Frisjes

Gesprekje tijdens fietstochtje dat om ons moverende redenen gedeeltelijk door een park voerde – dat van dat park alleen als sfeerbeeld hoewel het eigenlijk helemaal niet ter zake doet; maar anders is de zin zo kaal. Zij:

’t Is frisjes!

Ik:

Ja, ’t is aan de frisjese kant!

Oeps, fout, helemaal incorrect, dat mag niet van de taal! Wat is het toch een bazig en autoritair tiepje eigenlijk, die taal. Een dictator waar wij allen dagelijks onder lijden. Maar het is niet anders.

Dus onthoudt allen: diminutieven van adjectieven alleen bij predicatief gebruik, nooit attributief! En dan nog alleen bij bepaalde woorden (vocabulaire en grammatica zijn niet scheidbaar, laat Chomsky ’t maar niet horen), want “Het is vandaag best koudjes” is geen Nederlands. Een koutje (kouwtje?) oplopen, dat schijnt dan weer wel te kunnen. Hoewel medisch niet accuraat, want het verkoudheidsvirus lopen mensen binnen op door koud en ramen dicht, juist niet door zonder jas naar buiten.

En ‘enigjes’ was ooit een bestaand woordbron?, al dan niet voor serieus gebruik.