Publiekelijk publiek maken

Bijwoord nodig

Op 8 september schreef de redactie van Foodlog.nl in het stuk Wie ontmaskerde de vleeshufter het eerst? het volgende:

Nadat Professor Vonk (Radboud Universiteit Nijmegen) publiek afstand nam van haar Tilburgse collega Professor Diederik Stapel valt de Nederlandse pers over 'het onderzoeksschandaal' in de Nederlandse sociale wetenschappen.

Dat woord ‘publiek’ is hier niet goed, volgens mij (ik pak straks het woordenboek erbij). ‘Publiek’ is een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord. Hier duidt het woord aan hoe zij afstand nam, het zegt dus iets over een werkwoord, niet over een zelfstandig naamwoord.

Dan heb je een bijwoord nodig, niet een bijvoeglijk naamwoord. Dat bijwoord luidt ‘publiekelijk’.

Omgekeerd

Het omgekeerde komt ook veel voor. Bijna iedereen zegt en schrijft tegenwoordig dat je iets publiekelijk kunt maken. Volgens mij kan dat niet. Je kunt iets publíék maken. Publiekelijk máken kan wel, met een andere klemtoon, maar dan betekent ‘maken’ ‘repareren’. Wie kent niet de mop met de baard over de advertentie over naar later bleek een defecte wip?

Publiekelijk iets publiek maken, dat kan ook. Zelfs heimelijk iets publiek maken is mogelijk, namelijk door het anoniem en niet traceerbaar op een website te zetten.

Publiekelijk iets geheim houden lijkt me dan weer moeilijk. Maar de menselijke fantasie en creativiteit zijn grenzeloos.

Lijk

Het Nederlandse achtervoegsel ‘-lijk’, dat van bijvoeglijke naamwoorden bijwoorden kan maken, is natuurlijk verwant met het Engelse ‘-ly’. Voorbeeld: ‘bad’ en ‘badly’ betekenen allebei ‘slecht’, maar het een is een bijvoeglijk naamwoord en het ander een bijwoord.

Bijvoeglijke naamwoorden (adjectieven) geven nadere informatie over wat een zelf­standig naamwoord uitdrukt, bijwoorden (adverbia) doen hetzelfde met werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Het Engelse woord ‘hard’ kan dan weer zowel adverbium als adjectief zijn. ‘Hardly’ betekent iets heel anders: nauwelijks.

Controle

Nu dan toch het woordenboek erbij. Ik had gelijk. Als het niet zo was, had ik al het voorgaande ook laten staan en vermeld hoe Van Dale met mij van mening verschilt. Dat mag.

Stam plus t

In het artikel lees ik ook nog:

Dat betekent uiteraard nog niet dat het onderzoek dus niet deugd.

Tikfoutje (of spelfout?), dat moet ‘deugt’ zijn, stam plus t.

Maar deze fout is gemaakt door Lourens Gengler die schreef in het Weekblad voor Deurne/Peelbelang, waaruit de site foodlog.nl het artikel overnam. (Zal wel mogen, volgens de persexceptie.)

De redactie

Al is het niet aan mij om dat te bepalen, ik vind het jammer dat het stuk op foodlog.nl geschreven is door de redactie zonder dat ik kan vinden wie er dan zitting hebben in die redactie. Misschien kijk ik niet goed.

Het schijnt dat in Duitsland elke site wettelijk een zogeheten Impressum moet hebben. (Het is ook een Nederlands woord, dat bijna niemand kent. Colofon is misschien niet helemaal hetzelfde.)

Eigenlijk zou dat voor Nederlandse sites ook moeten gelden. Niet verplicht, maar uit goeie gewoonte. Verantwortlich für den Inhalt bin ich höchstpersönlich selbst. Een echt Impressum heb ik niet, maar wie ik ben staat her en der wel op mijn site te lezen.

Omdat mijn website in Duitsland gehost wordt (2021: inmiddels werd) en ik incidenteel in het Duits schrijf, val ik misschien ook wel onder die impressumeisende Duitse wetgeving (die echter letterlijk alleen een Informationspflicht oplegt). Interessant juridisch probleem.


Naschrift 30 december 2011

n.a.v. deze discussie (die alleen zichtbaar is voor ingeschrevenen van die discussiegroep, Spits geheten). Die ging over ‘recent’ vs. ‘recentelijk’. Mijn taalgevoel is bij die woorden vergevingsgezinder dan bij ‘publiek’ vs. ‘publiekelijk’.

Adviezen van deskundigen:


Naschrift 26 juli 2017

Nu ook hier aangetroffen, via Facebook. Citaat:

En natuurlijk zijn er ook de brieven, die weliswaar al iets publieker zijn (want die worden doorgaans verstuurd), maar ook over het (postuum) uitgeven of openbaar maken daarvan toont Hermans zich sceptisch: wie bepaalt immers welke delen van iemands correspondentie publiekelijk gemaakt worden, wie maakt de selectie, worden de antwoorden en reacties ook volledig en waarheidsgetrouw geopenbaard?

Dit “publiekelijk” is toch echt fout, volgens mij. Zou Hermans dat zelf zo geschreven en uitgesproken hebben, of geeft bespreker Thomas Heerma van Voss Hermans’ woorden alleen maar zo weer?

PS De fout is hersteld, er staat nu “[...] welke delen van iemands correspondentie openbaar gemaakt worden [...]”, en dat is goed.