1947 nog tot de officiële spelling behoorden.

Situering

De brief kwam van een beheers- en verhuurmaatschappij, was gericht aan mijn vader (niet aan mijn moeder; dat was toen de gewoonte; men kende nog het begrip ‘de heer des huizes’ of ‘hoofdbewoner’) en ging over een toe te zenden huurcontract, te betalen borg en eerste maand huur, en de sleuteloverdracht.

Die zou plaatsvinden op 26 maart 1970 om 9.45 uur, wat u als lezer ongetwijfeld niet interesseert, maar mij wel omdat het een markant punt is in de geschiedenis van mijn leven, reden waarom ik van de door mijzelf geboden gelegenheid gebruik maak dit hier te documenteren.

Kern

Waar ik het eigenlijk over wou hebben is dat “sstt.”. Ik ken het wel van vroeger, heb het vermoedelijk op school geleerd en ik weet nog dat het iets met eventuele titels te maken had. Titels zoals doctorandus, ingenieur of doctor, waarvan je niet wist of de geadresseerde ze had. Je wilde dat ook niet uitzoeken maar om de mogelijke titeldrager niet te beledigen zette je er dan toch maar dat ‘sstt’ bij, dat dekte het af.

Ik kan me niet herinneren het zelf ooit gebruikt te hebben, en zeker de laatste jaren of decennia heb ik het ook niet zien gebruiken, voor zover ik weet.

Research

Wat betekent het eigenlijk? Dat moest ik opzoeken. Bron: de dikke Van Dale, dertiende uitgave 1999, derde deel, blz. 3187.:

s.s.t.t. (et h.) [Lat.], (op adressen) salvis titulis (et honoribus), behoudens titels (en waardigheden).

Nooit van gehoord, van die Latijnse betekenis, ik zie dit vandaag voor het eerst.

Merkwaardig ook die dubbele letters (twee s’en en twee t’s), terwijl er maar twee Latijnse woorden zijn – waarin weliswaar al die letters voorkomen, maar ik betwijfel of dat het punt is. Misschien vergelijkbaar met ‘hh’ wat ‘heren’ schijnt te kunnen betekenen.

Op andere brieven in dezelfde map en uit dezelfde tijd staat geen sstt, ook geen s.s.t.t., dus kennelijk was het toen al verouderd, stoffig en formeel. Of misschien vergis ik me en wordt het anno 2014 nog steeds wel gebruikt. Je weet het soms niet.

Statistiek

468 woorden over 4 letters. Niet met opzet gedaan, zo veel.